Huisbezoeken Wet werk en bijstand

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Huisbezoeken Wet werk en bijstand"

Transcriptie

1 Huisbezoeken Wet werk en bijstand Een empirisch rechtssociologisch onderzoek naar de invloed van uitvoeringsambtenaren op grondrechtbescherming en de naleving van geldende normen bij gemeentelijke huisbezoeken in het kader van de handhaving van de Wet werk en bijstand. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Masteropleiding: Staats- en bestuursrecht Augustus 2008 Coen Geerdes ( ) 1 e Begeleider: Dr. R.J.S. Schwitters 2 e Lezer: Prof. dr. I.C. van der Vlies

2 Teruggebracht tot zijn essentie is een wet, op het moment dat hij de wetgever verlaat, niet meer dan zwarte inktvlekken op papier. Althans, voorzover een wet meer is dan dit, heeft die meerwaarde specificatie en uitleg nodig, want hoe een wettekst zich laat vertalen in gedrag met maatschappelijke gevolgen is allerminst evident. Hoe en wanneer inktvlekken getransformeerd worden in gereguleerd gedrag is een van de grootste en minst ontgonnen mysteries van de rechtssociologie. John Griffiths Het liefst ga ik eerst naar binnen. Voor de privacy enzo, als je dat buiten op de stoep moet doen dan luisteren er misschien andere mensen mee. Fragment uit een gesprek met een Wet werk en bijstand handhaver ii

3 Voorwoord Deze scriptie vormt het sluitstuk op ruim zeven jaar academische vorming, vijf jaar in de politicologie en twee jaar in de rechtsgeleerdheid. Het schrijven is een leerzaam proces geweest, omdat het mij opnieuw heeft laten zien dat het bedrijven van wetenschap enorm moeilijk kan zijn. Zoals ik ook al in het voorwoord van mijn vorige scriptie opmerkte, heb ik dat gedurende mijn studie vaak niet in de gaten gehad en sprong slechts om met de woorden van mijn docent rational choice, Huib Pellikaan, te spreken succesvol door een hoepeltje. Zeker tegen het eind van de studie dreigde studeren inderdaad een trucje te worden. Het kan daarom geen kwaad om bij de afronding toch nog eens met de neus op de feiten te worden gedrukt. In deze scriptie komt een groot aantal thema s samen waar ik mij de afgelopen jaren, zowel in de politicologie als bij de rechtenstudie, mee heb beziggehouden. Vraagstukken rond sociale ongelijkheid, decentrale overheden, bestuurlijke uitvoering, grondrechten, handhavingproblematiek, maar ook methoden en technieken van onderzoek, hebben mij altijd geboeid en zijn terugkerende onderwerpen op mijn curriculum geweest. Door een paar maanden onderzoek te doen naar de manier waarop uitvoeringsambtenaren bij gemeentelijke huisbezoeken in de praktijk omspringen met het geldende recht, heb ik mijn kennis met plezier kunnen gebruiken en belangrijker is het voor mij eindelijk beginnen te leven. En dat is prettig, na zes jaar grotendeels kennis reproduceren uit boeken, readers en collegeaantekeningen. Door de jaren heen heb ik een voorliefde ontwikkeld voor de empirische politicologie en empirische rechtssociologie. Empirisch onderzoek doen is een uitdagend proces waarin het de ambitie is om uitspraken over de werkelijkheid te doen. Telkens moet een wetenschapper zich daarbij afvragen klopt het wat ik doe en zijn er alternatieven? Het belang van empirisch onderzoek kan, zeker binnen de staats- en bestuursrechtelijke wetenschap, mijns inziens niet genoeg benadrukt worden. Het kan tegenwicht bieden wanneer de wetgever zich bij wetgeving dreigt te laten leiden door emoties of onvoldoende doordachte probleemanalyses. Zo is uitkeringsfraude elke staatssecretaris een doorn in het oog. Zij behoren niet toe te staan dat mensen misbruik maken van de solidariteit van anderen. Echter, wanneer de staatssecretaris in het RTL-nieuws roept als het aan mij ligt kunnen gemeenten binnen zes maanden onverwachts voor de deur staan. Als de deur dicht blijft voor de controleur, wordt er gekort op de uitkering, dan gaat er wat mij betreft iets te snel. Kunnen gemeenten dan niet uit de voeten met de huidige regelgeving? Is het dicht blijven van de voordeur de grootste belemmering voor rechtmatigheidcontrole? Hoe zit het met de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en het huisrecht? En is dit niet in strijd met de Grondwet en het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden? Dergelijke vragen liggen ten grondslag aan deze scriptie. In deze scriptie hoop ik met een nuchtere blik, rekening houdend met de strenge regels van de wetenschap, enkele zinnige iii

4 uitspraken te doen over de discussie rond de gemeentelijke huisbezoeken in het kader van de handhaving van de Wet werk en bijstand. Veel dank gaat uit naar de ambtenaren, de handhavers en sociaal rechercheurs, die bereid waren om met mij vrijuit over hun werk te praten. Mijn dank gaat verder uit naar dr. Rob Schwitters voor zijn begeleiding. Onze gesprekken zijn van groot belang geweest bij het schrijven van deze scriptie. Ook gaat dank uit naar (de medewerkers van) Nicis Institute. Doordat ik gebruik heb kunnen maken van de faciliteiten van Nicis en regelmatig met collega s van gedachte kon wisselen, is deze scriptie er zeker in kwaliteit op vooruit gegaan. Ook heb ik door lange dagen op kantoor te zitten de vaart in het schrijfproces kunnen houden. Tot slot dank ik nogmaals mijn ouders voor de ondersteuning de afgelopen studiejaren en voor de rust waarin zij mij mijn studie hebben laten afronden, wetende dat het uiteindelijk toch wel goed zal komen. En nu kan het echt niet anders aan het werk! Coen Geerdes Amsterdam / Den Haag, juli 2008 iv

5 Inhoudsopgave Voorwoord Inhoudsopgave Lijst van tabellen en figuren Lijst van afkortingen ii v vii viii 1. Inleiding Probleemstelling Opbouw 3 2. Theoretische verkenning Griffiths: de sociale werking van het recht Lipsky: street-level bureaucracy Kritieken op Lipsky Kagan: modes of rule application Kritieken op Kagan Synthese Juridische verkenning Wettelijk en verdragsrechtelijk kader Rechterlijke toetsing en overzicht recente jurisprudentie De ombudsmanrapporten Beoordeling van de ruimte voor en grenzen van huisbezoeken Data, operationalisatie, methoden Kwalitatief onderzoek: interviewen als methode van dataverzameling Betrouwbaarheid en validiteit De selectie van de respondenten en non-respons Het interviewprotocol Analyse van de interviewresultaten Het huisbezoek in zijn context Relaties tussen actoren De relatie handhaver bijstandsconsulent De relatie handhaver leidinggevende De relatie met de klachtenfunctionaris en de afdeling bezwaar en beroep Relaties tussen actoren en de feitelijke effectiviteit van het recht Het proces van de doorwerking van het recht 53 v

6 5.3.1 Het proces van doorwerking en de feitelijke effectiviteit van het recht Grondrechtbescherming Grondrechtbescherming en de feitelijke effectiviteit van het recht Stijlen van regeltoepassing Stijlen van regeltoepassing en de feitelijke effectiviteit van het recht Conclusies en aanbevelingen Grenzen bij het verrichten van huisbezoeken Sociale factoren van invloed op de doorwerking van het recht De feitelijke effectiviteit van het recht Aanbevelingen 73 Literatuur 76 Jurisprudentie 78 Appendices A Casusillustratie bij de juridische verkenning 79 B Uitnodiging verzonden aan gemeenten voor deelname aan onderzoek 82 C Interviewprotocol 83 D Ruwe transcripten van de interviews 85 vi

7 Lijst van tabellen Tabellen 2.1 Kagan s modes of rule application Respons van gemeenten die benaderd zijn voor interviews Samenvatting theoretische verkenning en aandachtspunten 39 voor het interviewprotocol 5.1 Handhavers in Kagan s modes of rule application 64 vii

8 Lijst van afkortingen Abw Awb Awbi BO CRvB CWI CBS DWI G31 GBA EVRM SASV SZW VNG Wwb Algemene bijstandswet Algemene wet bestuursrecht Algemene wet op het binnentreden Bijzonder Onderzoek Centrale Raad van Beroep Centrum voor Werk en Inkomen Centraal Bureau voor de Statistiek Dienst Werk en Inkomen De 31 grote gemeenten die vallen onder het grotestedenbeleid Gemeentelijke Basisadministratie Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden Semi-Autonoom Sociaal Veld Sociale Zaken en Werkgelegenheid Vereniging van Nederlandse Gemeenten Wet werk en bijstand viii

