Praktische opdracht ANW Aspirine

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Praktische opdracht ANW Aspirine"

Transcriptie

1 Praktische opdracht ANW Aspirine Praktische-opdracht door een scholier 2772 woorden 14 jaar geleden 6,8 17 keer beoordeeld Vak ANW Voorwoord Deze praktische opdracht gaat over aspirine. Het was voor mij altijd een middel wat makkelijk in te nemen was en hielp. Ik dacht er verder nooit over na hoe het werkte en waarom je er niet te veel van moest nemen. Daarom vind ik het leuk om hier een praktische opdracht over te maken. Inhoudsopgave 1. Wat is aspirine? 2. De geschiedenis van aspirine 3. De werking van aspirine 4. De bijwerkingen van aspirine 5. In welke vormen is aspirine verkrijgbaar? 6. Het Reye-syndroom en aspirine Wat is aspirine? Aspirine is een synthetisch product dat is afgeleid van het salicine dat in de bast van de zilverwilg en de moerasspirea voorkomt. De Romeinen gebruikten pasta s & sap van deze bast al om koorts en eksterogen te behandelen en Hippocrates beschreef het effect hiervan. De chemische structuur is opgehelderd door Dreser en Hoffman in Het bleek dat aspirine een sterkere pijnstiller was dan het natuurlijke salicylzuur. De uiteindelijke aspirine wordt verkregen door de acetyleringsreactie. Inmiddels bestaan er heel veel verschillende varianten van aspirine met nagenoeg dezelfde werking. Aspirine is een kleurloos wit poeder met een smeltpunt van ºC. Het is goed oplosbaar in water. Indien het in contact komt met vocht ontleedt het langzaam. De structuurformule is: De geschiedenis van aspirine Sinds 1897 is de aspirine officieel op de markt, maar het bestaat al meer dan 3500 jaar. Er is een Egyptisch schrift gevonden dat een collectie van 877 recepten voor medicijnen bevat. Hierin staat een recept tegen reuma en rugpijn, namelijk het aftreksel van larven die op mirte zitten. Duizend jaar later schreef Hippocrates, ook wel de vader der dokters genoemd, over het sap van de bast van de wilg, dat zou helpen tegen koorts en pijn. Wetenschapper Reverend Edmund Stone schreef in de 18e eeuw ook over de pijnstillende werking van de wilgenbast. Na veel onderzoeken van wetenschappers kwam uiteindelijk in 1829 de apotheker Leroux erachter dat de werkzame stof in dit sap salicyl is. Dit is afgeleid van de Latijnse naam voor wilg: salix. Pagina 1 van 6

2 Men weet nu dat deze stof ook in de larven op de mirte zat die de Egyptenaren gebruikten. Piria, een Italiaanse scheikundige, maakte voor het eerst salicylzuur door een stof toe te voegen aan het salicyl. Het medicijn werd in grote hoeveelheden toegediend om pijn en zwellingen tegen te gaan die bijvoorbeeld voorkwamen bij de ernstige ziekte artritis en om koorts te bestrijden bij bijvoorbeeld influenza. De stof had echter ook een nadeel, namelijk dat het ernstige maagklachten met zich meebracht. Soms was het zo erg dat er ernstige maagbloedingen ontstonden bij de patiënten. Één van deze patiënten was een Duitse man genaamd Hoffmann. Ook hij had last van ernstige artritis, maar zijn maag kon niet tegen het salicylzuur. Felix Hoffmann, zijn zoon, was scheikundige. Hij werkte bij het scheikundige bedrijf Bayer & Co. Hij wilde een medicijn vinden dat minder pijnlijk voor zijn vaders maag was. Hij redeneerde dat salicylzuur zo pijnlijk voor zijn maag zou zijn, omdat het een zuur was. Door een aantal chemische reacties uit te voeren, vond hij om 10 augustus 1897 de stof acetylsalicylzuur, nu beter bekend als aspirine. Hij ontdekte dat deze stof niet alleen nog