Weten waar je aan toe bent. Maïsrassenkeuze. Per saldo, maïsoogst 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Weten waar je aan toe bent. Maïsrassenkeuze. Per saldo, maïsoogst 2010"

Transcriptie

1 Vaktijdschrift voor de maïsteler jaargang 7 nr.23 najaar 2010 Periodiciteit: 4 maal per jaar Steeds dichter bij de waarheid Het begrip VEM heeft onderhand wel afgedaan. 2 Nieuwe voederwaarderingssystemen Het ontbreekt nog aan een publiek systeem voor een nieuwe energiewaardering. 3 Thema: Maïs-saldo Het valt niet mee om echt cijfers te vinden over wat het saldo is van de maïs die je zelf teelt. Zeker, er bestaan kengetallen. In de landbouw hebben we gestructureerde boekhoudsystemen die bedrijfsgegevens leveren om als boer met beleid je onderneming te sturen. Administratiekantoren verzamelen die uitkomsten ter vergelijking. Zo kan je elk jaar de Kwantitatieve Informatie Veehouderij kopen, met een schat aan gegevens. Daarin staat het saldo per gemiddeld aanwezige koe op een bedrijf met 30 ha grasland en 5 ha maïsland en een quotum voor kg melk. Voor voerkosten wordt 450,- per koe berekend. Dit betreft slechts aangekocht krachtvoer. Wat eigen gewonnen ruwvoer heeft gekost, vind je er niet. Alleen bemestingskosten, gewasbeschermingsmiddelen, zaaizaad en pootgoed en de afdekking van de ruwvoeropslag. Begrijpelijk dus, dat particuliere ondernemers pogingen doen om boeren van meer verfijnde bedrijfsgegevens te voorzien. Goed zo. Weten waar je aan toe bent Voorzichtigheid is geboden, maar verandering valt niet te ontlopen. Maïsrassenkeuze Gedreven door het maïs-saldo? Per saldo, maïsoogst 2010 We leefden tussen hoop en vrees en dan toch nog een tevreden gevoel

2 NAJAAR Nr. 23 Colofon De Maïsteler is een uitgave van Gil Claes Producties. Er wordt geen verantwoording genomen voor de consequenties van gevolgtrekkingen van de lezer uit de inhoud van dit blad. Uitgeverij en redactiesecretariaat Gil Claes Producties Brigitte Weyts Gerheiden Olen - België tel 0032 (0) fax 0032 (0) brigitte@gilclaes.be Samenstelling Wim Fournier tel 0031 (0) wimverwoordt@online.nl Opmaak Rosalie Fournier Advertentiebemiddeling Brigitte Weyts Oplage: Editie België: ex. Editie Nederland: ex. Afgifte kantoor: België Hasselt Nederland Sittard Steeds dichter bij de waarheid In dit blad schrijf ik uitgebreid over nieuwe veevoederwaarderingssystemen die tegenwoordig in zwang komen. Gelukkig komt deze benadering inmiddels ook naar voren bij de ruwvoeranalyses. De nieuwe inzichten over de betekenis van nutriënten met een goede invloed op de vorming van melksuiker, kunnen dus ook aan de orde komen bij de beoordeling, wat de snijmaïs voor voedingswaarde heeft. Dat is een goede zaak, want, zo kunnen melkveehouders dichter bij de waarheid komen over de betekenis die hun eigen gewonnen ruwvoer in hun bedrijfshuishouding heeft. Berekenen wat het werkelijke saldo is van hun maïsteelt. Alleen, om de cijfers over de glucogene energie die in de zelfgeteelde snijmaïs zit in handen te krijgen, zit de melkveehouder nu nog vast aan zijn veevoederleverancier. Om de cijfers te leveren gebruikt het bedrijfslaboratorium de methoden die ze met de afzonderlijke leveranciers overeengekomen zijn. Alleen via hun krijgt u de getallen op tafel. Het wordt dus tijd dat ook anderen tot overeenkomsten komen met het lab om hun klanten toegang te geven tot deze belangrijke informatie. Twee vliegen in één klap Als eersten komen daar natuurlijk de kweekbedrijven voor in aanmerking. Als het onderhand zover gekomen is, dat de nieuwe voederwaarderingssystemen sturend worden bij de rantsoenberekeningen voor ons melkvee, dan zullen ook de kweekbedrijven hun selectiewerk in de maïs daarop moeten richten. Dan hebben ze dus hard praktijkcijfers op dit vlak over de prestaties van hun rassen nodig. Die kunnen ze het snelste verzamelen door hun rol op zich te nemen in de bemiddeling van kuilvoeranalyses voor melkveehouders die hun rassen zaaien. Onmiddellijk hiermee in verband staat natuurlijk het rassenonderzoek. Wanneer de melkveehouderijpraktijk zich onderhand richt op de aspecten van glucogene energie in de voederrantsoenen voor hun melkkoeien, dan gaat dat niet alleen om krachtvoer. Het verbaast dan ook niet dat het aspect glucogene energie besproken wordt in kringen waar men verantwoordelijk is voor de inhoud van het protocol bij het officiële rassenonderzoek. Het is van belang te weten welke maïsrassen voorkeur verdienen, om de beste resulta ten op dit punt te behalen. Het is onderhand wel duidelijk dat het begrip VEM in de bedrijfsvoe ring van het melkveehoude rijbedrijf heeft afgedaan. Wim Fournier De Maïsteler wordt gratis op naam verstuurd aan alle telers met meer dan 5 ha maïs en de loonwerkers in Nederland en Vlaanderen. Overige abonnementen tegen betaling van 10,- op rek.nr , van Gil Claes Producties, met duidelijke vermelding: abonnement De Maïsteler. Gelieve bij onjuiste adressering of bij verhuizing ons hiervan per post, of per fax of op de hoogte te brengen.

3 Nieuwe voederwaarderingssystemen De wetenschap over veevoeding ontwikkelt zich gestaag. Het gaat de laatste jaren alleen langzamer doordat onze overheid daar steeds minder geld in steekt. Het wetenschappelijk onderzoek op basis van nieuwe dier proeven raakt op de achtergrond, helaas. De ontwikkeling van de wetenschap valt meer en meer terug op herbezinning over de uitkomsten van proeven die vroeger gedaan zijn. Literatuuronderzoek. Aan de andere kant zien we dat ondernemingen in het bedrijfsleven voortdurend aan schaalvergroting doen. Kijk maar naar de veevoederindustrie. De samenscholing gaat tot op de dag van vandaag nog steeds maar door. De grote coöperaties en particuliere bedrijven realiseren zulke grote omzetten, dat ze in staat zijn forse bedragen te investeren in hun eigen onderzoek. De benodigde wetenschap kopen ze in en ze gaan er hun eigen gang mee. Zo worden we tegenwoordig geconfronteerd met nieuwe namen van nieuwe systemen die de effectiviteit van de rantsoenen die wij onze melkkoeien voorzetten moeten verbeteren. En dat doen ze. Ondoorzichtige markt Alleen, voor een veehouder is het niet mogelijk om te onderscheiden wat de kwaliteit is van die nieuwe voersystemen die de verschillende veevoederfabrikanten op de markt brengen. Omdat je het niet weet, kan je maar het best klant blijven bij je oude vertrouwde leverancier. Toch prikt het. Wanneer het duidelijk wordt dat collega-boeren met zo n nieuwe benadering meer melkgeld vangen, wil je weten hoe dat komt. Zeker, wanneer die collega-boeren verschillende leveranciers hebben. NAJAAR De Maïsteler 3

4 Op nutriënten gebaseerd voederwaarderingssysteem Waar het allemaal om gaat, is het probleem dat hoogproductieve melkkoeien in het begin van de lactatie niet voldoende energie uit het voer kunnen opnemen. Voor de productie van zoveel melk komt te weinig lactose rechtstreeks vrij uit de hoeveelheid voer die de koe op kan. Eiwitten in de voeding worden omgezet in aminozuren en een deel van deze aminozuren worden afgebroken om de ontbrekende energie op te leveren. Maar dit is niet best. De afbraak vindt in de lever plaats en die wordt hiermee zwaar belast. Een groot deel van de stikstof die in het eiwit zat gaat via de urine verloren en is daarmee niet beschikbaar voor de vorming van melkeiwit. De melk heeft een hoog ureumgetal. De vruchtbaarheid heeft te lijden van een hoog ureumgehalte in het bloed. Ook het lichaamsvet van het dier wordt aangesproken. De koe verliest conditie. Als de energie-balans te ver door slaat, ontstaat slepende melkziekte. Aceton-aemie heet dat in de vee artsenij. Je ruikt een aceton-lucht in de stal. Uitgangspunt is de ruwvoeder-samenstelling De nieuwe voeder-waarderingssystemen die de individuele veevoederfabrikanten tegenwoordig propageren moeten natuurlijk gedragen worden door de kuilvoeranalyses van de betreffende klant. Elke melkveehouder teelt zijn eigen ruwvoer of koopt partijen in. Dit betekent dat bij de analyse van dit kuilvoer ook uitgegaan moet worden van het voederwaarderingssysteem op grond waarvan de melkveehouder zijn veevoerleverancier de advisering van de benodigde brok baseert. Nu was het al jarenlang gebruikelijk dat de diverse veevoederfabrikanten een abonnement hadden op een copie van de kuilvoeranalyses van hun klanten die dat wilden. Het lag dus helemaal in de lijn dat deze fabrikanten met het Blgg AgroXpertus tot afspraken gekomen zijn waarbij het analyse-onderzoek afgestemd is op het voeder-waarderingssysteem van de betreffende fabrikant. Op deze manier vinden de klanten van ForFarmers tegenwoordig in hun kuilanalyseverslagen de kengetallen melk van hun eigen gewonnen ruwvoer. En de klanten van Cehave-Landbouwbelang de kengetallen Lacto-energie. We krijgen de formules van hun en bouwen deze in in onze systemen, zegt Suzan Nicolasen, onderzoeker diervoeding bij BLGG AgroXpertus, daarover. Aan de hand van de analyseresultaten worden deze kengetallen specifiek voor de kuil berekend en vermeld op het verslag. Bij Hendrix UTD ligt dat wat anders. Voor het Newton - systeem van Hendrix UTD zijn het geen berekende kengetallen maar worden werkelijk analyses gedaan op grond van de uitkomsten van dierproeven die zij hebben gedaan. Op basis van die proeven heeft Blgg AgroXpertus een nirs-lijn ontwikkeld, voor het meten van de afbraakkenmerken. Deze uit de analyse gemeten waarden worden vermeld op de verslagen aan de Hendrix UTD klant en passen in het kengetallen-systeem wat gebruikt wordt voor de advisering van het bijpassende krachtvoer. Dit verhaal gaat evenzeer op voor Hendrix Haeck in België. Het mag duidelijk zijn dat men binnen het Nutreco-concern hier eenduidig mee omgaat. In wezen is het een vergiftiging, waardoor de voeropname nog teruggaat. Het wordt al maar erger. Fermenteerbare organische stof Het gaat er dus om, om de energie in het voer in een zodanige vorm aan te bieden, dat er ruim voldoende melksuiker gevormd kan worden en er daar niet onnodig voereiwit voor energielevering verloren gaat. Het gaat dus vooral om de productie van voldoende propionzuur in de pens en de juiste hoeveelheid bestendig zetmeel op darmniveau. De hoeveelheid vluchtige vetzuren (met name azijnzuur, boterzuur en propionzuur) die in de pens gevormd wordt, is afhankelijk van de beschikbaarheid van voldoende fermenteerbare organische stof. Zetmeel, sui kers en celwanden dus. En dan, gaat het nog om de afbraaksnelheid van die voedingsstoffen in de pens. Dat bepaalt in belangrijke mate de hoe veelheid propionzuur die in de pens gevorm wordt en de hoeveelheid bestendig zetmeel die op darmniveau beschikbaar komt voor vertering. Dit doet natuurlijk niets af aan de betekenis van darm-verteerbaar eiwit in het voer. Of aan de benutting van bestendig zetmeel en van het oplosbare deel van de suikers die onafgebroken in de darm beschikbaar komen. Op de eiwitnorm voeren Een verschijnsel is, dat boeren die volgens het op nutriënten gebaseerd voederwaarderingssysteem het rantsoen samenstellen, scherper op de eiwitnorm kunnen voeren. NAJAAR De Maïsteler 45

