VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. BIOLOGIE Tweede graad TSO TECHNIEK-WETENSCHAPPEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. BIOLOGIE Tweede graad TSO TECHNIEK-WETENSCHAPPEN"

Transcriptie

1 VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS BIOLOGIE Tweede graad TSO TECHNIEK-WETENSCHAPPEN Licap - Brussel - september 2001

2 Deze brochure bevat volgende leerplannen AV TV BIOLOGIE TOEGEPASTE BIOLOGIE - LABORATORIUM Tweede graad TSO 'Techniek-wetenschappen' 1ste leerjaar: 1 uur/week 2de leerjaar: 1 uur/week AV Biologie - TV Toegepaste biologie Laboratorium 3 Techniek-wetenschappen

3 ALGEMENE INHOUD AV BIOLOGIE TV TOEGEPASTE BIOLOGIE BIJLAGE De leerplannen AV BIOLOGIE en TV TOEGEPASTE BIOLOGIE LABORATORIUM anders bekeken: een geïntegreerde aanpak AV Biologie - TV Toegepaste biologie Laboratorium 4 Techniek-wetenschappen Algemene inhoud

4 AV BIOLOGIE TECHNIEK-WETENSCHAPPEN Tweede graad TSO Eerste leerjaar: 1 uur/week Tweede leerjaar: 1 uur/week AV Biologie 5 Techniek-wetenschappen

5 INHOUD 1 BEGINSITUATIE Feitenkennis Inzichten Vaardigheden ALGEMENE DOELSTELLINGEN Kennis Vaardigheden Attitudes ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN OVERZICHT VAN DE LEERINHOUDEN Eerste leerjaar Tweede leerjaar LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN DIDACTISCHE WENKEN Eerste leerjaar Organismen krijgen informatie over hun omgeving Reactie van organismen op prikkels uit hun omgeving Coördinatie van reacties op prikkels Tweede leerjaar Classificatie van organismen Het leven van organismen in hun biotoop EVALUATIE MINIMALE MATERIELE VEREISTEN BIBLIOGRAFIE LIJST VAN GEMEENSCHAPPELIJKE EINDTERMEN VOOR WETENSCHAPPEN AV Biologie 6 Techniek-wetenschappen

6 1 BEGINSITUATIE Na de uitwerking van het leerplan Biologie van de eerste graad dienen verworven te zijn:! een zekere feitenkennis,! een aantal inzichten,! vaardigheden. De mate waarin dit door de leerplannen werd voorgeschreven, is hieronder weergegeven. Men bedenke echter dat er bij de uitwerking van het leerplan grote verschillen kunnen bestaan: het al dan niet gebruiken van een handboek, het soort handboek, de gebruikte methodiek... Daarom is het ten stelligste aan te raden om de leraars van de eerste en de tweede graad samen te brengen in een vakvergadering en onderling gegevens rond de gebruikte terminologie, precieze invulling van de leerstofpunten... uit te wisselen. 1.1 Feitenkennis! Uitwendige en inwendige bouw van zaadplanten en gewervelde dieren uit de omgeving. Uitgaande van concrete voorbeelden werd gezocht naar een algemeen bouwplan. Ongewervelde dieren en lagere planten kwamen slechts zeer sporadisch ter sprake.! Gebruikelijke terminologie voor de beschrijving van de morfologie en de anatomie van de bestudeerde groepen.! Functies bij gewervelde dieren met uitzondering van zintuig- en coördinatiestelsel. Functies bij zaadplanten zijn ofwel beperkt tot voeding en voortplanting, ofwel uitgebreid met ademhaling, excretie en transport (afhankelijk van het gevolgde leerplan in het tweede leerjaar van de eerste graad).! In de eerste graad heeft men het bestaan vastgesteld van de belangrijkste levensfuncties: voeding, voortplanting, transport, ademhaling, uitscheiding. Men onderzocht hiertoe de bouw van organen die in deze functies een rol spelen, de werking van deze functies op macro- en microscopisch observatieniveau en de relaties tussen functie - bouw - werking - milieu.! Uitbreiding van soortenkennis. 1.2 Inzichten! Overeenkomsten in het bouwplan van alle bestudeerde organismen.! Verscheidenheid in het bouwplan van een aantal zaadplanten en gewervelde dieren.! Functionele aanpassingen van de bouw. 1.3 Vaardigheden! Ontleden van zaadplanten en gewervelde dieren.! Gebruiken van determinatietabellen.! Nauwkeurig waarnemen.! Grafisch en verbaal weergeven van waarnemingen.! Kwantitatief uitdrukken van waarnemingen via metingen.! Interpreteren van waarnemingen of resultaten van experimenten. AV Biologie 7 Techniek-wetenschappen

7 2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN De gemeenschappelijke eindtermen voor wetenschappen, weergegeven in rubriek 9, zijn in de algemene doelstellingen verwerkt; de verwijzing naar de betreffende eindtermen gebeurt met een nummer tussen haakjes. Sommige eindtermen zijn attitudes; deze zijn aangeduid met een *. Ze moeten voor alle leerlingen nagestreefd worden. Bij de uitwerking van het leerplan Biologie wordt ernaar gestreefd het volgende te laten verwerven: kennis, vaardigheden en attitudes. 2.1 Kennis Waar in de eerste graad de kennisaspecten rond bouw en functie van het organisme centraal staan, wordt in de tweede graad dieper ingegaan hoe de mens in interactie met zijn omgeving staat. De leerlingen krijgen in het eerste leerjaar inzicht in het waarnemen van prikkels en in de reactie op die prikkels. Tevens wordt de coördinatie van reacties op prikkels besproken. Hiermee wordt de volledige studie van de mens afgerond. Tijdens het tweede leerjaar krijgen ze meer inzicht in de complexiteit van de levende wezens. De waaier van het vijfrijkensysteem wordt opengeplooid; dit is meteen een mooi voorbeeld van hoe een concept in de loop der tijden ontwikkeld werd (13). Daarnaast wordt ook dieper ingegaan op interacties die tussen organismen en het milieu en organismen onderling kunnen bestaan. De tere evenwichten die daarbij ontstaan worden besproken, wat uiteindelijk moet leiden tot een beter inzicht in duurzame ontwikkeling. De leerlingen moeten inzien dat ondoordacht ingrijpen op de biosfeer catastrofale gevolgen kan hebben op korte of lange termijn (cf. broeikaseffect, uitputting van grondstoffen en energiebronnen, monoculturen, afvalbergen...). De Westerse mens zal moeten leren een duurzame levensstijl aan te nemen. De meeste milieuproblemen die onze wereld bedreigen zijn inderdaad een gevolg van onze welvaartsmaatschappij (17, 19). Duurzame ontwikkeling is een mondiale opgave. De oplossing van de milieucrisis in de wereld hangt nauw samen met de economische ontwikkeling en de technologische vooruitgang. Die vooruitgang wordt soms in de kiem gesmoord door het lobbyen van grote concerns en het gebrek aan geld in de ontwikkelingslanden (14,17). 2.2 Vaardigheden Om deze kennisaspecten te verwerven, moeten de leerlingen zich de wetenschappelijke denk- en werkmethode eigen maken:! zien en formuleren van een probleem,! opstellen en verantwoorden van één of meerdere hypothesen (1, 2),! toetsen van een hypothese door middel van een experiment (1, 3, 8, 12),! het resultaat waarnemen of op een meettoestel aflezen (11),! de vaststelling beredeneren en verwoorden (4,6,7),! het besluit formuleren en het confronteren met het probleem en de hypothese(n) (4,7,8),! in een verslag (7) de resultaten van het onderzoek in een schema of model weergeven (10, 12). AV Biologie 8 Techniek-wetenschappen

8 Het experimenteel gedeelte van het onderzoek zal in de mate van het mogelijke door de leerlingen tijdens de laboefeningen uitgewerkt worden. In ieder geval vormt het labuur met het lesuur Biologie één samenhangend geheel. 2.3 Attitudes Langs deze weg zullen de leerlingen waardevolle attitudes ontwikkelen, vooral met betrekking tot het natuurlijk milieu rondom hen en met betrekking tot hun eigen gezondheid en die van anderen. Ze zullen een verantwoorde houding moeten verwerven tegenover de natuur en tegenover de gehele wereld die hen omringt. Dergelijke waardevolle attitudes kunnen zijn:! en verantwoorde houding tegenover het milieu, zodat leerlingen aansluiten bij natuurverenigingen en meewerken aan natuurbeheerwerken;! voor- en nadelen van de wetenschappelijke en technologische vooruitgang kritisch afwegen in functie van het menselijk welzijn;! een verantwoordelijkheidsbesef ten opzichte van organismen zodat ze deze niet zinloos beschadigen of doden, en ook geen zeldzame exemplaren in hun verzamelingen opnemen;! bewondering en respect hebben voor de verscheidenheid, de orde en het evenwicht in de natuur en gevoelig zijn voor de rust die uitgaat van een verblijf in de vrije natuur. Door het ontwikkelen van deze attitudes zal de leraar bijdragen tot de vorming van milieubewuste mensen. Ook attitudes in verband met eigen gezondheid en die van hun medemens zullen tot ontwikkeling gebracht worden zoals:! zorg besteden aan hygiëne (*32);! voorzichtig zijn in het gebruik van tabak, alcohol en geneesmiddelen (*32);! een wetenschappelijke kritische houding ontwikkelen tegenover lawaaihinder, het afvalprobleem... (*26,*27) De vaardigheden die reeds besproken werden, kunnen leiden tot het verwerven van degelijke werkattitudes:! zijn gemotiveerd om hun eigen mening te verwoorden (*22),! zijn bereid om resultaten van zelfstandige opdrachten objectief voor te stellen (*24),! onderscheiden feiten van meningen of vermoedens (*26),! beoordelen eigen werk en werk van anderen kritisch en objectief (*27),! trekken conclusies die ze kunnen verantwoorden (*28),! hebben aandacht voor het correcte gebruik van wetenschappelijke terminologie (*29),! houden zich aan instructies en voorschriften bij het uitvoeren van opdrachten (*31). Het spreekt vanzelf dat al deze attitudes slechts bij de leerlingen tot ontwikkeling kunnen komen als de leraar hierin een voorbeeldfunctie neemt. AV Biologie 9 Techniek-wetenschappen

