REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE JAARVERSLAG 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE JAARVERSLAG 2015"

Transcriptie

1 REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE JAARVERSLAG 2015

2 REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE JAARVERSLAG 2015

3 INHOUD VOORWOORD HOOFDSTUK I ONTWIKKELINGEN IN 2015 Meldingen 7 Aantal meldingen 7 Psychiatrische aandoeningen 7 Dementie 9 Wilsbekwaamheid 9 De betekenis van de schriftelijke wilsverklaring 11 Werkwijze RTE s, ontwikkelingen 11 Code of Practice 11 Harmonisatie 12 VO s en NVO s 12 Klachtenregeling 13 Stichting Levenseindekliniek 13 Overige ontwikkelingen 14 Werving coördinerend voorzitter 14 Minderjarigen 14 Orgaan- en weefseldonatie na euthanasie 15 HOOFDSTUK II LANDELIJK OVERZICHT MELDINGEN Landelijk overzicht van meldingen Aantal meldingen euthanasie en hulp bij zelfdoding per regio 18 Regio 1 Groningen, Friesland, Drenthe en BES 19 Regio 2 Overijssel, Gelderland, Utrecht en Flevoland 20 Regio 3 Noord-Holland 21 Regio 4 Zuid-Holland en Zeeland 22 Regio 5 Noord-Brabant en Limburg 23 HOOFDSTUK III CASUÏSTIEK Zorgvuldigheidseisen 24 Selectie casuïstiek 25 NVO-meldingen 25 Casus Casus Vrijwillig en weloverwogen verzoek 28 Casus Casus Casus Casus Casus Uitzichtloos en ondraaglijk lijden 38 Casus Casus

4 2015 Voorlichting 40 Ontbreken redelijke andere oplossing 40 Raadplegen onafhankelijke consulent 40 Casus Casus Medisch zorgvuldige uitvoering 44 Casus Casus Casus Casus Psychiatrische aandoeningen 50 Casus Casus Dementie 53 Casus Casus HOOFDSTUK IV OVER DE REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE Wettelijk kader 60 Rol van de RTE s 60 Wettelijke taken, bevoegdheden en werkwijze 60 Samenstelling en organisatie RTE s 62 Harmonisatie 62 Transparantie en voorlichting 63 BIJLAGE I Overzicht van afhandeling door het Openbaar Ministerie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg van meldingen, waarover door de RTE s is geoordeeld dat de arts niet heeft gehandeld conform de zorgvuldigheidseisen van artikel 2 Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding 66 BIJLAGE II Relevante wetsbepalingen I Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (WTL) 72 II Wetboek van Strafrecht 77 III Wet op de lijkbezorging 78 3

5 VOORWOORD Zeer geachte lezer, Hierbij bieden de vijf regionale toetsingscommissies euthanasie (RTE s) u hun jaarverslag 2015 aan. Daarin leggen zij verantwoording af over de wijze waarop zij inhoud hebben gegeven aan hun wettelijke taak: het toetsen van meldingen van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding aan de zorgvuldigheidseisen zoals opgenomen in de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (WTL). De RTE s toetsen het handelen van de meldend arts aan de wet, de wetsgeschiedenis en de relevante jurisprudentie; zij houden daarbij ook rekening met hun eigen eerdere oordelen en met de in Bijlage I van de jaarverslagen opgenomen afhandelingsbeslissingen van het Openbaar Ministerie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Na de beschrijving in Hoofdstuk I van de relevante ontwikkelingen wordt in Hoofdstuk II een overzicht gegeven van het aantal (5516; een stijging van 4% ten opzichte van 2014) en de aard van de in 2015 ontvangen meldingen. Hoofdstuk III is gewijd aan de casuïstiek. Daarin wordt aan de hand van 19 casus een beeld gegeven van de casuïstiek, waarmee de RTE s te maken hebben. Alle als casus beschreven oordelen zijn integraal op de website te lezen. Hoofdstuk IV geeft nadere informatie over het wettelijk kader en de rol en werkwijze van de RTE s. Begin 2016 is de geheel vernieuwde website ( in gebruik genomen met een verbeterd, toegankelijker zoeksysteem. Daarin zijn circa 80 door de Publicatiecommissie van de RTE s geselecteerde oordelen uit 2015, die van belang geacht worden voor de normontwikkeling, integraal opgenomen. Daartoe behoren in ieder geval alle oordelen, waarin een commissie concludeerde dat de arts niet conform een of meerdere zorgvuldigheidseisen had gehandeld. In 2015 ging het hierbij om vier oordelen, die zoals gebruikelijk ook als casus in het jaarverslag zijn opgenomen. Meldingen in meer complexe zaken, zoals bijvoorbeeld het geval kan zijn bij patiënten met een psychiatrische aandoening of in een gevorderd stadium van dementie, worden vrijwel altijd eerst voorgelegd aan de leden van alle RTE s alvorens de tot oordelen bevoegde commissie tot een definitief oordeel komt. Deze soms zeer levendige interne discussie is gericht op harmonisatie van de oordelen van de verschillende commissies, met inachtneming van het uitgangspunt dat iedere melding altijd naar de specifieke omstandigheden van het geval moet worden beoordeeld. Met de in april 2015 gepresenteerde Code of Practice, het publiceren van een relevante selectie van oordelen op de website en het jaarverslag willen de RTE s zoveel mogelijk inzicht geven in de onderwerpen en aspecten die zij relevant achten bij de uitoefening van hun wettelijke taak. Ook willen zij daarmee duidelijkheid scheppen over de mogelijkheden die de wet biedt ten behoeve van artsen, consulenten, patiënten en andere geïnteresseerden. De in 2015 gestarte derde evaluatie van de WTL, waarin het functioneren van de RTE s een belangrijk aandachtpunt vormt, is thans in volle gang. De resultaten worden in de loop van 2017 verwacht. De gemiddelde doorlooptijd voor de behandeling van een melding bedroeg in dagen (in 2014 was dit nog 47 dagen) en blijft dus binnen de wettelijke termijn van 42 dagen, die eenmaal met zes weken kan worden verlengd. 4

6 2015 Aan enkele gebeurtenissen die begin 2016 aanleiding gaven tot veel discussie wil ik niet voorbijgaan. Zo is begin februari 2016 het rapport van de Adviescommissie voltooid leven verschenen. De RTE s hebben met belangstelling kennis genomen van dit rapport. De ministers van VWS en V&J hebben aangekondigd dat het kabinet vóór de zomer met een beleidsreactie komt. Met de publicatie van dit rapport is de discussie over euthanasie in de samenleving allerminst verstomd. Dat bleek niet alleen uit de vele en uiteenlopende reacties op dit rapport, maar ook uit de reacties op de documentaire over de Levenseindekliniek, die kort daarna op de televisie werd uitgezonden. Die documentaire, waarin drie complexe door artsen van de Levenseindekliniek behandelde euthanasiegevallen worden belicht, heeft veel stof doen opwaaien. In dit verband lijkt het goed er op te wijzen dat de RTE s anders dan in het korte bestek van de documentaire tot uitdrukking kon worden gebracht konden beschikken over de volledige dossiers van de meldende artsen, geconsulteerde SCEN-artsen en andere specialisten. Op basis van die informatie hebben zij deze drie meldingen als zorgvuldig beoordeeld. De geanonimiseerde oordelen betreffende deze drie meldingen zijn integraal op de website gepubliceerd. Ik wil de leden, de algemeen secretaris, de secretarissen en de secretariaatsmedewerkers van de RTE s bedanken voor hun grote inzet en betrokkenheid. Een bijzonder woord van dank is hier op zijn plaats voor mevrouw mr W.J.C. Swildens-Rozendaal, die in verband met het aflopen van haar maximale zittingstermijn haar werkzaamheden per 31 december 2015 heeft beëindigd. Zij is gedurende 12 jaren voorzitter geweest van de commissie Noord-Holland en de afgelopen vijf jaren daarnaast landelijke coördinerend voorzitter van de RTE s. Zij heeft zich gedurende al die jaren met grote deskundigheid en met hart en ziel ingezet voor de RTE s. Wij zijn haar daarvoor zeer dankbaar. Na een zorgvuldige, openbare sollicitatieprocedure is per 1 april 2016 door de ministers van VWS en V&J mr J. Kohnstamm benoemd als nieuwe landelijk coördinerend voorzitter en tevens als plaatsvervangend voorzitter van de commissie Noord-Holland. Wij zijn blij met deze benoeming en zien de toekomst van de RTE s onder zijn voorzitterschap met vertrouwen tegemoet. De commissies vernemen graag uw eventuele feedback via de algemeen secretaris van de RTE s (mailadres: n.visee@toetscie.nl). mr P.J.M. van Wersch plaatsvervangend coördinerend voorzitter RTE s Den Haag, april

7 6 6

8 H.I ONTWIKKELINGEN IN MELDINGEN Aantal meldingen In 2015 hebben de regionale toetsingscommissies euthanasie (RTE s) 5516 meldingen van euthanasie, dat wil zeggen levensbeëindiging op verzoek of hulp bij zelfdoding, ontvangen. Het aantal meldingen dat door de RTE s in 2015 is ontvangen vertoont daarmee opnieuw een stijging, 4% ten opzichte van het aantal meldingen in 2014 (5306). Een gedetailleerd overzicht van deze meldingen, zowel landelijk als per regio, is opgenomen in Hoofdstuk II. Cijfers over euthanasie in relatie tot alle sterfgevallen in Nederland (gemiddeld per jaar) zijn te raadplegen op de website van de KNMG. 1 De RTE s hebben bij alle meldingen van euthanasie getoetst of de uitvoerend arts heeft gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen van artikel 2 van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (hierna: WTL). In 4 gevallen, minder dan 0,1% van het totaal aantal meldingen, kwamen de RTE s tot het oordeel dat de arts niet aan alle zorgvuldigheidseisen had voldaan (drie daarvan betroffen de uitvoering van de levensbeëindiging, één meerdere zorgvuldigheidseisen). Deze oordelen worden in Hoofdstuk III als casus beschreven. In alle overige gevallen kwamen de RTE s tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan. Een aantal van deze oordelen, die betrekking hebben op meer complexe meldingen, wordt eveneens in Hoofdstuk III als casus beschreven. In Hoofdstuk IV, dat handelt over de RTE s, worden het wettelijk kader en de rol en werkzaamheden van de RTE s nader beschreven. Psychiatrische aandoeningen In 56 meldingen van euthanasie vormde een psychiatrische aandoening de grondslag van het lijden van de patiënt. In 2013 en 2014 waren dit er respectievelijk 42 en 41. Van deze 56 meldingen was in 25 gevallen de meldend arts een psychiater, in 16 gevallen een huisarts, in 2 gevallen een medisch specialist, in 4 gevallen een specialist ouderengeneeskunde en in 9 gevallen een andere arts. In 33 van de 56 gevallen was sprake van uitvoering door een arts verbonden aan de Stichting Levenseindekliniek (SLK). Gezien de aanhoudende belangstelling in de samenleving voor deze casuïstiek is een naar verhouding groot aantal (zo n 15) oordelen, geanonimiseerd en voorzien van een korte samenvatting, op de website van de RTE s gepubliceerd. 2 Bij een toenemend aantal meldingen waarin sprake was van een psychiatrische aandoening was ook sprake van somatische problemen die mede het lijden bepaalden. Omdat het ondraaglijk lijden in deze gevallen hoofdzakelijk voortkwam uit de psychiatrische aandoening(en) 1 KNMG infographic euthanasie te raadplegen op

