SPECIFICATIES Privacy- en Verzendmodule DBC Informatie Systeem (DIS 5.3)

Transcriptie

1 SPECIFICATIES Privacy- en Verzendmodule DBC Informatie Systeem (DIS 5.3) Project: ZorgTTP DBC Informatie Systeem Title: SPECIFICATIES Privacy- en Verzendmodule DBC Informatie Systeem (DIS 5.3) Reference: Specificaties_pvm_dis_53_ docx Author: ZorgTTP Version: 1.1 Date: Status: Definitief

2 V E R S I E B E H E E R Versie datum Author Status Opmerking I. Sanders Definitief Ondersteunde GA s en adresgegevens aangepast I. Sanders Definitief Aanpassingen na opmerkingen DIS R E V I E W S Review- Reviewdatum Reviewer Partij Opmerking verwerkt in versie Versie E. van Leer ZorgTTP E. van Leer ZorgTTP D O C U M E N T V E R W I J Z I N G E N Referentie Document Titel Versie FO Webservice DIS00865 Functioneel Ontwerp Webservice v. 1.0 ( ) GA SZ 7.0 Standaard voor DIS gegevensaanlevering DBC door v.1.4 ( ) aanbieders ziekenhuiszorg en geriatrische revalidatiezorg GA SZ 2.0 OHW Aanleverstandaard en retourspecificaties onderhanden v. 1.5 ( ) werk voor aanbieders ziekenhuiszorg en geriatrische revalidatiezorg GA FZ 2.0 Standaard voor DIS gegevensaanlevering DBC door FZ v.1.4 ( ) zorgaanbieders GA GBG 1.0 Standaard voor DIS gegevensaanlevering TRJ door GBG v 1.0 ( ) zorgaanbieders GA_GGZ_7.0 Standaard voor DIS gegevensaanlevering DBC door GGZ zorgaanbieders v 1.1 ( ) Specificaties DIS 5.3 Pagina 2 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

3 INHOUDSOPG AVE 1. INLEIDING DOELGROEP DOEL ZORGTTP PSEUDONIMISATIEPLATFORM DE 3 STAPPEN VAN DE VERSLEUTELING PSEUDONIMISERING IN DE PVM-DIS DE WERKING VAN PRIVACY- EN VERZEND MODULE INPUT BESTANDEN PVM-DIS VALIDATIES OUTPUT BESTANDEN PVM-DIS PSEUDONIMISATIE PATIENT.TXT NAAR PATIENT-S1.TXT VALIDATIE VAN DE BESTANDEN VALIDATIES PATIENT.TXT EN OUTPUT BESTANDEN FOUTCODES TOELICHTING OP VALIDATIES MELDINGEN EN VERSLAG VERWERKING PVM-DIS WERKING DRM-DIS ALGEMEEN OUTPUTBESTANDEN DRM-DIS ID 1: AFSPLITSEN VERWERKINGSRAPPORT BIJ ANONIEME AANLEVERING ID 1: TWEEDE CERTIFICAAT ONDERSTEUNING HET VERWERKINGSPROCES...44 APPENDIX A CONVERSIE ASCII TEKENS...45 APPENDIX B 11-PROEF...51 APPENDIX C INSTALLATIE EN DEINSTALLATIE...52 APPENDIX D ADDITIONELE SPECIFICATIES GEREALISEERD IN VERSIE APPENDIX E ACTUELE PRODUCTIEVERSIES PVM DIS...55 APPENDIX F ONTWERP WEBSERVICE AANLEVERPLANNING...56 APPENDIX G VOORBEELDEN AFHANDELING BSN PER GA...58 Specificaties DIS 5.3 Pagina 3 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

