Studiegids - Opleidingsdeel

Transcriptie

1 Studiegids - Opleidingsdeel Fase 2 - Opleiding en profilering Creatief Vakman Botel - Hoedenmaker (crebo 93684) - Ambachtelijk schoenmaker (crebo 93683) - Lederwarenmaker (crebo 93685) - Keramist (crebo 93682) Specialist schilderen - Specialist restauratie en decoratie (crebo 92741) KD 2012 Cohort 2012 September 2013

2 Inhoud Inhoud 2 Inleiding 3 Profilering en opleiding 4 Leerjaar 2 creatief vakman 9 Leerjaar 2 specialist schilderen 10 Leerjaar 3 11 Leerjaar 4 12 Planning inclusief klokuren 13 Begeleiding vanuit de school 14 Ontwikkelgerichte beoordeling 15 Doorstromen naar het volgende leerjaar 16 Bijlage 1 overzicht kerntaken, werkprocessen, competenties 18 opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 2

3 Inleiding Welkom op SintLucas! Om je goed te informeren over je opleiding bij SintLucas hebben we de studiegids samengesteld. Het is belangrijk dat je de studiegids goed doorneemt. Als je vragen hebt over de inhoud, kun je die stellen aan je studieloopbaanbegeleider. Soms verwijzen we naar de website van SintLucas waar je algemene informatie over onze school kunt vinden. De studiegids bestaat uiteen aantal delen: een algemeen deel (dit geldt voor alle mbo-studenten van SintLucas) een opleidingsdeel een eamendeel (volgt later in je opleiding) Dit is het opleidingsdeel. Hierin vind je specifieke informatie over: de wettelijke eisen de inhoud van de opleiding, de verplichte onderdelen en de keuzemogelijkheden de opbouw van de opleiding en de begeleiding de studievoortgangseisen In de onderwijsovereenkomst die je hebt getekend of nog moet tekenen wordt verwezen naar deze studiegids en naar het studentenstatuut. In het studentenstatuut staan de regels die de studenten met school hebben afgesproken. In de onderwijsovereenkomst staan allerlei zaken die betrekking hebben op het volgen van onderwijs op SintLucas. Er staan zowel rechten als plichten in. Het is van belang deze documenten goed door te lezen. In het dummyboek dat je gekregen hebt staat veel praktische informatie, specifiek voor SintLucas Botel. opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 3

4 PROFILERING EN OPLEIDING Inleiding Binnen creatief vakman zijn 4 richtingen, op het einde van fase 1 kies je voor 1 van de 4 richtingen: 1. Tetiel met de uitstroomrichting hoedenmaker 2. Leer met de uitstroomrichtingen Lederwarenmaker en Ambachtelijk schoenmaker 3. Keramiek met de uitstroomrichting keramist 4. Specialist schilderen met de uitstroomrichting specialist restauratie en decoratie SintLucas kiest ervoor je zo breed mogelijk op te leiden. In de praktijk blijkt dat de grens tussen de verschillende vakgebieden steeds meer vervaagt en de vakgebieden elkaar ook gaan overlappen. Als je iets breder bent opgeleid heb je meer kansen op de arbeidsmarkt. Daarom heeft SintLucas de uitstroom hoedenmaker verbreed tot tetiel, en de uitstromen lederwarenmaker en ambachtelijk schoenmaker tot leer. Bij Leer worden beide uitstroomrichtingen aangeboden. Pas in je afstudeerstage en afstudeerproject kun je meer accent leggen op de richting waarin je je verder wilt ontwikkelen. Naast de specifieke lesstof die bij de uitstroom hoort krijgt je lesstof aangeboden van andere uitstromen of andere vakgebieden, maimaal 1 dagdeel per week. Beschrijving van het beroep Creatief vakman Als creatief vakman heb je geen alledaags beroep. Je maakt producten die mooi en bijzonder zijn. Juist de dingen die uniek gemaakt zijn, vaak met de hand en met veel aandacht en veel creativiteit herken je als bijzonder. Ze worden gemaakt door een creatief vakman. Als creatief vakman pas je een bestaand vormgevingsconcept toe of je creëert eerst de vormgeving. Dit gaat meestal in overleg met de klant. Je moet dan goed luisteren naar wat de klant wil en hem overtuigen van je deskundigheid. Soms kun je zelf bedenken wat je mooi vindt en wat je denkt dat je kunt verkopen. Vanuit je vakmanschap denk je goed na of de vormgeving realiseerbaar is en maak je een inschatting van de kosten. In de creatieve techniek werken veel mensen als zelfstandig ondernemer. Je bent dan zelf verantwoordelijk voor je eigen werk en moet ook zelf voor klanten zorgen. Dit doe je door de onderneming te promoten en te profileren en door samen te werken met collega's in de creatieve techniek. Als eigen baas ben je natuurlijk ook verantwoordelijk voor de administratie en financiën. Maar een creatief vakman is op de eerste plaats een ambachtelijk vakman die goed is in het maken van producten. Hoedenmaker Vroeger was het ongebruikelijk om zonder hoed de deur uit te gaan. Tegenwoordig dragen mensen vooral hoeden op speciale gelegenheden, zoals Prinsjesdag en bruiloften. Deze mensen willen eclusiviteit, hoge kwaliteit en originaliteit, je moet hier goed in zijn om je te kunnen onderscheiden als professionele hoedenmaker. Om je nog meer te onderscheiden kun je een duidelijke eigen stijl ontwikkelen. Daarom ben je steeds op zoek naar nieuwe materialen opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 4

