De invloed van olieprijsschokken op Europese aandelenrendementen
|
|
- Nele Fien Meijer
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR De invloed van olieprijsschokken op Europese aandelenrendementen Scriptie voorgedragen tot het bekomen van de graad van licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen Stijn Huygens onder leiding van Prof. Dr. Jan Annaert
2 Permission
3 Woord Vooraf Eerst en vooral wil ik mijn dank betuigen aan mijn promotor Prof. Dr. Jan Annaert voor de kans deze scriptie te schrijven omtrent een onderwerp naar mijn interesse, zijn ideeën, zijn snelle antwoorden en de assistentie bij problemen. Ik bedank mijn ouders voor hun onvoorwaardelijke steun en motivatie in de voorbije vier jaar. Mijn dank gaat ook uit naar mijn broers, zus, schoonbroer en schoonzussen voor hun permanente aanmoedigingen. Verder wil ik iedereen bedanken die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdroegen tot het tot stand komen van deze scriptie. Tenslotte bedank ik de commissarissen voor het lezen van deze scriptie. I
4 Inhoudsopgave Woord Vooraf I Inhoudsopgave II Gebruikte afkortingen V Lijst van tabellen, figuren en kaarten VI Inleiding 1 Hoofdstuk 1: Factormodellering 4 1 Capital Asset Pricing Model Inleiding De assumpties De marktportefeuille De verwachte rendement-bèta relatie in CAPM 5 2 De Arbitrage Pricing Theory Inleiding De assumpties Het multifactormodel De verwachte rendement-bèta relatie in APT Besluit 9 Hoofdstuk 2: Factoranalytisch onderzoek 11 1 Inleiding 11 2 De drie soorten multifactormodellen 11 3 Factoranalytisch onderzoek Inleiding Het aantal systematische factoren Kritiek op het onderzoek van Roll en Ross 18 4 Besluit 21 Hoofdstuk 3: De macro-economische aanpak 22 1 Introductie tot de macro-economische aanpak Inleiding Sharpe als pionier 22 2 Definitie van een systematische economische variabele 23 II
5 3 Het Dividend Discount Model Definitie en basiswaarderingsformule De invloed van systematische factoren op het DDM De set van potentiële macro-economische systematische variabelen 25 4 Selectie van de systematische economische factoren Het aantal systematische factoren De macro-economische variabelen 27 5 De methode van de macro-economische factorbenadering De correlatiematrix De first-pass regressie 32 6 Steekproefopzet, resultaten en bevindingen 33 7 Invloed van de systematische factoren over verschillende sectoren en industrieën Steekproefopzet en de economische sectoren en industrieën Resultaten van de analyse over verschillende sectoren en industrieën 36 8 Besluit 38 Hoofdstuk 4: Invloed van olieprijsschokken op aandelenrendementen 40 1 Inleiding 40 2 De lineaire of symmetrische relatie De olieprijsvariabele in het Dividend Discount Model De Macro-economische aanpak De verklarende variabelen Andere methodes dan de macro-economische multi-factorbenadering Resultaten 45 3 De niet-lineaire of asymmetrische relatie 50 4 Invloed van olieprijsschokken doorheen de tijd Olieprijsschokken doorheen de tijd Resultaten Verklaringen voor de toegenomen impact na De olieprijsvolatiliteit 53 6 Versnelde en vertraagde effecten van olieprijsschokken 54 7 De invloed van olieprijsschokken in snelgroeiende markten 55 8 De invloed van olieprijsschokken op de energiesector 59 9 Besluit 62 III
6 Hoofdstuk 5: Empirisch onderzoek 64 1 Inleiding 64 2 Methodologie Specifieke onderzoeksvragen De dataverzameling Selectie van de macro-economische factoren De afhankelijke en onafhankelijke factoren in het model Het steekproefopzet Gegevensanalyse Overzicht gegevensanalyse Lineaire regressie Het asymmetrische of niet-lineaire verband Periodes met een verschillend olieprijsniveau Periodes met een verschillende niveau van olieprijsvolatiliteit De statistische evaluatie van het regressiemodel Problemen bij het toepassen van regressie-analyse 81 3 Resultaten en interpretatie Lineaire regressie Invloed van de factoren in de Eurozone Invloed van de factoren in Duitsland en Noorwegen De invloed van olieprijsschokken op de Europese aandelenrendementen De invloed van de olieprijsvolatiliteit op de Europese 91 aandelenrendementen De invloed van olieprijsschokken op de sectoriële rendementen De invloed van olieprijsschokken bij een asymmetrische relatie De invloed van olieprijsschokken in periodes met een verschillend 96 olieprijsniveau 3.4 De invloed van olieprijsschokken bij verschillende niveaus van 98 olieprijsvolatiliteit 4 Besluit 100 Algemeen besluit 104 Bibliografie VIII IV
7 Gebruikte afkortingen APT BBM BRIC BW CAPM CCR CPI DDM EIA FTSE IRF IT MSCI NRI NYMEX OLS OPEC RI SIC SML S&P TSE VAR VK VS Arbitrage Pricing Model Berry, Burmeister en McElroy Brazilië, Rusland, India en China Burmeister en Wall Capital Asset Pricing Model Chen, Roll en Ross Consumptie Prijs Index Dividend Discount Model Energy Information Administration Financial Times Stock Exchange Impulse Response Functions Informatie Technologie Morgan Stanley Capital International Inc. Nomura Return Indices New York Mercantile Exchange Ordinary Least Squares Organisation of the Petroleum Exporting Companies Rendement Index Standard International Classification Security Market Line Standard and Poor s Toronto Stock Exchange Vector AutoRegressive Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten van Amerika V
8 Lijst van tabellen, figuren en kaarten Figuren Figuur 1: Brent olieprijs, uitgedrukt in olie, Figuur 2: Aandeel landen in de globale olieproductie, Figuur 3: Yield Curve Duitsland, Figuur 4: Prijs per vat olie en jaarlijkse Europese inflatie, Figuur 5: De maandelijkse Brent olieprijsvolatiliteit, Figuur 6: Indeling periode in drie subperiodes 77 Tabellen Tabel 1: Het gevonden aantal factoren per aandelengroep 19 Tabel 2 : Overzicht van het aantal factoren op basis van factoranalyse 21 Tabel 3: Overzicht van de gehanteerde macro-economische factoren per auteur 31 Tabel 4: Correlatiematrix olieprijsvariabelen, periode Tabel 5: Correlatiematrix Eurozone, Tabel 6: Regressieresultaten Europa zonder UM, en subperiodes 84 Tabel 7: Regressieresultaten Europa met UM, en subperiodes 84 Tabel 8: Correlatiematrix Duitsland, Tabel 9: Regressieresultaten Duitsland, en subperiodes 86 Tabel 10: Correlatiematrix Noorwegen, Tabel 11: Regressieresultaten Noorwegen, en subperiodes 88 Tabel 12: Coëfficiënten en t-waarden voor olieprijsschokken, en subperiodes 90 Tabel 13: Coëfficiënten en t-waarden voor factor OPV, en subperiodes 92 Tabel 14: Invloed olieprijsschokken op de rendementen per sector, Tabel 15: De asymmetrische relatie, Tabel 16: De asymmetrische relatie in de energiesector, Tabel 17: Invloed van olieprijsschokken in periodes met hoge, gemiddelde en lage 97 olieprijzen, Tabel 18: Invloed van olieprijsschokken in de energiesector in periodes met hoge, 98 gemiddelde en lage olieprijzen, Tabel 19: De invloed van OP in periodes met hoge, gemiddelde en lage volatiliteit, VI
9 Tabel 20: De invloed van OP in de energiesector in periodes met hoge, gemiddelde en 98 lage volatiliteit, VII