9 3 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN De visie van de verwerking van de eindtermen werd reeds uiteengezet in de algemene doelstellingen. In het eerste leerjaar van de tweede graad staat in de studierichting 'Techniek-wetenschappen' de mens centraal. Er moet zoveel mogelijk uitgegaan worden van directe observatie of waarneming van levend of bewaard materiaal, eerst op macroscopisch niveau om dan geleidelijk de studie op kleinere schaal voort te zetten. Na dit onderzoek van levend of bewaard materiaal kan verder stapsgewijze geabstraheerd worden door gebruik te maken van een driedimensionaal model, een dia, een plaat of een schets. Het zelfstandig tekenen kan voor de leerling een hulp zijn in het voorstellen van structuren: één duidelijke figuur kan soms meer zeggen dan duizend woorden. Door gebruik te maken van aangepast didactisch materiaal kunnen de lessen veel verlevendigd worden en zal de motivatie van de leerlingen aangescherpt worden. De leerinhouden van biologie zijn zo rijk aan levend materiaal, preparaten, driedimensionale modellen, structuren... dingen die een leerboek nooit kan bieden; wie ze niet gebruikt, gaat voorbij aan de specificiteit van dit onderricht. Tenslotte kan als laatste fase van abstractie de opgedane kennis verbaal geformuleerd worden. De leraar benoemt de geziene structuren en de onderdelen, en formuleert samen met de leerlingen de relevante kenmerken en functies. Het zal lang niet altijd mogelijk zijn om deze stapsgewijze methode te volgen; toch menen we dat deze geleidelijke overgang van concreet naar abstract, van macroscopisch naar microscopisch, garant staat voor het vormen van inzicht in structuur en functie van de levende materie. De geschetste methode geldt zowel voor reacties op prikkels als voor classificatie en ecologie. De directe waarneming blijft de steunpilaar van de methode. Dit betekent dat de studie van de morfologische kenmerken voor de classificatie op levend materiaal moet gebeuren en dat de studie van de relaties tussen organismen een startpunt in een biotoop moet hebben. Bij het deeltje vaardigheden (2.2) werd reeds uiteengezet dat van de leerlingen verwacht wordt dat ze zich de natuurwetenschappelijke methode eigen maken. Logischerwijze zal de leraar deze methode hanteren bij de uitwerking van de leerstof. Functies worden dan ook afgeleid door experimenten in de klas, gedachte-experimenten of weergave van het onderzoek dat door wetenschappers gebeurde. 4 OVERZICHT VAN DE LEERINHOUDEN 4.1 Eerste leerjaar Organismen krijgen informatie over hun omgeving! Begrippen: reactie, prikkel, zintuig, zin! Prikkels waarop organismen reageren soorten prikkels receptoren van prikkels bij de mens structuuraanpassing van de receptoren aan hun functie AV Biologie 10 Techniek-wetenschappen

10 4.1.2 Reactie van organismen op prikkels uit hun omgeving! Het ontstaan van beweging bij organismen aanpassing van organismen aan de beweging! Het ontstaan van klierafscheiding bij organismen aanpassing van organismen aan de klierafscheiding Coördinatie van reacties op prikkels! Opbouw van het zenuwstelsel en het hormonaal stelsel! Functie van deze stelsels en hun belangrijkste delen 4.2 Tweede leerjaar Classificatie van organismen! Observatie van de verscheidenheid van organismen op het terrein en eerste verwerking van de gegevens in de klas! Classificatie van planten! Classificatie van dieren! Kenmerken van zwammen, prokaryoten en protisten! Synthese: classificatie in vijf rijken Het leven van organismen in hun biotoop! Interactie- en groepsvormen bij organismen! Communicatie bij dieren! Gedrag (aangeleerd, aangeboren) (U)! Relaties tussen biotische en abiotische factoren! Invloed van de mens op het samenleven van organismen! Belang van duurzame ontwikkeling AV Biologie 11 Techniek-wetenschappen

11 5 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN DIDACTISCHE WENKEN Er wordt een apart leerplan voorzien voor theorie Biologie (AV Biologie) en voor laboratoriumwerk (TV Toegepaste biologie), die elk een lesuur per week in de tweede graad beslaan. Een strikte afbakening tussen theorie en laboratorium is vaak onmogelijk. Om de logische opbouw van het leerplan AV Biologie te behouden, komen in dit leerplan doelstellingen voor die misschien beter in TV Toegepaste biologie kunnen uitgewerkt worden. Welke leerlingenexperimenten in het lab aan bod komen is de keuze van de leraar. De oefeningen moeten wel bij de theorie aansluiten en wel zodanig dat zij bij de didactische verwerking zoveel mogelijk een vertrekpunt kunnen vormen voor de theoretische lessen. Voor de proeven in verband met doelstellingen in uitbreiding is een summiere theoretische studie in het lab vereist. Om de integratie tussen theorie en laboratoriumwerk te verzekeren, is het noodzakelijk dat beide door dezelfde leraar gegeven worden. De lessen Biologie worden in het lessenrooster best gegroepeerd in een pakket van 2 opeenvolgende lesuren. De leraar kan dan zelf overeenkomstig zijn jaarplan uitmaken of er theorie of laboratorium gegeven wordt. Er moet wel over gewaakt worden dat het aantal beschikbare lesuren evenwichtig over theoretische lessen en laboratoriumoefeningen verdeeld wordt. Een (U) naast een leerplandoelstelling staat voor uitbreiding. 5.1 Eerste leerjaar Organismen krijgen informatie over hun omgeving! Begrippen: reactie, prikkel, zintuig, zin! Prikkels waarop organismen reageren soorten prikkels receptoren van prikkels bij de mens structuuraanpassing van de receptoren aan hun functie Leerplandoelstellingen 1) Uit concrete voorbeelden een inhoud kunnen geven aan de begrippen reactie, prikkel, zintuig en zin. 1a) Men kan in de loop van het jaar een excursie inrichten waar zoveel mogelijk observaties kunnen worden verricht in verband met prikkels en de verwerking ervan. Dit kan in de natuur gebeuren, maar ook een museumbezoek, een bezoek aan een dierentuin (Antwerpen, Planckendael...) of een bezoek aan een tijdelijke tentoonstelling in verband met de te behandelen leerstof kunnen erg nuttig zijn. AV Biologie 12 Techniek-wetenschappen

12 Leerplandoelstellingen 1b) In een eerste les kan de prikkelbaarheid van mensen, dieren en eventueel planten door waar- nemingen of uit vroegere ervaringen vastgesteld worden. Uit enkele concrete voorbeelden wordt een inhoud geformuleerd voor de begrippen reactie, prikkel, zintuig en zin. 1c) In de volgende lessen worden sommige onderscheiden prikkels en receptoren achtereenvolgens behandeld. 2) Uit waarnemingen kunnen vaststellen dat organismen op lichtprikkels kunnen reageren. 3) Op een gedissecteerd oog, een model en een schets de macroscopisch waarneembare uitwendige en inwendige delen kunnen aanduiden, benoemen en beschrijven. 3) Als lichtreceptor wordt het lensoog naar bouw en functie uitgebreid bestudeerd. Tijdens de dissectie van een oog kan de uitwendige en de inwendige bouw macroscopisch worden waargenomen alsook de elasticiteit van de lens en de omgekeerde beeldvorming. 4) De functies van de belangrijkste macroscopische delen van een lensoog kunnen opnoemen. 5) Bij wisselende voorwerpsafstanden, de beeldvorming op het netvlies (accommodatie) van het lensoog kunnen beschrijven. 6) Uit waarnemingen de betekenis van het binoculair zien bij mens en dier kunnen omschrijven. 5) Met behulp van een kaars-lens(loep)-schermsysteem wordt de accommodatie en de beeldvorming bij het oog verduidelijkt. In fysica werd de beeldvorming nog niet gezien; het is niet de bedoeling van ze volledig uit te werken in de lessen biologie. Het principe van de accommodatie kan ook zonder de grondige fysische achtergrond van de beeldvorming uitgelegd worden. Er wordt een verband gelegd met de functie van een bril en contactlenzen bij oogafwijkingen. 6) Met eenvoudige proefjes (bv. met één oog gesloten de twee wijsvingers naar elkaar toebrengen) het binoculair zien bij de mens illustreren. 7) Op een micropreparaat of een schets de lichtgevoelige cellen van het netvlies kunnen aanduiden, benoemen en beschrijven. 8) De functies van staafjes en kegeltjes kunnen omschrijven. 9) Kunnen aantonen dat het eigenlijk zien een proces is dat in de hersenen gebeurt. 9) Door middel van eenvoudige proefjes in verband met optisch bedrog en omgekeerde beeldprojectie komen leerlingen tot het inzicht dat het beeld in de hersenen verwerkt wordt. AV Biologie 13 Techniek-wetenschappen

13 Leerplandoelstellingen 10) Enkele andere lichtreceptoren, zoals een facetoog en een ocel, kunnen aanduiden, benoemen en beschrijven. (U) 11) Uit waarnemingen kunnen vaststellen dat dieren en mensen op geluid kunnen reageren. 12) Uit waarnemingen kunnen afleiden dat geluid een trillingsverschijnsel is. 13) Op een model en een schets de uitwendige en inwendige delen van het menselijk oor kunnen aanduiden, benoemen en beschrijven. 12) Met eenvoudige proeven, zoals het aanslaan van een stemvork of een snaar, kunnen de leerlingen waarnemen dat door trillen van materiaal geluid ontstaat. Ook nu weer is het niet de bedoeling diep in te gaan op de fysische aspecten van het geluid. 13) Op de structuur van het evenwichtszintuig wordt in doelstelling 16 dieper ingegaan. Het slakkenhuis en het orgaan van Corti worden bestudeerd. Dit kan gebeuren met behulp van een micropreparaat, een film, een schets en een model. 14) De functies van de uitwendige en de inwendige delen van het geluidopvangend deel van het oor kunnen opnoemen. 15) Kunnen aantonen dat het horen een proces is dat in de hersenen totstandkomt. 16) Ligging, bouw en functie van de halfcirkelvormige kanalen en van de ovale en ronde blaasjes kunnen beschrijven. 17) Kunnen beschrijven hoe het menselijk evenwicht totstandkomt. 17) Voor een goed inzicht in het totstandkomen van de evenwichtszin kan best gebruikgemaakt worden van gegevens uit de literatuur, zoals de proef met de kreeft die ijzerdeeltjes uit haar omgeving opneemt en aldus reageert op een magneet. Voor de bewegingszin kunnen fysische modellen aangewend worden, zoals de invloed van de relatieve beweging van water in een draaiend bekerglas op een kartonnen strook die vastgekleefd is op de binnenwand. Het is niet de bedoeling een fysische verklaring van deze proef te geven. AV Biologie 14 Techniek-wetenschappen

