Metabole bijwerkingen van antiretrovirale therapie
|
|
- Martina Janssens
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 capita selecta Metabole bijwerkingen van antiretrovirale therapie M.van der Valk en P.Reiss Antiretrovirale therapie voor hiv-1-infecties gaat gepaard met het optreden van een aantal metabole bijwerkingen. Een veelvoorkomende complicatie van antiretrovirale therapie is het vetredistributiesyndroom dat zich kenmerkt door een gewijzigde verdeling van lichaamsvet, en samenhangt met een proteaseremmer (PI) en nucleoside- reverse -transcriptaseremmers (NRTI). Sommige NRTI s hebben in zeldzame gevallen (0,1%) lactaatacidose als bijwerking; deze gaat gepaard met een grote sterfte. De minder ernstige hyperlactatemie komt vaker voor, dit is een symptomatische verhoging van het lactaat zonder acidose. Insulineresistentie wordt niet alleen toegeschreven aan therapiegeïnduceerde lipoatrofie en viscerale vetaccumulatie, maar wordt ook direct veroorzaakt door het gebruik van sommige PI s en NRTI s. PI-, abacavir- en, in mindere mate, didanosinegebruik geven een verhoogd risico op cardiovasculaire ziekten. Daarnaast is de prevalentie van traditionele cardiovasculaire risicofactoren onder hiv-geïnfecteerden hoger dan onder niet-geïnfecteerden. Er bestaat klinisch relevante interactie tussen PI s en statinen. Pravastatine lijkt echter de minste kans op interactie te geven en wordt daarom aanbevolen voor cholesterolverlagende therapie. De metabole bijwerkingen wegen niet op tegen het gunstige effect van de antiretrovirale middelen. Bestrijding van deze bijwerkingen mag dan ook niet ten koste gaan van de antiretrovirale therapie. Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152: De behandeling van een hiv-1-infectie met antiretrovirale therapie gaat frequent gepaard met het optreden van een aantal metabole bijwerkingen. De bekendste hiervan is een vetredistributiesyndroom, met een geschatte prevalentie van 30-40%. Hiernaast hebben hiv-geïnfecteerde patiënten een verhoogd cardiovasculair risico dat deels door antiretrovirale therapie veroorzaakt lijkt te worden. Voor een samenvatting van de huidige behandelrichtlijnen verwijzen wij u naar de recentste CBO-richtlijn uit 2007, opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Aids Behandelaren ( 1 Vooralsnog wordt het merendeel van de hivgeïnfecteerde patiënten behandeld met een combinatie van twee nucleoside- reverse -transcriptaseremmers (NRTI s) met de toevoeging van óf een non-nucleoside-reversetranscriptaseremmer (NNRTI) óf een proteaseremmer (PI). Andere nieuwere klassen antiretrovirale medicamenten, zoals de CCR5-antagonisten en integrase- en fusieremmers, zijn net of nog niet geregistreerd en vallen buiten het bestek van dit artikel. Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Inwendige Geneeskunde, onderafd. Infectieziekten, Tropische Geneeskunde en AIDS, Center for Infection and Immunity Amsterdam (CINIMA), Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam. Hr.dr.M.van der Valk, arts in opleiding tot internist; hr.prof.dr.p.reiss, internist. Correspondentieadres: hr.dr.m.van der Valk (m.vandervalk@amc.uva.nl). vetredistributiesyndroom Het vetredistributiesyndroom kenmerkt zich door een gewijzigde verdeling van lichaamsvet, met een uitgesproken lipoatrofie van het gezicht, de benen en de billen, soms met viscerale vettoename en het ontstaan van een buffalo hump. Dit is een veelvoorkomende complicatie van antiretrovirale therapie die gezien wordt bij het gebruik van zowel PI s als NRTI s. 2 Het gebruik van de NRTI stavudine hangt het sterkst samen met lipoatrofie, maar ook het nu nog frequent voorgeschreven zidovudine veroorzaakt zij het in mindere mate en minder snel op de langere termijn bij een groot deel van de patiënten een verlies van perifeer vet. De nieuwere NRTI s, zoals tenofovir, abacavir en emtricitabine geven veel minder kans op het ontstaan van lipoatrofie. 3-5 Hoewel in de westerse wereld inmiddels over het algemeen de antiretrovirale therapie met minder toxische NRTI s gestart wordt, bevat deze therapie in het merendeel van de ontwikkelingslanden vooralsnog stavudine of zidovudine, gezien de lagere kosten. Het mechanisme achter het ontstaan van de veranderingen in vetverdeling is niet volledig opgehelderd. Een van de hypothesen is dat de NRTI s in meer of mindere mate het humane mitochondriale enzym DNA-polymerasegamma remmen. Dit enzym is cruciaal voor de replicatie van mitochondriaal DNA en remming ervan zou kunnen leiden tot apoptose van vetcellen. 6 Aangezien recent is aangetoond 1260 Ned Tijdschr Geneeskd mei;152(22)
2 dat vet zowel sympathisch als parasympathisch geïnnerveerd wordt, is een andere hypothese dat antiretrovirale therapie mogelijk een via het centrale zenuwstelsel gemedieerde disbalans in sympathische activatie van perifeer vet teweegbrengt, met als gevolg het ontstaan van selectief perifeer vetverlies. 7 Verscheidene studies laten zien dat nadat lipoatrofie eenmaal is ontstaan, switchen naar één van de minder toxische NRTI s tot een klinisch niet of nauwelijks merkbare toename van perifeer vet leidt. 8 9 Gezien het potentiële stigma van deze bijwerking is het zoveel mogelijk voorkómen ervan derhalve geboden. Een andere strategie om lipoatrofie te bestrijden leek aanvankelijk behandeling met thiazolidinedionen, gezien het eerder waargenomen succes hiermee bij hiv-negatieve patiënten met bepaalde vormen van diabetische lipoatrofie. Echter, verschillende studies bij hivgeïnfecteerden tonen tegenstrijdige resultaten Derhalve wordt, mede wegens de potentiële cardiale neveneffecten ervan, gebruik van thiazolidinedionen ontraden. lactaatacidose en symptomatische hyperlactatemie Het gebruik van de NRTI s stavudine en didanosine gaat in zeldzame gevallen (0,1%) samen met het optreden van lactaatacidose. 12 Indien deze bijwerking niet tijdig onderkend wordt, overlijdt 50% van de patiënten aan de gevolgen ervan. Vaker komt een symptomatische verhoging van het lactaat zonder acidose (hyperlactatemie) voor. Patiënten met symptomatische hyperlactatemie hebben vaak aspecifieke klachten zoals moeheid, anorexie, buikpijn, on begrepen gewichtsverlies, misselijkheid met of zonder bra ken. Het systematisch preventief bepalen van serumlactaatconcentraties is niet zinvol aangezien een licht verhoogde lactaatwaarde niet voorspellend is voor het optreden van lactaatacidose. 13 Een lactaatconcentratie boven de 5 mmol/l wordt als klinisch relevant beschouwd. De behandeling bestaat uit staken van het gebruik van de veroorzakende antiretrovirale middelen. Er zijn tot op heden geen gerandomiseerde studies verricht naar het effect van behandeling met antioxidanten en/of uridine. insulineresistentie Lipoatrofie en viscerale vetaccumulatie gaan beide vaak samen met het optreden van insulineresistentie, zoals ook het geval is bij niet met hiv geïnfecteerden. 