beter zwellingen en pijn verminderde, maar ook minder irritaties in de maag veroorzaakte. In 1899 werd aspirine pas bekend, toen de scheikundige Dreser, een groot scheikundige bij Bayer & Co, vond dat het product genoeg getest was. Hij was ook degene die aspirine zijn huidige naam gaf. Deze naam stamt af van een plant uit dezelfde familie als de roos die ook salicyl aanmaakt. De wilg is niet de enige die dit kan. Toen het medicijn eenmaal een echte naam had, werd het bekend gemaakt en in 1900 verspreid. Het was één van de eerste medicijnen die in tabletvorm verkocht werden. Het grote voordeel van deze vorm was iedere tablet dezelfde dosis had, zodat men het effect beter kon controleren. Het product was meteen een groot succes en werd in grote aantallen verkocht. Rond 1920 braken er grote griepepidemieën uit. In het voorschrift van een bekende Duitse krant stond: Ga bij de eerste verschijnselen naar bed met een fles warm water aan je voeten en een kop thee en neem per dag drie tabletten aspirine. Als je deze regels volgt, ben je in een paar dagen weer beter. Aspirine heeft in deze tijd vele levens gered. In 1971 werd er nog een beter vorm van aspirine gemaakt, die lichter is voor de maag. Dit komt doordat het sneller werkt en hierdoor de werkzame stof al opgelost is voor het de maag bereikt. Ook wordt er dan uitgevonden hoe aspirine precies werkt. De werking van aspirine Aspirine werkt pijnstillend, koorstremmend, en in hogere dosering ook ontstekingsremmend. In lagere doseringen remt het de bloedplaatjesaggregatie waardoor de bloedingstijd wordt verlengd en de bloedstolling wordt vertraagd. Aspirine wordt daarom zowel toegepast als pijnstiller, koorts verlager en ontstekingsremmer, en in lagere doseringen wordt het gebruikt ter voorkoming van het optreden van bloedstolsel bij patiënten die hartproblemen hebben. Ook op het gebied van oncologie (kanker) liggen er mogelijk oplossingen bij de aspirine. 1. De werking als pijnstillend middel 2. Hoe aspirine bij hart- en vaat ziekten helpt 3. Hoe aspirine bij kanker helpt 1. De werking als pijnstillend middel Pijn wordt veroorzaakt door verschillende stoffen die vrijkomen bij beschadigingen. Werkende cellen in beschadigd weefsel geven die stoffen af, onder invloed van o.a. cytokinen en mitogenen. Deze stoffen werken dan op de zenuwuiteinden die het pijnsignaal naar de hersenen doorsturen. Een hormoon, die Pagina 2 van 6

3 daarin een belangrijke rol speelt is prostaglandine. In de cellen speelt het cyclooxygenase (COX) enzym een onmisbare rol in het maken van prostaglandine. Cyclooxygenase katalyseert de omzetting van arachidonzuur naar prostaglandine, een reactie die anders vrijwel niet verloopt. De aspirine voorkomt de werking van cyclooxygenase en voorkomt daarmee de vorming van prostaglandine, waardoor een groot gedeelte van de pijn verdwijnt. Aspirine is dus een inhibator, een stof die de werking van een eiwit, in dit geval die van COX, remt / stopt. Prostaglandine geeft niet alleen een pijnsignaal af, maar speelt een belangrijke rol in het hele lichaam. Daarom eerst wat meer over Prostaglandine. Prostaglandine wordt geproduceerd in cellen en werkt alleen in de buurt waar het geproduceerd is en wordt dan afgebroken. Prostaglandine stimuleert naast de pijnreactie ook de ontstekingsreactie wanneer er een infectie is en zorgt voor de verhoging van de lichaamstemperatuur. Daardoor werkt aspirine ook koortsverlagend en ontstekingsremmend. Daardoor is het ook goed te gebruiken bij reumatische pijnen. Daarnaast speelt prostaglandine ook nog een in het normaal functioneren. De prostaglandine die wordt gemaakt door COX-1 werkt in de normale processen, als boodschapper. De prostaglandine die werkt bij beschadiging en voor het pijnsignaal bedoelt is, wordt gemaakt door COX-2. COX-1 kan als het niet functioneert maagbloedingen e.d. veroorzaken. 