4 1. Inleiding 1.1 Doelgroep Dit document is bestemd voor de Nederlandse Zorgautoriteit (opdrachtgever) en Chess (softwareleverancier). 1.2 Doel ZorgTTP heeft in opdracht van aanvankelijk het ministerie van VWS en later DBC Onderhoud (nu Nederlandse Zorgautoriteit) een drietal programma s ontwikkeld voor het pseudonimiseren van persoonsgegevens. De programma s vormen gezamenlijk het ZorgTTP pseudonimisatieplatform. Dit specificatiedocument beschrijft de input en output van het pseudonimisatieproces, de uitgevoerde controles en foutmeldingen die het gevolg kunnen zijn van deze controles. 1.3 ZorgTTP pseudonimisatieplatform De programma s waaruit het platform bestaat zorgen ervoor dat een aantal identificerende gegevens behorende bij een bepaalde patiënt/cliënt worden omgezet naar een voor die cliënt unieke code (pseudoniem). Onderdeel van dit procedé is het inschakelen van een te vertrouwen derde partij, oftewel een Trusted Third Party (TTP). De TTP voert een geheime handeling uit waarmee de relatie tussen een persoonsgegeven en het bijbehorende pseudoniem wordt verbroken. Het is na deze handeling niet meer mogelijk om op basis van het pseudoniem terug te gaan naar het oorspronkelijke persoonsgegeven. Er worden op grond van diverse (combinaties van) persoonsgegevens drie verschillende pseudoniemen aangemaakt. Door de pseudonimisatie van deze gegevens is het mogelijk om een (groep van) cliënt(en) op landelijk niveau te volgen over de instellingen en sectoren heen zonder de anonimiteit in gevaar te brengen. Het is ook mogelijk om een correctie te plegen voor dubbeltellingen. De drie modules die gezamenlijk het pseudonimisatieplatform vormen zijn: 1. Privacy- en Verzend Module (PVM) 2. Centrale Module TTP (CMT) 3. Doel- en retourmodule (DRM) De wijze waarop deze modules in samenhang opereren wordt in detail beschreven in het document: Pseudonimisatie van Persoonsgegevens bij ZorgTTP (juni 2011). Voor dit document is het van belang om vast te stellen dat de PVM bij een zorgaanbieder draait, CMT onder de verantwoordelijkheid van de TTP draait en de DRM bij de ontvanger van gepseudonimiseerde gegevens draait. Specificaties DIS 5.3 Pagina 4 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

5 1.4 De 3 stappen van de versleuteling Het versleutelingsproces bestaat uit meerdere stappen, waarbij de TTP een cruciale rol speelt bij het omzetten van persoonsgegevens naar niet herleidbare gegevens in de vorm van pseudoniemen. Dit proces ziet er als volgt uit: Stap 1: een eerste versleuteling op instellingsniveau De Privacy- en Verzend Module draait op instellingsniveau. De PVM splitst de gegevens in een datadeel en een sleuteldeel. Identificerende gegevens in het datadeel worden verwijderd. Het sleuteldeel bevat identificerende gegevens die omgezet worden in pseudoniemen. Na de bewerking wordt het bewerkte sleuteldeel beveiligd met het publieke certificaat van de TTP. Het datadeel wordt beveiligd met het publieke certificaat van DIS. Data en sleutels worden via een beveiligde verbinding (SSL) opgestuurd naar de TTP. Door het gebruik van digitale certificaten heeft de TTP alleen toegang heeft tot het sleuteldeel. Stap 2: de tweede versleuteling bij de TTP De Centrale Module TTP (CMT) draait bij de TTP. De gegevens worden door CMT in behandeling genomen. Eerst wordt het sleuteldeel uitgepakt, waarna een tweede, geheime versleuteling wordt toegepast. Deze versleuteling kent voor elke afnemer van ZorgTTP een andere geheime waarde. Het proces verloopt voor iedere afnemer verder identiek. Het resultaat van de verwerking wordt gecomprimeerd en samen met de data doorgestuurd naar de ontvangende organisatie (doelorganisatie). Stap 3: Samenvoegen van datadeel en sleuteldeel bij de doelorganisatie De Doel- en Retour Module (DRM) is verantwoordelijk voor de communicatie met CMT. De DRM draait lokaal bij de ontvangende organisatie. Binnenkomende zipfiles worden uitgepakt, waarna het data- en het sleuteldeel worden samengevoegd tot een bestand in het afgesproken outputformaat. Fig. Het pseudonimisatieproces PVM (privacy verzend module) CMT (centrale module TTP) DRM (doel retour module) PVM Intake Processing Outtake DRM Web service aanleverplanning Specificaties DIS 5.3 Pagina 5 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

6 2. Pseudonimisering in de PVM-DIS Een aangeboden brondocument wordt in een aantal gecontroleerd en vervolgens gepseudonimiseerd. Het outputbestand dient als input voor de volgende stappen in de keten; verwerking binnen CMT en vervolgens ontvangst via de DRM. Het proces van pseudonimiseren in de PVM-DIS wordt in de onderstaande figuur geïllustreerd. Het proces dat een bestand doorloopt vanaf input tot aan het opleveren van een outputbestand wordt aangeduid als het verwerkingsproces binnen de PVM. Het verwerkingsproces en de daarbij geldende randvoorwaarden worden in het vervolg van dit document meer in detail beschreven. Specificaties DIS 5.3 Pagina 6 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

