NR Agendapunt Agendering Document Verslag Opvolging

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NR Agendapunt Agendering Document Verslag Opvolging"

Transcriptie

1 FACULTEITSBESTUUR ARCHITECTUUR (026) 19 FEBRUARI 2016 VERSLAG Leden Dag Boutsen (decaan); Carl Bourgeois (vicedecaan onderwijs); Krista De Jonge (departementsvoorzitter); Yves Schoonjans (campusvoorzitter); Johan Verbeke (vicedecaan Research and Graduate Studies); Kris Scheerlinck (vicedecaan internationalisering); Renke Bouwen (ATP-vertegenwoordiging); Nathalie Vackier (ATP-vertegenwoordiging); Hans Foncke (ABAP en OP1/OP2-vertegenwoordiging); Sandy De Bruycker (ABAP en OP1/OP2-vertegenwoordiging); Stefaan Onraet (OP3-vertegenwoordiging); Kristof Uytterhoeven (OP3-vertegenwoordiging) Waarnemend lid: Martine Van de Voorde (administratief directeur), Frank Baert (academisch beheerder) en N (departementaal beheerder) Verontschuldigd: Krista De Jonge; Johan Verbeke; Kris Scheerlinck; Hans Foncke; Stefaan Onraet; Renée Grimmelprez (student dean Brussel); Simon Vanaken (student dean Gent); Pascal De Decker Uitgenodigd: Hilde Berckmoes; Willem De Greve; Jan De Vylder; Martine De Maeseneer; Fredie Floré; Pascal De Decker Agendapunten NR Agendapunt Agendering Document Verslag Opvolging 0 Goedkeuring agenda FBA Dag Boutsen Akkoord. 1 Goedkeuring verslag FBA Dag Boutsen Het verslag wordt goedgekeurd. Kleine aanpassing in varia punt Actie- en besluitenlijst FBA Dag Boutsen Alle actiepunten zijn in opvolging of uitgevoerd. 3 Facultair beleid 3.1 Verwelkoming nieuwe student deans Dag Boutsen De student deans hebben les (electives) op vrijdag in semester twee. Eind 2015 hebben we Cobra 1 afgerond. Ondertussen is Cobra 2 gestart met deadline Het bestuur van de faculteit houdt vandaag haar COBRA 2 reflectie. 3.2 COBRA 2 een reflectie op faculteitsniveau Hilde Berckmoes bijlage 1a, 1b en 1c Kort samengevat is Cobra 2 een reflectie op faculteitsniveau door het faculteitsbestuur samen met de programmadirecteurs, de studentenvertegenwoordigers en eventuele extra studenten en andere (externe) actoren. Het doel van deze bespreking is op basis van de verslagen van de POC besprekingen (bijlage 1a) goede praktijken uit te wisselen en na te gaan welke actiepunten over de verschillende opleidingen gemeenschappelijk zijn en een faculteitsbrede aanpak nodig hebben. Het bestuur dient ook te bepalen of er al dan niet randvoorwaarden bijgesteld moeten worden (en op welk niveau dit dan dient te gebeuren). Daarnaast mogen we ook praktijkvoorbeelden van goed onderwijs doorgeven die Hilde Berckmoes houdt ons verder op de hoogte van de vervolgstappen Faculteitsbestuur architectuur (026) 19 februari

2 volgens ons de Prijs van de Onderwijsraad verdienen. De verslaggeving voor COBRA 2 die op zal ingediend worden, vind je terug in bijlage 1b. Er werden 6 onderwijsprojecten voorgesteld waarvan het project de baksteenproef uit de bachelor architectuur zal ingediend worden voor de Prijs van de Onderwijsraad zie bijlage 1c voor het indiendossier. 3.3 Aanpassing facultair reglement Dag Boutsen bijlage 2 en3 Alle aanpassingen aan het facultair reglement werden besproken met de leden van het FB. Martine Van de Voorde zal alle wijzigingen doorvoeren tegen het volgend FB. Voor de samenstelling van de POC s wordt nog een voorstel uitgewerkt door Martine Van de Voorde en Carl Bourgeois. Nog een paar open vragen (samenstelling fbeco en ATP aanwezigheid tijdens personalia) worden aan de Groepsbeheerder voorgelegd. De aangepaste versie wordt op het volgend FB voorgelegd De SRP visitatiecommissie was tevreden met het resultaat dat de opleiding geboekt heeft (hoopvol). De mondelinge rapportering is hieronder weergegeven. 3.4 Nabespreking SRP hervisitatie Dag Boutsen en Carl Bourgeois - Het visitatierapport scoorde op 6 facetten onvoldoende, wat een grote uitdaging is. De opleiding is niet bij de pakken blijven zitten, heeft hard gewerkt, heeft een verbeterplan uitgetekend en een opleiding neergezet met een vernieuwd programma waar de commissie vandaag globaal genomen tevreden over is. - De relatie tussen de doelstellingen en de inhoud van het programma is coherent. De opleiding is goed gestructureerd en de leerlijnen zijn duidelijk. De studenten waarderen dit. De leerresultaten en de curriculummap zijn onnodig complex geformuleerd, en is moeilijk te begrijpen. De commissie adviseert om dit te vereenvoudigen. - Er is een goede ontwikkeling vastgesteld voor wat de academische en professionele gerichtheid betreft. Ontwikkelaars en planners moeten over voldoende competenties beschikken om zichzelf in het werkveld te positioneren. Het academisch niveau is sterk verbeterd. De inschakeling van gastdocenten is positief en kan verder verankerd worden. - Financiële mechanismen van de universiteit moeten meer recht doen aan de specificiteit van de opleiding. De inkanteling heeft wel gezorgd voor een gedegen omkadering wat tot verbetering heeft geleid. - De commissie heeft zich zeer tevreden uitgesproken over de samenhang van het programma. De leerlijnen zijn helder, de volgtijdelijkheden zijn logisch, de studenten waarderen dit. De masterproef is nu goed ingebed in het programma. - De wijze van voorbereiding op de masterproef is goed. De opleiding betrekt hierbij academische experten. - De commissie raadt aan om de diverse instroom nog beter te begeleiden en een gepersonaliseerd voorbereidingsprogramma mogelijk te maken. - Het gerealiseerd eindniveau is duidelijk verbeterd. - In het kader van de toetspraktijken raadt de commissie aan om elkaars beoordelingen regelmatig te vergelijken, hierover met elkaar in discussie te gaan, om gelijkwaardigheid en transparantie te garanderen. De faculteit wacht vol spanning op de positieve berichtgeving van de VHLUR af inzake de accreditatie van de opleiding SRP deze feedback wordt binnen een maand verwacht Faculteitsbestuur architectuur (026) 19 februari