10 Inleiding Aardolie wordt niet voor niets bestempeld als het zwarte goud. Deze grondstof is nog nauwelijks weg te denken uit het dagelijkse leven. Ieder van ons gebruikt elke dag wel eens aardolie in een van haar vele toepassingsvormen, die gaan van brandstof tot plastic zakjes. Tal van economische sectoren en industrieën zijn dan ook inherent afhankelijk van aardolie. Doch spreken we hier over een onhernieuwbare natuurlijke grondstof waar er op korte termijn geen vervangmiddel voor handen is. Deze levensbelangrijke grondstof staat dan ook synoniem voor macht en rijkdom. Elke dag worden we geconfronteerd met de strijd om aardolie, veelal strijd in de letterlijke betekenis van het woord. Olieproducerende landen dragen de sleutel tot de toekomst daar het er naar uit ziet dat aardolie nog aan belangrijkheid wint. De energiesector is dan ook een van de rijkste en meest invloedrijke sectoren. Vanwege haar economische impact lijken olieprijzen en de economie hand in hand te gaan. Elke economische markt wordt direct of indirect beïnvloed door de dagelijkse prijs voor een vat olie. Deze olieprijs blijkt echter zeer onderhevig aan exogene gebeurtenissen. Eind 1998 daalde de olieprijs tot een dieptepunt, waarna er sindsdien zich maar liefst vier olieprijsschokken voordeden. De huidige prijs voor een vat olie is bijgevolg meer dan zes keer hoger en bereikte onlangs een nieuw hoogtepunt. Deze enorme olieprijsstijging is voelbaar in elke huiskamer. Er lijkt bovendien geen einde te komen aan deze turbulente stijging en de oorzaken zijn legio. Snelgroeiende en ontwikkelende economieën zoals China en India hebben een zeer hoge nood aan aardolie, waardoor het evenwicht tussen vraag en aanbod lijkt verstoord te zijn. Natuurrampen, oorlogen en de gepaard gaande onzekerheid werken dit onevenwicht nog meer in de hand. Het verband tussen de olieprijzen en de wereldeconomie is aldus een dagelijks fenomeen. Een olieprijsschok blijkt een negatieve impact te hebben op de economie. We blijven echter in het duister wat betreft de invloed van de olieprijzen op de aandelenrendementen. In tegenstelling tot het onderzoekswerk naar het verband tussen de olieprijzen en de macro-economie, blijkt het onderzoek naar het verband tussen de olieprijzen en de (Europese) financiële markten zeer miniem. Aandelenrendementen worden beïnvloed door slechts een beperkt aantal factoren. De vraag is dan of een olieprijsschok een van deze systematische factoren is? Daarnaast stellen we ons eveneens de vraag in welke mate een olieprijsschok invloed heeft. Op deze vragen trachten we in deze scriptie een sluitend antwoord te geven. 1
11 In het eerste hoofdstuk wordt door middel van factormodellering het verband tussen het verwachte rendement op aandelen en het hieraan verbonden risico lineair voorgesteld. We gaan in op twee belangrijke factormodellen die de basis leggen voor het vervolg van deze scriptie. Het eerste model betreft de Capital Asset Pricing Model (CAPM). Dit model stelt dat de variatie in de aandelenrendementen kan verklaard worden door één enkele factor, namelijk de marktportefeuille. De Arbitrage Pricing Theory (APT) als tweede model meent echter dat er meerdere factoren kunnen gevonden worden ter verklaring van de aandelenrendementen. In het tweede hoofdstuk bespreken we het factoranalytisch onderzoek. Via deze methode gaat men in eerste instantie na of er meerdere factoren consistent met het APT kunnen gevonden worden, waarna men onderzoekt hoeveel verklarende factoren er zijn. In het derde hoofdstuk gaan we dieper in op de macro-economische factorbenadering. Deze benadering tracht de identiteiten achter het gevonden aantal factoren te identificeren, waardoor we aan de beschouwde factoren economische interpretaties kunnen geven. Vanuit het Dividend Discount Model (DDM) kan een set van potentiële macro-economische factoren afgebakend worden waaruit het aantal factoren overeenkomstig het factoranalytisch onderzoek dient gekozen te worden. Vervolgens bespreken we het multifactormodel dat tracht te achterhalen of de gekozen macro-economische factoren ten eerste invloed hebben op de aandelenrendementen en ten tweede in welke mate deze factoren invloed hebben op de rendementen. In het vierde hoofdstuk behandelen we specifiek het verband tussen de olieprijzen en de aandelenrendementen. In eerste instantie gaan we na of olieprijsschokken een significante invloed hebben op de aandelenmarkten. Dit doen we voor zowel ontwikkelde als snelgroeiende aandelenmarkten. Aansluitend onderzoeken we of deze invloed op de markten varieert doorheen de tijd. Verder analyseren we het niet-lineaire verband waarbij zowel stijgingen als dalingen in de olieprijzen worden beschouwd. Vervolgens behandelen we de invloed van de olieprijsvolatiliteit in vergelijking met de olieprijzen, waarna het leading karakter van olieprijzen aan bod komt. Tenslotte richten we ons specifiek op het verband tussen de olieprijzen en de energiesector. In hoofdstuk vijf voeren we een empirisch onderzoek uit naar de invloed van de gekozen systematische verklarende factoren op de Europese aandelenrendementen uitgedrukt in aandelenportefeuilles over de periode In dit onderzoek richten we ons uiteraard voornamelijk op de invloed van olieprijsschokken op de rendementen. We onderzoeken de impact van olieprijsschokken eveneens doorheen de tijd door beschouwing van enkele 2
12 subperiodes, alsook de asymmetrische relatie tussen de olieprijzen en de aandelenrendementen. Verder bestuderen we de invloed van olieprijsschokken in periodes met een verschillend olieprijspeil en in periodes met een verschillend niveau van olieprijsvolatiliteit. 3
13 Hoofdstuk 1: Factormodellering De relatie tussen aandelenrendementen en het hieraan verbonden risico is een belangrijk en talrijk onderzocht onderwerp. Deze relatie kan voorgesteld worden door middel van factormodellering. Een alombekend factormodel betreft het Capital Asset Pricing Model. Dit model stelt dat de relatie tussen aandelenrendementen en het risico lineair kan worden voorgesteld. Dit model hanteert de marktportefeuille als enige verklarende factor. Een alternatief factormodel is de Arbitrage Pricing Theory. Deze stelt de relatie tussen rendement en risico eveneens lineair voor, doch laat ruimte voor meerdere verklarende factoren. De relatie wordt dan voorgesteld door een multifactormodel, waar elke factor de onverwachte wijziging in de onderliggende variabele meet ter verklaring van de variatie in de rendementen. Deze factormodellen vormen de basis voor de rest van deze scriptie en mijns inziens is het dan ook belangrijk hierin een goed inzicht te verwerven. 1 Capital Asset Pricing Model 1.1 Inleiding Het Capital Asset Pricing Model (CAPM) geeft de relatie weer tussen het risico en het verwachte rendement van aandelen. De eerste stap in het portefeuillebeheer werd gezet door Nobelprijswinnaar Harry Markowitz. Deze ontwikkelde eveneens het model van portefeuilleselectie, dat het principe van diversificatie ter reductie van het risico in zich draagt. Het model van Markowitz identificeert een efficiënte set van risico-rendement combinaties. Door middel van diversificatie leiden deze combinaties tot hogere verwachte rendementen en lagere risico s, waardoor het totale risico van een aandelenportefeuille gereduceerd kan worden. Deze diversificatie is afhankelijk van de mate van correlatie tussen de verschillende aandelen. Hoe lager de correlatie tussen de aandelen, hoe groter het effect van diversificatie. De bekomen efficiënte grens van risico-activa geeft voor elk niveau van risico het hoogste verwachte rendement weer, of anders bekeken voor elk niveau van verwacht rendement minimaliseert ze het risico. (BODIE Z. et al., 1989, pp ) 1.2 De assumpties Het CAPM model werd twaalf jaar later ontwikkeld Sharpe, Lintner en Mossin. Het model geeft een precieze voorspelling van de relatie tussen het geobserveerde risico van een aandeel en het verwachte rendement. 4