7 3. De werking van Privacy- en Verzend Module Randvoorwaarden gebruik PVM DIS 1. De PVM DIS is gebaseerd op Java. Java dient aanwezig te zijn op het systeem waarop de PVM wordt geïnstalleerd. 2. De PVM DIS heeft voldoende lees- en schrijfrechten in de omgeving waarin de module is geïnstalleerd. 3. De PVM DIS moet verbinding kunnen maken via SSL met de domeinen en 4. De PVM biedt (beperkte) ondersteuning voor het gebruik van proxy servers. 5. Gebruikers dienen de PVM DIS te koppelen aan het op naam van de organisatie verstrekte digitale certificaat (PKCS 12). 6. Vanaf PVM versie 5.1 bestaat de mogelijkheid om binnen de PVM een certificaat te genereren. Hiervoor is een activatiecode nodig die door ZorgTTP verstrekt kan worden. 7. DIS aanlevering moeten voldoen aan een van de DIS standaarden voor gegevensaanlevering (GA): GGZ 7.0, SZ7.0, FZ2.0, SZ 2.0 OHW of GBG 1.0. Deze standaarden gelden als uitgangspunt voor het pseudonimisatieproces. De PVM verwacht een zip bestand met een naamgeving die voldoet aan een van deze DIS standaarden. Installatieproces De PVM kan worden gebruikt op Windows, MacOS en Linux. Voor ieder type besturingssysteem wordt een aparte installer opgeleverd. Hiervoor wordt het pakket Install4j gebruikt. Voor Windows wordt onderscheid gemaakt in een versie voor 32 en een versie voor 64 bits Java. Vanaf versie 5.0 wordt onderscheid gemaakt in de locatie waar het programma wordt geïnstalleerd en de locatie waar het programma bewerkingen mag uitvoeren. Dit onderscheid is in lijn met de opzet die de ondersteunde besturingssystemen kennen voor het installeren en gebruiken van programmatuur. De verwachting bestaat dat door deze opzet beter rekening gehouden kan worden met omgevingen waar onderscheid wordt gemaakt in rechten voor het installeren van software en het gebruiken van software. Tijdens de installatie zijn de volgende parameters instelbaar: 1. Indien van toepassing; upgrade installatie of nieuwe installatie 2. Pad waar de programmatuur wordt opgeslagen 3. Pad waar de werkomgeving wordt gecreëerd 4. Wel of niet aanmaken van snelkoppelingen Voor parameter 1 geldt dat alleen bij aanwezigheid van een eerdere versie deze optie wordt geboden. De locatie van de bestaande installatie is opvraagbaar middels een knop. Voor de parameters 2, 3 en 4 geldt dat er een default locatie wordt gegeven waarvan desgewenst kan worden afgeweken. Specificaties DIS 5.3 Pagina 7 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

8 Uitgangspunten werking PVM DIS 1. De PVM kan via de GUI of via de command line worden aangestuurd. Hiertoe zijn in de programmafolder diverse opties aanwezig (pvm.exe en.bat en.sh scripts voor command line gebruik). 2. Het programma begint bij iedere run met het creëren van een nieuwe run-specifieke werkomgeving (c:\users\local user\zorgttp\dis\run-xxx). 3. Bij het opstarten worden de volgende controles uitgevoerd: a. Versiecontrole. Het programma begint met de controle of met de meest actuele versie (zie Appendix E ) van de PVM DIS wordt gewerkt. Hiertoe wordt verbinding gemaakt met Bij een afwijkend versienummer wordt gemeld: U gebruikt niet de meest recente versie van de PVM DIS. Raadpleeg voor meer informatie het DIS portal. Door op Ok te klikken zal de PVM DIS alsnog opstarten. De PVM zal daarna gewoon doorstarten en de gebruiker heeft de mogelijkheid om de applicatie af te sluiten of met een eventuele niet recente versie het bericht te verwerken en te verzenden. Indien er geen verbinding met de server gemaakt kan worden om de versie te controleren zal de volgende melding verschijnen: Er kon niet worden vastgesteld of u de meest recente versie van de PVM DIS gebruikt. Raadpleeg voor meer informatie het DIS portal. Door op Ok te klikken zal de PVM DIS alsnog opstarten. b. Certificaatcontroles i. Aanwezigheid certificaat. Indien nog geen certificaat aanwezig is, dan zal de PVM hiervan melding maken in het beginscherm. De gebruiker kan kiezen om een bestaand certificaat te koppelen of om een nieuw certificaat te genereren. Via het tabblad Instellingen/certificaat kan een bestaand certificaat worden gekoppeld. Via het tabblad Instellingen/certificaat aanmaken kan een certificaat worden aangemaakt. Hiervoor is een activatiecode vereist die kan worden aangevraagd via het Service en Informatiecentrum DIS (SIDIS). ii. Verlopen Certificaat Het aan de PVM gekoppelde certificaat wordt gecontroleerd op expiratie. Op het moment dat certificaten dreigen te verlopen wordt hiervan melding gemaakt in de GUI. Daarbij zijn instelbaar via configuratie items; a. het moment waarop de melding verschijnt gerekend in dagen tot het verlopen van het certificaat en b. de inhoud van de melding. Als standaard instelling van het aantal dagen tot het verlopen van het certificaat wordt 4 maanden (122 dagen) genomen. Uitgaande van een maandelijkse aanlevering kan de module dan nog eenmaal gebruikt worden nadat de melding is getoond en voordat het certificaat verloopt. De standaard melding die aan de gebruiker wordt getoond is: Uw certificaat is nog [ ] dagen geldig. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Service en Informatiecentrum DIS iii. Bruikbaarheid certificaat. Indien een certificaat voor aan de PVM wordt gekoppeld dan wordt de combinatie certificaat en wachtwoord gecontroleerd. Indien het certificaat niet kan worden geopend dan wordt een foutmelding getoond aan de gebruiker iv. Backup certificaat Indien een nieuw certificaat aan de PVM wordt gekoppeld dan wordt een kopie van het certificaat opgeslagen in de map local Specificaties DIS 5.3 Pagina 8 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