14 Leerplandoelstellingen 18) Uit waarnemingen kunnen vaststellen dat organismen op bepaalde chemische stoffen kunnen reageren. (U) 19) Ligging, bouw en functies van smaak- en reukzintuigen kunnen omschrijven. (U) 20) Uit waarnemingen kunnen vaststellen dat organismen op aanraking en temperatuurverschillen kunnen reageren. (U) 21) Uit waarnemingen kunnen vaststellen dat de gevoeligheid van de huid van de mens voor aanraking verschilt naargelang van de plaats van het lichaam. (U) 22) Ligging en functie van de tastlichaampjes kunnen beschrijven. (U) 18) + 19) Zoals bij de vorige zintuigen wordt op analoge wijze eenvoudig geëxperimenteerd en vastgesteld dat mensen en dieren op chemische stoffen reageren. De cellulaire bouw van het reukslijmvlies en de smaakknoppen wordt elementair behandeld, zodat het totstandkomen van een waarneming kan verklaard worden. 20) Met eenvoudige kwalitatieve experimenten wordt aangetoond dat mensen en dieren op aanraking en temperatuurverschillen reageren. 21) Ook de relatieve gevoeligheid van verschillende huidsdelen bij de mens kan experimenteel worden vastgelegd. 22) De tastlichaampjes worden waargenomen op een micropreparaat, een model of een schets van de huid en hun ligging wordt in verband gebracht met hun functie Reactie van organismen op prikkels uit hun omgeving! Het ontstaan van beweging bij organismen aanpassing van organismen aan de beweging! Het ontstaan van klierafscheiding bij organismen aanpassing van organismen aan de klierafscheiding Leerplandoelstellingen 23) Uit waarnemingen kunnen vaststellen dat beweging en secretie reacties op prikkels zijn. 24) Uit waarnemingen kunnen aantonen dat beweging door samentrekking van spieren totstandkomt. 25) Kunnen aantonen dat antagonistische spieren tegenovergestelde bewegingen mogelijk maken. 23) Als uitgangspunt van dit hoofdstuk kunnen de twee soorten reacties - beweging en secretie - bij de mens waargenomen worden. 24) Door een werkende skeletspier (bv. de biceps) te betasten wordt vastgesteld dat beweging ontstaat door samentrekking van spieren. 25) Ook de functie van antagonistische spieren (bv. triceps/biceps) wordt uit waarnemingen op het lichaam afgeleid. Hierbij wordt benadrukt dat spieren enkel actief kunnen verkorten, maar niet actief kunnen verlengen AV Biologie 15 Techniek-wetenschappen

15 Leerplandoelstellingen 26) Uit waarnemingen de macroscopische bouw van een skeletspier kunnen beschrijven. 26) + 27) Het is aan te raden hiervoor gekookt vlees te ontrafelen, eventueel te kleuren en met een microscoop te bestuderen. 27) Uitgaande van microscopische observaties of beeldmateriaal van dwarsgestreept en glad spierweefsel, het onderscheid tussen deze twee weefseltypen kunnen verwoorden. 28) Enkele voorbeelden van dwarsgestreept en glad spierweefsel in het lichaam kunnen situeren. 29) Kunnen verwoorden dat spiercontractie totstandkomt door het inkorten van spierfibrillen in de spiervezels. 30) Enkele voorbeelden van beweging, veroorzaakt door spierwerking, kunnen beschrijven. 31) Beweging en bewegingsstructuren bij enkele ongewervelde dieren kunnen beschrijven en verklaren hoe de beweging totstandkomt. (U) 32) Vormen van beweging bij hogere planten kunnen beschrijven. (U) 29) De microscopische waarnemingen worden gebruikt om de spiercontractie te verduidelijken. De spierwerking moet zeker niet op elektronenmicroscopisch niveau verklaard worden. 30) Enkele bewegingen van het lichaam zoals beweging van ledematen, peristaltiek, uitzetten en vernauwen van bloedvaten, kloppen van het hart of adembewegingen worden als spierbewegingen verklaard. Bij de beweging van de ledematen wordt het belang van het skelet benadrukt. 31) Op enkele ongewervelde dieren, zoals bv. een insect, een aardworm en enkele eencellige organismen worden beweging en bewegingsstructuren vastgesteld. Het bewegingsmechanisme kan verklaard worden. Bij eencellige organismen kan verwezen worden naar analoge bewegingen van menselijke cellen. 32) Als beweging bij hogere planten kunnen nastieën (bv. hangen van de bladeren bij aanraking van kruidje-roer-meniet) en tropieën (bv. groei van de stengel naar het licht) waargenomen worden. 33) Uitgaande van voorbeelden kunnen aantonen dat fysische en psychische factoren een invloed op de kliersecretie uitoefenen. 34) Aan de hand van voorbeelden de bouw van een exocriene en een endocriene klier kunnen beschrijven en de aanpassingen aan haar functie kunnen opnoemen. 34) Op een exocriene klier kan macroscopisch de afvoergang waargenomen worden. Op een micropreparaat van een exocriene en een endocriene klier wordt de aan- of afwezigheid van afvoerkanalen waargenomen. Van verschillende organen wordt opgemerkt dat ze zowel een exocrien als een endocrien deel bezitten. AV Biologie 16 Techniek-wetenschappen

16 Leerplandoelstellingen 35) Een inhoud kunnen geven aan het begrip hormoon Coördinatie van reacties op prikkels! Opbouw van het zenuwstelsel en het hormonaal stelsel! Functie van deze stelsels en hun belangrijkste delen Leerplandoelstellingen 36) Kunnen verwoorden dat de reacties op prikkels door het zenuwstelsel en/of het hormonaal stelsel gecoördineerd worden. 36) Met voorbeelden kan worden aangetoond dat de reactie op een prikkel meestal in een ander orgaan totstandkomt dan in de receptor. Hieruit kan afgeleid worden dat een schakel noodzakelijk is. Het zenuwstelsel en/of het hormonaal stelsel vervullen deze coördinerende functie. 37) Op een model of een schets de belangrijkste delen van het zenuwstelsel kunnen aanduiden en benoemen. 38) Op hersenen van een dier of op een model of op schetsen de belangrijkste hersendelen kunnen aanduiden en benoemen. 38) + 39) Als dierlijk materiaal kan bij de slager schapen- of varkenshersenen en een stukje wervelkolom met ingesloten zenuwweefsel bekomen worden. 39) Op dierlijk materiaal, een micropreparaat, een model of een schets van een dwarse doorsnede van het ruggenmerg, de delen met in- en uittredende zenuwen kunnen aanduiden en benoemen. 40) Op een micropreparaat, een microdia, een model of een schets, de delen van een zenuwcel kunnen aanduiden, benoemen en hun functie beschrijven. 41) Het doorgeven van de impuls doorheen zenuwcellen op een eenvoudige manier kunnen uitleggen. 42) De bouw van een reflexboog met sensorische en motorische zenuwcellen kunnen weergeven en het begrip reflex een inhoud kunnen geven. 41) Op het mechanisme van de impulsgeleiding wordt niet ingegaan. 42) Uitgaande van de kniepees- of terugtrekreflex wordt inhoud gegeven aan het begrip reflex. De bouw van de reflexboog wordt met een schets verduidelijkt. AV Biologie 17 Techniek-wetenschappen

17 Leerplandoelstellingen 43) De functies van de enkele hersendelen kunnen afleiden uit de gevolgen van letsels aan de hersendelen. 44) Het onderscheid kunnen verwoorden tussen centraal en perifeer, willekeurig en onwillekeurig zenuwstelsel. 45) Met een eenvoudig voorbeeld het effect van een hormoon kunnen illustreren. 46) Met een eenvoudig voorbeeld de coördinerende werking van het endocrien stelsel kunnen aantonen. 47) Met een concreet voorbeeld kunnen illustreren hoe het zenuwstelsel en het endocrien stelsel als geheel voor de coördinatie van reacties op prikkels instaan. (U) 43) Het inzicht in de wetenschappelijke werk- en denkmethode voor het verzamelen van die kennis is belangrijker dan een gedetailleerde hersenkaart. 44) Naar de ligging van de delen van het zenuwstelsel wordt onderscheid gemaakt tussen centraal en perifeer zenuwstelsel. Steunend op de functies wordt met voorbeelden bovendien onderscheid gemaakt tussen willekeurig en onwillekeurig zenuwstelsel. 45) Dit punt blijft best beperkt tot de hormonen die betrokken zijn bij het totstandkomen van de secundaire geslachtskenmerken. Dit geeft ook de kans om via de functies van die secundaire geslachtskenmerken in te gaan op relatievorming en seksualiteit. De hormonale regeling van de menstruele cyclus komt in de derde graad uitgebreid aan bod. 46) Hiervoor kan onder meer volgend voorbeeld aan bod komen: regeling van het glucosegehalte in het bloed door de alvleesklier. 47) De samenwerking tussen beide coördinatiestelsels kan geïllustreerd worden aan de hand van een schema (bv. adrenaline-afscheiding bij stress, melkafscheiding bij het zuigen...) 5.2 Tweede leerjaar Classificatie van organismen! Observatie van de verscheidenheid van organismen op het terrein en eerste verwerking van de gegevens in de klas! Classificatie van planten! Classificatie van dieren! Kenmerken van zwammen, prokaryoten en protisten! Synthese: classificatie in vijf rijken AV Biologie 18 Techniek-wetenschappen