9 1. Inleiding Nu gemeenten met de invoering van de nieuwe Wet werk en bijstand (Wwb) 1 volledig financieel verantwoordelijk zijn voor het reïntegratiebudget, zijn de lokale sociale diensten stringenter gaan controleren op de rechtmatigheid van bijstandsuitkeringen. Dit loont de moeite, want een tekort aan uitkeringsmiddelen moet door gemeenten zelf worden bijgelegd, terwijl ze een overschot mogen houden. In toenemende mate wordt hierbij gebruik gemaakt van hun bevoegdheid tot het afleggen van huisbezoeken. 2 Dit is begrijpelijk, omdat de hoogte van uitkeringen veelal samenhangt met de leefvorm van bijstandsontvanger. Een bijstandsuitkering bedraagt voor een alleenstaande bijvoorbeeld 70% van het minimumloon, terwijl dit voor samenwonenden 50% is. Door middel van een huisbezoek is snel te achterhalen of mensen gescheiden huishoudens hebben of niet. Op deze manier komt de gemeente relatief eenvoudig fraudegevallen op het spoor. Huisbezoeken als effectief handhavingsinstrument Uit enkele eerste evaluaties van de Wwb blijkt dat het huisbezoek door gemeenten wordt gezien als een krachtig handhavinginstrument. Gemeenten geven in de evaluaties aan dat huisbezoeken veel informatie opleveren waardoor sommige aanvragen die anders toegekend zouden worden, nu worden afgewezen. In een aantal gevallen leidt (de dreiging van) een huisbezoek er ook toe dat de potentiële aanvrager zijn aanvraag intrekt. 3 Ook de uitvoerders van de huisbezoeken, handhavers en sociaal rechercheurs 4, laten zich in de evaluaties positief uit over het huisbezoek als handhavingsinstrument. Ze geven aan met huisbezoeken (verrassend) veel meer en betere informatie te krijgen om de rechtmatigheid te kunnen vaststellen. Bijkomend voordeel is dat huisbezoeken ook een duidelijk signaal geven aan de burger. 5 Op landelijk niveau wordt de effectiviteit van huisbezoeken inmiddels ook gesignaleerd. Begin maart 2008 kondigt staatssecretaris Aboutaleb (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) aan dat hij op korte termijn met een wetsvoorstel komt om de gemeentelijke huisbezoekbevoegdheden verder uit te breiden. 6 Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) dringt momenteel aan op een ruimer huisbezoekbeleid en pleit in het bijzonder voor de inzet van risicoprofielen. Met behulp van deze risicoprofielen kunnen gemeenten beter inzicht krijgen wie van de uitkeringsgerechtigden gevoelig zijn voor fraude. De VNG acht dit van belang voor een effectievere en efficiëntere fraudebestrijding. 1 Besluit van 10 oktober 2003, Stb. 2003, 386; in werking getreden op 1 januari Kwantitatief effect Wwb, Evaluatie Wet werk en bijstand , p. ii. 3 Evaluatie Wet Werk en Bijstand Gemeenten en de Wwb I: Geprikkeld tot werken, p In het vervolg van deze studie wordt ook voor sociaal rechercheurs de term handhavers gebruikt. 5 Evaluatie Wet Werk en Bijstand Gemeenten en de Wwb I: Geprikkeld tot werken, p Vooralsnog is het bij deze aankondiging gebleven. Deze aankondiging heeft Aboutaleb eind juni nogmaals herhaald in het RTL-nieuws

10 1.1 Probleemstelling De successenverhalen rond het huisbezoek als handhavingsmethodiek hebben echter een keerzijde. Meest duidelijk klonk dit begin november 2007 door in het rapport Baas in eigen huis van de Rotterdamse ombudsman Van Kinderen. Hij stelde dat bij gemeentelijke huisbezoeken onvoldoende rekening met de privacy en rechten van burgers wordt gehouden. 7 De ombudsman noemde hierbij enkele personen die huisbezoeken afleggen zelfs laag opgeleid boeventuig en vergeleek de manier waarop zij huisbezoeken doen met praktijken uit de Tweede Wereldoorlog. 8 Huisbezoeken afleggen ligt gevoelig. Zodra gemeenten bij burgers achter de voordeur komen, vindt er immers een inmenging in de persoonlijke levenssfeer plaats. Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en Fundamentele Vrijheden (EVRM) en de artikelen 10 en 12 van de Grondwet stellen grenzen aan de toelaatbaarheid van huisbezoeken. Daarbij zal de overheid bij huisbezoeken, zoals ook door de Rotterdamse ombudsman wordt aangegeven, moeten vertrekken vanuit de (basale) gedachte dat zij een dienende overheid is en dat ambtenaren tegenover burgers optreden op een wijze waarop zij zouden wensen dat andere ambtenaren met hun dierbaren zouden omgaan (de zogenaamde Moedernorm). De overheid dient haar handelen niet alleen op de letter van de wet, maar ook op de geest van de wet te baseren. Er mag transparantie en een zekere voortvarendheid van de overheid verwacht worden. 9 Met andere woorden, naast het naleven van de wet moeten bij huisbezoeken ook de geldende normen door de overheid nageleefd worden. Uitvoeringsambtenaren De eerdergenoemde ambtenaren, de handhavers, nemen bij huisbezoeken een bijzondere en centrale positie in. Zij zijn immers degenen die het huisbezoek daadwerkelijk verrichten ( in de frontlinie ; street-level) en in direct contact treden met de burger. Door het directe contact bevinden deze ambtenaren zich in de positie om te beoordelen óf en voor welke overheidssteun in deze studie de bijstandsuitkering een individuele burger in aanmerking komt. Door zijn positie in de frontlinie en zijn directe toegang tot relevante informatie, heeft de uitvoeringsambtenaar hierbij een bepaalde beoordelingsruimte. Een lastige positie, want bij hun werk worden uitvoeringsambtenaren geconfronteerd met tegenstrijdige eisen: ze moeten de regels en opdrachten van de gemeente uitvoeren. Dat wil zeggen, ze moeten voldoen aan de maatschappelijke wens om de uitkering op rechtmatigheid te controleren. Hier staat tegenover dat gezien de ingrijpende interventie het wettelijk kader en de juridische normen zorgvuldig nageleefd moeten worden. In zijn frontliniepositie neemt de uitvoeringsambtenaar een cruciale plek in bij de mobilisering van het recht. 7 Ombudsman van Rotterdam (2007). Baas in eigen huis. Rapport van een ambtshalve onderzoek naar de praktijk van huisbezoeken, p Ombudsman mag blijven, Reformatorisch Dagblad, 21 december Ombudsman Rotterdam 2007, p