5 Of, zelfs daaronder, wanneer ze er inderdaad in slagen geen eiwit meer te verliezen voor directe energievoorziening. Glucose Leverend Vermogen (GLV) In 2008 introduceerde De Heus Voeders het begrip glucose leverend vermogen. Jacob Goelema, productmanager rundvee, schreef daarover in hun blad Leesvoer. Het VEM-systeem maakt geen onderscheid in de bijdrage van de verschillende componenten (eiwit, vet, zetmeel, NDF) aan de energievoorziening. Ook geeft het geen inzicht in de effecten van deze componenten op de productie van melk, melkvet en melkeiwit. Om de bijdrage van grondstoffen daarin beter te beoordelen wordt het systeem Glucose Leverend Vermogen ingevoerd. Afhankelijk van de samenstelling van grondstoffen, leveren deze meer of minder glucose op. Het GLV van de voeders varieert van 80 tot 200 g/kg. Met deze voeders is, afhankelijk van de samenstelling van het basisrantsoen, gericht te sturen op een hogere melkproductie. Basis daarvoor is en blijft de optimalisatie van de pensfermentatie. Zetmeelrijke grondstoffen hebben over het algemeen een relatief hoger GLV dan VEM. Zetmeelarme, eiwitrijke en vetrijke grondstoffen hebben juist een relatief hoger VEM dan GLV. Bij ruwvoeders geldt dat vers gras en met name snijmaïs een relatief hoger GLV heeft dan graskuil. De GLV-bijdrage in het rantsoen dat een goede kwaliteit snijmaïs heeft ten opzichte van kuilgras is ongeveer twee keer zo groot, namelijk 150 g/kg DS tegenover 80 g/kg DS. Het minimumniveau van GLV voor een koe tot 120 dagen in lactatie is 120 g/kg DS. Actuele waardering kuilvoer Machiel Blok, programmaleider van de Centraal Veevoeder Bureau-activiteit van het Productschap voor Diervoe der (PDV) schreef een persbericht naar aanleiding van de vragen die de introductie van melk opriep over de positie van het CVB ten aanzien van de nieuwe voederwaarderingssystemen. Het PDV stelt vast dat de huidige door haar gebruikte monsterset voor graskuilen en snijmaïskuilen voor de eiwitwaardering sterk gedateerd is. Daarom is in samenwerking met de betrokken instanties in de tweede helft van 2008 een groot onderzoek gestart om tot een nieuwe en actuele dataset te komen. Van 100 graskuilen en 100 snijmaïskuilen wordt de afbraak van nutriënten in de pens vastgesteld. Van een brede selectie aan monsters wordt ook de verteerbaarheid in het darmkanaal onderzocht. Dit onderzoek moet leiden tot een geheel actuele waardering van het kuilvoer. Dit onderzoek moet half 2011 zijn afgerond. Met behulp van de resultaten zal het PDV nieuwe statistische rekenregels afleiden voor de berekening van de eiwitwaarde. Blgg AgroXpertus zal de nirs ijken aan de hand van deze monsters. Dit betekent, dat er over een jaar een identieke toepassing van de nirs -techniek als nu in het kader van newton is geïntroduceerd, publiek beschikbaar is voor de analyse van gras- en snijmaïskuilen. In het werkprogramma van de CVB-activiteit wordt al enkele jaren het ontwikkelen van een publiek systeem voor een nieuwe energiewaardering, langs vergelijkbare lijnen als in het melk -systeem zijn toegepast genoemd. Tot op dit moment is hiervoor echter nog geen financiering beschikbaar. NAJAAR De Maïsteler 5

6 Vertrekkend vanuit de ruwvoeranalyses Dat het VEM- en DVE-systeem een te algemeen voederwaarderingssysteem is voor hoogproductief melkvee, is sinds begin de jaren 90 duidelijk. Daarom introduceerde AVEVE Veevoeding reeds in 1994 nieuwe begrippen zoals glucogene, aminogene en ketogene nutriënten in haar rantsoenoptimalisatie. De behoeften aan deze verschillende ingrediënten verschillen naargelang het lactatiestadium. Daar waar deze nieuwe nutriënten in de jaren 90 eerder kwalitatief gericht waren, worden ze vandaag ook kwantitatief becijferd. Hiermee kan het effect van rantsoenwijzigingen op melkproductie én op melksamenstelling nauwkeuriger ingeschat worden. Met het PAS -systeem (Pens Afbreekbare Stof) van AVEVE Veevoeding wordt de fermentatie van koolhydraten en eiwitten in de pens in kaart gebracht, en tevens de balans (of synchronisatie) van pensafbreekbaar eiwit (PAE) ten opzichte van pensafbreekbare koolhydraten (PAK). Van daaruit, tesamen met de aanbreng vanuit bestendig eiwit, zetmeel en vet, kan het aanbod aan glucogene, aminogene en ketogene nutriënten op koe-niveau berekend worden. Het eigen bedrijfslaboratorium van AVEVE Veevoeding analyseert jaarlijks enkele duizenden gras- en maïskuilen, als service voor de klanten en als input voor de rantsoenberekening in optifeed. Het laboratorium heeft eigen ijklijnen ontwikkeld om niet alleen de verteerbaarheid en energie waarde in te schatten, maar tevens specifieke nutriënten zoals o.a. bestendig zetmeel en de celwandverteerbaarheid van maïskuil. Steeds vertrekkend vanuit de ruwvoederanalyses wordt via optifeed het basisrantsoen bijgestuurd met de gepaste mengvoeders. Het mengvoederassortiment van AVEVE Veevoe ding is zodanig samengesteld dat, in functie van het basisrantsoen, (bij)gestuurd kan worden naar glucogene (o.a. bestendig zetmeel), aminogene nutriënten (o.a. darmverteerbare aminozuren) en ketogene (o.a. celwanden, omega-3- en omega-6-vetzuren) nutriënten. Zo vertelt ons Ir. Dirk Bogaerts, manager onderzoek en ontwikkeling van AVEVE Veevoeding. Wat is de verteringssnelheid en waar komt de energie vrij In de voedingsleer is men inmiddels zover, dat de rantsoenberekeningen afgestemd kunnen worden op het beschikbaar komen van ruim voldoende glucogene energie. Zo kan er gerekend worden met werkelijk verteerbaar eiwit en wordt een balans gevonden waarin dat eiwit bijdraagt in de vor ming van melkeiwit. Bij gebruikelijke rantsoenen komt de helft van de melkvetproductie voort uit vetzuren met lange ketens, die afgebroken worden in de dunne darm of onttrokken worden aan de lichaamsreserves. De andere helft komt merendeels voort uit azijnzuur en voor een kleiner deel uit boterzuur dat wordt gevormd bij de vertering van organische stof door microben in de pens en dikke darm. Melksuiker ontstaat uit glucose, wat voortkomt uit propionzuur afkomstig van de microbiële omzetting, verte ring van bestendig zetmeel in de dunne darm en aminozuren die beschikbaar komen voor glucoseproductie. De melkeiwitproductie is afhankelijk van de beschikbaarheid van aminozuren afkomstig van de productie van microbieel eiwit in de pens en van de vertering van bestendig zetmeel uit het opgenomen voeder. De eiwitsynthese is punt één afhankelijk van de fermentatie van koolhydraten in de pens. Dus is zetmeel in dit verband van groot belang. Meer koolhydraten in de pens levert meer microbieel eiwitsynthese op. Boven dien betekent een hoog zetmeelgehalte in het voer ook veel bestendig zetmeel voor vertering in de dunne darm. Vitaal Glucose (VG) In zijn bijdrage aan dit overzicht schrijft Leo Tjoonk, sectorspecialist rundveehouderij van Agrifirm dit: Het glucosevormend vermogen uit koolhydraten (uit propionzuur en bestendig zetmeel) wordt bij Agrifirm weergegeven via het nutriënt Vitaal Glucose (VG). Vitaal Glucose geeft dus aan, hoeveel gram glucose gevormd wordt uit propionzuur en bestendig zetmeel. Door bij het samenstellen van het rantsoen rekening te houden met de glucoseproductie van de koe, wordt de VEM- en WDVE-benutting (werkelijk darmverteerbaar eiwit) verhoogd. Zodoende kan een hoge melkproductie met een goed eiwitgehalte worden bereikt zonder dat het conditieverlies te groot wordt. Hierdoor staan ook de gezondheid en vruchtbaarheid van de koeien minder onder druk. Deze rantsoen-benadering, die al sinds 2004 wordt gehanteerd, draagt zodoende bij aan het realiseren van een vitale veestapel. Momenteel wordt gewerkt aan een verdere verfijning van het systeem, door rekening te houden met de afname van de bestendigheid van eiwit in de snijmaïs gedurende de bewaring (onderzoek Blgg). Om pensverzuring te voorkomen, moet de hoeveelheid organische stof die in de pens afgebroken wordt beperkt blijven. Dus, om zoveel mogelijk glucogene voedingsstoffen te benutten, moet aangestuurd worden op het voeren van bestendig zetmeel. NAJAAR De Maïsteler 67

7 Rantsoen-optimalisatie Desgevraagd geeft ir. Filip De Clercq, productmanager rundvee, in het kort de ziens- en werkwijze van Quartes: Kengetallen zoals DVE, VEM en OEB hebben hun nut bewezen, maar zijn ondertussen al een aantal jaren achterhaald. Sinds 2004 heeft Quartes een nieuwe en fijnere rantsoen-optimalisatie in de markt gezet, gebaseerd op eigen onderzoek (via een kunstmatige koe-pens met pensvocht op labo-niveau) en gebaseerd op praktijkervaringen op klantbedrijven. Zo werd zowel de energie (VEM) als het eiwit (DVE en OEB) verder uitgerafeld en opgesplitst naar oorsprong en soort met de bedoeling 1. de penswerking beter te optimaliseren en 2. de productie van het dier beter te voorspellen en na te streven (bv meer melk, of minder melkvet, of meer melkeiwit, betere sturing ureum-verliezen,...). De organische stof (OS) en FOS wordt verder verfijnd. Zo wordt de energie-voorziening en - behoefte verfijnd naar koolhydraten, vet en eiwit toe, omdat deze elk een andere invloed hebben op de productieresultaten. De koolhydraatfractie wordt uitgesplitst naar structurele en niet-structurele elementen en verder verfijnd naar soort (zoals bv suiker, zetmeel, bestendig zetmeel, NDF, ADF, ADL). We weten dat elke soort een ander resultaat bij de melkkoe geeft! De optimalisatie van de pensfermentatie is bepalend. Ook de darmvertering wordt meegenomen. Vandaar dat Quartes in 2004 nieuwe kengetallen ontwikkelde om de FOS beter te optimaliseren en eiwit- en energiefracties beter op mekaar af te stemmen. Deze verschillende fracties nemen de verteringssnelheden mee, maar ook de structuurwaarden en worden op mekaar afgesteld. Ruwvoeder-analyses gebeuren in ei gen labo bij Quartes en deze ken getallen worden niet berekend, maar geanalyseerd via nirs en dienen als basis om het ruwvoederrantsoen te sturen en aan te vullen met het hier bij passende krachtvoeder. In 2004 gebeurde er evenzeer een bijsturing van de krachtvoeders gebaseerd op dezelfde verfijning. Anders dan we inmiddels bij andere firma s zien, heeft Quartes aan deze ontwikkeling geen tot de verbeelding sprekende naam meegegeven. Maar dat wil niet zeggen dat deze vooruitgang aan de praktijk is ontgaan. Ricardinio Alle andere zijn minder!! Rangorde aan diggelen... bevestigd!!! Vroeg rijp (Fao 220) Gebruiksdoel: vroege silomaïs, CCM/geplette maïs, droge korrelmaïs Nr 1 in alle korrelmaïsproeven (= zetmeelopbrengst) in alle vroegrijpheden Nr 1 in alle silomaïsproeven in alle vroegrijpheden Top voederwaarde (Energie-index 56) Zeer goede stay-green Zeer goede stevigheid Goede tolerantie tegen bladvlekkenziekte (Helminthosporium en Kabatiella) Voor meer informatie: Tel. B +32-(0) Tel. NL +31-(0)

8 Onderhand... wil je wel weten waar je aan toe bent Hoe gaat het? Goed. Het zijn heel gebruikelijke woorden wanneer bekenden elkaar begroeten. Maar, als boer ben je er nog niet zo zeker van of je positieve antwoord wel terecht is. Er zijn zoveel aspecten die een rol spelen bij de uitkomst van je bedrijfsactiviteiten. Wat is -bij voorbeeld- het saldo van de maïs? Als melkveehouder moet je op de lange termijn denken. De investeringen die je doet bepalen voor de komende jaren hoe hoog je vaste kosten zullen zijn. Daarmee kan je al een belangrijk deel van het melkgeld afgeroomd hebben. We leven intussen in het vooruitzicht van het beëindigen van de melkquotering. Veel melkveehouders voelen zich hierdoor uitgenodigd om aanstalten te maken om hun melkproductie uit te breiden. Met de schrik nog in de benen van het desastreuze prijsverloop van de melk in het recente verleden, zullen velen erg In de bedrijfsreportages op de volgende pagina s gaan we nader in op het gebruik van kengetallen in de praktijk. voorzichtig zijn met het aangaan van nieuwe investeringen. Dat be te kent toch, dat het verwerven van grond bij het bedrijf niet een eerste optie is. Om meer melk te krij gen gaat het dus in de richting van een hogere productie per koe, of een groter aantal melkkoeien. Of beide. Wanneer het areaal grond daarbij niet toe neemt, zullen die melkveehouders zich dan toch moeten toeleggen op zodanige teeltmaatregelen, dat hun ruwvoederproductie in kwantiteit en kwaliteit gelijke tred houdt met de productieverhoging van melk. Anders zijn ze voor de meer-liters geheel aangewezen op de aankoop bij hun veevoederleverancier. In gebieden met gemengde bedrijven ligt de problematiek nog wat breder. Is de afweging nóg spannender. Daar moet de boer elk jaar weer zijn keuzes maken over de invulling van zijn bouw plan. Teel ik handelsgewassen, of ruwvoeder voor eigen gebruik? Voorzichtigheid is dus geboden, maar verandering valt niet te ontlopen. Met het verdwijnen van het melkquotum verschuift de economie van het melkveebedrijf van beheersing van de variabele kosten per kg melk naar maximalisatie van het inkomen per koe. Hoeveel dieren kunt u houden met de grond die hebt. Uitgangspunt hierbij is natuurlijk dat u voordeliger zelf voer kunt produceren dan het te koop is. Naarmate u meer voer aankoopt kunt u verhoudingsgewijs ook minder mest op uw eigen bedrijf kwijt, mag je aannemen. Dat is ook een kostenfactor. Nu er zulke veranderingen op komst zijn, is het goed om als ondernemer daar alvast je bespiegelingen over te maken. Ga je eigen plan trekken hoe je hiermee omgaat. Dan is het wel dienstig om een goed inzicht in alle kosten in je bedrijf te hebben. En het zou mooi zijn om te weten hoe die kosten afsteken tegen de kosten die uw bedrijfsgenoten maken. Kengetallen Al sinds uw heugenis en wellicht die van uw vader bestaat er al het fenomeen landbouwboekhouding. Een systematische benadering van de kosten / baten-verhouding in het individuele landbouwbedrijf. De meest interessante bijkomstigheid van zo n systeem is de vergelijkbaarheid van financiële uitkomsten van verschillende bedrijven. Al jarenlang de basis voor studieclubs. Boeren wisselen onderling ervaringen, meningen, opvattingen en goede raad uit om tot de beste resultaten te komen. Wel een interessante vorm daarvan kwamen we tegen op Tegen de achtergrond van kengetallen kan de veehouder zijn bedrijfsresultaten op korte termijn bijhouden aan de hand van zijn variabele kosten in verhouding tot het binnenkomende melkgeld. Bovendien worden de bestede aankoopprijzen van voeders afgezet tegen gemiddelden. Deelnemers die instappen bij aanhorige studieclubs verschaffen elkaar inzicht in de eigen bedrijfsgegevens. Dit gaat dus verder dan wat u vindt in het handboek Kwantitatieve Informatie Veehouderij (KWIN-V) van Wageningen UR Livestock Research. Daarin staan betrouwbare en actuele gegevens voor het maken van berekeningen, bedrijfsevaluaties en begrotingen. Statistische informatie maakt het evalueren van eigen bedrijfsgegevens mogelijk. De begrotingsnormen gaan uit van een inschatting van de ontwikkelingen op middellange termijn. In het verlengde hiervan biedt de uitgever het Bedrijfs Begrotings Programma Rundvee (BBPR) aan. Een computerprogramma waarmee aan de hand van bedrijfsspecifieke en of normatieve uitgangspunten van een melkveebedrijf technische en economische kengetallen berekend kunnen worden. Zo kan je sterke en zwakke punten van je bedrijf opzoeken en kunnen consequenties en maatregelen ingeschat worden. NAJAAR De Maïsteler 89