14 De basisversie van het CAPM model is gebaseerd op enkele vereenvoudigde assumpties die de analyse van het model danig vergemakkelijken: 1 De aanwezigheid van een perfecte markt. Deze assumptie impliceert dat er noch transactiekosten zijn, noch belastingen worden geheven. Er bestaan zodoende geen fricties in de kapitaalmarkt 2 De efficiënte markthypothese in sterke vorm. Alle informatie betreffende de markt is ten allen tijde voor iedereen beschikbaar. De prijs van een aandeel draagt bijgevolg alle informatie in zich die relevant is voor het bedrijf. 3 Beleggers zijn homogeen. Ze analyseren de markt op dezelfde wijze en gebruiken hetzelfde universum van activa voor dezelfde tijdshorizon. Dit betekent concreet dat ze allen dezelfde optimale portefeuille van Markowitz gebruiken. Ondanks het verschil in vermogen en een verschillende mate van risico-aversie hebben ze wat betreft de rendementsverwachtingen allen dezelfde homogene verwachtingen. 1.3 De Marktportefeuille Een eerste belangrijke implicatie van de veronderstellingen eigen aan CAPM is de Marktportefeuille als enige factor. Deze portefeuille is de som van alle aandelenportefeuilles van alle individuele beleggers en stelt aldus de geaggregeerde risicoportefeuille voor. Indien alle beleggers hun individuele portefeuilles willen optimaliseren, veronderstelt CAPM dat ze allen bij dezelfde optimale portefeuille zullen belanden. In marktevenwicht zal de marktportefeuille bijgevolg door alle beleggers aangehouden worden. Elke belegger belegt zodoende voor een deel in de marktportefeuille, en eventuele verschillen in de mate van belegging zijn te wijten aan de verschillende mate van risicoaversie. De marktportefeuille is echter niet observeerbaar, wat uiteraard een belangrijke beperking stelt aan het CAPM. (BODIE Z. et al., 1989, pp. 284) 1.4 De verwachte rendement-bèta relatie in CAPM Het CAPM kan voorgesteld worden als een verwachte rendement-bèta relatie, namelijk E(r P ) = r f + β P [E(r M )- r f ], met E(R P ) = het verwachte rendement van portefeuille P, r f = risicovrije rente, β P = het marktrisico, 5
15 E(r M ) = het verwachte rendement van de marktportefeuille, E(r M )- r f = de risicopremie op de marktportefeuille. Voor elke portefeuille geldt dat de risicopremie voor het gelopen marktrisico een functie is van bèta. De risicopremie voor elk individueel actief is direct proportioneel met zowel de bèta van het individueel actief, als de risicopremie voor de marktportefeuille. Grafisch kan men deze relatie weergeven als de Security Market Line (SML) die de trade-off weergeeft tussen het vereiste rendement en het systematische risico van individuele aandelen. Goed geprijsde activa zullen exact op de SML liggen, waarbij het verwachte rendement in evenwicht is met het gelopen risico, en zodoende gelijk is aan het noodzakelijke rendement. Gegeven de gestelde assumpties van het CAPM model zullen alle activa in marktevenwicht op de SML moeten liggen. ( BODIE Z. et al., 1989, pp ) In het CAPM houdt men bij het waarderen van individuele beleggingen rekening met de eliminatie van het onsystematische risico door middel van diversificatie. De risicopremie die de belegger verwacht zal dus enkel afhangen van het systematische risico. De bèta van een aandeel is een maatstaf van het systematische risico van een aandeel tegenover van het marktrisico, anders gesteld de correlatie van het aandelenrendement met het marktrendement. De bèta van de marktportefeuille evenals de bèta van een gemiddeld aandeel bedraagt één. Bedrijven met bèta's groter dan één worden aanzien als agressieve aandelen omdat ze heviger fluctueren dan de markt. Bedrijven met bèta's lager dan één beschouwt men als defensief. (OOGHE H. et al., 2002, pp. 152) Het CAPM gaat in weze over relaties tussen verwachte rendementen, terwijl we enkel gerealiseerde en actuele rendementen kunnen vaststellen. Om de stap van verwachte rendementen naar gerealiseerde rendementen te verwezenlijken kan men het systematische risico schatten door toepassing van het zogenaamde marktmodel, r i = α i + β i r M + ε i, met r i = het rendement op actief i, α i = constante, β i = de schatting van het systematische risico, r M = het rendement op de marktportefeuille, ε i = het niet-systematische risico. 6
16 Het CAPM is een model dat gebaseerd is op slechts één verklarende factor in de relatie tussen risico en rendement, namelijk de marktportefeuille. Ze houdt derhalve geen rekening met andere factoren die enigszins het rendement op aandelen kunnen beïnvloeden. Ondanks het feit dat de gestelde assumpties aan het model allerminst een correcte weergave zijn van de complexe realiteit, kunnen we toch stellen dat het CAPM een eerste stap was in de verklaring van de relatie tussen het risico en het rendement. De bèta in het model is vandaag de dag nog steeds een goede en belangrijke waardemeter van het marktrisico en de marktgevoeligheid. Hedendaags wordt CAPM nog steeds gebruikt in investeringsanalyses en methodes ter waardering van activa. 2 De Arbitrage Pricing Theory 2.1 Inleiding Naast het CAPM werden tal van alternatieve modellen ontwikkeld om uitgaande van het risico het vereiste rendement op een beleggingsopp.ortuniteit te bepalen. De logica achter het CAPM werd grotendeels behouden, doch zochten deze modellen hoofdzakelijk naar realistischere assumpties en verklaringen voor de risico-rendement relatie. De aandacht spitste zich voornamelijk toe op meerdere verklarende factoren in plaats van de marktportefeuille als enige verklarende factor. In wat volgt zullen we het belangrijkste alternatief model bespreken, namelijk de Arbitrage Pricing Theory (APT). 2.2 De assumpties De Arbitrage Pricing Theory (APT) werd in 1976 ontwikkeld door Stephen Ross. Net zoals CAPM probeert hij de relatie tussen het verwachte rendement en risico te verklaren via een SML, doch baseert hij zich niet enkel op één verklarende factor maar ontwikkelde hij een model dat toelaat het rendement en het systematische risico te verklaren door verschillende factoren tegelijkertijd, namelijk een multifactormodel. APT is gebaseerd op drie essentiële proposities: 1. In een rationeel marktevenwicht zijn er geen arbitrageopportuniteiten: Arbitrageopp.ortuniteiten ontstaan wanneer een belegger winst kan maken zonder het lopen van enig risico en zonder het maken van enige belegging. Een basisveronderstelling van de kapitaalmarktentheorie is dat marktprijzen zich zullen aanpassen om deze arbitrageopportuniteiten te elimineren. Ross neemt dan ook 7