9 users/[user]/zorgttp/certificate. In geval van problemen met de bruikbaarheid van het certificaat onder i en ii wordt in de logging de locatie van eventuele vervangende back-ups weergegeven. v. Indien een certificaat is gekoppeld aan de PVM, maar het certificaat later wordt verwijderd of niet langer bereikbaar is voor de PVM, dan wordt bij het opstarten hiervan melding gemaakt aan de gebruiker onder vermelding van de laatst bekende locatie. 4. Vervolgens wordt de aangeboden zipfile uitgepakt. 5. Het programma controleert op grond van het aangeboden type en versie GA of alle verwachte deelbestanden aanwezig zijn. Het type en de versie GA kan worden afgeleid uit twee elementen in de bestandsnaam van de zipfile. 6. Er volgt een technische en inhoudelijke controle van patient.txt en pakbon.txt. 7. Op grond van de DIS portal gebruikersnaam wordt gecontroleerd of de aangeboden zipfile geaccepteerd wordt volgens de DIS aanleverplanning. De controle wordt uitgevoerd met behulp van een webservice call naar het domein Het programma stopt de verwerking als het aangeboden bestand niet wordt verwacht volgens de DIS aanleverplanning. De gebruiker krijgt in het scherm de melding dat het bestand niet wordt verwacht. Indien de Aanleverplanning niet geraadpleegd kan worden en de PVM ontvangt geen resultaat (VERWACHT/NIET VERWACHT) dan zal het aangeboden bestand wel verwerkt worden. In Appendix F is het ontwerp van de webservice nader beschreven. 8. Het programma gaat niet door met het genereren van codes als er een fout wordt gevonden. De ter verwerking aangeboden zipfile wordt niet gewijzigd. Het programma genereert een HTML foutenverslag met dezelfde bestandsnaam als het aangeboden zip bestand. De tijdelijke bestanden worden verwijderd. 9. Indien er geen fouten zijn aangetroffen zal het programma het bestand patient.txt splitsen in een datadeel en een sleuteldeel. De pseudoniemen worden opgeslagen in het sleuteldeel. 10. Het sleuteldeel wordt aangemaakt en gevuld. Naam sleuteldeel: patient_s1.txt. 11. Het datadeel wordt aangemaakt en gevuld. Waar relevant worden variabelen naar een hoger aggregatieniveau gebracht (bijvoorbeeld postcode NNNNAA naar NNNN). Naam datadeel: Patient-s0.txt. 12. Het oorspronkelijke bestand patient.txt wordt verwijderd. 13. Het sleuteldeel en het datadeel worden gezipt en beveiligd met een certificaat. Alleen CMT heeft toegang tot het sleuteldeel. Alleen de DRM heeft toegang tot het datadeel. De zip heeft als naam: [idz].zorgttp. IDZ staat daarbij voor IDentificatie van de Zending. Dit is een unieke code die wordt aangemaakt op basis van een kenmerken als de systeemdatum, bestandsnaam en systeemtijd. 14. Er wordt melding gedaan over de uitkomst van de verwerking (wel/niet verzonden). 15. Voor iedere verwerking wordt in de map waaruit het aangeboden bestand afkomstig is een verwerkingsverslag aangemaakt. Bij gebruik via de GUI is dit altijd een HTML bestand. Bij headless gebruik kan worden gekozen voor een XML bestand. De inhoud van de rapportage wordt beschreven in hoofdstuk Bij het afsluiten van de applicatie wordt de run-xxx map leeggemaakt. Distributie De PVM DIS wordt in verschillende versies opgeleverd. 1. PVM DIS voor Windows (.exe) 2. PVM DIS voor Windows 64-bits (.exe) 3. PVM DIS voor Mac (.dmg) 4. PVM DIS voor Linux (.sh) Specificaties DIS 5.3 Pagina 9 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