9 Kengetallen in de praktijk Het melkveehouderijbedrijf van de familie Van Mook ligt in het rivierengebied, in Oijen, Noord Brabant. We hebben een gesprek met Hans van Mook, de jonge boer die met zijn vader in maatschap het bedrijf runt. Ze melken 135 koeien, sinds twee jaar in een nieuwgebouwde stal met 143 ligplaatsen. Ze gebruiken twee melkrobots. Voor de ruwvoedervoorziening hebben ze 39 hectare grasland tot hun beschikking en er wordt jaarlijks 28 hectare snijmaïs voor het bedrijf geoogst. Met de bijkoop die we doen, kunnen we voldoende maïs voeren, zegt Hans. De koeien lopen wel iswaar in twee groepen, elk met een eigen melkrobot, maar krijgen wel één en hetzelfde rantsoen. Dat betekent dus dat in de robot de dieren individueel bijgevoerd worden met krachtvoer naar rato van de actuele melkgift, met een maximum van 9 kg per dier per dag. Het basisrantsoen wordt bereid met een mengvoerwagen waar 1800 kg gras in gaat en 2500 kg snijmaïs en 220 kg voertoeslag, een mengsel voornamelijk voor de eiwitaanvulling. Deze hoeveelheid is bedoeld voor 115 melkgevende koeien. De twintig droogstaande koeien krijgen na tuurhooi, aangevuld met wat maïs. Zo kan je de maïs die bij het uitkuilen voor het vullen van de mengvoerwagen overblijft goed be nutten. Alles meegeteld zijn er dan nog 110 stuks jongvee en een stier. De bevruchting vindt goeddeels met KI plaats. Maar we hebben nog een faciliteit in de stal voor natuurlijke dekking. Kengetallen De KI-organisatie CRV voorziet het bedrijf van gegevens omtrent de vruchtbaarheidsresultaten van de veestapel. Afgemeten aan de resultaten van de bedrijven binnen die vereniging, kan je goed aflezen hoe het er op je eigen bedrijf voor staat. Met de komst van de melkrobot in het bedrijf wordt de hele melkproductie nu ook tot in details geregistreerd en de computer levert voortdurend vergelijkingscijfers. Met gisteren, met een 7 dagen gemiddelde. Lely levert wat dat betreft een heel programma aan mogelijkheden bij de robot. Kort geleden nog is deze programmatuur nog weer ge-updated. Het is hierbij mogelijk om in te loggen, zodat de gegevens van je eigen bedrijf opgenomen worden in een netwerk waarbij je zelf kunt kijken hoe je cijfers zich aftekenen tegenover soortgelijke bedrijven. Er is vergelijking met gemiddelden mogelijk en met de cijfers van de groep waarin je deelneemt. De mogelijkheid van een studieclub-deelname zit hier ook bij. Maar ik zit nog in een studieclub hier in de eigen regio en daar maak je je niet zomaar van los. Van al het eigen gewonnen ruwvoer komen ook analyseresultaten binnen. Doordat het bedrijf meer dan 85% van haar fosfaatproductie niet op eigen grond kwijt kan, kan bij de mestafzet geen gebruik gemaakt worden van het boer-tot-boer-transport. Dus is het bedrijf erop aangewezen om mee te doen in het systeem van bedrijfsspecifieke excretie. Daarbij wordt de af te zetten mest gewogen en bemonsterd. Zo staat dus vast hoeveel mineralen worden afgevoerd. De ruwvoe deranalyses geven dus een compleet beeld van de teeltresultaten. Daarop sturen we ons bemestingsplan per perceel. En ook de afwegingen die bij de rassenkeuze voor snijmaïs worden gemaakt kan je op de analyseresul taten baseren. Bovendien geven de analyserapporten gemiddelde resultaten aan en de streefcijfers die in de praktijk gelden. Op deze manier heb je behoorlijk stuur in je bedrijfsvoering. Het boekhoudprogramma houdt het kostenplaatje per 100 kg geproduceerde melk bij. Dat is een gegeven wat ik goed bij houd. Je kunt zo zien hoeveel kg drogestof er in totaal met het rantsoen per koe wordt gevoerd. De bedrijfsuitkomsten die de boekhouder oplevert kunnen vergeleken worden met de gemiddelde uitkomsten van dergelijke bedrijven die bij het bureau aangesloten zijn. Het bedrijf van de familie Van Mook doet ook mee aan het verzamelen van de LEI-cijfers. Het Landbouw Economisch Instituut levert de deelnemers jaarlijks cijfers terug waarmee ze hun eigen resultaten weer kunnen toetsen met die van anderen in dezelfde rubriek. Dit is allemaal heel informatief. Maar we werken nog maar het tweede jaar in deze nieuwe bedrijfsopzet. Dus, er is veel anders ten opzichte van vroeger. Natuurlijk moest er voor de financiering van de nieuwe opzet ook een begroting gemaakt worden. Wanneer de resultaten van dit jaar over enkele maanden in cijfers op tafel liggen, zal het interessant zijn om te zien in hoeverre die begroting in de werkelijkheid blijkt te kloppen. NAJAAR De Maïsteler 9

10 Verteringssnelheid sleutelwoord Bart Kustermans heeft de ontwikkeling van het Cowdashboard vanaf een vroeg stadium meegemaakt. De familie Kustermans melkt een kleine negentig koeien op hun bedrijf in Essen, onder Antwerpen. De gemiddelde productie per koe ligt op kg melk per jaar. Dat zijn toch getallen waar je niet zomaar aan komt. Nee, zegt Bart, dat kun je wel zeggen. Het is passen en meten, in alle opzichten. Bij zo n intensieve be drijfsvoering zal het niet verbazen dat de dieren het jaar rond op stal blijven. Alleen de droogstaande koeien hebben uitloop. Daarvoor hebben ze een soort paardenbox afgerasterd waar de koeien in het losse zand liggen. Naast silomaïs bestaat het basisrantsoen verder uit kuilgras. Ik maai elke vier weken. Perspulp en luzerne hooi. Het caroteen uit de luzerne draagt sterk bij in de gezondheid. Vooral de vruchtbaarheid. Het gaat dan om de eerste tochtigheid. Alle dieren melden zich binnen de dertig dagen. Laat je de luzerne weg, dan zijn er toch nogal wat met een stille bronst, is de ervaring. De gemiddelde tussenkalftijd komt zo op 400 dagen en de gemiddelde lactatie is tweehonderd dagen. Voor eiwit-suppletie komt er soyaschroot in het rantsoen en raapschroot. En dan nog een kilo gemalen tarwe als zetmeel toegift. Gemalen, ja; dat is ook weer in verband met de verteringssnelheid op pensniveau. Met de maaifrequentie die aangehouden wordt, is de graskuil wel heel vlot in de vertering. Daar moet je echt rekening mee houden. Door de trage groei in de vegetatieve fase hebben we nu een hoog kolfaandeel in de snijmaïs. Door perceelsomstandigheden is de oogst gespreid geweest en dat heeft invloed op de verteerbaarheid van de restplant. Maar dat is dan weer sterk ras-afhankelijk. Om te voederen moeten ze naar binnen en om te drinken moeten ze aan de overkant van de box zijn. Het is de bedoeling dat deze koeien in beweging blijven en hun benen gebruiken. De ervaring leert intussen dat door deze gymnastiek het kalven vlotter verloopt en de koeien op het laatst niet teveel conditie krijgen. We richten ons sterk op gezondheid in onze bedrijfsvoering. Tegen die achtergrond moet je het ook zien dat er drie maal daags gemolken wordt. De eerste melkbeurt is om halfzes s ochtends. Op deze manier bereik je dat de koeien niet urenlang met een heel zwaar uier behoe ven rond te lopen. De dieren slijten zo minder en hun gezondheid wordt ondersteund. Veel minder uier-pro blemen. De gevoeligheid van zulke hoog-productieve dieren is groot. Dus, je moet ze in hun moeite tegemoet komen. In dit verband is de rantsoenering het volgende belangrijke aspect. Voedingstechnisch moet je het voor mekaar hebben, want daar komt ook gezondheid uit voort. Wat dat betreft hecht Kustermans heel veel waarde aan de kwaliteit en de kwantiteit van de snijmaïs die zij oogsten. Snijmaïs vormt tweederde van het basisrantsoen. Hij gebruikt de voermengwagen en alle koeien in lactatie krijgen hetzelfde basisrantsoen. Het zetmeelgehalte van de maïs is de eerste factor en als tweede komt de verteerbaarheid. Met zoveel maïs in het rantsoen kom je niet gauw zetmeel tekort en pensverteerbaarheid is een factor ten aanzien van de verblijfsduur van het voer in de pens. Bacteriële verwerking kost tijd. Kustermans verdiept zich in de theorie achter deze benadering. Het gaat dan om FRE en FKH, fracties uit het Provimi voederwaar deringssysteem PFOS. FRE staat voor fractie ruw eiwit en FKH voor fractie koolhydraten. Daar komen dan de cij fers 1, 2 en 3 bij. 1 staat voor; hoeveel eiwit of koolhydraten er beschikbaar komen voor opname in het bloed in de eerste twee uur na opname, 2 staat voor datzelfde in de volgende acht uur en 3 staat voor datzelfde na 10 uur na opname van het voeder. Dat gaat dus allemaal om pensvertering. Door de FKH en FRE fracties in het Provimi systeem te synchroniseren wordt optimaal rendement uit die pensvertering gehaald. Natuurlijk werken ze ook al jarenlang met kuilanalyses, van het gras, van de maïs. De methodieken van de ruw voer-analyse zijn inmiddels zover ontwikkeld dat je over cijfers kunt beschikken aangaande de kwaliteit van de kuil, uitgedrukt in FRE en FKH. Als je die gegevens invoert in je rantsoenberekeningen kan je nauwkeurig bepalen wanneer en waar in het verteringsproces de nutriënten vrijkomen. Dat is bepalend voor de omvang van de melkplas, voor het eiwitgehalte in de melk en de eiwit / vet-verhouding. De verteringssnelheid in de koe is zó belangrijk, dat, wanneer een van deze factoren uit balans is, je dat onmiddellijk terugziet in de opbrengst. De veevoedingsvoorlichter waarmee Kustermans werkt heeft een programma, waarmee je deze zaken kunt uitrekenen en bepalen of je rantsoen wat dat betreft evenwichtig genoeg is. Ondertussen kan je in dit programma ook de kosten van het voeren nauwkeurig in het oog houden. Voor ruwvoer is er een referentiekader gegeven in een prijzenbibliotheek die je kunt raadplegen. We moeten erheen dat het ook mogelijk wordt om de kostenfactoren die je in je eigen bedrijf hebt voor de ruwvoerproductie kunt invoeren. Kosten van loonwerk, bemesting, onkruidbestrijding, eigen machinegebruik en manuren. Zo wordt het mogelijk een kosten / baten analyse te doen voor je eigen gewonnen ruwvoer, afgezet tegen de voedingswaarde die dat oplevert. NAJAAR De Maïsteler 10 11