14 Bovendien blijken sommige van de PI s rechtstreeks de gevoeligheid voor insuline te kunnen verminderen. De PI indinavir leidde na een eenmalige gift aan gezonde vrijwilligers tot het ontstaan van acute insulineresistentie die veroorzaakt wordt door een remming van de opname van glucose in spier- en vetweefsel. 15 De veel voorgeschreven combinatie ritona virlopinavir, maar ook ritonavir alleen, gaat ook vaak gepaard met het optreden van acute insulineresistentie zij het in mindere mate dan bij indinavir. 16 De PI atazanavir heeft de minste effecten op het glucosemetabolisme. 17 Verder is recent aangetoond dat de NRTI stavudine perifere insulineresistentie veroorzaakt, zonder dat er sprake is van meetbare veranderingen in lichaamsvet. 18 In een studie waarin onbehandelde hiv-geïnfecteerde patiënten gerandomiseerd ritonavir-lopinavir met toevoeging van de NRTI s zidovudine en lamivudine kregen dan wel ritonavir-lopinavir met de NNRTI nevirapine nam in de NRTI-bevattende arm na 3 maanden de perifere insulinegevoeligheid significant af. Ook in dit onderzoek waren er op dat moment met objectieve meetmethoden geen waarneembare veranderingen in de distributie van lichaamsvet. 19 Uit cohortstudies blijkt dat de incidentie van diabetes mellitus bij behandelde hiv-geïnfecteerde patiënten vier keer zo hoog is als bij een hiv-negatieve controlegroep; deze verhoogde incidentie bleek nauw samen te hangen met de cumulatieve expositie aan de NRTI s, vooral stavudine hyperlipidemie en cardiovasculair risico Vroeg in het natuurlijke beloop van een hiv-infectie dalen de waarden totaalcholesterol en ldl- en hdl-cholesterol, zoals ook gezien wordt bij andere chronische infecties In een later stadium van de infectie, als patiënten aidsgerelateerde ziekten krijgen, stijgt bovendien de triglyceridewaarde. 25 Kort na de introductie van de PI s in 1996 verschenen verscheidene gevalsbeschrijvingen die suggereerden dat PI-gebruik samenging met een verhoogd optreden van myocardinfarcten (MI s). 26 De grootste prospectieve studie naar de relatie tussen het gebruik van hiv-combinatietherapie en het optreden van MI en andere cardiovasculaire ziekten is de Data collection of adverse effects in anti-hiv drugs - of DAD-studie. De cohort van dit onderzoek is samengesteld uit diverse individuele hiv-cohorten uit Europa ook uit Nederland, Australië en de Verenigde Staten en laat duidelijk zien dat traditionele risicofactoren voor hart- en vaatziekten bovengemiddeld vóórkomen in een hiv-positieve patiëntenpopulatie. 27 Zo rookte 50% van de patiënten ten tijde van inclusie in de studie, vergeleken met een prevalentie van 30-40% in een niet met hiv geïnfecteerde populatie. Verder had 8% van deze relatief jonge patiëntenpopulatie hypertensie en 20-30% dyslipidemie. De incidentie van MI s neemt toe met de duur van expositie aan antiretrovirale combinatietherapie. 28 Het relatief risico (RR) per extra jaar expositie aan antiretrovirale therapie is 1,26, onafhankelijk van een aantal traditionele cardiovasculaire risicofactoren. Bij nadere analyse blijkt dit effect samen te hangen met het gebruik van PI s en niet met NNRTI-bevattende antiretrovirale therapie; het wordt slechts deels verklaard door therapie- Ned Tijdschr Geneeskd mei;152(22) 1261
3 geïnduceerde hyperlipidemie. 29 In een zeer recent gepubliceerde update van deze studie blijken recent gebruik van de NRTI abacavir en in mindere mate van didanosine onafhankelijk van andere cardiovasculaire risicofactoren te leiden tot een verhoogd risico op een MI. 30 Na staken van beide middelen verdwijnt dit effect weer. Het mechanisme hierachter is tot op heden volstrekt duister. Wanneer wij alle beschikbare data in ogenschouw nemen, leidt de PI ritonavir tot de sterkste stijging in concentraties lipiden en vooral triglyceriden. Deze effecten zijn dosisafhankelijk. 31 Ritonavir wordt tegenwoordig nog slechts in een subtherapeutische dosering voorgeschreven als farmacologische versterking van andere PI s. Echter, ook deze lage doseringen leiden tot significante veranderingen in plasmalipidewaarden. 32 Een uitzondering is de PI atazanavir; gebruik hiervan gaat niet of nauwelijks samen met het optreden van hyperlipidemie. In tegenstelling tot deze door PI geïnduceerde, potentieel atherogene lipideveranderingen, leidt behandeling met de NNRTI nevirapine bij onbehandelde patiënten tot een stijging in de hdl-cholesterolwaarde van 49%. 33 Dit effect is bij de NNRTI efavirenz ook duidelijk aanwezig, maar minder dan bij nevirapine. 34 Bovendien kan bij het gebruik van efavirenz een stijging in triglyceridewaarden optreden; deze wordt bij nevirapine niet gezien. Ook enkele van de NRTI s hebben mogelijk effect op lipideconcentraties in het plasma. Twee gerandomiseerde studies laten zien dat zidovudine en stavudine in combinatie met efavirenz significante stijgingen van plasmalipidewaarden veroorzaakten, terwijl die bij patiënten die gerandomiseerd tenofovirbevattende therapie kregen niet gezien werden Deze verschillen lijken deels te verklaren door een verschil in het optreden van lipoatrofie, maar ze sluiten vroeg optredende directe effecten van deze NRTI op lipideconcentraties niet uit. Naar aanleiding van de resultaten van de DAD-studie is recent een studie gepubliceerd met als secundaire uitkomstmaat de vraag of therapieonderbreking op geleide van de CD4-celtelling een effect heeft op het optreden van hart- en vaatziekten. 37 Deze studie is prematuur beëindigd, aangezien in de groep patiënten die gerandomiseerd de antiretrovirale therapie staakte bij een CD4-getal boven de /l, de sterfte hoger was en er meer opportunistische infecties waren. Het was verrassend dat ook de incidentie van hart- en vaatziekten verhoogd was in de groep die de antiretrovirale therapie onderbrak. Dit suggereert dat naast lipidegeïnduceerde effecten, mogelijk ook het hiv-virus zelf een rol speelt in de verhoogde incidentie van MI s bij hivgeïnfecteerden. behandeling van cardiovasculair risico Hoewel het relatieve risico op hart- en vaatziekten bij PIbevattende therapie in vergelijking tot bijvoorbeeld roken beperkt is, gaat 5 jaar PI-bevattende therapie gepaard met een verdubbeling van het risico op een MI Of dit effect ook na 5 jaar blijft cumuleren of dat deze curve afvlakt, is tot op heden onduidelijk; dit zal uit verdere follow-up moeten blijken. De Infectious Disease Society of America heeft in 2003 richtlijnen gepubliceerd voor de behandeling van hyperlipidemie. 