3 In het kader van de integratie van onderzoek en onderwijs is het goed dat de feedback van de SRP visitatiecommissie over de masterproeven gedeeld wordt met de andere opleidingen van de faculteit. Het betreft voornamelijk de manier waarop ontwerpmatig onderzoek kan uitmonden in de creatie van nieuwe kennis, ideeën en inzichten die eigen zijn aan een academische opleiding. Deze inzichten kunnen een manier zijn om de masterproef aanpak in de toekomst te herbekijken. Het kulloc krediet 2016 ligt vast op De kredietlijnen werden hernoemd en de deelbudgetten werden nog licht aangepast. De kredietbeheerders werden bepaald. De bijgevoegde nota kan gebruikt worden als richtlijn voor toepassing in 2016 en behandelt 3.5 Kulloc krediet 2016 Martine Van de Voorde bijlage 4 - de werkingsmiddelen noodzakelijk om de wetenschappelijke output te verhogen; - het aantal contractuele onderzoekers (ten laste van eigen middelen dus geen externe onderzoeksfinanciering) die nog een investering vragen voor de komende jaren, een uitdovend scenario) (dus de nodige personeelskost op -kredieten); - de investering die voor het Impulsfonds nodig is; - de werkingsmiddelen om goed onderwijs te voorzien. Faculteitsbestuur architectuur (026) 19 februari

4 bedrag kredietlijn kredietbeheerder type totaal bedrag ,00 VDD-LUCCOM-T2016 MARTINE VAN DE VOORDE COMMUNICATIE , ,00 VTU-DOCTOP-T2016 VERBEKE JOHAN ONDERZOEK , ,00 VTU-WERBAA-T2016 SCHOONJANS YVES ONDERZOEK ,00 VTU-ACSECO-T2016 SCHOONJANS YVES ONDERZOEK ,00 VTU-ACPUBS-T2016 SCHOONJANS YVES ONDERZOEK 5.250,00 VTU-ACIMPF-T2016 SCHOONJANS YVES ONDERZOEK ,00 VTU-AOIAOB-T2016 BOURGEOIS CARL ONDERZOEK 8.000,00 VTU-ACRAAK-T2016 DAG BOUTSEN ONDERZOEK 2.000,00 VTU-ZAP001-T2016 VERBEKE JOHAN ONDERZOEK 2.000,00 VTU-ZAP002-T2016 DUJARDIN MARC ONDERZOEK 2.000,00 VTU-ZAP003-T2016 SCHOONJANS YVES ONDERZOEK 2.000,00 VTU-ZAP004-T2016 HUYLEBROUCK DIRK ONDERZOEK 2.000,00 VTU-ZAP005-T2016 STERKEN SVEN ONDERZOEK 2.000,00 VTU-ZAP006-T2016 DE DECKER PASCAL ONDERZOEK 2.000,00 VTU-ZAP007-T2016 HENDRICKX ARNAUD ONDERZOEK 2.000,00 VTU-ZAP008-T2016 HEYNICKX RAJESH ONDERZOEK 2.000,00 VTU-ZAP009-T2016 JANSSENS NEL ONDERZOEK 2.000,00 VTU-ZAP010-T2016 LAGRANGE THIERRY ONDERZOEK 2.000,00 VTU-ZAP011-T2016 LUYTEN LAURENS ONDERZOEK 2.000,00 VTU-ZAP012-T2016 VAN DEN BERGHE JOHAN ONDERZOEK 2.000,00 VTU-ZAP013-T2016 LEINFELDER HANS ONDERZOEK 2.000,00 VTU-ZAP014-T2016 FLORÉ FREDIE ONDERZOEK 2.000,00 VTU-OZGCLM-T2016 UYTTERHOEVEN KRISTOF ONDERZOEK 2.000,00 VTU-OZGACE-T2016 BLASCO MARCELO ONDERZOEK 2.000,00 VTU-OZGMML-T2016 CANNAERTS CORNEEL ONDERZOEK ,00 VTU-EXTREL-T2016 DE BRUYN LIESBETH ONDERWIJS , ,00 VTU-FABLAB-T2016 CARL BOURGEOIS ONDERWIJS ,00 VTU-ARBACH-T2016 JAN DE VYLDER ONDERWIJS ,00 VTU-ARMAIN-T2016 MARTINE DE MAESENEER ONDERWIJS 9.000,00 VTU-ARMAST-T2016 JAN DE VYLDER ONDERWIJS ,00 VTU-INARCH-T2016 FREDIE FLORE ONDERWIJS 5.000,00 VTU-ONDPRO-T2016 HILDE BERCKMOES ONDERWIJS ,00 VTU-STRUPL-T2016 PASCAL DE DECKER ONDERWIJS 3.000,00 VTU-FRAGIL-T2016 CARL BOURGEOIS ONDERWIJS 4.000,00 VTU-STRAAD-T2016 VAN DE VOORDE MARTINE ONDERWIJS ,00 VTU-EXPOSI-T2016 VAN DE VOORDE MARTINE ONDERWIJS ,00 VTU-FGASPR-T2016 VAN DE VOORDE MARTINE ONDERWIJS 7.300,00 VTU-DIENSTV-T2106 VAN DE VOORDE MARTINE ONDERWIJS ,00 VTU-INTNAT-T2016 KRIS SCHEERLINCK ONDERWIJS ,00 VTU-PROMOT-T2016 DAG BOUTSEN ONDERWIJS ,00 VTU-BRUMID-T2016 DE MAEYER GUDRUN ONDERWIJS ,00 VTU-FADAIR-T2016 VAN DE VOORDE MARTINE ONDERWIJS ,00 VTU-SCHOOL-T2016 CARL BOURGEOIS ONDERWIJS ,00 VTU-JURYKO-T2016 CARL BOURGEOIS ONDERWIJS ,00 VTU-VERTWS-2016 CARL BOURGEOIS ONDERWIJS ,73 VDD-PERSKR-P2016 FRANK BAERT ONDERZOEKERS , , ,73 Faculteitsbestuur architectuur (026) 19 februari

5 De faculteit architectuur organiseert samen met De Morgen een politiek debat BNY (Brussel Next Year) over Brussel en de positie van onze KU Leuven campus in de hoofdstad. Dit debat gaat door op campus Sint-Lucas Brussel tijdens de SPRINGWEEK. Het programma is toegevoegd. 3.6 Voorbereiding Politiek debat (BNY, Brussels Next Years Dag Boutsen Faculteitsbestuur architectuur (026) 19 februari

6 Passend binnen de communicatiestrategie van het Departement Architectuur zijn volgende 3 deelprojecten gedefinieerd: 3.7 Profileringsoefening voor de architectuuropleidingen Yves Schoonjans - De nieuwe online onthaalbrochure voor nieuwe medewerkers bij het departement Architectuur bevat een algemeen deel en informatie over de verschillende campussen. Voor Brussel en Gent zal Maaike Waterschoot en Martine Van de Voorde deze brochure screenen en eventueel aanpassen. - De profilering van de faculteiten is té aanwezig in het communicatieplan van het Departement. Dit is faculteitsmaterie en hoort niet thuis in het communicatieplan voor het Departement. We voorzien wel een profileringsoefening in het kader van de onderwijsvisie en de instellingsreview. - Om de communicatie tussen het Departement Architectuur en de faculteit Architectuur verder op te lijnen vragen we om de stuurgroep communicatie uit te breiden met Martine Van de Voorde en Liesbeth De Bruyn. 4 Varia 4.1 Instellingsreview Dag Boutsen De NVAO bracht de KU Leuven op de hoogte van de data van de twee locatiebezoeken van de commissie instellingsreview+ aan de KU Leuven: - Bezoek 1: 15 en 16 november Bezoek 2: 7, 8 en 9 december 2016 In het kader van deze instellingsreview bepaalt de commissie een aantal (horizontale en verticale) trails die ook onze faculteit kunnen betreffen. Alle onderwijsdiensten, onderwijscommissies en beleidsfuncties dienen deze data beschikbaar te zijn en geen buitenlandse verblijven te boeken op deze data. Tevens is het ook belangrijk om alle onderwijscommissies en diensten op de hoogte te brengen zodat in de planning voor volgend semester rekening kan gehouden worden met eventuele data of documenten waarnaar de commissie instellingsreview kan vragen tijdens of tussen beide lokatiebezoeken. Iedereen maakt plaats in de agenda en brengt alle organen en commissies op de hoogte 4.2 Afwezigheid Dag Boutsen op volgend FB Dag Boutsen en Yves Schoonjans Yves zit het volgende FB voor op gezien de decaan verhinderd is (neemt deel aan de thematische dag Pyblic). Yves Schoonjans zit het volgend FB voor Faculteitsbestuur architectuur (026) 19 februari