9 TOTAAL AANTAL MELDINGEN EUTHANASIE EN HULP BIJ ZELFDODING 8

10 zijn deze meldingen ook als psychiatrische zaken geregistreerd (zie bijvoorbeeld het, als casus in Hoofdstuk III opgenomen, oordeel ). In het Algemeen Overleg van november 2014 heeft de Minister van VWS onder meer de wens te kennen gegeven dat psychiatrische deskundigheid in de RTE s wordt verankerd. In het voorjaar van 2015 hebben de RTE s in een vacature voor een arts-lid een psychiater als lid in de RTE s benoemd Op pagina 26 en 27 van de in april 2015 door de RTE s uitgebrachte Code of Practice wordt nader ingegaan op de noodzaak een onafhankelijke psychiater te raadplegen ter beoordeling van de wilsbekwaamheid, de uitzichtloosheid van het lijden en het ontbreken van een redelijke andere oplossing, indien het euthanasieverzoek wordt gedaan door een aan een psychiatrische aandoening lijdende patiënt. In 2015 is een werkgroep vanuit de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie gestart met het herschrijven van de richtlijn Omgaan met het verzoek om hulp bij zelfdoding door patiënten met een psychiatrische stoornis. In hoofdstuk III is casus opgenomen waarin psychiatrische problematiek de grondslag voor het lijden was. Dementie In 109 meldingen die in 2015 door de RTE s zijn ontvangen, werd de grondslag van het lijden van patiënt gevormd door dementie. In 2013 en 2014 waren dit respectievelijk 97 en 81 meldingen. In verreweg de meeste gevallen ging het om patiënten die zich in de beginfase van een proces van dementering bevonden, dat wil zeggen de fase waarin zij nog inzicht hadden in hun ziekte en in de symptomen, zoals verlies van oriëntatie en persoonlijkheid. Zij werden wilsbekwaam geacht ten aanzien van hun verzoek omdat zij de gevolgen van hun verzoek (nog) konden overzien. In enkele gevallen betrof het patiënten in een stadium met een verder gevorderde dementie. Casus , opgenomen in hoofdstuk III, is hiervan een voorbeeld. In 28 van deze 109 dementie meldingen was sprake van uitvoering door een arts verbonden aan de SLK. Alle 109 dementie meldingen werden door de RTE s als zorgvuldig beoordeeld. Naast deze 109 meldingen speelde bij 8 gevallen dementie een rol naast een andere aandoening, bijvoorbeeld kanker of de ziekte van Parkinson. Ook in deze gevallen kwamen de RTE s tot het oordeel dat aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan. Via de website zijn 10 oordelen te raadplegen van meldingen, waarbij de grondslag van het lijden van patiënt werd gevormd door dementie. In hoofdstuk III zijn casus en opgenomen waarin dementie de grondslag van het lijden vormde. Wilsbekwaamheid bij psychiatrische aandoeningen en dementie Het beoordelen van het euthanasieverzoek van een patiënt waarbij de grondslag van het lijden wordt gevormd door een psychiatrische aandoening, vraagt grote behoedzaamheid van de arts. Uitgesloten moet worden dat het oordeelsvermogen van de patiënt is aangetast door de psychiatrische aandoening. Dan is er immers geen sprake meer van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt. Het vaststellen van diens wilsbekwaamheid vraagt bijzondere deskundigheid. Door de arts dient daartoe een onafhankelijke psychiater te worden geraadpleegd. Bij een euthanasieverzoek van een patiënt met dementie vraagt het vaststellen van diens wilsbekwaamheid eveneens extra aandacht. Is het verzoek afkomstig van een patiënt, die in een verder gevorderd stadium van dementie verkeert, dan dient de arts een ter zake deskundige arts te raadplegen. Is het proces van dementering zodanig voortgeschreden dat de patiënt niet 9

11 MELDENDE ARTSEN 2015 huisarts 4730 medisch specialist in ziekenhuis 180 specialist ouderengeneeskunde 216 arts in opleiding tot specialist 45 arts met een andere achtergrond 345 (bijvoorbeeld een basisarts of een niet praktiserend arts) waarvan verbonden aan de Stichting Levenseindekliniek 366 AARD VAN DE AANDOENINGEN 2015 kanker 4000 aandoeningen van het zenuwstelsel 311 hart- en vaataandoeningen 233 longaandoeningen 207 stapeling van ouderdomsaandoeningen 183 dementie 109 psychiatrische aandoeningen 56 overige aandoeningen

12 langer wilsbekwaam is en ook niet meer kan communiceren (of uitsluitend door eenvoudige uitingen of gebaren) dan is het inwilligen van het euthanasieverzoek alleen mogelijk als de patiënt, toen hij nog wilsbekwaam was, een schriftelijke wilsverklaring heeft opgesteld. Het moet gaan om een verklaring die op de ontstane situatie van toepassing is (zie voor een gedetailleerde beschrijving van euthanasie bij patiënten met een psychiatrische aandoening, respectievelijk met dementie de Code of Practice, 4.3 en 4.4, pag. 26, 27 en 28) De betekenis van de schriftelijke wilsverklaring Naar aanleiding van de maatschappelijke discussie over de betekenis en waarde van de schriftelijke wilsverklaring bij euthanasie heeft de Minister van VWS medio 2013 de ambtelijke werkgroep Schriftelijke wilsverklaring bij euthanasie ingesteld bestaande uit medewerkers van VWS, V&J en KNMG. 3 De ambtelijke werkgroep kreeg als opdracht om juridische en praktische duidelijkheid te bieden omtrent de betekenis van de schriftelijke wilsverklaring bij wilsonbekwame patiënten, zoals wettelijk is verankerd in artikel 2, tweede lid, van de WTL. 4 Op verzoek van de ambtelijke werkgroep hebben leden van de RTE s bijgedragen aan daartoe uitgevoerde analyses en onderzoek. Het uiteindelijke doel van de werkgroep was het opstellen van twee handreikingen, één voor artsen en andere zorgprofessionals en één publieksversie. De handreikingen zijn in december 2015 verschenen. WERKWIJZE RTE S, ONTWIKKELINGEN Code of Practice In het jaarverslag 2014 hebben de RTE s in Hoofdstuk I uitgebreid aandacht besteed aan de Code of Practice, waarvan het eerste exemplaar op 23 april 2015 door de coördinerend voorzitter, mr W.J.C. Swildens-Rozendaal, tijdens het KNMG-symposium De puzzel van de SCEN-arts in de Domus Medica te Utrecht, is overhandigd aan prof. dr. R.J. van der Gaag, voorzitter van de KNMG. De Code of Practice geeft, zoals in het jaarverslag 2014 weergegeven, een overzicht op hoofdlijnen van de aspecten en overwegingen die de RTE s relevant achten met betrekking tot de wettelijke zorgvuldigheidseisen betreffende euthanasie. Het gaat er in de tekst van de Code niet om elke denkbare situatie te beschrijven. De Code moet worden gezien als een samenvatting van de overwegingen die de RTE s de afgelopen jaren in openbaar gemaakte oordelen en jaarverslagen hebben gepubliceerd. De Code richt zich op die overwegingen en laat de casuïstiek buiten beschouwing. De Code of Practice is vooral van belang voor uitvoerend artsen en consulenten, maar kan ook voorzien in de informatiebehoefte van patiënten die een euthanasieverzoek willen doen en van andere geïnteresseerden. Zij kunnen een beeld krijgen van de voorwaarden waaraan bij euthanasie moet zijn voldaan en daardoor beter weten wat zij kunnen verwachten. Voor een ieder is van belang dat zoveel mogelijk helderheid bestaat over de wijze waarop de RTE s de wet toepassen. De Code of Practice is te raadplegen op de website van de RTE s. 5 Inmiddels is er in februari 2016 (ondersteund door de KNMG) een anonieme mini-enquête onder meldend artsen en SCEN-artsen uitgezet om de ervaringen van artsen met de Code of Practice te inventariseren. De Code zal op een nog te bepalen tijdstip worden geactualiseerd. 3 Kamerstukken II 2012/2013, , nr Artikel 2, tweede lid, Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, luidt als volgt: Indien de patiënt van zestien jaren of ouder niet langer in staat is zijn wil te uiten, maar voordat hij in die staat geraakte tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake in staat werd geacht, en een schriftelijke verklaring, inhoudende een verzoek om levensbeëindiging, heeft afgelegd, dan kan de arts aan dit verzoek gevolg geven. De zorgvuldigheidseisen, bedoeld in het eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing

13 Harmonisatie Ook in 2015 hebben de RTE s veel tijd en aandacht besteed aan het harmoniseren van oordelen. Met in achtneming van het uitgangspunt dat iedere melding altijd naar de specifieke omstandigheden van het individuele geval moet worden beoordeeld, was het streven van de RTE s weer steeds gericht op eenheid in oordelen. Zo hebben de RTE s, als zij voornemens waren het oordeel uit te spreken dat de arts niet heeft gehandeld conform één of meer zorgvuldigheidseisen, het voorgenomen oordeel plus het bijbehorende dossier altijd digitaal voor advies en commentaar voorgelegd aan alle leden en plaatsvervangende leden van de RTE s. Eveneens is van verschillende meldingen die een gecompliceerde zaak betroffen het concept-oordeel dat de arts wel conform de zorgvuldigheidseisen heeft gehandeld aan alle leden en plaatsvervangende leden van de RTE s voorgelegd. In al deze gevallen wilde de commissie die de discussie aanhangig maakte graag de visie vernemen van de andere commissieleden op haar concept-oordeel en op de overwegingen die zij daarin had opgenomen. Deze interne uitwisseling van argumenten en overwegingen blijkt in de praktijk een waardevol instrument te zijn om te komen tot harmonisatie van (be)oordelen. Op deze manier wordt binnen de RTE s eenheid van beslissingen in de meer gecompliceerde casus bevorderd. Nadat de discussie is gesloten, is het aan de tot oordelen bevoegde commissie van drie leden (arts, ethicus, jurist) om alles afwegende tot een eindoordeel te komen. Bij hoge uitzondering wordt een concept-oordeel naar aanleiding van alle ingebrachte argumenten voorgelegd aan het voorzittersoverleg voor een zwaarwegend advies; ook dan blijft de beslissing over het eindoordeel bij de bevoegde commissie. Ook de afloopberichten van IGZ en het OM en de daarin opgenomen overwegingen (zie Bijlage I) dragen bij aan de harmonisatie van (be)oordelen. Naast de hiervoor genoemde interne discussies over individuele casuïstiek, beleggen de RTE s ook (thema)bijeenkomsten over actuele onderwerpen om meer in het algemeen te spreken over de ontwikkelingen in het veld. Zo bespraken zij in 2015 tijdens een zogenoemde heidag, die in het teken stond van verdere professionalisering, het delen en bevorderen van kennis, samen met externe deskundigen het toetsen van complexere zaken. Ook de wenselijkheid om, naast de hierboven genoemde interne discussie, ter verdere harmonisatie te komen tot een reflectiekamer kwam aan de orde en wordt inmiddels verder onderzocht. Hoewel het voorzittersoverleg de taak heeft het harmoniseren van oordelen evenals het in algemene zin functioneren van de RTE s te bewaken (artikel 13 WTL), zijn het gezamenlijk optrekken en de inbreng van alle leden (voorzitters/juristen, artsen en ethici), zowel inhoudelijk als procedureel, essentieel. Bezien wordt op welke wijze de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van artsen en ethici beter kan worden verankerd in de organisatiestructuur van de RTE s. VO s en NVO s In 2015 bestond 79% van het aantal ontvangen meldingen uit niet vragen oproepende meldingen (hierna: NVO-meldingen). Deze meldingen werden ter beoordeling digitaal voorgelegd aan de leden van de commissie. Meldingen werden als NVO geselecteerd wanneer de secretaris/jurist van de commissie de inschatting kon maken dat de gegeven informatie volledig was en het zeer waarschijnlijk was dat de commissie tot de conclusie zou komen dat aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan. De als NVO geselecteerde meldingen konden vrijwel altijd op digitale wijze door de commissie worden besproken en beoordeeld en daarmee zonder vertraging verder worden afgehandeld (Zie bijvoorbeeld casus en ). 12

14 Een klein aantal als NVO geselecteerde meldingen werd alsnog als vragen oproepende melding (hierna VO-meldingen) in de commissievergadering besproken. De overige 21% van het aantal ontvangen meldingen, die wel mondeling te bespreken vragen opriepen, werden door de RTE s beoordeeld in de maandelijkse commissievergaderingen. Dankzij de in 2012 ingevoerde werkwijze en de uitbreiding van het aantal commissieleden en medewerkers van de secretariaten zijn in 2013 en 2014 de in voorafgaande jaren ontstane achterstanden ingelopen. Inmiddels is de gemiddelde tijd tussen de ontvangst van de melding en verzending van het oordeel van de RTE s 39 dagen (in 2014 was de gemiddelde tijd 47 dagen) Klachtenregeling De RTE s hebben in 2015 geen klachten van meldend artsen of consulenten ontvangen met betrekking tot de afhandeling van meldingen. Zoals in vorige jaarverslagen vermeld hebben de RTE s besloten een onafhankelijke klachtencommissie in te stellen ter behandeling van door hen ontvangen klachten. Inmiddels is een klachtenreglement tot stand gebracht, waarin de procedure en de bevoegdheden en samenstelling van de klachtencommissie nader worden geregeld. Dit klachtenreglement is openbaar gemaakt door plaatsing op de website van de RTE s. 7 De klachtenregeling is bedoeld voor de behandeling van klachten van artsen, waarbij vooral te denken valt aan meldend artsen en consulenten. Klachten kunnen alleen betrekking hebben op bejegening. Niet kan worden geklaagd over de inhoud en de motivering van het oordeel van een commissie. Jaarlijks ontvangen de RTE s een aantal verzoeken van burgers die graag een dossier of een oordeel willen inzien. Op grond van artikel 14 van de WTL zijn de RTE s verplicht tot geheimhouding van de gegevens waarover zij de beschikking krijgen. Alleen in bijzondere (door de wet voorgeschreven) gevallen kan daarvan worden afgeweken. Al deze verzoeken moeten daarom worden afgewezen. Stichting Levenseindekliniek (SLK) In 2012 hebben de RTE s de eerste meldingen ontvangen van euthanasie uitgevoerd door een arts verbonden aan de SLK. Daarmee kregen zij te maken met een nieuw fenomeen. De RTE s besloten om de eerste tien van deze meldingen die overigens op dezelfde wijze als meldingen van andere artsen worden getoetst gezamenlijk te beoordelen. Na deze eerste tien werd afgesproken meldingen van artsen van de SLK als VO te behandelen op de commissievergaderingen. Eind 2015 besloten de RTE s, nu er geruime tijd ervaring was opgedaan met het beoordelen van meldingen van aan de SLK verbonden artsen, dat deze voortaan ook als NVO-meldingen kunnen worden behandeld indien er in de ogen van de ervaren secretaris/jurist die de meldingen indeelt voldaan is aan de selectiecriteria. De commissie kan altijd besluiten een melding alsnog als VO te behandelen op de commissievergadering. Overigens worden regelmatig meldingen van SLK artsen door de RTE s gezamenlijk beoordeeld, omdat SLK artsen vaak bij complexe zaken worden ingeschakeld. Dit blijkt onder andere uit de relatief grote aantallen meldingen van euthanasie bij psychiatrie en dementie (zie voor de cijfers psychiatrie en dementie eerder in dit hoofdstuk). Ook komt het voor dat een arts de patiënt met spoed naar de SLK doorverwijst, zie bijvoorbeeld casus in hoofdstuk III. 6 Artikel 9 WTL: de RTE s brengen hun gemotiveerde oordeel uit binnen zes weken na ontvangst van de melding, deze termijn kan eenmaal voor zes weken worden verlengd

15 OVERIGE ONTWIKKELINGEN Werving coördinerend voorzitter Aangezien de maximale benoemingstermijn van de zittend coördinerend voorzitter van de RTE s, mevrouw mr W.J.C. Swildens-Rozendaal, op 1 januari 2016 zou eindigen hebben de RTE s medio 2015 een functieprofiel opgesteld voor een nieuwe coördinerend voorzitter evenals een uitgebreide wervings- en benoemingprocedure, die zij op hun website hebben gepubliceerd. 8 Een selectie- en een draagvlakcommissie maakten onderdeel uit van de wervings- en benoemingsprocedure. In beide commissies hadden leden van de RTE s uit alle geledingen zitting. Na het zorgvuldig uitvoeren van de wervings- en benoemingsprocedure hebben de Ministers van VWS en Veiligheid en Justitie, op gezamenlijke voordracht van de voorzitters van de Regionale toetsingscommissies euthanasie (RTE s), de heer mr J. Kohnstamm per 1 april 2016 benoemd tot coördinerend voorzitter van de RTE s en tot (plaatsvervangend) voorzitter van de RTE voor de regio Noord-Holland. De heer Kohnstamm is een zeer ervaren voorzitter en bestuurder. In de gevolgde procedure heeft hij er blijk van gegeven scherp zicht te hebben op de onpartijdige positie en rol van de RTE s en de coördinerend voorzitter bij de uitvoering van de wettelijke taak binnen de daarvoor gestelde kaders. Daarmee kan hij rekenen op breed draagvlak binnen de commissies. De leden van de RTE s hebben er dan ook alle vertrouwen in dat de heer Kohnstamm de rol van coördinerend voorzitter uitstekend zal vervullen. Minderjarigen De WTL is van toepassing op euthanasie bij personen van 12 jaar en ouder; jongere kinderen vallen daarbuiten. Voor de minderjarigen die wel onder de wet vallen, stelt deze aanvullende eisen: - In geval van een minderjarige tussen de 12 en 16 jaar is naast het verzoek van de patiënt ook de instemming van diens ouder(s) of voogd vereist (art. 2 lid 4 WTL). - In geval van een minderjarige van 16 of 17 jaar is vereist de ouder(s) of voogd bij de besluitvorming te betrekken; hun instemming is niet noodzakelijk (art. 2 lid 3 WTL). Meldingen betreffende minderjarigen komen maar weinig voor. In de periode werden door de RTE s zeven van deze meldingen ontvangen, waarvan twee in Daarbij ging het vijf maal om een minderjarige van 17 jaar en bij één melding (in 2005) om een minderjarige van 12 jaar (zie RTE Jaarverslag 2005, p.15-16). Een van de in 2015 ontvangen meldingen betrof een minderjarige van 16 jaar (zie casus ). In alle gevallen was de familie bij de besluitvorming betrokken en begreep en respecteerde zij het euthanasieverzoek. Wil er sprake zijn van een vrijwillig verzoek om euthanasie zoals de wet dat eist, dan moet de patiënt ter zake wilsbekwaam zijn. Wilsbekwaamheid houdt in dat de patiënt relevante informatie over zijn situatie en prognose kan begrijpen, de eventuele alternatieven kan afwegen en de gevolgen van zijn beslissing kan overzien. Bestaat hier gerede twijfel over dan ligt het voor de hand dat de arts specifiek daarover advies van een deskundige vraagt. Dit kan onderdeel zijn van de vraagstelling aan de consulent, maar de wilsbekwaamheid kan voorafgaand daaraan ook door een ter zake deskundige arts worden beoordeeld. Euthanasie bij minderjarigen stond ook in 2015 in de politieke belangstelling. Bij een door de Tweede Kamer in januari 2016 gehouden Rondetafelgesprek waren de RTE s vertegenwoordigd