38 Zeer recent zijn ook Europese richtlijnen voor de preventie en behandeling van metabole complicaties bij hiv-therapie beschikbaar gekomen ( Indien veranderingen van leefgewoonten niet leiden tot een gewenste daling van plasmalipidewaarden kan men twee strategieën overwegen. De eerste is om de antiretrovirale therapie te wijzigen. Deze strategie moet men uitsluitend overwegen wanneer deze niet gepaard gaat met een poten tieel toegenomen risico op virologisch falen. Het optimaal onderdrukken van de hiv-infectie dient uiteraard altijd te prevaleren boven een eventueel gunstig effect op lipidewaarden. Een andere optie is om te starten met lipideverlagende therapie. Tot op heden is er slechts één kleine gerandomiseerde studie verricht die patiënten randomiseerde naar behandeling met lipideverlagende therapie of naar het vervangen van een PI door de NNRTI nevirapine of efavirenz. 39 Behandeling met pravastatine was in deze studie superieur aan switchen naar nevirapine wat betreft lipideverlaging. Slechts 21% van de hiv-positieve patiënten haalt na 3 maanden lipide verlagende therapie de ldl-streefwaarden, zelfs indien een statine gecombineerd wordt met een fibraat. 40 De belangrijkste oorzaak hiervan is dat een aantal van de krachtigere statinen helaas niet gecombineerd kan worden met Informatie over de veiligheid van verschillende statinen wanneer ze worden voorgeschreven in combinatie met een met ritonavir versterkte proteaseremmer (PI) of een non-nucleoside- reverse -transcriptaseremmer (NNRTI) statine ritonavirbevattende PI* NNRTI* pravastatine veilig veilig (bij ritonavir/darunavir met laagste dosis beginnen) atorvastatine relatieve contra-indicatie veilig rosuvastatine veilig veilig simvastine gecontra-indiceerd veilig *De statinen hebben geen significante effecten op de plasmaconcentraties van de PI en de NNRTI Ned Tijdschr Geneeskd mei;152(22)
4 antiretrovirale middelen, aangezien beide gemetaboliseerd worden door het enzym CYP3A4 in de lever. In de tabel geven wij een overzicht van statinen die men veilig kan voorschrijven bij met ritonavir versterkte PI, dat is een PI waaraan ritonavir wordt toegevoegd, en bij NNRTI. De statinen pravastatine en atorvastatine geven het minste risico op klinisch relevante interacties. Bij gezonde vrijwilligers daalden de plasmaconcentraties van atorvastatine, pravastatine en simvastatine bij gelijktijdig gebruik van efavirenz met ongeveer 50%, waardoor deze minder effectief zijn. 41 Tot op heden zijn geen effecten van statinen op de concentraties van NNRTI beschreven. Een aantal van de PI s remt de werking van het leverenzym CYP3A4 en kan derhalve leiden tot toxische plasmaconcentraties van de statinen. In een studie met gezonde vrijwilligers werd het preparaat ritonavir-saquinavir gecombineerd met atorvastatine, sim vastatine en pravastatine. Dit leidde tot een stijging in concentraties met 300% voor atorvastatine en 3000% voor simvastatine, terwijl de pravastatineconcentratie met 50% afnam. 42 Pravastatine lijkt derhalve de veiligste keus, maar dient wellicht op geleide van effect en toxiciteit hoger gedoseerd te worden. Een uitzondering hierop is de nieuwe met ritonavir versterkte PI darunavir, waarbij pravastatineconcentraties stijgen (V.J.Sekar, schriftelijke mededeling, 2007). Het mechanisme achter deze stijging is nog niet geheel duidelijk. Het is daarom raadzaam om in combinatie met darunavir met een lage dosis pravastatine te starten. In een kleine pilotstudie lijkt rosuvastatine dat niet via CYP3A4 gemetaboliseerd wordt veilig in combinatie met een PI, maar dit dient bevestigd te worden in grotere studies De cholesterolabsorptieremmer ezetimib lijkt veilig en effectief wanneer deze toegevoegd wordt aan pravastatine bij hiv-geïnfecteerde patiënten. 45 conclusie Metabole bijwerkingen zijn een belangrijke complicatie van antiretrovirale therapie. Deze wegen echter volstrekt niet op tegen de enorme reductie in hiv-gerelateerde morbiditeit en mortaliteit die met deze behandeling bereikt is. Het bestrijden van metabole bijwerkingen mag dan ook nooit leiden tot het ondermijnen van dit succes. Wel moeten wij ons realiseren dat patiënten met een hiv-infectie door dit succes ouder zullen worden en dat dientengevolge de prevalentie van hart- en vaatziekten en ook van diabetes mellitus waarschijnlijk verder zal toenemen. Het is daarom raadzaam om systematisch risicofactoren voor hart- en vaatziekten te identificeren en waar mogelijk deze te verminderen. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 19 februari 2008 Literatuur 1 CBO-richtlijn Antiretrovirale behandeling. Utrecht: Nederlandse Vereniging van Aids Behandelaren; Carr A, Samaras K, Burton S, Law M, Freund J, Chisholm DJ, et al. A syndrome of peripheral lipodystrophy, hyperlipidaemia and insulin resistance in patients receiving HIV protease inhibitors. AIDS. 1998;12:F Dubé MP, Komarow L, Mulligan K, Grinspoon SK, Parker RA, Robbins GK, et al. Long-term body fat outcomes in antiretroviralnaive participants randomized to nelfinavir or efavirenz or both plus dual nucleosides. Dual X-ray absorptiometry results from A5005s, a substudy of Adult Clinical Trials Group 384. J Acquir Immune Defic Syndr. 2007;45: Mallon PW, Miller J, Cooper DA, Carr A. Prospective evaluation of the effects of antiretroviral therapy on body composition in HIV-1-infected men starting therapy. AIDS. 2003;17: Arribas JR, Pozniak AL, Gallant JE, Dejesus E, Gazzard B, Campo RE, et al. Tenofovir disoproxil fumarate, emtricitabine, and efavirenz compared with zidovudine/lamivudine and efavirenz in treatmentnaive patients: 144-week analysis. J Acquir Immune Defic Syndr. 2008;47: Brinkman K, Smeitink JA, Romijn JA, Reiss P. Mitochondrial toxicity induced by nucleoside-analogue reverse-transcriptase inhibitors is a key factor in the pathogenesis of antiretroviral-therapy-related lipodys trophy. Lancet. 1999;354: Fliers E, Sauerwein HP, Romijn JA, Reiss P, Valk M van der, Kalsbeek A, et al. HIV-associated adipose redistribution syndrome as a selective autonomic neuropathy. Lancet. 2003;362: McComsey GA, Ward DJ, Hessenthaler SM, Sension MG, Shalit P, Lonergan JT, et al. Improvement in lipoatrophy associated with highly active antiretroviral therapy in human immunodeficiency virus-infected patients switched from stavudine to abacavir or zidovudine: the results of the TARHEEL study. Clin Infect Dis. 2004;38: Moyle GJ, Sabin CA, Cartledge J, Johnson M, Wilkins E, Churchill D, et al. A randomized comparative trial of tenofovir DF or abacavir as replacement for a thymidine analogue in persons with lipoatrophy. AIDS. 2006;20: Carr A, Workman C, Carey D, Rogers G, Martin A, Baker D, et al. No effect of rosiglitazone for treatment of HIV-1 lipoatrophy: randomised, double-blind, placebo-controlled trial. Lancet. 