11 Verschillende rechtssociologen stellen dat of en hoe geldend recht correct wordt toegepast en nageleefd sterk afhankelijk is van de mobilisering van rechtsregels op de maatschappelijke werkvloer. Zij wijzen erop dat ambtenaren onderdeel uitmaken van een krachtenveld waarbinnen ze een meer of mindere mate een autonoom reguleringsvermogen hebben. Dit vermogen (denk aan professionele normen, intercollegiale normen, informele gedragsregels etc.) heeft veel invloed op de doorwerking van het recht. Verschillende theoretici stellen dan ook dat het geenszins van tevoren vaststaat dat ambtenaren aan nationale wet- en regelgeving voorrang zullen geven boven lokale regels en gedragsnormen. Niet in de laatste plaats zal de stijl van regeltoepassing ook sterk persoonsgebonden zijn. Zo zal voor de ene uitvoeringsambtenaar kunnen gelden het doel heiligt de middelen (hier: rechtmatigheidcontrole), terwijl een andere uitvoeringsambtenaar strikter zal hechten aan een (formele) naleving van regels. Onderzoeksvragen Het is precies deze bijzondere positie van Wwb-uitvoeringsambtenaren die in deze scriptie centraal staat. We zullen bestuderen hoe zijn frontliniepositie zich verhoudt tot de mobilisering en naleving van het geldend recht. De onderzoeksvraag luidt dan ook: Wat is de invloed van uitvoeringsambtenaren op grondrechtbescherming en de naleving van geldende normen bij gemeentelijke huisbezoeken in het kader van de handhaving van de Wet werk en bijstand? Deze onderzoeksvraag kent drie belangrijke deelvragen: 1) Welke grondrechten en geldende normen komen bij gemeentelijke huisbezoeken onder druk te staan en waar liggen de grenzen van wat toelaatbaar is? 2) In welke mate zijn sociale factoren, in het bijzonder de rol, positie, werkomgeving en stijl van regeltoepassing van de uitvoeringsambtenaar, van invloed op de doorwerking van het recht? 3) Wat is, na bestudering van de sociale factoren, de feitelijke effectiviteit van het recht? 1.2 Opbouw De opbouw van deze scriptie is als volgt. We beginnen met een uiteenzetting van rechtssociologische theorieën die ons helpen begrijpen wat de bijzondere positie van uitvoerende ambtenaren kan betekenen voor de uitvoering van beleid en de naleving van toepasselijke regels en normen (hoofdstuk 2). We zullen hierbij putten uit het werk van twee onderzoekers die processen en krachtenvelden op de maatschappelijk werkvloer centraal stellen: John Griffiths ( de sociale werking van het recht ) en Michael Lipsky (street-level bureacracy). Daarnaast bestuderen we Robert Kagan s modes of rule application, waarin wordt gewezen op verschillende stijlen van regeltoepassing. Dit doen we om recht te doen aan het feit dat het al dan niet correct toepassen en naleven van het recht aan persoonlijke of sociale factoren gebonden kan zijn. Vervolgens volgt een juridische verkenning (hoofdstuk 3). Hierin wordt uiteengezet welke regels - 3 -

12 en normen uitvoeringsambtenaren bij het uitvoeren van hun werk in acht (behoren te) nemen. We brengen daarbij in kaart welke grondrechtbescherming burgers (behoort) toe te komen. We doen dit onder andere door de ontwikkeling in de jurisprudentie in onder de loep te nemen. We verbinden hier enkele conclusies aan en beantwoorden hiermee uiteindelijk onze eerste onderzoeksvraag. Het theoretisch kader en een juridische verkenning zullen sturend zijn bij het veldonderzoek. Door middel van diepte-interviews met Wwb handhavers (de ambtenaren die de huisbezoeken afleggen) zal de tweede onderzoeksvraag behandeld worden. We stellen vanuit de theoretische en juridische verkenning het interviewprotocol op. Ook worden enkele methodologische overwegingen uiteengezet (hoofdstuk 4). Vervolgens worden de resultaten van de interviews geanalyseerd en verbonden aan de theorie (hoofdstuk 5). We bestuderen in hoofdstuk 5 de sociale factoren van invloed op de doorwerking van het recht. In hoofdstuk 5 behandelen we eveneens wat onder invloed van sociale factoren de feitelijke effectiviteit van het recht is. Dit doen we door aan de verschillende sociale factoren conclusies te verbinden voor de feitelijke effectiviteit. Door een beoordeling van de feitelijke effectiviteit van het recht kunnen we uiteindelijk ook onze derde deelvraag beantwoorden. We eindigen met een conclusie en doen enkele aanbevelingen voor toekomstige wetgeving (hoofdstuk 6)

13 2. Theoretische verkenning Ideaaltypisch, zoals dit tot uitdrukking komt in het Weberiaanse model van overheidsorganisaties, voeren uitvoeringsambtenaren 10 in ons geval de handhavers van de Wwb hun taken als een formeel-rationele activiteit uit, waarbij de uitvoering wordt gezien als een mechanische activiteit. De uitvoerders hebben een helder omschreven takenpakket en zijn bekend met hun rechten en plichten die zijn vastgelegd in duidelijke schriftelijke regelingen. Voor onduidelijkheid is geen ruimte omdat ook de gezagsverhoudingen kraakhelder zijn. De rechtsregels en normen die bij huisbezoeken gelden, zijn zo bezien slechts bevelen die moeten worden opgevolgd en uitgevoerd. 11 De werkelijkheid is echter weerbarstiger. Zoals Havinga ook observeert: [ ] de idee van uitvoering als een mechanische activiteit geeft geen reëel beeld van het werkelijk functioneren van ambtelijke organisaties: individuele ambtenaren hebben doorgaans veel meer beslissingsruimte en informele verhoudingen spelen een veel grotere rol dan Webers model suggereert. 12 In de navolgende theoretische verkenning gaan we na wat de bijzondere positie van uitvoerende ambtenaren in het bijzonder hun directe contact met burgers kan betekenen voor de uitvoering van beleid en de naleving van toepasselijke regels en normen. Zoals al in de inleiding gesteld, is ons uitgangspunt hierbij de sociale werking van het recht benadering van Griffiths, de street-level bureaucracy theorie van Lipsky en Kagan s modes of rule application. 13 De eerste twee theoretische invalshoeken (Griffiths en Lipsky) zullen ons helpen met een meer algemeen begrip van het functioneren van uitvoeringsambtenaren. Met de theorie van Kagan komen we vervolgens tot een typologie van uitvoeringsstijlen en regeltoepassing. 2.1 Griffiths: de sociale werking van het recht De kern van de sociale werking van het recht benadering is de vraag hoe en onder welke omstandigheden beïnvloedt een juridische regel gedrag? Het belang van communicatie, de werkvloer, de sociale organisatie van deze werkvloer en de mobilisering van het recht staan centraal in deze benadering. In de navolgende paragrafen worden deze aspecten van Griffiths theorie besproken. 10 Ter bevordering van de leesbaarheid worden de begrippen uitvoeringsambtenaren, contactambtenaren, uitvoerders en frontliniewerkers in deze studie door elkaar gebruikt. 11 Dit rationele model wordt onder andere uiteengezet in Weber, M. (1972). Gezag en bureaucratie [vertaling uit het Duits door J.J.M. de Blok; geredigeerd en ingeleid door A. van Braam]. Rotterdam: Universitaire Pers Rotterdam. 12 Havinga, T. (2000). Uitvoering en handhaving van regelgeving, in: Schwitters, R.J.S. (2000). Recht en samenleving in verandering. Deventer: Kluwer, p Om de theoretische verkenning completer te maken zullen waar nodig ook andere auteurs betrokken worden

14 Communicatie 14 In deze scriptie staat de doorwerking van rechtsregels via de uitvoeringsambtenaren centraal. Essentieel hierbij is communicatie tussen zender en ontvanger (hier, bijstandmaatschappelijk werker en bijstandsontvanger). Immers, zonder communicatie is doorwerking van recht amper mogelijk. Griffiths observeert dat de communicatie van juridische informatie vaak problematisch verloopt. De originele boodschap van een overheidsorgaan wordt veelal vervormd, geïnterpreteerd en aangevuld met nieuwe informatie, waardoor er een selectie- en transformatieproces plaatsvindt. 15 Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat uitvoeringsambtenaren de nieuwe wetgeving of mededelingen van de overheid simpelweg niet goed begrepen hebben. Daarnaast zullen uitvoeringsambtenaren hun doelgroep confronteren met hun eigen ervaringsregels en gedragsverwachtingen. Uitvoeringsambtenaren zullen zich richten naar de normen die binnen de eigen groep en organisatie gelden. Een werkwijze (gewoonte) kan er in de uitvoeringspraktijk dusdanig zijn ingesleten dat nieuwe regelgeving hier maar moeilijk verandering in kan brengen. Gevolg is dat rechtsregels dan veelal conform verwachtingen van de heersende cultuur worden geïnterpreteerd. 16 Deze cultuur krijgt vorm in de sociale context waarin uitvoeringsambtenaren beslissingen nemen. Volgens Doornbos is het deze sociale context die grotendeels de marges bepaalt waarbinnen individuele ambtenaren te werk gaan en de handhavingstijl waarmee zij rechtzoekenden benaderen, bijvoorbeeld bestraffend, vergoedend, verzoenend of therapeutisch. De selectie, interpretatie, transformatie en de sociale context heeft volgens Griffiths tot gevolg dat wanneer de juridische boodschap de ontvanger bereikt, deze bijna altijd complexer is dan het overheidsorgaan voor ogen had. 19 Instrumentalisme versus de werkvloer Mede omdat er volgens Griffiths bijna onherroepelijk een selectie- en transformatieproces van elke juridische informatie zal plaatsvinden, zet hij zich af tegen de instrumentalistische benadering in rechtssociologisch onderzoek. Bij de instrumentalistische onderzoeksvisie wordt de effectiviteit en doorwerking van wetgeving afgemeten naar de doelen die de wetgever daaraan heeft gesteld. Of zoals Griffiths stelt: 14 Hoewel ik in deze paragrafen refereer naar Griffiths, heb ik ook veel kunnen putten uit de analyse van Griffiths theorie door Doornbos (Doornbos, N. (2006). Op verhaal komen: institutionele communicatie in de asielprocedure. Nijmegen: Wolf Legal Publishers.). Zij gebruikt Griffiths inzichten in haar studie naar de doorwerking van het recht in de asielprocedure. 15 We bestuderen in deze scriptie voornamelijk het transformatieproces dat plaatsvindt bij de toepassing van het recht door de handhaver in relatie tot de burger (cliënt). Dit betekent niet dat er geen transformatieproces plaatsvindt in de doorwerking van het recht van de wetgever naar de handhaver. Ook hier is sprake van ruis. Echter, gezien onze probleemstelling ligt de focus in deze studie hier niet op. 16 Doornbos 2006, p Ibidem. 18 Dit herkennen we van Lipsky en Havinga. 19 Griffiths 2003, o.c. Doornbos 2006, p