11 Rassenkeuze, gedreven door het maïs-saldo? Het moment is weer aangebroken dat de maïsproefveldresultaten van de verschillende onderzoeksinstanties bekend worden gemaakt. Met behulp van deze resultaten zouden we inzicht moeten kunnen krijgen in wat de verschillende rassen het komende seizoen zouden kunnen presteren op praktijkvelden. Een betrouwbare verwachtingswaarde. De vraag is hoe we die moeten formuleren. Voor korrelmaïs is dat eenvoudig: Drogestofopbrengst aan korrel x marktprijs - droogkosten = financiële opbrengst. Voor de teler telt Voor silomaïs is dat wat de economische moeilijker. De grote vraag waarde: is hier, wat de werkelij ke Het maïs-saldo! voederwaarde van de opbrengst is. En als men die kent, wat de marktprijs ervan is. Over de werkelijke voederwaarde is geen concensus te vinden. Daarom ziet men de laatste tijd meer en meer verschillende systemen in de praktijk verschijnen. Dat alles voor dezelfde koe. De conclusie van vandaag is in ieder geval dat VEM niet meer maatgevend is. Wel weten we dat zetmeel tot bijna 100% verteerbaar is, met een relatieve netto energiewaarde van 1 en dat ten op zichte van celwanden met 0,6. Celwanden zijn in het laboratorium voor ± 55% verteerbaar en de koe misschien wel voor 20%. Een eenvoudige rekensom leert ons dan dat de netto energiewaarde voor meer dan 85% uit het zetmeel, de korrel, moet komen. En maximaal 15% uit de celwanden. Er kan dan een variatie van 5 of mis schien wel 10% in verteerbaarheid van de celwanden zitten. Dan nog is het effect daarvan slechts een enkel procent op het totaal. Veel groter is het effect van het percentage celwanden en het percen tage zetmeel op de voederwaarde. En tenslotte voert men niet alleen maïs, maar een volledig rantsoen. Men kan de voederwaarde van het rantsoen dus zelf samenstellen. Daarom mag concentratie van voedingswaarde geen primair keuze criterium zijn voor maïsrassenkeuze. De selectiefocus moet daarom op de 85% van de totale netto energieopbrengst liggen, d.w.z. de korrelopbrengst (=zet meelopbrengst). Heeft men niet voldoende concentratie van zetmeel in het rantsoen, dan kan men het maken door gewoon geplette maïs bij te mengen. Heeft men niet voldoende korrelopbrengst (=zetmeelopbrengst), dan moet men het duur kopen. Dat is economie. Er worden veel silomaïsproeven uitgevoerd. Maar wat is de waarde voor de praktijk? Beoordeelt men dat wat waardevol is? Beeoordeelt men wat men kan? NAJAAR De Maïsteler 11

12 Het Maïsorama leert ons silomaïs juist te beoordelen Verder heeft meer dan twaalf jaar oogst tijdstippenonderzoek in de maïs ons een aantal belangrijke inzichten gegeven. De samenstelling van de com ponenten en verteerbaarheden volgens laboratorium-analyse, zijn weer gegeven op een tijdsas van het oogstmoment. We zien dat de samenstelling (van voederwaarde-componenten) gedurende de afrijping sterk variëert. Eenzelfde maïsgewas bij 28% ds, is totaal anders dan hetzelfde gewas bij 36%. Het gevolg is dat men in rassenproeven (waarbij sommige rassen op 28%, andere op 33%, nog andere op 36% en weer andere op 40% ds van de totale plant geoogst worden) de voederwaarde of componenten niet mag vergelijken. En doet men dat tóch, dan zijn ze van geen enkele waarde. De enige stabiele opbrengstfactor die men mag vergelijken in silomaïsproeven is de drogestofopbrengst tussen de 33 en 40% ds van de totale plant. En voor drogestofopbrengst is er een marktprijs. Echter, dit is geen maat voor de werkelijke voederwaardeprijs. Ter verduidelijking: als het ene ras op moment 1 wordt geoogst en het andere ras op moment 2, zoals dat in het maïsorama (zie figuur) getoond wordt, zullen de resultaten verschillen vanwege de verschillende rijpheid bij de oogst en mogen deze twee rassen niet met elkaar vergeleken worden. De Maïsanalizer De enige oplossing voor de onjuistheden van de silomaïsproeven (andere proefveldwerking, andere eva luatie en andere presentatie van cijfers). Wil men toch een graadmeter voor voederwaarde-opbrengst en concentratie, dan kan men dezelfde maïs als silomaïs oogsten tussen de 33 en 40% ds, om de ds opbrengst potentie te meten en ook deze maïs twee weken later oogsten als korrelmaïs, om de korrelopbrengst of zetmeelpotentie te meten. De korrelmaïs (=85% van de voederwaardeopbrengst) heeft wel een aan voederwaarde gerelateerde markt prijs. Dus deze kan dienen als financiële opbrengstgraadmeter. De ratio tussen ds opbrengstpotentie als silomaïs en als korrelmaïs geeft een juiste impressie van de concentratie van energie in de totale plant en is daarmee een goede graadmeter voor voederwaarde. De discussie over wat nu eigenlijk voederwaarde is, is daarmee omzeild. En de problematiek -dat de ras sen niet met elkaar vergeleken mogen worden- is ook niet aan de orde, omdat de werkelijke potenties van de rassen gemeten worden in een stabiele eindfase. Dat systeem is afgelopen jaren door KWS ontwikkeld. Het heeft de naam Maïsanalizer gekregen. Op basis hier van kunnen wij u een correcte vergelijkingsbasis -ook voor silomaïs- geven.

13 De tijd van tientallen proeven met tientallen verschillende uitslagen en tientallen verschillende nummers 1 in dezelfde streek, is daarmee voorbij. We hebben nu een systeem met een echte correcte verwachtingswaarde -voor ieder ras- naar het komende groeiseizoen. De enig juiste basis voor een goede rassenkeuze. Bij gebrek aan deze informatie over een maïsras is het meest betrouwbare nog de korrelmaïsproefveldinformatie te raadplegen. Deze informatie is ook zeer correct, vaak heel consequent en ook daar is de nr 1 de nr 1 in alle proefveldwerkingen. En tenslotte is de korrel ook goed voor meer dan 85% van de voederwaardeopbrengst van het gewas. Om die reden presenteren we hier de resultaten in Maïsanalizer vorm van dit jaar en voorgaande jaren (meerdere jaren geeft een nog correctere impressie van een ras). En daarnaast presenteren we ook de korrelmaïs opbrengsten in relatie tot de vroegrijpheid. Bron: KWS Benelux research De drogestofopbrengst (groene balk) en korrelopbrengst (gele balk) geven de potentie van een maïsras weer. De korrelopbrengst heeft een marktwaarde en is een maat voor zetmeelopbrengst. De verhouding tussen korrelopbrengst en totale drogestofopbrengst wordt aangeduid in Energie-Index en dat is een maat voor energiedichtheid. Het ds gehalte van de korrel is de beste maat voor vroegrijpheid. Rassen die 1 % hierin verschillen mag men nog vergelijken. Met behulp van de Maïsanalizer kan in dezelfde vroegrijpheidsgroep de directe vergelijking met concurrentrassen gemaakt worden. Een goed voorbeeld daarvan is het maïsras Ricardinio. Evenals in de jaren 2008 en 2009 heeft Ricardinio zich in de vroege groep ook in 2010 overduidelijk bewezen middels een top drogestofopbrengst -als silomaïs- in combinatie met de beste korrelopbrengst van alle rassen. De C-rassen zijn de beste concurrenten in vroegrijpheid. NAJAAR De Maïsteler 13

14 In de middenvroege groep zien we dat Ronaldinio aan de top staat en zich in vergelijking met al haar belangrijke concurrenten onderscheidt door een top drogestofopbrengst in combinatie met een top korrelopbrengst. Ook de resultaten in 2010 hebben dit weer laten zien. Niet voor niets is Ronaldinio het meest gezaaide ras in de Benelux en zelfs van heel Europa. NAJAAR De Maïsteler 14 15

15 Bekijken we de korrelopbrengsten van de laatste drie jaar in de Benelux, dan zien we dat de KWS-rassen (de rassen in oranje) over de hele linie een 10-tal procenten hoger in opbrengst liggen dan de C-rassen (de toppers van de andere zaadbedrijven). Ricardinio, Ronaldinio, Torres, Ambrosini, Lapromessa, Grosso, Barros en Podium, Lapriora en Coryphee vormen de voederwaardeopbrengsttoppers over alle vroegrijpheden. Van al deze toppers is er voor komend seizoen voldoende maïszaad beschikbaar. Ze zijn te verkrijgen bij uw maïszaadleverancier. Samengevat: Bij de keuze van een maïsras wordt vaak de verkeerde basis gehanteerd. 1. Voederwaardecijfers zijn goed voor een kuilanalyse, maar van geen waarde in de silomaïscijfers. 2. De Maïsanalizer is de enige juiste basis voor een goede silomaïsrassenkeuze. 3. De korrelmaïsrassenproefresultaten zijn bij gebrek aan Maïsanalizer-cijfers een goed alternatief. 4. Bij silomaïscijfers kan men het best alleen naar de drogestofopbrengst kij ken. Kijkt men toch naar voederwaardecijfers dan is de conclusie dat iedere proef een andere nummer 1 heeft en is kiezen niet meer mogelijk. NAJAAR De Maïsteler 15

16 Per saldo, maïsoogst 2010 wisselvallige resultaten Op onze gebruikelijke ronde om gewaar te worden hoe het verloop en de uitkomst van het teeltseizoen in de praktijk wordt ervaren, beginnen we deze keer bij Gerard Vrieling, van Agrowin BV op de vestiging in Goor, Overijssel. Hem komt het toe om dit keer de spits af te bijten, want aan het eind van dit seizoen gaat hij met pensioen. Ook bij eerdere gelegenheden heeft hij blijk gegeven een gerijpt oordeel te hebben. Door de lange koude winter had het teeltseizoen meteen al een markant begin. De temperaturen wilden lange tijd maar niet oplopen, waardoor de percelen ook maar langzaam opwarmden. De winter hield maar niet op. Het bleef koud en nat. Onder zulke omstandigheden houd je het maïszaad maar beter in de zak. In de derde week april werden de eerste percelen gezaaid, maar dat kon ook alleen maar op de goed opdrogende, humusrijke gronden. Eind april werd er behoorlijk gezaaid. Maar toen viel er weer een onderbre king van een paar weken. Pas half mei kon er volop gezaaid worden. Alles bij elkaar heeft het wel tot in juni ge duurd voordat de laatste zaaimaïs in de grond zat. De vroegst gezaaide maïs heeft een tijd in de bodem gelegen en is die periode Toch een tevreden gevoel in het algemeen goed doorgekomen. Op de goede percelen is die maïs nog het best tot zijn recht gekomen. Dat heeft velen nog wel verbaasd. De zaaiperiode, daar is dus een lange tijd overheen gegaan, alles bij elkaar wel een week of acht. Zo n tijds-spreiding, dat blijf je dus lang zien in het gewas, wanneer je door de streek rijdt. Er volgde een periode met extreme droogte en hoge temperaturen. Geen omstandigheden waaronder de vegetatieve groei tot haar recht komt. We dachten, dát gaat niet goed! De maïs bleef maar klein. En dat duurde tot de periode aanbrak waarin de maïs in de bloei hoort te komen. Eindelijk regen. Toen pas kwam er behoorlijk water. We hadden geluk dat de temperatuur inmiddels op voor Nederlandse omstandigheden een gewoon niveau gekomen was. Zou het dan toch nog goed komen? Melkveehouders wilden wel weer moed vatten, want ook de opbrengst van het gras is in zo n voorjaar bepaald Niet zo vroeg, zegt Joris van Campfort, op de vraag wanneer men in De Kempen begon met maïs zaaien dit jaar. Niet zo vroeg als in andere jaren. Bij hun ging de eerste zaaimachine in het veld op 23 april. En, de zaai heeft redelijk lang geduurd dit jaar. Tot en met 24 mei. Gemiddeld was de inzaai dus wel een paar weken later. Je moet er daarbij erg in hebben dat er heel wat percelen derogatie -gras ingezaaid worden elk jaar. Zo kan een veehouder meer mest kwijt op zijn eigen land. Dat gras moet eerst een keer gemaaid worden, voordat het ondergeploegd kan worden. Sommigen hebben zo ook nog te laat late maïsrassen gezaaid. Te weinig bezig geweest met de vroegheid van het gekozen ras. We hadden twee jaren achter ons met een lang groeiseizoen en heel goede weersomstandigheden in de oogstperiode. De maïs bleef lang kort, waardoor er licht op de bodem bleef vallen en onkruid lang de kans kreeg. De bodem herbiciden komen zo niet goed tot hun recht. Het kwam er wel op neer dat je goed zaaigoed moest hebben. Algemeen was er een trage opkomst. Het zaad zat wel veertien dagen in de grond voordat het opkwam. Zeker op de percelen die het eerst gezaaid zijn. De bodem bleef koud en nat, lange tijd. Dan heb je kiemenergie nodig. Dan hebben we een hele droge mei, juni en juli maanden gehad. Daardoor bleef de maïs achter in de groei. Gelukkig kwam de regen nog wel op tijd voor de kolfzetting. Hier en daar ging dat gepaard met stormweer, zoals op 14 juli. De maïs heeft dan een flinke knak gehad. Dat was dan het begin van de regenperiode. De regen hield maar aan. Maar, dat had zeker zijn nut. Anders had de maïs geen opbrengst gehad, dit jaar. niet uitbundig. Terug even naar de onkruidbestrijding. Met zulke weersomstandigheden heeft ook het onkruid niet e en vlot groeiverloop. Dat stelt eisen aan de timing van de onkruidbestrijding en het kiezen van een goede mix. Toch mogen we zeggen dat dit in het algemeen goed gegaan is. Niet veel telers hebben erge last gehad van nakiemers. Er zijn geen echte problemen geweest. De nieuwe ontwikkeling in de rijenbemesting heeft hier in de streek aandacht getrokken. Met behulp van GPS wordt eerst de drijfmest met een injecteur uitgereden en daarna rijdt de zaaimachine in hetzelfde GPS-spoor, zodat het zaad ideaal ten opzichte van de mest in de grond komt. Er was in het najaar veel belangstelling voor het effect van deze methode. In de tweede groeifase waren de weersomstandigheden zo goed, dat het gewas alsnog lengte en massa heeft verkregen. Zij het, dat tegen de We hebben nu maïs geoogst van weinig meer dan een meter hoog die toch tien ton korrels per hectare opleverde. Op de zwaardere grond komt er twaalf tot veertien ton vanaf. De afrijping in de kolf gaat bij sommige rassen dit jaar lang duren. Het gebruik van late rassen, in combinatie dit keer met laat zaaien, levert problemen. Al wekenlang is de luchtvochtigheid ook hoog. Dan droogt de korrel niet. Je kunt daar niet met de dorsmachine in. De korrels hebben nog meer dan 40% vocht. Die gaan stuk. Het hakselen en het dorsen gaat toch al moeilijk door de slechte berijdbaarheid van de percelen. Er wordt veel gewerkt op rupsen, maar, niettemin. De loonwerkers hebben een moeilijke taak dit jaar. Op 1 november hadden wij voor het laatst nog een hakselaar in het veld. Mooi groene maïs nog! De trend is, dat melkveehouders steeds droger willen oogsten. Acht endertig, negenendertig procent drogestof. NAJAAR De Maïsteler 16 17