2004;363: Hadigan C, Yawetz S, Thomas A, Havers F, Sax PE, Grinspoon S. Metabolic effects of rosiglitazone in HIV lipodystrophy: a randomized, controlled trial. Ann Intern Med. 2004;140: Boubaker K, Flepp M, Sudre P, Furrer H, Haensel A, Hirschel B, et al. Hyperlactatemia and antiretroviral therapy: the Swiss HIV cohort study. Clin Infect Dis. 2001;33: McComsey GA, Yau L. Asymptomatic hyperlactataemia: predictive value, natural history and correlates. Antivir Ther. 2004;9: Valk M van der, Bisschop PH, Romijn JA, Ackermans MT, Lange JM, Endert E, et al. Lipodystrophy in HIV-1-positive patients is associated with insulin resistance in multiple metabolic pathways. AIDS. 2001;15: Noor MA, Lo JC, Mulligan K, Schwarz JM, Halvorsen RA, Schambelan M, et al. Metabolic effects of indinavir in healthy HIV-seronegative men. AIDS. 2001;15:F Noor MA, Parker RA, O Mara E, Grasela DM, Currie A, Hodder SL, et al. The effects of HIV protease inhibitors atazanavir and lopinavir/ ritonavir on insulin sensitivity in HIV-seronegative healthy adults. AIDS. 2004;18: Noor MA, Flint OP, Maa JF, Parker RA. Effects of atazanavir/ritonavir and lopinavir/ritonavir on glucose uptake and insulin sensitivity: demonstrable differences in vitro and clinically. AIDS. 2006;20: Fleischman A, Johnsen S, Systrom DM, Hrovat M, Farrar CT, Frontera W, et al. Effects of a nucleoside reverse transcriptase inhibitor, stavudine, on glucose disposal and mitochondrial function in muscle of healthy adults. Am J Physiol Endocrinol Metab. 2007;292: E Ned Tijdschr Geneeskd mei;152(22) 1263
5 19 Blümer RM, Vonderen MG van, Sutinen J, Hassink E, Ackermans M, Agtmael MA van, et al. Zidovudine/lamivudine contributes to insulin resistance within 3 months of starting combination antiretroviral therapy. AIDS. 2008;22: Brown TT, Cole SR, Li X, Kingsley LA, Palella FJ, Riddler SA, et al. Antiretroviral therapy and the prevalence and incidence of diabetes mellitus in the multicenter AIDS cohort study. Arch Intern Med. 2005;165: Brown TT, Li X, Cole SR, Kingsley LA, Palella FJ, Riddler SA, et al. Cumulative exposure to nucleoside analogue reverse transcriptase inhibitors is associated with insulin resistance markers in the Multicenter AIDS cohort study. AIDS. 2005;19: Wit S de, Sabin CA, Weber R, Worm SW, Reiss P, Cazanave C, et al. Incidence and risk factors for new onset diabetes mellitus in HIV infected patients: the D:A:D study. Diabetes Care. [ter perse]. 23 Grunfeld C, Pang M, Doerrler W, Shigenaga JK, Jensen P, Feingold KR. Lipids, lipoproteins, triglyceride clearance, and cytokines in human immunodeficiency virus infection and the acquired immunodeficiency syndrome. J Clin Endocrinol Metab. 1992;74: Riddler SA, Smit E, Cole SR, Li R, Chmiel JS, Dobs A, et al. Impact of HIV infection and HAART on serum lipids in men. JAMA. 2003; 289: Grunfeld C, Kotler DP, Hamadeh R, Tierney A, Wang J, Pierson RN. Hypertriglyceridemia in the acquired immunodeficiency syndrome. Am J Med. 1989;86: Henry K, Melroe H, Huebsch J, Hermundson J, Levine C, Swensen L, et al. Severe premature coronary artery disease with protease inhibitors. Lancet. 1998;351: Friis-Møller N, Weber R, Reiss P, Thiebaut R, Kirk O, d Arminio Monforte A, et al. Cardiovascular disease risk factors in HIV patients association with antiretroviral therapy. Results from the DAD study. DAD Study Group. AIDS. 2003;17: Friis-Møller N, Sabin CA, Weber R, d Arminio Monforte A, El-Sadr WM, Reiss P, et al. Combination antiretroviral therapy and the risk of myocardial infarction. Data Collection Adverse Events of Anti-HIV Drugs (DAD) Study Group. N Engl J Med. 2003;349: Friis-Møller N, Reiss P, Sabin CA, Weber R, Monforte A, El-Sadr W, et al. Class of antiretroviral drugs and the risk of myocardial infarction. DAD Study Group. N Engl J Med. 2007;356: Sabin CA, Worm SW, Weber R, Reiss P, El-Sadr W, Dabis F, et al. Use of nucleoside reverse transcriptase inhibitors and risk of myocardial infarction in HIV-infected patients enrolled in the D:A:D study: a multi-cohort collaboration. DAD Study Group. Lancet. 2008;371: Hsu A, Granneman GR, Witt G, Locke C, Denissen J, Molla A, et al. Multiple-dose pharmacokinetics of ritonavir in human immunodeficiency virus-infected subjects. Antimicrob Agents Chemother. 1997;41: Shafran SD, Mashinter LD, Roberts SE. The effect of low-dose ritonavir monotherapy on fasting serum lipid concentrations. HIV Med. 2005;6: Valk M van der, Kastelein JJ, Murphy RL, Leth F van, Katlama C, Horban A, et al. Nevirapine-containing antiretroviral therapy in HIV-1 infected patients results in an anti-atherogenic lipid profile. AIDS. 2001;15: Leth F van, Phanuphak P, Stroes E, Gazzard B, Cahn P, Raffi F, et al. Nevirapine and efavirenz elicit different changes in lipid profiles in antiretroviral-therapy-naive patients infected with HIV-1. PLoS Med. 2004;1:e19 [onlinetijdschrift]. 35 Gallant JE, Staszewski S, Pozniak AL, Dejesus E, Suleiman JM, Miller MD, et al. Efficacy and safety of tenofovir DF vs stavudine in combination therapy in antiretroviral-naive patients: a 3-year randomized trial. JAMA. 2004;292: Gallant JE, Dejesus E, Arribas JR, Pozniak AL, Gazzard B, Campo RE, et al. Tenofovir DF, emtricitabine, and efavirenz vs. zidovudine, lamivudine, and efavirenz for HIV. N Engl J Med. 2006;354: El-Sadr WM, Lundgren JD, Neaton JD, Gordin F, Abrams D, Arduino RC, et al. CD4+ count-guided interruption of anti retroviral treatment. Strategies for Management of Antiretroviral Therapy (SMART) Study Group. N Engl J Med. 2006;355: Dubé MP, Stein JH, Aberg JA, Fichtenbaum CJ, Gerber JG, Tashima KT, et al. Guidelines for the evaluation and management of dysli pi demia in human immunodeficiency virus (HIV)-infected adults receiving antiretroviral therapy: recommendations of the HIV Medical Association of the Infectious Disease Society of America and the Adult AIDS Clinical Trials Group. Clin Infect Dis. 2003;37: Calza L, Manfredi R, Colangeli V, Tampellini L, Sebastiani T, Pocaterra D, et al. Substitution of nevirapine or efavirenz for protease inhibitor versus lipid-lowering therapy for the management of dyslipidaemia. AIDS. 2005;19: Aberg JA, Zackin RA, Brobst SW, Evans SR, Alston BL, Henry WK, et al. A randomized trial of the efficacy and safety of fenofibrate versus pravastatin in HIV-infected subjects with lipid abnormalities: AIDS Clinical Trials Group Study ACTG 5087 Study Team. AIDS Res Hum Retroviruses. 2005;21: Gerber JG, Rosenkranz SL, Fichtenbaum CJ, Vega JM, Yang A, Alston BL, et al. Effect of efavirenz on the pharmacokinetics of simvastatin, atorvastatin, and pravastatin. Results of AIDS Clinical Trials Group 5108 Study. AIDS Clinical Trials Group A5108 Team. J Acquir Immune Defic Syndr. 