5 PROFILERING EN OPLEIDING en verwerkingstechnieken en combineer je bestaande en nieuwe materialen en technieken. Ook gebruik je wel eens gereedschappen en materialen uit andere branches. Als je een hoed ontwerpt, houdt je rekening met de persoonlijkheid van de draagster, de vorm van haar gezicht, de kleur van de huid en de kleding die erbij gedragen gaat worden. Bij het maken van een hoed maak je gebruik van hoedenmallen en/of patronen. De mallen koop je of laat je maken. Met diverse, veelal tetiele materialen maak je de basisvorm van de hoed en maak je decoraties voor op de hoed. Vervolgens zorg je ervoor dat de hoed goed passend is en laat je de klant de hoed passen. Het komt voor dat een hoedenmaker een hoed ontwerpt en deze, al dan niet in serie, laat vervaardigen in Nederland of in het buitenland, bijvoorbeeld China. In dat geval zorg je ervoor dat de mensen daar goed zijn geïnstrueerd. Ambachtelijk schoenmaker Als ambachtelijk schoenmaker ontwerp en vervaardig je maatschoenen. Dit kan zijn voor particuliere klanten, maar bijvoorbeeld ook voor couturiers, schoenfabrikanten, theaters en beurzen in binnen- en buitenland. De schoenen die je maakt, moeten voldoen aan de eisen die de opdrachtgever stelt, maar aan de andere kant wil je misschien ook je eigen stijl in de schoenen naar voren laten komen. Je eigen stijl uit zich in zowel de materialen die je gebruikt als de vorm van de schoenen. Je begint met de vormgeving van de schoenen. Met behulp van tekeningen, en bij een particuliere klant een passchoen, geef je de opdrachtgever een beeld hoe de uiteindelijke schoen eruit gaat zien. Vervolgens ga je de schoen maken. Je begint met het maken van patronen die je gebruikt om de stukken leer uit te snijden. Van de stukken leer maak je de bovenkant van de schoen, de schacht. Vervolgens maak je de onderkant; het zogenaamde onderwerk. De schacht wordt vastgemaakt aan de zool. Vervolgens zet je hakken onder de schoen en werk je de schoen verder af. Tot slot controleer je de schoenen en laat je ze passen door de opdrachtgever. Het kan ook voorkomen dat je schoenen of onderdelen van schoenen door iemand anders laat vervaardigen. In dat geval geef je goede instructies hoe de schoenen eruit moeten zien. Lederwarenmaker De lederwarenmaker ontwerpt en vervaardigt tassen, riemen, klein lederwaren en lederaccessoires voor verschillende opdrachtgevers, zoals particulieren, fabrikanten of couturiers. Daarnaast zijn er lederwarenmakers die een eigen collectie ontwerpen, bestaande uit unieke stukken of series. Als je een tas maakt, begin je met de patronen. Deze baseer je op het ontwerp. Je snijdt of stanst de onderdelen uit het leer. Daarna bewerk je ze, bijvoorbeeld door fournituren te bevestigen. Je monteert de onderdelen aan elkaar en werkt de tas af. Tot slot pak je de tas zorgvuldig in, zodat deze tijdens transport niet beschadigt. Het ontwerpen en vervaardigen zijn twee activiteiten die in de praktijk door elkaar lopen. Tijdens het vervaardigen van het prototype van de tas kunnen er aanpassingen aan het ontwerp plaatsvinden. opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 5