10 Aansturing via de command line (headless) De module kan zoals hiervoor reeds aangegeven, naast via het pvm.exe bestand ook vanaf de command line worden opgestart Bijvoorbeeld: PVM./DIS_CZG_DBC_TEST_050_ _0_ zip Aanleveren voor meerdere zorgaanbieders Er worden twee scenario s ondersteund voor het in gang zetten van de verwerking voor meerdere zorgaanbieders tegelijkertijd: 1. Alternatief configuratiebestand per zorgaanbieder als parameter (PVM -C) Middels de parameter alt.config kan een alternatieve locatie van het configuratiebestand worden aangeroepen. Op die wijze kan voor meerdere zorgaanbieders in een run worden aangeleverd. Hierbij wordt steeds een compleet configuratiebestand per zorgaanbieder aangeroepen. Voor iedere zorgaanbieder dient zowel een certificaat als DIS portal user name in het configuratiebestand user.properties aanwezig te zijn. Voorbeeld PVM -C:\DIS\USER123\user.properties./DIS_CZG_DBC_TEST_050_ _0_ zip 2. DIS portal username als parameter (run4user.bat) Indien alleen de gebruikersnaam voor het raadplegen van de aanleverplanning varieert kan vanaf versie 4.0 gebruik worden gemaakt van een overkoepelend run script waarin de portal user name in combinatie met het te verwerken bestand kunnen worden opgegeven (run4user.bat [username] [bestandsnaam.zip]). De overige configuratie items zoals het digitale certificaat kunnen in dit geval gelijk blijven. Deze optie is met name bedoeld voor situaties waar een intermediair de aanlevering namens een aantal zorgaanbieders verzorgt. Voorbeeld C:\DIS\DIS-PVM-4.0\pvm\run4user.bat ZORGTTP C:\Datamap\/DIS_CZG_DBC_TEST_050_ _0_ zip Specificaties DIS 5.3 Pagina 10 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

11 4. Input bestanden PVM-DIS De bestanden pakbon.txt en patient.txt worden gebruikt als input voor het pseudonimisatieproces. Deze bestanden zijn onderdeel van een DBC aanlevering zoals voorgeschreven in de standaarden voor gegevensaanlevering DBC gegevens die door DBC- Onderhoud zijn opgesteld. De DBC aanlevering wordt herkend op grond van de bestandsnaam van het aanboden zip bestand. Ondersteunde Minimale Dataset versies De PVM DIS 5.3 ondersteunt de datasets: GA Dataset Versie Bestandsnaam van de Zipfile SZ DBC 7.0 DIS_SZG_DBC_<soortlevering>_070_<zorgaanbiedercode>_<instelling_volgnr_DI S>_<creatiedatum>_<volgnummer>.zip FZ DBC 2.0 DIS_FZG_DBC_<soortlevering>_020_<zorgaanbiedercode>_<instelling_volgnr_DI S>_<creatiedatum>_<volgnummer>.zip SZ OHW 2.0 DIS_SZG_OHW_<soortlevering>_020_<zorgaanbiedercode>_<instelling_volgnr_DI S>_<creatiedatum>_<volgnummer>.zip GBG TRJ 1.0 DIS_GBG_TRJ_<soortlevering>_010_<zorgaanbiedercode>_<instelling_<volgnr_D IS>_<creatiedatum>_<volgnummer>.zip GGZ DBC 7.0 DIS_GGZ_DBC_<soortlevering>_070_<zorgaanbiedercode>_<instelling_<volgnr_D IS>_<creatiedatum>_<volgnummer>.zip Zie ook de referentie GA documenten op pagina 2. Specificaties DIS 5.3 Pagina 11 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

12 pakbon.txt De opbouw van pakbon bestand wordt beschreven in de betreffende formaatbeschrijvingen [GGZ 7.0], [SZ7.0], [FZ2.0], [SZ 2.0 OHW] en [GBG 1.0]. Voor de PVM is alleen relevant; Het aantal regels waaruit de pakbon bestaat; De positie van het veld Aantal Patient binnen de regel. Op grond van het veld Aantal Patient in de pakbon wordt een controle uitgevoerd op het aantal patiënten in het bestand patient.txt. Onderstaande tabel geeft de exacte positie aan waar het veld Aantal Patient zich binnen pakbon.txt bevindt in de te ondersteunen standaarden voor gegevensaanlevering (GA). GA + versie Type Lengte Begin Eind CZ 7.0 N FZ 2.0 N SZ 2.0 OHW N GBG 1.0 N GGZ 7.0 N patient.txt De opbouw van patient bestand wordt beschreven in de betreffende formaatbeschrijvingen [GGZ 7.0], [SZ7.0], [FZ2.0], [SZ 2.0 OHW] en [GBG 1.0]. De afhandeling van het bestand wordt beschreven in de vervolg hoofdstukken. Specificaties DIS 5.3 Pagina 12 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