7 FACULTEIT ARCHITECTUUR CAMPUS SINT-LUCAS PALEIZENSTRAAT 65-67, 1030 BRUSSEL HOOGSTRAAT 51, 9000 GENT BELGIË AGENDA Faculteitsbestuur Architectuur Nr. FB februari van tot 12.00u Raadzaal campus Gent Leden Dag Boutsen (decaan); Carl Bourgeois (vicedecaan onderwijs); Krista De Jonge (departementsvoorzitter); Yves Schoonjans (campusvoorzittter); Johan Verbeke (vicedecaan Research and Graduate Studies); Renée Grimmelprez (student dean Brussel) (nieuw lid) ; Simon Vanaken (student dean Gent) (nieuw lid); Renke Bouwen (ATP-vertegenwoordiging); Nathalie Vackier (ATP-vertegenwoordiging); Hans Foncke (ABAP en OP1/OP2-vertegenwoordiging); Sandy De Bruycker (ABAP en OP1/OP2-vertegenwoordiging); Stefaan Onraet (OP3-vertegenwoordiging); Kristof Uytterhoeven (OP3-vertegenwoordiging); Kris Scheerlinck (vicedecaan internationalisering) Waarnemend lid: Martine Van de Voorde (administratief directeur), Frank Baert (academisch beheerder regio Gent) Uitgenodigd: Hilde Berckmoes (stafmedewerker onderwijs) en de programmadirecteurs Agendapunten 1. Goedkeuring verslag 2. Actie- en besluitenlijst 3. Facultair beleid 3.1. Verwelkoming nieuwe student deans (Dag Boutsen) 3.2. COBRA 2 een reflectie op faculteitsniveau (bijlage 1) (alle FB-leden en programmadirecteurs) 3.3. Aanpassing facultair reglement (bijlage 2 en bijlage 3) (alle FB-leden) 3.4. Nabespreking SRP hervisitatie (Dag Boutsen en Carl Bourgeois) 3.5. Kulloc krediet 2016 (definitief) (bijlage 4) (Martine Van de Voorde) 3.6. Voorbereiding Politiek debat BNY, Brussels Next Years op (Dag Boutsen) 3.7. Profileringsoefening voor de architectuuropleidingen (Dag Boutsen) Martine Van de Voorde Secretaris Dag Boutsen Voorzitter

8 Vergaderdata Faculteitsbestuur Datum Uur Campus Zaal Gent Raadzaal Brussel Raadzaal Brussel Raadzaal Gent Raadzaal Brussel Raadzaal Gent Raadzaal Brussel Raadzaal Gent Raadzaal Brussel Raadzaal Gent Raadzaal Brussel Raadzaal Vergaderdata Faculteitsraad Datum Uur Campus Gent Brussel Gent Faculteitsbestuur Architectuur Nr. FB februari van tot 12.00u 2/2

9 CEL OPVOLGING ONDERWIJSKWALITEIT ONDERWIJSBELEID KRAKENSTRAAT 3 BUS LEUVEN, BELGIË VOORBEREIDING FACULTEIT Intern document ter voorbereiding van het gesprek over kwaliteitsvol onderwijs door (het bestuur van) de faculteit 19 februari u Raadzaal Gent, Hoogstraat 1 Facultair overzicht van de gesignaleerde noden m.b.t. het bijstellen van randvoorwaarden Er wordt in Gent nog steeds plaatsgebrek gesignaleerd. De ruimtes voldoen niet. Studio s verlangen naar een eigen werkplek waar kan doorgewerkt worden zonder eind-uur. De openingsuren van de campussen zijn te beperkt. De studenten vragen de universiteit aandacht te hebben voor de bijzondere onderwijsvorm. Persoonlijkheidsontwikkeling, een belangrijk aspect in het architectuuronderwijs, krijgt meer kansen in een aangepaste werkomgeving waar studenten teams kunnen vormen, samenwerken en van elkaar leren. Fablab en modelroom zijn in Leuven en omwille van de afstand nauwelijks of niet bruikbaar voor Gentse studenten. De openingsuren van de bibliotheken zijn onvoldoende afgestemd op de noden van de studenten. Het is in Gent (Sint-Niklaasstraat) ook moeilijk om aan een student-vriendelijke lunch te geraken. De studenten vinden het niet fair dat ze op gebied van restaurant- en buskaarten benadeeld worden t.a.v. de Leuvense en ook de UGent student. Het maakt studeren voor hen minder comfortabel en duurder. Ze krijgen geen studentenkorting in de Leuvense Alma, dat voelt aan als ongelijke behandeling. LUCA en de faculteit zijn verschillende scholen. Er is amper wederzijds gebruik van faciliteiten met uitzondering van het printlokaal en het gebouw op zich. Studenten herkennen zich niet in de look & feel van de universiteit. Ze vrezen verlies van de Sint- Lucas identiteit door de integratie in de universiteit. 2 Facultair overzicht actieplannen per opleiding BACHELOR EN MASTER ARCHITECTUUR BRUSSEL & GENT Aandachtspunt en actie Actor(en) Timing Het AOB concept voorleggen en bespreken Programmadirecteur en met externe actoren. dienst Onderwijs Oktober 2016 Ontwikkeling en opstart van het studentenportfolio. Werkgroep September 2017 Opvolging van de vernieuwde masterproef. POC en masterproefbegeleiders De kwaliteit van het studiemateriaal screenen POC, dienst Onderwijs, en opvolgen. titularissen Lente 2016 Modellen uitwerken om kruisverbanden tussen opleidingen en clusters te bestendigen Programmadirecteur en (extrapoleren baksteenproef naar andere POC opleidingen). CONTACT: cobra@kuleuven.be

