Aanvraag Utrechts Stimuleringsfonds Onderwijs 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aanvraag Utrechts Stimuleringsfonds Onderwijs 2013"

Transcriptie

1 Aanvraag Utrechts Stimuleringsfonds Onderwijs 2013 Decaan Prof.Dr. F. Miedema Titel project Blended Learning, de toets en de docent Projectleider Prof.Dr. Harold van Rijen Looptijd tm Budget k Beschrijving a. probleemanalyse (max 2000 De snelle opkomst van elektronische media en de alomtegenwoordigheid ervan woorden) onder studenten biedt nieuwe kansen voor het onderwijs. Curricula die van huis uit intensief zijn, met veel kleinschalig onderwijs, zoals die van Geneeskunde, Diergeneeskunde, hebben belang bij het effectief en efficiënt inzetten van deze media. Het facultaire beleid bij de faculteiten Geneeskunde en Diergeneeskunde heeft recent een sterke impuls gekregen in de richting van digitale didactiek. Bring Your Own Device (BYOD) wordt onderdeel van het beleid in beide faculteiten en in het UMC Utrecht is het programma Onbegrensd Leren gestart. De huidige manier waarop e-learning tools worden ingezet is vaak intuïtief. Docenten hebben wel een vermoeden dat het leereffect wordt versterkt, maar weten niet welke tools in welke onderwijsvorm het meest effectief zijn. Het nut van e-lectures als vervanging van hoorcolleges was bijvoorbeeld onderwerp van intensieve discussies in de media begin dit jaar 1. De ingezette weg voor het gebruik van e-learning en BYOD in samenspel met het contactonderwijs, het blended learning, biedt nieuwe mogelijkheden om het leerproces te versterken. Er vindt op dit moment noch bij de faculteiten van de UU in het algemeen, noch bij die van Geneeskunde of Diergeneeskunde in het bijzonder structureel onderzoek plaats naar de effectiviteit en efficiëntie van didactische modellen die zijn gebaseerd op Blended Learning. Om het onderwijs met de inzet van e-learning structureel te verbeteren, is onderbouwing door onderzoek voor de best passende onderwijssetting noodzakelijk. De huidige aanvraag is daarom gericht op onderzoek, ontwikkeling en implementatie van didactische modellen rond 3 specifieke bouwstenen van e-learning: 1. e-assessment, 2. e-lectures en 3. e- modules. Dit project beoogt om met docenten die betrokken zijn bij de ontwikkeling van e- learning tools een innovatieslag te maken in de toepassing van e-learning in een vernieuwde onderwijssetting. De combinatie van nieuwe technologie en bestaande onderwijsvormen vraagt om een nieuwe didactiek. Daarom zal in dit project ook de didactiek van het onderwijs onderwerp van onderzoek zijn, waarbij het effect van gemengde leervormen, groepsgrootte, frequentie van bijeenkomsten op het leerresultaat en motivatie van studenten en docenten centraal staat. Uit ervaring weten we dat docenten graag een bijdrage leveren aan toegepast onderzoek van hun onderwijs. De binnen beide faculteiten bestaande onderzoekservaring naar de effectiviteit van didactiek en toetsing kan goed worden ingezet om deze nieuwe onderwijssettings met e-learning te onderzoeken 2.