15 Het instrumentalisme beschouwt een wettelijke regel als een stuk gereedschap dat ter beschikking staat van een beleidsmaker. De doelstelling van rechtssociologisch onderzoek in de instrumentalistische traditie is om dit gereedschap te verbeteren en de beleidsmakers instructies te geven voor de doelmatige inzet daarvan. 20 Deze benadering doet volgens Griffiths geen recht aan de complexiteit van de doorwerking van het recht en het vermogen van het recht om gedrag te reguleren. Griffiths pleit ervoor om onderzoek naar doorwerking van het recht niet langer vanuit een top down benadering uit te voeren (instrumentalisme), maar voor een bottom up benadering te kiezen. Door de werkvloer centraal te stellen (bottom), met haar verscheidenheid en krachtenvelden, wordt meer recht gedaan aan de complexiteit van het de door werking van het recht in het algemeen en de regulering van gedrag in het bijzonder. 21 Dit levert een beter begrip op van de uiteindelijke effectiviteit van wetgeving. 22 De sociale organisatie van de werkvloer De uitdrukking werkvloer is nog betrekkelijk vaag. Dit wordt ook door Griffiths onderkend. 23 Om het begrip werkvloer nader te specificeren en een beeld te schetsen van de concrete sociale context waarbinnen de sociale werking van het recht plaatsvindt, gebruikt Griffiths, in navolging van Moore, het begrip semi-autonoom sociaal veld (SASV). Een SASV kan worden gedefinieerd als een verzameling mensen die gedragregels voorschrijft en handhaaft. 24 Veel verschillende SASVs kunnen in verschillende samenlevingsverbanden geïdentificeerd worden: een dorpsgemeenschap, de Marokkaanse gemeenschap, een gevangenis of de Katholieke Kerk. Griffiths stelt dat voor elk van deze SASVs geldt dat zij een autonome bron van gedragsregulering zijn. 25 Of zoals Moore stelt, een SASV heeft het vermogen regels voort te brengen en middelen om naleving te bevorderen of af te dwingen; maar het bevindt zich tegelijkertijd in een sociale omgeving die het 20 Griffiths 2005, p Onderzoeksvragen moeten daarom ook bottom up geformuleerd worden. Voorbeelden hiervan zijn: Wat kunnen we veronderstellen met betrekking tot de belangstelling die mensen hebben voor een bepaalde wettelijke regel. Heeft het recht in de praktijk enige invloed op hun situatie? Is de wettelijke regel hen bekend en zo ja, hoe vervormd en met andere informatie verrijkt of vervuild is de versie van de wet die de werkvloer bereikt? Bij de empirische observaties (hoofdstuk 5) zal deze bottom up benadering meegenomen worden. 22 Griffiths 2005, p Ibidem, p Moore, o.c. Griffiths 2005, p Griffiths 2005, p

16 beïnvloedt en binnendringt, soms op verzoek van personen die zich erbinnen bevinden, soms uit eigen beweging. 26 Uit het bovenstaande citaat blijkt ook dat SASVs slechts gedeeltelijk autonoom zijn. Door de inmenging van andere sociale velden en de grenzen van het rechtssysteem, wordt het autonome reguleringsvermogen in meer of mindere mate beperkt. Voor deze studie is relevant dat de handhavers van de Wwb, als onderdeel van bijvoorbeeld een Afdeling Fraudebestrijding of Sociale Recherche, onderdeel uitmaken van een SASV. Het gedeeltelijk autonome karakter van het SASV handhavers Wwb betekent dat deze SASV tot op zekere hoogte een eigen regulerend vermogen heeft. Het SASV handhavers Wwb kunnen eigen regels handhaven en de doorwerking van externe regels beïnvloeden of zelfs tegenwerken. Mobilisering van het recht Mobilisering verwijst naar de wijze waarop er door verschillende actoren (binnen een SASV) van rechtsregels gebruik wordt gemaakt. Volgens Griffiths schieten benaderingen die nagaan tot in hoeverre een juridische instantie erin slaagt voor de handhaving van een rechtsregel te zorgen, te kort. Een dergelijke benadering doet geen recht aan het autonome reguleringsvermogen van een SASV: Aangezien SASVs directe controle uitoefenen op de interacties en verhoudingen op de werkvloer, regelen zij in eerste instantie het mobiliseringsproces en bepalen zij op deze wijze grotendeels de omstandigheden waaronder en de wijze waarop een regel gemobiliseerd wordt en de gevolgen van deze mobilisering. 27 Griffiths wijst er vervolgens op dat voordat een SASV een rechtsregel kan mobiliseren aan bepaalde voorwaarden moet zijn voldaan: 28 De mobiliseerder van de rechtsregel moet in ieder geval kennis hebben van de regel wil de regel gemobiliseerd worden. Deze kennis moet ook verder gaan dan kennis genomen hebben van, maar ook een bepaalde mate van inhoudelijkheid hebben; De mobiliseerder van de rechtsregel moet kennis hebben van de feiten die voor de toepasselijkheid van de regel relevant zijn. De mobiliseerder moet feiten zo kunnen classificeren dat ze onder de rechtsregel vallen; De mobiliseerder moet conform de rechtsregel handelen. Als een actor een rechtsregel inhoudelijk kent, kennis heeft van de feiten en deze ook kan classificeren, dan zal hij 26 Moore, o.c. Griffiths 1996, p Griffiths 2005, p Ibidem, p

17 tenslotte op enige wijze conform de regel moeten handelen (een boete opleggen, een uitkering intrekken etc.). Een en ander betekent dat er enige horden genomen moeten worden wil een rechtsregel succesvol gemobiliseerd worden. Resumerend Griffiths stelt dat de werking van recht afhankelijk is van de mobilisering van rechtsregels op de maatschappelijke werkvloer. Hij wijst erop dat ambtenaren onderdeel uitmaken van SASVs die in meer of mindere mate een autonoom reguleringsvermogen hebben. Dit vermogen (denk aan professionele normen, intercollegiale normen, informele gedragsregels etc.) heeft veel invloed op de doorwerking van het recht. Griffiths stelt dan ook dat het geenszins van tevoren vaststaat dat ambtenaren aan nationale wet- en regelgeving voorrang zullen geven boven lokale regels en gedragsnormen. Met andere woorden, in de theorie van de sociale werking van het recht staat niet de intentie van de wetgever, maar de werkvloer van het maatschappelijke leven centraal. 29 In essentie is de sociale werking van het recht benadering dan ook te herleiden tot de (ogenschijnlijk) simpele vraag: Wat gaat de man of vrouw op de werkvloer met de regel doen? 30 In het navolgende subhoofdstuk behandelen we de street-level bureaucracy theorie van Lipsky. Zijn benadering stelt ons in staat diepgaander inzicht te krijgen in de positie van uitvoeringsambtenaren in de frontlinie. 2.2 Lipsky: street-level bureaucracy De term street-level bureacracy heeft in de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn intrede gedaan in het klassieke werk Street-level bureaucracy: dilemmas of the individual in public services van Amerikaanse politicoloog Lipsky. 31 Met street-level bureaucraten worden alle uitvoerende functionarissen bedoeld die in hun dagelijkse werk direct contact hebben met burgers. 32 De beroepsgroepen die onder deze definitie vallen zijn divers, te denken valt aan (bijstand)maatschappelijk werkers, politieagenten, leerkrachten, beslisambtenaren en keuringsartsen. Met het boek beoogde Lipsky een bijdrage te leveren aan de theorievorming over het moeilijk te begrijpen gegeven dat overheidsinstanties vaak anders functioneren dan op grond van 29 Griffiths 2005, p Ibidem, p Lipsky, M. (1980). Street-level bureaucracy: dilemmas of the individual in public services. New York: Russel Sage Foundation. 32 Lipsky gebruikt de term citizens om burgers aan te duiden. In de Nederlandse literatuur wordt veelal gesproken van cliënten. Dit met name om de dienstverlenende en zorgfunctie van de overheid te onderstrepen. Om storende woordherhalingen te voorkomen, zullen in het vervolg van het betoog beide termen door elkaar gebruikt worden