10 Toetspraktijken voor alle clusters verder opvolgen. Dienst Onderwijs, POC en onderwijscoördinatoren Ongoing INTERNATIONAL MASTER OF ARCHITECTURE BRUSSELS & GHENT Focus area and action Actor(s) Timing Adapt teaching method to group scale and contents of the course. POC Jan 2016 Check quality of theory courses and availability in English. POC and administration Spring 2016 Check dynamics in studio environments in Brussels. Program Director Asap Gather correct input on some student concerns (mainly regarding objectives of the program). POC and administration Start of semester 2 Finalize blog to get in depth information on projects and expertises. Teaching team Ongoing Discuss the need to intensify the relation with practice/profession. POC Spring 2016 Co-operate in defining the faculty s vision on architectural education. Teaching team June 2016 Clarify assessment of participation in workshops. POC February 2016 Bring output to the public, networking, get in touch with experts. POC Ongoing Make electives more specific. POC January 2016 Maintain the innovative character of the program. POC Semester 2, 2016 BACHELOR EN MASTER INTERIEURARCHITECTUUR BRUSSEL & GENT Aandachtspunt en actie Actor(en) Timing Concept stage en praktijk in de opleiding actualiseren. Dialoog met de praktijk Werkgroep stage onderhouden. De opbouw van de clusters evalueren. Progammadirecteur en Jaarlijks Overleg opzetten over en binnen clusters. Dialoog stimuleren. De integratie van technische en theoretische vakken in het ontwerpen. Mogelijkheid bekijken om Photoshop en Indesign via tutorship aan te bieden. Feedbackmomenten evalueren en optimaliseren, incl. peer review. onderwijscoördinatoren Progammadirecteur, onderwijscoördinatoren en dienst Onderwijs Onderwijscoördinatoren en programmadirecteur Programmadirecteur en Studietrajectbegeleiding. Onderwijscoördinator, programmadirecteur, onderwijsteams en dienst onderwijs Aanpak nog uitwerken Voorstellen Prijs Onderwijsraad Voorlopige voorstellen te bespreken!!: AOB als onderwijsconcept (misschien nog te weinig concrete resultaten om iets in te dienen). 2/3

11 Er gebeuren altijd mooie dingen in studio s architectuur en interieurarchitectuur misschien kunnen we daar wel een praktijkvoorbeeld uit halen (iets rond diversiteit, rond Brussel ). Maar dan is het misschien té concreet. Graag goede voorbeelden bedenken Wat oriëntering betreft brugcursus ijkingsworkshop baksteenproef als reeks. Staat nog niet op punt, en kan nog beter op elkaar afgestemd worden, maar het is wel een hele goede aanzet. En belangrijk in kader van disciplinaire FS. Misschien nog een jaartje laten draaien met wat we uit vorige zomer geleerd hebben. Maar voor de toekomst kan dit een mooie inzending zijn. 4 Bijlagen Voeg als bijlage bij dit document volgende documenten toe: - het facultaire dashboard; - de POC-verslagen over COBRA 1 - resultaten van bevragingen van de opleidingen 3/3

12 CEL OPVOLGING ONDERWIJSKWALITEIT ONDERWIJSBELEID KRAKENSTRAAT 3 BUS LEUVEN, BELGIË VERSLAG FACULTEIT Verslag van de bespreking over kwaliteitsvol onderwijs door (het bestuur van) de faculteit 19 februari 2016, u Raadzaal campus Sint-Lucas Gent, Hoogstraat Leden Aanwezig Dag Boutsen (decaan); Carl Bourgeois (vicedecaan onderwijs); Renke Bouwen (ATPvertegenwoordiging); Nathalie Vackier (ATP-vertegenwoordiging); Hans Foncke (ABAP en OP1/OP2- vertegenwoordiging); Sandy De Bruycker (ABAP en OP1/OP2-vertegenwoordiging); Kris Scheerlinck (vicedecaan internationalisering) Waarnemend lid: Martine Van de Voorde (administratief directeur), Frank Baert (academisch beheerder regio Gent) Uitgenodigd: Hilde Berckmoes en Willem De Greve (stafmedewerkers Onderwijs), Martine De Maeseneer, Jan De Vylder en Fredie Floré (programmadirecteurs) Afwezig m.k. Krista De Jonge (departementsvoorzitter), Yves Schoonjans (campusvoorzitter, Johan verbeke (vicedecaan Research and Graduate Studies), Renée Grimmelprez (student dean Brussel) (nieuw lid); Simon Vanaken (student dean Gent) (nieuw lid) Stefaan Onraet (OP3-vertegenwoordiging); Kristof Uytterhoeven (OP3-vertegenwoordiging) Afwezig z.k. Voer de namen alfabetisch in van de leden die zonder meer afwezig zijn gebleven. Verslag 1 Overzicht van de acties m.b.t. de randvoorwaarden en actieplan De actiepunten worden nog verder uitgewerkt in een gedetailleerd actieplan. De faculteit bevindt zich voor een aantal van deze aspecten op een complex kruispunt van Luca, faculteit en universiteit. Actie Actor(en) Timing Wijze van opvolging Standpunt formuleren afstemming van de openingsuren van de campussen en de bibliotheken. Standpunt innemen m.b.t. studentenmaaltijden Gent en buskaarten Gent en Brussel incl. Interne werking Opstarten april 2016 Vicedecanenoverleg en DBF Interne werking en Stuvo Opstarten april 2016 Vicedecanenoverleg en DBF CONTACT: cobra@kuleuven.be

13 de studentenkorting Leuvense Alma. Stimuleren van het wederzijds gebruik van Luca faciliteiten. Extern communicatieplan uitwerken voor profilering en maatschappelijke interactie. Interne werking Opstarten april 2016 Vicedecanenoverleg en DBF Externe relaties Opstarten april 2016 fpoc 2 Randvoorwaarden die instellingsbreed bijstelling behoeven Er wordt in Gent nog steeds plaatsgebrek gesignaleerd. De ruimtes voldoen niet. Studio s verlangen naar een eigen werkplek waar kan doorgewerkt worden zonder eind-uur. De studenten vragen de universiteit aandacht te hebben voor de bijzondere onderwijsvorm. Persoonlijkheidsontwikkeling, een belangrijk aspect in het architectuuronderwijs, krijgt meer kansen in een aangepaste werkomgeving waar studenten teams kunnen vormen, samenwerken en van elkaar leren. Fablab en modelroom zijn in Leuven en omwille van de afstand nauwelijks of niet bruikbaar voor Gentse studenten. Studenten herkennen zich niet in de look & feel van de universiteit. Ze vrezen verlies van de Sint- Lucas identiteit door de integratie in de universiteit. Het beleid voor sociale dienstverlening werd niet doorgetrokken op het niveau van de geïntegreeerde opleidingen. De lokale StuVo s maken andere keuzes. Studenten en personeel ervaren dit als ongelijke behandeling. Het feit dat ze een hogere prijs betalen in de Leuvense Alma is voor hen onbegrijpelijk. Ook de buskorting is een item. Het zijn belangrijke gegevens in het betaalbaar houden van studeren voor Belgische en buitenlandse studenten. 3 Uitwisseling goede praktijken binnen de faculteit De programmadirecteurs deelden op het faculteitsbestuur een tweetal goede onderwijspraktijken van de opleiding die omwille van het specifieke van de ontwerpopdracht, de toegepaste methodologie, recente hervormingen m.b.t. de finaliteit, of het inzetten van een specifieke werkvorm als voorbeeldig worden beschouwd. International master a) Anuschka Kutz (international gastdocent) Ageing Societies, parallel worlds. The experiential realm of the used city of older people. De International Master studio daagt studenten uit ruimtelijke ingrepen te ontwikkelen voor een veranderende samenleving in een stedelijk gebied. Anuschka's onderzoek richt zich op de samenhang tussen de dagelijkse praktijk en de architectonische ruimte. Studenten worden meegenomen in een gedetailleerd, bijna forensisch onderzoek naar het gebruik van huiselijke en stedelijke ruimte, gewoonten en rituelen. Ze onderzoeken de complexe aard van wonen en ruimtebeleving, analyseren alledaagse patronen van ruimte toe-eigening (in dit geval van ouderen) en hoe deze ruimtelijke tactieken grotere stedelijke systemen beïnvloeden. De methodologie omvat een analyse aan de hand van critical mapping van etnografische componenten, het in kaart brengen van sociaal engagement (a.d.h.v. interviews) en van participatieve processen op verschillende niveaus. Dit decoderen herontdekt wat verborgen, onderdrukt en miskend wordt zowel in de huiselijke 2/5