2 1. e-assessment biedt veel meer mogelijkheden dan het afnemen van een papieren toets op de computer. Toetsinstrumenten kunnen beter worden afgestemd op de leerdoelen die getoetst moeten worden. Naast summatief toetsen brengt formatieve toetsing de student in gelegenheid om te toetsen of het vereiste kennisniveau is bereikt. Een EMP gerelateerde studie binnen het UMCU heeft aangetoond dat studenten die zich met formatieve toetsen hebben voorbereid op de summatieve toets beter hebben gescoord dan studenten die dit niet hebben gedaan (EMP project Toetsgericht Leren, van Rijen). Formatieve toetsing kan binnen Blackboard eenvoudig worden gerealiseerd en biedt via de tracking optie bovendien diagnostische informatie voor de docent: de onderwerpen die door de studenten in de formatieve toetsen slecht gemaakt worden kunnen tijdens een respons sessie extra worden behandeld (EMP project Alignment, van Rijen). De inzet van deze driehoek van digitale toetsing 3 biedt nieuwe mogelijkheden voor het contactonderwijs en de effectiviteit van het onderwijs (EMP Digitaal toetsen, van Dijk). Digitale toetsing biedt tevens de mogelijkheid snelle toetsanalyses uit te voeren en de analyses voorzien van feedback terug te koppelen naar de docent. Hiermee kan een slag worden gemaakt met docent professionalisering (EMP project, Papierloos toetsen, ten Cate) 2. e-lectures zijn registraties van hoorcolleges en worden nu veelal als uitzending gemist op de elektronische leeromgeving geplaatst. Studenten waarderen dit enorm maar er is geen indicatie dat het leidt tot effectiever of efficiënter onderwijs. Er is echter in de afgelopen jaren een grote database van hoorcolleges opgebouwd bij Geneeskunde en Diergeneeskunde. Het indexeren van deze database in microlectures, korte stukjes hoorcollege over één specifiek onderwerp, zou studenten de mogelijkheid geven om gericht op onderwerp te zoeken binnen de database in voorbereiding op het contactonderwijs. De microlectures kunnen worden gekoppeld aan zelftoetsvragen (EMP project Toetsgericht Leren, van Rijen) of worden gebruikt als onderdeel van e-modules. 3. e-modules zijn interactieve lesmodules die via het internet te volgen zijn en bestaan uit een instructiegedeelte met oefeningen en zelftoetsing. Ze worden in het onderwijs ingezet om persoonlijke instructie te vervangen. Zij kunnen worden ingepast in een blended model, zoals in het Klinisch Vaardigheids Onderwijs bij Geneeskunde, waarbij de studenten een e-module moeten volgen ter voorbereiding op de praktische les. Hierdoor verloopt het vaardigheidsonderwijs zowel efficiënter als effectiever. 2

3 Het doel van de voorgestelde aanvraag is het doen van literatuur en toepassingsgericht onderzoek aan: 1. Effect van blended learning op de efficiëntie en effectiviteit van het onderwijs (leerprestaties, kennisretentie, waardering) 2. Effecten van blended learning op het leergedrag van de student (leergedrag, studielast, motivatie) 3. Effecten voor de docent van het (leren) werken met gemengde leervormen. (Wat kost het, wat levert het ze op? Waar liggen drempels en waar uitdagingen? Wat zijn best practices? Hoe moet een training eruit zien?) Deze onderzoeksvragen worden onderzocht in 2 modellen: Model A. Blended learning met e-lectures, e-modules, e-assessment volgens een vast patroon: Flipping the classroom 4. De essentie van het Flipping the classroom onderwijsmodel is het verrijken van contactonderwijs. Dit wordt mogelijk gemaakt door een deel van de voorheen in contacturen besproken basisstof te verplaatsen naar interactieve ICT zelfstudie. Hier wordt in de contacturen op voortgebouwd waarbij het accent van het contactonderwijs verschuift naar