17 oogst toch vastgesteld moest worden dat de laat gezaaide percelen het niet helemaal hebben kunnen inhalen. De lengte die er bij de bloei niet was, is er later ook niet bij gekomen. Door de nattigheid en goede temperatuur in de nazomer en de vroege herfst, kon de maïs een paar weken langer van de goede omstandigheden profiteren. Intussen kwam ook de negatieve kant daarvan naar voren. Het werd duidelijk dat de berijdbaarheid van de percelen achteruit ging. En, op den duur werd dat niet beter. Er werd dus maïs in alle stadia van rijpheid geoogst. Op percelen die laat gezaaid waren zag men zich vaak genoodzaakt om vroeg te oogsten. Dit komt de kwaliteit van de geoogste maïs niet ten goede. Het moet weer gezegd worden dat de hoger gelegen percelen de allerbeste resultaten hebben opgeleverd. Na twee vorige jaren met een uitbundige groei en prima oogstweer, zal deze ervaring er toch weer toe leiden dat de praktijk veiligheidshalve voor vroegere rassen gaat kiezen. Het resultaat is ook, dat er dit jaar nauwelijks gras na de maïs ingezaaid is kunnen worden. Iets waar vorige jaren mooie resultaten mee behaald zijn. Resumerend kan gezegd worden dat de hoeveelheid geoogste maïs dit jaar wat tegenvalt. Kijk je vooral naar de korrelkwaliteit; dan zou het best nog kunnen meevallen, wat er dit jaar bereikt is. Dan zijn de korrels goed rijp en hebben ze de beste opbrengst aan zetmeel. Er is ook een groter aandeel maïs gehakseld dit jaar, hier in de streek. Nu, aan het eind van de eerste week november is ongeveer veertig procent van de te dorsen maïs van het veld. Wel zeventig procent van de te oogs ten korrelmaïs wordt verwerkt als CCM. Nu maïs dorsen om te drogen, daar is het nog te vroeg voor. De korrelmaïs is nu wel duurder dan eerdere jaren. Dus, het is aangenaam dat ieder het gevoel heeft er wat mee te verdienen. Dat geldt voor de silomaïs en voor de korrelmaïs. Nu de melkprijzen beter zijn en de maïs aan de prijs is, hebben boeren toch een tevreden gevoel. In deze regio is de grasoogst door de weersomstandigheden ook niet meegevallen. De eerste snee was al later. De tweede en derde snee brachten niet veel op door de langdurige droogte. De vierde snee pas leverde opbrengst. Wat er aan najaarsgras nog binnengehaald is, heeft niet veel te betekenen. Ronaldinio Scoren is zeker! Dé competitie voor iedereen! De meest gezaaide maïs in Benelux en heel Europa! Middenvroeg rijp (Fao 240) Gebruiksdoel: middenvroege silomaïs, CCM/geplette maïs Super jeugdontwikkeling De hoogste zetmeelopbrengst (korrelopbrengst)/ha over de jaren heen, opnieuw de top in alle goed opgezette proeven Zeer hoge drogestofopbrengst als silomaïs, opnieuw de top in alle goed opgezette proeven Top voederwaarde (zetmeelconcentratie) (Energie-index 54) Zeer goede stay-green Zeer goede stevigheid Zeer goede tolerantie tegen bladvlekkenziekte (Helminthosporium en Kabatiella) Voor meer informatie: Tel. B +32-(0) Tel. NL +31-(0)

18 De maïs is hier super Ze zijn nog maar nét aan het dorsen hier, zegt Johan Watté uit Zwalm, als ik hem vraag naar het verloop van de maïsoogst in de Vlaamse Ardennen. Een gemengde streek, met akkerbouwbedrij ven met rundvee en soms varkens. We heb ben hier mest tekort, zo schetst Watté. De natuurlijke bo demvruchtbaarheid is groot. We hebben hier rijke gronden. Indertijd vond in deze streek nog een ruilverkaveling plaats, waardoor de perceelsgrootte algemeen aan de ruime kant is. De nabijheid van groentenconserven industrie en een goede wegverbin ding daar naartoe vormt ook een goede basis voor de vollegronds groenteteelt die hier tegenwoordig is. De bedrijven zijn daarbij geweldig in oppervlakte gegroeid, vooral door het gebrek aan opvolgers. Maar ook de geringe veebezetting heeft geleid tot meer specifieke akkerbouwbedrijven. En dan heb je hectares nodig. Toch vind je op 85% van de bedrijven melkvee, of mestvee, of anders varkens. Je hebt hier ook heel wat deeltijd -boeren. Mensen die buiten de landbouw hun hoofdberoep hebben gevonden maar toch -veelal het ouderlijke- landbouwbedrijf voortzetten. Hun voorkeur gaat uit naar het minst bewerkelijke grondgebruik. En dan komt maïs op de eerste plaats. De akkerbouwer bekijkt de maïsteelt toch anders dan een melkveehouder. Hij gaat voor maximale kilogram opbrengsten per hectare. De melkveehouder moet voerkwaliteit voor zijn koeien oogsten. Dat is toch anders. Je herkent dit op de gespecialiseerde bedrijven. Die kopen heel gericht hun zaaizaad in. Voor een jaar of tien vond je hier nog maar weinig korrelmaïsteelt. Eigenlijk alleen op varkenshouderijbedrijven. Geleidelijk aan is de korrelteelt hier sterk uitgebreid. Het is een makkelijke teelt en het meeste werk wordt door de loonwerker gedaan. In het algemeen is met maïs een goed saldo te behalen. Deze bedrijfsstructuur leidt ertoe dat er heel wat maïs als te commercialiseren gewas wordt geteeld. Het is handel. Daarmee is de teelt onderhand veel serieuzer. Men doet zijn best om er iets goeds van te maken. Op tijd zaaien, bijvoorbeeld. Dat is toch tamelijk gelukt dit voorjaar. Ondanks de wei nig florissante weersomstandigheden. We bereiken hier goede opbrengsten. Vijftien ton en meer aan korrels per hectare, dat is toch tevreden stellend. De eerste percelen zijn hier geoogst met 28, 29% vocht in de korrel. Dan oogst je toch bijna zeventig procent drogestof. Heel vroege rassen scoren nu al 26% vocht. Er wordt hier vrij veel gedorsen voor CCM. Op de rundveebedrijven toch wel vijf tot acht procent van hun a reaal. Er zijn melkveehouders die daar goede resultaten mee behalen. Ook var kenshouders gebruiken het in het brij voer. De silomaïs is hier onder slechte omstandigheden geoogst moeten worden. Het merendeel van de korrelmaïs zal op rupsen van het land gehaald moeten worden. De landbouwers hebben ook begrepen dat dat méér moet kosten, maar je houdt zo de structuur van je land wel beter in orde. Zo moet je vaststellen dat de productie van silomaïs zich de laatste jaren nauwelijks uitgebreid heeft. Daartegenover is de omvang van de teelt van korrelmaïs in deze streek wel zeven, acht keer zo groot geworden. De bodem is hier goed vochthoudend, in de Vlaamse Ardennen. Dus de maïs heeft weinig last van het droge voorjaar gehad. Alleen de maïs die na een eerste snee gras gezaaid is, die had er Weersomslag begin oktober jammerlijk Hou er maar rekening mee dat de analyse-resultaten van de snijmaïs dit jaar niet mee zullen vallen, in vergelijking met die van de recente vorige jaren, zegt Jan Hollander. Hij is productmanager rundveehouderij bij Agrifirm. We praten over de resultaten van de maïsteelt in Westen Noord-Nederland. Er is nogal een spreiding in de kwaliteitsaspecten van de geoogste maïs. Kijken we naar de de zetmeelopbrengst; dat zal dit jaar wat minder zijn. Dat ligt aan het verloop van het groeiseizoen. Het bleef langdurig koud en droog in het voorjaar. Er was een aanmerkelijke groeiachterstand. Maar, in het westen en noorden heeft de maïs zich wonderbaarlijk hersteld. Er is dan toch nog op tijd water gevallen. De massa die in de maïs gekomen is, is zo nog geen eens tegengevallen. Begin augustus stonden er in het algemeen forse planten op het veld. Maar in augustus tot half september heeft de maïs te weinig zonuren gehad om een flinke kolf te kunnen vormen. Zo bleef het kolfaandeel in de geoogste snijmaïs achter bij vorige jaren. We moeten ook vaststellen dat de afrijping van de korrel niet goed tot zijn recht is gekomen op veel percelen. Dan oogst je dus minder zetmeel. Een bijkomende oorzaak is natuurlijk, dat de afgelopen jaren straffeloos voor latere rassen gekozen kon worden, doordat we een mooi najaar hadden. Het is heel aantrekkelijk om zo meer massa in het gewas te verkrijgen. Dat zijn dus latere rassen. Als men daarvoor kiest neemt het risico toe dat het met de afrijping kantje boord wordt. Voor het komende seizoen zal er allicht weer wat voorzichtiger gekozen worden. Maar, je kunt niet op het weer anticiperen! De maïsoogst is dit jaar twee, drie weken later op gang gekomen. Op 8 en 9 oktober begon de snijmaïsoogst in het noorden pas echt. In de dagen daarop zijn er een paar nachtvorsten over het gewas gegaan. De assimilatie in de plant valt dan stil en het is gedaan met de toename van het korrelgewicht. Dan willen boeren wel aan de gang met de snijmaïsoogst. Er kwam een flinke druk op de oogstcapaciteit. Maar dat heeft niet lang mogen duren. Al na enkele dagen begon de natte moesson. Regen, regen, regen. Een opeenstapeling van negatieve aspecten. Het is lang geleden dat we het zo hebben meegemaakt. Als we nog een week hadden kunnen doorwerken, was de oogst grotendeels geborgen geweest. Korrel rijp, of niet rijp; de maïs moest eraf, als het maar even kon. Als het eenmaal gevroren heeft is de zetmeelaccumulatie afgebroken en dan heb je van verdere rijping niets meer te verwachten. De rijpheid in de kolf die we de afgelopen jaren hadden, is dit jaar uitgebleven. De drogestofgehalten vielen vorige jaren mee. NAJAAR De Maïsteler 18 19

19 toch van te lijden dat het gras zoveel vocht aan de bodem onttrekt. Die maïspercelen zijn duidelijk achtergebleven in ontwikkeling. Verderop hebben we een zandstreek, waar we lichte zand-leem bodems aantreffen. Op die lichte gronden is er meer effect te zien van de droogte in het voorjaar. Gelukkig dat er bij de bloei toch regen gekomen is. De temperatuur liep in die tijd niet te hoog op. We hebben het wel meegemaakt dat het zo warm was binnen het gewas, dat het stuifmeel steriel werd. Dat is een eigenaardige omstandigheid die zich kan voordoen bij windstil weer met hoge luchttemperaturen bij onbedekte lucht. De zoninstraling in het gewas kan daar dan de tempe ratuur zo hoog laten oplopen, dat het stuifmeel kapot gaat. Dat kost je dan opbrengst. We hebben het meegemaakt. Maar dit jaar is het goed gegaan. Het werk loopt intussen wel achter. Het aardappelen rooien is een heel probleem en de maïs komt ook moeilijk van het veld. Nog geen twintig procent van de wintergranen is nu uitgezaaid. Dus dat wordt volgend jaar weer een groter maïsareaal, mag je rekenen. Interessant is dan, dat er onderhand ook meer maïs verkocht wordt voor de biogas-installaties, waarvan er binnenkort nog meer in bedrijf komen, hier in de buurt. Alles wat u over maïs moet weten! KWS-Maïsmanager Surf naar De handleiding voor de teelt en het gebruik van maïs Dé handleiding voor uw maïsteelt! Je hebt dan een hoog kolfaandeel in de snijmaïs. Nu valt het drogestofgehalte tegen. Dus heb je minder kolfaandeel en minder rijpheid in de korrel. Dat zie je terug in de voederwaarde van de snijmaïs. Wie vroeg heeft kunnen zaaien en een vroeg ras heeft gekozen, die kan nog best goed geoogst hebben. Maar, was je laat met zaaien en koos je voor een later ras, dan kan het nog flink tegenvallen wat je binnengehaald hebt. In Oost- en Zuid- Nederland is er mo gelijk minder massa geoogst. Maar wellicht hebben ze daar meer kwali teit geoogst -door een betere rijp heid- dan wij hier in het noorden en westen. Dat is het beeld. De graskuilen waren dit jaar wel van een heel goede kwaliteit. Daar haalt de boer een heel goede voederwaarde uit. De oogstomstandigheden waren echt ideaal. Heel korte veldperioden. Weinig verlies in de omzetting. Of er dan wat meer of wat minder gras staat, is dan niet het belangrijkste. Er wordt nu goed van gemolken met een lage krachtvoer-input. Dat past wel. De basis voor het rendement van uw maïsteelt. Kies een maïsras : Met de juiste vroegrijpheid van de korrel Met de hoogste zetmeelopbrengst/ha (= financieel rendement) Met een goede stay-green (= stresstolerantie, oogstbaar bij rijpe korrel (max. zetmeel) En teelt dit ras conform de aanwijzing van de KWS-Maïsmanager. Vraag uw KWS-contactpersoon naar de KWS-Maïsmanager of vraag hem aan bij het kantoor van KWS Benelux. Voor meer informatie: Tel. B +32-(0) Tel. NL +31-(0)

20 De juiste bril om maïs te bekijken... Alleen zetmeel telt! (=alleen de korrel) De steunpilaren voor uw maïsrassenkeuze:? KWS-Maïsanalizer : de enige juiste basis voor rassenselectie en rassenkeuze Alternatief : de korrelmaïscijfers De korrel (het zetmeel) is 85 tot 90 % van de netto energiewaarde van de silomaïs Zetmeelopbrengst/ha is de financiële graadmeter voor uw maïssaldo Zetmeel-denken vervangt VEM-denken Voederindustrie verlaat VEM-systeem VEM geschrapt van de rassenlijsten Vraag uw contactpersoon naar de Maïsanalizer. Voor meer informatie: Tel. B +32-(0) Tel. NL +31-(0)

Handboek snijmaïs. 1 Inleiding 1.1 Herkomst en introductie maïs... 7 1.2 Arealen... 7 1.3 Rasontwikkelingen... 8 1.4 Gebruiksvormen van maïs...