14 sfeer als in relatie met het stedelijke landschap (urban portraits). Van daaruit neemt de student een eigen standpunt in. Studenten linken hun ontwerpproces aan een essay dat hen inspireert of raakt. De studio buigt taboes zoals een ouder wordende samenleving, om in kansen voor een innovatieve en actieve architectuur. b) Studio Urban Projects & Urban Cultures In het domein van architectuur en stedenbouw worden gevestigde ontwikkelingspatronen in functie van maatschappelijke behoeften en de daaruit voortvloeiende planningsstrategieën en architectonische interventies in vraag gesteld. De huidige fastforward mondiale ontwikkeling zet het Westers model onder druk. Wereldwijde maatschappelijke verschuivingen (politiek, economisch, ecologisch) tasten onze opvatting over stedelijkheid en stad aan. In deze context van transitieprocessen, wil Urban Projects and Urban Cultures nieuwe architectonische en stedenbouwkundige tools ontwikkelen die niet zozeer gericht zijn op het opnieuw uitvinden van stedelijke landschappen, maar die de gegeven toestand bewerken van binnenuit. Een kritische en coherente houding t.o.v. vroegere stedelijke fenomenen is een voorwaarde voor het onderzoek en het ontwerp van de studio. De kosmopolitische omgeving van de ontwerpstudio telt meer dan 20 nationaliteiten. Studenten ontwikkelen hun onderzoek en ontwerp in een permanente dialoog in PAL (peer assisted learning) teams. De studio brengt op die manier zoveel mogelijk vaardigheden en culturele achtergronden samen. Als uitgangspunt wordt een doorgetrokken vergelijking gemaakt met de ontdekking van de Japanse 6 de basissmaak kokumi. De studenten werken op projecten in de complexe stedelijke omgeving van het Liedstplein, een plek met een uitgesproken geografie, in het hart van een etnisch zeer diverse wijk, gelegen op een belangrijk verkeersknooppunt. Het conceptueel framework vertrekt vanuit een individuele definiëring van kokumi en diepgaand peer assisted onderzoek en mapping van waaruit een houding wordt bepaald t.a.v. toekomstige maatschappelijke, culturele, demografische, ecologische en ruimtelijke oplossingen. De focus ligt op creatief urban design dat studenten in staat stelt om proto-typologieën te exploreren die een antwoord bieden op snelle maatschappelijke en culturele evoluties in de Brusselse stedelijke dynamiek. Interieurarchitectuur a) De masterproef van de opleiding interieurarchitectuur werd de afgelopen 2 jaar grondig herdacht. De belangrijkste kenmerken van de hervorming zijn de introductie van thematische lijnen die richting geven aan het onderzoek en de voorbereidende fase van 5 spn (jaarvak) in functie van de verdieping van het ontwerp/onderzoeksproject. Tijdens deze fase gaat extra aandacht naar de verschillende ontwerp-onderzoeksmethodologieën a.d.h.v. lezingen en workshops. Op het einde van dit eerste traject is de student in staat een eigen mission statement te formuleren, de basis voor zijn/haar ontwerp. De thematische lijnen die momenteel lopen zijn erfgoed en authenticiteit, perfomatieve ruimte en nabijheid en narratieve ruimte en materialiteit. De performatieve ruimte gaat over sociaal engagement en over de manier waarop gerealiseerde ontwerpen ingrijpen op het sociale gebeuren. De interieurarchitect regisseert sociale acties en interacties zonder ze volledig in de hand te hebben. De opdracht onderzoekt hoe de persoonlijke leefomgeving ontwerpmatig kan ingezet worden om maatschappelijke betekenis te hebben. De erfgoed en authenticiteit lijn bestudeert de rol van erfgoed in onze dagelijkse omgeving en de manier waarop het bijdraagt tot onze identiteit. Het gaat hier over erfgoed als plaatsen, handelingen en voorwerpen met een collectieve herinnering. De opdracht stelt in deze context authenticiteit in vraag en reflecteert kritisch over erfgoed. In de narratieve of verhalende ruimte worden narratieve strategieën (met bijzondere aandacht voor materialen) bestudeerd om politiek-maatschappelijke, sociaal-culturele of commerciële boodschappen of betekenissen te vertolken waarin de gebruiker een sequentie kan lezen. b) Het vak interieurarchitectuurtheorie belicht diverse aspecten in de theorievorming over interieurarchitectuur van de 20 ste en 21st eeuw. Het vestigt in het bijzonder de aandacht op de cultuurhistorische, ideologische, sociale en politieke gelaagdheid van het interieur. Elke les neemt 4,5 uur in beslag en gebruikt als werkvorm een combinatie van hoorcollege gevolgd door een collectief 3/5

