UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 09 augustus 2019

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 09 augustus 2019"

Transcriptie

1 GEMEENTEBESTUUR KNOKKE-HEIST UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 09 augustus 2019 Dienst 11 Secretarie DC : Aanwezig : Afwezig : Verontschuldigd : Graaf Leopold Lippens, Burgemeester; Piet De Groote, Kris Demeyere, Jan Morbee, Anthony Wittesaele, Annie Vandenbussche, Philippe Vlietinck, Kathleen van der Hooft, Schepenen; Miet Gobert, Algemeen directeur Stedenbouw - Aanvraag tot bekomen van een omgevingsvergunning op naam van Oostkustpolder tot het aanleggen van een watercaptatiepunt gelegen Vaartdijk zn. Dossiernummer: 2019/260 OMV-nummer: OMV_ BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN TOT VERLENING VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING De aanvraag ingediend door PW Oostkustpolder werd per beveiligde zending verzonden op 8 april De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 30 april De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Vaartdijk zn, 8301 Knokke-Heist; met als kadastrale omschrijving Afdeling KNOKKE-HEIST 5 AFD (HEIST), sectie A, 0328 A, 0333 A, 0329, 0335 B. Het betreft een aanvraag tot het aanleggen van een watercaptatiepunt (effluent rwzi heist - fase 2). De aanvraag omvat: - stedenbouwkundige handelingen - vegetatiewijzigingen Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten. 1. Stedenbouwkundige basisgegevens Gelegen binnen de grenzen van Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Zeebrugge, deels binnen BPA R02-Sasstraat, maar ook deels in historisch permanent grasland. Volgens het gewestplan gelegen in een bufferzone. 2. Historiek Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor de bouw van afvalwaterzuiveringsinstallatie werd goedgekeurd onder dossiernummer 1973/131 Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor het bouwen van een defosfatatietank werd goedgekeurd onder het dossiernummer 2005/201

2 Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor de uitbreiding en renovatie van waterzuiveringsinstallatie werd goedgekeurd onder dossiernummer 2005/468 Aanvraag tot bouw van een slibverwerkingsgebouw en aanleg verharding werd goedgekeurd onder dossiernummer 2010/284 Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor aansluiting drukrioleringssysteem Ramskapelle werd goedgekeurd onder dossiernummer 2014/23 Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor het plaatsen van pocketvergister met bijhorende infrastructuur werd goedgekeurd onder het dossiernummer 2015/76 Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning 3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag Beschrijving van de plaats Het betreft een strook langsheen de dijkberm Leopoldkanaal. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen Het betreft een aanvraag tot aanleg van een noordelijk gericht afnamepunt van het effluent van de RWZI Heist (Knokke-Heist). Er is reeds een zuidelijk gericht aftakpunt gerealiseerd, hierdoor kan men effluentwater richting Ramskapelle te sturen. De nodige voorzieningen werden toen genomen voor het plaatsen van een noordelijk gericht afnamepunt. Er is reeds een wachtbuis aanwezig. Een leiding met diameter van 250mm wordt aangekoppeld, en verder ondergronds aangelegd te worden richting open profiel van een reeds bestaande gracht. De ondergrondse leiding wordt aangelegd in de dijkberm van het Leopoldkanaal. De PVC buis wordt ondergronds aangelegd over een lengte van 95m en stroomt dan uit in de bestaande waterloop. Het polderbestuur zal deze ruimen zodat het bevloeiingswater zijn weg vindt naar verdere waterlopennetwerk. Over een lengte van 520m worden de grachten geruimd, vegetatie wordt gemaaid en het slib wordt verwijderd uit de bestaande open waterloop. Een goede doorstroming garandeert ook dat in droge periodes bevloeiingswater naar de gewenste gebieden geleid kan worden, dit ifv landbouw, natuur, landschap en recreatie. De werken worden uitgevoerd buiten het broed- en paaiseizoen en bij voldoende droge bodemcondities. Enkel de sliblaag wordt verwijderd, de vaste bodem blijft onaangeroerd. Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten. 4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 3 juli 2019 tot en met 1 augustus Adviezen Op 30/04/2019 werd advies aangevraagd aan de riooldienst, ANB, VMM, Fluxys, statoil, Aquafin, Openbaar Domein. 6. Project-MER De inrichting is niet MER-plichtig. 7. Advies gemeentelijke omgevingsambtenaar Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. 8. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier. a) Wettelijke basis Het ontwerp beantwoordt aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening met als voornaamste kenmerken: NVT

3 Op gemotiveerd verzoek van de bouwheer kan het College van Burgemeester en Schepenen bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning op gemotiveerde wijze afwijkingen toestaan op de voorschriften van deze bouwverordening en mits die afwijkingen kunnen verantwoord worden vanuit de doelstellingen van art. 4 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en/of de specifieke constellatie van het perceel en/of de functie van het gebouw of de constructie. Het ontwerp wijkt af van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening qua: / b) Planologische toets Het ontwerp beantwoordt aan G.R.U.P. Afbakening Zeehaven met als voornaamste kenmerken: Artikel 1. Afbakeningslijn zeehavengebied o De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Zeebrugge. Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. De bestaande voorschriften kunnen daar voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen worden vervangen. o Bij de vaststelling van die plannen en bij overheidsprojecten binnen de grenslijn gelden de relevante bepalingen van de ruimtelijke structuurplannen, cfr de decretale bepalingen in verband met de verbindende waarde van die ruimtelijke structuurplannen. Het ontwerp wijkt af van het vigerende GRUP Afbakening Zeehaven qua: / Het ontwerp beantwoordt aan het BPA R02 Sasstraat met als voornaamste kenmerken: Het betreft de oa aansluiting op de bestaande grachten, deze zijn gelegen in Zone1: buffergebied met bestaande agrarische activiteit. Algemene voorschriften: A6. Werken aan en onderhoud van de bestaande en nieuwe ondergrondse leidingen van onder meer Aquafin, GWKH, Fluxys en Statoil (nu GASCO) moet, ongeacht de bestemmingszone, steeds mogelijk zijn. dit in overleg met de betrokken besturen. Uit de erfdienstbaarheid van de ondergrondse gasleidingen vloeit voort dat binnen een strook grond, die zich over de ganse lengte van de installaties uitstrekt, volgende bepalingen in acht dienen genomen te worden: Binnen een strook van 15m aan weerszijden van elke installatie, mag behoudens voorafgaandelijke instemming van Fluxys niet overgegaan worden tot het oprichten van gebouwen of gesloten lokalen. Binnen een strook van 5 meter aan weerszijden van elke installatie, mag in geen geval worden overgaan tot: o Het oprichten van gebouwen, gesloten lokalen, tuinhuisjes enz o Het aanleggen van terrassen, vijvers, zwembaden, sporttereinen, enzo o Het opstapelen van goederen of materiaal o Het heien van palen, piketten en/of damplanken o Het verkeer van zwaar rollend materieel o Het gebruik van mechanische graaftuigen of nivelleringstuigen o o Het wijzigen van het bodemniveau Het plan van bomen en struiken andere dan deze vermeld op de bijgevoegde lijst. Het ontwerp voorziet het plaatsen van noordelijk afnamepunt van het effluent van de RWZI Heist. De ondergrondse leiding wordt voorzien in de dijkberm van het Leopoldkanaal over een lengte van 95m wordt dan aangetakt op het open profiel van de bestaande grachten. A7. Binnen het plangebied, ongeacht de bestemmingszone, is het mogelijk in overleg met betrokken besturen, nieuwe ondergrondse leidingen aan te brengen, voor zover het bovenliggende terrein in zijn oorspronkelijke staat wordt hersteld. Kleinschalige nutinfrastructuur ifv bijvoorbeeld controle en toegang kan bovengronds geplaatst worden voor zover deze zich landschappelijke en architecturaal inkaderen in de omgeving. Nieuwe ondergrondse leidingen dienen ofwel zoveel mogelijk gebundeld te worden thv bestaande ondergrondse leidingen, ofwel geplaatst onder openbare wegenis (bv nieuwe leidingen van GWKH) of id directe nabijheid ervan.

4 Het ontwerp voorziet het plaatsen van noordelijk afnamepunt van het effluent van de RWZI Heist. De ondergrondse leiding wordt voorzien in de dijkberm van het Leopoldkanaal over een lengte van 95m wordt dan aangetakt op het open profiel van de bestaande grachten. A8. Binnen het plangebied, ongeacht de bestemmingszone, kunnen aanpassingen ifv de waterbeheersing en waterhuishouding worden uitgevoerd (bv het plaatsen van pompinstallatie thv de monding van de Noordwatergang, de verbreding van de bermsloot van het Leopoldkanaal vanaf de monding van de Noordwatergang ) dit in overleg met de bevoegde besturen waaronder ANIMAL afdeling natuur. Voor alle waterlopen (3 e categorie en polderwaterlopen) dient het normale onderhoud (maaiwerken en ruimingswerken) steeds te kunnen gebeuren (zoals voorzien in de wet op de waterlopen dd ). Het ontwerp voorziet het plaatsen van noordelijk afnamepunt van het effluent van de RWZI Heist. De ondergrondse leiding wordt voorzien in de dijkberm van het Leopoldkanaal over een lengte van 95m wordt dan aangetakt op het open profiel van de bestaande grachten. De bestaande grachten worden A9. In de bestemmingszone 1 en de bestemmingszone 4 is de natuurvergunningplicht voor het wijzigen van vegetaties en van kleine landschapselementen van toepassing, overeenkomstig de bepalingen van resp. artikel 9 en art 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23/7/1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. Het ontwerp dient hier ten allen tijde aan te voldoen. Over een lengte van 520m worden de grachten geruimd, vegetatie wordt gemaaid en het slib wordt verwijderd uit de bestaande open waterloop. Een goede doorstroming garandeert ook dat in droge periodes bevloeiingswater naar de gewenste gebieden geleid kan worden, dit ifv landbouw, natuur, landschap en recreatie. Zone 1: Bufferzone met bestaand agrarische activiteit In dit buffergebied met bestaande agrarische activiteit zijn nieuwe woningen, landbouw- of andere bedrijfsvestigingen niet toegelaten. Intensieve agrarische gebruiksvormen zoals tuinbouwbedrijvigheid, plantenkwekerij, fruitteelt, niet grond gebonden veeteelt, edm zijn in deze zone niet toegelaten. o Het ontwerp voorziet het plaatsen van noordelijk afnamepunt van het effluent van de RWZI Heist. De ondergrondse leiding wordt voorzien in de dijkberm van het Leopoldkanaal over een lengte van 95m wordt dan aangetakt op het open profiel van de bestaande grachten. o Over een lengte van 520m worden de grachten geruimd, vegetatie wordt gemaaid en het slib wordt verwijderd uit de bestaande open waterloop. Een goede doorstroming garandeert ook dat in droge periodes bevloeiingswater naar de gewenste gebieden geleid kan worden, dit ifv landbouw, natuur, landschap en recreatie. Geen ander grondgebruik is toegelaten dan: o Weiland en/of hooiland. Weiland en hooiland kan niet omgezet worden in akkerland. o Rurale beplantingen ttz bomenrijen, houtkanten en perceelsrandbeplantingen waarbij slechts streekeigen soorten mogen aangewend worden. o Het behoud van bestaande teelt van landbouwgewassen in open lucht. o Inrichting als buffer tegen de haven in de zone naast de bestaande oostelijke berm van het Leopoldkanaal, dit op een landschappelijk verantwoorde wijze en zonder hierbij havenactiviteiten te voorzien. Verboden is: o Het oprichten van om het even welk bouwwerk, als constructie en het plaatsen of aanwezig laten van caravans, keten of enige inrichting voor tijdelijk verblijf. o Het dempen van grachten en poelen, het verharden van oevers met harde materialen

5 o o o Werken of activiteiten die leiden tot grondwaterstanddalingen die nadelig kunnen zijn voor de natuurwaarde van vochtige gebieden. Het onderhoud en vervangen van bestaande draineerbuizen blijft toegelaten. Het ophogen van gronden, het opvullen van afwateringsgrachten, het wijzigen van het landschapskarakter, het verrichten van opgravingen, boringen, aanmerkelijke reliefwijzigingen, de ontginning van materialen, het aanvoeren van grond en het aanleggen van opsspuitterreinen is verboden, dit alles behoudens: Ifv nieuwe of bestaande ondergrondse leidingen Ifv het behoud of herstel van de specifieke aard en de natuurfunctie van het gebied is het (her)graven van afwateringslaantjes toegestaan. Om het even welke activiteit die de rust en de stilte in het gebied zou kunnen verstoren, inzonderheid het houden van testen, oefenritten en wedstrijden met mechanische voertuigen, het gebruik van vaartuigen met hulpmotor, het kleiduifschieten, het gebruik van modelvliegtuigen met afstandsbediening, het houden van manifestaties. het ontwerp dient hier ten allen tijde aan te voldoen. Het ontwerp wijkt af van het vigerende BPA R02- Sasstraat qua: / c) Wegenis In toepassing op de artikelen tot en met van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vaartdijk een voldoende uitgeruste openbare gemeenteweg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn. d) Watertoets (decreet integraal waterbeleid) Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid. e) Mer-screening In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag geen project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.- besluit). f) Natuurtoets Eigendom ligt binnen biologisch minder waardevol gebied. Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat door de uitvoering van onderhavige werken geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan. g) Erfgoed-/archeologietoets Eigendom is niet opgenomen in de inventaris van het bouwkundig Erfgoed. h) Mobiliteit MOBER (transport en verkeersveiligheid) Bij de plannen worden geen mobiliteitsproblemen verwacht. i) Decreet grond- en pandenbeleid De aanvraag heeft geen betrekking op een bescheiden woonaanbod. j) Scheidingsmuren Niet van toepassing k) Milieuaspecten Globaal kan gesteld worden dat de hinder en de risico s voor de externe veiligheid, de risico s voor de effecten op het leefmilieu, de risico s voor de effecten op de wateren, de risico s voor de effecten op de natuur, de risico s voor de effecten op de mens, die kunnen ontstaan door het uitvoeren van de stedenbouwkundige handelingen en/of de vegetatiewijziging, zoals vermeld in deze aanvraag, bij naleving van volgende voorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden: Indien tijdens de werken bomen of struiken of kleine landschapselementen moeten verwijderd worden, mag dit niet uitgevoerd worden in het broedseizoen (1 april tot en met 31 juli).

6 Het is verboden de nesten van beschermde vogelsoorten of de voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van andere beschermde diersoorten dan vogels opzettelijk te vernielen, te beschadigen of weg te nemen. Het vernielen, beschadigen of wegnemen van nesten, voorplantingsplaatsen of rustplaatsen van beschermde diersoorten wordt onder meer geacht onopzettelijk te zijn wanneer de verantwoordelijke voor deze handeling niet wist en redelijkerwijze niet hoorde te weten dat deze handeling kon leiden tot negatieve gevolgen voor nesten, voortplantingsplaatsen of rustplaatsen. Onder nesten worden begrepen de bewoonde nesten, de nesten die in aanbouw zijn als voorbereiding op het komende broedseizoen, alsook de nesten die in de regel jaar na jaar tijdens het broedseizoen hergebruikt worden. De zorgplicht en het standstill-principe, samengevat het voorkomen van schade aan natuur, moet gerespecteerd worden. l) goede ruimtelijke ordening Eigendom ligt binnen GRUP Afbakening Zeehavengebied en het BPA R02 - Sasstraat waarbij de goed ruimtelijke ordening reeds werd afgetoetst. Het ontwerp voldoet hiermee aan de verschillende kwaliteitscriteria inzake de stedenbouwkundige voorschriften, het ontwerp bevat tevens geen storende elementen en er wordt geen bijkomende hinder veroorzaakt door de geplande werken. Hierdoor wordt er voldaan aan de principes van ruimtelijke inpasbaarheid en wordt de ruimtelijke draagkracht niet overschreden. m) Resultaten openbaar onderzoek Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen. n) Bespreking adviezen De Vlaamse Milieumaatschappij-grondwater heeft advies uitgebracht op 3 mei De eindconclusie van het advies luidt als volgt : geen advies bevoegdheid Fluxys heeft advies uitgebracht op 14 mei De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig Nv Aquafin heeft advies uitgebracht op 25 juni De eindconclusie van het advies luidt als volgt: geen bezwaar Agentschap voor Natuur en Bos heeft advies uitgebracht op 25 juni De eindconclusie van het advies luidt als volgt: gunstig Openbaar domein heeft advies uitgebracht op 4 juli De eindconclusie van het advies luidt als volgt: geen bezwaar Riooldienst heeft geen advies uitgebracht. Besluit 1. De aanvraag ingediend door PW Oostkustpolder inzake het aanleggen van een watercaptatiepunt (effluent RWZI Heist - fase 2), gelegen te Vaartdijk zn, 8301 Knokke-Heist te vergunnen onder voorwaarden. 2. Volgende (bijzondere) voorwaarden en/of lasten worden opgelegd: de voorwaarden gesteld in het advies van Fluxys van 14 mei 2019 (als bijlage) dient stipt nageleefd te worden; Indien tijdens de werken bomen of struiken of kleine landschapselementen moeten verwijderd worden, mag dit niet uitgevoerd worden in het broedseizoen (1 april tot en met 31 juli). Het is verboden de nesten van beschermde vogelsoorten of de voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van andere beschermde diersoorten dan vogels opzettelijk te vernielen, te beschadigen of weg te nemen. Het vernielen, beschadigen of wegnemen van nesten, voorplantingsplaatsen of rustplaatsen van beschermde diersoorten wordt onder meer geacht onopzettelijk te zijn wanneer de verantwoordelijke voor deze handeling niet wist en redelijkerwijze niet hoorde te weten dat deze handeling kon leiden tot negatieve gevolgen voor nesten, voortplantingsplaatsen of rustplaatsen.