Handboek snijmaïs. 1 Inleiding 1.1 Herkomst en introductie maïs... 7 1.2 Arealen... 7 1.3 Rasontwikkelingen... 8 1.4 Gebruiksvormen van maïs... 1 Inleiding 1.1 Herkomst en introductie maïs... 7 1.2 Arealen... 7 1.3 Rasontwikkelingen... 8 1.4 Gebruiksvormen van maïs... 10 6 1 Inleiding Na gras is snijmaïs het belangrijkste gewas voor de melkveehouderij.

Nadere informatie

Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer. Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer

Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer. Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Januari 2013 Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Herman van Schooten (WUR-LR) Hans Dirksen (DMS) Januari 2013 Inleiding

Nadere informatie

Maiszaden. Samen naar een optimaal rendement. www.cavdenham.nl

Maiszaden. Samen naar een optimaal rendement. www.cavdenham.nl Samen naar een optimaal rendement www.cavdenham.nl Maisteelt 2015 Ook voor het maisjaar 2015 hebben de rundveespecialisten van CAV Den Ham weer een keus gemaakt uit het grote aanbod van maisrassen in Nederland.

Nadere informatie

Quinoa-GPS in het rantsoen voor melkkoeien

Quinoa-GPS in het rantsoen voor melkkoeien Quinoa-GPS in het rantsoen voor melkkoeien Ronald Zom, Herman van Schooten en Ina Pinxterhuis Quinoa is een eenvoudig te telen gewas dat in korte tijd een hoge opbrengst geeft, goed te conserveren is en

Nadere informatie

Invloed voeding op pensfermentatie in melkvee

Invloed voeding op pensfermentatie in melkvee Invloed voeding op pensfermentatie in melkvee André Bannink andre.bannink@wur.nl Animal Sciences Group Wageningen UR in samenwerking met : Jan Dijkstra, Lsg Diervoeding, Wageningen Universiteit Pensfermentatie

Nadere informatie

Actief Melken Actieve koeien door passend voer en het beste advies

Actief Melken Actieve koeien door passend voer en het beste advies Actief Melken Actieve koeien door passend voer en het beste advies Actief Melken Actief Melken is dé handleiding voor de voeding van melkgevende koeien. ABZ Diervoeding onderscheidt zich door een rationele

Nadere informatie

De invloed van Bergafat F 100 op melkproductie en samenstelling in tankmelk van melkkoeien in mid-lactatie op een siësta beweidingssysteem

De invloed van Bergafat F 100 op melkproductie en samenstelling in tankmelk van melkkoeien in mid-lactatie op een siësta beweidingssysteem De invloed van Bergafat F 100 op melkproductie en samenstelling in tankmelk van melkkoeien in mid-lactatie op een siësta beweidingssysteem Proefverslag nr. 649 oktober 2004 auteur: dr. ir. W.M. van Straalen

Nadere informatie

MEI Groningen. De Bodem voor Koegezondheid. 6 juni 2014. Gerrit Hegen. Bodem- plant- dier rela>es

MEI Groningen. De Bodem voor Koegezondheid. 6 juni 2014. Gerrit Hegen. Bodem- plant- dier rela>es MEI Groningen Bodem- plant- dier rela>es De Bodem voor Koegezondheid 6 juni 2014 Gerrit Hegen Kringloopwijzer KoeKompas: voorspellende risicoinventarisa:e Koe: 5 basisprocessen 1. Fokkerij: gene>ca nu

Nadere informatie

Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf

Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf Pilotveehouder Henk van Dijk Proeftuinadviseur Gerrit de Lange Countus Accountants Proeftuin Natura 2000 Overijssel wordt mede mogelijk gemaakt door: 8

Nadere informatie

Optimaal inzetten van ruwvoeders op een melkveebedrijf.

Optimaal inzetten van ruwvoeders op een melkveebedrijf. Optimaal inzetten van ruwvoeders op een melkveebedrijf. Eddy Decaesteker Bedrijfsadvisering Melkveehouderij eddy.decaesteker@inagro.be LCV-avond Poperinge 31 jan 2018 Ruwvoederkostprijzen LCV 2012 Kostprijs

Nadere informatie

Grasgids voor. Belgisch Witblauw. Méér vlees uit gras. Groot in Gras. Waar koopt u? Voor verkoopadressen kijk op www.barenbrug.be of bel 03 219 19 47

Grasgids voor. Belgisch Witblauw. Méér vlees uit gras. Groot in Gras. Waar koopt u? Voor verkoopadressen kijk op www.barenbrug.be of bel 03 219 19 47 BB-082011 Grasgids voor Waar koopt u? Voor verkoopadressen kijk op www.barenbrug.be of bel 03 219 19 47 Belgisch Witblauw Groot in Gras Barenbrug Belgium NV Hogenakkerhoekstraat 19 9150 Kruibeke E-mail:

Nadere informatie

Kengetallen voor het ideale voedermanagement

Kengetallen voor het ideale voedermanagement Kengetallen voor het ideale voedermanagement Els Van Looveren Gregory Antrop Melkveecongres, september 2016 Doelstelling melkveehouder Ik ben gezond dus ik doe wat er van mij verwacht wordt : veel melk

Nadere informatie

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1 Onderzoek Onderzoek-/ordernummer: Datum verslag: 731267/002743994 22-07-2011 Oogstdatum: Datum monstername: Monster genomen door: Contactpersoon monstername: 16-05-2011 07-07-2011 Dick Huiberts: 0652002131

Nadere informatie

Waarom? Vertering bij de koe. Missie 8/03/2012. Belangrijkste economische parameters. Efficiënt en effectief gebruik van MPR. via rantsoenwijzigingen

Waarom? Vertering bij de koe. Missie 8/03/2012. Belangrijkste economische parameters. Efficiënt en effectief gebruik van MPR. via rantsoenwijzigingen Efficiënt en effectief gebruik van MPR Missie Objectieve data verzamelen Analyse Lokeren, 7 maart 2012 Concreet en bedrijfsspecifiek advies Opvolging Opleiding Er is geen universele waarheid Ieder bedrijf

Nadere informatie

2.2 De Weende-analyse bij veevoeding

2.2 De Weende-analyse bij veevoeding 2.2 De Weende-analyse bij veevoeding Scheikunde voor VE31-VE41, 2018-2019 Auteur: E. Held; bewerkt door H. Hermans : Hoofdstuk 2 De Weende-analyse (presentatie) 1 Bij het oprispen boeren komt methaan (CH4)

Nadere informatie

Handboek snijmaïs. 1 Inleiding 1.1 Herkomst en introductie maïs... 7 1.2 Arealen... 7 1.3 Rasontwikkelingen... 8 1.4 Gebruiksvormen van maïs...

Handboek snijmaïs. 1 Inleiding 1.1 Herkomst en introductie maïs... 7 1.2 Arealen... 7 1.3 Rasontwikkelingen... 8 1.4 Gebruiksvormen van maïs... 1 Inleiding 1.1 Herkomst en introductie maïs... 7 1.2 Arealen... 7 1.3 Rasontwikkelingen... 8 1.4 Gebruiksvormen van maïs... 10 6 1 Inleiding Na gras is snijmaïs het belangrijkste gewas voor de melkveehouderij.

Nadere informatie

Maïsteelt 2018 oktober 2016

Maïsteelt 2018 oktober 2016 Maïsteelt 2018 oktober 2016 DairyMaïs : de beste maïsrassen in een mengsel De top van de CSAR-lijst gemengd in één zak, passend bij uw teeltdoel. Dát is DairyMaïs. Sinds 2013 selecteert Agrifirm op basis

Nadere informatie

Koeienvoer klas 1. Werkboek: Koeienvoer klas 1

Koeienvoer klas 1. Werkboek: Koeienvoer klas 1 Koeienvoer klas 1 1 Inhoud Hoofdstuk 1: Verteringsstelsel van de koe... 3 1.1: Herkauwen en speeksel... 3 1.2: Magenstelsel... 5 1.3: Darmstelsel... 8 1.4: Verteringsstelsel kalf... 8 Hoofdstuk 2: Voedingsstoffen

Nadere informatie

1. Waarom hoeven herkauwers niet alle essentiële aminozuren via het voer op te nemen.

1. Waarom hoeven herkauwers niet alle essentiële aminozuren via het voer op te nemen. 2.4: Eiwitten 1. Waarom hoeven herkauwers niet alle essentiële aminozuren via het voer op te nemen. Plantaardige aminozuren worden door de pensmicroben omgezet in dierlijke aminozuren. 2. Hoe wordt het

Nadere informatie

Maïsoogst 2015 28/09/2015

Maïsoogst 2015 28/09/2015 Maïsoogst 2015 28/09/2015 De maïsoogst komt eraan. De natte maand augustus heeft het te verwachte oogsttijdstip wat achteruit geschoven. Ondanks de eerdere droogte lijkt de schimmeldruk vaak mee te vallen.

Nadere informatie

Geachte relatie, Onze rundveespecialist wil graag voor u het rantsoen bereken, voor een rantsoen op maat!

Geachte relatie, Onze rundveespecialist wil graag voor u het rantsoen bereken, voor een rantsoen op maat! Geachte relatie, Wat een mooi voorjaar en zomer hebben we gehad. Veel warme en zonnige dagen. Er is veel goede vrucht geoogst. Nu is de eerste herfststorm alweer geweest en de winterperiode staat voor

Nadere informatie

Granen in de Melkveehouderij. Henk Woolderink/ Roy Berentsen 30 mei 2013

Granen in de Melkveehouderij. Henk Woolderink/ Roy Berentsen 30 mei 2013 Granen in de Melkveehouderij Henk Woolderink/ Roy Berentsen 30 mei 2013 Aandachtspunten Ontwikkelingen mestbeleid! Dreigend ruwvoeroverschot? Krachtvoervervangers! Projectmatig! Voedergewassen Eigen eiwit

Nadere informatie

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN! MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN! In deze editie aandacht voor: Vernietigen en verkleinen vanggewas ph Organische stof: compost Kali bemesting Onderzaai Raskeuze Organisatie maisteelt Een plant groeit

Nadere informatie

De Weende-analyse bij veevoeding. Scheikunde voor VE41, Auteur: E. Held; bewerkt : door H. Hermans

De Weende-analyse bij veevoeding. Scheikunde voor VE41, Auteur: E. Held; bewerkt : door H. Hermans De Weende-analyse bij veevoeding Scheikunde voor VE41, 2017-2018 Auteur: E. Held; bewerkt : door H. Hermans Weende-analyse: DS-gehalte Droge stof (DS): Het materiaal dat overblijft als, door verwarming

Nadere informatie

Uw doel bereiken met MelkNavigator

Uw doel bereiken met MelkNavigator Uw doel bereiken met MelkNavigator Uw doel bereiken met MelkNavigator Als melkveehouder wilt u er uit halen, wat er in zit. Kies gericht voor meer melk, betere gehalten of meer grammen eiwit en/of vet.

Nadere informatie

Inhoud Workshop, duur ~ 30 min Frank: - De link tussen met de kringloop en de bodem - Zelf sturen en zelf beredeneren Niek: - Ervaringen vanuit de praktijk Discussie Centraal: meer uit minder! Kringloop(wijzer)

Nadere informatie

KUNNEN VOEDERBIETEN PERSPULP VERVANGEN IN HET

KUNNEN VOEDERBIETEN PERSPULP VERVANGEN IN HET KUNNEN VOEDERBIETEN PERSPULP VERVANGEN IN HET MELKVEERANTSOEN? Daniël De Brabander en Sam De Campeneere Vlaamse overheid, Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) Eenheid Dier Alex De Vliegher

Nadere informatie

Graslandvernieuwing is investeren in hoogwaardig ruwvoer. Edward Ensing

Graslandvernieuwing is investeren in hoogwaardig ruwvoer. Edward Ensing Graslandvernieuwing is investeren in hoogwaardig ruwvoer Edward Ensing Graslandvernieuwing nodig? Nee, waarom graslandvernieuwing? Voer genoeg? Geen vooruitgang rassen? Gras is groen en groeit vanzelf?

Nadere informatie

Hoe haal ik voordeel uit de KringloopWijzer?

Hoe haal ik voordeel uit de KringloopWijzer? Hoe haal ik voordeel uit de KringloopWijzer? NISCOO Heerenveen Zwier van der Vegte, Bedrijfsleider KTC De Marke Het belang van lage verliezen Mineralenverliezen belasten het milieu: Overheid wil dit beperken

Nadere informatie

Deze toelichting is opgesteld door het CBS op verzoek van het Ministerie van LNV.