2005;39: Fichtenbaum CJ, Gerber JG, Rosenkranz SL, Segal Y, Aberg JA, Blaschke T, et al. Pharmacokinetic interactions between protease inhibitors and statins in HIV sero negative volunteers: ACTG Study A5047. NIAID AIDS Clincal Trials Group. AIDS. 2002;16: Calza L, Colangeli V, Manfredi R, Legnani G, Tampellini L, Pocaterra D, et al. Rosuvastatin for the treatment of hyperlipidaemia in HIV-infected patients receiving protease inhibitors: a pilot study. AIDS. 2005;19: Lee M van der, Sankatsing R, Schippers E, Vogel M, Fatkenheuer G, Ven A van der, et al. Pharmacokinetics and pharmacodynamics of combined use of lopinavir/ritonavir and rosuvastatin in HIV-infected patients. Antivir Ther. 2007;12: Bennett MT, Johns KW, Bondy GP. Ezetimibe is effective when added to maximally tolerated lipid lowering therapy in patients with HIV. Lipids Health Dis. 2007;6:15. Abstract Metabolic side effects of antiretroviral therapy Antiretroviral therapy for HIV-1-infections is accompanied with the occurrence of several metabolic side effects. An often encountered complication of antiretroviral therapy is the adipose redistribution syndrome characterised by an altered distribution of body fat, and linked with protease inhibitor (PI) and nucleoside-reverse-transcriptase inhibitors (NRTIs). Some NRTIs have lactate acidosis as a side effect in rare cases (0.1%), which is accompanied by a high mortality. The far less serious side effect hyperlactaemia is more frequently observed; this is a symptomatic elevation of the lactate level without acidosis. Insulin resistance is not only ascribed to therapy-induced lipoatrophy and visceral fat accumulation, it is also directly related to the use of some PIs and NRTIs. PIs and abacavir and to a lesser extend didanosine result in a high risk of cardiovascular disease. Moreover, the prevalence of traditional cardiovascular risk factors in HIV-infected subjects is higher than that in HIV-seronegative subjects. Clinically relevant interactions exist between PIs and statins. Pravastatin seems to be accompanied with the lowest chance of interaction and is therefore recommended as cholesterol-lowering therapy. The metabolic side effects are outweighed by the favourable effect of the antiretroviral agents. Counteraction of these side effects may therefore not be at the expense of the antiretroviral therapy. Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152: Ned Tijdschr Geneeskd mei;152(22)
Wij adviseren u dan ook om de indicatie HIV-1 patiënten die niet eerder behandeld zijn aan de vergoedingsstatus van darunavir toe te voegen.
Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Postbus 20350 2500 EJ s-gravenhage Uw brief van Uw kenmerk Datum 12 maart 2009 Farmatec/FZ-2919252 12 mei 2009 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer
Nadere informatieInformatieblad TDM-protocol nucleoside reverse transcriptase inhibitoren (NRTIs)
1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect Alle nucleoside reverse zijn prodrugs. Deze middelen dienen intracellulair te worden gefosforyleerd tot achtereenvolgens een mono-, di- en trifosfaat.
Nadere informatiehoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 203 Samenvatting in het Nederlands
hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 203 Samenvatting in het Nederlands hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 204 204 SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Inleiding Het humaan immuundeficiëntie virus (HIV) is de
Nadere informatieProgramma. 13.15-13.45 Ontvangst en inventarisatie van casussen. 13.45-13.50 Welkom Prof.dr. G.T.B. Sanders. Voorzitter: Mevr. Dr. A.
Datum: 21 juni 2001, plaats: AMC, Amsterdam. Programma 13.15-13.45 Ontvangst en inventarisatie van casussen 13.45-13.50 Welkom Prof.dr. G.T.B. Sanders Voorzitter: Mevr. Dr. A. Leyte 13.50-14.20 Bijwerkingen
Nadere informatieHIV & hart- en vaatziekten
HIV & hart- en vaatziekten & Dr. Astrid ML Oude Lashof, internist-infectioloog Inhoud 1. Hiv-infectie opfrissen 2. Hiv behandeling 3. Hiv populatie in NL 4. Hiv dyslipidemie 5. Problemen hiv-behandeling
Nadere informatieDoc.Ref.: CMDh/PhVWP/042/2012 January 2012 SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS. New Class Warnings
HMG-CoA Reductase Inhibitors and safety the risk of new onset diabetes/impaired glucose metabolism Final SmPC and PL wording agreed by PhVWP December 2011 Doc.Ref.: CMDh/PhVWP/042/2012 January 2012 SUMMARY
Nadere informatieComorbiditeit en antiretrovirale therapie
Comorbiditeit en antiretrovirale therapie Co-morbidity and antiretroviral therapy Auteurs Trefwoorden Key words S.M.E. Vrouenraets, M. van der Valk en P. Reiss comorbiditeit, cart, hiv co-morbidity, cart,
Nadere informatieVerhoogd cardiovasculair risico bij HIV-patiënten
Stand van zaken Verhoogd cardiovasculair risico bij HIV-patiënten Thomas K.A. Wierema Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A1469 Door effectieve antiretrovirale therapieën overlijden patiënten
Nadere informatieBijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters.
Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters. Opmerking: deze wijzigingen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter waren geldig ten tijde van het
Nadere informatieInleiding. Lange termijnsverwikkelingen van HIV-infectie en therapie. Dr. Paul De Munter Dienst Algemene Interne - UZ Leuven
Lange termijnsverwikkelingen van HIV-infectie en therapie Dr. Paul De Munter Dienst Algemene Interne - UZ Leuven Inleiding Chrnische infectie met HIV Prgressieve immuundeficiëntie Chrnische inflammatie
Nadere informatieDiabetes Mellitus en Beweging
Diabetes Mellitus en Beweging Doelen 0Refresher 0Patient Education 0Exercise and DM Wat betekent het? 0 Diabetes: Door(heen) gaan 0 Mellitus: Honing/Zoet Wat is het? 0 Groep van stoornissen met hyperglycemieën
Nadere informatieLipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan?
Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Dr. Mike Peters Internist VU medisch centrum Amsterdam mjl.peters@vumc.nl Ouderen passen niet in een richtlijn 1. Dhr S, 89 jaar,
Nadere informatieUpdate PCSK9 trials. Vascular Rounds MUMC
Update PCSK9 trials Vascular Rounds MUMC 16 mei 2017 Frank L.J. Visseren Disclosures Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties: Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding
Nadere informatieWelke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline?
Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Joost Hoekstra, internist, AMC Potentiële belangenverstrengeling Klinische Diabetologie AMC ontvangt sponsoring van cq doet projecten met
Nadere informatieOvergebleven risico op hart-en vaatziekten in patiënten met Familiaire Hypercholesterolemia, wat nu?