15 debat eerst in kleine groepen en daarna klassikaal. Het debat wordt gevoerd door voorbereide discussievragen. In het debat wordt de zopas aangereikte kennis actief en interactief toegepast. Studenten gaan met de uitdagende vraagstellingen aan de slag in een veilige leeromgeving. Het vak zet in op de verknopig tussen theorie en concrete ontwerpvoorbeelden en stimuleert individuele stellingname en argumentatie. De theoretische beschouwingen worden getoetst aan voorbeelden uit de ontwerppraktijk. Studenten onderzoeken welke reflecties of denkkaders een rol spelen bij een ontwerp en hoe we de verhouding tussen ontwerp en theorie kritisch kunnen interpreteren. De cursus reikt kennisstrategieën aan voor de ontwikkeling van een eigen visie op het betreffende vakgebied. De lessen sluiten af met een discussie over de beschikbare readers in het vakgebied interieurarchitectuurtheorie. Deze werkvorm van activerend lesgeven werd voor dit vak voor het eerst ingezet in en kreeg een zeer positieve studentenevaluatie. Architectuur a) Aansluitend op de nieuwe onderwijsvisie en in functie van het vormgeven van het disciplinaire future self introduceerde de opleiding de baksteenproef waarbij startende studenten worden uitgedaagd individuele keuzes te maken en geconfronteerd worden met de breedte van de discipline en van het corps: een check met de realiteit van de studiekeuze en de toekomst van de student. Het geeft de beginnende architectuurstudent meteen de kans om de discipline goed in te schatten en eerste stappen te zetten om zichzelf daarin te positioneren. De baksteen wordt gemeten en gewogen, uitgetekend, berekend, uitgeprobeerd en uitgeschreven. 3 weken waarin praktijk, onderzoek en theorie worden samengebracht en interageren, een onderdompeling in de basis van architectuuronderwijs. De student ontdekt meervoudige betekenis, verdieping en aanpak. De baksteenproef is de ultieme oefening waarbij alle onderdelen van de opleiding samenkomen in één opdracht. Elk onderdeel van de opleiding slaagt erin om in dit korte traject de eigen ambitie en motivatie te duiden en met de beeldende en vormende aspecten van de discipline te experimenteren. Studenten gaan onmiddellijk architectuur doen en verwerven op zeer korte tijd basiskennis, vaardigheden en attitudes van en over het domein. De student ontdekt in dit parcours ook dat zowel focus als breedte sleutels zijn in het denken en in het ontwerpen. De student ervaart het leerproces als een samenwerkingsproces, leert omgaan met snelle feedback en leert individuele inbreng en teamwerk te combineren. De baksteenproef is een onderdeel van het drieluik voor starters dat wordt voorafgegaan door de zomercursus en de ijkingsproef. Omwille van het succes ervan ambieert de opleiding een extrapolatie van de aanpak naar de andere opleidingen (kruisbestuiving) en naar andere momenten in het curriculum. b) De spitsweek gaat door vlak voor de Paasvakantie en neemt de studenten mee in een faseoverschrijdende en opleidingsoverschrijdende intense opdracht van één week. Studenten gaan in verticale groepjes van vijf aan de slag en voeren tegen de klok een uitdagende of bizarre opdracht uit rond een actueel thema. Docenten en masterstudenten begeleiden de bachelors. Desnoods werken ze dag en nacht door om in vijf dagen tijd hun project tot een goed einde te brengen. Verspreid over diverse lokalen - battle rooms genoemd - zitten studenten in groepjes rond tafels. Laptops in aanslag, maar ook Stanley-messen, meetlatten, stiften en lijm liggen op tafel. Vanuit een war room houden drie masterstudenten een Facebook-pagina bij. Op de campus hangt de sfeer van een happening. Omdat er in groep wordt gewerkt zijn de resultaten een veelvoud van reflecties, onderzoek en experimenten. De spitsweek levert verrassende en inspirerende resultaten op. De spitsweek ontvangt ook binnenlandse en buitenlandse gasten die het thema mee dragen. De focus is scherp en eenvoudig. De opdracht vloeit voort uit een maatschappelijke ambitie. De resultaten leveren vaak alternatieve ideeën op in de lokale context van de campussen (zoals de fly-over in Gent of de uitbreiding van de campussen) en stuurt lopende plannen soms in een bepaalde richting - het geeft de studenten als eindgebruiker een stem in het gebeuren. Zo n actuele thema s prikkelen de studenten en toekomstige bouwers om na te denken over de stad en de toekomst ervan. Ze worden aangepord om niet bang te zijn van radicale ideeën. Op het eind van deze intensieve week worden de resultaten gepresenteerd aan het stadsbestuur en/of externe betrokkenen. 4/5

16 Conclusie Op basis van de voorgelegde goede praktijken en de input van reflecties van de POC s, en in lijn met het huidige facultair beleidsplan bevestigt het faculteitsbestuur om de ambities van de masterproef verder te ondersteunen in het bijzonder: De kritische reflectie op het eigen werk en de positionering ervan in lopend onderzoek en in bestaande en toekomstige realisaties. De input en samenwerking met buitenlandse gastdocenten en internationale partners. De doorgedreven integratie van onderzoek als onderdeel van kennisontwikkeling in de discipline. De specifieke bewaking van de eindfinaliteit met inbegrip van de werking van de jury s. De maatschappelijke interactie en de aangepaste externe communicatiestrategie incl. de beeldvorming. 4 Prijs Onderwijsraad Baksteenproef zie a) Architectuur 5 Evaluatie van het proces COBRA 2 De input van de primaire actoren is gebaseerd op éénmalige momentopnames. De faculteit wil op een rationele manier met Cobra omgaan en zal haar planning hierop afstemmen. Dit is reeds gedeeltelijk gebeurd. De feedback over Cobra houdt geen rekening met het ontbreken van voorbereidingstijd en met de faculteitseigen werking van de opleidings-poc s. De betrokkenheid en het engagement van de programmadirecteurs voor het succes van Cobra ligt hoog evenals de bereidheid en de tevredenheid van de primaire actoren. De conclusie van de Cobra 2 ronde geeft een verdieping aan het beleidsplan. 6 Bijkomende opmerkingen Voer hier eventueel bijkomende opmerkingen in. Voornaam Naam verslaggever Voornaam Naam voorzitter Hilde Berckmoes Dag Boutsen 5/5

17 ONDERWIJSRAAD KRAKENSTRAAT 3 BUS LEUVEN, BELGIË Voordracht Prijs van de Onderwijsraad KU Leuven Deze voordracht vormt een bijlage bij het facultaire verslag van COBRA 2. Elke faculteit dient uiterlijk 26 februari 2016 maximaal één voordracht in: ze plaatst het voordrachtdossier in de COBRA-map van de facultaire sharepoint zodat de voordracht aan de selectiecommissie kan worden bezorgd. De voordracht wordt eveneens uiterlijk op 26 februari rechtstreeks aan de secretaris van de Onderwijsraad (piet.verhesschen@kuleuven.be) bezorgd met het oog op de selectieprocedure. 1 Contactgegevens indiener van de voordracht De voordracht gebeurt namens de faculteit. Gegevens van de hoofdindiener (contactpersoon) Faculteitsbestuur Architectuur, Dag Boutsen (decaan), Carl Bourgeois (vicedecaan onderwijs) Campussen Sint-Lucas Brussel en Gent Hoogstraat 51, 9000 Gent Paleizenstraat 65-67, 1030 Schaarbeek 2 Kandida(a)t(en) wiens onderwijsrealisatie wordt voorgedragen De baksteenproef als oriënteringsinstrument bij de start van de bacheloropleiding architectuur (POC Architectuur) Jan De Vylder (programmadirecteur architectuur) Sophie Laenen (ateliercoördinator architectuur) Annemie Demeulemeester (ateliercoördinator architectuur) Deze kandida(a)t(en) is/zijn op de hoogte van de voordracht. Pagina 1 van 6

