PTA Duits TL, Bohemen Houtrust, cohort

Transcriptie

1 A. Schoolexamen leerjaar 3 mavo ( ) 1 SE 1 Leesvaardigheid A1/A2 niveau 2 SE 2 Schrijfvaardigheid A1/A2 niveau 3 SE 3 Luistervaardigheid A1/A2 niveau 4 SE 4 Spreekvaardigheid/ Gespreksvaardigheid A1/A2 niveau Alle SE 5 Het gemiddelde van alle voortgangscontroletoetsen van dit schooljaar. Idioom. Minimaal 3 toetsen, maximaal 5 Landeskunde. Minimaal 3 toetsen, maximaal 5 Kijk- en/of luistervaardigheid. Minimaal 3 toetsen, maximaal 5 Leesvaardigheid. Minimaal 3 toetsen, maximaal 5 301T schriftelijk 45 min Nee 1,5 Neue Kontakte 302T schriftelijk 45 min Ja 1,5 Neue Kontakte 303T schriftelijk 45 min Nee 1,5 Neue Kontakte 304T mondeling 15 min Nee 1,5 Neue Kontakte 330T 2,0 Neue Kontakte 151T 155T 156T 160T 161T 165T 166T 170T Pagina 1 van 8

2 Spreek-en/of gespreksvaardigheid. Minimaal 3 toetsen, maximaal 5 Repetities. Minimaal 4 toetsen, maximaal 6 171T 175T 176T 180T schriftelijk Nee 2,0 B. Schoolexamen leerjaar 4 mavo ( ) 5 SE 6 Schrijfvaardigheid 2 A2 niveau Nu is de formele brief aan de beurt. Je moet in staat zijn om schriftelijk een hotelkamer, een kamer in een jeugdherberg, een campingplaats, etc. kunnen boeken. 6 SE 7 Luister -en kijkvaardigheid A2/B1 niveau Als we ergens naar luisteren ontvangen we gesproken tekst. Nu ga je kijken 401T schriftelijk 45 min Ja 4,0 402T schriftelijk 45 min Neen 4,0 Pagina 2 van 8

3 of je goed kan luisteren en of je begrepen/ onthouden hebt wat er gezegd is. 7 SE 8 Gespreksvaardigheid A2 niveau Het is tegenwoordig heel normaal dat je een gesprekje in het Duits kunt voeren. Jij gaat dat nu ook doen en daarin komt het volgende aan de orde: Informatie geven, informatie vragen, jezelf en anderen voorstellen, gevoelens uiten en ernaar vragen, voorkeuren uitspreken en ernaar vragen, instemmen, weigeren, telefoongesprek kunnen beginnen / voeren / beëindigen, mening of oordeel geven/vragen, vaardigheden die het gesprek kunnen vereenvoudigen. De onderwerpen die ter sprake komen zijn de volgende alledaagse situa- 403T mondeling 15 min Neen 5,0 Pagina 3 van 8

4 ties, zoals studie, toekomstig beroep, hobby s, school, vakantie, woonsituatie, voeding of verkeer. Het gesprek moet voldoen aan: Goede uitspraak, begrip, vlot antwoorden, correcte zinnen/juiste toepassing van elementaire grammaticaregels, zelfinitiatief. Alle SE 9 Het gemiddelde van alle voortgangscontroletoetsen van dit schooljaar. Idioom. Minimaal 3 toetsen, maximaal 5 Landeskunde. Minimaal 3 toetsen, maximaal 5 Kijk-en/of luistervaardigheid. Minimaal 3 toetsen, maximaal 5 Leesvaardigheid. Minimaal 3 toetsen, maximaal 5 Spreek-en/of gespreksvaardigheid. Minimaal 3 430T 3,0 Neue Kontakte 251T 255T 256T 260T 261T 265T 266T 270T 271T Pagina 4 van 8

5 toetsen, maximaal 5 Repetities. Minimaal 3 toetsen, maximaal 4 SE 10 Mediadossier schriftelijk Nee 2,0 275T 276T 279T 404T Het mediadossier is een handelingsdeel, wat betekent dat dit mediadossier met een voldoende of goed moet worden afgesloten. Is dit niet het geval, betekent dit dat er geen SE-cijfer berekend kan worden voor het vak Duits. Zonder SE-cijfer mag er niet worden deelgenomen aan het CE Duits. Het is dus zeer belangrijk dat dit mediadossier met een voldoende wordt afgesloten! Boeken: Je dient één boek op TG-niveau te lezen. In je mediadossier berg je hierover op: Een korte samenvatting van het verhaal (minmaal 20 regels op A4) in het Nederlands. Een notitie waarin je de drie belangrijkste personen uit het boek vermeld met eigenschappen en andere belangrijke informatie over deze personen in het Nederlands. Te denken valt aan uiterlijke kenmerken, adres, beroep, familie etc. Noem de drie belangrijkste gebeurtenissen uit het boek. Vertel waar en wanneer het boek zich afspeelt in het Nederlands. Films: Je gaat twee Duitstalige films bekijken. Over beide films schrijf je een verslag dat het verhaal van de film omvat en je mening over de film met motivatie Pagina 5 van 8

6 voor je mening. Per filmverslag minimaal 400 woorden. Je maakt het verslag op de computer en je stelt de lettergrootte in op maximaal 12. Beide verslagen maak je in het Nederlands. Internet: Je gaat op het internet ( op zoek naar vijf Duitstalige artikelen die jou interesseren. Het kunnen artikelen zijn over bijvoorbeeld een film, muziek, een beroemdheid, een tv-programma, etc. Dan is het nu jouw beurt om de leraar te zijn. Je gaat bij je artikelen zelf de vragen verzinnen. Per artikel maak je zelf 5 vragen die over de tekst gaan. Deze vragen moeten multiple choice vragen zijn (a, b, c, d) en in het Nederlands gesteld. Je levert het uitgeprinte artikel in met de vijf vragen en apart vermeld de goede antwoorden op je vragen. Als je van je docent een andere opdracht krijgt bij deze artikelen maak je die opdracht. Werkstuk: Je gaat een werkstuk maken over Duitsland. De onderwerpen kunnen variëren van een bepaalde streek ( de Harz, de Eiffel, Hunsrück, Ostfriesland etc.) tot en stad in Duitsland (Hamburg, Bremen, Berlin etc.). Het dient een uitgebreid werkstuk te zijn. Je moet het werkstuk alleen maken. Het werkstuk moet voorzien zijn van: Omslag/voorkant Inhoudsopgave Inleiding Kern Slot Bronvermelding Pagina 6 van 8

7 Voor de inhoud kan je denken aan: Geschiedenis Bevolking Streekgerechten Infrastructuur Bezienswaardigheden Etc. Voorbeelden van leuke websites: Duitsland.pagina.nl Andere Duitstalige sites mogen natuurlijk ook maar zorg ervoor dat je vermeldt van welke site je de artikelen haalt. Tijdschema mediadossier: Uiterlijk twee weken voor de Kerstvakantie lever je de helft van je dossier in een snelbindermapje in: De boekopdracht Één filmopdracht Één internetopdracht Voor 1 maart: Resterende filmopdracht Resterende internetopdracht Werkstuk Pagina 7 van 8

8 Cijfer schoolexamen: wordt berekend door het cijfer voor de schoolexamens (SE s) via het gewogen gemiddelde te berekenen en rekenkundig af te ronden op 1 decimaal Cijfer centraal examen: wordt berekend door de behaalde score op het cse volgens de cito-omzettingstabel om te zetten in een cijfer en rekenkundig af te ronden op 1 decimaal Eindcijfer: wordt berekend door het cijfer schoolexamen en het cijfer centraal examen bij elkaar op te tellen, door 2 te delen en af te ronden op een geheel getal. Pagina 8 van 8