Deze toelichting is opgesteld door het CBS op verzoek van het Ministerie van LNV. Toelichting op de cijfers van de mestproductie in 2018 zoals berekend in de vorm van momentopnames in kwartaalrapportages en zoals gepubliceerd als voorlopige cijfers d.d.15-2-2018 op de CBS-website. Deze

Nadere informatie

De Samenwerking BV N I E U W S B R I E F

De Samenwerking BV N I E U W S B R I E F DE SAMENWERKING. De Samenwerking BV N I E U W S B R I E F MAISZADEN 2019 Kwalitatief goed ruwvoer van eigen bedrijf is een essentiële factor voor het bedrijfsresultaat op uw melkveebedrijf. Scores op de

Nadere informatie

Satellietbedrijf Mts. Kievit

Satellietbedrijf Mts. Kievit Satellietbedrijf Mts. Kievit Rapportage 2016 Algemeen Bedrijfsgegevens Naam: Mts Kievit Adres: Bongveenweg 4 9496 TE Bunne Bedrijf Kievit Het bedrijf melkt ongeveer 140 koeien en houdt 100 stuks jongvee.

Nadere informatie

3C Voeding herkauwer

3C Voeding herkauwer Naam: Klas:.. Datum: Ruimte voor schoolstempel en paraaf docent 3C Voeding herkauwer WETEN De leerling weet wat krachtvoer en ruwvoer is. De leerling weet dat een herkauwer vier magen heeft. De leerling

Nadere informatie

Maïsteelt 2017 oktober 2016

Maïsteelt 2017 oktober 2016 Maïsteelt 2017 oktober 2016 DairyMaïs : de beste maïsrassen in een mengsel De top van de CSAR-lijst gemengd in één zak, passend bij uw teeltdoel. Dát is DairyMaïs. Sinds 2013 selecteert Agrifirm op basis

Nadere informatie

Effecten van LG Animal Nutrition-weidevernieuwing op de graslandopbrengst en -kwaliteit per hectare, en de melkproductie van melkkoeien

Effecten van LG Animal Nutrition-weidevernieuwing op de graslandopbrengst en -kwaliteit per hectare, en de melkproductie van melkkoeien Effecten van LG Animal Nutrition-weidevernieuwing op de graslandopbrengst en -kwaliteit per hectare, en de melkproductie van melkkoeien Samenvatting van de opzet, resultaten en conclusies van de opbrengst-,

Nadere informatie

Handleiding voor invullen excretiewijzer (BEX, BEA)

Handleiding voor invullen excretiewijzer (BEX, BEA) Handleiding voor invullen excretiewijzer (BEX, BEA) De excretiewijzer berekent de bedrijfsspecifieke excretie van stikstof en fosfaat via de mest (BEX). Daarnaast kan dit programma ook de bedrijfsspecifieke

Nadere informatie

Weidegang & KringloopWijzer. Michel de Haan, et al.

Weidegang & KringloopWijzer. Michel de Haan, et al. Weidegang & KringloopWijzer Michel de Haan, et al. Veelgehoorde kreet Weiden is slecht voor de KringloopWijzer! -> slechte benadering; het gaat om efficientie en niet om KringloopWijzer Vergelijk: -> Sneeuw

Nadere informatie

Gezond voeren met een optimale melkproductie. Thomas Schonewille Faculteit Diergeneeskunde Afdeling Voeding

Gezond voeren met een optimale melkproductie. Thomas Schonewille Faculteit Diergeneeskunde Afdeling Voeding Gezond voeren met een optimale melkproductie Thomas Schonewille Faculteit Diergeneeskunde Afdeling Voeding Periodes in en rondom de droogstand-afkalven Droogzetten Afkalven Transitieperiode Einde lactatie

Nadere informatie

Maïsrassenkeuze i.f.v. de voederkwaliteit

Maïsrassenkeuze i.f.v. de voederkwaliteit Maïsrassenkeuze i.f.v. de voederkwaliteit J. De Boever Studieavond voor de Veehouderij Oostkamp 6/02/2013 Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Eenheid Dier www.ilvo.vlaanderen.be Beleidsdomein

Nadere informatie

Voorwoord Maiskopbrand

Voorwoord Maiskopbrand Rassenadvies mais Seizoen 2018 Voorwoord Na een gemiddeld goed groeizaam jaar wat opbrengst en kwaliteit betreft, zit het nieuwe seizoen 2018 er weer aan te komen. Na legering van afgelopen jaar is maar

Nadere informatie

Kort verslag oriënterende voerproef hooi

Kort verslag oriënterende voerproef hooi Kort verslag oriënterende voerproef hooi Voerproef naar de invloed van hooi op melkproductie en melksamenstelling Uitgevoerd voor het netwerk Heerlijk, Helder Hooi Locatie proef: proefboerderij Zegveld

Nadere informatie

Het maïsseizoen 2017 start met de keuze van een maïsras op maat van je bedrijf!

Het maïsseizoen 2017 start met de keuze van een maïsras op maat van je bedrijf! 28 LAND- EN TUINBOUW Het maïsseizoen 2017 start met de keuze van een maïsras op maat van je bedrijf! Dankzij de goede relatie met de belangrijkste Europese kweekbedrijven beschikt AVEVE over een ruim en

Nadere informatie

Goed voer voor gezonde koeien

Goed voer voor gezonde koeien Goed voer voor gezonde koeien Studiegroepen Boerenverstand Kampen (Weidse Waarden) 21 oktober 2014 Noord Holland 23 oktober 2014 Kringloopwijzer KoeKompas: voorspellende risicoinventarisatie Koe: 5 basisprocessen

Nadere informatie

Praktisch aan de slag met duurzaamheid! Koeien voeren! Doel = meer melk uit eigen ruwvoer. Sojaprijzen stijgen. Voerprijzen stijgen

Praktisch aan de slag met duurzaamheid! Koeien voeren! Doel = meer melk uit eigen ruwvoer. Sojaprijzen stijgen. Voerprijzen stijgen Koeien voeren! Doel = meer melk uit eigen ruwvoer Praktisch aan de slag met duurzaamheid! ir. Frank Verhoeven Boerenverstand Consultancy Voerprijzen stijgen Sojaprijzen stijgen A-brok 1992-2013 600 Soja

Nadere informatie

N o t i t i e. Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): -

N o t i t i e. Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): - Auteur: Horneman Betreft: Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): - N o t i t i e Sinds begin 2006 worden resultaten van lactosebepalingen

Nadere informatie

Weidemengsels Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels Informatie en productenoverzicht Weidemengsels 2019 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels Het wordt voor de veehouder steeds belangrijker om zo veel mogelijk ruwvoer zelf te telen. Lagere voerkosten zorgen voor een beter rendement.

Nadere informatie

Onkruidbestrijding in weiland. in nazomer en herfst

Onkruidbestrijding in weiland. in nazomer en herfst Onkruidbestrijding in weiland in nazomer en herfst Inhoud Veel en goed ruwvoer Pag. 3 Pag. 10 Pag. 14 Pag. 15 Veel en goed ruwvoer Onkruidbestrijding in nazomer en najaar Middelen voor onkruidbestrijding

Nadere informatie

Fundamenten rekenregels enterisch methaan

Fundamenten rekenregels enterisch methaan Fundamenten rekenregels enterisch methaan ( in de KringLoopWijzer ) André Bannink Wageningen Livestock Research Monitoren BKG emissies On-line meting CH 4 -emissie, onzeker op nationale schaal en op bedrijfsniveau,

Nadere informatie

Kringloopdenken. centraal. op elk melkveebedrijf! ir. Frank Verhoeven

Kringloopdenken. centraal. op elk melkveebedrijf! ir. Frank Verhoeven Kringloopdenken centraal op elk melkveebedrijf! ir. Frank Verhoeven Inhoud - Introductie - Duurzame melk en de kringloopwijzer - Wetgeving geeft weinig andere opties - Van kringloopwijzer naar kringloopboer!

Nadere informatie

Beter stikstofadvies voor grasland op komst

Beter stikstofadvies voor grasland op komst Beter stikstofadvies voor grasland op komst Kees-Jan van Dam, Theun Vellinga Er komt een beter stikstofadvies voor grasland. De Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen heeft eind 1997 de contouren

Nadere informatie

INVLOED VAN PENSVERZURING OP DE VOEROPNAME EN MELKPRODUCTIE EN MAATREGELEN OM PENSVERZURING TE VERHELPEN

INVLOED VAN PENSVERZURING OP DE VOEROPNAME EN MELKPRODUCTIE EN MAATREGELEN OM PENSVERZURING TE VERHELPEN SCH-2002-17 INVLOED VAN PENSVERZURING OP DE VOEROPNAME EN MELKPRODUCTIE EN MAATREGELEN OM PENSVERZURING TE VERHELPEN De fermentatie van voedermiddelen in de pens speelt een cruciale rol in de voorziening

Nadere informatie

Meer melk uit uw ruwvoer. Conserveringsmiddelen en broeiremmers

Meer melk uit uw ruwvoer. Conserveringsmiddelen en broeiremmers Meer melk uit uw ruwvoer Conserveringsmiddelen en broeiremmers > betere ruwvoerkwaliteit > smakelijk ruwvoer > hogere opname > lagere voerkosten Ecosyl: meer melk uit uw ruwvoer Op melkveebedrijven blijft

Nadere informatie

Resultaten KringloopWijzers 2016

Resultaten KringloopWijzers 2016 Resultaten KringloopWijzers 2016 7 september 2017 Gerjan Hilhorst WLR - De Marke Het belang van lage verliezen Mineralenverliezen belasten het milieu EU beleid: beperken verliezen uit landbouw Streven:

Nadere informatie

Teamsamenstelling: Jan Reinder Smeenge, Harry Koonstra, David van der Schans (PPO-WUR)

Teamsamenstelling: Jan Reinder Smeenge, Harry Koonstra, David van der Schans (PPO-WUR) Rapportage Satellietbedrijf Smeenge Zeegse -2015 Teamsamenstelling: Jan Reinder Smeenge, Harry Koonstra, David van der Schans (PPO-WUR) Vlnr. Harry Koonstra, Jan Reinder Smeenge In mei 2015 met het team

Nadere informatie

Weiden met kringloop wijzer? Blij met een koe in de wei?

Weiden met kringloop wijzer? Blij met een koe in de wei? Weiden met kringloop wijzer? Blij met een koe in de wei? VKNN Bert Philipsen, zomer 2017 De KringloopWijzer Beoordeling van kengetallen II De KLW en Weidegang projecten: Wat is een goed KringloopWijzer

Nadere informatie

wat is de kwaliteit van het weidegras

wat is de kwaliteit van het weidegras 8 Veevoeding en beweiding VERTEERBAARHEID NDF / ADF / ADL Hemicellulose gemakkelijk verteerbaar Cellulose Lignine Wat moet ik weten van veevoeding en vers gras? moeilijk verteerbaar niet verteerbaar 3

Nadere informatie

Aanbevolen rassen - snijmaïs zeer vroeg en vroeg. Aanbevolen rassen - snijmaïs middenvroeg en middenlaat

Aanbevolen rassen - snijmaïs zeer vroeg en vroeg. Aanbevolen rassen - snijmaïs middenvroeg en middenlaat Maïszaden 2017 Aalborg Pirro ultravroeg (FAO 160) vroeg (FAO 210) Goede opbrengst met hoge voederwaarden. Vroegrijpe massa met behoud van kwaliteit. Maximale opbrengst bij inzaai tussen 10 en 30 mei. Stevig,

Nadere informatie

12 Voeding. 12.1.1 Koolhydraten

12 Voeding. 12.1.1 Koolhydraten 12 Voeding 12.1 Voederwaarde... 171 12.1.1 Koolhydraten... 171 12.1.2 Eiwit... 173 12.1.3 Vet... 174 12.1.4 Mineralen, sporenelementen en vitaminen... 174 12.2 Opname van snijmaïs... 175 12.3 Structuurwaarde

Nadere informatie

Extra bijvoeren in najaar op biologische bedrijven: economie en eiwitbenutting

Extra bijvoeren in najaar op biologische bedrijven: economie en eiwitbenutting Extra bijvoeren in najaar op biologische bedrijven: economie en eiwitbenutting Juli 2005 Gertjan Holshof (ASG) Gertjan.holshof@wur.nl Deze publicatie is tot stand gekomen in het kader van het project 100

Nadere informatie

Energie WAARDERING. Voederwaarde bepaling 26/09/2018

Energie WAARDERING. Voederwaarde bepaling 26/09/2018 VAKGROEP VOORTPLANTING VERLOSKUNDE EN BEDRIJFSDIERGENEESKUNDE FACULTEIT DIERGENEESKUNDE UNIVERSITEIT GENT Voederwaarde bepaling Jenne De Koster, Geert Opsomer, Miel Hostens Energie WAARDERING Het hechten

Nadere informatie

Uitslag Excretiewijzer

Uitslag Excretiewijzer Uitslag Excretiewijzer Bedrijfspecifieke excretie van melkvee Bedrijfspecifieke emissie ammoniak Bedrijfspecifieke gebruiksnormen fosfaat Jaaropgave : 2011 Omschrijving : Voorbeeld 2010 Naam veehouder

Nadere informatie

Heeft de lage melkprijs invloed op het grasbeheer?

Heeft de lage melkprijs invloed op het grasbeheer? Heeft de lage melkprijs invloed op het grasbeheer? DMS Hans Dirksen Edward Ensing Bouwen aan een betere balans een analyse van bedrijfststijlen in de melkveehouderij Saldo per kg meetmelk Bedrijfsstijl

Nadere informatie

Assortiment melkveevoeders. Beter voeren, ruimte om te boeren

Assortiment melkveevoeders. Beter voeren, ruimte om te boeren Assortiment melkveevoeders Beter voeren, ruimte om te boeren 2017 2017 De melkveevoeders en mineralenefficiëntie staan centraal in het assortiment voor melkvee. Zo helpen wij u graag aan het beste resultaat

Nadere informatie

HET NIEUWE ASSORTIMENT MELKVEEVOEDERS 2016/2017

HET NIEUWE ASSORTIMENT MELKVEEVOEDERS 2016/2017 HET NIEUWE ASSORTIMENT MELKVEEVOEDERS 2016/2017 BETER VOEREN, RUIMTE OM TE BOEREN mede mogelijk gemaakt door agrifirm schakel in succes DE NIEUWE MELKVEEVOEDERS Agrifirm Feed presenteert met ingang van

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB Examen VMBO-KB 2015 gedurende 200 minuten landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSPE KB bestaat uit twee deelexamens

Nadere informatie

Het effect van LG Animal Nutrition-maïs op de voeropname, melkproductie en energiebalans van melkkoeien

Het effect van LG Animal Nutrition-maïs op de voeropname, melkproductie en energiebalans van melkkoeien Het effect van LG Animal Nutrition-maïs op de voeropname, melkproductie en energiebalans van melkkoeien opzet, resultaten en conclusies van de diervoederproef uitgevoerd door Schothorst Feed Research in

Nadere informatie

Juiste bepaling van kuildichtheden t.b.v. voorraadberekening voor BEX en BEP Samenvatting van het onderzoek

Juiste bepaling van kuildichtheden t.b.v. voorraadberekening voor BEX en BEP Samenvatting van het onderzoek Juiste bepaling van kuildichtheden t.b.v. voorraadberekening voor BEX en BEP Samenvatting van het onderzoek Herman van Schooten, Wageningen UR Livestock Research Gerard Abbink, BlggAgroXpertus December

Nadere informatie

Kwantificeren CH 4 reductie voerspoor: Rekenregels KringloopWijzer. André Bannink Wageningen UR Livestock Research

Kwantificeren CH 4 reductie voerspoor: Rekenregels KringloopWijzer. André Bannink Wageningen UR Livestock Research Kwantificeren CH 4 reductie voerspoor: Rekenregels KringloopWijzer André Bannink Wageningen UR Livestock Research Bestaande rekenregel : IPCC Tier 2 IPCC-Tier 2 : Volwassen herkauwers (geen feedlot) 6.5%

Nadere informatie

Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels De fosfaatrechten zijn een feit, daardoor komen er minder melkkoeien per ha. Het belang voor een maximaal rendement wordt steeds belangrijker

Nadere informatie

Bewaarbaarheid van de kuil. Blgg

Bewaarbaarheid van de kuil. Blgg Bewaarbaarheid van de kuil Blgg Inhoud Kengetallen gemiddeld bedrijf Conservering Belang ds bij conservering Verloop conservering Ontstaan van broei Nieuw kengetal broeigevoeligheid Voorbeelden broei Maatregelen

Nadere informatie

maïszaden CATALOGUS 2019 Maïszaden Graszaden Sorghum Groenbemesters

maïszaden CATALOGUS 2019 Maïszaden Graszaden Sorghum Groenbemesters maïszaden CATALOGUS 2019 Maïszaden Graszaden Sorghum Groenbemesters Maisteelt 2019 Vanaf 2019 gelden er voor (snij)maisteelt nieuwe regels om te voldoen aan het Zesde Nederlandse actieprogramma betreffende

Nadere informatie

GRASDUINEN IN HET GRAS

GRASDUINEN IN HET GRAS Ruraal Netwerk 25 april 2013 GRASDUINEN IN HET GRAS GEBRUIKSDOELSTELLINGEN VAN GRAS VOOR LANDBOUW Geert Rombouts Mathias Abts Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Voorlichting

Nadere informatie

Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels Mengselwijzer Kies het juiste weidemengsel De fosfaatrechten zijn een feit, daardoor komen er minder melkkoeien per ha. Het belang voor

Nadere informatie

Maiszaden. Samen naar een optimaal rendement.

Maiszaden. Samen naar een optimaal rendement. Maiszaden Samen naar een optimaal rendement www.cavdenham.nl Maisteelt 2016 Mais seizoen 2015 was een bijzonder teeltjaar. Een jaar waarin u als veehouder te maken had met zeer wisselende weersomstandigheden

Nadere informatie

Bedrijfseconomisch belang van grasland in het basisrantsoen van melkkoeien

Bedrijfseconomisch belang van grasland in het basisrantsoen van melkkoeien Bedrijfseconomisch belang van grasland in het basisrantsoen van melkkoeien Studiedag Optimale eiwitproductie met grasland voor rundvee 10 november 2011 Guy Vandepoel, studiedienst BB 1 Economisch belang

Nadere informatie

20-4-2012. Afwegingskader Opstallen - Weiden. Stichting Weidegang (missie) Programma

20-4-2012. Afwegingskader Opstallen - Weiden. Stichting Weidegang (missie) Programma Afwegingskader Opstallen - Weiden Symposium Lekker Buiten: Outdoor Animal Husbandry De kracht en uitdagingen van het buiten houden van vee 19 april Wageningen Ir. Q.G.W. (René) van den Oord sr. adviseur

Nadere informatie

Onze toprassen, voor je hoogste rendement! CATALOGUE maïs 2018

Onze toprassen, voor je hoogste rendement! CATALOGUE maïs 2018 Onze toprassen, voor je hoogste rendement! CATALOGUE maïs 2018 Maïsrassen 2018 De hoogste voederwaarde! De hoogste ruwvoeder-opbrengst! Rassen FAO Zetmeelconcentratie* Verteerbaarheid organische stof*

Nadere informatie

Koeienvoer klas 1 WERKBOEK

Koeienvoer klas 1 WERKBOEK Koeienvoer klas 1 WERKBOEK 1 Inhoud Hoofdstuk 1: Verteringsstelsel van de koe... 3 1.1: Herkauwen en speeksel... 3 1.2: Magenstelsel... 5 1.3: Darmstelsel... 8 1.4: Verteringsstelsel kalf... 8 Hoofdstuk

Nadere informatie

Nutriëntenbalans (N & P) in BRP. Wetenschappelijke onderbouwing. CLM Onderzoek en Advies BV

Nutriëntenbalans (N & P) in BRP. Wetenschappelijke onderbouwing. CLM Onderzoek en Advies BV Nutriëntenbalans (N & P) in BRP Wetenschappelijke onderbouwing CLM Onderzoek en Advies BV Culemborg, Juli 2012 Inleiding De nutriëntenbalans brengt de nutriëntenkringloop op een melkveebedrijf in beeld.

Nadere informatie

100-dagenaanpak. 365 dagen resultaat

100-dagenaanpak. 365 dagen resultaat 365 dagen resultaat > gezonde koeien > goede productie > gemakkelijk werken U wilt als melkveehouder dat uw koeien vlot afkalven, gezond opstarten, goed produceren en weer gemakkelijk drachtig worden.

Nadere informatie

Satellietbedrijf Graveland

Satellietbedrijf Graveland Satellietbedrijf Graveland Rapportage 2016 Algemeen Bedrijfsgegevens Naam:Firma Graveland Adres: Bosweg 5A, 7958 PZ Koekange Het bedrijf van Wout Graveland telt circa 100 stuks melkkoeien en 65 stuks jongvee.

Nadere informatie

Ruwvoeravond. Passen alternatieve gewassen bij u?

Ruwvoeravond. Passen alternatieve gewassen bij u? Ruwvoeravond Passen alternatieve gewassen bij u? Hoornaar, 16 feb 2017 Akkerbouwmatige Ruwvoerteelt Planmatig werken aan een optimale(ruwvoer)opbrengst door te sturen op bodem en gewas +2.000 kg ds Wat

Nadere informatie

Kuilkenner Grasbalen (afgesloten) balen juli. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Kuilkenner Grasbalen (afgesloten) balen juli. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen Kuilkenner Grasbalen (afgesloten) Uw klantnummer: 2011239 H. Holman Markewg 17 9307 PC STEENBERGEN DR Eurofins Agro Postbus 170 NL - 6700 AD Wageningen T monstername: Johan de Vries: 0652002171 T klantenservice:

Nadere informatie

Satellietbedrijf Kooiker

Satellietbedrijf Kooiker Satellietbedrijf Kooiker Rapportage 2016 Algemeen Bedrijfsgegevens Naam: Mts Smeenge Adres: Hoofdweg 62 9483 PD Zeegse Teamsamenstelling: Jan Reinder Smeenge, Harry Koonstra, David van der Schans, Harm

Nadere informatie

Ervaringen met voederbieten

Ervaringen met voederbieten 172 e themadag NVWV t Beste bouwplan Ervaringen met voederbieten Erik Smale Groot Steinfort Introductie Tuesday 18 October 2016 Dare to Dairy Environment & Biodiversity Iets over mijzelf Groot Steinfort

Nadere informatie

Mest- en mineralenkennis voor de praktijk

Mest- en mineralenkennis voor de praktijk Mest- en mineralenkennis voor de praktijk Rantsoenen in de melkveehouderij: dekking van de stikstofbehoefte 1. Achtergrond Met de handreiking voor de melkveehouderij wordt een bedrijfsspecifieke afrekening

Nadere informatie

Laag bodemoverschot deelnemers Vruchtbare Kringloop Overijssel

Laag bodemoverschot deelnemers Vruchtbare Kringloop Overijssel Laag bodemoverschot deelnemers Vruchtbare Kringloop Overijssel Gerjan Hilhorst (WLR De Marke) In het project Vruchtbare Kringloop Overijssel hebben 220 bedrijven in 2014 een gemiddeld bodemoverschot van

Nadere informatie

Van dit product worden onderstaand allereerst de gehalten van de benodigde componenten weergegeven:

Van dit product worden onderstaand allereerst de gehalten van de benodigde componenten weergegeven: REKENVOORBEELDEN VOEDERWAARDEN HERKAUWERS 1 Energiewaarde herkauwers: VEM en VEVI In het rekenvoorbeeld voor de VEM-en VEVI waarde voor herkauwers wordt uitgegaan van een willekeurige partij palmpitschilfers

Nadere informatie

Maisteelt Samen naar een optimaal rendement.

Maisteelt Samen naar een optimaal rendement. Samen naar een optimaal rendement www.cavdenham.nl Ruwvoer als basis Op melkvee en vleesvee bedrijven wordt veel aandacht besteed aan fokkerij om genetische vooruitgang te kunnen realiseren. Samen met

Nadere informatie

2. Het gewas. Voedergewassen

2. Het gewas. Voedergewassen 2. Het gewas Voedergewassen De plant Vegetatief - wortelstelsel - stengel - bladeren Generatief - kolf - pluim 2 Vegetatief (stengel en blad) Begint met bladeren stengel Lengte tot 4 meter Weinig zijstengels

Nadere informatie

Weidemengsels 2016 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2016 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels 2016 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels Mengselwijzer Kies het juiste weidemengsel Na de afschaffing van het melkquotum is het voor de veehouder nog belangrijker geworden om goed

Nadere informatie

Kempensysteem Apers-Mertens - Haasdonk. 26 september 2013

Kempensysteem Apers-Mertens - Haasdonk. 26 september 2013 Kempensysteem Apers-Mertens - Haasdonk 26 september 2013 Welkom Apers-Mertens Koen en Lieve Haasdonk Agenda Voorstelling bedrijf Koen Apers Het Kempensysteem Guy Verhulst Vragen Broodjeslunch Rondleiding

Nadere informatie

11/6/2016. Voeding voor plant is voeding voor dier. Snijmais opbrengst. Grasland opbrengst. Wat willen we t.a.v. bodem en vee

11/6/2016. Voeding voor plant is voeding voor dier. Snijmais opbrengst. Grasland opbrengst. Wat willen we t.a.v. bodem en vee Voeding voor plant is voeding voor dier SLIM VOEDEN GEZONDE BODEM, GEZONDE PLANTEN, GEZONDE DIEREN KRACHT IN DE KETEN Op maat voeden en beschermen van dieren en gewassen leidt tot de beste prestaties op

Nadere informatie

Voorwoord. Communicatie

Voorwoord. Communicatie HAARBROEKSTEEG 4 7217 MC HARFSEN TEL. 0575-431248 FAX 0575-431929 www.beltman-almen.nl 2014 Voorwoord Voor u ligt de uitgave 2014 van mededelingen Firma Beltman-Almen. Er is een nieuw tijdperk van communiceren

Nadere informatie

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Marleen Plomp en Gerjan Hilhorst (Wageningen Livestock Research) Maart 217 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Dataset...

Nadere informatie

RUWVOER + Inkuilmanagement. Assortiment inkuilmiddelen

RUWVOER + Inkuilmanagement. Assortiment inkuilmiddelen RUWVOER + Inkuilmanagement Assortiment inkuilmiddelen De melkveehouderijsector staat met de afloop van het melkquotum voor een aantal grote uitdagingen. Gezien de verwachte stijging van de melkproductie

Nadere informatie

KringloopWijzer. Johan Temmink

KringloopWijzer. Johan Temmink KringloopWijzer Johan Temmink 1 Juli 2013: Sectorplan koersvast richting 2020 Melkveehouderij: Zuivelplan (NZO, LTO) Technische invulling binnen milieurandvoorwaarden KringloopWijzer centraal Film KringloopWijzer

Nadere informatie

Grasland Klas 1. Inkuilen

Grasland Klas 1. Inkuilen Grasland Klas 1 Inkuilen Voederwinning Tijdstip van maaien 1) Vragen bij video Juiste tijdstip van maaien. a. Waar hangt het maaimoment van af? Noem er drie. b. Bij hoeveel kg DS/ha wil je oogsten. c.

Nadere informatie

Bemesting Gras Hogere ruwvoeropbrengst

Bemesting Gras Hogere ruwvoeropbrengst Bemesting Gras 2017 Hogere ruwvoeropbrengst oktober 2016 Top Flow entec fl voor in drijfmest Top Flow entec fl: hogere benutting stikstof uit drijfmest Plant N 2 O lachgas Organische stikstof Mineralisatie

Nadere informatie