OEFENTHERAPIE ALS CONSERVATIEVE BEHANDELING BIJ SCHOUDERINSTABILITEIT.
|
|
- Katrien Wauters
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 OEFENTHERAPIE ALS CONSERVATIEVE BEHANDELING BIJ SCHOUDERINSTABILITEIT. Dr. Carl Dierickx, dienst orthopaedie Virga-Jesseziekenhuis, Stadsomvaart 11, 35OO Hasselt. Samenvatting : na een korte bespreking van de statische en dynamische stabiliserende schoudermechanisme, en na bespreking van de belangrijkste calcificaties van de schouderinstabiliteit, wordt er kort ingegaan op de diagnosestelling. Daarna worden de belangrijke doelstellingen en modaliteiten van het conservatief oefenschema uitgelegd. Er wordt in detail ingegaan op het tonificatieprogramma van de vier P's zoals beschreven door Jobe. Uit studies blijkt dat een conservatief oefenschema 8O % succes kan hebben in de groep van de atraumatische of de microtraumatische instabiliteit ; en 9O % succes in de groep van de posterieure instabiliteit. Zelfs na 3 tot 12 maanden conservatieve therapie is er nog maar een kans op succes bij 1O à 2O % van de traumatische anterieure instabiliteitgroep. Bij falen van de conservatieve therapie zal chirurgie aangewezen zijn. Presentatievorm van instabiliteit : Per definitie spreken we over instabiliteit als er een overmatige translatie is van de humeruskop in het glenoid, tijdens schouderbewegingen. Het is bij deze verhoogde translatie dat er verhoogde kans optreedt voor letsels aan de structuren rondom het schoudergewricht, en een verhoogde kans op echte luxatie. Instabiliteit kan zich evenwel presenteren onder verschillende vormen : a. traumatische luxaties ; b. atraumatische luxaties ; c. subluxaties ; d. impingementsklachten. Stabiliserend schoudermechanisme : naast het glenoid in het labrum, zijn er de kapulaire structuren in de glenohumerale banden die samen met de hydrostatische onderdruk de statische mechanismen uitmaken. Daarnaast zijn er dynamische mechanismen : a. de rotatorcuff, inclusief de bicepspees, die samen een depressie-exorotatiemechanisme vormen om het tuberculum majus vrij onder het acromion door te laten bewegen gedurende de craniale migratie die wordt uitgeoefend door de deltoidspier. b. het scapulohumerale ritme dat ervoor moet zorgen dat het glenoid constant in de optimale manier wordt aangeboden aan de humeruskop. Schoudermusculatuur (volgens Jobe) : Gezien het afzonderlijk belang van de rotatorcuff, de scapulastabiliserende musculatuur en de musculatuur die verantwoordelijk is voor de positionering van de humerus en de propulsie van de humerus in de ruimte is de indeling in vier groepen volgens Jobe zeer nuttig. Hij beschrijft de vier P's :
2 Groep 1 : de glenohumerale protectors : supraspinatus, subscapularis, infraspinatus, teres minor en biceps. Deze moeten het contact tussen de humeruskop en het glenoid optimaliseren door een depressie-exoroterende kracht uit te oefenen. Groep 2 : de scapulapivotters : de drie delen van het trapezius, de romboideus, elevator scapula, de seratus anterior en de musculus pectoralis minor. Ze hebben als doen de scapula te positioneren in de ruimte om het glenoid optimaal aan de humeruskop aan te bieden. Gleno-humerale Protectors Scapula Pivoters Groep 3 : de humerale positioners : pars anterior, posterior en medius van musculus deltoideus. Deze hebben tot doel de humerus zelf te positioneren in de ruimte. Groep 4 : de propeller-spieren : de musculus latissimus dorsi en de pectoralis major. Ze hebben tot doel de kracht komend vanuit de voeten via de romp, over te zetten op de armen. KLASSIFICATIE VAN INSTABILITEIT : Een klassieke klassificatie (volgens HSS), deelt de luxaties in volgens de frequentie (acuut of recidiverend), volgens de graad (luxatie of subluxatie), volgens het ontstaansmechanisme (atraumatisch, traumatisch, congenitaal of neuromusculair), of volgens de richting (anterieur, posterieur, inferieur, multidirectioneel). De echte luxaties worden volgens Matson vaak geclassificeerd, op risico van simplificatie in de T.U.B.S. :traumatisch, unidirectioneel, Bankartletsel, surgery. A.M.B.R.I: atraumatisch, multidirectioneel, bilateraal, rehabi litatie, inferieure kapsulaire shift. In deze voorgaande classificatie wordt echter al te weinig benadrukt dat instabiliteit zich klinisch vaak kan uiten als impingement. Een zeldzame ondergroep hierin is de inside, of intrinsieke impingement, waarbij de humeruskop posterosuperieur tegen het labrum en de rotatorcuff een impingement geeft bij lichte anterieure instabiliteit. (beschreven door C. Jobe).