2. Hoe aspirine bij hart- en vaatziekten helpt Dat de aspirine helpt bij hart- en vaatziekten komt door het antistollende effect op het bloed. Dit voorkomt dat er bloedpropjes in het bloed ontstaan zodat de vaten minder snel dichtslippen. Prostaglandine is een van de stollingsfactoren die vrijkomt uit beschadigde bloedvatwanden en bindweefsel. In het onderstaande schema zie je hoe door aspirine (oftewel door het reduceren van stollingsfactoren) het stollingsproces wordt geremd. De polypeptiden (oftewel fibrinedraden) zorgen voor de stolling. Dit is natuurlijk bij bloedingen wel goed, maar als dit spontaan in het bloed ontstaat gevaarlijk. Door dit te remmen verkleind aspirine de kans op hartaanvallen, kransslagaderziekten en beroertes door adervernauwing. 3. Hoe aspirine bij kanker helpt. Het is nog niet geheel duidelijk hoe aspirine kan helpen tegen kanker. Uit recent onderzoek is wel gebleken dat aspirine de kans op kanker verkleint. Aspirine veroorzaakt geprogrammeerde celdood in bepaalde tumoren. Hoe het precies werkt is nog onduidelijk. Men weet nog niet wat intracellulair gebeurd door prostaglandine. Er zitten binnen en buiten de cel receptoren voor prostaglandine. Deze zorgen voor een verandering in de concentratie cyclische adenosine monofosfaat (camp), andere invloeden worden ook nog onderzocht. camp dient vaak als tweede boodschapper bij door hormonen geregelde fysiologische fenomenen. Kinase, een belangrijke stof voor de stofwisseling, is hiervan ook afhankelijk. Waarschijnlijk speelt de stof NF-kB een rol in de werking van aspirine tegen kanker. NF-kB heeft een invloed op de ontstekingsreactie en kanker.de activiteit hierbij verandert bij frequent gebruik van aspirine. Maar hier moet nog verder onderzoek naar gedaan worden. Dit staat ook in een artikel op de kankerbestrijdingsite: Effect van aspirine op borstkanker nog voorbarig Amsterdam- 10 april 2003 Amerikaanse onderzoeker hebben gesteld dat het slikken van aspirine of ibuprofen de kans op borstkanker aanzienlijk zou kunnen verlagen. De onderzoekers hebben hun resultaten recent gepresenteerd. Pagina 3 van 6

4 Vrouwen die gedurende 10 jaar of langer per dag 325 milligram aspirine slikten, zouden tot 28% minder kans op borstkanker hebben. Een dagelijkse dosis van minimaal 200 milligram ibuprofen zou de kans op borstkanker zelfs met 50% verminderen. Voorbarig Volgens KWF kankerbestrijding zijn de resultaten van het onderzoek nog te voorbarig om conclusies te trekken over de beschermende werking van aspirine tegen borstkanker. Het is nog veel te vroeg om gezonde mensen een medicijn als preventie te adviseren. De Amerikaanse onderzoekers stellen zelf ook dat meer onderzoek noodzakelijk is om echt conclusies te kunnen trekken. Binnenkort start een groot onderzoek in Europa om de relatie tussen aspirine en een lagere kans op borstkanker de onderzoeken. KWF kankerbestrijding financiert ook onderzoek naar de werking van aspirine bij kanker. Risico verkleinen Voor het moment blijft echter het advies: beperk je risico door niet te roken, gezond te eten en voldoende te bewegen. Het langdurig slikken van aspirine of ibuprofen kan ook negatieve bijwerkingen hebben. De