Budgetteren vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie

1 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 09 June 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt. Stel zo voor iedere onderwijssituatie de optimale leermiddelenmix samen.

2 Inhoudsopgave Budgetteren Vooraf Activiteiten Stap1 Stap2 Stap3 Stap4 Stap5 Stap6 Stap7 Stap8 Extra: LvoorL Begrippen Antwoorden Over dit lesmateriaal Pagina 1

3 Budgetteren Vooraf Vooraf Stel jij als je iets duurs probeert te kopen weleens een maandelijks budget op? Leerdoel Heb jij aan het eind van de maand nog wat geld over? Of heb jij aan het eind van je geld nog een stukje maand over? Aan het eind van deze opdracht kun jij goed omgaan met je geld. Eindproduct Je rondt de opdracht af met het maken van een begroting. In de begroting komt een overzicht van je inkomsten en uitgaven. Activiteiten Activiteiten Stap Groepsgrootte Activiteit Stap 1 Alleen Kennisbank over budgetteren bestuderen en vragen maken. Stap 2 Alleen + samen Vragen over tabel van de uitgaven van Anne maken. Stap 3 Alleen Berekenen of een gezin genoeg inkomsten heeft om hun uitgaven te kunnen bet Stap 4 Alleen Vragen over sparen en prijzen vergelijken beantwoorden. Stap 5 Alleen Vragen over het progamma 'geen cent te makken' maken. Stap 6 Alleen Vragen maken met behulp van de website van het NIBUD. Stap 7 Alleen Toets maken over budgetteren. Stap 8 Samen Begroting van jouw inkomsten en uitgaven maken en vergelijken met klasgenote Benodigdheden Pagina 2

4 Geen bijzonderheden. Tijd Voor deze opdracht heb je 1 à 1,5 uur nodig. Stap1 Budgetteren Ga naar de kennisbank economie en bestudeer het onderdeel 'Budgetteren' KB: Budgetteren Maak de toets. Klik op de 'Start' knop om te beginnen. Budgetteren kn.nu/vqx8u 1 Hoe noem je de hoeveelheid geld waarvan je moet rondkomen? a. je budget b. je begroting c. je inkomsten 2 Hoe noem je een overzicht van de inkomsten en uitgaven? a. begroting b. budget c. NIBUD Pagina 3

5 3 Waar of niet waar? Als je wilt sparen, moet je minder uitgeven dan je budget toelaat. a. Waar b. Niet waar 4 Waar of niet waar? Als je moet bezuinigen, kun je dat het best doen op de uitgaven aan primaire behoeften. a. Niet waar b. Waar 5 Waar of niet waar? Als je meer gaat verdienen, zullen de uitgaven aan primaire producten in procenten toenemen. a. Niet waar b. Waar 6 Waar of niet waar? Als je meer gaat verdienen, zullen de uitgaven aan secundaire producten in procenten toenemen. a. Niet waar b. Waar Stap2 Pagina 4

6 Bezuinigen Anne is een student. Zij heeft 800,- aan inkomsten per maand. In de tabel zie je de uitgaven van Anne in de maand september. Dagelijkse uitgaven Boodschappen vaste lasten Incidentele uitgaven 180,- Huur 300,- Gas/Water/Licht 40,- Verzekeringen 24,- Studieboeken 200,- Kleding 140,- Telefoon 45,- Beantwoord de volgende vragen: Komt Anne in september uit met haar inkomsten? Hoe kun je in een maand meer uitgeven dan je inkomen toelaat? Geef twee mogelijkheden. Wat denk je, zijn de uitgaven van Anne iedere maand even hoog? Leg uit waarom wel of waarom niet. Op welke uitgaven kan Anne het gemakkelijkst bezuinigen? Bespreek je antwoorden met een klasgenoot. Zijn jullie het op alle punten met elkaar eens? Stap3 Pagina 5

7 Inkomsten en uitgaven Een gezin heeft een schatting gemaakt van de uitgaven voor het komend jaar. Boodschappen Periode Bedrag wekelijks 120,- Huur/Gas/Water/Licht maandelijks 800,Kleding maandelijks 400,- Auto wekelijks 60,- Vakantie jaarlijks 2520,- Overigen maandelijks 300,- De inkomsten van het gezin bedragen 2500,- per maand. Is dat genoeg? Leg je antwoord uit. Stap4 Maak de volgende twee opdrachten: 1 Reserveren Pagina 6