16 Orgaan- en weefseldonatie na euthanasie Met enige regelmaat worden artsen geconfronteerd met patiënten die na euthanasie organen en/of weefsels willen doneren. De meeste patiënten die door euthanasie overlijden kunnen vanwege hun aandoening (vaak een maligniteit) geen orgaandonor zijn. In sommige situaties is dit wel mogelijk, met name bij patiënten met degeneratieve aandoeningen als ALS of MS. Er vindt geen formele registratie plaats van het aantal gevallen van orgaandonatie na euthanasie. Voor zover bekend zijn er sinds 2012 vijftien gevallen van deze combinatie van procedures geweest, waarvan negen in De WTL doet geen uitspraken over wat er na de euthanasie met het lichaam mag gebeuren en werpt dus geen belemmeringen op voor orgaandonatie na euthanasie. Om te voorkomen dat het verzoek om euthanasie wordt beïnvloed door de mogelijkheid van orgaandonatie kan het verzoek om orgaandonatie pas worden beoordeeld als duidelijk is dat aan de zorgvuldigheidscriteria voor euthanasie is voldaan. Orgaandonatie na euthanasie is een complexe combinatie van procedures omdat het onder andere nodig is dat de euthanasie in het ziekenhuis uitgevoerd wordt. Dit betekent doorgaans dat de patiënt voor de euthanasie naar het ziekenhuis moet worden vervoerd. Ook moeten beide procedures strikt van elkaar gescheiden blijven, terwijl zij vanwege de snelheid waarmee moet worden gehandeld wel goed op elkaar moeten worden afgestemd. Dit vereist goede samenwerking en coördinatie. Om deze coördinatie te bereiken en de procedure zorgvuldig te laten verlopen heeft een werkgroep vanuit verschillende universiteiten een handreiking geformuleerd die artsen kan ondersteunen bij de besluitvorming. Op verzoek van de werkgroep hebben de RTE s hieraan een bijdrage geleverd. Deze handreiking beschrijft hoe artsen kunnen handelen die geconfronteerd worden met een patiënt die een verzoek doet om na euthanasie de organen te doneren. Artsen die te maken krijgen met een donatieverzoek kunnen deze handreiking opvragen bij de transplantatiecoördinator van het universitaire ziekenhuis in de eigen regio. 9 9 Meer informatie: 15

17 16

18 H.II LANDELIJK OVERZICHT VAN MELDINGEN 2015 Overzicht van 1 januari 2015 tot en met 31 december MELDINGEN De RTE s ontvingen in dit verslagjaar 5516 meldingen. EUTHANASIE EN HULP BIJ ZELFDODING In 5277 gevallen was er sprake van euthanasie (d.w.z. actieve levensbeëindiging op verzoek van patiënt), in 208 gevallen van hulp bij zelfdoding en in 31 gevallen betrof het een combinatie van beide. INSTELLINGEN De levensbeëindiging vond in 4409 gevallen thuis plaats, in 191 gevallen in een ziekenhuis, in 224 gevallen in een verpleeghuis, in 239 gevallen in een verzorgingshuis, in 354 gevallen in een hospice en in 99 gevallen elders (bijvoorbeeld bij familie). BES-EILANDEN De RTE s ontvingen in dit verslagjaar 1 melding uit de BES-eilanden. BEVOEGDHEID EN EINDOORDEEL De RTE s achtten zich ten aanzien van alle meldingen bevoegd om te oordelen. In dit verslagjaar kwamen de RTE s 4 maal tot het oordeel dat de arts niet overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen had gehandeld. DUUR BEOORDELING De gemiddelde tijd tussen ontvangst van de melding en verzending van het oordeel van de RTE s was 39 dagen. MELDENDE ARTSEN huisarts 4730 medisch specialist in ziekenhuis 180 specialist ouderengeneeskunde 216 arts in opleiding tot specialist 45 arts met een andere achtergrond 345 (bijvoorbeeld een basisarts of een niet praktiserend arts) waarvan verbonden aan de Stichting Levenseindekliniek 366 AARD VAN DE AANDOENINGEN kanker 4000 aandoeningen van het zenuwstelsel 311 hart- en vaataandoeningen 233 longaandoeningen 207 stapeling van ouderdomsaandoeningen 183 dementie 109 psychiatrische aandoeningen 56 overige aandoeningen

19 TOTAAL AANTAL MELDINGEN EUTHANASIE EN HULP BIJ ZELFDODING PER REGIO REGIO 1 GRONINGEN, FRIESLAND, DRENTHE EN BES REGIO 3 NOORD-HOLLAND REGIO 4 ZUID-HOLLAND EN ZEELAND REGIO 2 OVERIJSSEL, GELDERLAND, UTRECHT EN FLEVOLAND REGIO 5 NOORD-BRABANT EN LIMBURG 18

20 REGIO1 OVERZICHT VAN MELDINGEN 2015 PER REGIO GRONINGEN, FRIESLAND, DRENTHE EN BES 2015 Overzicht van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 MELDINGEN De commissie ontving in dit verslagjaar 490 meldingen. EUTHANASIE EN HULP BIJ ZELFDODING In 460 gevallen was er sprake van euthanasie, in 27 gevallen van hulp bij zelfdoding en in 3 gevallen betrof het een combinatie van beide. MELDENDE ARTSEN huisarts 440 medisch specialist in ziekenhuis 11 specialist ouderengeneeskunde 8 arts in opleiding tot specialist 1 arts met een andere achtergrond 30 (bijvoorbeeld een basisarts of een niet praktiserend arts) waarvan verbonden aan de Stichting Levenseindekliniek 29 AANDOENINGEN kanker 361 aandoeningen van het zenuwstelsel 32 hart- en vaataandoeningen 19 longaandoeningen 21 stapeling van ouderdomsaandoeningen 10 dementie 10 psychiatrische aandoeningen 5 overige aandoeningen 32 INSTELLINGEN De levensbeëindiging vond in 407 gevallen thuis plaats, in 12 gevallen in een ziekenhuis, in 9 gevallen in een verpleeghuis, in 25 gevallen in een verzorgingshuis, in 27 gevallen in een hospice en in 10 gevallen elders (bijvoorbeeld bij familie). BES-EILANDEN De commissie ontving in dit verslagjaar 1 melding uit de BES-eilanden. BEVOEGDHEID EN EINDOORDEEL De commissie achtte zich ten aanzien van alle meldingen bevoegd om te oordelen. De commissie kwam 11 maal bijeen. In dit verslagjaar kwam de commissie in 3 gevallen tot het oordeel dat de arts niet overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen had gehandeld. DUUR BEOORDELING De gemiddelde tijd tussen ontvangst van de melding en verzending van het oordeel van de commissie was 34 dagen. 19

21 REGIO2 OVERIJSSEL, GELDERLAND, UTRECHT EN FLEVOLAND Overzicht van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 MELDINGEN De commissie ontving in dit verslagjaar 1342 meldingen. EUTHANASIE EN HULP BIJ ZELFDODING In 1289 gevallen was er sprake van euthanasie, in 46 gevallen van hulp bij zelfdoding en in 7 gevallen betrof het een combinatie van beide. MELDENDE ARTSEN huisarts 1173 medisch specialist in ziekenhuis 42 specialist ouderengeneeskunde 37 arts in opleiding tot specialist 6 arts met een andere achtergrond 84 (bijvoorbeeld een basisarts of een niet praktiserend arts) waarvan verbonden aan de Stichting Levenseindekliniek 88 AANDOENINGEN kanker 978 aandoeningen van het zenuwstelsel 88 hart- en vaataandoeningen 69 longaandoeningen 39 stapeling van ouderdomsaandoeningen 46 dementie 25 psychiatrische aandoeningen 14 overige aandoeningen 83 INSTELLINGEN De levensbeëindiging vond in 1087 gevallen thuis plaats, in 47 gevallen in een ziekenhuis, in 42 gevallen in een verpleeghuis, in 61 gevallen in een verzorgingshuis, in 81 gevallen in een hospice en in 24 gevallen elders (bijvoorbeeld bij familie). BEVOEGDHEID EN EINDOORDEEL De commissie achtte zich ten aanzien van alle meldingen bevoegd om te oordelen. De commissie kwam 12 maal bijeen. In dit verslagjaar kwam de commissie in geen geval tot het oordeel dat de arts niet overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen had gehandeld. DUUR BEOORDELING De gemiddelde tijd tussen ontvangst van de melding en verzending van het oordeel van de commissie was 40 dagen. 20

22 REGIO3 NOORD-HOLLAND 2015 Overzicht van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 MELDINGEN De commissie ontving in dit verslagjaar 1351 meldingen. EUTHANASIE EN HULP BIJ ZELFDODING In 1259 gevallen was er sprake van euthanasie, in 82 gevallen van hulp bij zelfdoding en in 10 gevallen was er sprake van een combinatie van beide. MELDENDE ARTSEN huisarts 1138 medisch specialist in ziekenhuis 51 specialist ouderengeneeskunde 61 arts in opleiding tot specialist 23 arts met een andere achtergrond 78 (bijvoorbeeld een basisarts of een niet praktiserend arts) waarvan verbonden aan de Stichting Levenseindekliniek 66 AANDOENINGEN kanker 956 aandoeningen van het zenuwstelsel 61 hart- en vaataandoeningen 52 longaandoeningen 42 stapeling van ouderdomsaandoeningen 51 dementie 29 psychiatrische aandoening 11 overige aandoeningen 149 INSTELLINGEN De levensbeëindiging vond in 1052 gevallen thuis plaats, in 55 gevallen in een ziekenhuis, in 72 gevallen in een verpleeghuis, in 66 gevallen in een verzorgingshuis, in 80 gevallen in een hospice en in 26 gevallen elders (bijvoorbeeld bij familie). BEVOEGDHEID EN EINDOORDEEL De commissie achtte zich ten aanzien van alle meldingen bevoegd om te oordelen. De commissie kwam 12 maal bijeen. In dit verslagjaar kwam de commissie in 1 geval tot het oordeel dat de arts niet overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen had gehandeld. DUUR BEOORDELING De gemiddelde tijd tussen ontvangst van de melding en verzending van het oordeel van de commissie was 44 dagen. 21