18 de regels en doelstellingen van die instanties te verwachten is. Lipsky tracht het verschil tussen geformuleerd beleid en regelgeving en de feitelijke beleidsuitvoering te verklaren door de positie van uitvoeringsambtenaren onder de loep te nemen. Street-level bureaucraten worden door Lipsky gezien als de noodzakelijke schakel tussen de overheid en hun cliënten. Door het directe contact met de burger bevinden deze ambtenaren zich in de uitgesproken positie om te beoordelen óf en voor welke overheidssteun een individueel geval in aanmerking komt. Door het belang van een waardering per geval en hun uitgesproken informatiepositie, hebben uitvoeringsambtenaren een aanzienlijke discretionaire beleidsruimte. Zij zijn immers degenen van geval tot geval over het meest passende besluit kunnen oordelen. Lipsky zegt hierover: [ ],street-level bureaucrats have considerable impact on peoples lives. [ ]. They determine the eligibility of citizens for government benefits and sanctions. They oversee the treatment (the service) citizens receive in those programs. Thus, in a sense streetlevel bureaucrats implicitly mediate aspects of the constitutional relationship of citizens to the state. 33 Lipsky stelt dat street-level bureaucraten zich zeer bewust zijn van hun bijzondere positie. Hoewel in theorie leidinggevenden (of andere hogere overheidslagen) werkregels en protocollen voor uitvoeringsambtenaren kunnen opstellen, worden deze in de regel door uitvoeringsambtenaren met een beroep op hun autonome positie naar eigen goeddunken toegepast. Leidinggevenden komen hier niet vaak tegen in opstand, omdat verzet de productiviteit al snel negatief kan beïnvloeden. Lipsky stelt: [Street-level bureaucrats] expect themselves to make critical discretionary decisions, many of manager s efforts to dictate service norms are regarded as illegitimate. [ ] Street-level bureaucrats conspiciously create capacities to act with discretion and hang on to discretionary capacities they have enjoyed in the past [ ]. 34 In de praktijk komt het er dus op neer uitvoeringsambtenaren niet alleen beleidsuitvoerders, maar ook beleidsmakers zijn en hierbij sturing geven aan regelgeving. In Nederland observeert onder andere ook Hupe (1992) dat de bijzondere positie van uitvoeringsambtenaren evident is: Lipsky 1980, p Ibidem, p Ook Tjeenk Willink onderstreept de bijzondere positie van de ambtenaar. Hij gaat zelfs nog een stap verder door te stellen dat ambtenaren formeel besturen namens hun minister, maar in de werkelijkheid besturen op eigen oordeel. Willink typeert hiermee de uitvoeringsambtenaar als een medebestuurder die geen staatsrechtelijk verantwoordelijkheid draagt (Tjeenk Willink, H. (1984). Goed bestuur begint bij goede bestuurders. Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken)

19 "De ambtenaar beschikt over beoordelingsmogelijkheden, die variëren naar zijn specifieke taak, positie en persoon. De beleidsvrijheid die hij heeft, betekent dat hij een bepaalde zin en inhoud aan zijn optreden geeft, waarbij hij zich laat leiden door bepaalde beelden die schuilgaan achter de officiële beleidsdoelstellingen. 36 Lipsky vervolgt zijn betoog door te erkennen dat het in de uitvoeringspraktijk niet haalbaar is dat street-level bureaucraten voor alle individuele gevallen een adequate waardering kunnen geven. Hoe uitvoeringsfunctionarissen handelen en hoe de feitelijke beleidsuitvoering plaatsvindt, moet verder worden begrepen door te kijken naar de omstandigheden waaronder zij hun werk verrichten. Hij noemt verschillende factoren die de werkomgeving van uitvoeringsambtenaren typeren. De belangrijkste zijn hiervan: Een chronisch gebrek aan middelen (geld en mankracht) in verhouding tot het werk dat moet worden verricht; een vraag naar diensten die het aanbod vrijwel altijd overtreft; vage en regelmatig tegenstrijdige regels en doelstellingen van beleidsopstellers; een niet meewerkende en onvrijwillige clientèle; moeilijk behalen doelen (targets), vaak zijn deze ook niet te meten. 37 Uitvoeringsambtenaren hebben bij hun werkzaamheden dus te maken met tal van obstakels en dilemma s. Door deze moeilijke werkomstandigheden worden zij belet in het optimaal verlenen van hun diensten. Dit levert hen veel frustraties op. Een centraal argument van Lipsky is vervolgens dat uitvoeringsambtenaren, om met de dilemma s en frustraties bij hun werk om te kunnen gaan, aanpassingsstrategieën zullen ontwikkelen. Gezien hun relatief autonome positie bestaan de mogelijkheden hiertoe volop. Een belangrijke aanpassing is dat uitvoeringsfunctionarissen eigen regels en routines ontwikkelen om hun werk werkbaar te houden. Hierdoor weten zij hun complexe werksituatie zoveel mogelijk te beheersen en onzekerheid over de te nemen beslissingen te reduceren. Havinga spreekt in dit verband van het aanbrengen van typeringen door uitvoeringsambtenaren. Typeringen brengen zij intuïtief of op basis van ervaring individuele ervaringen of gedeelde ervaringen van de organisatie op hun clientèle aan. Twee typeringen komen hierbij veel voor: een typering gebaseerd op verdienste en behoefte, en een typering gebaseerd op de verwachte gevolgen van de werkwijze. 38 Kenmerkend voor de typering op verdienste en behoefte is een onderscheid dat door de ambtenaar wordt gemaakt tussen burgers die een bepaalde uitkering of dienst echt verdienen en 36 Hupe, P.L. (1992). Klerk noch koopman: zakelijkheid en de ideale ambtenaar. Bestuurskunde, 1 (4), p Lipsky 1980, p Havinga, T. (2000). Uitvoering en handhaving van regelgeving, in: Schwitters, R.J.S. (2000). Recht en samenleving in verandering. Deventer: Kluwer, p

20 burgers die hierop (moreel) minder aanspraak kunnen maken. Zo maken wetshandhavers nogal eens een onderscheid tussen echte overtreders en overtreders uit onwetendheid, onhandigheid of pech. Havinga stelt dat handhaven door hard optreden wordt gereserveerd voor de echte overtreders en criminelen. Andere burgers worden met meer begrip tegemoet getreden. Wat betreft de typering van burgers naar verwachte gevolgen, zijn de waarschijnlijke resultaten of problemen die het uitvoeringscontact van de ambtenaar met de burger oplevert, bepalend. Zo noemt Havinga dat werkzoekenden vaak ingedeeld worden in kansrijk, moeilijk en onbemiddelbaar. Een belangrijke verklaring hiervoor is dat uitvoeringsambtenaren geneigd zijn bij voorkeur daar interventies verrichten waar er successen geboekt kunnen worden (het zogenaamde afromen ). 41 Het aanbrengen van dergelijke typeringen maakt het voor uitvoeringsambtenaren beter mogelijk om hun schaarse middelen en mankracht efficiënter en effectiever in te zetten. Lipsky: [ ] they [street-level bureaucrats] develop patterns of practice that tend to limit demand, maximize the utilization of available resources, and obtain client compliance over and above the procedures developed by their agencies. They organize their work to derive a solution within the resource constraints they encounter. 42 Verder proberen street-level bureaucraten de frustraties rond hun werkzaamheden te beperken door hun ambitie om doelgericht te werken en zichtbare resultaten te boeken, naar beneden bij te stellen. Lipsky betoogt dat street-level bureaucraten zich hiertoe niet bezwaard voelen, het is immers inherent aan hun weerbarstige werkomgeving: Typically, they [street-level bureaucrats] do not claim that they are doing a perfect job or performing the way the job should be performed; only that they are functioning effectively and properly under the constraints they encounter. Resumerend Ondanks gedetailleerde regels van beleidsmakers en protocollen van aansturende organisaties, blijken situaties in de werkelijkheid complexer en gevarieerder te zijn dan de wetgever heeft (kunnen) voorzien. De uitvoeringspraktijk kent daarom veel dilemma's en moeilijkheden die door street-level bureaucraten zelf opgelost moeten worden. Door de grote beleidsvrijheid en 39 We kunnen dit interpreteren als een ambtelijke variant op redelijkheid en billijkheid. 40 Havinga 2000, p Ibidem. 42 Lipsky 1980, p Dat uitvoeringsambtenaren zich bewust zijn van hun aanpassingsgedrag, maakt dit gedrag voor onderzoekers beter observeerbaar en eenvoudiger te beschrijven. Dit is met name van belang omdat in deze studie uitvoeringsambtenaren geïnterviewd worden. In mindere mate moet er dus op zoek worden gegaan naar latente processen. 44 Lipsky 1980, p