13 5. Validaties Uitgangspunt bij het valideren van de input is dat de PVM programmatuur aangeboden bestanden controleert op: Technische verwerkbaarheid (kan het bestand benaderd worden vanuit de module) en volledigheid (o.a. zijn alle relevante bestanden aanwezig); Inhoudelijke juistheid (o.a. zijn de aangeboden gegevens valide). De laatste categorie controles wordt beperkt tot de aangeboden persoonsgegevens die na pseudonimisatie niet langer in de oorspronkelijke vorm beschikbaar zijn. Een voorbeeld van een dergelijke controle is de 11-proef op het veld BurgerServiceNummer. Alle validaties moeten worden uitgevoerd voordat het programma doorgaat met pseudonimiseren. Er zijn 3 typen validaties: Type Code range Foutomschrijving technische controles op werkomgeving en bestanden inhoudelijke controles op de data meldingen Foutafhandeling De PVM zal het aangeboden bestand niet verwerken (geen inhoudelijke controle en geen verzending van het DISbestand). De foutmelding is zichtbaar in de applicatie zodra de fout optreedt. De verwerking kan slechts worden hervat door een aanpassing te doen. De PVM heeft het aangeboden bestand inhoudelijk gecontroleerd en fatale fouten gevonden waardoor er geen output bestand wordt aangemaakt. Er wordt geen DISbestand verzonden. De foutmeldingen kunnen worden ingezien door het na de verwerking aangemaakte verslag in te zien. De PVM heeft het aangeboden bestand inhoudelijk gecontroleerd, waarschuwingen (niet fatale fouten) gevonden en het output bestand wordt aangemaakt. Er wordt een DISbestand verzonden. De foutmeldingen kunnen worden ingezien door het na de verwerking aangemaakte verslag in te zien. De eerste controles die door de PVM uitgevoerd worden zijn controles (type 1) waarvan de resultaten kunnen worden teruggekoppeld via de schermen van PVM. Vervolgens worden de controles uitgevoerd die via een validatie rapport worden teruggekoppeld (type 2 en 3). In het proces waarin het patient.txt bestand wordt gemuteerd naar patient-s0.txt wordt de inhoud van de aangeleverde bestanden gevalideerd alvorens de pseudoniemen worden aangemaakt. Hoewel DIS streeft naar consistentie in de definitie van de patient.txt bestanden komt het voor dat er verschillen zijn, zoals bijvoorbeeld in FZ, waar een extra veld aanwezig is welke gepseudonimiseerd moet worden. De PVM software dient rekening te houden met deze verschillen. In hoofdstuk 7 zijn van de in productie zijnde gegevensstromen de definities opgenomen. Hoofdstuk 8 geeft een overzicht van alle relevante foutcodes. Specificaties DIS 5.3 Pagina 13 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

14 Afhandeling foutsituaties Foutsituaties kunnen op verschillende wijze worden teruggekoppeld aan de gebruiker: Een systeemmelding van het besturingssysteem waarop de PVM draait. Een melding in een van de PVM schermen Een (fout)melding in het verwerkingsverslag Foutmeldingen ten gevolge van validaties op het aangeboden bestand kunnen na afloop van de verwerking in het verslag [bestandsnaam van het aangeboden zip bestand]_dis_pvm.html worden ingezien. Indien er sprake is van validatiefouten vindt verzending van het bestand NIET plaats. Bij de afhandeling van foutsituaties wordt onderstaand schema gehanteerd ALS Aanleverplanning niet verwacht DAN Melding: Het bestand wordt niet verwacht volgens de DIS aanleverplanning. De gegevens zijn niet gecontroleerd. ANDERS (aanleverplanning wel verwacht) ALS geen validatiefouten DAN Melding: Geen validatiefouten geconstateerd Melding: Het bestand wordt verwacht volgens de DIS aanleverplanning.. ALS bestand kan niet verzonden worden DAN Melding: Bestand kan niet worden verzonden ANDERS Melding: Bestand is verzonden ANDERS (wel validatiefouten) Melding: Er zijn validatiefouten geconstateerd Fouten uit de 3000 range hebben het karakter van een waarschuwing. Er is geen sprake van een blokkerende fout, maar wel sprake van een bijzondere situatie die gelogd dient te worden. Specificaties DIS 5.3 Pagina 14 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