Overgebleven risico op hart-en vaatziekten in patiënten met Familiaire Hypercholesterolemia, wat nu? Annette Galema-Boers, MANP 24-11-2017 Clinic for dyslipidemias and inherited cardiovascular diseases
Nadere informatieBack to lipids lange termijn effecten van sta6nes
Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Prof Dr Johan De Su.er Universiteit Gent AZ Maria Middelares Gent Sta:ne gebruikers in België : 2005-2015 CM rapport 2015 ZIV uitgaven voor sta:nes: 2005-2015
Nadere informatieChemoprofylaxe voor HIV. Charles Boucher
Chemoprofylaxe voor HIV Charles Boucher Elk jaar 2.5 millioen nieuwe infecties De epidemie is niet onder controle!!! Voor elke twee patienten die met therapie starten raken vijf nieuwe patienten besmet
Nadere informatieInformatieblad TDM protocol etravirine
1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect Etravirine (TMC125) is een non-nucleoside RT remmer die nog werkzaam kan zijn als er door gebruik van nevirapine en/of efavirenz al enige mate
Nadere informatieMonitoringrapport 2012
Monitoringrapport 2012 Humaan 12 immuundeficiëntievirus 217 (HIV) infectie in 6Nederland Nederlandse samenvatting Monitoring van HIV in Nederland Elk jaar rond 1 december, Wereld AIDS dag, publiceert de
Nadere informatieUw brief van Uw kenmerk Datum 5 december 2005 Farmatec/P februari 2006
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Uw brief van Uw kenmerk Datum 5 december 2005 Farmatec/P 2642282 6 februari 2006 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/49830
Nadere informatie20 jaar SMART: wat is het laatste nieuws? Hart- en Vaatdag 22 juni 2019
20 jaar SMART: wat is het laatste nieuws? Hart- en Vaatdag 22 juni 2019 Deelnemers aan de UCC-SMART studie (n = 13.466) Mannen: 8749 Vrouwen: 4717 Diagnose bij de start van UCC-SMART Aantal jaren gevolgd
Nadere informatieHIV een kleine update. Marjolijn Pronk 16 januari 2018
HIV een kleine update Marjolijn Pronk 16 januari 2018 Hiv een kleine update HIV in Nederland Testen in de huisarts praktijk HIV en cart (combination antiretroviral therapy) De (nieuwe) HIV patient, wat
Nadere informatieBloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige
Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald
Nadere informatieAan de minister voor Medische Zorg en Sport Postbus EJ 'S-GRAVENHAGE. Datum 28 augustus 2018 Betreft GVS-beoordeling Biktarvy
> Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de minister voor Medische Zorg en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Betreft GVS-beoordeling Biktarvy Geachte heer Bruins, In uw brief van 9 juli jl.
Nadere informatieObesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar
Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Kaart toenemende demografie obesitas The influence of obesity on total joint arthroplasty.
Nadere informatieLandelijk Diabetes Congres 2016
Landelijk Diabetes Congres 2016 Insuline Pompen, zelfcontrole en sensoren, need to know Thomas van Bemmel, Internist Gelre Ziekenhuis Apeldoorn Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling zie hieronder
Nadere informatiePCSK9-remming: voor welke patienten?
PCSK9-remming: voor welke patienten? Symposium tijdens het NVVC voorjaarscongres 2016 Noordwijkerhout, 1 april 2016 F.L.J. Visseren Disclosures Afdeling Vasculaire Geneeskunde UMC Utrecht: Onderzoek wordt
Nadere informatieInformatieblad TDM protocol darunavir
1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect De EC 50 waarde voor in vitro activiteit van darunavir varieert van 1,2 tot 8,5 nm wat overeenkomt met 0,7 tot 5,0 ng/ml. In de aanwezigheid van
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING In de Westerse wereld vormen hart- en vaatziekten de belangrijkste oorzaken van ziekte en overlijden. Bij het ontstaan van hart- en vaatziekten speelt atherosclerose (slagaderverkalking)
Nadere informatieHet syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek, UZ Brussel
Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek, UZ Brussel Achtergrond Fenotype = grote variabiliteit Niet alle symptomen
Nadere informatieReuma, atherosclerose & anti-inflammatie. Prof.dr. Mike T. Nurmohamed, reumatoloog Reade & VU Medisch Centrum
Reuma, atherosclerose & anti-inflammatie Prof.dr. Mike T. Nurmohamed, reumatoloog Reade & VU Medisch Centrum Reumatoïde artritis & Atherosclerose Mortaliteit en doodsoorzaken bij RA Mortaliteit Verhoogde
Nadere informatieDe Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Nadere informatieMonitoringrapport 2011
4021 Monitoringrapport 2011 Human Immunodeficiency Virus (HIV) Infectie in Nederland Nederlandse samenvatting Monitoring van HIV in Nederland Elk jaar rondom 1 december, Wereld AIDS dag, publiceert de
Nadere informatieSamenvatting voor niet-ingewijden
Samenvatting 188 Samenvatting Samenvatting voor niet-ingewijden Diabetes mellitus type 2 (DM2), oftewel ouderdomssuikerziekte is een steeds vaker voorkomende aandoening. Dit heeft onder andere te maken
Nadere informatieStatine-intolerantie: update en behandelsuggesties
Statine-intolerantie: update en behandelsuggesties Vascular Rounds 16 mei 2017 Marion Knippels AIOS interne geneeskunde Vasculair geneeskundige i.o. Klinisch farmacoloog i.o. Disclosure potential conflicts
Nadere informatieHet syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek
Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Achtergrond Het Klinefelter syndroom(ks): Genetisch kenmerk extra X-chromosoom:
Nadere informatieTDM-protocol nevirapine
TDM-protocol nevirapine 1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect Havlir et al. hebben in een klein onderzoek van zeven patiënten die nevirapine-monotherapie (NVP) kregen een relatie tussen
Nadere informatieCARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE
CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE PROF DR MAJON MULLER INTERNIST OUDERENGENEESKUNDE DISCLOSURE POTENTIAL CONFLICTS OF INTEREST GEEN POTENTIËLE BELANGENVERSTRENGELING 1 Myocard Infarct Hart
Nadere informatieKGBN. Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines.
KGBN Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines. A/ ISCHEMIC STROKE / TIA & geen CHD : Heart Protection Study : Subgroep stroke antec. gerandomiseerd naar simvastatine
Nadere informatiePneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC
Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden Teske Schoffelen, arts-assistent IC 28-02-2019 Casus Vrouw, 67 jaar Presentatie Koorts, niet-productieve hoest, dyspnoe Acuut hypoxisch
Nadere informatieKlinische implicaties van de EVOLVE studie
ASN Review 2012 Klinische implicaties van de EVOLVE studie Marc Vervloet, internist-nefroloog VU medisch centrum Associatie PTH met mortaliteit Kalantar-Zadeh, Kidney Int 2007 Welke evidence? Associatie
Nadere informatieCVRM addendum (kwetsbare) ouderen
CVRM addendum (kwetsbare) ouderen Prof. Dr. Majon Muller Internist-OUDGNK Hoofd sectie OUDGNK Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties
Nadere informatieHIV anno 2010. Vroeg of laat behandelen? Eric C.M. Van Gorp ErasmusMC & Slotervaart hospital
HIV anno 2010 Vroeg of laat behandelen? Eric C.M. Van Gorp ErasmusMC & Slotervaart hospital Vragen en dilemma s anno 2010 Medicatie; Veiligheid & Effectiviteit Beschikbaarheid medicatie Het Zwitsers standpunt!?