17 aan dat in marktevenwicht geen arbitrage mogelijk is. Deze assumptie bezorgde het APT haar huidige naam. 2. De niet-systematische risicocomponent (e) kan men weg diversifiëren. Deze stelling komt overeen met CAPM in die zin dat indien een portefeuille voldoende niet-perfect gecorreleerde activa bevat, de niet-systematische risicocomponent geëlimineerd kan worden door diversificatie. Hierdoor zal enkel het systematische risico van de factor een risicopremie vereisen in marktevenwicht. ( BODIE Z. et al., 1989, pp. 351) 3. De derde stelling eigen aan het APT is dat rendementen van activa beschreven kunnen worden via factormodellen. In het geval van APT betreft dit een model met meerdere factoren. Als gevolg van deze drie stellingen kan een identieke SML aan die van het CAPM gevonden worden, doch zonder de restrictieve assumpties. Hierdoor vereist het APT niet dat men de marktportefeuille als benchmark moet gebruiken, waardoor elke goed gediversifieerde portefeuille op de SML als benchmark kan dienen. (BODIE Z. et al., 1989, pp. 355) Dit bezorgt het APT uiteraard een grotere flexibiliteit daar men geen rekening dient te houden met de niet-observeerbare marktportefeuille. 2.3 Het multifactormodel Een belangrijk en essentieel element van APT is dat het meer dan één factor toelaat ter verklaring van het rendement en het risico. Een multifactormodel kan als volgt worden voorgesteld, r it = E(r i ) + β i1 F 1t + β i2 F 2t + + β ik F kt + ε it, met F = k verschillende verklarende factoren, i = 1,,n. De k-factoren vertegenwoordigen het systematische risico in het model en zijn allen ongecorreleerd. (ROLL R. en ROSS A., 1980, pp. 1076) Elke factor van het model meet een onverwachte wijziging in de onderliggende variabele. Elke factor heeft met andere woorden een verwachte waarde van nul. (BODIE Z. et al., 1989, pp. 356) De bèta s in het model vertegenwoordigen de gevoeligheid van de rendementen van het aandeel i op wijzigingen in de factoren F k. Hoe hoger de absolute waarde van de bèta s, hoe 8
18 groter het factorrisico en bijgevolg hoe hoger de risicopremie. 2.4 De verwachte rendement-bèta relatie in APT De verwachte rendement-bèta relatie met meerdere factoren kan men als volgt voorstellen, E(r) = r f + β 1 [E(r F1 )- r f ] + β 2 [E(r F2 )- r f ] + + β k [E(r Fk )- r f ], met [E(r F )- r f ] = de risicopremie voor elke factor. Net als bij CAPM is deze relatie tussen het verwachte rendement en risico lineair. Voor elke factor, of anders gesteld voor elke mogelijke bron van systematische risico in de relatie vindt men een risicopremie E(r F )- r f. (BODIE Z. et al., 1989, pp. 1079) De verwachte rendement-bèta relatie wordt voorgesteld gebruik makend van een goed gediversifieerde portefeuille bestaande uit een voldoende aantal aandelen. Het empirisch testen van het APT kan volgens Roll en Ross (1980) uitgevoerd worden via het toepassen van factoranalyse. Naar deze statistische benadering wordt later in deze scriptie verwezen. Een zware tekortkoming van het APT is dat het geen universeel antwoord geeft op de vragen welke en hoeveel factoren belangrijk zijn voor het bepalen van de verwachte rendementen. Dit verhoogt enerzijds wel de flexibiliteit van het model, anderzijds heeft dit als gevolg dat het minder praktisch bruikbaar is dan bijvoorbeeld CAPM. (OOGHE H. et al., 2002, pp.154) 2.5 Besluit Uit het voorgaande mogen we besluiten dat het APT een zeer geschikt alternatief is voor het CAPM. Beide modellen gaan dan ook uit van dezelfde basisgedachten. Zo geven ze een benchmark voor de rendementsvoeten, die gebruikt kan worden bij kapitaalbudgettering en investeringsevaluaties. Daarnaast belichten ze het verschil tussen het niet-diversifieerbare factorrisico, dat een vergoeding in de vorm van een risicopremie vereist, en het diversifieerbare risico dat geen extra vergoeding vereist. (BODIE Z. et al., 1989, pp.. 356) Beide modellen geven dus inzicht in de relatie tussen rendement en risico, en geven deze relatie weer als een lineaire functie. Hoewel het multifactormodel toelaat een groot aantal factoren te gebruiken ter verklaring van de aandelenrendementen, neemt het APT aan dat slechts enkele factoren gebruikt kunnen 9
19 worden om de variatie in de aandelenrendementen te verklaren. (BAI J. en SERENA N., 2002, pp. 193) Het CAPM is echter gebonden aan de niet-observeerbare marktportefeuille. APT daarentegen vereist geen marktportefeuille als benchmark en rust op minder restrictieve veronderstellingen. Bovendien laat het APT als multifactormodel ruimte voor meerdere verklarende factoren, waardoor het in staat is een groter deel van de rendementsvariatie tussen aandelen te verklaren en aldus uitgebreider informatie te verschaffen over de risicorendementsrelatie. (BOWER D.H. et al., 1984, pp.1045) Deze eigenschap stelt het model dan ook in staat oneindig veel combinaties van factoren te maken, waardoor haar flexibiliteit uiteraard danig verhoogt. In zijn werk stelt Brennan (1971) dat een goed rendementsverklarend model gebaseerd moet zijn op minimum twee factoren en niet zoals het CAPM op één factor. Ook Bower (1984) besluit uit zijn onderzoek dat APT een veel grotere verklaringskracht heeft in de rendementsvariatie, zowel doorheen de tijd via tijdsseries als cross-sectioneel. 10
20 Hoofdstuk 2 : Factoranalytisch Onderzoek 1 Inleiding In factormodellering kan men een onderscheid maken tussen enerzijds een éénfactormodel zoals bijvoorbeeld het CAPM en anderzijds een multifactormodel zoals het APT. Deze modellen stellen de relatie tussen het verwachte rendement en het risico lineair voor en veronderstellen dat deze lineaire relatie bepaald wordt door één of meerdere factoren. Een multifactormodel zoals het APT heeft evenwel de tekortkoming dat ze geen uitspraak doet omtrent hoeveel factoren de verwachte rendementen beïnvloeden en welke economische variabelen aan deze factoren kunnen worden gekoppeld. Vooraleerst gaan we in op de eerste vraag, die eigenlijk in drie vragen kan worden onderverdeeld. In wat volgt zullen we werken bespreken van auteurs die onderzoek verrichtten naar deze onderwerpen en in hun werken antwoorden trachtten te geven op deze drie prangende vragen eigen aan het APT en de multifactormodellen, namelijk: - bestaan er meerdere factoren? - indien ze bestaan, hoeveel factoren kunnen er gevonden worden? (ROLL R. en ROSS A., 1980, pp. 1075) Niet toevallig worden deze vragen vermeld in het basiswerk betreffende het APT van de hand van Roll en Ross dat hierna uitgebreid besproken wordt. Elk van de volgende werken steunt dan ook op de gedachten eigen aan dit fundamenteel onderzoekswerk. In een tweede deel zal dan later ingegaan worden op de tweede fundamentele vraag betreffende welke economische variabelen geïdentificeerd kunnen worden als systematische factoren. Hier zal dan aandacht besteed worden aan de macro-economische aanpak, met speciale aandacht voor de olieprijzen als systematische factor. 2 De drie soorten multifactormodellen Multifactormodellen van aandelenrendementen kan men in drie soorten onderverdelen, namelijk de statistische, de fundamentele en de macro-economische factormodellen. De statistische factormodellen doen beroep op factoranalyse om het aantal significante factoren na te gaan. Factoranalyse is een statistische methode waarbij de relaties tussen een set van k onderling afhankelijke variabelen worden bestudeerd. Vervolgens zal men trachten 11