18 BLZ. AAN VAN FOUT! 2 3 Beschrijving van de onderwijsrealisatie (max. 1 pagina) Beschrijf de onderwijsrealisatie die de faculteit wenst voor te dragen. Vermeld hierbij minstens volgende elementen (max. 1 pagina): - de context van het praktijkvoorbeeld (binnen welke opleiding/groep van opleidingen, opleidingsonderdeel) - de precieze kenmerken van de realisatie, met bijzondere aandacht voor de wijze waarop ze aansluit bij de visie op onderwijs van de KU Leuven en/of bij COBRA als kwaliteitszorgmethode, en de specifieke bijdrage hieraan van de voorgedragen kandidaat/kandidaten. DE BAKSTEENPROEF snelbouwsteen snel bouw steen In het kader van recente beleidslijnen, maatschappelijke evoluties en de implementatie van de nieuwe onderwijsvisie van de KU Leuven introduceerde de Faculteit Architectuur in de bacheloropleiding architectuur naar aanloop van het academiejaar een vernieuwd ijkingstraject. Met dit ijkingstraject wil de Faculteit Architectuur de ontwikkeling van de disciplinaire future self van de student vóór en van bij de start van de opleiding centraal stellen. Dit ijkingstraject kent verschillende componenten die zich zowel vooraf maar ook aan de start van het academiejaar situeren. De laatste component van dit ijkingstraject, de baksteenproef, is voorwerp van voordracht voor de Prijs van de Onderwijsraad de baksteenproef Zo eenvoudig of bijna simplistisch de titel van deze onderwijsrealisatie of liever onderwijsambitie mag klinken; zo genuanceerd, veelzijdig en diepgaand is dit project eigenlijk. De aanvang van de studie architectuur vraagt veel verduidelijking voor de student. Eigenlijk wordt verwacht dat de student binnen de kortst mogelijke tijd voldoende inzicht verwerft in de verwachtingen van de opleiding én de student. Dit inzicht niet alleen louter informatief maar dient ook wervend en motiverend te werken. Belangrijk daarbij is het diverse profiel van de instromende student - de Faculteit Architectuur kent naast studenten uit ASO immers ook een instroom uit KSO en TSO. Deze studenten staan met andere voorkennis en vaardigheden aan de start. Voor de opleiding is het duidelijk dat architectuurontwerpen niet lukt zonder synergie van al deze aspecten. Vandaag groeit binnen de opleiding architectuur het verlangen om nog meer dwarsverbanden op te zetten tussen de praktische studio s en de theoretische componenten. Dit is niet zomaar een ambitie maar heeft zijn plaats binnen het algemeen maatschappelijk perspectief - wat verwacht wordt van het architectuuronderwijs vandaag. Een onderzoekende beschouwende houding en een pragmatische praktische uitkomst gaan hand in hand. Duidelijk is dat het ene niet zonder het andere kan. De BAKSTEENPROEF is het resultaat van al deze ambities: inzicht in de studie; maatschappelijke relevantie, hoe onderwijs organiseren en breed gedragen ambitie middels overleg. De BAKSTEENPROEF is de ultieme oefening waarin theorie en praktijk samenwerken in één oefening. Een oefening waarbij architectuurontwerp meer is dan de som van de delen alleen

19 BLZ. AAN VAN FOUT! 3 (cultuur, techniek, creativiteit) maar haar sleutel vindt in de verbanden. De eerste oefening die een student uitvoert bij start van de opleiding. De meest cruciale oefening van de opleiding waar voor iedereen student en docent een moment gevonden wordt waar alles duidelijk wordt. Niet alleen hoe de opleiding de volgende jaren zal verlopen maar ook hoe de student zich in het maatschappelijk debat zal opstellen. Een moment waar iedereen zijn motivatie kan vinden ja, dat wil ik doen!. De sleutel tot succes is niet alleen de brede inzet en ambities van alle onderdelen van de opleiding. Nog meer van belang is het vinden van een manier (focus) die deze brede inzet en ambitie in al zijn perspectieven kan verduidelijken. Focus is de eigenlijke sleutel; de vele ambities de tanden van de sleutel. Eén van de meest elementaire onderdelen van het meest primaire idee achter architectuur het louter bouwen kan een sleutel zijn waarop de tanden geslepen kunnen worden: de baksteen, vandaag in zijn meest ontwikkelde verschijning als snelbouwsteen. de snelbouwsteen De snelbouwsteen is zowel letterlijk als mentaal het idee van de baksteenproef. Het alter ego van de baksteenproef. In vele betekenissen. De snelbouwsteen is een geëvolueerde variante van de baksteen. Voor iedereen bekend. Het is het resultaat van een economie, productie en dus kost. Van een ergonomie verwerkbaar maar ook kost. Van een ecologie lokaal en ondertussen ook afval. Van een ingenieurskunst steeds meer en zelfs verbazingwekkend meer. Van een comfort steeds meer onwaarschijnlijke prestaties. Vaak van een architecturaal verlangen - er zijn zo van die terugkerende tendensen. Door het werken met het eenvoudige en erg toegankelijke idee van baksteen als veelvoudige snelbouwsteen kan zowel de student als de begeleidende docent zijn ambitie (disciplinaire future self) vinden en duiden. Bovendien kan verbeelden een vaardigheid eigen aan de opleiding - op dit eenvoudige doch complexe voorwerp toegepast worden wat resulteert in tekenen, modeleren, maken en bouwen van die snelbouwsteen. Onuitputtelijk. Maar meteen en efficiënt. Deze methodiek levert verbazingwekkende resultaten op zowel in de opbouw van de oefening als in het eindproduct. Voor de docenten en nog meer voor de studenten. Want de student is meteen betrokken. Het voorwerp is eenvoudig. De te ontdekken rijkdom oneindig. Naast de praktische en theoretische kennis over de baksteen zelf leert de student dat zowel focus als afstand sleutels zijn in de wijze van denken waarvoor een universiteit staat. Leren ontdekken. Leren meervoudig betekenis geven. Leren uitdiepen. Leren meteen aanpakken. Leren leren. Eenvoudig veelvoudig. Snelbouwsteen. Snel. Bouw. Steen. Hiermee wijst de opleiding naar de mentale kracht van deze baksteenproef met name op een efficiënte snelle motiverende wijze de bouwstenen idee en ambitie van de architectuuropleiding verduidelijken. Dit geslaagd project heeft zijn plaats binnen het traject dat startende studenten snel wil oriënteren. Het project maakt deel uit van een zorg die opleiding met universiteit deelt, met name de ijking. De baksteenproef is een laagdrempelige manier om onderwijs en onderzoek te integreren en praktijk en theorie met elkaar te verbinden. De oefening is een voorbeeld van

20 BLZ. AAN VAN FOUT! 4 geïntegreerd onderwijs waarbij helderheid en complexiteit toch hand in hand gaan. Eenvoudige complexiteit. Complexe eenvoud. Binnen de opleiding is de baksteenproef zelf een voorbeeld van activerend leren dat inspirerend kan werken binnen de bestaande architectuuronderwijspraktijken en daarbuiten. Hierdoor past de baksteenproef binnen de COBRA methodiek om nieuwe inzichten binnen activerend leren te creëren. De eindproducten zijn oneindig divers. Ze zijn gebundeld in onderstaande beeldtaal zoals enkel architectuur dit medium kan inzetten.