middelen kunnen bijvoorbeeld maagbloedingen of zweren veroorzaken. De bijwerkingen van aspirine Aspirine heeft een aantal bijwerkingen die kunnen optreden. Als het nu als nieuw geneesmiddel zou moeten worden geregistreerd als pijnstiller zou dat waarschijnlijk niet lukken. Een aantal mogelijke bijwerkingen: - maagklachten - bloedverlies in het maagdarmkanaal - verlenging van de bloedingstijd - overgevoeligheidsverschijnselen Deze bijverschijnselen komen door twee oorzaken. De eerste is dat is dat aspirine werkt op Cyclooxygenase 1 en 2. Dus ook de normale werking wordt beïnvloed. COX-1 werkt voornamelijk in de maag. Vandaar dat maagklachten een van de meest voorkomende klachten is. Een andere oorzaak van de bijverschijnselen is dat aspirine antistollend werkt. Daardoor duurt het langer voordat het bloed gestold is bij bloedingen en is aspirine ook niet samen met bloedverdunners te gebruiken. Ook weet met dat het gebruik ervan tijdelijk de aanmal van testosteron vermindert, maar dit neveneffect heeft geen blijvende of erg schadelijke werking. Aspirine mag onder bepaalde omstandigheden niet gebruikt worden. Het mag niet gebruikt worden door: - maagpatiënten die na eerder gebruik maagpijn kregen - patiënten met een maag of darmzweer - patiënten die overgevoelig zijn voor salicylzuur verbindingen of andere soortgelijke pijnstillers - patiënten met leveraandoeningen - patiënten met ernstige nierklachten - patiënten met neiging tot bloeden of stollingsstoornissen - patiënten die met antistollende middelen worden behandeld Gebruik bij zwangerschap en toediening aan baby s en zeer jonge kinderen wordt afgeraden. Daarnaast mag aspirine ook niet gebruikt worden in combinatie met alcohol, omdat dit de kans op maagklachten vergroot. Een andere belangrijke bijwerking van aspirine is dat het bij astma patiënten een veelal zeer heftige astma Pagina 4 van 6

5 aanval kan veroorzaken. Astma patiënten wordt om deze reden dan ook al in de bijsluiten sterk afgeraden aspirine of verwante pijnstillers te gebruiken. Klachten bij overdosering zijn: Duizeligheid, hoofdpijn, oorsuizen, verwardheid, misselijkheid, overgeven en maagpijn. Dit is het geval bij een matige overdosering. Bij ernstige overdosering komen hyperventilatie, transpireren, onrust, hallucinaties, spierkramp en soms zelfs bewusteloosheid en korte ademstilstand voor. In welke vormen is aspirine verkrijgbaar? Aspirine is in verschillende vormen verkrijgbaar: 1. de gewone tablet 2. de bruistablet 3. de kauwtablet 4. de tablet met gereguleerde afgifte 1. De gewone tablet: De meest bekende vorm. Een tablet bevat een halve gram acetylsalicylzuur. Deze vorm wordt al sinds het begin gebruikt en moet met voldoende water geslikt worden. Hoe sneller het namelijk opgelost is, hoe eerder het werkt. Zo kan het ook snel de maagwand passeren, zodat het zuur niet te lang op de maagwand in kan werken. Het duurt ongeveer een half uur voordat de tablet begint te werken. 2. De bruistablet: Deze tablet moet in een glas water opgelost worden. Het voordeel hiervan is dat het minder vies smaakt en ook sneller werkt, omdat de werkzame stof al opgelost is en hierdoor sneller kan inwerken. De bruistablet mag alleen niet gebruikt worden door mensen meet een zoutarm dieet, omdat de tablet ook een halve gram natrium bevat. 3. De kauwtablet: De werking is hetzelfde als bij de gewone tablet, alleen hoeft er geen water bij gedronken te worden. Door te kauwen, wordt de stof ook sneller verspreid en passeert het de maag sneller. Er zit meestal wel een smaakje aan zodat het niet zo vies smaakt als de gewone tablet. 