GEMEENTEBLAD. Nr Protocol Huisbezoek WIZ, gemeente Weert 1. INLEIDING

GEMEENTEBLAD. Nr Protocol Huisbezoek WIZ, gemeente Weert 1. INLEIDING GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Weert. Nr. 41192 13 mei 2015 Protocol Huisbezoek WIZ, gemeente Weert Weert, april 2015 1. INLEIDING Vanaf 1 januari 2013 is de wet houdende een regeling in de

Nadere informatie

Protocol huisbezoeken 2015

Protocol huisbezoeken 2015 Protocol huisbezoeken 2015 Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz-2004 Pagina 1 van 8 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 1.1. Wet Huisbezoeken 3 2. Het huisbezoek 4 2.1. Huisbezoek in het kader van dienstverlening

Nadere informatie

Protocol Huisbezoek 2015

Protocol Huisbezoek 2015 Protocol Huisbezoek 2015 Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz-2004 Boxmeer, oktober 2015 I-SZ/2015/2584 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 1.1. Wet Huisbezoeken 3 2. Het huisbezoek 4 2.1. Huisbezoek in het kader

Nadere informatie

Mediation en conflictoplossing

Mediation en conflictoplossing Mediation en conflictoplossing Een onderzoek in opdracht van de VGM Laurens Bakker Instituut voor Rechtssociologie Instituut voor Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies Radboud Universiteit Nijmegen

Nadere informatie

Protocol Huisbezoek WIZ

Protocol Huisbezoek WIZ Protocol Huisbezoek WIZ Weert, april 2015 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 1.1. Wet Huisbezoeken vanaf 1 januari 2013 3 2. Het huisbezoek 4 2.1. Huisbezoek in het kader van dienstverlening 4 2.2. Huisbezoek

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Besluit op bezwaar niet uitgevoerd Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen

Besluit op bezwaar niet uitgevoerd Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen Rapport Gemeentelijke Ombudsman Besluit op bezwaar niet uitgevoerd Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen 10 september 2009 RA0942181 Samenvatting De Dienst Werk en Inkomen beëindigt een aanvullende

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Protocol huisbezoek

Protocol huisbezoek Protocol huisbezoek 2017-2018 1. De Wet huisbezoeken Vanaf 1 januari 2013 is de Wet houdende een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het

Nadere informatie

Beleidsplan Integriteit

Beleidsplan Integriteit Beleidsplan Integriteit Datum 8 september 2009 Versie Versie 1.0 Ambtelijk opdrachtgever: Opdrachtnemer: Onderzoeksteam: Tjeerd van der Zwan Concern control Marije Lamsma 2 1. Inleiding Waarom is integriteit

Nadere informatie

UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE

UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE Inleiding Algemeen deel in drievoud 1 1 Synthese 2 Leeswijzer 3 Nieuwe visie 4 Forumgedachte 5 Discipline in transitie 6 Privaatrecht 1 Pluriforme rechtswetenschap 7 1.1 Een identiteitscrisis?

Nadere informatie

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek.

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek. R e g i s t r a t i e k a m e r Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid..'s-Gravenhage, 19 januari 1999.. Onderwerp AMvB informatieplicht banken Bij brief van 8 oktober 1998 heeft u de Registratiekamer

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum 6 maximumscore 4 twee redenen om gevoel niet te volgen met betrekking tot ethiek voor Kant: a) rationaliteit van de categorische imperatief en b) afzien

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 7

Inhoudsopgave. Voorwoord 7 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 Beginselen van academisch-juridisch onderzoek 9 1.1 Academisch-juridisch onderzoek 9 1.2 Verschillen met ander juridisch onderzoek 10 1.3 Het onderzoeksproces 11 1.4 Eisen waaraan

Nadere informatie

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? Wim Biemans Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie & Bedrijfswetenschappen 4 juni, 2014 2 Het doen van wetenschappelijk onderzoek Verschillende

Nadere informatie

BAR HUISBEZOEKPROTOCOL UITKERINGEN 2013. Barendrecht-Albrandswaard-Ridderkerk

BAR HUISBEZOEKPROTOCOL UITKERINGEN 2013. Barendrecht-Albrandswaard-Ridderkerk BAR HUISBEZOEKPROTOCOL UITKERINGEN 2013 Barendrecht-Albrandswaard-Ridderkerk 1 Inleiding In het kader van handhaving van de Wet werk en bijstand en andere gemeentelijke sociale zekerheidsregelingen wordt

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

PROFESSIONEEL INTEGER DIENSTBAAR. Nederlands Compliance Instituut

PROFESSIONEEL INTEGER DIENSTBAAR. Nederlands Compliance Instituut PROFESSIONEEL INTEGER DIENSTBAAR Nederlands Compliance Instituut MISSIE VAN HET NEDERLANDS COMPLIANCE INSTITUUT We helpen organisaties met kennis, opleidingen, advies en detachering, om compliance en integriteit

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken 32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid Nr. 5 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 april 2012 Mede namens de Staatssecretaris

Nadere informatie

De handreiking Gegevensuitwisseling in het kader van Bemoeizorg ( 2005) biedt een helder kader voor besluitvorming binnen netwerken.

De handreiking Gegevensuitwisseling in het kader van Bemoeizorg ( 2005) biedt een helder kader voor besluitvorming binnen netwerken. Juridisch zakmes ( bron Jolanda van Boven) Naast een contextuele analyse is het toepassen van het juridische kader van groot belang. Bij OGGZ problematiek en het toepassen van dwang en drang nemen de coördinator

Nadere informatie

Key success actors. De rol van middenmanagement bij strategische veranderingen. Onderzoek door Turner en de Rotterdam School of Management

Key success actors. De rol van middenmanagement bij strategische veranderingen. Onderzoek door Turner en de Rotterdam School of Management Key success actors De rol van middenmanagement bij strategische veranderingen Onderzoek door Turner en de Rotterdam School of Management 1 Key success actors De rol van middenmanagement bij strategische

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 9 1.1 Voor wie is dit boek? 9 1.2 Doelstelling 11 1.3 Aanpak 11 1.4 Opzet 13

Inhoud. 1 Inleiding 9 1.1 Voor wie is dit boek? 9 1.2 Doelstelling 11 1.3 Aanpak 11 1.4 Opzet 13 Inhoud 1 Inleiding 9 1.1 Voor wie is dit boek? 9 1.2 Doelstelling 11 1.3 Aanpak 11 1.4 Opzet 13 2 Tevredenheid en beleid 15 2.1 Het doel van tevredenheid 16 2.2 Tevredenheid in de beleidscyclus 19 2.3

Nadere informatie

Inleiding 7. 1 Een nieuwe praktijk: van regeltoepassing naar casusbeslissingen 11

Inleiding 7. 1 Een nieuwe praktijk: van regeltoepassing naar casusbeslissingen 11 Inhoudsopgave Inleiding 7 1 Een nieuwe praktijk: van regeltoepassing naar casusbeslissingen 11 2 Een nieuwe theorie: van bureaucratie naar casusorganisatie 25 2.1 Het bureaucratische principe 25 2.2 Webers