interactie, toepassing (in casuïstiek), academische verdieping, vakinhoudelijke verdieping en bespreken van nieuwe ontwikkelingen en onderzoek. Ook de zelfstudie wordt verrijkt door het interactief, uitdagend en aantrekkelijker te maken. Cruciaal voor het werken met dit model is een goede afstemming tussen de ICT zelfstudie en het contact onderwijs, waarbij de zelfstudie het vertrekpunt is voor het contact onderwijs. Dit model is in november-december 2012 in SUMMA (Selective Utrecht Medical Master) als pilot succesvol uitgevoerd. Het onderwijsmateriaal was deels via een ibook en deels via Blackboard beschikbaar en het contact onderwijs was heringericht. Er is onder meer gebruik gemaakt van e-modules (zowel bestaande als nieuwe), (bewerkte) e-lectures en e-assessment. Deze pilot heeft een schat aan informatie opgeleverd, zowel blok-specifiek als generiek t.a.v. het werken met onderwijs ICT. Het COLUU doet via EMP middelen een evaluatie van deze pilot. Een eerste analyse laat de volgende knelpunten zien: Generiek: Onduidelijkheid over copyright en intellectueel eigendom Studenten: de studielast voor de studenten was te hoog. Er was teveel ICT zelfstudie in het blok verwerkt om te komen tot een andere invulling, nl meer verdieping van de contact momenten. Mede daardoor was niet alle zelfstudie gedaan en verviel de docent tijdens het contact onderwijs in een korte herhaling van de zelfstudie (ipv erop voortbouwen). Docenten: docenten hebben de inhoud van hun onderwijs niet altijd aangepast aan het Flipping the classroom model. Deels t.g.v. bovenstaand punt, deels door onvoldoende bekendheid en betrokkenheid van docenten met het onderwijsmodel. 3

4 Model B: Inzet van e-lectures, e-modules & e-assessment ter verrijking van specifieke onderwijsvormen. Dit project zal worden uitgevoerd binnen geselecteerde blokken van Geneeskunde en Diergeneeskunde en voortbouwen op bestaande initiatieven. Op basis van literatuuronderzoek en best practices binnen de UU en de medische onderwijskunde zal worden gezocht naar vormen waarbij specifieke onderwijsvormen kunnen worden versterkt met e-learning. Hierbij valt te denken aan kleinschalig onderwijs als werkgroepen of practica met een voorbereidende outside classroom component (e-lectures of e-modules), die via e-assessment wordt verbonden met de inside classroom instructie 5. Zowel kleinschalig als grootschalig onderwijs is kandidaat. Hoe kunnen e-lectures als voorbereidende zelfstudie worden ingezet om de collegetijd effectiever te gebruiken. Hoe kan de effectiviteit van werkgroepen of practica toenemen met een voorbereidende outside classroom component (e-lectures of e-modules). De hieraan gekoppelde vraag is wat er dan in de contacttijd moet gebeuren en hoe deze twee leervormen met elkaar worden verbonden (bv via e-assessment 5 ) Ook buiten het geroosterde onderwijs kan e-learning meerwaarde hebben. Bij Diergeneeskunde is een project gestart voor de master fase (EMP-project E- learning toepassingen en leren m.b.v. e-learning tools/modules, Haarhuis) en er vindt momenteel ook een pilot plaats met 4G en tablets, waarbij video communicatie wordt toegepast in het samenwerken tussen coassistenten en docenten. Door een cyclus van modelvorming, implementatie en evaluatie in te zetten kan de didactische waarde van modellen A en B worden onderzocht evenals de implicaties ervan voor de betrokken docenten en studenten. b. beoogde resultaten 1. Een palet van gevalideerd innovatief onderwijs en toetsing, gebruikmakend van devices van studenten 2. Training in het kader van docentprofessionalisering Blended Learning, aandacht voor de docent, gebaseerd op onderzoek naar wat de docenten nodig hebben, wat het ze kost, wat het ze oplevert om te (leren) werken met blended learning. 3. Publicaties over best practices van blended learning binnen (medisch) onderwijs. 4