3 Een zeer belangrijke onderverdeling hierin wordt voorgesteld door F. JOBE : Groep I : de klassieke pure impingement ; Secundaire impingement tengevolge van instabiliteit : groep II, III en IV. Groep I met de klassieke pure impingement kan een hele reeks van oorzaken hebben ; hierop wordt niet verder ingegaan. Groep II heeft een secundaire impingement met anterieure instabiliteit door herhaalde microtraumata. Door het zogenaamde instabiliteits-continium, worden er vaak bij sportieve overbelastingen microtraumata veroorzaakt die een instabiliteit geven. Hierdoor ontstaat een subluxatie die op zijn beurt een impingement en rotatorcuffletsels kan geven. In groep III is de patiënt met een secundaire impingement tengevolge van een instabiliteit door algemene hyperlaxiteit. In deze groep horen ook vaak de multidirectionele instabiliteit patiënten thuis en de atraumatische unidirectionele anterieure instabiliteit. In groep IV zitten de patiënten met de geïsoleerde instabiliteit door microtraumata maar zonder impingement. Deze patiënten kunnen een labrumletsel hebben, presenteren zich vaak met een dead-arm-syndroom, ofwel met echte luxaties. DIAGNOSE : Uit de bovenstaande classificatie blijkt dat naast de instabiliteitstesten ook de impingementstesten bij klinisch onderzoek zeer belangrijk zijn. Als voornaamste instabiliteitstesten vermelden we sulcusteken, apprehensie en apprehensie-relocatietest en de anterieure schuiflade. Bij de impingenttesten zijn vooral de vooral de Neer, de Hawkins en de Jobe-test belangrijk. Pas in tweede instantie zullen technische onderzoeken uitgevoerd worden : naast de klassieke radiologie heeft vooral de artro CT met goniometrie, en soms de arthro-nmr, een belangrijke plaats gekregen. OVERZICHT VAN DE BEHANDELING EN DE SYMPTOMEN VAN DE VIER GROEPEN ZOALS BESCHREVEN DOOR F. JOBE : Groep Im- pinge ment Appre hen sie Rot. Cuff letsel Labrum letsel Behandeling Bij falen conservatieve behandeling 1:pure impingement o NSAI,Fysio, steroiden A scopie + sub-acromial decompres 2:ant. instab. door microtraumata conservatief A scopie (Bankart) + imp. oefenschema ant.capsulaire shift 3:ant. instab. door hyperlaxiteit + + +/- - o conservatief A scopie + ant. capsulaire imp. oefenschema shift 4:pure ant. instab. dr microtraumata zonder imp - + o + conservatief oefenschema A scopie + Bankart (open) herstel
4 Doelstelling van klassiek oefenprogramma : 1 volledig pijnvrij worden van een functionele bewegingsvrijheid. Hiervoor moeten we vooral aandacht hebben voor de interne rotatie, die vaak beperkt is door een strak posterieur kapsel. Het coronaal vlak moet beschouwd worden als niet-functioneel. 2 krachttraining moet traag en pijnvrij gebeuren. In de eerste plaats zouden de gleno-humerale protectors en in de tweede plaats de scapula-pivoters getraind worden. 3 we moeten een stabiel scapulaplatform krijgen door expliciet de scapulapivotters te trainen, dit volgens het principe dat proximale stabiliteit, distale mobiliteit geeft. 4 controle krijgen op de propellers van de humerus en (volgens Hawkins) ook controle van de biceps, gezien zijn belang in de decelleratiefase bij de werpsport. 5 verdere functionele krachttraining volgens sportspecifieke behoeften van de atleet/patient. 6 neuromotorische oftewel proprioseptieve reprogrammatie zal ook zoveel mogelijk sportspecifiek en individueel bepaald worden. Best worden er zowel gesloten als open ketenoefeningen uitgevoerd. Bv. Gesloten ketenoefeningen belangrijk bij toestelturners. Open ketenoefeningen belangrijker bij de werpsporten. HET CONSERVATIEF OEFENPROGRAMMA BIJ SCHOUDERINSTABILITEIT : 1 de volledige pijnvrij functionele range of motion kan bereikt worden door : Codmannpendeloefeningen ; posterieure kapsulaire stretch en posterio-inferieure stretch. Zelden moet er een anterieure kapselstrecth gebeuren. Enkel bij meer uitgesproken mobiliteitsproblemen zullen bezemsteeloefeningen ingelast worden naar voorwaartse flexie, interne en externe rotatie, exorotatie en abductie. 2 Voor de krachttraining van de vier P's gelden volgende principes : Eerst isometrische, vervolgens isotonische oefeningen in adductie en als laatste de isotonische oefeningen in abductie. Eerst worden glenohumerale protectors en scapula pivoters getraind, en pas later de humerale positioners en de propellers. We zullen eerst geïsoleerde bewegingen en pas later gecombineerde sportspecifieke oefeningen laten uitvoeren. We beginnen altijd met een kleine hefboom. De oefeningen moeten zowel concentrisch als exencentrisch uitgevoerd worden : studies wijzen er immers op dat bijv. de subscapularis een hogere activiteit vertoont op EMG bij de excentrische beweging. De infraspinatus heeft een belangrijke excentrische rol bij de dicerrelatie werpfase. Na anterieure luxatie worden de exorotatie- en abductietraining drie weken vermeden. Voorbeelden van isometrische oefeningen van de glenohumerale protectors : exo- en endorotatie in 9O elleboogflexie tegen een muur. Geresisteerde elleboogflexie in 9O. Voorbeelden van isometrische oefeningen van de humerale positioners en de propellers : abductie, anteflexie en extensie van de gestrekte arm tegen een muur. Voorbeelden van isotonische oefeningen van glenohumerale protectors :
5 exo- en endorotatie-oefeningen, hetzij met een gewicht in zijligging, hetzij met een elastiek. Voor de rotatie beogen we 2O/2O principe : 2O repetities, afwisselend snel en traag, met een gewicht gelijk aan 2O % van het lichaamsgewicht. Met tube, supraspinatuselevatie in scapulaire vlak. Exo- en endorotatie in 9O abductie, met een tube. Voorbeelden van isotonische oefeningen van de scapulapivotters : shoulder shrug, al dan niet met een elastiek, en de "slow raise" tegen een muur. Protractieligging in 9O flexie. Voorbeelden van isotonische oefeningen van scapulapivotters en humerale positioners : proneretraction. Stabilisation in prone. Bad wave. Stabilisatie in abductie en buiklig. Stabilisatie in flexie en buiklig. Voorbeelden van scapulapivotters en propellers : push-up met een "+" beweging. Voorwaartse druk met een elastiek. Extensie in buiklig. Benchpress. Militarypress. Schouderabductie. Voorbeelden van isometrische oefeningen van de propellers : zittend press up. Adductie met elastiek. Voorwaartse flexie met elastiek. Extensie met elastiek. Stabilisatie-oefeningen : open keten : vloer push-up. Brede vloer push-up. Opvangoefeningen in stand tegen muur. Stabilisatie-oefeningen : gesloten keten : 3 puntspositie, 2 puntspositie, 4 puntspositie op balansbord, 2 puntspositie op balansbord. Dynamische stabilisatie-oefeningen : open keten : scapulabeweging tegen manuele weerstand. Aan de hand van dit overzicht van de behandelingen bij de verschillende instabiliteitsvormen : 1 bij een eerste traumatische anterieure luxatie : maximaal drie weken immobilisatie in adductie, maar reeds vanaf de tweede week kan er gestart met isometrische tonificatie-oefeningen ; 2 de eerste traumatische posterieure luxatie : 3 à 4 weken immobilisatie in de "handshake"-positie. Ook hier moet snel gestart worden met isometrische en isotone oefeningen vooral van de glenohumerale protectors. 3 recidiverende anterieure instabiliteit : TUBS (in groep 4) : geen stretchoefeningen, drie weken geen abductie- en exorotatie-oefeningen. Intensief tonificatieschema gevolgd door proprioseptieve oefeningen. AMBRI (of de groep 2 en 3 volgens Jobe) : volledig schema van de vier P's, al dan niet in combinatie van de stretch van de posterieure kapsel. 4 multidirectionele instabiliteit : alle hoop is hier gericht op de conservatieve tonificatie en proprioseptief oefenschema, al dan niet in combinatie met biofeetbacktechnieken. Ook risico op recidief na chirurgie. 5 de vrijwillige luxaties : steeds conservatief oefenschema. Er moet patient goed uitgelegd worden dat elke vrijwillige luxatie kans op letsels en op verdere instabiliteit doet toenemen.
6 RESULTATEN NA CONSERVATIEF OEFENSCHEMA : Voor de patienten uit de groep AMBRI of de groep 2 en 3 van Jobe wordt er 8O % succes bereikt (volgens Rockwood '86). Bij de posterieure instabiliteit wordt zelfs 9O % reeds bereikt (volgens Rockwood '86). Bij de groep 4 met een Bankartletsel of de TUBS : slechts 12 % succes volgens Rockwood '86, slechts 1O à 2O % succes na 3 à 12 maanden therapie volgens TESLAA '95. Mc Laughin ('67) is er 95 % recidief bij teenagers en slechts 1,1 % bij de leeftijdsgroep met een gemiddelde van 6O jaar. Slechts enkele artikels vermelden een hogere succesreeks : A. RONUM beschreef in 1984 een groep van 2O traumatische luxaties, na drie weken mobilisatie en het tonificaties geven van drie weken tot drie maanden, waarbij er slechts twee patienten zijn geweest met subluxaties en geen met echte recidiverende luxaties. In deze laatste groep zou de kans op recidiefluxatie : - toenemen bij een ernstiger graad van trauma bijv. ernstig Hill Sachsletsel. - afnemen met de leeftijd ; - toenemen bij geassocieerde rotatorcuffletsels ; - afnemen bij geassocieerde tuberculum majusletsels ; - weinig varieren naar gelang de post-luxatie-immobilisatieperiode ; - vier keer zo groot zijn bij mannen t.o.v. de recidiefkans bij vrouwen. BESLUIT : een goed begrip van de statische en dynamische stabiliserende schouderfactoren, inclusief de verschillende musculatuurgroepen, is nodig, omwille van een gericht klinisch onderzoek tot een juist type van instabiliteit te komen. Een conservatief oefenschema moet gericht zijn op een pijnvrije mobiliteit, á la carte trainingsschema van de vier P's, een sportspecifieke revalidatie en een proprioseptieve reprogrammatie. Op deze manier kunnen zeer goede resultaten bereikt worden, vooral bij de atraumatische en microtraumatische instabiliteit, en ook bij de posterieure instabiliteit. De kans op succes is evenwel veel lager bij de microtraumatische luxaties met een Bankartletsel, of bij de echte traumatische anterieure luxaties.
Schouderinstabiliteit
Schouderinstabiliteit Dr. Hans Van der Bracht www.orthopedie-web.be Opbouw Anatomie Classificaties Anamnese / KO / beeldvorming Behandeling Anterieure Schouderluxatie Posterieure schouderinstabiliteit
Nadere informatieSchouder instabiliteit
Schouder instabiliteit 16 maart 2011 SchouderWerkgroep Groene Hart Ron Onstenk Shoulder stabilizers 1. Statisch 2. Dynamisch Shoulder stabilizers 1. Statisch: - ossaal - capsulair --Labrum --GH ligamenten
Nadere informatieLuxaties van schouder elleboog en vingers. Compagnonscursus 2012
Luxaties van schouder elleboog en vingers Compagnonscursus 2012 De schouder - Epidemiologie Meest gedisloceerde gewricht: NL 2000/jaar op SEH 45% van alle luxaties betreffen schouder 44% in de leeftijdsgroep
Nadere informatieSport Specifieke Blessure Begeleiding
Sport Specifieke Blessure Begeleiding Week 9. Schouderrevalidatie R.D. Boekema, Sport Specifieke Bovenhandse technieken 1. Wind up 2. Early cocking 3. Late cocking 4. Acceleration 5. Deceleration 6. Follow
Nadere informatieRotator cuff impingement. Beate Dejaco-Lanz Sportfysiotherapeute MSc Orthopedisch manueel therapeute Sport Medisch Centrum Papendal
Rotator cuff impingement Beate Dejaco-Lanz Sportfysiotherapeute MSc Orthopedisch manueel therapeute Sport Medisch Centrum Papendal introductie definitie impingement classificatie impingement diagnostiek
Nadere informatieSchuitemaker fysiotherapie en manuele therapie bv www.fysio.net - Amsterdam
Uit: Egmond-Schuitemaker schouderprotocol (conform Kibler, Cools en Walraven) Excentrische oefeningen rotatorencuff schouder www.fysio.net (nog niet op de huiswerkfilmpjes.) Toe te passen bij stabiliseren
Nadere informatieBewegingsapparaat schouder glenohumeraal Pagina 1 van 5
Pagina 1 van 5 Glenohumerale artropathie Luxatie Glenohumerale instabiliteit index Glenohumerale artropathie arthrose glenohumuraal Capsulair patroon Closed packed patroon delta prothese Frozen shoulder
Nadere informatieSNT KLINISCHE TESTS. Dia 1 / 64
SNT KLINISCHE TESTS Tests letsels rotator cuff (lag tests): dia s 2 9. Tests scapula diskinesie: dia s 10-14. (Klassieke) Tests bij impingement: dia s 15 28. Tests voor lengte dorsale kapsel: dia s 29
Nadere informatiedisclosure. Schouder instabiliteit. 3 gewrichten! Glenohumerale gewricht. anatomie. anatomie. Research grand voor prothesefollow-up
disclosure Research grand voor prothesefollow-up Schouder instabiliteit Martin Campo Orthopedisch chirurg Ikazia ziekenhuis Stryker Link / Lima Microport Orthopedics 3 gewrichten! Glenohumerale gewricht
Nadere informatieRevalidatie Schouder na een labrum reconstructie. www.groningensportrevalidatie.nl
Revalidatie Schouder na een labrum reconstructie Groningen Sport Revalidatie (sport) fysiotherapie praktijk locatie Alfa - Kardingerweg 48 9735 AH Groningen locatie Hanze - Eyssoniusplein 18 9714 CE Groningen
Nadere informatieSchouderpathologie: opereren of niet opereren? Wat zijn de mogelijkheden?
Schouderpathologie: opereren of niet opereren? Wat zijn de mogelijkheden? Hugo van der Veen Orthopedisch chirurg UMCG Schouderpathologie / sportletsels Met dank aan Maurits Sietsma Inhoud Inleiding Cuff
Nadere informatieREVALIDATIESCHEMA SCHOUDER
REVALIDATIESCHEMA SCHOUDER DECOMPRESSIE CUFF HECHTING BANKART EN LATARJET HECHTING SCHOUDERPROTHESE DOEL Goed functionerende, pijnvrije schouder via een schema volgens fases met vooropgestelde milestones
Nadere informatieP. van der Tas & J.M. Klomp-Jacobs
Naam: Datum: 15-8-2009 Maatschap voor Sport-Fysiotherapie Manuele Therapie Medische Trainings Therapie en Echografie en EMG Stadtlohnallee 2 7595 BP WEERSELO Telefoon 0541-661590 Molemansstraat 52 7561
Nadere informatiePalpatie. De pijnlijke schouder: Klinisch onderzoek en infiltraties. Inspectie v. d. Schouder. Passieve R.O.M. Horizontale Adductie
Hoe aanpakken als HA? De pijnlijke schouder: Klinisch onderzoek en infiltraties Dr. Carl Dierickx Dienst Orthopedie V.J.Z. Hasselt Klinisch onderzoek : SEE, MOVE, FEEL Infiltratie technieken : Theorie
Nadere informatiePOSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/ARHTROSCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, GROOT
VERSIE JANUARI 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/ARHTROSCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, GROOT 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de poliklinische
Nadere informatieSkillslab handleiding
Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2012-2013 Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van den Abbeele Met
Nadere informatieLieven De Wilde, MD, PhD Alexander Van Tongel, MD Department of Orthopedic Surgery Gent University Hospital
Klinisch onderzoek van de schouder Lieven De Wilde, MD, PhD Alexander Van Tongel, MD Department of Orthopedic Surgery Gent University Hospital Klinisch onderzoek van de schouder 12 stappen Stap 1: Anamnese
Nadere informatieUpdate schouderpathologie 2013
Update schouderpathologie 2013 Symposium orthopedie Sint-Truiden 30 november 2013 Vanessa Vleugels Kinesitherapeut- revalidatie Pathologie RC RC is kwetsbaar voor peesletsels: a) overbelasting of overuse
Nadere informatieDiagnostiek aan de schoudergordel. Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel)
Diagnostiek aan de schoudergordel Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel) Doorsnede art. humeri bicepspees, loopt door bovenkant van kapsel en voorkomt inklemming van kapsel in gewrichtsspleet
Nadere informatieClick to add title. Hasselt Cuff /11/2010
Click to add title Hasselt Cuff 2010 Revalidatie na een rotator cuff hechting 1 Ons Voorstel: Dr Guido Claes, Dr Bonneux en Dr Dierickx, Dr Vaninbroukx Algemeen uitgangspunt blijft de patient. Uitgaande
Nadere informatiePOSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/ARTHROSCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, MIDDEL
VERSIE JANUARI 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/ARTHROSCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, MIDDEL 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de poliklinische
Nadere informatieRICHTLIJN BIJ REVALIDATIE NA EEN GESLOTEN EN OPEN BANKART
RICHTLIJN BIJ REVALIDATIE NA EEN GESLOTEN EN OPEN BANKART We onderscheiden een 5-tal postoperatieve fasen: Fase 1 : week 0-1 - 2 Fase 2 : week 3-4 5 Fase 3 : week 6 7 8 9 Fase 4 : week 10 tot en met 15
Nadere informatieUpdate schouderpathologie 2013 Acute schouderpathologie
Update schouderpathologie 2013 Acute schouderpathologie Dr. Peter Bollars Knie, Sport en schouder Symposium orthopedie Sint-Truiden 30 november 2013 Casus 1 Rotator Cuff Normale MRI Supraspinatus 2-12-2013
Nadere informatieSchoudernetwerk Twente
Schoudernetwerk Twente Projectgroep: Training Marion Hassink Tamara ten Elshof Jaap dannenberg Henri Mulder Mariska van Gils Janneke den Butter Raymond Westhoff Gerard Schutten Jeannette Klomp Liesbeth
Nadere informatieRichtlijn bij revalidatie na een SLAP REPAIR
Richtlijn bij revalidatie na een SLAP REPAIR We onderscheiden een 3-tal postoperatieve fasen: Fase 1: 0 t/m 6 Fase 2: 7 t/m 12 Fase3: 3 tot 6 maanden Elke fase is ingedeeld in een 3-tal onderdelen, te
Nadere informatieSchouderpathologie voorde huisarts
Schouderpathologie voorde huisarts Linda Cervenka Ellen de Wit Ron Onstenk April 2012 Schouderklachten?? Nekklachten Radiculaire klachten CTS Infectieus Polymyalgia Schouder/POB klachten Gecombineerd Schouder
Nadere informatiePOSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP)
VERSIE JANUARI 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP) 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische behandeling
Nadere informatieDE SCHOUDER van BINNEN naar BUITEN. Wietske Wind Thom van der Sloot
DE SCHOUDER van BINNEN naar BUITEN Wietske Wind Thom van der Sloot WIE ZIJN WIJ WIETSKE WIND DOCENTE CIOS HEERENVEEN OPLEIDER SPORTMASSAGE/VERZORGING 1997 SPORTMASSEUR SINDS 1995 THOM vd SLOOT Ex DOCENT
Nadere informatieArthroscopische Stabilisatie (Bankart herstel)
Labrum scheuren Het schoudergewricht wordt gezien als een kop en kom gericht. De kom (cavitas glenoidalis) hiervan is zeer oppervlakkig en smal en bedekt slechts een derde van de kop (humeruskop). De kom
Nadere informatieSkillslab handleiding
Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2011-2012 Skillslabteam : Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van
Nadere informatieSchouderprothesiologie bij een cuff insufficiëntie. Max Hoelen Orthopedisch chirurg Reinier de Graaf Gasthuis
Schouderprothesiologie bij een cuff insufficiëntie Max Hoelen Orthopedisch chirurg Reinier de Graaf Gasthuis klinisch beeld Neer 1983: arthrose ten gevolge van een massale cufflesie: cuff tear arthropathy
Nadere informatieDe schouder. Dirk van Oostveen Orthopaedisch chirurg. Jeroen Bosch Ziekenhuis Orthopedie en Traumatologie s-hertogenbosch
De schouder Dirk van Oostveen Orthopaedisch chirurg Jeroen Bosch Ziekenhuis Orthopedie en Traumatologie s-hertogenbosch DE Schouder? Aandoeningen Traumatologische afwijkingen fracturen Instabiliteit
Nadere informatiePOSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/SCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, KLEIN
Versie augustus 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/SCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, KLEIN 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de poliklinische fysiotherapeutische
Nadere informatieNabehandeling na stabiliserende o.k. Latarjet procedure Hechten Bankart laesie door: Pascal Ligter
Nabehandeling na stabiliserende o.k. Latarjet procedure Hechten Bankart laesie door: Pascal Ligter Inhoud Richtlijn behandeling: vernieuwd Algemene aandachtspunten beide o.k s Behandeling in 3 fasen: 0-5,
Nadere informatieSchouderblessures bij bovenhandse sporten. Sportfysiotherapeut Merel Hoezen
Schouderblessures bij bovenhandse sporten Sportfysiotherapeut Merel Hoezen Keten zorg Casus 18 jarige talentvolle tennister 2 jaar langzaam progressieve schouderklachten Pijn achterzijde van de schouder
Nadere informatiePOSTERIEURE INSTABILITEIT VAN HET SCHOUDERGEWRICHT: RECIDIVERENDE POSTERIEURE SCHOUDERSUBLUXATIE Casusbespreking en literatuuroverzicht
Tijdschr. voor Geneeskunde, 60, nr. 17, 2004 POSTERIEURE INSTABILITEIT VAN HET SCHOUDERGEWRICHT: RECIDIVERENDE POSTERIEURE SCHOUDERSUBLUXATIE Casusbespreking en literatuuroverzicht P. VAN SEYMORTIER 1,
Nadere informatieSchouderletsels (Dr. W.J. Willems, Orthopedisch chirurg, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam)
Schouderletsels (Dr. W.J. Willems, Orthopedisch chirurg, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam) Schouderklachten vormen een steeds groter aandeel van de klachten van het bewegingsapparaat. Deels wordt
Nadere informatieHet op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische behandeling na stabilisatie van de schouder volgens Latarjet.
Versie 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA SCHOUDERSTABILISATIE VOLGENS LATARJET 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische behandeling
Nadere informatieWat zorgt voor de stabiliteit? Instabiliteit ontstaat wanneer er iets mis met het actieve of passieve systeem.
(In-) Stabiliteit Inleiding Wat is instabiliteit? Instabiliteit van het schoudergewricht houdt in dat de weefsels in en rond de schouder niet in staat zijn de kop van de bovenarm op een juiste manier in
Nadere informatieProtocol Schouder instabiliteit. Juni 2011
Protocol Schouder instabiliteit Juni 2011 Inhoudsopgave Etiologie Rode vlaggen Anamnese en onderzoek Protocollen Discussie Etiologie 1. Trauma 2. Geleidelijke stretching van kapsel i.c.m. spierverzwakking
Nadere informatieDisclosure belangen spreker: Gerard Koel
Disclosure belangen spreker: Gerard Koel (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële)
Nadere informatiehttps://www.visiblebody.com/anatomy-and-physiology-apps/human-anatomy-atlas
Amstelveen, 29 april 2017 Beste collega s In juni gaan we met het schoudernetwerk weer naar de snijzaal. Om deze sessie goed voor te bereiden een kleine opfrissing van de anatomie middels deze mailronde.
Nadere informatieSCAPULOTHORACALE REVALIDATIE
Update schouderpathologie 2013 Symposium orthopedie Sint-Truiden 30 november 2013 SCAPULOTHORACALE REVALIDATIE Liesbeth Motmans Kinesitherapeute revalidatie Belangrijke taken scapula Stabiele basis vormen
Nadere informatieSchouderproblemen te boven Rotator Cuff Laesies. R Corveleijn Orthopedisch Chirurg
Schouderproblemen te boven Rotator Cuff Laesies R Corveleijn Orthopedisch Chirurg M. Supraspinatus M. Infraspinatus M. Subscapularis M. Teres minor Rotatorcuff Functie rotatorcuff Mobiliteit elevatie rotaties
Nadere informatieInhoudsopgave Titel Schouder, Protocol na bicepstenotomie... 2 Doel... 2 Toepassingsgebied... 2 Werkwijze/ Uitvoering... 2
Inhoudsopgave 1. Titel Schouder, Protocol na bicepstenotomie... 2 2. Doel... 2 3. Toepassingsgebied... 2 4. Werkwijze/ Uitvoering... 2 4.1. Behandeling... 2 4.2. Controle/ Nazorg... 5 1. Titel Schouder,
Nadere informatieUNIVERSITAIRE ZIEKENHUIZEN LEUVEN
UNIVERSITAIRE ZIEKENHUIZEN LEUVEN INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 KINESITHERAPEUTISCHE BEHANDELING NA EEN DISTENTIE ARTROGRAFIE... 2 KINESITHERAPEUTISCHE BEHANDELING NA EEN ARTROSCOPISCHE SUBACROMIALE
Nadere informatieHandout SNT bijeenkomst
Handout SNT bijeenkomst 01-06-2010. 1. VOORBEELD UIT CONCEPT RICHTLIJNEN. Fysiotherapeuten richtlijn 5: FT na artroscopische hechting van het voor-onderste deel van het labrum. 1. Algemeen Voor doelen
Nadere informatieFysiotherapeutische behandeling van een Reversed Schouderprothese volgens het Schoudernetwerk OZL. Jo Stessen Fysio-manueeltherapeut
Fysiotherapeutische behandeling van een Reversed Schouderprothese volgens het Schoudernetwerk OZL Jo Stessen Fysio-manueeltherapeut Geen Geen Geen Geen Inhoud: - Veranderde biomechanica - Postoperatieve
Nadere informatieSchouder impingement. Opdracht stage: schouder impingement. Diagnosen geassocieerd met impingementsyndroom:
Schouder impingement Inleiding Impingement - Geen pathologie, maar cluster van symptomen = het is een syndroom - Geassocieerd met: rotatorcuff pathologie, scapulaire diskinesie, schouderinstabiliteit,
Nadere informatieNVAB Richtlijn Klachten aan Arm, Nek of Schouder. Werk en KANS. 11-5-2015 Hoge School Leiden. Dr. Leo. A.M. Elders
NVAB Richtlijn Klachten aan Arm, Nek of Schouder 1 11-5-2015 Hoge School Leiden Dr. Leo. A.M. Elders Werk en KANS Tel: 06-55741585 E-mail: info@nvka.nl Inhoud presentatie Schouderklachten /SAPS Epidemiologie
Nadere informatieProtocol 1 Scopische subacromiale decompressie
Protocol 1 Scopische subacromiale decompressie 1. Algemeen Sling: eerste 2 weken. Samenvatting van de prognose betreffende herstel van functies en activiteiten: Wanneer kan ik verwachten Werk onder Functionele
Nadere informatieLichamelijk onderzoek
Hoofdstuk 3 Lichamelijk onderzoek Het lichamelijk onderzoek omvat de volgende onderdelen: -- inspectie in rust -- passief en actief uitgevoerd onderzoek naar de beweeglijkheid van de cervicale wervelkolom,
Nadere informatieDe Schouder. Schouderartroscopie en de rotator-cuff. Artrose en breuken. Eenmalige of recidiverende luxatie. Schouder artroscopie.
De Schouder Schouderartroscopie en de rotator-cuff. Artrose en breuken. Eenmalige of recidiverende luxatie. Schouder artroscopie. Behandeling van de schouder. Pagina 1 van 8 Schouderartroscopie en de rotator-cuff
Nadere informatiePostacademiale cursus: SCHOUDER COMBI. Najaar 2018, blok 4, Gerard Koel.
Postacademiale cursus: SCHOUDER COMBI. Najaar 2018, blok 4, Gerard Koel. Onderwerp: Instabiliteit. INHOUD BLOK 4: 1. Huiswerkopdracht Artikel Jaggi en Lambert. 2. Klassering / indeling. 3. Diagnostiek
Nadere informatieRICHTLIJNEN BIJ REVALIDATIE NA. Partiële clavicula resectie
RICHTLIJNEN BIJ REVALIDATIE NA Partiële clavicula resectie We onderscheiden een 5-tal postoperatieve fasen: Fase 1 : week 0-1 - 2 Fase 2 : week 3-4 5 Fase 3 : week 6 7 8 9 Fase 4 : week 10 tot en met 26
Nadere informatieFYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN.
FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Voorjaar 2015, BLOK 2, door: Gerard Koel. SNT KLINISCHE TESTS Tests letsels rotator cuff (lag tests): dia s 3 11. Tests scapula / GH
Nadere informatieKlinische revalidatie van de post-traumatische schouder
Klinische revalidatie van de post-traumatische schouder Post- ok de ins & outs Stap voor stap Fysiologie vs (gecreëerde) pathofysiologie van bindweefsel Schouderoperaties Protocol of logische redenering
Nadere informatieRICHTLIJNEN BIJ REVALIDATIE NA EEN CAPSULAR SHIFT VAN HET SCHOUDERGEWRICHT
RICHTLIJNEN BIJ REVALIDATIE NA EEN CAPSULAR SHIFT VAN HET SCHOUDERGEWRICHT We onderscheiden een 5-tal post-operatieve fasen: Fase 1 : week 0-1 - 2 Fase 2 : week 3-4 5 Fase 3 : week 6 7 8 9 Fase 4 : week
Nadere informatieRICHTLIJNEN BIJ REVALIDATIE NA EEN OPEN CUFF REPAIR
RICHTLIJNEN BIJ REVALIDATIE NA EEN OPEN CUFF REPAIR In het revalidatie schema is uitgegaan van de meest voorkomende cuff repair (supra spinatus met of zonder infraspinatus). Indien er sprake is van repair
Nadere informatieTheorie-examen Anatomie 13 januari 2006.
Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten
Nadere informatieSAMENVATTING. Schouder pijn na een beroerte.
SAMENVATTING Schouder pijn na een beroerte. Schouderpijn na een beroerte is een veelvoorkomend bijverschijnsel bij patiënten met een hemiplegie (halfzijdige verlamming) en het voorkomen ervan wordt geschat
Nadere informatieRol van de scapula in normale schouderfunctie
Scapula disfuncties Rol van de scapula in normale schouderfunctie Stabiele basis bieden voor het glenohumerale gewricht Voldoende pro-en retractie geven bij ADL bewegingen Voldoende elevatie van acromion
Nadere informatieAanpak van acute knieletsels in de eerste lijn. Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol
Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol Anatomie Anatomie Anatomie Anatomie Algemeen Goede anamnese! ontstaansmechanisme van het letsel begrijpen
Nadere informatieVergelijkende studie voor behandeling van achillespeestendinose
Vergelijkende studie voor behandeling van achillespeestendinose Studie Universitair Ziekenhuis Antwerpen Dienst Fysische Geneeskunde en Revalidatie Totaal 40 patiënten: 20 met hyaluronacidinfiltraties
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Instabiliteit van de schouder
Instabiliteit van de schouder INSTABILITEIT VAN DE SCHOUDER Inleiding De schouder is een zeer beweeglijk gewricht. De kom is klein en vlak en de kop relatief groot, zodat grote bewegingsuitslagen mogelijk
Nadere informatieFYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN.
FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Najaar 2016, BLOK 2, door: Gerard Koel. SNT KLINISCHE TESTS Tests letsels rotator cuff (lag tests): dia s 3 11. Tests scapula / GH diskinesie:
Nadere informatieDe Schouder Sport- en peesletsels Nathalie Van Meir
De Schouder Sport- en peesletsels 02.06.2018 Nathalie Van Meir Sportletsels schouder 02.06.2018 Nathalie Van Meir Sportletsels schouder: 4 veel voorkomende letsels: Rotator cuff scheur SLAPletsels (chronisch
Nadere informatieEen schouderluxatie wat nu? Methodische actieve revalidatie na een schouderluxatie. Lezing symposium Onderzoek in Beweging 26 januari 2013
Een schouderluxatie wat nu? Methodische actieve revalidatie na een schouderluxatie. Lezing symposium Onderzoek in Beweging 26 januari 2013 Indeling presentatie Voorstellen Actieve revalidatie van patiënten
Nadere informatieDe schouder. Anatomie De schouder bestaat uit 3 botstukken: - het schouderblad met de schouderkom - de bovenarm met schouderkop - het sleutelbeen
De schouder De schouder is een relatief complex gewricht. De vorm van het gewricht laat het toe om onze arm in alle richtingen te bewegen. Zolang alle componenten normaal functioneren kan de schouder perfect
Nadere informatieSchouderklachten. Schouderinstabiliteit
Schouderklachten Veel schouderproblemen zijn het gevolg van een doorgemaakt trauma of vermoeidheid. Er is dan dus een disbalans tussen belastbaarheid en belasting. Wanneer iemand voor het eerst met schouderklachten
Nadere informatieRICHTLIJNEN BIJ REVALIDATIE NA EEN GESLOTEN ARTHROSCOPISCHE SUBACROMIALE DECOMPRESSIE
RICHTLIJNEN BIJ REVALIDATIE NA EEN GESLOTEN ARTHROSCOPISCHE SUBACROMIALE DECOMPRESSIE We onderscheiden een 5-tal postoperatieve fasen: Fase 1 : week 0-1 - 2 Fase 2 : week 3-4 5 Fase 3 : week 6 7 8 9 Fase
Nadere informatieHowest Departement Hiepso FROZEN SHOULDER, ROTATOR CUFF RUPTUUR, EN SCHOUDERPROTHESE: Tille Vanrobaeys EEN BLIK OP DE BEHANDELING
Howest Departement Hiepso FROZEN SHOULDER, ROTATOR CUFF RUPTUUR, EN SCHOUDERPROTHESE: EEN BLIK OP DE BEHANDELING Eindwerk aangeboden tot het behalen van de titel van Bachelor in de ergotherapie Onder begeleiding
Nadere informatiePROTOCOL VOOR REVALIDATIE NA. schouderprothese
PROTOCOL VOOR REVALIDATIE NA schouderprothese We onderscheiden 1 preoperatieve en 5-tal postoperatieve fasen: Fase 0: preoperatief Fase 1 : week 1-2 - 3 Fase 2 : week 4-5 6 Fase 3 : week 7 12 Fase 4 :
Nadere informatieTheorie-examen anatomie 12 januari 2007
Theorie-examen anatomie 12 januari 2007 1. Welke uitspraak met betrekking tot spiercontracties is altijd juist? A. Bij concentrische contracties wordt de spanning in de spier kleiner. B. Bij excentrische
Nadere informatieSchouder prothesiologie
Schouder prothesiologie 27 oktober 2010 Groene Hart SchouderWerkgroep Ron Onstenk Indicaties Omarthrosis Fractuur Cuffarthropathie Avasculaire necrosis Chronische luxatie Maligniteit Omarthrosis Primair
Nadere informatieSchouderinstabiliteit: een primaire of gecombineerde stoornis?
Schouderinstabiliteit: een primaire of gecombineerde stoornis? Literatuurstudie naar de wijze van behandeling Eindscriptie door: Eveline Baas en Marie-Jeanne Nijdam Hogeschool van Amsterdam, faculteit
Nadere informatieGesloten vragen Functionele Anatomie II
Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose
Nadere informatieKennis Quiz. SNN congres 2015
Schouder Netwerk en Nederland Kennis Quiz SNN congres 2015 De kennisquiz is live gescoord met behulp van het Voxvote software programma. De goede antwoorden zijn vet weergegeven. Over de uitslagen: geen
Nadere informatieBehandeling van een onstabiele schouder. Orthopedie
Behandeling van een onstabiele schouder Orthopedie Welke letsels veroorzaken een onstabiele schouder? de schouder is enerzijds een zeer beweeglijk, maar tegelijk ook een onstabiel gewricht. Dit is te wijten
Nadere informatieDe schakel tot. Mobiliteit / Stabiliteit. Overbelastingskwetsuren. Lichaamsscholing in de zwemsport: De schakel tot
Trainer B-opleiding zwemmen De schakel tot Lichaamsscholing in de zwemsport: De schakel tot * Natuurlijke bewegingspatronen * Verbeteren van de fysieke capaciteiten * Fysieke voorbereiding Maximaal Rendement
Nadere informatieM. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm
M. supraspinatus Fossa supraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Abductie arm M. infraspinatus Fossa infraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Exorotatie arm M. teres maior Dorsale zijde
Nadere informatiePOSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA REVERSED SCHOUDERPROTHESE (RSP)
VERSIE 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA REVERSED SCHOUDERPROTHESE (RSP) 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische behandeling
Nadere informatieInstabiliteit van de schouder
Instabiliteit van de schouder Instabiliteit van de schouder De schouder is een zeer beweeglijk gewricht. De kom is klein en vlak en de bol relatief groot, zodat grote bewegingsuitslagen mogelijk worden.
Nadere informatieTheorie-examen anatomie 25 januari 2008
Theorie-examen anatomie 25 januari 2008 1. Welke van de volgende spieren is eenkoppig? A. De m. biceps brachii. B. De m. coracobrachialis. C. De m. gastrocnemius. 2. Welke van de volgende spieren geeft
Nadere informatieCursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius
Cursus Ontspanningsmassage Bijlage spieren. Trapezius De trapezius (monnikskapspier) is een ruitvormige spier boven aan de achterkant van het lichaam. De trapezius loopt van de schedelbasis tot aan het
Nadere informatieREVALIDATIESCHEMA 1: na acromioplastie, artroscopische AC-resectie, calciumdepotuitruiming of cuffdebridement zonder hechting.
REVALIDATIESCHEMA 1: na acromioplastie, artroscopische AC-resectie, calciumdepotuitruiming of cuffdebridement zonder hechting. Naam : Operatienummer : 300381 N200, 287103 N 200, of 287022 N300 Operatiedatum
Nadere informatiePOSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER
Versie 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische
Nadere informatieHelder en transparant aan de patiënt en aan de mede- en vervolgbehandelaars, de oorzaak en gevolgen van de aandoening en de keuzemogelijkheden van
Helder en transparant aan de patiënt en aan de mede- en vervolgbehandelaars, de oorzaak en gevolgen van de aandoening en de keuzemogelijkheden van behandeling uit te leggen. Eenduidige terminologie tussen
Nadere informatieImpingement van de schouder
Impingement van de schouder anatomie pathofysiologie diagnostiek behandeling conclusie Peer Poelmann Anatomie Ossaal Musculair Gewricht Anatomie Ossaal Musculair Gewricht posterieur zij aanzicht Anatomie
Nadere informatieDe gevolgen van de toename van de thoracale kyphose.
1 De gevolgen van de toename van de thoracale kyphose. Mei 2011 Een schets van therapeutische mogelijkheden om de toename van de thoracale kyphose en de gevolgen daarvan te beperken. Copyright: C.G. de
Nadere informatieAuteur: S. van Grinsven (klinisch epidemioloog paramedische diensten Rijnstate, Arnhem)
Auteur: S. van Grinsven (klinisch epidemioloog paramedische diensten Rijnstate, Arnhem) Meetbatterij t.b.v. hemi, totale of reversed prothese, VERPLICHT GEDEELTE: 1) PIJN / TEVREDENHEID: VAS-SCORE O Preoperatief
Nadere informatieBijlage A: De American Society of Shoulder and Elbow Therapists Arthroscopic Rotator Cuff Repair Rehabilitation Guide
Bijlage A: De American Society of Shoulder and Elbow Therapists Arthroscopic Rotator Cuff Repair Rehabilitation Guide Fase 1 (POD 1 tot ~ POW 6) GOALS : Handhaaf de integriteit van de reparatie Minimaliseer
Nadere informatieSamenvatting en Beantwoording van de vragen. Frankrijk, in 1985, is een nieuw tijdperk ontstaan voor de behandeling van patiënten met een
1 Samenvatting en Beantwoording van de vragen Met de introductie van de Delta TM omgekeerde schouder prothese door Grammont uit Dijon, Frankrijk, in 1985, is een nieuw tijdperk ontstaan voor de behandeling
Nadere informatieDiagnostische testen en verwijzingscriteria bij schouderklachten door de huisarts
Diagnostische testen en verwijzingscriteria bij schouderklachten door de huisarts Van de Reyd Ellen, Vrije Universiteit Brussel Promotor: Prof. Dr. Nicole Pouliart, Vrije Universteit Brussel Co-promotor:
Nadere informatieThe American Society of Shoulder and Elbow Therapists Arthroscopic Rotator Cuff Repair Rehabilitation Guide
The American Society of Shoulder and Elbow Therapists Arthroscopic Rotator Cuff Repair Rehabilitation Guide Fase 1 (POD 1 tot ~ POW 6) GOALS : Handhaaf de integriteit van de reparatie Minimaliseer pijn
Nadere informatieOVER FT DIAGNOSTIEK bij patiënten met SCHOUDERPIJN , Klimmen, deel 2, Gerard Koel.
OVER FT DIAGNOSTIEK bij patiënten met SCHOUDERPIJN. 14-05-2016, Klimmen, deel 2, Gerard Koel. Programma 1 dagdeel, 14 mei 2016, Klimmen, Limburg 09:00 10:30 uur: Eerste deel over FT diagnostiek bij patiënten
Nadere informatieArthroscopie van bovenste lidmaat: Therapeutische mogelijkheden. Dr. Ruben Jacobs H.Hartziekenhuis Lier
Arthroscopie van bovenste lidmaat: Therapeutische mogelijkheden Dr. Ruben Jacobs H.Hartziekenhuis Lier Symposium 12 juni 2010 Schouderarthroscopie Dr. Ruben JACOBS H.-Hartziekenhuis LIER Symposium 12 juni
Nadere informatiePosterolaterale hoek letsels
Posterolaterale hoek letsels Dr. Peter Van Eygen 04-11-2014 CAMPUS HENRI SERRUYS Inleiding Vaak niet herkend J. Hughston: You may not have seen posterolateral corner injuries, I can assure you that they
Nadere informatieIn het eerste artikel over schouderrevalidatie (nummer 8-2010) is een algemene inleiding op de actieve schouderrevalidatie van hobby- en
In het eerste artikel over schouderrevalidatie (nummer 8-2010) is een algemene inleiding op de actieve schouderrevalidatie van hobby- en prestatiegerichte sporters gegeven. Daarin wordt aangegeven dat
Nadere informatie