21 het grote aantal onderlinge afhankelijke variabelen te reduceren tot enkele onderliggende significante factoren. (AL-NAJJAR N.I., 1997, pp. 231) Het is op basis van deze methode dat de auteurs in de hiernavolgende werken het aantal systematische factoren trachten te bepalen. De fundamentele factormodellen gebruiken bedrijfsattributen zoals de bedrijfsomvang, het dividendrendement, de book-to-market ratio en de sectorclassificatie om de variatie in de aandelenrendementen te verklaren. Een bekend voorbeeld van een fundamenteel model betreft het driefactormodel van Fama en French. In deze scriptie wordt echter geen beroep gedaan op deze methodes van factormodellering waarvoor we de geïnteresseerde lezer graag verwijzen naar Connor G. (1995). Het derde type betreft de macro-economische factormodellering. Deze wordt verder in deze scriptie uitgebreid besproken waardoor we er hier niet dieper op in gaan. 3 Factoranalytisch onderzoek 3.1 Inleiding In het factoranalytisch onderzoek tracht men na te gaan hoeveel systematische factoren de aandelenrendementen bepalen. Hierbij gaan ze uit van de via APT bewezen multifactor hypothese die stelt dat meerdere factoren de aandelenrendementen beïnvloeden. In het empirisch onderzoek van deze scriptie trachten we ook na te gaan welke factoren invloed hebben op de aandelenrendementen. Zoals vermeld doen we dit echter niet via de factoranalytische methode, maar door het identificeren van macro-economische factoren die invloed hebben op de aandelenrendementen. 3.2 Het aantal systematische factoren Roll en Ross De eerste onderzoekers die in hun werk het aantal systematische factoren onderzoeken zijn Roll en Ross. Men kan deze laatste dan ook aanzien als de pioniers inzake het factoranalytisch onderzoek. Hierbij baseren ze zich op de theoretische grondgedachten van het door Ross zelf ontwikkelde model APT. In hun zoektocht naar de systematische factoren achter de risico-rendementsrelatie stellen Roll en Ross (1980) dat slechts enkele variabelen in aanmerking komen. Indien deze werkelijk van toepassing zijn, moeten ze verbonden zijn aan fundamentele macroeconomische aggregaten zoals het BBP of de intrestvoeten. (ROLL R. en ROSS A., 1980, pp. 1077) 12
Hoofdstuk 10: Kapitaalmarkten en de prijs van risico
Hoofdstuk 10: Kapitaalmarkten en de prijs van risico In dit hoofdstuk wordt een theorie ontwikkeld die de relatie tussen het gemiddelde rendement en de variabiliteit van rendementen uitlegt en daarbij
Nadere informatieOefenopgaven Hoofdstuk 7
Oefenopgaven Hoofdstuk 7 Opgave 1 Rendement Een beleggingsadviseur heeft de keuze uit de volgende twee beleggingsportefeuilles: Portefeuille a Portefeuille b Verwacht rendement 12% 12% Variantie 8% 10%
Nadere informatieRendement. 9 de jaargang maart 2015 nr 30 FINANCIEEL NIEUWS
Rendement 9 de jaargang maart 2015 nr 30 FINANCIEEL NIEUWS De voordelen van globale diversificatie Ondanks de sterk toegenomen globalisering blijft internationale diversificatie in aandelenportefeuilles
Nadere informatieHOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE
HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE 1 DOEL VAN REGRESSIE ANALYSE De relatie te bestuderen tussen een response variabele en een verzameling verklarende variabelen 1. LINEAIRE REGRESSIE Veronderstel dat gegevens
Nadere informatieRobeco Emerging Conservative Equities
INVESTMENT OPPORTUNITY oktober 2013 Voor professionals INTERVIEW MET PORTFOLIO MANAGER PIM VAN VLIET Robeco Emerging Conservative Equities Beleggen in opkomende markten met een lagere kans op grote koersdalingen.
Nadere informatieONDERZOEK NAAR DE RENDEMENTSPERSISTENTIE BIJ ICB S
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2002-2003 ONDERZOEK NAAR DE RENDEMENTSPERSISTENTIE BIJ ICB S Scriptie voorgedragen tot het bekomen van de graad van : Licentiaat in de
Nadere informatieSumma Value & Defensive Fund Intern collectief verzekeringsfonds bij Bâloise vie Luxembourg
Summa Value & Defensive Fund Intern collectief verzekeringsfonds bij Bâloise vie Luxembourg Het Summa Value & Defensive Fund: een efficiënte vorm van defensief vermogensbeheer! Het Summa Value & Defensive
Nadere informatieDutch Summary. Dutch Summary
Dutch Summary Dutch Summary In dit proefschrift worden de effecten van financiële liberalisatie op economische groei, inkomensongelijkheid en financiële instabiliteit onderzocht. Specifiek worden hierbij
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) In de afgelopen twintig jaar zijn patronen in rendementen van aandelen gevonden die niet vanuit de neo-klassieke economische theorie kunnen worden verklaard. Modellen als
Nadere informatieMarktwaarde per aandeel. Winst per aandeel (WPA)
Wat betekent k/boekwaarde (koers/boekwaarde)- of K/B-ratio? Een ratio die de marktwaarde van een aandeel vergelijkt met zijn boekwaarde. De ratio wordt berekend door de actuele slotkoers van het aandeel
Nadere informatie4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau
4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit
Nadere informatieOver Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten
1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor
Nadere informatieGLOBAL ANALYZER HANDLEIDING
HANDLEIDING GLOBAL ANALYZER RAPPORTS 1 Het Identificatie blok 1 Het Diagnose blok 1 Het Conclusies blok 1 Het bedrijfsprofiel 2 De verschillende Onderdelen 2 DE WAARDERING 2 Koop laag, verkoop hoog! 2
Nadere informatieDe povere prestaties van beleggingsfondsen
De povere prestaties van beleggingsfondsen Auteur(s): Horst, J. ter (auteur) Nijman, T. (auteur) Roon, F. de (auteur) Ter Horst en Nijman: Katholieke Universiteit Brabant, De Roon: Erasmus Universiteit
Nadere informatieOktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :
Oktober 2015 Macro & Markten 1. Rente en conjunctuur : VS Zoals al aangegeven in ons vorig bulletin heeft de Amerikaanse centrale bank FED de beleidsrente niet verhoogd. Maar goed ook, want naderhand werden
Nadere informatieInvloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting
xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het
Nadere informatieOverzicht van de fondsen tak 23 in Voorzorg
Capital Life Overzicht van de fondsen tak 23 in Voorzorg Situatie op 31/10/2014 Capital Balanced Benchmark obligaties: EuroMTS Global Index Datum Performance (%) Sterren NIW Info oprichting 1 maand 3 maanden
Nadere informatieRisico en Rendement. Een uitleg over de relatie tussen risico en rendement en waarom het beter is om je beleggingen te spreiden over meerdere activa.