21 BLZ. AAN VAN FOUT! 5 4 Argumentatie (max. 1 pagina) Beargumenteer waarom het om een bijzondere onderwijsrealisatie gaat. Hierbij moeten in ieder geval volgende elementen behandeld worden: - Toon aan dat de realisatie origineel of innovatief is binnen de eigen context (opleiding, faculteit). - Op welke manier draagt de realisatie bij tot de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs? Verwijs hierbij eventueel naar de manier waarop er ook aandacht is voor het bewaken van de kwaliteit van de realisatie op zich. - Op welke manier is de realisatie inspirerend voor andere contexten (andere faculteiten, POC s, opleidingsonderdelen, opleidingen)? Het kan hierbij gaan om concrete elementen die naar een andere omgeving getransfereerd kunnen worden (bijv. een werkvorm), maar ook om meer generieke aspecten (bijv. achterliggende ideeën). Bij de start van het academiejaar draagt de baksteenproef een brede focus. De nadruk ligt niet op het ijken van begincompetenties, wel op het verwerven van nieuwe kennis, vaardigheden en attitudes enerzijds en op het verwerven van inzicht over de plaats en noodzaak van de verschillende opleidingsonderdelen in het curriculum anderzijds. Theorie en praktijk worden gedurende vier weken geïntegreerd met focus op één eenvoudig object, de baksteen. Studenten krijgen een eigen snelbouwsteen en bekijken, analyseren en representeren hun steen in alle aspecten. Hierbij gebruiken de studentenmethodes en materialen eigen aan de discipline (schetsen, perspectieftekenen, het gebruik van materialen zoals hout en schuim). Studenten worden er toe aangezet om op innovatieve en creatieve wijze om te gaan met een eenvoudig, schijnbaar saai object. Theoriedocenten sluiten aan bij de oefening door in hun lessen in te gaan op wiskundige, bouwtechnische elementen van de baksteen (zoals gewicht en kracht) en door de baksteen historisch/theoretisch te kaderen binnen de architectuurdiscipline. Op deze manier kunnen studenten op een korte termijn architectuur doen wat voorheen pas op het einde van het eerste semester het geval was. Door een eenvoudig object te kiezen en dat in al zijn aspecten te benaderen, verwerven studenten op vier weken op een geïntegreerde manier basiskennis, vaardigheden en attitudes van en over de architectuurdiscipline. Het innovatieve karakter van de baksteenproef vindt zijn oorsprong in de combinatie van de werken evaluatievormen bij de oriëntering van studenten. Architectuur is een discipline met een veelheid aan verschijningsvormen en methodes. Door studenten van meet af aan te confronteren met deze veelheid, leren ze snel waar hun sterktes en zwaktes liggen en vinden ze een plek in de breedte van architectuur. Studenten ondervinden ook dat architectuur niet tot één aspect herleid kan worden (ontwerp, theorie, bouwtechniek, context) maar enkel vorm krijgt in de combinatie van deze domeinen. Deze inclusieve manier van ijking en oriëntering van studenten kan ook van toepassing binnen andere disciplines en werd al meermaals binnen en buiten de faculteit als best practice bestempeld. De kwaliteit van de baksteenproef wordt bewaakt binnen de POC Architectuur en een werkgroep met alle docenten van de eerste fase. Een eerste analyse van de resultaten toont duidelijk het potentieel aan. Verbeterpunten liggen in een verdere koppeling en opvolging van de resultaten van deze initiatieven aan reeds bestaande evaluaties zoals proefexamens en tussentijdse atelierevaluaties. De opleiding architectuur gaat na of het mogelijk is een instrument te ontwikkelen om de vooruitgang van het leerproces van elke student op een heldere en efficiënte manier op te volgen. De aanpak van de baksteenproef vindt zijn oorsprong in het maatschappelijk perspectief die architectuur eigen is we bouwen ons huis en debatteren over een betere wereld. Deze methodiek past perfect binnen wat een universiteit vermag onverwacht denken in doen en weten om te

22 BLZ. AAN VAN FOUT! 6 zetten. De eindproducten van de baksteenproef (output) staan nooit op zichzelf maar leggen verbanden tussen de verschillende facetten van de discipline architectuur én tonen de focus van de student. Het Faculteitsbestuur is van mening dat een deze geïntegreerde proef bij de start van de opleiding een zeer interessante werkvorm is om studenten een duidelijk correct beeld van de discipline te geven. Naast voorkennis zijn ook vaardigheden en attitudes essentiële factoren voor studiesucces. De baksteenproef slaagt erin om al deze aspecten te verenigen waardoor studenten uitgedaagd worden om hun eigen disciplinaire future self te ontwikkelen en het te vergelijken met de verwachtingen van de opleiding. Het Faculteitsbestuur grijpt dan ook deze voordracht voor de Prijs van de Onderwijsraad aan om andere opleidingen en disciplines ertoe aan te zetten om in het kader van oriëntering verder te gaan dan de organisatie van een ijkingstoets voor de start van de opleiding.

23 Facultair reglement Architectuur Faculteitsraad Groepsbestuur W&T Dit facultair reglement beschrijft de organisatie en de werking van de Faculteit Architectuur zoals bepaald in de artikels 77 tem 80 van het Organiek Reglement KU Leuven (overgenomen uittreksels van het Organiek Reglement gecursiveerd) en zoals bepaald in de artikels 37 tot en met 50 van het Groepsreglement Wetenschap & Technologie (overgenomen uittreksels van het Groepsreglement in blauw gecursiveerd). Voor de bepaling van de organisatie en werking van de permanente onderwijscommissies en de taken en bevoegdheden van de programmadirecteur baseert het facultair reglement zich op de artikels 5 en 6 van het Aanvullend reglement inzake de permanente onderwijscommissies en de programmadirecteur (overgenomen uittreksels van dit aanvullend reglement in oranje gecursiveerd). Voor de oprichting van de facultaire beoordelingscommissie bepaalt het facultair reglement haar artikels in overeenstemming met de artikels van het reglement Academisch Personeel (overgenomen uittreksels van dit reglement in oranje gecursiveerd). Voor de oprichting van de facultaire doctoraatscommissie bepaalt het facultair reglement haar artikels in overeenstemming met het Kaderreglement voor het doctoraat in de Groep Wetenschap & Technologie van de Leuven Arenberg Doctoraatsschool (ADS) en Het Universitair reglement inzake predoctorale periode en predoctorale proef; het doctoraatsonderzoek en het doctoraat; de doctoraatsopleiding en de 'doctoral school' (overgenomen uittreksels van dit reglement in oranje gecursiveerd). Voor de oprichting van de facultaire adviescommissie bepaalt het facultair reglement haar artikels in overeenstemming met het Reglement Onderwijzend Personeel. (overgenomen uittreksels van dit reglement in groen gecursiveerd). Wijzigingen aan het facultair reglement Architectuur worden uitgewerkt door het Faculteitsbestuur en steeds na goedkeuring door de Faculteitsraad opnieuw voorgelegd aan het Groepsbestuur. Bij de samenstelling van raden en bestuursorganen streeft de faculteit naar de aanwezigheid van minimum een derde van elk geslacht. Voor de toepassing van de bepalingen van dit reglement worden pronominale en derivationele verwijzingen naar personen geacht genderneutraal te zijn. Met opmerkingen [MVdV1]: Durven we dit te laten staan? Is strikter dan de algemene reglementen. Gezien de Faculteit Architectuur tot de jonge academische integrerende opleidingen behoort, wordt het facultair reglement na twee jaar geëvalueerd (februari 2016) met het oog op aanpassing en/of herbevestiging van haar artikels. Dit facultair reglement is geldig tot en met Bij wijziging van de facultaire bestuursorganen en adviesorganen kan het facultair reglement aangepast worden en dit op vraag van het Groepsbestuur, het Faculteitsbestuur of de Faculteitsraad. Wijzigingen aan het facultair reglement Architectuur worden uitgewerkt door het Faculteitsbestuur en steeds na goedkeuring door de Faculteitsraad opnieuw voorgelegd aan het Groepsbestuur. Met opmaak: Lettertype: 10 pt, Niet Vet Met opmaak: Lettertype: 10 pt, Niet Vet Met opmaak: Lettertype: 10 pt, Niet Vet Met opmerkingen [MVdV2]: Hebben we nog een zin nodig die verduidelijkt dat we zelf ook aanpassingen aan het facultair reglement kunnen voorstellen? Met opmaak: Lettertype: 10 pt, Niet Vet Met opmaak: Lettertype: 10 pt, Niet Vet Met opmerkingen [MVdV3]: Durven we dit te laten staan? Is democratischer dan de algemene reglementen. Met opmaak: Lettertype: 10 pt, Niet Vet Facultair reglement Architectuur 1