4. De tablet met gereguleerde afgifte: De naam zegt het al: deze tablet zorgt ervoor dat er steeds een beetje stof vrijkomt. Hierdoor werkt de tablet langer. Wel begint hij later te werken. Tot slot zijn er ook nog aspirinetabletten die speciaal gemaakt zijn om kanker tegen te gaan, de andere werking van de stof acetylsalicylzuur. Deze bevat deze stof in mindere mate, maar kan hierdoor wel dagelijks geslikt worden zonder dat er bijwerkingen optreden. Aspirine mag alleen verkocht worden op plaatsen die hier een speciale vergunning voor hebben. Dit zijn eigenlijk alleen drogisterijen, apotheken en eventueel supermarkten met een eigen drogistafdeling. Aspirine wordt zonder recept verkocht, maar om het te verkopen moet er wel deskundig advies kunnen worden gegeven. Het Reye-syndroom en aspirine Het Reye-syndroom is een ziekte die voor het eerst geïdentificeerd werd in Het leek alsof hij daarna weer meteen uitgestorven was. Tot Er werden toen zestien dodelijke gevallen van een ziekte geconstateerd die leek op hersenontsteking. Deze ziekte werd bekend onder de naam Reye-syndoom. Het aparte aan deze uitbraak was dat het gebeurde tijdens een uitbraak van influenza B. Tijdens de autopsie op de lichamen bleek dat er grote vetophopingen in de lever waren. De ziekte wordt ook wel de Ziekte van Pagina 5 van 6

6 Kawasaki genoemd, naar de eerste beschrijving van de ziekte door Dr. Tomisaku Kawasaki. In onderzoeken van de afgelopen jaren kwam naar voren dat de ziekte alleen uitbrak tijdens heersende virussen, zoals de waterpokken en influenza. Ook bleek er een relatie te bestaan tussen het gebruik van aspirine tijdens het virus en het Reye-syndroom. Dit is echter nooit officieel bewezen. Een ander kenmerk van de ziekte is dat het alleen bij kinderen tussen de vier en zestien jaar voorkomt en vooral in de maanden januari, februari en maart. De ziekte kan heel mild zijn en na enkele dagen vanzelf weer overgaan, maar het kwam ook voor dat de dood al na een paar uur intrad. De belangrijkste symptomen zijn opgezwollen handen en voeten, braken, zware hoofdpijnen, sloomheid en agressief gedrag. In de latere stadia wordt de ademhaling traag en belandt het kind in coma. De pupillen zijn dan vergroot. De ziekte kan ernstige schade aan de organen toebrengen, vooral aan de hersenen en de lever. Ook traden bij 25% van de kinderen die de ziekte heeft gehad op latere leeftijd hartproblemen op. De oorzaak van het Reye-syndroom is nog steeds niet bekend en hierdoor is er ook geen medicijn tegen de ziekte. Het enige wat de artsen kunnen doen is de symptomen behandelen. Het tegengaan van de zwelling in de hersenen is het belangrijkst. In Amerika lijden vijftien op de kinderen onder de vijf jaar aan deze ziekte en in Japan zelfs één op de duizend kinderen. Omdat het Reye-syndroom in verband wordt gebracht met het gebruik van aspirine, wordt het afgeraden om aspirine te gebruiken tijdens of vlak na een virusbesmetting. Aan kinderen onder de twaalf jaar wordt het gebruik aspirine zelfs bij elke ziekte afgeraden. Nawoord Het is me nu veel duidelijker geworden wat de geschiedenis van aspirine is, hoe het werkt en wat de bijwerkingen kunnen zijn. Ook is er nog veel onderzoek nodig naar kanker en aspirine. Dit lijkt mij meer dan de moeite waard, omdat er tegenwoordig heel erg veel kanker voorkomt. Als kanker door aspirine voorkomen of verholpen kan worden zou dat ontzettend mooi zijn. Bronvermelding Pagina 6 van 6