8 Tom Sloep reserveert 40,- per maand om een nieuwe televisie te kopen. De televisie die hij op het oog heeft, kost 600,-. Over hoeveel maanden kan Tom de televisie kopen? 2 Prijzen vergelijken In de tabellen worden twee merken pindakaas met elkaar vergeleken. Welk merk is voordeliger? Merk A Prijs 4,10 Gewicht 200 gram Merk B Prijs 3,80 Gewicht 180 gram Stap5 Geen cent te makken Ken je het programma Geen cent te makken? Bekijk aflevering 5 over Sandra en Robbert Gorrissen: Beantwoord de volgende vragen: Sandra en Robbert komen aan het eind van de maand steeds geld tekort. Op wat voor manier lossen zij dit op? Aan welke zaken geeft het gezin, volgens het programma, teveel geld uit? Wat wordt er bedoeld met een impulsaankoop? Op wat voor manier gaat het gezin het geldtekort oplossen? Bedenk zelf nog drie bespaartips voor dit gezin. Stap6 Pagina 7

9 Op de website van het NIBUD ( vind je veel nuttige informatie over allerlei geldzaken. Op de site vind je ook een aantal zinvolle tests en spellen. Bezoek de site van het Nibud en surf er minimaal 10 minuten rond. Ga in ieder geval op zoek naar antwoord op de volgende vragen: Krijg jij genoeg zakgeld in vergelijking tot je leeftijdsgenoten? Hoeveel belgeld krijgt iemand van jouw leeftijd gemiddeld? Hoeveel procent van de jongeren koopt wel eens iets via internet? Wat is een spaarplan? Hoeveel procent van de jongeren leent wel eens geld om iets te kunnen kopen? Stap7 Toets Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Budgetteren'. De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen. Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score. Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien. De score wordt opgenomen in het volgsysteem. Klik op de knop 'Start' om te beginnen: Pagina 8

10 Budgetteren kn.nu/uq1c8 3 van 4 Tom reserveert per maand 25,- om een nieuwe televisie te kopen. Hij verwacht dat de nieuwe televisie 1200,- gaat kosten. Over hoeveel jaar wil hij de televisie volgens zijn reserveringsplan kopen? a. 4 jaar b. 5 jaar c. 6 jaar d. 7 jaar 4 van 4 Twee merken pindakaas worden met elkaar vergeleken. Welk merk is voordeliger? a. Merk A: de prijs per 100 gram is ongeveer 0,06 goedkoper b. Merk A: de prijs per 100 gram is ongeveer 0,30 goedkoper c. Merk B: de prijs per 100 gram is ongeveer 0,06 goedkoper d. Merk B: de prijs per 100 gram is ongeveer 0,30 goedkoper Stap8 Pagina 9

11 Eindproduct Je sluit deze opdracht af met het maken van een begroting van jouw inkomsten en uitgaven. Om de begroting te maken kun je gebruik maken van het begrotingsformulier op de website van het Nibud: Experimenteer eerst met de digitale variant van het begrotingsformulier. Maak tenslotte ook een begroting op papier. Klaar? Vergelijk je begroting met de begroting van een aantal klasgenoten. Bespreek de verschillen en geef elkaar tips om te komen tot een sluitende begroting. Extra: LvoorL Leerlingen voor leerlingen Op de website vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt. Hieronder staat een video die goed past bij dit thema. Bekijk de video. Kun je de video goed volgen? Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot. Video: Budgetteren Pagina 10

12 Let op: Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg. Begrippen NIBUD Het Nationaal Instituut voor budgetvoorlichting, hier kun je aankloppen met budgetproblemen. Budget Bedrag waarvan je een bepaalde per Begroting Een overzicht van de verwachte inkomensten en de verwachte uitgaven. Reserveren Geld opzij leggen voor te verwachten Antwoorden Stap 3 Het inkomen is net hoog genoeg. Omgerekend geeft het gezin 2490,- per maand uit. Stap : 40 = 15, dus over 15 maanden. 2. Merk A: 2,05 per 100 gram Merk B: ongeveer 2,11 per 100 gram. Dus merk A is voordeliger Pagina 11

13 Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 09 June 2016 om 14:31 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2; Leerinhoud en Werk, welzijn en welvaart; Mens en maatschappij; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 1 uur en 30 minuten Trefwoorden rearrangeerbare Pagina 12