23 REGIO 4 ZUID-HOLLAND EN ZEELAND Overzicht van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 MELDINGEN De commissie ontving in dit verslagjaar 1140 meldingen. EUTHANASIE EN HULP BIJ ZELFDODING In 1100 gevallen was er sprake van euthanasie, in 33 gevallen van hulp bij zelfdoding en in 7 gevallen was er sprake van een combinatie van beide. MELDENDE ARTSEN huisarts 957 medisch specialist in ziekenhuis 37 specialist ouderengeneeskunde 40 arts in opleiding tot specialist 10 arts met een andere achtergrond 96 (bijvoorbeeld een basisarts of een niet praktiserend arts) waarvan verbonden aan de Stichting Levenseindekliniek 104 AANDOENINGEN kanker 839 aandoeningen van het zenuwstelsel 55 hart en vaataandoeningen 42 longaandoeningen 54 stapeling van ouderdomsaandoeningen 44 dementie 19 psychiatrische aandoening 11 overige aandoeningen 76 INSTELLINGEN De levensbeëindiging vond in 915 gevallen thuis plaats, in 38 gevallen in een ziekenhuis, in 47 gevallen in een verpleeghuis, in 35 gevallen in een verzorgingshuis, in 83 gevallen in een hospice en in 22 gevallen elders (bijvoorbeeld bij familie). BEVOEGDHEID EN EINDOORDEEL De commissie achtte zich ten aanzien van alle meldingen bevoegd om te oordelen. De commissie kwam 12 maal bijeen. In dit verslagjaar kwam de commissie in geen geval tot het oordeel dat de arts niet overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen had gehandeld. DUUR BEOORDELING De gemiddelde tijd tussen ontvangst van de melding en verzending van het oordeel van de commissie was 35 dagen. 22

24 REGIO5 NOORD-BRABANT EN LIMBURG 2015 Overzicht van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 MELDINGEN De commissie ontving in dit verslagjaar 1193 meldingen. EUTHANASIE EN HULP BIJ ZELFDODING In 1169 gevallen was er sprake van euthanasie, in 20 gevallen van hulp bij zelfdoding en in 4 gevallen was er sprake van een combinatie van beide. MELDENDE ARTSEN huisarts 1022 medisch specialist in ziekenhuis 39 specialist ouderengeneeskunde 70 arts in opleiding tot specialist 5 arts met een andere achtergrond 57 (bijvoorbeeld een basisarts of een niet praktiserend arts) waarvan verbonden aan de Stichting Levenseindekliniek 79 AANDOENINGEN kanker 866 aandoeningen van het zenuwstelsel 75 hart- en vaataandoeningen 51 longaandoeningen 51 stapeling van ouderdomsaandoeningen 32 dementie 26 psychiatrische aandoening 15 overige aandoeningen 77 INSTELLINGEN De levensbeëindiging vond in 948 gevallen thuis plaats, in 39 gevallen in een ziekenhuis, in 54 gevallen in een verpleeghuis, in 52 gevallen in een verzorgingshuis, in 83 gevallen in een hospice en in 17 gevallen elders (bijvoorbeeld bij familie). BEVOEGDHEID EN EINDOORDEEL De commissie achtte zich ten aanzien van alle meldingen bevoegd om te oordelen. De commissie kwam 12 maal bijeen. In dit verslagjaar kwam de commissie in geen geval tot het oordeel dat de arts niet overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen had gehandeld. DUUR BEOORDELING De gemiddelde tijd tussen ontvangst van de melding en verzending van het oordeel van de commissie was 40 dagen. 23

25 H.III CASUÏSTIEK ZORGVULDIGHEIDSEISEN Tot en met 2013 werd in Hoofdstuk II van het Jaarverslag een overzicht gegeven van de wijze waarop de RTE s de wettelijke zorgvuldigheidseisen voor euthanasie, zoals opgenomen in de WTL, interpreteren en toepassen en de belangrijkste ontwikkelingen daarbij, geïllustreerd met casuïstiek. Nu de Code of Practice in april 2015 is gepubliceerd is dit de beleidslijn voor de RTE s. In dit hoofdstuk zijn daarom naast casuïstiek nog slechts verwijzingen naar de Code of Practice opgenomen. 10 De RTE s toetsen achteraf het handelen van de meldend arts aan de hand van de in artikel 2 van de WTL vastgelegde zorgvuldigheidseisen. Deze zorgvuldigheidseisen houden in dat de arts: a. de overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt; b. de overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de patiënt; c. de patiënt heeft voorgelicht over de situatie waarin deze zich bevond en over diens vooruitzichten; d. met de patiënt tot de overtuiging is gekomen dat er voor de situatie waarin deze zich bevond geen redelijke andere oplossing was; e. ten minste één andere, onafhankelijke arts heeft geraadpleegd, die de patiënt heeft gezien en schriftelijk zijn oordeel heeft gegeven over de zorgvuldigheidseisen, bedoeld in de onderdelen a. tot en met d.; f. de levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding medisch zorgvuldig heeft uitgevoerd. De RTE s toetsen de zorgvuldigheid van het handelen van de meldende arts. Zij toetsen aan de wet, de wetsgeschiedenis en de relevante jurisprudentie en houden daarbij ook rekening met eerdere uitspraken van de commissies en met beslissingen van het OM en de IGZ in de gevallen waarin een commissie oordeelde dat de arts niet conform de zorgvuldigheidseisen had gehandeld. Dat houdt in dat moet komen vast te staan dat is voldaan aan de hiervoor genoemde zorgvuldigheidseisen c. (voorlichting), e. (raadplegen onafhankelijke consulent) en f. (medisch zorgvuldige uitvoering); de arts moet aannemelijk kunnen maken dat hij, gelet op de omstandigheden van het geval, in redelijkheid tot de overtuiging kon komen dat was voldaan aan de zorgvuldigheidseisen genoemd onder a. (vrijwillig en weloverwogen verzoek), b. (uitzichtloos en ondraaglijk lijden) en d. (geen redelijke andere oplossing). De arts dient hiertoe bij zijn melding aan de lijkschouwer een beredeneerd verslag te voegen (artikel 7 lid 2 Wet op de lijkbezorging)

26 SELECTIE CASUÏSTIEK Allereerst is één voorbeeld van zogenoemde NVO-meldingen opgenomen. Onder medisch zorgvuldige uitvoering is nog een voorbeeld van een NVO-melding opgenomen. De overige casuïstiek betreft VO-meldingen. In deze casuïstiek komen achtereenvolgens, na een algemene casus waarbij een snelle procedure centraal staat, de verschillende zorgvuldigheidseisen van de WTL aan bod. Ten slotte is enige casuïstiek die betrekking heeft op euthanasie in geval van psychiatrische aandoeningen en dementie apart weergegeven, dit mede vanwege de grote belangstelling die hiervoor in de samenleving bestaat. De casuïstiek bevat samengevatte oordelen en is toegespitst op de belangrijkste aspecten van het oordeel en de overwegingen van de commissie. Daarbij wordt aangegeven ter illustratie van welke van de zorgvuldigheidseisen de casus is opgenomen, welke aandachtspunten voor de betreffende commissie aan de orde waren en uiteraard tot welk oordeel de commissie is gekomen. De integrale tekst van de als casus beschreven oordelen is onder hetzelfde nummer te vinden op de website van de RTE s, publicatiejaar NVO-MELDINGEN De als NVO geselecteerde meldingen konden in 2015 vrijwel allemaal op digitale wijze door de commissie worden besproken en beoordeeld. Zoals beschreven in Hoofdstuk I gaat het hier om 79% van alle meldingen. Om in deze meldingen inzicht te geven is hieronder van één NVO-melding het oordeel in zijn geheel opgenomen. Een andere NVO-melding, casus , is opgenomen onder medisch zorgvuldige uitvoering. Op de website van de RTE zijn onder Uitspraken & Uitleg, Niet vragen oproepende meldingen meer NVO-meldingen te raadplegen. CASUS Zie ook oordeel op de website OORDEEL: GEHANDELD OVEREENKOMSTIG DE ZORGVULDIGHEIDSEISEN AANDACHTSPUNTEN: NVO-melding, tijdelijke waarneming SAMENVATTING: Omdat de huisarts tijdelijk afwezig was, vroeg een ernstig lijdende patiënte een waarnemer om euthanasie. De waarnemer zette de euthanasieprocedure in gang en benaderde de SCEN consulent. Bij terugkeer van de huisarts heeft patiënte haar euthanasieverzoek aan hem gedaan waarna de huisarts de levensbeëindiging heeft uitgevoerd. Bij patiënte, een vrouw van jaar, werd ongeveer een half jaar voor het overlijden een naar de longen gemetastaseerd pancreascarcinoom vastgesteld. Genezing was niet meer mogelijk. De behandeling was uitsluitend nog palliatief van aard. Het lijden van patiënte bestond uit snel progressieve ernstige kortademigheid ondanks gebruik van zuurstof. Patiënte kon nog slechts met moeite spreken en moest veelvuldig hoesten. Zij was uitgeput. Daarnaast leed zij onder de angst voor verdere aftakeling en ontluistering

27 Patiënte ervoer haar lijden als ondraaglijk. De arts was ervan overtuigd dat het lijden voor patiënte ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren geen voor patiënte aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Uit de stukken kan worden afgeleid dat de arts en de specialisten patiënte voldoende hebben voorgelicht over de situatie waarin zij zich bevond en over haar vooruitzichten. Patiënte had eerder met de arts over euthanasie gesproken. Acht dagen voor het overlijden heeft patiënte de praktijkgenoot van de arts, die tijdelijk waarnam voor de arts, om daadwerkelijke uitvoering van de levensbeëindiging verzocht. Bij terugkeer van de arts, een dag voor het overlijden, heeft patiënte haar verzoek herhaald ten overstaan van de arts. De volgende dag heeft zij haar verzoek nogmaals herhaald ten overstaan van de arts. Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. De praktijkgenoot van de arts raadpleegde namens de arts een onafhankelijke SCEN-arts als consulent. De consulent bezocht patiënte vier dagen voor de levensbeëindiging nadat zij door de praktijkgenoot van de arts over patiënte was geïnformeerd en inzage had gekregen in de relevante medische documentatie. De consulent gaf in haar verslag een samenvatting van de ziektegeschiedenis en de aard van het lijden van patiënte. In haar verslag kwam de consulent mede op basis van het gesprek met patiënte tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan. De arts heeft de levensbeëindiging op verzoek uitgevoerd met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van augustus De commissie toetst achteraf het handelen van de arts aan de hand van de zorgvuldigheidseisen vastgelegd in artikel 2 van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. De commissie overweegt of er naar heersend wetenschappelijk verantwoord medisch inzicht en naar in de medische ethiek geldende normen aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan. Gelet op bovenstaande feiten en omstandigheden is de commissie van oordeel dat de arts tot de overtuiging kon komen dat er sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënte en van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. De arts heeft de patiënte voldoende voorgelicht over de situatie waarin deze zich bevond en over haar vooruitzichten. De arts is met patiënte tot de overtuiging kunnen komen dat er voor de situatie waarin zij zich bevond geen redelijke andere oplossing was. De arts heeft ten minste één andere, onafhankelijke arts geraadpleegd, die patiënte heeft gezien en schriftelijk haar oordeel heeft gegeven over de zorgvuldigheidseisen. De arts heeft de levensbeëindiging op verzoek medisch zorgvuldig uitgevoerd. Het oordeel van de commissie is dat de arts heeft gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen bedoeld in artikel 2 lid 1 van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. 26