Risico en Rendement Een uitleg over de relatie tussen risico en rendement en waarom het beter is om je beleggingen te spreiden over meerdere activa. SEPTEMBER 30, Auteur: itek ten Hove Alle grafieken zijn
Nadere informatieDe conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen: een econometrische analyse
De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen:
Nadere informatieStrategy Background Papers
november 2013 Beleggen in vastgoed Huurder of eigenaar, iedereen krijgt in het dagelijkse leven te maken met vastgoed. De meeste eigenaars van een huis zien hun woning meer als een vorm van comfort dan
Nadere informatieAG Protect + Risk Control Europe 90 / 2. Lancering : 14 september tot en met 30 oktober 2015* *Behoudens vervroegde afsluiting
AG Protect + Risk Control Europe 90 / 2 Lancering : 14 september tot en met 30 oktober 2015* *Behoudens vervroegde afsluiting 1 21/08/2015 Waarom AG Protect + Risk Control Europe 90 / 2? Volgende reeks
Nadere informatieT T A M. Vandaag lijken aandelen volgens TreeTop Asset Management absoluut en relatief goedkoop.
T T A M Een vermogen 249 keer verhogen sinds 1900 Ondanks twee wereldconflicten en de grote crisis van de jaren dertig, verhoogde de reële waarde (na inflatie) van een globale aandelenportefeuille 249
Nadere informatieHoofdstuk 13: Het gedrag van investeerders en de efficiëntie van de Kapitaalmarkt
Hoofdstuk 13: Het gedrag van investeerders en de efficiëntie van de Kapitaalmarkt Volgens het Kapitaal Activa Prijsmodel (CAPM) is de marktportfolio efficiënt, en zou het onmogelijk zijn om consistent
Nadere informatieDe globalisering van aandelenmarkten 1 David Blitz en Judit Vennix 2
De globalisering van aandelenmarkten 1 David Blitz en Judit Vennix 2 Voor wereldwijde aandelenportefeuilles was tot voor kort één van de belangrijkste beleggingsbeslissingen in welk land of in welke regio
Nadere informatieTactische Asset Allocatie
Tactische Asset Allocatie Enno Veerman Volendam, 2 maart 2012 Tactische Asset Allocatie (TAA) Strategische Asset Allocatie (SAA): portefeuille samenstellen op basis van lange-termijn voorspellingen TAA:
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%
Nadere informatieRobuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid
Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De
Nadere informatieCare IS klantbijeenkomst. Hotel Van der Valk oktober 2015
Care IS klantbijeenkomst Hotel Van der Valk oktober 2015 Welkom Wij heten u van harte welkom in Van der Valk Hotel 2 Programma 19.00 uur Ontvangst 19.30 uur Opening 19.40 uur Chinese groeivertraging 20.00
Nadere informatieWaarom, wanneer en hoe te beleggen in Europese smallcaps? Daniel Haesen
Waarom, wanneer en hoe te beleggen in Europese smallcaps? Daniel Haesen De meeste institutionele beleggers volgen een top-downbenadering 1 voor hun assetallocatie, waarbij ze kiezen tussen obligaties,
Nadere informatieEerder technische dan fundamentele correctie 7 februari 2018
ASSETALLOCATIE FLASH Multi-asset, Quantitative and Solutions (MAQS) Eerder technische dan fundamentele correctie 7 februari 2018 VOOR PROFESSIONELE BELEGGERS Christophe MOULIN hoofd Multi Asset christophe.p.moulin@bnpparibas.com
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting In financiële markten spelen verwachtingen een bijzonder belangrijke rol. Het gedrag dat personen vertonen die deelnemen aan financiële markten, de zogenaamde marktparticipanten,
Nadere informatieInformatie over beleggingsbeleid particulier vermogensbeheer. 1) Op welke beleggingsovertuigingen baseert Index People haar dienstverlening?
Informatie over beleggingsbeleid particulier vermogensbeheer 1) Op welke beleggingsovertuigingen baseert Index People haar dienstverlening? Welke principes vormen de basis voor het beleggingsbeleid en
Nadere informatieVerklaring van Beleggingsbeginselen. Joachim Aelvoet CBFA
Verklaring van Beleggingsbeginselen Joachim Aelvoet CBFA 17 maart 2011 Onderzoek 29 IBP's +/- 4,5 miljard euro vermogen +/- 100.000 aangeslotenen methode: eerste analyse individueel gesprek conclusies
Nadere informatieVan Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters
In onze eerste nieuwsbrief nieuwe stijl willen wij terugblikken op het afgelopen kwartaal, lichten wij ons beleggingsbeleid nader toe en uiteraard geven wij onze visie op de financiële markten. Terugblik
Nadere informatieFolkert Buiter 2 oktober 2015
1 Nuchter kijken naar feiten en trends van aardbevingen in Groningen. Een versneld stijgende lijn van het aantal en de kracht van aardbevingen in Groningen. Hoe je ook naar de feitelijke metingen van de
Nadere informatieReële karakteristieken van beleggingscategorieën
Reële karakteristieken van beleggingscategorieën Henk Hoek ORTEC Postbus 4074 3006 AB Rotterdam Max Euwelaan 78 Tel. +31 (0)10 498 6666 info@ortec.com www.ortec.com 6 november 2008 Inleiding: nominaal
Nadere informatieM A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2012
M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2012 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 29303 29 oktober 2013 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 28 oktober 2013, nr. IENM/BSK-2013/239467,
Nadere informatieNieuwe inzichten voor ALM analyse naar aanleiding van de krediet crisis
Nieuwe inzichten voor ALM analyse naar aanleiding van de krediet crisis Peter Vlaar Hoofd ALM modellering APG VBA ALM congres 5 november 2009 Agenda Karakteristieken van de kredietcrisis? Hoe kunnen we
Nadere informatieHet CAPM en zijn kritieken
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2012 2013 Het CAPM en zijn kritieken Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Toegepaste Economische
Nadere informatieUitkomen voor de beste resultaten. DB Star Performer
Uitkomen voor de beste resultaten DB Star Performer Gestimuleerd rendement Voordelen Hoe het werkt Simulatie aan de hand van historische gegevens geeft consistente resultaten op lange termijn Voordelen
Nadere informatieSprinters Club 22/03/2011
Sprinters Club 22/03/11 PORTEFEUILLE SPRINTERS Aankoop Sprinters Verkoop Sprinters Datum Markt LNG of SHT koers aantal totaal datum koers totaal AEX LNG 2 AEX SHT 9 9/3/11 OLIE LNG 69..02 71 2486.42 34.68
Nadere informatieAEGON Equity Fund. vierde kwartaal 2006
Profiel Het AEGON Equity Fund is een besloten fonds voor gemene rekening, waarin verzekeringsrelaties van AEGON kunnen participeren. Het AEGON Equity Fund belegt wereldwijd in aandelen met de nadruk op
Nadere informatieEXTRA RENDEMENTSEIS BIJ DE WAARDERING VAN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN
!"# $ %&'()()*+$ %&'()(,-. /,-- ) EXTRA RENDEMENTSEIS BIJ DE WAARDERING VAN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN Over het algemeen worden kleinere ondernemingen relatief lager gewaardeerd dan grotere ondernemingen
Nadere informatieGender: de ideale mix
Inleiding 'Zou de financiële crisis even hard hebben toegeslaan als de Lehman Brothers de Lehman Sisters waren geweest?' The Economist wijdde er vorige maand een artikel aan: de toename van vrouwen in
Nadere informatieDe evolutie in verkeersveiligheid op autosnelwegen beschreven aan de hand van blootstelling en risico
De evolutie in verkeersveiligheid op autosnelwegen beschreven aan de hand van blootstelling en risico Elke Hermans Geert Wets Filip Van den Bossche Instituut voor Mobiliteit Universiteit Hasselt Het algemene
Nadere informatieVoorspellingen Peakoil Nederland. Realisten of doemdenkers?