15 Afhandeling van het veld Naam In Patient.txt bevinden zich 2 gegevensvelden met als inhoud de naam van de patiënt, te weten (za_)naam_1 en (za_)naam_2. Twee andere gegevensvelden, te weten (za_)naamcode_1 en (za_)naamcode_2, bepalen of de betreffende naam de achternaam of de geboortenaam is. De volgende beslisboom bepaalt welke naam wordt gebruikt voor de pseudonimisering en derhalve ook onderworpen wordt aan de validaties (2001, 2002, 2003 en 2004). Met code 1 wordt bedoeld dat het naamveld de achternaam bevat. Met code 2 wordt bedoeld dat het naamveld de geboortenaam bevat Afhandeling veld voornaam en achternaam en de conversie van ascii tekens In Appendix A wordt de normalisatie beschreven die binnen de PVM plaatsvindt op aangeboden gegevens. Afhandeling van het veld Burger Service Nummer (BSN) In eerdere versies van de PVM DIS was het uitgangspunt dat er in geen geval lege pseudoniemen worden opgeleverd. Een leeg pseudoniem is een pseudoniem dat bestaat uit de zogenaamde handtekening gevolgd door 28 spaties. Uitgangspunt voor validatie van GA s GGZ, SZ en FZ; 1. Een valide BSN wordt gepseudonimiseerd. Onder valide wordt verstaan: i. Lengte gelijk aan 8 of 9 posities numeriek; ii. 11-proef; 2. Een niet valide BSN wordt afgekeurd. 3. Uitzonderingen: i. Een BSN met 9x0 wordt afhankelijk van de GA gezien als anoniem of onbekend Zie voor de exacte afhandeling per GA versie hoofdstuk 7. ii. Een leeg BSN (9xspatie) wordt omgezet naar 9x0 en als zodanig afgehandeld. Zie voor de exacte afhandeling per GA versie hoofdstuk Specificaties DIS 5.3 Pagina 15 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

16 Vanaf PVM versie 5.0 is het voor de GA s OHW 2.0 en GBG 1.0 mogelijk om lege pseudoniemen op te leveren. Rekening houdend met deze situatie wordt het veld BSN als volgt afgehandeld: Input Output PVM melding VALIDE BSN Pseudoniem Geen 9*9 Default pseudoniem voor 9*9 Geen 9*0 DS2B[28xspatie] WRN *spatie DS2B[28xspatie] Geen Voldoet niet aan 11- DS2B[28xspatie] WRN 3126 voldoet niet aan de 11-proef proef Lengte niet goed DS2B[28xspatie] WRN 3122 ongeldige lengte Ongeldig teken DS2B[28xspatie] WRN 3123 ongeldig teken Appendix H bevat een lijst met voorbeeld afhandelingen voor het veld Burger Service Nummer voor verschillende inputwaarden. Specificaties DIS 5.3 Pagina 16 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

17 6. Output bestanden PVM-DIS De bestanden Patient-s0.txt (datadeel) en patient_s1.txt (sleuteldeel) zijn het resultaat het pseudonimisatieproces van de PVM-DIS. Zie hoofdstuk 3, Uitgangspunten werking PVM DIS. Deze bestanden zijn onderdeel van een DBC aanlevering zoals voorgeschreven in de standaarden voor gegevensaanlevering DBC gegevens die door DBC-Onderhoud zijn opgesteld. De DBC aanlevering wordt herkend op grond van de bestandsnaam van het aanboden zip bestand. Voor de specificaties van de output bestanden per GA versie zie hoofdstuk Pseudonimisatie patient.txt naar patient-s1.txt Het sleuteldeel patiënt_s1.txt, na eerste versleuteling door de PVM DIS, kent de volgende indeling: Nr Attribuut Type Constraint Begin Lengte Opmerking 1 IDZ A V Regelnummer N V 13 8 Links uitvullen met spaties 3 Pseudoniem Naam A V OS1N 4 Pseudoniem CBS A V OS1C 5 Pseudoniem BSN A V OS1B 6 Pseudoniem SKnummer (FZ) A V OS1S 1. IDZ geeft de identificatie van de zending aan en is gebaseerd op de naam van de zipfile, de systeemdatum en systeemtijd (de systeemtijd van het moment dat de IDZ wordt aangemaakt). Een MD5 algoritme wordt gedraaid over deze gegevens en de IDZ wordt bepaald door de laatste 12 tekens. Specificaties DIS 5.3 Pagina 17 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