Nadere informatie

Werkwijze DGSenB voor rechtmatige en gestructureerde gegevensuitwisseling

Werkwijze DGSenB voor rechtmatige en gestructureerde gegevensuitwisseling Werkwijze DGSenB voor rechtmatige en gestructureerde gegevensuitwisseling Versie 1.0-1 juni 2017 Ten geleide Voorliggend document betreft een werkwijze voor rechtmatige en gestructureerde gegevensdeling;

Nadere informatie

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak De Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak is in 2010 ingesteld door de Minister van Wonen, Wijken en Integratie met als opdracht de Minister te adviseren

Nadere informatie

Opgave 2 Doen wat je denkt

Opgave 2 Doen wat je denkt Opgave 2 Doen wat je denkt 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom Swaab het bestaan van vrije wil verwerpt op grond van de experimenten van Libet: bewustzijn komt pas na de beslissingen van de hersenen

Nadere informatie

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Voorwoord 7. 1 De vaardigheden van de jurist Ongeveer zoals een kip een ei legt Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10

Voorwoord 7. 1 De vaardigheden van de jurist Ongeveer zoals een kip een ei legt Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 De vaardigheden van de jurist 9 1.1 Ongeveer zoals een kip een ei legt 9 1.2 Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10 2 Het vinden van rechtsregels in de wet 13 2.1

Nadere informatie

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp Samenvatting Inleiding In de huidige dynamische en complexe omgeving waarin veel organisaties opereren, wordt corporate entrepreneurship vaak gezien als een noodzaak. Het goed doorgronden van het ondernemend

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015 De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI woensdag 11 maart 2015 1 Quaedvlieg 2006 Het lijkt geen goed idee dat iedere individuele rechter in ieder individueel geval een eigen afweging

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a DEN HAAG BZ/IW/01/63399

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a DEN HAAG BZ/IW/01/63399 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a DEN HAAG Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333

Nadere informatie

Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen.

Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen. Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen. Anita Hütten / T ik BV, Veghel 2012 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 30 982 Beleidsdoorlichting Sociale Zaken en Werkgelegenheid Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden.

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden. 10 vaardigheden 3 Netwerken 7 Presenteren 1 Argumenteren 10 Verbinden Beïnvloeden 4 Onderhandelen Onderzoeken Oplossingen zoeken voor partijen wil betrekken bij het dat u over de juiste capaciteiten beschikt

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs Bijlage I Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs Uit het onderzoek naar de ervaren regeldruk rondom kwaliteitszorg komt naar voren dat regeldruk niet zozeer in specifieke regels zit,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)

Nadere informatie

een theorie. Dan weten we in welk domein we de diverse processen kunnen lokaliseren.

een theorie. Dan weten we in welk domein we de diverse processen kunnen lokaliseren. Samenvatting Inleiding In deze studie wordt een start gemaakt met de ontwikkeling van een toetsbare en bruikbare theorie over wetgeving, in het bijzonder over de werking van wetgeving. Wij weten weliswaar

Nadere informatie

Naar een samenhangend re-integratierecht Mies Westerveld Els Sol Robert Knegt. Een studie naar juridische deugdelijkheid en toepassing

Naar een samenhangend re-integratierecht Mies Westerveld Els Sol Robert Knegt. Een studie naar juridische deugdelijkheid en toepassing Naar een samenhangend re-integratierecht Mies Westerveld Els Sol Robert Knegt Een studie naar juridische deugdelijkheid en toepassing Doel onderzoek 1. Rechtsgebied identificeren 2. Systematiek aanbrengen

Nadere informatie

Morele leerprocessen in Communities of Practice. Onderzoekslijn 3

Morele leerprocessen in Communities of Practice. Onderzoekslijn 3 Morele leerprocessen in Communities of Practice Onderzoekslijn 3 Onderzoekslijn 3 ProSense Versterking van het bewustzijn van leerkrachten van hun moreel- pedagogisch handelen 1. Welk type ontwikkeling

Nadere informatie

Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzo

Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzo Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzoek 18 IV. Probleemanalyse 19 V. Doel van het onderzoek

Nadere informatie

Stichting VraagWijzer Nederland. Notitie Resultaatgericht werken in het Sociale Domein

Stichting VraagWijzer Nederland. Notitie Resultaatgericht werken in het Sociale Domein Stichting VraagWijzer Nederland Notitie Resultaatgericht werken in het Sociale Domein Per 1 januari 2015 hebben de Jeugdwet, de Participatiewet en de Wmo 2015 hun intrede gedaan. De invoering van deze

Nadere informatie

Onzichtbare voice-over in beeld

Onzichtbare voice-over in beeld Onzichtbare voice-over in beeld Een explorerend onderzoek naar de vormgeving van de documentaire in afstemming op het publiek met betrekking tot de onzichtbare voice-over in tekst en beeld Masterscriptie

Nadere informatie

Maatschappijleer in kernvragen en -concepten

Maatschappijleer in kernvragen en -concepten Maatschappijleer in kernvragen en -concepten Deel I Kennis van de benaderingswijzen, het formele object Politiek-juridische concepten Kernvraag 1: Welke basisconcepten kent de politiek-juridische benaderingswijze?

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016

Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016 Navolgbaarheid bij kwalitatief onderzoek: consistentie van vraagstelling tot eindrapportaged van de Ven Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016 Piet Verschuren en Hans Doorewaard (2015)

Nadere informatie

Te treffen maatregel voor deze doelgroep: Forfaitaire uitkering afhankelijk van de huwelijksduur van de betrokkenen.

Te treffen maatregel voor deze doelgroep: Forfaitaire uitkering afhankelijk van de huwelijksduur van de betrokkenen. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Raad. gfedc OR. gfedc. Besluitenlijst d.d. d.d. gfedcb Akkoordstukken. (paraaf adjunct-secretaris) Bijlagen

Raad. gfedc OR. gfedc. Besluitenlijst d.d. d.d. gfedcb Akkoordstukken. (paraaf adjunct-secretaris) Bijlagen Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Eenheid/Cluster/Team ST/PZ/KZ Iinkomstenvrijlating langdurigheidstoeslag WWB 1- Notagegevens Notanummer 2007.00896 Datum 24-1-2007 Portefeuillehouder Weth.

Nadere informatie

Vragenlijst oefenleider

Vragenlijst oefenleider Competentiescan Werkboek Competentiegericht Oefenen Vragenlijst oefenleider Naam feedbackvrager: Functie feedbackvrager: Datum: Deze Competentiescan bevat: vragenlijst voor de competenties uit het competentieprofiel

Nadere informatie

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership Samenvatting proefschrift Leonie Heres MSc. www.leonieheres.com l.heres@fm.ru.nl Introductie

Nadere informatie

I N H O U D Wet maatschappelijke ondersteuning Veiligheid Ruimtelijke ordening en bouwen Gemeentefinanciën Sociale zaken en armoedebeleid

I N H O U D Wet maatschappelijke ondersteuning Veiligheid Ruimtelijke ordening en bouwen Gemeentefinanciën Sociale zaken en armoedebeleid Raadslid is een mooi vak. Als raadslid mag u over de meest uiteenlopende zaken meebeslissen. U komt in veel verschillende situaties waarin u om uw mening wordt gevraagd. Maar wat is bij al die verschillende

Nadere informatie

Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG

Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Post Bits of Freedom Bank 55 47 06 512 M +31 613380036 Postbus 10746 KvK 34 12 12 86 E ton.siedsma@bof.nl 1001 ES Amsterdam W https://www.bof.nl Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus

Nadere informatie

www.schuldinfo.nl Pagina 1

www.schuldinfo.nl Pagina 1 Wijziging beslagvrije voet volgens wetsvoorstel wwb Behandeling wetsvoorstel 6 oktober 2011, Tweede kamer ( ) Het hoofdprincipe, die onafhankelijkheid van ouders, vind ik cruciaal. Je ziet dat wat nu gebeurt,

Nadere informatie

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen?