18 Leerplandoelstellingen 1) Door vergelijking van organismen op het terrein kunnen vaststellen dat bepaalde organismen meer onderlinge overeenkomsten vertonen dan andere. 2) Uit deze overeenkomsten normen kunnen vooropstellen waardoor een groepering kan bekomen worden. 3) Kunnen verantwoorden dat groepering van organismen veelal teruggaat op individueel gekozen normen. 4) De noodzaak van een algemeen geldend classificatiesysteem kunnen verwoorden. 5) Criteria kunnen opnoemen om binnen het plantenrijk wieren, mossen, varenplanten en zaadplanten van elkaar te onderscheiden. 6) Criteria kunnen opnoemen om binnen de zaadplanten de afdelingen bedekt- en naaktzadige planten van elkaar te onderscheiden. 1) + 2) + 3) + 4) Na een voorbereidende organisatorische les wordt een bezoek gebracht aan een biotoop (wegberm, weide, vijver, braakland, park...) in de omgeving van de school. De leerlingen kunnen met eenvoudige zoekkaarten enkele organismen op naam brengen. Door het gebruik van zoekkaarten zal de observatie gericht zijn op het herkennen van morfologische gelijkenissen en verschillen tussen organismen. Het terreinwerk biedt ook de mogelijkheid gekende begrippen, nodig bij de latere classificatie in de klas, te herhalen en in te oefenen. De les kan uitlopen in een korte geleide wandeling door de biotoop waarbij nog een aantal organismen herkend en benoemd worden. In de volgende stap wordt aan de leerlingen gevraagd om de geobserveerde organismen te groeperen volgens zelf gekozen en duidelijk omschreven normen. De bekomen systemen worden met elkaar vergeleken en men komt tot de conclusie dat er geen eenduidigheid is. Na het terreinwerk en de verwerking van de gegevens in de klas moet de noodzaak van een algemeen geldend classificatiesysteem duidelijk zijn. Tevens kan reeds het besef groeien dat organismen niet willekeurig verspreid in het milieu voorkomen. (een alternatieve didactische wenk: zie noot, blz. 22). 5) Door observatie worden de kenmerken van bouw en voortplanting van zaadplanten, varenplanten, mossen en meercellige wieren onderzocht. Het is hier wenselijk een reeks opgegeven macroscopische en microscopische kenmerken, zoals aanwezigheid van bebladerde stengels, wortels, transportweefsel... te onderzoeken. Op die manier kunnen die verschillende plantengroepen als afdelingen van elkaar onderscheiden worden. Voor de leerlingen die slechts één uur biologie gekregen hebben in het tweede leerjaar van de eerste graad, zal het noodzakelijk zijn om het begrip vaatbundel aan te brengen. (6) Bij een aantal vruchten en kegels lokaliseren de leerlingen de ligging van de zaden. Uit waarnemingen leiden ze af dat bij vruchten de zaden volledig omsloten liggen door een vruchtwand terwijl bij kegels de zaden vrij op schubben liggen. De ligging van de zaden ten overstaan van de vruchtwand kan als criterium gebruikt worden om binnen de zaadplanten bedekt- en naaktzadige planten van elkaar te onderscheiden. AV Biologie 19 Techniek-wetenschappen

19 Leerplandoelstellingen 7) Criteria kunnen opnoemen om binnen de afdeling van de bedektzadige planten de twee klassen (één- en tweezaadlobbige planten) van elkaar te onderscheiden. 8) Criteria kunnen opnoemen om binnen het dierenrijk de stam van de chordadieren van de overige stammen van het dierenrijk te onderscheiden. 9) Criteria kunnen opnoemen om binnen de stam van de chordadieren de klassen van gewervelde dieren van elkaar te onderscheiden. 10) Criteria kunnen opnoemen om de acht stammen van ongewervelde dieren van elkaar te onderscheiden. 11) Criteria kunnen opnoemen om binnen een willekeurige stam van ongewervelde dieren de klassen van elkaar te onderscheiden. 7) Men kan ook hier de leerling via waarnemingen, zelfstandig tot de verdere indeling van de bedektzadige planten laten komen steunend op het aantal zaadlobben, bladnervatuur, wortelstelsel, bloemgetal en ligging van de vaatbundels. Dit kan gebeuren aan de hand van plantenmateriaal, kiemproeven, modellen en schetsen. 8) De aanwezigheid van een chorda (een primitief steunapparaat dat meestal functioneel vervangen wordt door een wervelkolom) wordt als criterium aangebracht om de stam van de chordadieren te onderscheiden van de overige stammen van het dierenrijk. 9) Het werk kan hier beperkt blijven tot een selectief verzamelen en herhalen van informatie rond huidbedekking, transportstelsel, lichaamstemperatuur, ademhalingswijze en voortplanting. Men kan hier eens de kans grijpen om zinvol groepswerk en opzoekingswerk te organiseren 10) De leerlingen leren een reeks criteria zoals symmetrie, geleding, uitwendig skelet, gepaarde en gelede aanhangsels... hanteren. Gebruik van levend materiaal, opgezette dieren, vloeistofpreparaten, eventueel aangevuld met beeldmateriaal, is noodzakelijk bij de observatieopdracht. De stammen van ongewervelde dieren worden in een overzichtelijk schema samengebracht en de gebruikte groeperingsnormen worden opgesomd. De leerlingen kunnen hierbij als opdracht krijgen, steunend op de opgesomde groeperingsnormen, zelf een dichotome determineersleutel te ontwerpen. Zo zullen ze vlotter hun weg kunnen vinden in uitgebreidere determineersystemen zoals determinatietabellen voor zoetwater- en bodemdieren, flora's... 11) Ook hier volstaat het een aantal relevante kenmerken vast te stellen om binnen een willekeurige stam van ongewervelde dieren de klassen te onderscheiden. Dit gebeurt met levend materiaal, opgezette dieren, vloeistofpreparaten, eventueel aangevuld met beeldmateriaal. Ook hier is het opstellen van een dichotome determineertabel zeer zinvol. AV Biologie 20 Techniek-wetenschappen

20 Leerplandoelstellingen 12) Door observatie relevante kenmerken kunnen aangeven waardoor zwammen, protisten en prokaryoten kunnen onderscheiden worden, zowel onderling als van planten en dieren. 13) Een systematische indeling van de levende organismen in het vijfrijkensysteem op basis van eenduidige criteria kunnen weergeven. 14) De lagere taxonomische niveaus (orde, familie, geslacht, soort) aan de hand van een voorbeeld kunnen aangeven. 15) De omstreden systematische plaats van virussen kunnen bespreken. 16) Op basis van de geziene taxonomische kenmerken enkele duidelijke voorbeelden van organismen binnen de geziene taxonomie kunnen plaatsen en die keuze kunnen verantwoorden. 12) Voor de studie van de zwammen zijn de gewone champignon en beschimmeld brood aangewezen waarbij men door microscopische observatie bouw en voortplanting eventjes kan toelichten. Om de groep van de protisten te kenmerken kan een hooiinfuus of een zuivere cultuur van pantoffeldiertjes, oogdiertjes... microscopisch onderzocht worden. Deze waarnemingen, aangevuld met passend beeldmateriaal, laten toe relevante kenmerken van deze groep organismen te geven: aan- of afwezigheid van een celkern, aan- of afwezigheid van bladgroen, één- of meercellig... 13) Als synthese worden de bestudeerde organismen in het vijfrijkensysteem geclassificeerd. De synthese wordt verder aangevuld met een eenvoudige indeling van het planten- en het dierenrijk. (zie bijlage, blz. 25) 14) De taxonomische hiërarchie kan bijvoorbeeld uitgewerkt worden aan de hand van de soort Homo sapiens sapiens L. (recente mens), herderstasje... 15) Met relevant fotomateriaal kan de structuur en de wijze van vermenigvuldigen van virussen bondig besproken worden. De vraag of een virus nu levend of levenloos is, kan gesteld worden. Daaruit zal blijken dat het gangbare vijfrijkensysteem wellicht nog voor verbetering vatbaar is. 16) Als synthese kan men een aantal niet-bestudeerde organismen binnen de geziene taxonomie klasseren. AV Biologie 21 Techniek-wetenschappen

21 NOOT: Een andere mogelijkheid bij de afwikkeling van de leerinhoud 'classificatie van organismen' bestaat erin de macroscopische waarnemingen van het terreinwerk aan te vullen met microscopische observaties en microfoto's van pantoffeldiertjes, gisten, broodschimmel, bacteriën... (doelstelling 12, didactische wenk 12). Na de bevinding dat groepering van organismen veelal teruggaat op individueel gekozen normen, wordt het vijfrijkensysteem aangeboden (doelstelling 13). De gevonden organismen worden in het vijfrijkensysteem gerangschikt. De leerlingen kunnen, steunend op hun voorkennis, reeds enkele criteria opsommen om binnen het vijfrijkensysteem tot een verdere indeling te komen. Die criteria worden in de volgende lessen verder uitgediept. Stelselmatig zal de systematische indeling van de levende organismen in het vijfrijkensysteem op basis van eenduidige criteria aangroeien (doelstelling 13 en didactische wenk 13). Na doelstellingen 1, 2, 3 en 4 komen dus doelstellingen 12 en 13 en daarna volgen de doelstellingen 5 tot en met 11. Doelstelling 13 wordt dan nog eventjes als synthese hernomen, waarna de doelstellingen 14, 15 en 16 aan bod komen Het leven van organismen in hun biotoop! Interactie- en groepsvormen bij organismen! Communicatie bij dieren! Gedrag (aangeleerd, aangeboren) (U)! Relaties tussen biotische en abiotische factoren! Invloed van de mens op het samenleven van organismen! Belang van duurzame ontwikkeling Leerplandoelstellingen 17) Uit informatie in verband met de wederzijdse invloed van organismen enkele interactievormen kunnen omschrijven en onderling vergelijken. 17) Bij de verwerking van de wederzijdse invloed van organismen kunnen volgende vragen aan bod komen:! Tussen welke organismen treedt de interactie op?! In welk milieu (biotoop) treedt de interactie op?! Hoe worden deze organismen door de samenlevingsvorm beïnvloed?! Heeft deze interactie een blijvend karakter? Zijn de betrokken organismen noodzakelijk op elkaar aangewezen? Het verwerken van de informatie kan via parallel groepswerk of door een leergesprek gebeuren. Uit de geformuleerde antwoorden kan men bepaalde interactievormen overzichtelijk en schematisch weergeven. Begrippen als parasitisme, mutualisme... krijgen hierdoor betekenis. Uit de aangeboden informatie zal blijken dat er niet alleen beïnvloeding voorkomt tussen organismen van verschillende soort, maar dat ook soortgenoten interacties vertonen. AV Biologie 22 Techniek-wetenschappen

22 Leerplandoelstellingen 18) De betekenis van groepsvorming voor de betrokken organismen kunnen verwoorden. 19) Aanpassingen van statenvormende insecten aan het groepsleven kunnen formuleren (U). 20) Uit informatie over het groepsleven bij dieren kunnen vaststellen dat onderlinge communicatie noodzakelijk is voor het goed functioneren van de groep. 21) Voor enkele communicatievormen de methoden en de functies bij de overdracht van informatie kunnen verwoorden. 22) De verschillen tussen aangeboren en aangeleerd gedrag met voorbeelden illustreren. (U) 23) Met voorbeelden de begrippen ecosysteem, levensgemeenschap, habitat en ecologische niche kunnen uitleggen. 18) Dat het al of niet in groepsverband met soortgenoten voorkomen een betekenis heeft onder andere bij de overlevingskans, het in stand houden van de soort... kan met de leerlingen besproken worden. 19) Bij deze samenlevingsvormen kan gewezen worden op de relatie tussen de lichaamsbouw en de plaats die het organisme in het groepsleven inneemt. 20) + 21) Bij de bespreking van interacties tussen organismen (van dezelfde of verschillende soort) kunnen de leerlingen aanvoelen dat bij dieren de mogelijkheid bestaat om contacten te leggen. Soortgenoten bezitten technieken waarmee ze informatie uitwisselen en elkaar stimuleren tot bepaalde reacties in verband met gemeenschappelijke veiligheid, territoriumafbakening, voedselvoorziening, bereidheid tot paren... Bij het uitwerken van dit aspect in verband met het samenleven kan men komen tot enkele algemene communicatietechnieken (chemische, gevoels-, gehoor- en gezichtsprikkels). Hierbij kan worden benadrukt dat dieren vaak heel andere communicatievormen dan de mens gebruiken. Deze communicatievormen blijken wel doeltreffend te zijn. Uit experimenten van Tinbergen, Von Frisch kunnen communicatiesystemen ontraadseld worden. 22) Tijdens een brainstorming wordt gezocht naar een aantal gedragingen die verwijzen naar aangeboren en aangeleerd gedrag. Ook nu weer kan de leraar de discussie verbreden door te verwijzen naar de experimenten van Von Frisch. Daarnaast kunnen ook de experimenten van Pavlov besproken worden. Speciale aandacht kan ook gaan naar het menselijk gedrag dat dikwijls cultureel gebonden is. Hiervoor vinden we dankbare aanvullingen in de boeken van Desmond Morris. 23) Dat zowel biotische als abiotische factoren een rol spelen bij de verspreiding van organismen kan uit de terreinstudie worden afgeleid. De begrippen ecosysteem en levensgemeenschap kunnen gemakkelijk gedefinieerd worden. De plaats (habitat) en de functie (ecologische niche) kunnen met tal van voorbeelden geïllustreerd worden:! nichevorming in verband met de voeding (pimpelmees, koolmees);! nichevorming door het verleggen van de activiteit op verschillende tijdstippen (dag- en nachtroofvogels);!... AV Biologie 23 Techniek-wetenschappen

23 Leerplandoelstellingen 24) Successie, climax, en dynamiek van een ecosysteem met een voorbeeld kunnen toelichten. 25) Kunnen afleiden dat de mens een regulerende invloed (positief of negatief) uitoefent op de samenleving van organismen. 26) Tot het inzicht komen dat er samenwerking moet bestaan tussen natuurbescherming en andere menselijke belangen. 27) Het belang van duurzame ontwikkeling' aantonen. 28) Documentatie in verband met duurzame ontwikkeling via elektronische dragers en via Internet raadplegen en verwerken. Ook kan erop gewezen worden dat soorten die in geografisch gescheiden gebieden leven soms een sterk gelijkende ecologische niche vormen, bv. de buideldieren in Australië en de placentale zoogdieren in de rest van de wereld. 24) Elke wijziging van een abiotische en biotische factor in een levensgemeenschap brengt er ook verandering in teweeg. Een geleidelijke verandering van een levensgemeenschap (successie) die leidt tot een toestand van evenwicht (climax) kan men vrij goed waarnemen in een hooiafgietsel. In de natuur kan men het proces in veel trager tempo volgen bij een verlandende vijver, bij de overgang van slikke naar schorre... De invloed van de dynamiek wordt ook duidelijk bij de vergelijking van een hooiland met een goed bemest weiland, bij het effect van betreding in de zones op en naast een wandelpad, bij een voetbalveld... Telkens kan men aantonen dat de soortenrijkdom afneemt naarmate de dynamiek van het milieu toeneemt. 25) + 26) Als afsluitend thema kan men de plaats van de mens in het geheel toelichten. Bij milieuvervuiling spelen onder meer industrie, toerisme, landbouw... een rol. Uit zulke vaststellingen kan de regulerende invloed (positief of negatief) van de mens op organismen onderzocht worden. Ook kan gewezen worden op het belang van milieu- en landbouworganisaties bij het beheer van natuurgebieden en bij het herstellen en in stand houden van de natuurlijke omstandigheden in zulke zones. Het doel van deze lessenreeks is de leerlingen te stimuleren een ecologisch en ethisch bewuste houding aan te nemen ) Leerlingen hebben diverse aspecten van ecologie bestudeerd en komen tot het inzicht dat duurzame ontwikkeling moet nagestreefd worden. Duurzame ontwikkeling moet leiden tot het vrijwaren en beschermen van diverse milieus zonder de essentiële ecologische processen, de biologische diversiteit of voor het leven onmisbare systemen te raken. Dit thema vormt een ideale voedingsbodem voor zelfstandig opzoekingswerk. AV Biologie 24 Techniek-wetenschappen

24 Bijlage: Het vijfrijkensysteem van Whittaker. - Eenvoudige dichotome determineertabel voor het vijfrijkensysteem: geen echte kern: het erfelijk materiaal ligt niet opgesloten in een membraan, maar komt vrij in het celplasma voor: Prokaryoten (Bacteriën en Blauwwieren) echte kern eencellige organisemen: Protisten (Eencelligen) meercellige organismen: autotroof: Planten heterotroof: wel celwand: Zwammen geen celwand Dieren Men bedenke hierbij dat heterotrofe bedektzadigen niet in deze determineertabel passen.! In het rijk van de planten onderscheidt men volgende afdelingen: afdeling van de bedektzadige planten, afdeling van de naaktzadige planten, afdeling van de varenplanten, afdeling van de mossen, afdeling van de wieren (blauwwieren en ééncellige wieren niet inbegrepen).! In het rijk van de dieren onderscheidt men volgende stammen: stam van de chordadieren, stam van de sponsen, stam van de holtedieren, stam van de platwormen, stam van de rondwormen, stam van de gelede wormen, stam van de weekdieren, AV Biologie 25 Techniek-wetenschappen

25 stam van de geleedpotigen, stam van de stekelhuidigen. 6 EVALUATIE Men kan stellen dat de doelstellingen binnen dit leerplan in een drietal componenten uiteenvallen:! cognitieve component,! vaardigheden,! attitudes. Niet elke component is even sterk in elk leerjaar vertegenwoordigd: waar in het eerste leerjaar van de tweede graad de cognitieve component het sterkst is, verschuift dit in het tweede leerjaar iets meer naar vaardigheden en attitudes. Dit betekent meteen dat elk van de drie componenten in de evaluatie zullen meespelen. Voor het cognitieve niveau is dit zonder meer duidelijk; vaardigheden en attitudes liggen minder voor de hand. Men mag zich niet laten verleiden een reproductie van een classificatie in het tweede leerjaar te vragen, waar in de lessen onderzoek en determinatie centraal staan. In zulke situaties ligt het ook voor de hand de leerlingen bijvoorbeeld een totnogtoe onbekend organisme te laten determineren en classificeren, of een aantal organismen naar eigen inzicht te laten indelen en deze indeling te laten motiveren. Attitudes en onderzoeksvaardigheden horen systematisch geobserveerd te worden. Geschikte lessen hiervoor zijn deze waar gezamenlijk een probleemstelling opgelost wordt, lessen waar biosociale problemen in een open gesprek aan bod komen, leerlingenproeven... Als handreiking bij de evaluatie kunnen één of enkele van de volgende aspecten beoordeeld worden: leergierigheid en interesse, zin voor samenwerking, luisterbereidheid, inzet en doorzetting, verzorging van een proef en de kwaliteit van het verslag. Het cognitieve aspect laat zich zowel summatief als formatief evalueren. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de aard van het gewenste kennisniveau en de aard van de vraag. Biologie mag geen louter blokvak zijn. Men zal enerzijds een aantal reproductieve vragen stellen waarin encyclopedische kennis getoetst wordt, maar anderzijds verdienen begrijpen, toepassen, analyseren en synthetiseren ook een eigen plaats in het evaluatieproces. Deze niveaus worden best door middel van verschillende vraagtypes getoetst. Een goed examen of toets moet aan de leerlingen alle niveaus aanbieden in een sterk gevarieerde vraagvorm. Een toets mag niet alleen uit open vragen bestaan. Meestal zijn de antwoorden zeer breed en vragen in feite naar een weergave van één of ander hoofdstuk van de cursus. Wanneer de vraag begrensd wordt, wordt een zekere mate van verwerking verwacht, de leerlingen moeten een beperkte synthese van de leerstof kunnen maken. Tabelinvullingen kunnen ook zinvol zijn om feitelijke kennis te toetsen (classificatie, types van weefsels, functies van structuren...). Tabellen verbeteren snel en geven een relatief objectief, maar zeer beperkt beeld van de kennis van de leerling. Wanneer verwacht wordt dat ze nieuw materiaal keurig kunnen classificeren, dan wordt nagegaan of ze de leerstof kunnen toepassen. Het benoemen van een nieuw schema toetst op de grens tussen toepassen en analyseren. AV Biologie 26 Techniek-wetenschappen

26 Meerkeuzevragen houden altijd een zeker analyseniveau in. De kwaliteit van de vraag hangt af van de keuze van de afleiders. Het is echter niet gemakkelijk om degelijke afleiders te maken; bovendien behoort gokken steeds tot de mogelijkheden. Meerkeuzevragen worden dan ook zinvoller wanneer men het gekozen antwoord laat motiveren, temeer daar de leraar ook een goede feedback krijgt in verband met de vraagstelling. Het beeldmateriaal neemt in de lessen Biologie een zeer prominente plaats in. Vragen met schema s en afbeeldingen zijn dan ook een noodzaak. Binnen dit soort vragen varieert het kennisniveau tussen kennen en synthetiseren. Het zuiver reproductief invullen van een schema uit de lessen toetst kennis, het herkennen van structuren in een nieuw schema (oog, oor...) wordt toepassen, het interpreteren van een grafiek vereist analyse, het voorstellen van een experiment in een overzichtelijk schema kan een synthese vormen. Proeven vormen de basis van de natuurwetenschappelijke methode. Een proefbeschrijving, waarneming en besluit moeten dan ook op een of andere manier in de evaluatie betrokken worden: aangeboden informatie in een tabel kunnen begrijpen, een hypothese kunnen formuleren over een bepaald probleem, een probleem kunnen analyseren door het voorstellen van een bepaalde proef... Al deze types van vragen kunnen zowel mondeling als schriftelijk aan bod komen. Het is logisch dat deze manier van vraagstellen ook tijdens de korte toetsen onder het jaar aan bod komt; zo kunnen de leerlingen gevolgd en bijgestuurd worden en komen ze niet voor verrassingen te staan tijdens de examens. 7 MINIMALE MATERIELE VEREISTEN 7.1 Didactische infrastructuur! Vaklokaal biologie! Demonstratie- en werktafel voor de leraar! Voorziening voor water en elektriciteit! Opbergruimte 7.2 Didactisch materiaal Organismen! In relatie met het milieu terrein voor biotoopstudie in de schoolomgeving! In de klas organismen en delen ervan insluitpreparaten (macro- en micropreparaten) Vervangende leermiddelen! Driedimensionale modellen! Tweedimensionale modellen foto s en microdia s AV Biologie 27 Techniek-wetenschappen

Eerste graad A-stroom

Eerste graad A-stroom EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van

Nadere informatie

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Eindtermen educatief project Korstmossen, snuffelpalen van ons milieu 2 de en 3 de graad SO Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke

Nadere informatie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie EINDTERMEN Bosbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde De mens en het landschap Het landelijk landschap 22 milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden

Nadere informatie

1 Eindtermen. 1.1 Onderzoekend leren. 1.2 Wetenschap en samenleving

1 Eindtermen. 1.1 Onderzoekend leren. 1.2 Wetenschap en samenleving 1 Eindtermen Hieronder volgt een opsomming van eindtermen voor de tweede graad (nl. onderzoekend leren (eindtermen 1 t.e.m. 12), wetenschap en samenleving (eindtermen 13 t.e.m. 21) en attitudes (22* t.e.m.

Nadere informatie

BIOLOGIE TWEEDE GRAAD ASO (ECONOMIE, GRIEKS, GRIEKS-LATIJN, HUMANE WETENSCHAPPEN, LATIJN, SPORTWETENSCHAPPEN) LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

BIOLOGIE TWEEDE GRAAD ASO (ECONOMIE, GRIEKS, GRIEKS-LATIJN, HUMANE WETENSCHAPPEN, LATIJN, SPORTWETENSCHAPPEN) LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS BIOLOGIE TWEEDE GRAAD ASO (ECONOMIE, GRIEKS, GRIEKS-LATIJN, HUMANE WETENSCHAPPEN, LATIJN, SPORTWETENSCHAPPEN) LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS september 2006 LICAP BRUSSEL BIOLOGIE TWEEDE GRAAD ASO (ECONOMIE,

Nadere informatie

Nieuwe leerplandoelstellingen voor Opmerkingen. Inhoud leerwerkboeken

Nieuwe leerplandoelstellingen voor Opmerkingen. Inhoud leerwerkboeken Inhoud leerwerkboeken e leerplandoelstellingen voor 2015-2016 D/2015/7841/015 EUREKA!1A Thema 1 Zintuigen 1 Inleiding 1.1 Prikkel, reactie en zintuig B52 Uit waarnemingen afleiden of illustreren dat spierbewegingen

Nadere informatie

Uit waarnemingen en voorbeelden de relatie prikkel-reactie vaststellen

Uit waarnemingen en voorbeelden de relatie prikkel-reactie vaststellen School: Vak: AV Biologie Leerplan: D/2012/7841/003 Handboek: Biogenie 3.1 (leerboek + werkboek) Leerkracht: Graad: 2de graad ASO Leerjaar: 1ste leerjaar Aantal lestijden/week: 1u/week Schooljaar: les leerplan

Nadere informatie

Uit waarnemingen en voorbeelden de relatie prikkel- reactie vaststellen

Uit waarnemingen en voorbeelden de relatie prikkel- reactie vaststellen School: Vak: AV Biologie Leerplan: D/2012/7841/004 Handboek: Biogenie 3.2 (leerboek + werkboek) Leerkracht: Graad: 2de graad ASO Leerjaar: 1ste leerjaar Aantal lestijden/week: 2u/week Schooljaar: les leerplan

Nadere informatie

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. BIOLOGIE Tweede graad TSO

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. BIOLOGIE Tweede graad TSO VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS BIOLOGIE Tweede graad TSO BIO-ESTHETIEK LICHAMELIJKE OPVOEDING EN SPORT TOPSPORT Licap - Brussel - september 2001 ALGEMENE

Nadere informatie

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO Federatie Steinerscholen Vlaanderen v.z.w. Gitschotellei 188 2140 Borgerhout Februari 2013 Gelijkwaardig verklaarde eindtermen

Nadere informatie

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso)

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso) (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen Derde graad Techniek-wetenschappen Studierichting Techniek-wetenschappen de graad Een woordje uitleg over de studierichting... Logisch denken Laboratoriumwerk

Nadere informatie

LEREN CLASSIFICEREN. Classificatie van ongewervelde dieren. Werkblad Niveau 3

LEREN CLASSIFICEREN. Classificatie van ongewervelde dieren. Werkblad Niveau 3 LEREN CLASSIFICEREN Classificatie van ongewervelde dieren Werkblad Niveau 3 In de tentoonstellingszalen van het museum krijg je een overweldigend beeld van de grote verscheidenheid aan dieren. Op basis

Nadere informatie

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. BIOLOGIE Tweede graad TSO

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. BIOLOGIE Tweede graad TSO VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS BIOLOGIE Tweede graad TSO BIO-ESTHETIEK HANDEL HANDEL-TALEN LICHAMELIJKE OPVOEDING EN SPORT SOCIALE EN TECHNISCHE WETENSCHAPPEN

Nadere informatie

BIOGENIE 3.2 DEEL 1: ORGANISMEN ONTVANGEN PRIKKELS UIT HUN OMGEVING

BIOGENIE 3.2 DEEL 1: ORGANISMEN ONTVANGEN PRIKKELS UIT HUN OMGEVING BIOGENIE 3.2 DEEL 1: ORGANISMEN ONTVANGEN PRIKKELS UIT HUN OMGEVING Definitie kunnen geven van een prikkel (p.11) Definitie kunnen geven van een receptor (p.11) A) HET OOG De volgende delen van het oog

Nadere informatie

Studiegebied. (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen. Derde graad...

Studiegebied. (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen. Derde graad... Studiegebied (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen Derde graad... Techniek-wetenschappen STUDIEGEBIED CHEMIE Studierichting Techniek-wetenschappen de graad Een woordje uitleg over de studierichting...

Nadere informatie

Onderwijsinspectie Vlaanderen

Onderwijsinspectie Vlaanderen 1. Doel practica in ASO, KSO en TSO Onderwijsinspectie Vlaanderen Hoe is het in de praktijk gesteld met het uitvoeren van leerlingenproeven? Het empirisch karakter van het vak tot uiting brengen Leerlingen

Nadere informatie

Eindtermen Natuurwetenschappen. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs.

Eindtermen Natuurwetenschappen. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs. 11 januari 2010 MOTIVERING VOOR HET INDIENEN VAN VERVANGENDE EINDTERMEN NATUURWETENSCHAPPEN Een belangrijk onderscheid tussen de door de Vlaamse regering

Nadere informatie

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. BIOLOGIE Tweede graad ASO

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. BIOLOGIE Tweede graad ASO VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS BIOLOGIE Tweede graad ASO Brussel Licap: september 2002 INHOUD 1 BEGINSITUATIE... 5 2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN... 6 3 ALGEMENE

Nadere informatie

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. BIOLOGIE Tweede graad TSO TOERISME

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. BIOLOGIE Tweede graad TSO TOERISME VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS BIOLOGIE Tweede graad TSO TOERISME Licap - Brussel - - september 2001 Deze brochure bevat het leerplan AV BIOLOGIE 2de

Nadere informatie

BIOLOGIE TWEEDE GRAAD TSO PLANT-, DIER- EN MILIEUTECHNIEKEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. September 2003 LICAP BRUSSEL D/2003/0279/026

BIOLOGIE TWEEDE GRAAD TSO PLANT-, DIER- EN MILIEUTECHNIEKEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. September 2003 LICAP BRUSSEL D/2003/0279/026 BIOLOGIE TWEEDE GRAAD TSO PLANT-, DIER- EN MILIEUTECHNIEKEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS September 2003 LICAP BRUSSEL BIOLOGIE TWEEDE GRAAD TSO PLANT-, DIER- EN MILIEUTECHNIEKEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

Nadere informatie

BIOTOOPSTUDIE HET BOS

BIOTOOPSTUDIE HET BOS BIOTOOPSTUDIE HET BOS DOELEN Met dit educatief pakket, ontwikkeld door de natuur- en milieueducatie dienst van de Provincie West-Vlaanderen worden belangrijke doelen en leerplandoelstellingen bereikt in

Nadere informatie

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten Beste leerkracht, De missie van de Hoge Rielen is om ruimte te scheppen voor het opdoen van nieuwe ervaringen, te ontdekken, te activeren

Nadere informatie

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke eindtermen voor wetenschappen Gemeenschappelijke eindtermen gelden voor het geheel van de wetenschappen.

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A1 Vaardigheden Domein A2 Analyse

Nadere informatie

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. BIOLOGIE Tweede graad TSO BIOTECHNISCHE WETENSCHAPPEN

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. BIOLOGIE Tweede graad TSO BIOTECHNISCHE WETENSCHAPPEN VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS BIOLOGIE Tweede graad TSO BIOTECHNISCHE WETENSCHAPPEN Licap - Brussel - - september 2001 INHOUD 1 BEGINSITUATIE... 5 2

Nadere informatie

Examenprogramma biologie vwo

Examenprogramma biologie vwo Examenprogramma biologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Structuren

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Inleiding in de biologie

Samenvatting Biologie Inleiding in de biologie Samenvatting Biologie Inleiding in de biologie Samenvatting door C. 1469 woorden 27 september 2016 4,5 6 keer beoordeeld Vak Biologie H1 - Inleiding in de Biologie 1. Wat is Biologie? Doel Je moet in een

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A1 Vaardigheden Domein A2 Analyse

Nadere informatie

Wat is classificatie? = het ordenen van gegevens Volgens criteria Voor iedereen bruikbaar

Wat is classificatie? = het ordenen van gegevens Volgens criteria Voor iedereen bruikbaar Wat is classificatie? = het ordenen van gegevens Volgens criteria Voor iedereen bruikbaar Classificatie in de biologie Aarde telt 8,74 miljoen soorten (Scientias, 24/08/2011) Wetenschappers hebben gepoogd

Nadere informatie

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling. De leerlingen: 1. participeren aan milieubeleid en -zorg op school; 2. herkennen

Nadere informatie

Bijenhotel Handleiding leerkracht

Bijenhotel Handleiding leerkracht Bijenhotel Handleiding leerkracht Aantal lestijden: ± 10 Graad: 2 e Jaar: 2 e Gelinkte vakken: Biologie, wiskunde, I.C.T., fysica, Techniek, Plastische opvoeding 1 Korte inhoud Bijenhotel is een bundel

Nadere informatie

JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar

JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar DEEL 1 Organismen vormen een levensgemeenschap Hoofdstuk 1 Voedselrelaties Hoofdstuk 2 Foto DEEL 2 Organismen planten zich voort Hoofdstuk 1 Voortplanting bij bloemplanten

Nadere informatie

Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A

Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A An Quaghebeur Leraar biologie VLTI - Torhout Vakbegeleider biologie-natuurwetenschappen Bisdom Brugge 1 Waar biologie de grens met ethiek raakt Situering

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Dierenrijk

Werkstuk Biologie Dierenrijk Werkstuk Biologie Dierenrijk Werkstuk door een scholier 671 woorden 27 april 2001 4,7 232 keer beoordeeld Vak Biologie Dieren Je kunt het dierenrijk indelen in 8 groepen: -eencellige - sponzen *geen skelet

Nadere informatie

Kennismaking met natuurwetenschappen

Kennismaking met natuurwetenschappen Kennismaking met natuurwetenschappen 1 De natuurwetenschappen 5 1.1 De natuurwetenschap en de levende natuur 7 1.2 De natuurwetenschap en de niet-levende natuur 8 1.3 De natuurwetenschappelijke methode

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad

Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad Wat zijn OC's? Een eenvoudige definitie van OC is niet voorhanden. Op het internet vind je maar liefst 16 betekenissen voor 'onderzoek' en 31 voor 'competentie'!

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 6

Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting door Saar 879 woorden 10 april 2018 0 keer beoordeeld Vak Biologie Aantekeningen Biologie P3: Homeostase en regelkringen: Bij meercellige organismen: de cellen

Nadere informatie

Leerlingenhandleiding

Leerlingenhandleiding Ordening Leerlingenhandleiding Onderwerp: Ordening Waarom dit practicum: Bij dit practicum ga je werken met de determineertabel. Met de determineertabel kun je gemakkelijk bepalen in welk rijk, orde en

Nadere informatie

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek 1 kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en ontwikkelingsdoelen techniek 2 Ontwikkelingsdoelen techniek Kleuteronderwijs De kleuters kunnen 2.1

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Bijlage 3 Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

Biologie ( havo vwo )

Biologie ( havo vwo ) Tussendoelen Biologie ( havo vwo ) Biologie havo/vwo = Basis Biologische eenheid Levenskenmerk Uitleggen hoe bouw en werking van onderdelen van een organisme bijdragen aan de functies voeding, verdediging

Nadere informatie

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum Derde graad LO A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 Lichamelijke opvoeding Motorische competenties 1.1 De motorische basisbewegingen

Nadere informatie

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)? Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING : ECONOMIE Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept

Nadere informatie

Examenprogramma biologie vwo

Examenprogramma biologie vwo Bijlage 4 Examenprogramma biologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

108 keer beoordeeld 10 maart Biologie samenvatting Thema 4

108 keer beoordeeld 10 maart Biologie samenvatting Thema 4 7,3 Samenvatting door Laura 729 woorden 108 keer beoordeeld 10 maart 2013 Vak Biologie Methode Biologie voor jou Biologie samenvatting Thema 4 1 Bij het ordenen verdeel je een verzameling in groepen met

Nadere informatie

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 44: De leerlingen leren

Nadere informatie

BIOLOGIE TWEEDE GRAAD TSO PLANT-, DIER- EN MILIEUTECHNIEKEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

BIOLOGIE TWEEDE GRAAD TSO PLANT-, DIER- EN MILIEUTECHNIEKEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS BIOLOGIE TWEEDE GRAAD TSO PLANT-, DIER- EN MILIEUTECHNIEKEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL Vervangt leerplan D/2003/0279/026 vanaf 1 september 2015 Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair

Nadere informatie

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader). De volgende vakken komen aan bod Aardrijkskunde Maatschappelijke vorming (MAVO) Nederlands Godsdienst Niet-conventionele zedenleer LEERDOELSTELLINGEN LESFICHE C Door aan de slag te gaan met lesfiche C

Nadere informatie

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 3de graad Creepy Griezelbeesten Handleiding en leerdoelen - 3de graad Partnerwerk Geef de leerlingen de opdracht om een griezelhuis in te richten. Hun taak is om te bepalen welke dieren er in het huis aanwezig zullen

Nadere informatie

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 2de graad Creepy Griezelbeesten Handleiding en leerdoelen - 2de graad Partnerwerk Geef de leerlingen de volgende opdracht. De leerlingen proberen de onderlijnde woorden op hun werkblad in te vullen als invuloefening.

Nadere informatie

Synthese 35 Kruiswoordraadsel 36 Ken je de leerstof? 37. Hoofdstuk 2 Hoe zijn bloemplanten opgebouwd? 38 1 Wat zijn bloemplanten?

Synthese 35 Kruiswoordraadsel 36 Ken je de leerstof? 37. Hoofdstuk 2 Hoe zijn bloemplanten opgebouwd? 38 1 Wat zijn bloemplanten? INHOUD NATURALIS 1 DEEL 1 ORGANISMEN EN HUN BIOTOOP 15 Hoofdstuk 1 Biotoopstudie van het bos 16 1 Wat is een biotoop? 17 2 Energie is alomtegenwoordig 18 3 Observeren is leren 18 3.1 Leren correct meten

Nadere informatie

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN De onderwijsvorm ASO is een breed algemeen vormende doorstroomrichting waarin de leerlingen zich voorbereiden op een academische of professionele bacheloropleiding.

Nadere informatie

Ordening. Planten Dieren Bacteriën Schimmels

Ordening. Planten Dieren Bacteriën Schimmels Ordening Planten Dieren Bacteriën Schimmels Indeling plantenrijk Indeling dierenrijk Planten Kenmerken plantencellen: celwanden celkernen bladgroenkorrels Wieren Sporenplanten Zaadplanten Wieren / Algen

Nadere informatie

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE. Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE. Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week Licap - Brussel - september 1995 INHOUD 1 BEGINSITUATIE... 5 2

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

WETENSCHAPPELIJK TEKENEN

WETENSCHAPPELIJK TEKENEN WETENSCHAPPELIJK TEKENEN TWEEDE GRAAD TSO TECHNIEK-WETENSCHAPPEN COMPLEMENTAIR LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL (Vervangt leerplan D/1998/0279/021A vanaf 1 september 2013) Vlaams Verbond van

Nadere informatie

BIOLOGIE TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN WETENSCHAPPEN-TOPSPORT LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. september 2006 LICAP BRUSSEL D/2006/0279/017

BIOLOGIE TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN WETENSCHAPPEN-TOPSPORT LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. september 2006 LICAP BRUSSEL D/2006/0279/017 BIOLOGIE TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN WETENSCHAPPEN-TOPSPORT LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS september 2006 LICAP BRUSSEL BIOLOGIE TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN WETENSCHAPPEN-TOPSPORT LEERPLAN SECUNDAIR

Nadere informatie

Taxonomen (ca. 1850): Organismen vertonen kenmerken van zowel planten als dieren. Wetenschappers gingen dus op kenmerken letten.

Taxonomen (ca. 1850): Organismen vertonen kenmerken van zowel planten als dieren. Wetenschappers gingen dus op kenmerken letten. Ordening van organismen: vroeger: plantenrijk - dierenrijk Taxonomen (ca. 1850): Organismen vertonen kenmerken van zowel planten als dieren. Wetenschappers gingen dus op kenmerken letten. huidige indeling:

Nadere informatie

Eerste jaar van de eerste graad. Leren leren

Eerste jaar van de eerste graad. Leren leren Eerste jaar van de eerste graad Bij de start van het secundair onderwijs wordt er getracht de leerling een zo breed mogelijke vorming te geven en hem/haar te laten proeven van verschillende vakken. Dit

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA HOE TE GEBRUIKEN Als leerkracht kun je kiezen hoe je dit lespakket gebruikt in de klas. Je kunt de verschillende delen los van elkaar gebruiken, afhankelijk van de beschikbare

Nadere informatie

Waarom een nieuwe reeks?