Nadere informatieWorkshop voor apothekers en huisartsen. Altijd een statine bij hart- en. t Voorbeeld
Workshop voor apothekers en huisartsen Altijd een statine bij hart- en vaatziekten en type-2-diabetes? t Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen en inleiding Presentatie ti
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/81946
Nadere informatieLipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan
Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan Vet in Historisch Perspectief simpele vetopstapelingsziekte
Nadere informatieDenken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
Nadere informatieVloeistofbeleid op de IC - wat zeggen de trials? MMM Circulatie 2018
Vloeistofbeleid op de IC - wat zeggen de trials? MMM Circulatie 2018 Wat weten we al? Tussen colloïdale- en kristallijne vloeistoffen bestaat niet veel verschil wat betreft belangrijke uitkomstmaten Dit
Nadere informatieBehandeling. bij HIV-infectie. Wat staat u te wachten? Welke medicijnen krijgt u? Hoe houdt u zo lang mogelijk een goede conditie?
Behandeling bij HIV-infectie Wat staat u te wachten? Welke medicijnen krijgt u? Hoe houdt u zo lang mogelijk een goede conditie? Colofon De inhoud van deze brochure is met de grootst mogelijke zorg samengesteld.
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire
Nadere informatieJA! Voor optimale preventie van cardiovasculaire eindpunten dient gestreefd te worden naar HbA1c <53 mmol/mol (<7.0%)
Voor optimale preventie van cardiovasculaire eindpunten dient gestreefd te worden naar HbA1c
Nadere informatieSTATE OF THE ART VIRAMUNE. Dr. G. Schreij, internist
STATE OF THE ART VIRAMUNE Dr. G. Schreij, internist State of the art Viramune Dr. G. Schreij, internist Inhoudsopgave Voorwoord 5 1. Twintig jaar klinisch onderzoek met Viramune 7 1.1 Viramune hallmark-studies
Nadere informatieDia 1 Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. Dia 2. Dia 3. Vet in Historisch Perspectief. simpele vetopstapelingsziekte
Dia 1 Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan Dia 2 Vet in Historisch Perspectief simpele vetopstapelingsziekte
Nadere informatieNederlandse samenvatting 1. Chapter Nederlandse samenvatting. Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 1 http://hdl.handle.net/1765/112830 Chapter 10 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 2 Erasmus Medical Center Rotterdam Nederlandse samenvatting 3 Nederlandse samenvatting
Nadere informatieCholesterol, *Vergeleken met de uitgangswaarde die de patiënten in medische onderzoeken hadden.
Repatha is een nieuwe behandeling die het slechte cholesterol (LDL-cholesterol) verlaagt met circa 60%*. Deze verlaging komt bovenop de verlaging die u misschien al met andere geneesmiddelen hebt behaald
Nadere informatieOseltamivir. Herjan Bavelaar AIOS MMB
Oseltamivir Herjan Bavelaar AIOS MMB Inhoudsopgave à Introduc5e à Globaal overzicht evidence algemene popula5e à IC- specifieke literatuur à Conclusie/ discussie Introduc5e Influenza Familie: Orthomyxoviridae
Nadere informatieDe sterke werkzaamheid van een combinatie van
FARMACO- HIV bij kinderen De eerste klap is een daalder waard De meeste HIV-infecties bij kinderen worden veroorzaakt door perinatale transmissie van moeder naar kind. De combinatietherapie heeft ook de
Nadere informatieBehandeling van gestoorde levertesten. Prof.Dr.H.Van Vlierberghe Dienst Maag-, Darm- en Leverziekten UZ Gent
Behandeling van gestoorde levertesten. Prof.Dr.H.Van Vlierberghe Dienst Maag-, Darm- en Leverziekten UZ Gent Behandeling van gestoorde levertesten = steeds de behandeling van de OORZAAK van deze gestoorde
Nadere informatiePRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten
PRO De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten Prof. dr. Saskia Middeldorp, internist Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat zegt de NHG standaard
Nadere informatieGender differences in heart disease. Dr Danny Schoors
Gender differences in heart disease Dr Danny Schoors Women are meant to be loved, not to be understood Oscar Wilde (1854-1900) 2 05/01/16 Inleiding Cardiovasculaire ziekte 7 tot 10 jaar later dan bij mannen
Nadere informatieChemotherapie en stolling
Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,
Nadere informatieChapter 10 Samenvatting
Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke
Nadere informatieVoeding bij diabetes. Erik Muls, MD, PhD Endocrinologie - Voeding Universiteit Leuven. Ede, 08.02.2011
Voeding bij diabetes Erik Muls, MD, PhD Endocrinologie - Voeding Universiteit Leuven Ede, 08.02.2011 DIABETES ATLAS, 3rd ed, IDF 2006 2007 2025 Total population (millions) 6600 7900 Adult population (millions)
Nadere informatieNederlandse. Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Het metabole syndroom is tegenwoordig een veel voorkomend ziektebeeld dat getypeerd wordt door een combinatie van verschillende aandoeningen. Voornamelijk in de westerse landen
Nadere informatieWat doet hiv in het lichaam en wat doet de behandeling?
Wat doet hiv in het lichaam en wat doet de behandeling? Patrick Lacor Aidsreferentiecentrum UZ Brussel Cursus hiv en aids, de multi-disciplinaire aanpak www.itg.be rubriek Les 3 4 maart 20 rubriek Onderwijs
Nadere informatieInformatieblad TDM protocol saquinavir
1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect Unboosted saquinavir (dwz: zonder ritonavir): er zijn een aantal onderzoeken beschreven die een positieve relatie hebben gevonden tussen de saquinavir
Nadere informatieOverbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand
Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling Is de NHG-Standaard nog up-to-date? MONITORING VAN ONDERBEHANDELING! Simon Verhoeven en Daniel Tavenier MAAR HOE ZIT HET MET OVERBEHANDELING? Sterfte
Nadere informatieUniversity of Groningen. HIV infection and treatment: beyond viral control Sprenger, Herman
University of Groningen HIV infection and treatment: beyond viral control Sprenger, Herman IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from
Nadere informatieNieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes
Nieuwe guidelines voor preventie Cardio 2013 Johan Vaes Waarom is preventie nodig? CV ziekten blijven belangrijkste doodsoorzaak Zowel mannen als vrouwen Overlijden voor 75 j is ten gevolge van CV ziekten
Nadere informatieDoel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties. Haffner, NEJM 1998 UKPDS. T2DM, HbA1c, en HVZ 12-7-2011
Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties Haffner, NEJM 998 microvasculaire afwijkingen nefropathie retinopathie neuropathie macrovasculaire afwijkingen coronaire hartziekten cerebrovasculaire
Nadere informatieSamenvat ting en Conclusies
Samenvat ting en Conclusies Samenvatting en Conclusies 125 SAMENVAT TING EN CONCLUSIES In dit proefschrift werd de invloed van viscerale obesitas en daarmee samenhangende metabole ontregelingen, en het
Nadere informatieDe associatie tussen endotheeldysfunctie en ontsteking en cardiovasculaire ziekte (Hoorn studie)
Nederlandse samenvatting Historisch perspectief van de HOME studie In 199 suggereerden de eerste resultaten van de UKPDS, 1 een belangrijk onderzoek naar de invloed van glycemische instelling op het ontstaan
Nadere informatieBIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Atripla 600 mg/200 mg/245 mg filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke filmomhulde tablet bevat
Nadere informatieSamenvatting voor niet-ingewijden
Het immuun systeem Het immuun systeem is erg complex en vele celtypes dragen bij aan de bescherming tegen virussen en bacteriën. Voor het begrip van dit proefschrift zijn vooral de T cellen van belang.