28 Op p. 10 en p. 32 van de Code of Practice zijn opmerkingen ten aanzien van de behandelrelatie opgenomen. Het gaat de commissies niet om het aantal gesprekken dat arts en patiënt voeren, maar om de intensiteit en diepgang van de contacten met patiënt en andere betrokkenen. Zie voor de integrale tekst oordeel CASUS OORDEEL: GEHANDELD OVEREENKOMSTIG DE ZORGVULDIGHEIDSEISEN ZORGVULDIGHEIDSEISEN: niet specifiek/ alle AANDACHTSPUNT: snel verloop euthanasieprocedure SAMENVATTING: Bij patiënt was sprake van een gemetastaseerd longcarcinoom. Hij had een zwervend bestaan geleid en nooit eerder dan een maand voor het overlijden een huisarts bezocht. Toen het lijden voor patiënt ondraaglijk werd, verzocht hij de huisarts om euthanasie. De huisarts verwees patiënt vanwege gewetensbezwaren met spoed naar de SLK. De arts van de SLK bezocht patiënt tweemaal. De arts kon, ondanks het snelle verloop van de procedure, door zijn uitgebreide gesprekken met patiënt en de intensieve samenwerking met de huisarts, in redelijkheid tot de overtuiging komen dat aan de zorgvuldigheidseisen werd voldaan. Patiënt, een man van jaar, had een zwervend bestaan geleid zonder vaste woon- of verblijfplaats. Ruim een maand voor het overlijden had hij voor het eerst een huisarts bezocht. Er werd een longcarcinoom met lymfekliermetastasen bij hem vastgesteld. Er bleek sprake van een massieve tumorgroei in de gehele rechterlong met doorgroei tot onderin de luchtpijp. Genezing was niet meer mogelijk. De behandeling was uitsluitend nog palliatief van aard. Het lijden van patiënt bestond uit hevige progressieve benauwdheid waardoor hij zuurstofafhankelijk was geworden. Hij was extreem vermoeid en uitgeput. Patiënt, voorheen altijd een autonome man, was bedlegerig en afhankelijk van de zorg van anderen geworden. Hij leed onder het verlies van waardigheid en de angst om te stikken of geconfronteerd te worden met een bloeding. Patiënt wilde op een waardige manier sterven en verdere aftakeling niet meer meemaken. Het lijden was voor hem ondraaglijk. Nadat de diagnose bekend was, sprak patiënt meerdere keren met de huisarts over euthanasie. Omdat de huisarts vanwege gewetensbezwaren de euthanasie niet wenste uit te voeren heeft patiënt zich op advies van de huisarts met spoed tot de Stichting Levenseindekliniek (SLK) gewend. De arts van de SLK heeft, samen met een verpleegkundige van de SLK, twee uitgebreide gesprekken gevoerd met patiënt. Tijdens het eerste gesprek, ruim een week voor het overlijden, heeft patiënt de arts om daadwerkelijke uitvoering van de levensbeëindiging verzocht. De arts en de huisarts hebben gedurende het euthanasietraject intensief met elkaar overlegd. De commissie overwoog dat de arts, ondanks het snelle verloop van de procedure, door zijn uitgebreide gesprekken met patiënt en de intensieve samenwerking met de huisarts, in redelijkheid tot de overtuiging kon komen dat aan de zorgvuldigheidseisen werd voldaan

R egionale toe tsingscommissie s e u thanasie

R egionale toe tsingscommissie s e u thanasie R egionale toe tsingscommissie s e u thanasie Ja arver sl ag 2014 secretariaten Regionale toetsingscommissies euthanasie algemeen secretaris: mw. mr n.e.c. visée Postbus 9013 6800 dr arnhem telefoon: 026

Nadere informatie

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: arts en consulent zijn overtuigd van wilsbekwaamheid van dementerende patiënte ten aanzien van haar euthanasiewens. Arts is specialist

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel 2013-95 (casus 5 RTE Jaarverslag 2013) Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Bij patiënte, een vrouw van 80 90 jaar, werd vier jaar voor overlijden Lewy Body dementie vastgesteld. Met de ziekte waren

Nadere informatie

*Het betreft hier twee afzonderlijke meldingen, die apart door de commissie zijn beoordeeld. Beide oordelen worden hier weergegeven.

*Het betreft hier twee afzonderlijke meldingen, die apart door de commissie zijn beoordeeld. Beide oordelen worden hier weergegeven. Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Twee echtgenoten verzochten om gelijktijdige levensbeëindiging. Patiënte, een vrouw van 60-70 jaar, had een sigmoidcarcinoom. Zij leed onder meer onder heftige buikkrampen,

Nadere informatie

Oordeel 2015-80 OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Oordeel 2015-80 OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Patiënte, een vrouw van 60-70 jaar, leed aan een onbehandelbaar ovariumcarcinoom. Enkele maanden voor het overlijden kreeg zij te

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Patiënte, een vrouw tussen 90 en 100 jaar, leed aan progressieve geheugen- en oriëntatiestoornissen. Tevens werd een tumor in de

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Snel proces waarin de arts, verbonden aan de Stichting Levenseindekliniek, patiënt eenmaal persoonlijk en eenmaal telefonisch heeft gesproken. De arts heeft zich er voldoende

Nadere informatie

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: euthanasie bij patiënte met een verlaagd bewustzijn waarbij een schriftelijke wilsverklaring ontbreekt en de ondraaglijkheid

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio (...) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio (...) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Casus 13 - RTE Jaarverslag 2012 Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: SCEN-arts kent weliswaar patiënt niet, maar neemt regelmatig waar in de praktijk van de arts en is niet onafhankelijk vanwege een persoonlijke

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel : zorgvuldig Samenvatting: Na het verstrijken van bijna twee jaar na het bezoek van de consulent aan patiënt was een - desnoods kort - tweede bezoek noodzakelijk geweest. Echter, arts en consulent

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: In casu was de consulent als hoofd medische dienst van een verpleeghuis langer dan een half jaar geleden de behandelend arts geweest

Nadere informatie

2017 vergeleken met voorgaande jaren

2017 vergeleken met voorgaande jaren 2017 Introductie De stijging van het euthanasieverzoeken zette in 2017 door. Dat blijkt ook uit de feiten & cijfers die de Levenseindekliniek zelf bijhoudt. Hoe was de verdeling per diagnose, per provincie

Nadere informatie

Oordeel A en Oordeel B (casus 9 - RTE Jaarverslag 2013)

Oordeel A en Oordeel B (casus 9 - RTE Jaarverslag 2013) Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Twee echtgenoten tussen de 80 en de 90 jaar oud kampten met ernstige aandoeningen en ondraaglijk lijden. Zij verzochten om gelijktijdige levensbeëindiging. De beide betrokken

Nadere informatie

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Een vrouw met Alzheimer leed ondraaglijk onder cognitieve achteruitgang, fatische, praktische en executieve stoornissen en onder

Nadere informatie

Ruimte en grenzen bij euthanasie. Eric van Wijlick beleidsadviseur

Ruimte en grenzen bij euthanasie. Eric van Wijlick beleidsadviseur Ruimte en grenzen bij euthanasie Eric van Wijlick beleidsadviseur Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (1) Hoofdstuk II Zorgvuldigheidseisen Artikel 2 1. De zorgvuldigheidseisen,

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van hulp bij zelfdoding

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van hulp bij zelfdoding Oordeel 2014-01 Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: Patiënte, een vrouw van 80-90 jaar, heeft circa 30 jaar last van depressies. Zij wordt hiervoor behandeld met ECT-therapie en antidepressiva. Als deze

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Hoogbejaarde patiënte leed aan dementie en kreeg tegelijkertijd met haar echtgenoot euthanasie. Het lijden stond in een medische context en was uitzichtloos en ondraaglijk.

Nadere informatie

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: de arts heeft niet tot de overtuiging kunnen komen dat andere oplossingen om het lijden weg te nemen ontbraken en het lijden

Nadere informatie

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: Op basis van art.2 lid 2 WTL vervangt de schriftelijke wilsverklaring een mondeling verzoek; evidente uitingen van lijdensdruk;

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie betreffende de melding van hulp bij zelfdoding

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie betreffende de melding van hulp bij zelfdoding Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Na jaren van klachten werd bij patiënte, een vrouw van 70-80 jaar, een beginnende dementie vastgesteld. Het laatste jaar voor overlijden ging zij steeds verder achteruit.

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: De arts en de consulent zijn werkzaam in dezelfde maatschap zodat geen sprake is geweest van het raadplegen van een onafhankelijke arts. OORDEEL van de Regionale toetsingscommissie

Nadere informatie

REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE JAARVERSLAG 2017

REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE JAARVERSLAG 2017 REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE JAARVERSLAG 2017 REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE JAARVERSLAG 2017 INHOUD VOORWOORD 5 2 HOOFDSTUK I ONTWIKKELINGEN IN 2017 1 Jaarverslag 9 2 Meldingen Aantal

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffend e de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffend e de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Bij patiënte, een vrouw van 80-90 jaar, werd na drie jaar van cognitieve achteruitgang de ziekte van Alzheimer geconstateerd. Vooral de laatste weken voor overlijden ging

Nadere informatie

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: De arts reikte patiënt een drank aan met 400 mg fenobarbital. Na inname overleed patiënt niet en bleef hij wakker. Conform afspraak

Nadere informatie

Deze toelichtingspagina is niet beveiligd zodat u deze desgewenst kunt verwijderen.

Deze toelichtingspagina is niet beveiligd zodat u deze desgewenst kunt verwijderen. INLEIDING Dit betreft een elektronische versie van het model voor een verslag van de behandelend arts in verband met een melding aan de gemeentelijke lijkschouwer van het overlijden als gevolg van de toepassing

Nadere informatie

Agenda. Levenseinde: keuzes, wil, wet en praktijk t.b.v. Parkinsoncafé Rosmalen. Wetten. Keuzes aan het einde van het leven

Agenda. Levenseinde: keuzes, wil, wet en praktijk t.b.v. Parkinsoncafé Rosmalen. Wetten. Keuzes aan het einde van het leven Levenseinde: keuzes, wil, wet en praktijk t.b.v. Parkinsoncafé Rosmalen Jannie Willemsen Medewerker Presentatiedienst Agenda Wetten en patiëntenrechten Keuzes aan het einde van het leven NVVE en Wilsverklaringen

Nadere informatie

Scen. Malaga 2014 Petrie van Bracht en Rob van Lier scenartsen

Scen. Malaga 2014 Petrie van Bracht en Rob van Lier scenartsen Scen Malaga 2014 Petrie van Bracht en Rob van Lier scenartsen inhoud Inleiding Getallen Zorgvuldigheidscriteria Valkuilen Euthanasie versus palliatieve sedatie De scenarts S: staat voor steun: informatie,

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënt, een man van 80-90 jaar, was bekend met een inoperabel cardiacarcinoom. Patiënt leed pijn, had last van braakneigingen en verlies van eetlust, vermagering, vermoeidheid

Nadere informatie

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Patiënte, 80-90 jaar, was ruim 40 jaar bekend met een ernstige somatisatiestoornis in combinatie met een persoonlijkheidsstoornis.