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? Beter Oud Worden in Amsterdam - 31 maart 2015 Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? Dr. Machteld Huber, arts, senior-onderzoeker Louis Bolk Instituut, Driebergen www.louisbolk.nl

Nadere informatie

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) De verschillende betekenissen van ongehuwd samenwonen in Europa: Een studie naar verschillen tussen samenwoners in hun opvattingen, plannen en gedrag. In de

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

Gedragswijzer Integriteit

Gedragswijzer Integriteit Gedragswijzer Integriteit juli 2014 1 Inleiding Wij zijn Velison Wonen, een woningcorporatie met ambities in Velsen. We willen waarborgen en versterken wat we al zijn: een maatschappelijk betrokken, daadkrachtige

Nadere informatie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2005/30013 (3764) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet

Nadere informatie

Verzorgd uit de bijstand. De rol van gedrag, uiterlijk en taal bij de re-integratie van bijstandsontvangers. Patricia van Echtelt & Maurice Guiaux

Verzorgd uit de bijstand. De rol van gedrag, uiterlijk en taal bij de re-integratie van bijstandsontvangers. Patricia van Echtelt & Maurice Guiaux Verzorgd uit de bijstand De rol van gedrag, uiterlijk en taal bij de re-integratie van bijstandsontvangers Patricia van Echtelt & Maurice Guiaux Aanleiding onderzoek Strengere aanpak handhaving re-integratieverplichtingen

Nadere informatie

VOORSPELBAARHEID VAN BESTUURSHANDELEN

VOORSPELBAARHEID VAN BESTUURSHANDELEN RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN VOORSPELBAARHEID VAN BESTUURSHANDELEN Een onderzoek naar rechtsregels en beslissingen over het volgen van scholing met behoud van uitkering PROEFSCHRIFT ter verkrijging van

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Stichting Ons Bedrijf

Klanttevredenheidsonderzoek. Stichting Ons Bedrijf Klanttevredenheidsonderzoek Stichting Ons Bedrijf KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK Dit instituutsrapport belicht de activiteiten van Stichting Ons Bedrijf vanuit de invalshoek van de cliënt. INHOUDSOPGAVE CLIËNTENAUDIT

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie. April 2012. Concrete tips voor effectieve interne communicatie

GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie. April 2012. Concrete tips voor effectieve interne communicatie GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie April 2012 Concrete tips voor effectieve interne communicatie Amsterdam, augustus 2012 Geloofwaardige interne communicatie Deze white

Nadere informatie

NAV Gedragscode Ethisch verantwoord handelen bij de beroepsuitoefening

NAV Gedragscode Ethisch verantwoord handelen bij de beroepsuitoefening NAV Gedragscode Ethisch verantwoord handelen bij de beroepsuitoefening Preambule Integriteit van wetenschappers is essentieel om het vertrouwen in de wetenschap te handhaven en te versterken. Dit geldt

Nadere informatie

Monisme en het waterschapsbestel. 27 oktober Mr.dr. G.S.A. Dijkstra

Monisme en het waterschapsbestel. 27 oktober Mr.dr. G.S.A. Dijkstra Monisme en het waterschapsbestel 27 oktober 2014 Mr.dr. G.S.A. Dijkstra De aanleiding tot deze notitie wordt gevormd door vragen van leden van de Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Opdrachtgeverschap en samenwerking in een gekanteld sociaal domein

Opdrachtgeverschap en samenwerking in een gekanteld sociaal domein Opdrachtgeverschap en samenwerking in een gekanteld sociaal domein Noortje Gerritsen en Alinda van Bruggen 25 maart 2014 Casus Gedoe in raad over veronderstelde willekeur bij toekenning voorzieningen en

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012. Rapportnummer: 2012/134

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012. Rapportnummer: 2012/134 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012 Rapportnummer: 2012/134 2 Klacht 1. Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Hilversum geen inzage heeft gegeven in het

Nadere informatie

Tijdens de AVL van 24 juni j.l. hebben de aanwezige leden van de Abo o.a. om opheldering van het bestuur gevraagd t.a.v. de volgende zaken:

Tijdens de AVL van 24 juni j.l. hebben de aanwezige leden van de Abo o.a. om opheldering van het bestuur gevraagd t.a.v. de volgende zaken: Document: Opmerkingen naar aanleiding van het document Aantekeningen Campuscontract discussie beleid Abo. Datum: vrijdag 4 juli 2008 Auteur: Gert-Jan C. Prins Inleiding Tijdens de AVL van 24 juni j.l.

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK

RAADSVOORSTEL VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK Registratienummer Datum raadsvergadering 21 september 2010 Datum B&W besluit 10 augustus 2010 Portefeuillehouder Frans Strik Behandelend ambtenaar Lilian

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf

Nadere informatie

Driedaagse Leergang. Kennisintensieve beleidsontwikkeling

Driedaagse Leergang. Kennisintensieve beleidsontwikkeling Driedaagse Leergang Kennisintensieve beleidsontwikkeling 6, 13 en 20 juni 2014 Den Haag Doelstellingen en doelgroep De doelgroep bestaat uit beleidsmedewerkers/stafmedewerkers bij beleidsinstanties (nationaal,

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

R e g i s t r a t i e k a m e r. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid R e g i s t r a t i e k a m e r Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid..'s-Gravenhage, 8 september 1999.. Onderwerp Uitbesteden taken Algemene bijstandswet Uitbesteding van de Algemene bijstandswet

Nadere informatie

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie:

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: Respect voor staatssoevereiniteit versus bescherming van mensenrechten? PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en

Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en Samenvatting Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en gewelddadig radicalisme en terrorisme anderzijds. In aanvulling op de bestaande literatuur over mogelijke

Nadere informatie

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders Reg.nr: BW15-0324 Casenr.: Sector/afd.:SB / WOC Steller/tel/e-mail: F. Nijman / 5449 / f.nijman@heerhugowaard.nl Portefeuillehouder: G. Oude Kotte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Mantelzorg, waar ligt de grens? Mantelzorg, waar ligt de grens? CDA Talentacademie 2014-2015 Anita Relou Wat is volgens het christendemocratisch gedachtengoed de grens van mantelzorg. Inleiding 2015. Een jaar met veel veranderingen in

Nadere informatie

Informatie over EthicsPoint

Informatie over EthicsPoint Informatie over EthicsPoint Melden algemeen Beveiliging en vertrouwelijkheid van meldingen Tips en beste praktijken Informatie over EthicsPoint Wat is EthicsPoint? EthicsPoint is een uitgebreid en vertrouwelijk

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r. Gemeente Doetinchem

R e g i s t r a t i e k a m e r. Gemeente Doetinchem R e g i s t r a t i e k a m e r Gemeente Doetinchem..'s-Gravenhage, 20 oktober 1999.. Onderwerp verstrekken van persoonsgegevens Bij brief van 1 september 1999 heeft u een antwoord gegeven op de vragen

Nadere informatie

Nederlands Instituut van Psychologen 070-8888500. inzagerecht testgegevens

Nederlands Instituut van Psychologen 070-8888500. inzagerecht testgegevens POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Nederlands Instituut van Psychologen

Nadere informatie

Handreiking 1 Leren van klachten en praktijk

Handreiking 1 Leren van klachten en praktijk Handreiking 1 Leren van klachten en praktijk Onnodige en dysfunctionele bureaucratie voorkomen in passend onderwijs Handreiking 1: Leren van klachten en praktijk z n minst een verschil van mening. Dat

Nadere informatie

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? Thuis en op school heb je allerlei waarden meegekregen. Sommigen passen bij je, anderen misschien helemaal niet. Iedereen heeft waarden. Ken

Nadere informatie

Voorbeeldprotocol huisbezoek (per )

Voorbeeldprotocol huisbezoek (per ) Voorbeeldprotocol huisbezoek (per 1-1-2013) INWERKINGTREDING WET HUISBEZOEKEN Vanaf 1 januari 2013 treedt de wet houdende een regeling in de sociale zekerheid van de rechtgevolgen van het niet aantonen

Nadere informatie

Vergelijking tussen: Functie: General Manager Dijkhuis BV Afnamedatum: :26:42 Kandidaat: Verbaan, Jan Afnamedatum: :05:43

Vergelijking tussen: Functie: General Manager Dijkhuis BV Afnamedatum: :26:42 Kandidaat: Verbaan, Jan Afnamedatum: :05:43 Competentie match Score per domein Competentiescan Pagina 1 van 14 Score per schaal Competentiescan Pagina 2 van 14 Schaalscores per domein Werk Sociaal Toelichting bij de grafiek. In deze grafiek staan

Nadere informatie

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Ervaringen Gevarieerd. De oefening werkt het beste bij organisaties of teams die in beweging zijn.

Ervaringen Gevarieerd. De oefening werkt het beste bij organisaties of teams die in beweging zijn. HANDOUT MANAGEMENTGODEN VRAGENLIJST 1 Tijd: 2 uur 20 minuten. Doelen O Deelnemers bewust maken van de organisatie of teamcultuur waarin ze werken. O Hen bewust maken van het soort cultuur dat ze wensen.

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2012 Nr. 64 BRIEF VAN

Nadere informatie