5 Deze resultaten zullen bijdragen aan het creëren van een ambitieuze studiecultuur met effectiever (betere studieprestaties, kennisretentie of waardering van het onderwijs) en efficiënter (minder docentbelasting, optimale omvang van contactonderwijs 6 ) onderwijs waarbij: - de student wordt gemotiveerd tot betere voorbereiding en uitgedaagd tot verdieping - interactie tussen peers wordt bevorderd - samenwerking tussen peers toeneemt - interactie tussen student en docent effectiever plaatsvindt - de student zijn ontwikkeling (tussentijds) kan toetsen (formatieve toetsing) - de docent zich terdege bewust is van zijn rol in het constructivistische leerproces van de student c. Plan van aanpak met gedetailleerde planning Organisatie De overall aansturing gebeurt door de projectleider in samenspraak met de deelprojectleiders voor model A en model B. De formatie hiervan wordt geleverd door de deelnemende faculteiten. Daaromheen wordt een projectteam geformeerd met de gewenste expertise op onderwijskundig gebied. Dit laatste wordt mede geleverd door het COLUU, zodat een goede aansluiting met ontwikkelingen aan de UU en EMP-projecten is gegarandeerd. Het projectteam dient te zorgen voor een goede inbedding van experimenten in het bestaande onderwijs en komt 3- maandelijks bij elkaar om de voortgang van het project te bewaken en sturing te geven. Projectteam: Prof.Dr. Harold VM van Rijen (projectleider, UMCU) Dr. Tineke Westerveld (deelprojectleider model A, UMCU) Drs. Jan Haarhuis (deelprojectleider model B, DGK) Basisarts (uitvoerend model A, UMCU) Dierenarts/docent (uitvoerend model B, DGK) Basisarts (uitvoerend model B, UMCU) Prof.Dr. Olle ten Cate (UMCU) Prof.Dr. Peter van Beukelen (DGK) Prof.Dr. W.D.J. Kremer (DGK) Prof.Dr. Marijke van Dijk (GNK) Prof.Dr. Jan van Tartwijk (COLUU) Drs. Harold Bok (DGK) Drs. Willie Hols (UMCU) Drs. Annemarie Spruijt (DGK) Het UMCU levert vanuit het programma Onbegrensd Leren in kind support voor de ontwikkeling van e-learning tools. 5

6 Plan van aanpak Model A: De Flipped Classroom De werkwijze bij het maken van de elektronische leeromgeving voor de pilot "Flipping the classroom" van het blok Steun en Bewegings Stelsel (zie was doeltreffend en zal als leidraad dienen voor de herinrichting van de 5 blokken waar in deze aanvraag onderzoek naar gedaan wordt. Per kennisblok wordt door een basisarts met speciale interesse in het vak een elektronische leeromgeving ingericht, bestaande uit een ibook in combinatie met Blackboard. Er wordt gebruik gemaakt van een breed scala aan ICT bronnen. Naast reeds bestaande e-learning modulesworden e-lectures opgenomen en bewerkt, worden interactieve casus gemaakt, wordt imaging materiaal bewerkt en worden demo s van b.v. lichamelijk onderzoek gemaakt. In plaats van de oorspronkelijk gebruikte studie boeken wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van e-boeken waar de UU al een licentie voor heeft. Een deel van de elektronische content zal op Blackboard worden gezet. Blackboard is met de ipad bereikbaar via een nieuwe Blackboard app en via de reguliere internet route. Tevens wordt het contact onderwijs her-ingericht volgens het Flipping the classroom model. E-assessment, zowel formatief als summatief, krijgt een belangrijke plaats in alle blokken. Testvision is toegankelijk via de ipads. In dit proces wordt gebruik gemaakt van de resultaten van de evaluatie van de pilot. Zo zullen bijvoorbeeld docenten en studenten in een vroeg stadium betrokken worden bij de herinrichting van de blokken. Bij 5 blokken zal op vergelijkbare wijze het onderwijsmodel Flipping the classroom ingevoerd worden. Tijdens dit proces worden systematisch data verzameld over de onderzoeks thema s, bestaande uit trackingdata uit de ELO, evaluatieformulieren van studenten en docenten en logboeken waarin studenten en docenten hun onderwijsinspanningen bijhouden. Model B: Ontwikkelingsonderzoek aan de inzet van e-lectures, e-modules & e- assessment in specifieke onderwijsvormen. De eerste maanden zullen de deelprojectleiders besteden aan inventarisatie van bestaande blended learning modules buiten de UU en aan literatuurstudie, zowel in het medische en diergeneeskundige (onderwijskundige) domein als in de algemene onderwijskunde. Daarna zullen verschillende projecten nader uitgewerkt worden Vervolgens zullen deze in geselecteerde blokken van de curricula worden toegepast onder gecontroleerde omstandigheden in het studiejaar Daarna volgt een eindadvies met de intentie om onderdelen cohort breed in de curricula Geneeskunde en Diergeneeskunde in te voeren vanaf

7 1) Grootschalig onderwijs: Een selectie van hoorcolleges waarbij louter kennisoverdracht plaatsvindt wordt ter vervanging opgenomen, geïndexeerd en verbonden met de onderwerpendatabase van Geneeskunde of Diergeneeskunde. De vrijgekomen tijd wordt gebruikt voor: a) casus-of patiëntbesprekingen of thematische responssessies. Hierbij kan eventueel gebruik worden gemaakt van de reeds voor handen zijnde classroom response systems. Hierbij wordt geëvalueerd b) Nieuw te ontwerpen variant. Eerste optie is het rotation model 7, waarin de grote groep wordt opgedeeld in subgroepen die roteren tussen stations van zelfwerkzaamheid, e-learning met BYOD en een docentenstation voor instructie en feedback. Andere opties zijn het self blending of het online driver model, gebaseerd op respectievelijk mengen van online en klas gebonden cursussen of online onderwijs met responssessies en feedback op afspraak. 2) Kleinschalig onderwijs: De effectiviteit en efficiëntie van kleinschalig contactonderwijs kan worden verhoogd door betere voorbereiding van studenten, waardoor tijdens de contacttijd hogere leerdoelen kunnen worden behaald. Hiertoe kunnen specifieke e-modules met zelftoetsing worden ontwikkeld die studenten kunnen volgen. Specifieke aandacht zal worden besteed aan de verbinding tussen de e-module en het contactonderwijs: Wat motiveert de student om de e-module te maken en hoe wordt het individuele leerresultaat van de student in de e-module opgepakt in het contactonderwijs? Hieraan gelinkte vragen zijn: welke aanpassingen zijn nodig in het contactonderwijs, hoe verandert de rol van de docent, welke vaardigheden heeft deze nodig, en hoe kunnen devices van studenten zinvol worden ingezet in het kleinschalig onderwijs. 3) E-assessment: In overleg met de opleidingsdirecteuren en blokcoördinatoren zal een aantal blokken worden geselecteerd voor de implementatie van de e- assessment driehoek van formatieve, summatieve en diagnostische toetsing. Per blok zal binnen Testvision of Blackboard een database van formatieve toetsvragen met specifieke feedback in tekst of naar microlectures worden opgebouwd welke optioneel danwel verplicht door de studenten moet worden gemaakt. Via student tracking wordt bepaald welke onderwerpen goed/slecht worden gemaakt. Deze onderwerpen kunnen in een speciale responssessie extra worden behandeld door de docent. De summatieve toets wordt eveneens digitaal afgenomen. De studieresultaten van de studenten kunnen worden vergeleken met die van de formatieve toetsing. Speciale aandacht zal worden besteed aan juiste alignment tussen toetsvormen en doelstellingen en daarvan afgeleid de best passende werkvormen 8. 7

8 Planning Model A April 13 Betrokken docenten en coördinatoren informeren over Flipping the classroom April 13 Ontwerpen van vragenlijsten gericht op de beide onderzoeksthema s. Hierbij wordt de uitkomst van de evaluatie van de pilot betrokken. April 13 mrt 14 Maken, resp. aanpassen van onderwijs opzet en materiaal voor 5 blokken Juli 13 mei 14 Evaluatie van het (maken van) het onderwijsmateriaal Nov 13- sep 14 Evaluatie van onderwijs Sep 14-dec 14 Evaluatie resultaten analyseren Jan-feb 15 Eindontwerp Docent training Feb-april 15 Disseminatie, waaronder manuscript. Model B April 13 juni 13 Inventarisatie, literatuurstudie, selectie pilotblokken en eerste ontwerp onderwijsaanpassingen Juli 13-april 14 Eerste cyclus van implementatie en evaluatie binnen lopend onderwijs. Analyse en publicatie resultaten. Verfijning modellen. Ontwerp docenttraining Juli 14-april 15 Tweede cyclus van implementatie verfijnde modellen binnen lopend onderwijs. Evaluatie, analyse en publicatie resultaten. April 15 Eindontwerp docenttraining na evaluatie eerste versie d. plan voor disseminatie Deze aanvraag betreft een multi facultair project, waarin ook het COLUU betrokken is. De resultaten van dit project zijn niet exclusief toepasbaar binnen (dier)geneeskunde en zullen als zodanig resultaten opleveren die binnen de UU breed inzetbaar zullen zijn. Dit zal binnen de UU plaatsvinden via het COLUU zelf via de onlangs opgerichte Teaching Academy Utrecht ( en door presentaties op reguliere onderwijscolloquia. Buiten de UU vindt disseminatie plaats via voordrachten op wetenschappelijke congressen (zoals de AMEE, EARLI) en publicaties in wetenschappelijke tijdschriften. De docententraining zal UU breed beschikbaar worden gesteld en kan als cursus dienen in het BKO of SKO traject. 8

9 Literatuur: 1. Bregman R. Hoogleraar: Verplaats colleges naar het internet. Volkskrant Spruijt A, Jaarsma AD, Wolfhagen HA, van Beukelen P, Scherpbier AJ. Teachers' perceptions of aspects affecting seminar learning. BMC Medical Education. 2013;in press 3. Crisp GT. The e-assessment handbook. Continuum; Prober CG, Heath C. Lecture halls without lectures--a proposal for medical education. The New England journal of medicine. 2012;366: Demetry C. Work in progress-an innovation merging classroom flip and team-based learning ASEE/IEEE Frontiers in Education Conference October 27-30, 2010, Washington, DC 6. Schmidt HG, Cohen-Schotanus J, van der Molen HT, Splinter TAW, Bulte J, Holdrinet R, van Rossum HJM. Learning more by being taught less: A time-for-self-study theory explaining curricular effects on graduation rate and study duration. Higher Education. 2010;60: Horn MB, Staker H. The rise of k 12 blended learning. Innosight Institute. Retrieved on September. 2011;7: Biggs J. What the student does: Teaching for enhanced learning. High Educ Res Dev. 2012;31:39-55 Begroting 1 Jaar 1: Jaar 2: Gespecificeerd naar kalenderjaar (zie bijgevoegd excelformat) EMP-inzet Dit project een vervolg op of sluit aan op de volgende EMP projecten: : Papierloos toetsen (ten Cate) : Digitaal toetsen co-schappen (van Dijk) : Ontwikkeling WEB-lectures voor Blended Learning (Bootsma) : Toetsgericht Leren (van Rijen) : Inzet Collegeregistraties (Bootsma) : Alignment (van Rijen) : Digitaal Toetsen (Wijnalda) : E-learning toepassingen en leren m.b.v. e-learning tools/modules (Haarhuis) : Didactisch concept (digitale didactiek) en aanpak nieuwe Blackboard modules (Haarhuis) 1 Opslag voor overhead en aanschaf van IT- en onderzoekapparatuur zijn voor toekenning van budget uitgesloten; toegekende budgetten zijn niet overdraagbaar naar een volgend kalenderjaar. 9