Waarom een nieuwe reeks? Waarom een nieuwe reeks? didactische vernieuwingen van de eindtermen natuurwetenschappen leerplan AV natuurwetenschappen (2010/004) + het keuzegedeelte wetenschappelijk werk (2010/005) Leerplan inhoudelijke

Nadere informatie

Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1

Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1 Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1 1. Kennis maken met + gebruik maken van de natuurwetenschappelijke methode: 1. Probleem 2. Onderzoeksvraag 3. Hypothese 4. Verzamelen informatie,

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor

Nadere informatie

Peiling natuurwetenschappen eerste graad A-stroom. dr. Daniël Van Nijlen Colloquium 16 juni 2016

Peiling natuurwetenschappen eerste graad A-stroom. dr. Daniël Van Nijlen Colloquium 16 juni 2016 Peiling natuurwetenschappen eerste graad A-stroom dr. Daniël Van Nijlen Colloquium 16 juni 2016 Overzicht De peiling natuurwetenschappen Beschrijving van de steekproef Resultaten van de peiling o Behalen

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde vwo

Examenprogramma scheikunde vwo Examenprogramma scheikunde vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Stoffen

Nadere informatie

Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo)

Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo) Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo) Voor meer informatie zie: Kerndoelen onderbouw Vakportaal Mens & maatschappij Vakportaal Natuur & techniek kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo

Nadere informatie

Inleiding in de biologie

Inleiding in de biologie Examen Voorbereiding Inleiding in de biologie Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 1 Inleiding in de biologie Begrippenlijst: Begrip Biologische eenheden Prokaryoten Eukaryoten Populatie Levensgemeenschap

Nadere informatie

Rondleidingen ZOO ANTWERPEN

Rondleidingen ZOO ANTWERPEN Rondleidingen ZOO ANTWERPEN In ZOO Antwerpen gaan leren en plezier maken hand in hand. Bovendien zijn al onze rondleidingen voor scholen volledig ontwikkeld op het niveau van je klas én conform de eindtermen

Nadere informatie

Ordening Dieren - B 2

Ordening Dieren - B 2 Ordening Dieren - B 2 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres siri Muilenburg 29 September 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/66750 Dit lesmateriaal is

Nadere informatie

Leerdoelen en kerndoelen

Leerdoelen en kerndoelen Leerdoelen en kerndoelen De leerdoelen in de leerlijn vallen in het leerdomein Oriëntatie op jezelf en de wereld. Naast de gebruikelijke natuur en milieukerndoelen (kerndoelen 39, 40 en 41) zijn ook de

Nadere informatie

a. vakgebonden eindtermen p. 2 b. leerplandoelstelllingen in het vrij onderwijs (VSKO) p. 3

a. vakgebonden eindtermen p. 2 b. leerplandoelstelllingen in het vrij onderwijs (VSKO) p. 3 VELDWERK LANDSCHAP DOELEN Met dit educatief pakket, ontwikkeld door de natuur- en milieueducatie dienst van de Provincie West-Vlaanderen worden belangrijke doelen en leerplandoelstellingen bereikt in het

Nadere informatie

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z Handleiding en leerdoelen 2de graad Bekijk met de leerlingen de afbeelding bovenaan op het werkblad. Laat hen hierop reageren. Waarover gaat het? Je vertelt de leerlingen dat

Nadere informatie

Ordening. Bacteriën Schimmels Planten Dieren

Ordening. Bacteriën Schimmels Planten Dieren Ordening Bacteriën Schimmels Planten Dieren Bacteriën Kenmerken cellen: celwand geen celkern geen bladgroenkorrels eencellig planten zich voort door deling voeden zich meestal met dode resten van organismen

Nadere informatie

PTA scheikunde Belgisch park cohort 14 15-16

PTA scheikunde Belgisch park cohort 14 15-16 Het examenprogramma scheikunde is vernieuwd. In 2013 is in 4 HAVO met dat nieuwe examenprogramma scheikunde gestart. De methode Chemie Overal 4 e editie is geschreven voor dit nieuwe examenprogramma. Toegestaan

Nadere informatie

Eencellige en meercellige organismen

Eencellige en meercellige organismen 2 Eencellige en e organismen 2.1 Eencelligen en en Tonen onderstaande microscopische foto s een of een organisme? Kruis aan. 1 2 pantoffeldiertje amoebe 3 4 lever nier 5 6 blauwwier wortel tuinboon Conclusie

Nadere informatie

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET LEREN LEREN EN GOK Voet@2010 leren leren en thema s gelijke onderwijskansen Socio-emotionele ontwikkeling (1ste graad)

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 1 inleiding in de

Samenvatting Biologie Thema 1 inleiding in de Samenvatting Biologie Thema 1 inleiding in de biologie Samenvatting door E. 1726 woorden 5 november 2013 7,7 20 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie hoofdstuk 1, wat is biologie?

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

12 - het symbool schrijven als de naam gegeven is en de naam noemen als het symbool gegeven is van minstens twintig elementen.

12 - het symbool schrijven als de naam gegeven is en de naam noemen als het symbool gegeven is van minstens twintig elementen. Leergebied: element Leerplannen LP Chemie 2e gr ASO VVKSO (studierichtingen zonder component wetenschappen) 5.1.1.2 - B5 Chemische elementen in stoffen - Vanuit experimentele waarnemingen samengestelde

Nadere informatie

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Wetenschappen (2de en 3de graad ASO) Leerlingprofiel Ben je een leerling die: sterk geïnteresseerd is in de verschillende wetenschappelijke disciplines: aardrijkskunde,

Nadere informatie

Het vak biologie kennis MN001 Een biologische tekening maken praktijk MN005 Werken met een loep praktijk MN008

Het vak biologie kennis MN001 Een biologische tekening maken praktijk MN005 Werken met een loep praktijk MN008 Biologie Over Bloqs Wie is Bloqs? Bloqs is een educatieve uitgeverij die innovatieve producten en diensten aanbiedt. Bloqs staat voor bouwen aan leren. Onze visie is dat u als docent of school zelf het

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11109 6 juni 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 april 2012, nr. VO/403948, houdende

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde havo

Examenprogramma scheikunde havo Examenprogramma scheikunde havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Kennis

Nadere informatie

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.wico.be www.shn.wico.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel

Nadere informatie

Van cel tot organisme hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62551

Van cel tot organisme hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62551 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 25 oktober 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62551 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

BSO TWEEDE GRAAD. vak 2000/095 TV AUTOTECHNIEKEN / CARROSSERIE. (vervangt 97323) 1 u/w. IT-o

BSO TWEEDE GRAAD. vak 2000/095 TV AUTOTECHNIEKEN / CARROSSERIE. (vervangt 97323) 1 u/w. IT-o BSO TWEEDE GRAAD vak TV AUTOTECHNIEKEN / CARROSSERIE 1 u/w IT-o 2000/095 (vervangt 97323) TV AUTOTECHNIEK / CARROSSSERIE INHOUDSOPGAVE Beginsituatie voor het vak... 2 Specifieke visie... 2 Leerplandoelstellingen

Nadere informatie

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK Handleiding en leerdoelen 1ste graad Inzicht krijgen in de levenswijze van olifanten Met voorbeelden aantonen dat olifanten aangepast zijn aan hun leefomgeving Het houden en verzorgen

Nadere informatie

Cva?Lesvoorbereiding. Student leraar secundair onderwijs groep 1

Cva?Lesvoorbereiding. Student leraar secundair onderwijs groep 1 Cva?Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1 Naam Eeckhout Andreas Cluster Bi-Fy-Aa-Ch Groep 2 OSO 2 Academiejaar 2005-2006 Campus Kattenberg Kattenberg 9, B-9000 Gent Tel. (09) 269

Nadere informatie

Actualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen

Actualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen Bijlage p. 1 Bijlagen Bijlage p. 2 Bijlage 1 Domeinoverschrijdende doelen - Leerplan BaO (p. 83-85) 5.2 Doelen en leerinhouden 5.2.1 Wiskundige problemen leren oplossen DO1 Een algemene strategie voor

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands In kolom 1 vind je 66 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep Nederlands. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan met

Nadere informatie

Werkstuk Biologie De ordening van het leven

Werkstuk Biologie De ordening van het leven Werkstuk Biologie De ordening van het leven Werkstuk door Jonathan 1383 woorden 7 juni 2016 7 6 keer beoordeeld Vak Biologie Inleiding In dit werkstuk ga ik vertellen over de ordening van het leven. Ordening

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Oriëntatie Herkennen van diersoorten en rassen Voeren van dieren Huisvesten van dieren...

Inhoudsopgave. Oriëntatie Herkennen van diersoorten en rassen Voeren van dieren Huisvesten van dieren... Inhoudsopgave Oriëntatie... 7 1. Herkennen van diersoorten en rassen...8 1.1 Ordenen van dieren...8 1.2 Diersoorten en rassen...10 1.3 Keuze diersoorten met behulp van raskenmerken...13 1.4 Het fokken

Nadere informatie

Van cel tot organisme vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62357

Van cel tot organisme vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62357 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 09 juni 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62357 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica In kolom 1 vind je 69 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep geschiedenis/esthetica. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën.

Nadere informatie

Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel

Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart 2017 0 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel 14.1 Centraal zenuwstelsel Zenuwstelsel bestaat uit 2 delen: - centraal zenuwstelsel

Nadere informatie

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN Derde graad 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3 (a-b-c) schriftelijk) 2 het begrijpen van figuren, tekeningen,

Nadere informatie

verwijderen P 31 32 kleurenblindheid 3.6 Optische toestellen: bril verwijderen P 45(3.6) - 47 A Terugkaatsing en spiegels Nieuw Bijlage 48a

verwijderen P 31 32 kleurenblindheid 3.6 Optische toestellen: bril verwijderen P 45(3.6) - 47 A Terugkaatsing en spiegels Nieuw Bijlage 48a Inhoud EUREK(H)A! 1 2015-2016 Leerplandoelstellingen 2015/7841/016 Opmerkingen n voor de nieuwe doelstellingen EUREK(H)A! 1 Thema 1 Zintuigen 3.2 Netvlies, kegeltjes, staafjes en verwijderen P 31 32 kleurenblindheid

Nadere informatie