7 Onder nesten worden begrepen de bewoonde nesten, de nesten die in aanbouw zijn als voorbereiding op het komende broedseizoen, alsook de nesten die in de regel jaar na jaar tijdens het broedseizoen hergebruikt worden. De zorgplicht en het standstill-principe, samengevat het voorkomen van schade aan natuur, moet gerespecteerd worden. Het college van burgemeester en schepenen leggen volgden bijzondere voorwaarden op: In functie van het G.R.U.P. Afbakening Zeehaven met als voornaamste kenmerken: Artikel 11.2 zone voor permanente ecologische infrastructuur en buffering o Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van ecologische waarden gekoppeld aan een kanaal, volgens de natuurtechnische milieubouw. Het gebied is eveneens bestemd voor de waterfunctie van de bestaande kanalen. Recreatief medegebruik is een ondergeschikte functie. o Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig zijn of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het ecologisch mileu en van landschapswaarden zijn toegelaten. o Alle werken, handelingen en wijzigingen voor de waterfunctie van de bestaande kanalen zijn toegelaten volgens de natuurtechnische milieubouw, voor zover de impact van hun realisatie het functioneren van de ecologische infrastructuur niet in het gedrang brengt.. o Alle werken, handelingen en wijzigingen voor de bufferende werking zijn toegelaten volgens de natuurtechnische milieubouw, voor zover de impact van hun realisatie het functioneren van de ecologische infrastructuur niet in het gedrang brengt. De buffer moet voldoen aan de voorwaarden van visuele afscherming, geluidsafscherming en landschappelijke inpassing. Het ontwerp dient hier ten allen tijde aan te voldoen. 3. De omgevingsvergunning wordt gegeven op basis van volgende bestanden opgeladen in het omgevingsloket: Bestandsnaam Beschrijving Hash A1_situeringsplan.pdf aj9xlopw/kqoltddtrfqra== V1_vegetatiewijzigingen.pdf V1 c9osv4mnkmuqcqbt8tqf3g== RWZI_O_ _Lengteprofiel.pdf Fc/lBDQoUokMNP4qr/YuEA== RWZI_O_ _Dwarsprofielen.pdf lj3fgb7tjolbiij83sthnq== A1_situeringsplan (1).pdf aj9xlopw/kqoltddtrfqra== RWZI_O_ _Bestaande Toestand_met aanduiding afvoerleiding.pdf bestaande toestand met aanduiding leiding 9/2g1+If0e/1yKDyOZAbgA== Verval van de omgevingsvergunning uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning Artikel De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen: 1 als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning; 2 als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken; 3 als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen; 4 als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt. Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie. 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen: 1 als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt

8 onderbroken; 2 als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie; 3 als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de in kennisstelling van de stopzetting. 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte. Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd. In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden. Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden. De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving. De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken. De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel. Beroepsmogelijkheden uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg. De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg. Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door: 1 de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

9 2 het betrokken publiek; 3 de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht; 4 het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht; 5 de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde; 6 de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde. Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat: 1 de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt; 2 de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt; 3 de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen. Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg. In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van: 1 de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend; 2 de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69; 3 de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst. Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52. Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan: 1 de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt; 2 de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen; 3 het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt. De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld. Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid. Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen. Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd. Beroepsmogelijkheden regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid: 1 de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener; 2 de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing; 3 als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek: a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

10 b) b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden; 4 de redenen waarom het beroep wordt ingesteld. Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken: 1 in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks; 2 de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht; 3 in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2. Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending. Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier. De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden. Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is. Mededeling Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen. Aangenomen met eenparigheid van stemmen. Algemeen directeur (get.) Miet Gobert De Voorzitter, (get) Graaf Leopold Lippens Voor eensluidend uittreksel : De gemachtigde ambtenaar, (Art. 126 van de Nieuwe Gemeentewet) :07:00 Knokke-Heist

11