Nadere informatieBIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Atripla 600 mg/200 mg/245 mg filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke filmomhulde tablet bevat
Nadere informatieStatines en cardiovasculaire preventie: de 'Heart Protection Study'
Statines en cardiovasculaire preventie: de 'Heart Protection Study' Heart Protection Study Collaborative Group. MRC/BHF Heart Protection Study of cholesterol lowering with simvastatin in 20 536 high-risk
Nadere informatieHoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4
Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
Nadere informatieLeefstijlinterventies met stip op 1! Inhoud. Over de zgn. Preventieparadox. The Epidemiological Evidence. Edith Feskens, edith.feskens@wur.
Leefstijlinterventies met stip op 1! The Epidemiological Evidence Edith Feskens, edith.feskens@wur.nl Inhoud Waarom is rol voor leefstijl lang onderbelicht geweest? Voeding en Bloeddruk Preventie van type
Nadere informatieChlamydia hertesten en partnerwaarschuwing in de populatie. Janneke Heijne. MINC symposium 26 juni 2014 Maastricht
Chlamydia hertesten en partnerwaarschuwing in de populatie Janneke Heijne MINC symposium 26 juni 2014 Maastricht Stellingen 1. Wiskundige modellen zijn nuttig voor het adviseren van beleid 2. Hoe meer
Nadere informatieDataverzameling en datakwaliteit. Karakteristieken van de geregistreerde populatie
Dataverzameling en datakwaliteit De controle op de verzameling en de kwaliteit van de gegevens is cruciaal voor de waarde van observationele gegevens die door de Stichting HIV Monitoring (SHM) verzameld
Nadere informatieLeefstijlinterventies met stip op 1!
Leefstijlinterventies met stip op 1! The Epidemiological Evidence Edith Feskens, edith.feskens@wur.nl Inhoud Waarom is rol voor leefstijl lang onderbelicht geweest? Voeding en Bloeddruk Preventie van type
Nadere informatieOsteonecrosis of the jaw (ONJ)
INLEIDING Welkom 1 2 Osteonecrosis of the jaw (ONJ) Hoe kunnen we dit voorkomen en als het toch optreedt, hoe kunnen we het managen? 3 Complication of bisphosphonate and denosumab use 1 Dit ga je echter
Nadere informatieInhoud. Leefstijlinterventies met stip op 1! Voorbeeld van de PP: het effect van bloeddrukverlaging op sterfte. Over de zgn.
Leefstijlinterventies met stip op 1! Inhoud The Epidemiological Evidence Edith Feskens, edith.feskens@wur.nl Waarom is rol voor leefstijl lang onderbelicht geweest? Voeding en Bloeddruk Preventie van type
Nadere informatiePharmacotherapie. Introductie- COIG-cursus. Prof. Dr. T. van Gelder (Teun) Internist klinisch farmacoloog Erasmus MC Rotterdam
Pharmacotherapie Introductie- COIG-cursus Prof. Dr. T. van Gelder (Teun) Internist klinisch farmacoloog Erasmus MC Rotterdam vanaf 9.15 uur registratie en koffie/thee 10.00 10.15 uur opening en inleiding
Nadere informatieVoorstellen. Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen
Voorstellen Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen Niertransplantatie UMCG Niertransplantatie 8 centra NL * UMC 1 e jaar UMC vervolg 2 e lijn, periferie
Nadere informatieNederlandse samenvatting
169 Nederlandse samenvatting Het aantal ouderen boven de 70 jaar is de laatste jaren toegenomen. Dit komt door een significante reductie van sterfte op alle leeftijden waardoor een toename van de gemiddelde
Nadere informatieContent. AF & Nierfalen: Epidemiologie. AF & Nierfalen: Epidemiologie. Disclosures: Epidemiologie: AF en Nierfalen. AF en Nierfalen: kip of ei?
Disclosures: Zeg eens A. Over Atrium fibrilleren en Antistolling in ESRD Geen Marjolijn van Buren Internist-Nefroloog Content Epidemiologie: en Nierfalen & Nierfalen: Epidemiologie whites ARIC study Atheroslerosis
Nadere informatieTussentoets DT04 (2005)
Tussentoets DT04 (2005) 1. Dosis-respons relatie is belangrijk voor het vaststellen van een veilige dosis en speelt een belangrijke rol in het proces van normstelling voor omgevingsfactoren zoals de kwaliteit
Nadere informatieWat is de invloed van reuma op hart- en vaatziekten?
Continuing Nursing Education (CNE) Hartrevalidatie Wat is de invloed van reuma op hart- en vaatziekten? Vokko van Halm, AMC / Jan van Breemen Instituut / Reade Wie zijn dit? Anita Witzier Gordon Queen
Nadere informatieUw brief van Uw kenmerk Datum 7 maart 2007 Farmatec/P april 2007
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Uw brief van Uw kenmerk Datum 7 maart 2007 Farmatec/P 2755046 10 april 2007 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer
Nadere informatieConflicts of Interest. Nieuwe versus oude behandelstrategieën: aanbevelingen voor de huisarts
Nieuwe versus oude behandelstrategieën: aanbevelingen voor de huisarts Dr. ST (Bas) Houweling, kaderhuisarts Langerhans lid NHG-standaardcommissie DM2 Nieuwe behandelstrategieën met oude middelen: aanbevelingen
Nadere informatieHIV infectie anno 2004: epidemiologie en behandeling. Prof. Dr. E. Van Wijngaerden Infectieziekten -Aidsreferentiecentrum UZ-KULeuven
HIV infectie anno 2004: epidemiologie en behandeling Prof. Dr. E. Van Wijngaerden Infectieziekten -Aidsreferentiecentrum UZ-KULeuven 1 december 2004 Adults and children estimated to be living with HIV
Nadere informatieDiabetes en ouder worden Dr. K.J.J. van Hateren
Diabetes en ouder worden Dr. K.J.J. van Hateren Huisarts, lid DiHAG Senior-onderzoeker Diabetes kenniscentrum Disclosure Geen conflicts of interest De toekomst!!! >25% = >75 jaar Karakteristieken ouderen
Nadere informatieIBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis
IBOM-2 Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis Abeer Ahmad Ruth Mast Giel Nijpels Jacqueline Dekker Piet Kostense Jacqueline Hugtenburg Afdelingen Klinische
Nadere informatieUw brief van Uw kenmerk Datum 10 oktober 2008 ---- 1 december 2008
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ s-gravenhage Uw brief van Uw kenmerk Datum 10 oktober 2008 ---- 1 december 2008 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer PAK/28112800
Nadere informatieNieuwe inzichten in AIDS-behandeling
Nieuwe inzichten in AIDS-behandeling Selwyn Lowe MD, PhD internist-infectioloog Afd Medische Microbiologie Afd. Interne Geneeskunde Maastricht University Medical Center (MUMC) Nieuwe inzichten? What about
Nadere informatieDiabetes in ACS. Dr. M.A. Brouwer, UMC Nijmegen. No disclosures
Diabetes in ACS Dr. M.A. Brouwer, UMC Nijmegen No disclosures Wat we weten van diabeten Outcome na ACS slechter dan bij niet diabeten: o Dood o Infarct o Stroke o Bloeden Korte termijn én lange termijn:
Nadere informatie