Nadere informatie

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: patiënt, 70-80 jaar, leed al meer dan vijftig jaar aan hoofdpijn. Later kwamen daar andere somatische klachten en psychische klachten

Nadere informatie

REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE JAARVERSLAG 2016

REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE JAARVERSLAG 2016 REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE JAARVERSLAG 2 INHOUD VOORWOORD Inleiding 4 Bevindingen 5 HOOFDSTUK I ONTWIKKELINGEN IN 1 Jaarverslag nieuwe stijl 9 2 Meldingen Aantal meldingen 11 Verhouding man

Nadere informatie

Het toetsingsproces toegelicht

Het toetsingsproces toegelicht Het toetsingsproces toegelicht Drs. Ronald T.C.M. van Nordennen Specialist Ouderengeneeskunde/ Hospice arts SCEN-arts / RTE-arts. 1 Wat is allemaal geen euthanasie? 1. Staken of niet starten van kunstmatige

Nadere informatie

Disclosure belangen spreker Wat maakt lijden ondraaglijk? Tjipke D. Ypma & Herman L Hoekstra SCEN-Drenthe KNMG SCEN 23 april 2015 Utrecht

Disclosure belangen spreker Wat maakt lijden ondraaglijk? Tjipke D. Ypma & Herman L Hoekstra SCEN-Drenthe KNMG SCEN 23 april 2015 Utrecht Disclosure belangen spreker Wat maakt lijden ondraaglijk? Tjipke D. Ypma & Herman L Hoekstra SCEN-Drenthe KNMG SCEN 23 april 2015 Utrecht (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

MODEL voor een VERSLAG van de BEHANDELEND ARTS

MODEL voor een VERSLAG van de BEHANDELEND ARTS MODEL voor een VERSLAG van de BEHANDELEND ARTS In verband met een melding aan de gemeentelijke lijkschouwer van het overlijden als gevolg van de toepassing van de levensbeëindiging op verzoek of hulp bij

Nadere informatie

OORDEEL. Uit de verslaglegging van de arts en de consulent en de overige ontvangen gegevens is gebleken ten aanzien van:

OORDEEL. Uit de verslaglegging van de arts en de consulent en de overige ontvangen gegevens is gebleken ten aanzien van: Casus 10 - RTE Jaarverslag 2012 Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: arts kon tot de overtuiging komen dat alternatieven zoals medicatie, het bieden van structuur en opname in een verpleeghuis voor deze specifieke

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Er was in casu sprake van twijfel over de onafhankelijkheid van de consulent. De consulent was tot ongeveer zeven maanden voor het overlijden de behandelend huisarts van

Nadere informatie

Grenzen aan euthanasie. drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur

Grenzen aan euthanasie. drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur Grenzen aan euthanasie drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur euthanasiewens in schriftelijke verklaring vastgelegd en besproken. Plotseling verslechterde de toestand. Omdat de huisarts niet bereikbaar

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Tijdens de vakantie van de arts verslechterde de situatie van patiënte plotseling ernstig. Zij verzocht de vakantiewaarnemer uitdrukkelijk om euthanasie. Deze zette palliatieve

Nadere informatie

EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk)

EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) Disclosure belangen Agnes van der Heide Agnes van der Heide Erasmus MC Afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg 13 maart 2015 (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

SLK lustrum 8 maart 2017

SLK lustrum 8 maart 2017 1 SLK lustrum 8 maart 2017 Hoewel Steven Pleiter mij gevraagd heeft om de ontwikkelingen in de laatste 5 jaar op het terrein van de euthanasie vanuit het perspectief van de Regionale Toetsingscommissies

Nadere informatie

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Bij de uitvoering van euthanasie diende de arts patiënt intraveneus 2000 mg thiopental en 150 mg rocuronium toe. Omdat patiënt

Nadere informatie

Euthanasie en hulp bij zelfdoding vallen beiden onder de euthanasiewet.

Euthanasie en hulp bij zelfdoding vallen beiden onder de euthanasiewet. 00 Euthanasie 1 Inleiding Euthanasie of actieve levensbeëindiging is in dit ziekenhuis bespreekbaar en wordt serieus benaderd. Euthanasie is een onderwerp waar mensen heel verschillend over kunnen denken.

Nadere informatie

De eindsprint als keuze

De eindsprint als keuze De eindsprint als keuze Erica van Maanen en Classien Rebergen beiden huisarts/kaderarts palliatieve zorg/scen-arts Lovah-congres 2016 Stelling 1: Als een patiënt kiest voor overlijden dan is euthanasie

Nadere informatie

De juridische context van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl)

De juridische context van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) De juridische context van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) mr. S.R. Bakker 10 juni 2015 Aanleiding jurisprudentieonderzoek Aflevering Zembla over euthanasie en

Nadere informatie

R egionale toe tsingscommissie s e u thanasie

R egionale toe tsingscommissie s e u thanasie R egionale toe tsingscommissie s e u thanasie Ja arver sl ag 2013 Secretariaten Regionale toetsingscommissies euthanasie Algemeen secretaris: mw. mr N.E.C. Visée Postbus 9013 6800 DR Arnhem Telefoon: 026-352

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 29-05-2015) Wet van 12 april 2001, houdende toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding en wijziging van het Wetboek van Strafrecht en van de Wet op de lijkbezorging

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënt koos voor palliatieve sedatie, maar was met arts overeengekomen dat deze zou overgaan tot euthanasie, indien sedatie lang zou duren of patiënt niet goed behandelbare

Nadere informatie

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: De arts diende patiënt intraveneus niet 2000 mg thiopental toe, maar 1500 mg thiopental omdat de ademhaling van patiënt stopte.

Nadere informatie

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: medische grondslag en wilsbekwaamheid bij patiënte waarbij het uitzichtloos en ondraaglijk lijden in overwegende mate bepaald

Nadere informatie

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: arts en patiënt onderhielden intensief contact na de diagnose vasculaire dementie. Patiënt had altijd duidelijk aangegeven welke

Nadere informatie

Regionale toetsingscommissies euthanasie

Regionale toetsingscommissies euthanasie Regionale toetsingscommissies euthanasie Jaarverslag 2012 Secretariaten Regionale toetsingscommissies euthanasie Algemeen secretaris: mw. mr. N.E.C. Visée (n.visee@toetscie.nl) Postbus 9013 6800 DR Arnhem

Nadere informatie

Oordeel 2014-57. Oordeel: zorgvuldig

Oordeel 2014-57. Oordeel: zorgvuldig Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Hoewel twee geraadpleegde SCEN-artsen van mening waren dat het lijden niet uitzichtloos was, heeft de arts toch de levensbeëindiging uitgevoerd. De arts, verbonden aan

Nadere informatie

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Bij patiënte, een vrouw van 80-90 jaar, was er sprake van een combinatie van somatische en psychische aandoeningen en was er mogelijk

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Bij patiënt, een man van 80-90 jaar, was sprake van een combinatie van geestelijke en lichamelijke klachten. Hij zag en hoorde slecht, er waren complicaties na een heupfractuur

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio (...) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio (...) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Casus 5 - RTE Jaarverslag 2012 Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: huisarts niet bereid tot euthanasie nadat SCEN-arts had geoordeeld dat er geen sprake was van ondraaglijk lijden. Arts van Stichting Levenseinde

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënte, een vrouw van 80-90 jaar, kampte al langer met spanningen, depressieve klachten en angsten bij een afhankelijke theatrale persoonlijkheidsstoornis met neiging

Nadere informatie

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: arts voert euthanasie uit ondanks het feit dat consulent van oordeel is dat niet aan de zorgvuldigheidseisen (redelijke alternatieven)

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënte, een vrouw van 70 80 jaar, leed aan de ziekte van Alzheimer. De arts was vanaf de diagnose met patiënte over euthanasie in gesprek geweest. Patiënte beschikte

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënte had een hersentumor met zware epileptische insulten en daardoor blijvende neurologische achteruitgang. Zij was tijdens bezoeken arts en consulent soms delirant

Nadere informatie

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: arts heeft niet overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen gehandeld vanwege het ontbreken van duidelijkheid betreffende de

Nadere informatie

OORDEEL. Oordeel: zorgvuldig

OORDEEL. Oordeel: zorgvuldig Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënte, een vrouw van 30-40 jaar, heeft al meer dan 15 jaar psychiatrische klachten. Zij heeft traumatische ervaringen in haar jeugd opgedaan en is affectief verwaarloosd.

Nadere informatie

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: het belang van het raadplegen van een onafhankelijke psychiater wanneer het lijden (in overwegende mate) wordt veroorzaakt door

Nadere informatie

REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE JAARVERSLAG 2018

REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE JAARVERSLAG 2018 REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE JAARVERSLAG 2018 INHOUD VOORWOORD 5 HOOFDSTUK I ONTWIKKELINGEN IN 2018 1 Jaarverslag 11 2 2 Meldingen Aantal meldingen 11 Verhouding man - vrouw 13 Verhouding levensbeëindiging

Nadere informatie

Deze toelichtingspagina is niet beveiligd zodat u deze desgewenst kunt verwijderen.