Voorspellingen Peakoil Nederland Realisten of doemdenkers? Lievelde, Erve Kots, 27 Mei 2009 World Oil Production & Peaking Outlook *Eerste Rapportage Peakoil Nederland met analyse van de toekomstige olieproductie
Nadere informatieTentamen Corporate Finance 2008 II
Vraag 1. Welk type marktefficiëntie betreft het als ook alle publieke informatie in een prijs verwerkt is? a. Zwakke vorm efficiëntie. b. Semi-sterke vorm efficiëntie. c. Sterke vorm efficiëntie. d. Supersterke
Nadere informatieImplementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus
Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus Dat economie in essentie geen experimentele wetenschap is maakt de econometrie tot een onmisbaar
Nadere informatiePortefeuillekeuze voor lange-termijn beleggers met liquiditeitsrisico's. Joost Driessen 26 maart 2013
Portefeuillekeuze voor lange-termijn beleggers met liquiditeitsrisico's Joost Driessen 26 maart 2013 Illiquide assets voor lange-termijn beleggers? David Swensen, CIO Yale endowment: "Accepting illiquidity
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 58700 25 oktober 2017 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 9 oktober 2017, nr. IENM/BSK-2017/216399,
Nadere informatieRendement in een laagrentende omgeving
Rendement in een laagrentende omgeving FIN bijeenkomst, 9 april 2015 Hendrik Zonnenberg (Multifund B.V.) Inhoud Lage verwachte lange termijn rendementen 3 Implicaties laag renderende omgeving 6 Impact
Nadere informatieHoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt.
Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt Bedrijven gebruiken bonden om investeringen te financieren of om fondsen te collecteren om schulden mee af te betalen Wat voor soort bonden zouden
Nadere informatieDOUBLEDIVIDEND OUTLOOK 2015 KWALITEIT ONAFHANKELIJK BETROKKEN
DOUBLEDIVIDEND OUTLOOK 2015 KWALITEIT ONAFHANKELIJK BETROKKEN DECEMBER 2014 1. Economie VS blijg anker Het IMF verwacht een wereldwijde economische groei van 3,8% in 2015 Met een verwachte economische
Nadere informatieishares CURRENCY HEDGED ETF s ALLEEN VOOR PROFESSIONELE BELEGGERS
ishares CURRENCY HEDGED ETF s ALLEEN VOOR PROFESSIONELE BELEGGERS Inhoud Inleiding 1 De belangrijkste voordelen van ishares Currency Hedged ETF s 1 De werking van ishares Currency Hedged ETF s 2 De impact
Nadere informatieBELEGGINGSINSTITUUT. André Brouwers.
BELEGGINGSINSTITUUT André Brouwers Disclaimer Het Beleggingsinstituut staat niet onder toezicht van de AFM. Het Beleggingsinstituut staat niet onder toezicht van De Nederlandsche Bank. Het Beleggingsinstituut
Nadere informatieA c. Dutch Summary 257
Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad
Nadere informatie11. Multipele Regressie en Correlatie
11. Multipele Regressie en Correlatie Meervoudig regressie model Nu gaan we kijken naar een relatie tussen een responsvariabele en meerdere verklarende variabelen. Een bivariate regressielijn ziet er in
Nadere informatieEEN SIMULATIESTUDIE VAN DE SCHEDULE CONTROL INDEX
EEN SIMULATIESTUDIE VAN DE SCHEDULE CONTROL INDEX Universiteit Gent Faculteit economie en bedrijfskunde Student X Tussentijds Rapport Promotor: prof. dr. M. Vanhoucke Begeleider: Y Academiejaar 20XX-20XX
Nadere informatieOnderbouwing van de rendementsverwachtingen 2014
Onderbouwing van de rendementsverwachtingen 2014 Portfolio Management Ostrica BV Januari 2014 Rendementsverwachtingen Ostrica 2014 In dit document wordt een onderbouwing gegeven van de rendementsverwachtingen
Nadere informatieSamenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nadere informatieOnderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011)
Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Verkeerskundige interpretatie van de belangrijkste tabellen (Analyserapport) D. Janssens, S. Reumers, K. Declercq, G. Wets Contact: Prof. dr. Davy
Nadere informatieBEHEERSVERSLAG TRANSPARANTINVEST 4/3/2015. Macro & Markten, strategie. 1. Rente en conjunctuur : EUROPA
BEHEERSVERSLAG TRANSPARANTINVEST 4/3/15 Macro & Markten, strategie 1. Rente en conjunctuur : EUROPA De Europese rentevoeten zijn historisch laag, zowel op het korte als op het lange einde, en geven de
Nadere informatieMondgezondheidsrapport
Mondgezondheidsrapport sensibiliseringproject Glimlachen.be 2014 Effectevaluatie van een 4-jaar longitudinaal sensibiliseringproject in scholen in Vlaanderen Samenvatting J Vanobbergen Glimlachen - Souriez
Nadere informatieOnderbouwing van de rendementsverwachtingen
Onderbouwing van de rendementsverwachtingen 2013 Portfolio Management Ostrica BV Februari 2013 Rendementsverwachtingen Ostrica 2013 In dit document wordt een onderbouwing gegeven van de rendementsverwachtingen
Nadere informatieBeleggingsthema s 2016. What a difference a day makes (1975), Dinah Washington
Beleggingsthema s 2016 What a difference a day makes (1975), Dinah Washington Inleiding De dagen die in 2015 het verschil maakten, zijn de dagen waarop centrale bankiers uitspraken deden, what a difference
Nadere informatieOnze modelportefeuilles Superieure rendements-risico karakteristieken
Onze modelportefeuilles Superieure rendements-risico karakteristieken Inleiding De Vries Investment Services is pionier in Nederlands m.b.t. het aanbieden van de beste beleggingsoplossingen. Enkele belangrijke
Nadere informatieETF. Brochure bestemd voor particuliere beleggers INTERMEDIATE. Een onderneming van de KBC-groep
Brochure bestemd voor particuliere beleggers Gepubliceerd door KBC Securities in samen werking met Euronext. p. 2 Index 1. Inleiding 3 2. Fysieke ETF s 4 3. Synthetische ETF s 5 Voor- en nadelen 5 4. Inverse
Nadere informatieInhoud. Deel 1 Geen rendement zonder risico 1 Rustig en onrustig beleggen 12 2 Alles heeft z n prijs 27 3 Verdeel en heers 41
Inhoud Inleiding 9 Deel 1 Geen rendement zonder risico 1 Rustig en onrustig beleggen 12 2 Alles heeft z n prijs 27 3 Verdeel en heers 41 Deel 2 Eigen vermogen of onvermogen 4 Eigen vermogen 56 5 Uit balans
Nadere informatiehet investeringsdomein is niet meer sectorgebonden, maar beslaat in potentie het geheel van de sectoren van de MSCI Europe index.