6 PROFILERING EN OPLEIDING Het komt voor dat een lederwarenmaker een product ontwerpt en dit, al dan niet in serie, laat vervaardigen in Nederland of in het buitenland, bijvoorbeeld China. Je maakt een goed ontwerp en monster en zorgt ervoor dat de mensen daar goed zijn geïnstrueerd. Keramist Als keramist werk je met klei die je vormt tot het voorwerp dat je zelf hebt bedacht of waarvoor je opdracht hebt gekregen. Je kunt daarvoor verschillende bewerkingstechnieken gebruiken: draaien en afdraaien, handvormen en reproductietechnieken. Je werkt in een atelier, waar een afdeling is waar je de klei prepareert voor gebruik. Wanneer de klei goed is, vorm je het tot een product. Dit kan door het op een draaischijf te draaien. Met de draaischijf maak je ronde vormen en als je het goed kunt gaat dit heel snel. Een goede keramist kan wel 500 kopjes op een dag draaien. Maar natuurlijk kun je ook vormen maken waar er maar één van is. Dit kan ook op een draaischijf maar ook door bijvoorbeeld platen klei aan elkaar te maken of met de hand de klei te vormen. Ook kun je een aantal precies de zelfde producten maken door vloeibare klei in een mal te gieten. Wanneer je de klei hebt gevormd, moet deze drogen. Meestal laat je het drogen totdat het stijf en nog net een beetje zacht is. Dit noem je leerhard. Leerharde producten kun je nog bewerken door ze bij te schaven of er iets aan te boetseren, zoals oren. Daarna laat je de vorm drogen totdat deze helemaal droog is. Nu komt het moment waarop je het voor de eerste keer bakt. Je vult de oven en stookt hem op tot ongeveer 1000 graden. Dit heet de biscuitbrand. De klei is nu versteend, maar nog wel poreus zodat het nog niet waterdicht is. Hierna volgt het glazuren, waarmee je het product een glaslaag geeft. Om een eigen glazuur te maken heb je enige scheikundige kennis nodig. Voor, na of tijdens het glazuren kun je decoraties aanbrengen op de vorm. Dit kan door verschillende glazuurkleuren te combineren of met een penseel er op te schilderen. Wanneer je klaar bent, bak je het product voor de tweede keer, nu op een temperatuur tussen de 1060 en de 1400 graden. Tijdens het bakken smelt het glazuur uit en versteent de klei verder. Als de oven is afgekoeld, is het keramisch werkstuk klaar! Specialist schilderen De specialist schilderen is werkzaam bij schilderbedrijven die al dan niet gespecialiseerd zijn op het gebied van restauratie of het vervaardigen van allerlei decoraties. Hij werkt zowel binnen als buiten en soms op hoogte met behulp van steigers. Zijn werkzaamheden bestaan uit schilderwerkzaamheden of het maken van decoraties waarbij oude (zoals imitaties van hout of marmer) of moderne technieken gebruikt kunnen worden. Daarnaast brengt hij wandbekleding materialen aan. Hij werkt met veel verschillende technieken en gebruikt voor de schilderwerkzaamheden onder andere verfspuitapparatuur, kwasten of rollers. De werkzaamheden zijn voornamelijk uitvoerend van aard en als het decoraties betreft zal hij deze niet alleen vervaardigen maar vaak ook ontwerpen. De specialist schilderen heeft te maken met grote en kleine te behandelen ruimten en objecten en hij kan te maken hebben met oude of juist moderne gebouwen. De afwerking moet voldoen aan vele voorschriften, richtlijnen en/ of normen. Aan het lezen, begrijpen opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 6

7 PROFILERING EN OPLEIDING van en werken volgens kwaliteitsvoorschriften worden dan ook hoge eisen gesteld. Een specialist schilderen werkt soms alleen, maar vaak ook in een team. Hij moet dus goed kunnen samenwerken met collega s. Daarnaast heeft hij in sommige gevallen contact met opdrachtgevers. Zo is er overleg met opdrachtnemers/ aannemers, soms gemeenten en natuurlijk met particulieren. Al deze mensen en instanties moet hij op een juiste wijze te woord staan en informeren over de stand van zaken van het werk. Omdat het om specifieke werkzaamheden gaat moet hij met betrokkenen en instanties overleggen over hoe het werk het beste uitgevoerd kan worden. Als specialist schilderen zijn vaktechnische vaardigheden van groot belang. Dit varieert van het bepalen met welke ondergrond de specialist schilderen te maken heeft tot welke materialen en technieken hij daarop moet toepassen. Naast het beheersen van de vaktechniek en het kunnen samenwerken zijn voldoende organisatorische kwaliteiten noodzakelijk. De specialist schilderen let bijvoorbeeld op dat zijn werkzaamheden op tijd gereed zijn. Daarnaast zorgt hij ervoor dat de werkzaamheden voldoen aan alle eisen. Hoe zit het onderwijs in elkaar De creatief vakmannen Leer, Tetiel en Keramiek hebben twee kerntaken gemeenschappelijk: nr Kerntaak 1. Geeft producten vorm 2. Geeft als vakman invulling aan zijn ondernemerschap Voor tetiel komt daar bij: nr Kerntaak 3. Vervaardigt hoeden Voor leer komt daar bij: nr Kerntaak 3. Vervaardigt schoenen 7. Vervaardigt tassen Voor keramiek komt daar bij: nr Kerntaak 6. Vervaardigt keramiekproducten opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 7

8 PROFILERING EN OPLEIDING Het beroep specialist decoratie en restauratie heeft de volgende kerntaken: nr Kerntaak 1. adviseert over uit te voeren werkzaamheden 2. voert specialistisch schilderwerk uit 3. voert praktische projectleiding uit Bij elke kerntaak horen ook werkprocessen en competenties. De kerntaken, de werkprocessen en de competenties zijn voor elke vakrichting vastgelegd in een kwalificatiedossier. Dit dossier is door de minister goedgekeurd en geldt voor elke school in Nederland die deze vakrichting uitvoert. In bijlage 1 vind je een overzicht van de kerntaken, werkprocessen en competenties die voor jouw opleiding gelden uit het kwalificatiedossier. Als je meer wilt weten kun je het kwalificatiedossier van je opleiding terugvinden op: Je kiest dan eerst voor Als je leer, tetiel of keramiek doet kies je voor het kwalificatiedossier: creatief vakmanschap en bij de uitstroomrichting: hoedenmaker, ambachtelijk schoenmaker, lederwarenmaker of keramist. Als je specialist schilderen doet kies je voor het kwalificatiedossier: specialist schilderen en bij de uitstroomrichting: specialist restauratie en decoratie In de opleiding leer je hoe je de kerntaken uit moet voeren. De kerntaken zijn onderverdeeld in werkprocessen. In één opdracht kunnen meerdere werkprocessen terugkomen. Werkwijze in de opleiding Je werkt ongeveer de helft van de schoolweek aan praktische opdrachten in een atelier. Daarnaast krijg je ook nog trainingen en andere lessen. Deze kun je terugvinden in je rooster. Structuur en inhoud van de opleiding Fase 2 begint standaard met een jaar dat bestaat uit 4 periodes. Voor projectopdrachten kan van de tijdsduur van de periode afgeweken worden; dit is afhankelijk van de inhoud. Na elke periode krijg je een rapportage. Dit noemen we de competentiespiegel. opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 8

9 Leerjaar 2 creatief vakman Voor projectopdrachten doe je een onderzoek/oriëntatie op de opdracht, gevolgd door een idee fase en een uitvoeringsfase. Meestal is de toe te passen techniek gegeven. De ontwerpruimte kan variëren. In de 4 periodes komen 4 thema s aan bod die relevant en of interessant zijn voor het werkterrein van een creatief vakman: Periode 2.1: Het periodethema is een belangrijke gebeurtenis in het persoonlijk leven. De schoolprojecten zijn vormgegeven als opdrachten van particulieren; bijvoorbeeld vanwege een bijzondere gelegenheid zoals geboorte, huwelijk, begrafenis etc. Je maakt dan iets dat aansluit bij de stijl en wensen van de opdrachtgever en dat aansluit bij het evenement. Deze periode duurt 7 weken. Periode 2.2: vormonderzoek op basis van cirkels Je onderzoekt en eperimenteert met cirkelvormen. Met de cirkelvormen creëer je een interessante vormgeving. Je past deze toe in een object of product dat je in deze periode maakt. Deze periode duurt 8 weken. Periode 2.3: corporate identity. Je wordt gevraagd producten vorm te geven en te maken voor een groot bedrijf die aansluiten op de corporate identity; zoals mode accessoires, promotie items, onderscheidingen, jubileumcadeaus, kerstgeschenken et cetera. Deze periode duurt 8 weken. Periode 2.4: Het periodethema is reconstructie. Vanuit een voorbeeld of een historische vormgevingsstijl word je gevraagd producten vorm te geven en te produceren volgens de gegeven vormgevingsstijl. Dit kan bijvoorbeeld zijn ten behoeve van een tentoonstelling of theaterproductie of het kan daadwerkelijk herstel/restauratie zijn. Bijvoorbeeld de producten die te zien zijn op een schilderij uit de Gouden Eeuw namaken. Deze periode duurt 11 weken. opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 9

10 Leerjaar 2 specialist schilderen Het jaar is verdeeld in 4 periodes. Na alle periodes krijg je een rapportage. Periode 2.1 Deze periode volgt je vooral trainingen om je vakvaardigheid te ontwikkelen en een goede basis te leggen voor volgende periodes in fase 2. De opdrachten zijn waar mogelijk wel gekoppeld aan het periodethema. Deze periode duurt 7 weken. Periode 2.2 Deze periode is het thema Productidentiteit. Je maakt producten die aan sluiten bij de sfeer en vormgeving van een bestaand product zelf, of de branding van dit product. Deze periode duurt 8 weken. Periode 2.3 Deze periode komen de onderwerpen eterieur en corporate identity aan bod. Je wordt gevraagd producten vorm te geven en te maken voor een bedrijf die aansluiten op de corporate identity. Met een eterieur wordt in het dagelijks spraakgebruik bedoelt de buitenzijde van bijvoorbeeld een woning, een bedrijf, een restaurant of vergelijkbare ruimtes. Deze periode duurt 8 weken. Periode 2.4 Deze periode is het thema interieurvormgeving. Het interieur wordt in het dagelijks spraakgebruik bedoelt als de binnenkant van bijvoorbeeld een woning, een entree, een restaurant, een auto of vergelijkbare ruimtes. Een Land en/of cultuur heeft vaak een kenmerkende vormgeving, en in het project van deze periode ga je met dat gegeven werken. Deze periode duurt 11 weken. opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 10

11 Leerjaar 3 Je moet ongeveer 200 dagen stage lopen per jaar. Er zijn een aantal terugkomdagen op school. Daarover wordt je geïnformeerd als je aan de stage gaat beginnen. Het is mogelijk om tijdens de stage delen van je eamen te doen. De stagebegeleider van school bepaalt met jou of dat kan of niet. opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 11

12 Leerjaar 4 Bij creatief vakmanschap krijg je het eerste half jaar trainingen maar je start ook al met het eamenonderdeel vormgeven. Het tweede half jaar staat vooral in het teken van eamineren. Er is hiervoor een aparte studiegids. Daar waar nodig voor een lopend project worden just in time trainingen aangeboden. Bij de opleiding SDR wordt het eerste half jaar besteed aan trainingen. Het tweede half jaar wordt voornamelijk besteed aan eaminering. Er is hiervoor een aparte studiegids. Er zal nog enig ontwikkelingsgericht onderwijs plaatsvinden voor een aantal specialistische werkprocessen zoals bijvoorbeeld wandbekleding aanbrengen. Daar waar nodig voor een lopend project worden just in time trainingen aangeboden. opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 12

13 Planning inclusief klokuren Elke week krijg je gemiddeld 28 klokuren les. De tijden dat je op school moet zijn, zijn als volgt: 09.00u Zowel in de ochtend als in de middag is er gelegenheid tot een kwartier pauze. Er is ook een lunchpauze van een half uur. Op vrijdag middag is er geen pauze en ga je door tot Daarna ben je vrij. In totaal ben je minimaal 37 weken op school. Daarnaast wordt er ook het één en ander van je verwacht aan zelfstudie. Soms zijn er activiteiten die niet in de gewone lesuren vallen. We verwachten dat je ook hieraan meedoet. opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 13

14 Begeleiding vanuit de school Vanuit school wordt je begeleid door een StudieLoopbaanBegeleider (SLB er). Het streven is dat je het hele jaar je door dezelfde SLB er begeleid wordt. Deze heeft regelmatig een gesprek met je over je voortgang. Als je vragen hebt over je opleiding, je resultaten of persoonlijke problemen hebt kun je het beste eerst bij hem/haar terecht. In de lessen wordt je begeleid door een vakdocent of instructeur. Deze kan je vooral helpen met de opdrachten die je krijgt. Tijdens de stage wordt je begeleid door een begeleider vanuit SintLucas en een begeleider vanuit het bedrijf. Samen met jou zorgen ze ervoor dat de stage een leerzame periode wordt. opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 14

15 Ontwikkelgerichte beoordeling Bij ontwikkelingsgericht beoordelen (soms ook voortgangstoetsing of diagnostische toetsing genoemd) gaat het erom dat er beoordeeld wordt om te kijken waar je in het leerproces staat. Bij deze vorm van beoordelen gaat het niet om hoeveel er goed of fout is, maar om de feedback die je krijgt en wat je daar van kunt leren. Natuurlijk geeft een ontwikkelingsgerichte beoordeling ook de stand van zaken aan op dat moment. Het kan dus zijn dat er naar aanleiding van deze beoordeling ook actie genomen wordt, of dat je een advies krijgt. Het advies van school moet je altijd serieus nemen. Het is een dringend advies en wordt gegeven op basis van jarenlange ervaring en in het belang van jezelf. Je kunt bijvoorbeeld het advies krijgen om delen van de opleiding over te doen of naar een andere opleiding uit te zien. Als het goed is komt dit advies voor jou niet uit de lucht vallen. Je studieloopbaanbegeleider zal er na overleg met het kernteam met jou over spreken. Je wordt in elke periode ontwikkelingsgericht beoordeeld. Je wordt beoordeeld op werkprocessen en op trainingen. Je krijgt feedback op je prestaties en gedrag in de integrale projecten/opdrachten en in de ondersteunende lessen/trainingen. opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 15

16 Doorstromen naar het volgende leerjaar Om een positief advies te krijgen voor het volgende leerjaar moet je voldoen aan een aantal eisen: Het resultaat op de werkprocessen, de competenties, de trainingen en op je taal- en rekenportfolio is bepalend voor het vervolg van je studie aan SintLucas: indien je de norm niet haalt, krijg je in principe een negatief advies. Werkprocessen en competenties kunnen meerdere malen worden beoordeeld. Elke latere beoordeling van een werkproces vervangt een eerdere beoordeling. De normering: Positief advies 1. Alle vereiste portfoliostukken in het taal en rekenportfolio zijn voldoende en 2. Meer dan 80% van werkprocessen voldoende en 3. Meer dan 80 % van de competenties voldoende en 4. Meer dan 80% van de trainingen voldoende. Negatief advies 1. Alle vereiste portfoliostukken in het taal en rekenportfolio zijn niet voldoende of 2. Minder dan 65% van werkprocessen voldoende of 3. Minder dan 65% van werkprocessen voldoende of 4. Minder dan 65% van de trainingen voldoende. Bespreken 1. Alle vereiste portfoliostukken in het taal en rekenportfolio zijn voldoende en/of 2. Bij 65 tot 80% van werkprocessen voldoende en/of 3. Bij 65 tot 80% van de competenties voldoende en/of 4. Bij 65 tot 80% van de trainingen voldoende De bovenstaande normering is een leidraad, het onderwijsteam kan in bijzondere gevallen hiervan afwijken. opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 16

17 Doorstromen naar het volgende leerjaar HERKANSING TRAININGEN 1. Elke training die niet met een voldoende is beoordeeld mag je slechts één keer herkansen. 2. De herkansing vindt uiterlijk plaats in de volgende periode. 3. Voor het einde van een periode weet je de beoordelingen voor de trainingen die je hebt gevolgd. 4. Trainingen met een NB (= Niet Beoordeelbaar) kunnen een negatieve invloed op de beoordeling van je competenties hebben. Het kernteam kan dan besluiten om een of meerdere competenties aan te passen. 5. Tijdens overleg met je studieloopbaanbegeleider wordt besproken welke training(en) je gaat herkansen. 6. De trainers informeren je over: wat de eisen zijn voor herkansing het tijdstip van herkansing 7. De trainer beoordeelt jouw herkansing en maakt de uitslag aan jou en je studieloopbaanbegeleider bekend. 8. De trainer voegt de beoordeling toe aan het beoordelingssysteem en vermeldt bij opmerkingen : Resultaat na herkansing. Het laatste resultaat telt. opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 17

18 Bijlage 1 overzicht kerntaken, werkprocessen, competenties Creatief vakmanschap Betekenis van de kerntaak voor deze kwalificatie In deze matri is per kerntaak aangegeven welke competenties aangewend worden bij de uitvoering van de werkprocessen voor deze kwalificatie. Dit is zichtbaar door middel van een kruisje in de matri. Kerntaak 1 Geeft producten vorm Competenties a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y Bedrijfsmatig handelen Ondernemend en commericieel handelen Gedrevenheid en ambitie tonen Met druk en tegenslag omgaan Omgaan met verandering en aanpassen Instructies en procedures opvolgen Kwaliteit leveren Plannen en organiseren Leren Creëren en innoveren Onderzoeken Analyseren Op de behoeften en verwach- tingen van de 'klant' richten Materialen en middelen inzetten Vakdeskundigheid toepassen Formuleren/rapporteren Presenteren Overtuigen/beïnvloeding Relaties bouwen en netwerken Ethisch en integer handelen Samenwerking en overleg Aandacht en begrip tonen Begeleiden Aansturen Beslissen en activiteiten initiëren Werkprocessen 1.1 Oriënteert zich op de opdracht 1.2 Ontwikkelt concepten 1.3 Werkt concepten uit naar voorstellen 1.4 Presenteert voorstellen en maakt keuzes 1.5 Werkt het ontwerp uit Kerntaak 2 Geeft als vakman vulling aan zijn ondernemerschap Werkprocessen 2.1 Maakt marktanalyses 2.2 Stelt een marketingplan op Competenties a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y Aandacht en begrip tonen Begeleiden Aansturen Beslissen en activiteiten initiëren Relaties bouwen en netwerken Ethisch en integer handelen Samenwerking en overleg Presenteren Overtuigen/beïnvloeding Kwaliteit leveren Op de behoeften en verwach- tingen van de 'klant' richten Materialen en middelen inzetten Vakdeskundigheid toepassen Formuleren/rapporteren Plannen en organiseren Leren Creëren en innoveren Onderzoeken Analyseren Met druk en tegenslag omgaan Omgaan met verandering en aanpassen Instructies en procedures opvolgen Gedrevenheid en ambitie tonen Ondernemend en commericieel handelen Bedrijfsmatig handelen 2.3 Stelt een investeringsbegroting en/of financieringsplan op 2.4 Stelt een eploitatieen liquiditeitsbegroting op 2.5 Interesseert potentiële investeerders 2.6 Geeft vorm aan de onderneming 2.7 Patricipeert in netwerken 2.8 Profileert en promoot de onderneming 2.9 Koopt voor de onderneming in en beheert en bewaakt de voorraad 2.10 Voert de financiële administratie uit 2.11 Stelt offertes op en brengt ze uit 2.12 Reflecteert op de onderneming opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 18

19 Bijlage 1 overzicht kerntaken, werkprocessen, competenties Kerntaak 3 Vervaardigt schoenen Competenties a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y Bedrijfsmatig handelen Ondernemend en commericieel handelen Gedrevenheid en ambitie tonen Met druk en tegenslag omgaan Omgaan met verandering en aanpassen Instructies en procedures opvolgen Kwaliteit leveren Plannen en organiseren Leren Creëren en innoveren Onderzoeken Analyseren Op de behoeften en verwach- tingen van de 'klant' richten Materialen en middelen inzetten Vakdeskundigheid toepassen Formuleren/rapporteren Presenteren Overtuigen/beïnvloeding Relaties bouwen en netwerken Ethisch en integer handelen Samenwerking en overleg Aandacht en begrip tonen Begeleiden Aansturen Beslissen en activiteiten initiëren Werkprocessen 3.1 Meet de voet 3.2 Bereidt de opdracht voor 3.3 Past de confectieleest aan en modelleert deze 3.4 Maakt passchoenen 3.5 Maakt leestkopie 3.6 Maakt patronen voor de schacht 3.7 Vervaardigt de schacht 3.8 Vervaardigt onderwerk 3.9 Controleert en past de schoenen 3.10 Stuurt de productie aan Kerntaak 4 Vervaardigt de glazeniersproducten Werkprocessen 4.1 Bereidt de opdracht voor 4.2 Neemt maten op en verzamelt materialen 4.3 Realiseert glazeniersproducten 4.4 Past bewerkingstechnieken toe 4.5 Begeleidt uitbesteed werk vaktechnisch 4.6 Bereidt glas-in-lood restauratie voor 4.7 Restaureert glas-in-lood vensters Competenties a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y Aandacht en begrip tonen Begeleiden Aansturen Beslissen en activiteiten initiëren Relaties bouwen en netwerken Ethisch en integer handelen Samenwerking en overleg Presenteren Overtuigen/beïnvloeding Kwaliteit leveren Op de behoeften en verwach- tingen van de 'klant' richten Materialen en middelen inzetten Vakdeskundigheid toepassen Formuleren/rapporteren Plannen en organiseren Leren Creëren en innoveren Onderzoeken Analyseren Met druk en tegenslag omgaan Omgaan met verandering en aanpassen Instructies en procedures opvolgen Gedrevenheid en ambitie tonen Ondernemend en commericieel handelen Bedrijfsmatig handelen 4.8 Plaatst panelen opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 19

20 Bijlage 1 overzicht kerntaken, werkprocessen, competenties Kerntaak 5 Vervaardigt hoeden Competenties a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y Bedrijfsmatig handelen Ondernemend en commericieel handelen Gedrevenheid en ambitie tonen Met druk en tegenslag omgaan Omgaan met verandering en aanpassen Instructies en procedures opvolgen Kwaliteit leveren Plannen en organiseren Leren Creëren en innoveren Onderzoeken Analyseren Op de behoeften en verwach- tingen van de 'klant' richten Materialen en middelen inzetten Vakdeskundigheid toepassen Formuleren/rapporteren Presenteren Overtuigen/beïnvloeding Relaties bouwen en netwerken Ethisch en integer handelen Samenwerking en overleg Aandacht en begrip tonen Begeleiden Aansturen Beslissen en activiteiten initiëren Werkprocessen 5.1 Bereidt de opdracht voor 5.2 Bereidt de basisvorm voor 5.3 Vervaardigt materialen en decoraties 5.4 Vervaardigt en verbindt hoedenonderdelen 5.5 Controleert en past de hoed 5.6 Stuurt de productie aan Kerntaak 6 Vervaardigt keramiekproducten Werkprocessen 6.1 Bereidt de opdracht voor Competenties a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y Aandacht en begrip tonen Begeleiden Aansturen Beslissen en activiteiten initiëren Relaties bouwen en netwerken Ethisch en integer handelen Samenwerking en overleg Presenteren Overtuigen/beïnvloeding Kwaliteit leveren Op de behoeften en verwach- tingen van de 'klant' richten Materialen en middelen inzetten Vakdeskundigheid toepassen Formuleren/rapporteren Plannen en organiseren Leren Creëren en innoveren Onderzoeken Analyseren Met druk en tegenslag omgaan Omgaan met verandering en aanpassen Instructies en procedures opvolgen Gedrevenheid en ambitie tonen Ondernemend en commericieel handelen Bedrijfsmatig handelen 6.2 Prepareert de massa 6.3 Vormt het product 6.4 Maakt mallen 6.5 Past decoratietechnieken toe 6.6 Reguleert het droogproces 6.7 Stelt glazuren samen 6.8 Brengt glazuren aan 6.9 Versteent het product opleidingsdeel fase 2 opleiding en profilering creatief vakman 20