Deze toelichtingspagina is niet beveiligd zodat u deze desgewenst kunt verwijderen. INLEIDING MODELFORMULIER BONAIRE, ST. EUSTATIUS EN SABA (BES) Dit betreft een elektronische versie van het model voor een verslag van de behandelend arts in verband met een melding aan de op grond van

Nadere informatie

De laatste levensfase. Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek

De laatste levensfase. Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek De laatste levensfase Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek In gesprek In de laatste levensfase krijgen mensen te maken met allerlei vragen. Misschien ziet u op tegen de pijn en benauwdheid die

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënte, een hoogbejaarde vrouw, kampte het laatste jaar met toenemende lichamelijke klachten en voortschrijdende cognitieve stoornissen. Zij werd hierdoor sterk belemmerd

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 maart 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 maart 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Informatie over euthanasie

Informatie over euthanasie Informatie over euthanasie Inleiding Euthanasie is een onderwerp waar mensen heel verschillend over kunnen denken. Wat u van euthanasie vindt, hangt onder meer af van uw (religieuze) achtergrond, opvoeding,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1812 Vragen van het lid

Nadere informatie

Casus 9 - RTE Jaarverslag 2012 OORDEEL

Casus 9 - RTE Jaarverslag 2012 OORDEEL Casus 9 - RTE Jaarverslag 2012 Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: patiënte leed al vele jaren aan een chronische waanstoornis gepaard gaande met ernstige depressieve episoden, waarvoor zij allerlei behandelingen

Nadere informatie

Regionale toetsingscommissies euthanasie code of PRactice

Regionale toetsingscommissies euthanasie code of PRactice R egionale toe tsingscommissie s e u thanasie CODE OF PRACTICE R egionale toe tsingscommissie s e u thanasie CODE OF PRACTICE Den Haag, april 2015 Inhoud Voorwoord 1. Doel en opzet van deze Code of Practice

Nadere informatie

Highlights SCEN spiegelinformatie 2017*

Highlights SCEN spiegelinformatie 2017* Highlights SCEN spiegelinformatie 2017* * Data analyse en rapportage door R. Pasman en B. Onwuteaka-Philipsen, Amsterdam UMC, Expertise centrum Palliatieve Zorg VUmc De kerngetallen uit de spiegelinformatie

Nadere informatie

Euthanasie bij psychiatrische problematiek, kan dat? Gerty Casteelen, psychiater levenseindekliniek

Euthanasie bij psychiatrische problematiek, kan dat? Gerty Casteelen, psychiater levenseindekliniek Euthanasie bij psychiatrische problematiek, kan dat? Gerty Casteelen, psychiater levenseindekliniek Een moreel dilemma Beschermwaardigheid van het leven Autonomie patiënt Barmhartigheid Waardigheid Werkwijze

Nadere informatie

1. PROCEDURE. Oordeel

1. PROCEDURE. Oordeel Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Patiënt, een man tussen de 50 en 60 jaar, leed aan een preseniele vorm van Alzheimer. Vanwege agressief gedrag werd hij voor noodopvang

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding zoals in 2001 gepubliceerd in het Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden onder nummer 194. 194 Wet van 12 april 2001, houdende toetsing

Nadere informatie

Als t leven niet meer zo rooskleurig is Euthanasiewens bij M. Parkinson Rol voor jou als hulpverlener?

Als t leven niet meer zo rooskleurig is Euthanasiewens bij M. Parkinson Rol voor jou als hulpverlener? Als t leven niet meer zo rooskleurig is Euthanasiewens bij M. Parkinson Rol voor jou als hulpverlener? Parkinsonnet jaarcongres 2013 Y.G. van Ingen, specialist ouderengeneeskunde Leerdoelen Wat is euthanasie

Nadere informatie

OORDEEL. Oordeel: zorgvuldig

OORDEEL. Oordeel: zorgvuldig Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Bij patiënte, 30-40 jaar, is vanaf haar vroege jeugd sprake van meerdere psychiatrische en posttraumatische stoornissen. Zij heeft jarenlang een doodswens en pleegt meerdere

Nadere informatie

Samenvatting: arts gebruikt Dormicum als coma-inducerend middel vanwege slechte ervaring en leveringsproblemen met Thiopental.

Samenvatting: arts gebruikt Dormicum als coma-inducerend middel vanwege slechte ervaring en leveringsproblemen met Thiopental. Casus 16 - RTE Jaarverslag 2012 Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: arts gebruikt Dormicum als coma-inducerend middel vanwege slechte ervaring en leveringsproblemen met Thiopental. OORDEEL van de Regionale

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dik-Faber (CU) over de Levenseindekliniek. (ingezonden 22 februari 2016) (2016Z03789).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dik-Faber (CU) over de Levenseindekliniek. (ingezonden 22 februari 2016) (2016Z03789). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Levenseinde juridisch beschouwd

Levenseinde juridisch beschouwd Levenseinde juridisch beschouwd P.J.M. (Peter) Ros, advocaat Witte Paal 333b, Schagen Ros Ploeger advocaten Schagen 2015 www.advocatenschagen.nl Euthanasie opzettelijk leven van ander op diens uitdrukkelijk

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 30 december 2014 naar aanleiding van de op 28 augustus 2014 ontvangen klacht van A, wonend te B, jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 1 De klacht Op 28 augustus 2014

Nadere informatie

Thema avond euthanasie en dementie Ad Römkens: voorzitter commissie ethiek geestelijk verzorger, zorgethicus

Thema avond euthanasie en dementie Ad Römkens: voorzitter commissie ethiek geestelijk verzorger, zorgethicus Hartelijk welkom Thema avond euthanasie en dementie Ad Römkens: voorzitter commissie ethiek geestelijk verzorger, zorgethicus Inhoud avond 1 Inleiding op thema m.b.v. presentatie 2 filmdocumentaire: Als

Nadere informatie

Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek. Publieksversie

Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek. Publieksversie Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek Publieksversie Waarom nadenken en praten over uw levenseinde? Misschien denkt u wel eens na over uw levenseinde. In dat laatste deel van uw leven kan uw dokter

Nadere informatie

PRAKTISCHE VRAGEN OVER BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE. Cor Spreeuwenberg

PRAKTISCHE VRAGEN OVER BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE. Cor Spreeuwenberg PRAKTISCHE VRAGEN OVER BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE Cor Spreeuwenberg HOE KOMT HET DAT OVER DIT SOORT BESLISSINGEN MEER WORDT GESPROKEN DAN VROEGER? vroeger dood door infectieziekten en ongevallen

Nadere informatie

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: de commissie is tot het oordeel onzorgvuldig gekomen met betrekking tot de zorgvuldigheidseis van een medisch zorgvuldige

Nadere informatie

OORDEEL. Meldingsnummer: (...) REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIE EUTHANASIE

OORDEEL. Meldingsnummer: (...) REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIE EUTHANASIE REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIE EUTHANASIE OORDEEL van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio (...) betreffende de melding van hulp bij zelfdoding van: mevrouw (...) (...) (...), (...) verder

Nadere informatie

De rol van de schriftelijke wilsverklaring in de toetsingspraktijk

De rol van de schriftelijke wilsverklaring in de toetsingspraktijk De rol van de schriftelijke wilsverklaring in de toetsingspraktijk Casuïstiek Mr. drs. L. (Liselotte) Postma NVVE symposium Euthanasie bij dementie. Een wilsverklaring alléén is niet genoeg 12 april 2019

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van hulp bij zelfdoding

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van hulp bij zelfdoding Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: Patiënte, een vrouw van 40-50 jaar met psychische klachten in het verleden, leed ruim tien jaar aan tinnitus en tevens aan ernstige hyperacusis en neuralgie. Door de

Nadere informatie

LEVENSEINDEKLINIEK HELPT MEER MENSEN IN 2014

LEVENSEINDEKLINIEK HELPT MEER MENSEN IN 2014 2014 LEVENSEINDEKLINIEK HELPT MEER MENSEN IN 2014 De Levenseindekliniek heeft in 2014 aan 232 mensen euthanasie gegeven. Dat waren er 98 meer dan in 2013. Het grootste deel betrof mensen met somatische

Nadere informatie

Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek. Artsenversie

Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek. Artsenversie Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek Artsenversie Waarom nadenken en praten over het levenseinde? Misschien denkt uw patiënt wel eens na over zijn levenseinde. In dat laatste deel van zijn leven

Nadere informatie

Richtlijn Forensische Geneeskunde Euthanasie en hulp bij zelfdoding

Richtlijn Forensische Geneeskunde Euthanasie en hulp bij zelfdoding Richtlijn Forensische Geneeskunde Euthanasie en hulp bij zelfdoding Inhoudsopgave 1. Onderwerp. Doelstelling 3. Toepassingsgebied 4. Uitgangspunten. Achtergrond 6. Werkwijze 7. Verslaglegging 8. Toetsingscommissie

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: De arts kan zich niet onttrekken aan een uitgebreide en gemotiveerde beantwoording van vragen in het verslagmodel met een beroep op een geheimhoudingsafspraak met de

Nadere informatie

EuthanasieCode 2018 DE TOETSINGSPRAKTIJK TOEGELICHT REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE

EuthanasieCode 2018 DE TOETSINGSPRAKTIJK TOEGELICHT REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE EuthanasieCode 2018 DE TOETSINGSPRAKTIJK TOEGELICHT REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE EuthanasieCode 2018 DE TOETSINGSPRAKTIJK TOEGELICHT REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE INHOUD VOORWOORD

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van hulp bij zelfdoding

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van hulp bij zelfdoding Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: De houdbaarheidsdatum van een consultatie is beperkt, zeker in het kader van een ingewikkelde casus. Na vier maanden had een tweede bezoek van een consulent aan de patiënt

Nadere informatie

Euthanasie: vragen en antwoorden. De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in de praktijk

Euthanasie: vragen en antwoorden. De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in de praktijk Euthanasie: vragen en antwoorden De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in de praktijk INHOUD VRAGEN: 1. Waarom een euthanasiewet? 2. Worden artsen in Nederland voor euthanasie

Nadere informatie

SPIEGELINFORMATIE SCEN Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland

SPIEGELINFORMATIE SCEN Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland SPIEGELINFORMATIE SCEN 2014 Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland KNMG September 2015 INHOUD 1. INLEIDING... 3 2. AANTAL CONSULTATIES & INFORMATIE EN ADVIESVRAGEN IN 2014... 3 2.1 Aantal consultaties

Nadere informatie

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: arts voert ondanks negatief advies van de consulent levensbeëindiging op verzoek uit. Zij verantwoordt haar handelen zorgvuldig

Nadere informatie

Inleiding. Wat is euthanasie? Euthanasie bespreekbaar

Inleiding. Wat is euthanasie? Euthanasie bespreekbaar Euthanasie Inleiding Euthanasie, ofwel een verzoek om het leven te beëindigen is misschien wel de meest ingrijpende keuze die mensen kunnen maken. U heeft aangegeven dat u met de afweging tot een dergelijke

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Bij patiënte, een vrouw van 70-80 jaar, ontstonden jaren voor het overlijden inzakkingsfracturen vanwege ernstige osteoporose. Ook

Nadere informatie

29 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005

29 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005 vra2005vws-10 29 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld... 2005

Nadere informatie