BRIEF AAN DE AANDEELHOUDER VAN HET GBF 'AMUNDI ETF MSCI EUROPE IT UCITS ETF' Parijs, 2 januari 2014 Mevrouw, Mijnheer, Hierbij delen we u, als aandeelhouder van het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds 'AMUNDI
Nadere informatie1 november 2011 Examenhal (18:30 21:30)
Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Naam: Studentnummer: Tentamen Financiering voor Vastgoedkunde Antwoordsuggesties 1 november 2011 Examenhal (18:30 21:30) Omcirkel het meest juiste antwoord bij de Multiple
Nadere informatieTaak 2: LP: simplex en sensitiviteitsanalyse Voorbeeld uitwerking
Taak 2: LP: simplex en sensitiviteitsanalyse Voorbeeld uitwerking. Sensitiviteitsanalyse (a) Als de prijs van legering 5 daalt, kan het voordeliger worden om gebruik te maken van deze legering. Als de
Nadere informatieBeleggen met LG Partners
Beleggen met LG Partners Voordat u met ons gaat beleggen wilt u weten waar u aan toe bent. Bij LG Partners begrijpen we dat. Daarom zetten wij in deze brochure op een rijtje hoe wij tegen beleggen aankijken.
Nadere informatieDeutsche Bank Wealth Management 0
0 Standaard risicoprofielen Bandbreedtes Vermogensbeheer Risico Profielen Conservative Core Growth Min Target Max Min Target Max Min Target Max Aandelen 0% 20% 40% 20% 40% 60% 40% 60% 80% Vastrentende
Nadere informatieTechnische analyse kan in verschillende soorten grafieken gebruikt worden om trends en trendwijzigingen
Woord Vooraf 7 8 Woord vooraf In tegenstelling tot de fundamentele analyse, waar vooral naar de waarde van een aandeel wordt gezocht, staat bij de technische analyse van aandelen de koers centraal. Wanneer
Nadere informatie10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017
In onze tweede nieuwsbrief nieuwe stijl blikken wij terug op het afgelopen kwartaal, lichten wij ons beleggingsbeleid nader toe en presenteren wij onze visie op de financiële markten voor het komende kwartaal.
Nadere informatieDe impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling
VIVES BRIEFING 2018/05 De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling Relatief verlies, absolute winst voor werknemers Yannick Bormans KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,
Nadere informatieAdvies Commissie Parameters
Advies Commissie Parameters Voorstel tot herziening van verwachte rendementen Sprenkels&Verschuren Maart 2014 Copyright 2014 Sprenkels & Verschuren. Geen enkele reproductie van het document of een deel
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34546 13 oktober 2015 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 12 oktober 2015, nr. IENM/BSK-2015/ 197529,
Nadere informatieReken maar! t.b.v. training CFP-examen (FPSB-Nederland) Donald van As
Reken maar! t.b.v. training CFP-examen (FPSB-Nederland) Donald van As 10-12-2009 Geld (uit)lenen Typen leningen / hypotheken Annuïteitenlening: afl. + rente = constant Lineaire lening: afl. = constant
Nadere informatieBeleggings- en Portefeuilletheorie Tentamen 14 januari 2004 Met oplossingen
Beleggings- en Portefeuilletheorie 14 januari 2004 1 Beleggings- en Portefeuilletheorie Tentamen 14 januari 2004 Met oplossingen 1. Een markt heeft uitsluitend risicoaverse beleggers met mean/variance
Nadere informatieMarktevoluties België: nieuwbouw - bestaande woningen Toenemend belang betaalbaarheid
Marktevoluties België: nieuwbouw - bestaande woningen Toenemend belang betaalbaarheid Roel Helgers Centrum voor Economische Studiën KU Leuven 15 e isolatiedag 18 september 2014 Antwerpen R. Helgers (CES,
Nadere informatieMasterproef Het volgen van insider trading als beleggingsstrategie
2013 2014 FACULTEIT BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen Masterproef Het volgen van insider trading als beleggingsstrategie Promotor : Prof. dr. Sigrid VANDEMAELE
Nadere informatieInfosessie Datastream Handleiding
Infosessie Datastream Handleiding In onderstaande handleiding worden enkele basisprincipes van het zoeken naar gegevens in Datastream geïllustreerd. Voor meer achtergrond informatie over de software wordt
Nadere informatieBachelor scriptie ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM ERASMUS SCHOOL OF ECONOMICS. BSc Economie en Bedrijfseconomie
ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM ERASMUS SCHOOL OF ECONOMICS BSc Economie en Bedrijfseconomie Bachelor scriptie Abnormale rendementen in Nederland en Duitsland na fusies en overnames Samenvatting In dit
Nadere informatieResultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014
Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze
Nadere informatieBeleggingsbeleid Titanium Vermogensbeheer
Beleggingsbeleid Titanium Vermogensbeheer Een belangrijk onderdeel van de dienstverlening van Titanium Vermogensbeheer betreft het beleggingsbeleid. Door vragen te stellen over ons beleggingsbeleid krijgt
Nadere informatieInhoudstafel. Winstdelingsreglement Allianz Invest V896 NL Ed. 04/13 2
Inhoudstafel HOOFDSTUK I WINSTDELINGSREGLEMENT...3 1. Doel van het reglement...3 2. Quotiteit van de verzekerde prestaties gebonden aan elk van de gekantonneerde fondsen...3 3. Bepaling van het globaal
Nadere informatieWetenschappelijk onderbouwd beleggen tegen een scherp tarief en een hoge service.
Wetenschappelijk onderbouwd beleggen tegen een scherp tarief en een hoge service. De mensen achter De Vries Investment Services 1. De Vries Investment Services is een Nederlandse beleggingsonderneming
Nadere informatieTrade van de week. Welcome to. Africa
Trade van de week Welcome to Africa We versturen nu al een tijdje wekelijks de Trade van de Week. Een Trade van de Week hoeft in absolute termen niet de grootste winst op te leveren. Een kleine investering
Nadere informatiePerscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie
Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de
Nadere informatieWoordenlijst Active Return: Verschil tussen het rendement van het fonds en van de referte-index. Alpha: Indicator die de bijdrage van de beheerder tegenover de referte-index aangeeft, rekening houdend
Nadere informatieGraydon studie. De impact van het individu op een faillissement.
Graydon studie. De impact van het individu op een faillissement. Inleiding Zou de financiële crisis even hard hebben toegeslaan als de Lehman Brothers de Lehman Sisters waren geweest? The Economist wijdde
Nadere informatieHet bepalen van de risicopremie voor aandelen: theorie en praktijk
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2013 2014 Het bepalen van de risicopremie voor aandelen: theorie en praktijk Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van
Nadere informatieDISCRETIONAIR BEHEER ONZE BEHEERSMANDATEN MET BELEGGINGSFONDSEN
DISCRETIONAIR BEHEER ONZE BEHEERSMANDATEN MET BELEGGINGSFONDSEN ONZE BEHEERSMANDATEN MET BELEGGINGSFONDSEN Banque de Luxembourg biedt u haar expertise aan op het gebied van vermogensbeheer. Door ons een
Nadere informatieOEFENINGEN HOOFDSTUK 6
OEFENINGEN HOOFDSTUK 6 1 OEFENING 1 EEN INDIVIDU NEEMT EEN BELEGGING IN OVERWEGING MET VOLGENDE MOGELIJKE RENDEMENTEN EN HUN WAARSCHIJNLIJKHEDEN VAN VOORKOMEN: RENDEMENTEN -0,10 0,00 0,10 0,0 0,30 WAARSCHIJNLIJKHEID
Nadere informatieRentezoekend Gedrag en Transfers bij Echtscheiding
0 Density.002.004.006.008 Rentezoekend Gedrag en Transfers bij Echtscheiding Auteur: Sietse Bracke i.s.m. Prof. K. Schoors en Prof. G. Verschelden Onderzoeksvraag Wordt rentezoekend gedrag gecompenseerd
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatie