Handleiding Presentatie t.b.v. informeren en samenwerken met verwijzers

Transcriptie

1 Handleiding Presentatie t.b.v. informeren en samenwerken met verwijzers Wat is ClaudicatioNet en hoe kunt u gebruik maken van dit netwerk? Wat is het doel van deze presentatie? Deze presentatie is een leidraad om het gesprek met verwijzers aan te gaan over de kennis en kunde van u, als claudicatiotherapeut, omtrent claudicatio intermittens. Hoe gebruikt u deze presentatie? Neem deze presentatie mee naar een afspraak met verwijzers (huisartsen en vaatchirurgen) in uw regio. De presentatie spreekt voor zich, MAAR om u zelf beter te profileren is het goed om de slides toe te lichten. Deze handleiding voorziet u van achtergrondinformatie bij de slides. Hoe is de presentatie opgebouwd? Slide nr. Onderwerp 1 Titelpagina 2 & 3 Korte introductie claudicatio intermittens 4 & 5 Beleid nationale en internationale richtlijn 6 Recent onderzoek over GLT 7 & 8 Dotter vs. GLT 9 CI is eerstelijnszorg 10 & 11 Gedragsverandering patiënt bij GLT 12 Wat is ClaudicatioNet 13 Waarom een Claudicationet fysiotherapeut? 14 & 15 Hoe ziet een CNet traject eruit? 16 Aandacht voor leefstijlfactoren 17 Waarom kan een claudicatiotherapeut dit goed? 18 Vergoeding 19, 20, 21,22, 23 Digitale zorgverwijzer 24 Contactgegevens ClaudicatioNet

2 Aanvullende informatie per slide 1. Vertel iets over uw ervaringen als fysiotherapeut en uw praktijk. 2. Korte uitleg over claudicatio intermittens.

3 3. Enkele cijfers over claudicatio intermittens. 4. Gesuperviseerde looptherapie is de eerste keus behandeling bij CI. De meest recente NICE (National Institute for health and Care Excellence) guideline (2012) stelt dat een invasief traject (dotter) gereserveerd moet worden voor die patiënten waarbij verbetering na een traject GLT uitblijft. De NICE guideline is een zeer gewaardeerde richtlijn van de NHS Engeland.

4 5. De NHG-Standaard geeft aan dat gesuperviseerde looptherapie de eerste keus behandeling is bij claudicatio intermittens. 6. Dat looptherapie de eerste keus behandeling is blijkt ook uit onderzoek.

5 7. Op deze slide worden de voordelen van GLT t.o.v. een invasieve ingreep weergeven. Op deze slide wordt uitleg gegeven over de kosten van een traject GLT in vergelijking met een interventie. Onder interventie wordt een dotter, PTA of desobstructie verstaan.

6 8. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat 35,2% van de patiënten binnen 2 jaar na één van bovenstaande interventies op of rondom dezelfde locatie nogmaals een interventie behoeft. Deze cijfers worden vergeleken met een GLT traject, waarbij 6,4% van de mensen die voor CI een GLT traject gevolgd heeft binnen 2 jaar voor een interventie in aanmerking komt.

7 9. Wees alert dat u niet op de stoel van de verwijzer / huisarts gaat zitten. Conform de richtlijn voor huisartsen uit 2014 is een EAI voldoende om de diagnose PAV vast te stellen en dus ook voldoende om door te verwijzen naar fysiotherapie (in de 1 e lijn). Wijs uw publiek op de mogelijkheden om eventueel een EAI in de tweede lijn te laten bepalen.

8 10. Naast de risico s en de hogere kosten van interventies, blijkt uit onderzoek dat interventies geen effect hebben op verandering van beweeggedrag. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat patiënten nog onvoldoende het verband zien tussen leefstijl en het krijgen van PAV. Minder dan de helft van de patiënten weet bijvoorbeeld dat onvoldoende beweging het risico op PAV verhoogt.

9 11. Een psychologische interventie blijkt echter wel effect te hebben op het beweeggedrag. Dergelijke interventie kan natuurlijk ideaal gecombineerd worden met looptherapie in een zogenaamd CNet-traject.

10 12. ClaudicatioNet is begin 2011 van start gegaan en is hét landelijk netwerk van fysiotherapeuten, gespecialiseerd in het geven van gesuperviseerde looptherapie. Ondertussen telt het netwerk 1600 geschoolde fysiotherapeuten, dus altijd wel een fysiotherapeut in de woonomgeving van de patiënt. Fysiotherapeuten die aangesloten zijn bij ClaudicatioNet volgen een specialisatietraject. Dit wordt nauwlettend door ClaudicatioNet in de gaten gehouden, zodat de kwaliteit van zorg gewaarborgd is. Bovendien zijn deze gegevens openbaar en ontstaat er transparantie door gebruik te maken van individuele portfolio s op de online zorgzoeker. Om de samenwerking tussen claudicatiotherapeuten, vaatchirurgen en huisartsen te bevorderen bestaan regionale netwerken waarin de kartrekker een voortrekkersrol bekleedt.

11 13. Het specialisatietraject start met het volgen van de cursus symptomatisch PAV. Daarnaast dienen fysiotherapeuten elk jaar 15 SBU te halen met deelname aan relevante scholingen om op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen rondom de conservatieve behandeling van CI. Bovendien hebben fysiotherapeuten een zeer grote rol in het bewerkstelligen van leefstijlveranderingen. Een CNet-traject bestaat niet alleen uit lopen op de loopband, ook het bevorderen van stoppen met roken, gezonder eten, meer bewegen en medicatie compliance maken onderdeel uit van de behandeling. De fysiotherapeut stuurt erop aan dat de patiënt steeds zelfstandiger gaat trainen en verantwoording neemt voor eigen training. Tot slot vindt op steeds grotere schaal selectieve inkoop door zorgverzekeraars plaats; GLT bij CI wordt alleen vergoed als de behandeling wordt uitgevoerd door een claudicatiotherapeut aangesloten bij ClaudicatioNet.

12 14. Een CNet-traject bestaat uit 3 fasen. Gedurende de eerste vier weken van de fysiotherapeutische behandeling vinden er gemiddeld drie sessies per week plaats, daarna volstaan twee sessies per week tot aan het einde van de derde maand. Van maand 4 t/m 12 van de behandelperiode vinden er gemiddeld één tot twee sessies per maand plaats. Na deze behandelperiode vindt idealiter elk kwartaal (vier keer per jaar) een controle plaats bij een zorgverlener. Dit behandelschema (ongeveer 40 sessies in het eerste jaar) is richtinggevend. In specifieke gevallen en met goede onderbouwing kunnen meer of minder sessies nodig zijn. Dit schema is conform de KNGF-richtlijn symptomatisch perifeer arterieel vaatlijden (2014). Het doel van het traject is vooral om patiënten te leren om zelfstandig te gaan trainen en dit ook thuis vol te kunnen houden NA een CNet-traject.

13 15. U kunt hier iets vertellen over adviezen om thuis te trainen en eventuele loopgroepjes in de regio. 16. Het CNet-traject bestaat niet alleen maar uit looptraining. De claudicatiotherapeut is daarnaast ook opgeleid om leefstijlveranderingen bespreekbaar te maken en te ondersteunen. Hierbij is de aandacht met name gericht op (risicofactor nummer 1) stoppen met roken, gezond eten, een gezond gewicht, fysieke activiteit en medicatie compliance.

14 17. De claudicatiotherapeut is, gezien het intensieve contact wat hij met de patiënt heeft, en zijn kennis en vaardigheden, de ideale persoon om het gesprek over leefstijlveranderingen met de patiënt aan te gaan. De verplichte 3-daagse cursus motivational interviewing geeft de claudicatiotherapeut praktische handvaten om het gesprek aan te gaan.

15 18. Indien de huisarts een patiënt verwijst met de diagnose claudicatio intermittens (Rutherford categorie III) dan is deze verwijzing geldig om een chronische machtiging fysiotherapie (voor de duur van 1 jaar) aan te vragen bij de zorgverzekeraar. De eerste 20 sessies komen uit de aanvullende verzekering van de patiënt. Indien geen sprake is van een aanvullende verzekering betaalt de patiënt de 1 e 20 behandelingen zelf. Vanaf 2015 vergoeden steeds meer zorgverzekeraars de 1 e 20 behandelingen van het CNet-traject bij elke aanvullende verzekering (ook wanneer de aanvullende verzekering maar een beperkt aantal behandelingen fysiotherapie bevat)

16 19. Via de digitale zorgverwijzer verwijst u patiënten makkelijk, snel en efficiënt naar een claudicatiotherapeut in de buurt. 20. Om gebruik te kunnen maken van de digitale zorgverwijzer heeft de verwijzer een account nodig, wat eenvoudig kan worden aangevraagd bij ClaudicatioNet.

17 21. Indien een patiënt door de vaatchirurg of huisarts verwezen wordt voor GLT, dan zal de poli assistente / POH / doktersassistente in overleg met de patiënt via de zorgzoeker de voor de patiënt dichtstbijzijnde aangesloten ClaudicatioNet therapeut zoeken. De zorgzoeker toont automatisch de 5 dichtstbijzijnde claudicatiotherapeuten.

18 22. In samenspraak met de patiënt kan gekozen worden voor één van deze claudicatiotherapeuten. 23. Indien een patiënt via de digitale zorgverwijzer verwezen is, dan neemt de claudicatiotherapeut binnen 3 werkdagen telefonisch contact op met de patiënt. Daarna wordt deze patiënt binnen 5 werkdagen voor een eerste sessie van het CNet-traject gezien. Zo vindt continuïteit van zorg plaats; herhaling van informatie sluit op elkaar aan en het CNet-traject wordt dus optimaal benut.

19 24. Voor meer informatie of het aanmaken van een account kunnen verwijzers contact opnemen met ClaudicatioNet.