18 2. Het regelnummer correspondeert met het regelnummer van het datadeel. Het is de basis om het datadeel en het sleuteldeel te kunnen samenvoegen. 3. Het pseudoniem Naam bestaat uit de handtekening naam en het sleuteldeel naam. De handtekening naam is een code die aangeeft welk pseudoniem type het betreft. Standaard waarde: OS1N. (= Originele Sleutel, 1 keer bewerkt, gebaseerd op Naamgegevens). Het sleuteldeel naam is gebaseerd op de versleuteling van: de eerste 8 tekens van de achternaam. Het programma kiest uit (za )naam_1 of (za )naam_2. Het 2 e en volgende teken mag een spatie zijn. het eerste teken van de voorletters. de geboortedatum. het geslacht, waarbij 1 = mannelijk; 2 = vrouwelijk; 0 = onbekend; 9 = niet gespecificeerd. Pseudoniem formule: OS1N + ENCRYPT28( TRIM(achternaam) + SPATIES(10) ) 4. Het pseudoniem CBS bestaat uit de handtekening CBS en het sleuteldeel CBS. De handtekening heeft betrekking op het pseudoniem CBS en kent standaard de waarde OS1C (C van CBS). Het sleuteldeel bestaat uit: de volledige postcode. Bij een leeg gegevensveld wordt er ook een pseudoniem gemaakt (postcode is alleen verplicht als de landcode NL is). Geboortedatum Geslacht, waarbij 1 = mannelijk; 2 = vrouwelijk; 0 = onbekend; 9 = niet gespecificeerd. Pseudoniem formule: OS1C + ENCRYPT28( UPPERCASE(TRIM(postcode)) + TRIM(geboortedatum) + TRIM(geslacht) + SPATIES(10) ) 5. Het pseudoniem BSN bestaat uit de handtekening BSN en het sleuteldeel BSN. De handtekening BSN heeft betrekking op het pseudoniem BSN en kent standaard de waarde OS1B (B van BSN). Het sleuteldeel BSN is gebaseerd op het Burger Service Nummer (BSN). Standaard waarde is OS1B. Pseudoniem formule: OS1B + ENCRYPT28(bsn + SPATIES(10) ) 6. Het pseudoniem SK-nummer (alleen van toepassing voor [FZ1.0]) bestaat uit de handtekening SK-nummer en het sleuteldeel SK-nummer. De handtekening SKnummer heeft betrekking op het pseudoniem SK-nummer en kent standaard de waarde OS1S (S van SK). Het sleuteldeel SK-nummer is gebaseerd op het Strafrecht Keten nummer (SK). Standaard waarde is OS1S. Pseudoniem formule: OS1S + ENCRYPT28( TRIM(SK-nummer) + SPATIES(10) ) Specificaties DIS 5.3 Pagina 18 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

19 Problemen en bijzonderheden De volgende bijzonderheden zijn vermeldenswaardig. 1. De postcode is niet verplicht indien sprake is van een woonadres in het buitenland. Er wordt wel een pseudoniem CBS aangemaakt, maar de code is onbetrouwbaar. 2. Het SK nummer pseudoniem is verplicht voor de [FZ1.0] en [FZ 2.0] GA versies en mag voor alle andere versies niet voorkomen. Default waarden voor pseudoniemen Voor een aantal velden zijn default waarden van toepassing als input of output voor pseudonimisatie. In de volgende situaties kunnen default waarden van toepassing zijn: 1. Optioneel karakter te pseudonimiseren velden 2. Verplicht karakter te pseudonimiseren velden (voorschrift anoniem aanleveren) 3. Lege pseudoniemen ongewenst in de ouput De default waarden zijn hierbij: Pseudoniem Veld Default input voor Verklaring pseudonimisatie OS1N Naam [8*x] Anonieme waarde Voorletters XX Anonieme waarde Geboortedatum Anonieme waarde OS1C Postcode 9999AA Anonieme waarde Geboortedatum Anonieme waarde Geslacht 0 Anonieme waarde OS1B BSN [9*0] Anoniem / Onbekend Voor OS1B geldt dat voor oudere GA s de waarde 9x0 gold als default voor anoniem. Later is anoniem aanleveren komen te vervallen en is 9x0 in gebruik genomen als default waarde voor BSN onbekend. Specificaties DIS 5.3 Pagina 19 van 58 Versie 1.1 ZorgTTP

20 7. Validatie van de bestanden Als eerste wordt de naam van het zip-bestand gevalideerd. De naam van het zip-bestand verschilt per GA. GA SZ 7.0 FZ 2.0 SZ 2.0 OHW GBG 1.0 GGZ 7.0 Validatie 1008 Controle op bestandsnaam DIS_SZG_DBC_<soortlevering>_070_<zorgaanbiedercode>_<instelling_volgnr_DIS>_<creatiedatum>_<volgnummer>.zip DIS_FZG_DBC_<soortlevering>_020_<zorgaanbiedercode>_<instelling_volgnr_DIS>_<creatiedatum>_<volgnummer>.zip DIS_SZG_OHW_<soortlevering>_020_<zorgaanbiedercode>_<instelling_volgnr_DIS>_<creatiedatum>_<volgnummer>.zip DIS_GBG_TRJ_<soortlevering>_010_<zorgaanbiedercode>_<instelling_volgnr_DIS>_<creatiedatum>_<volgnummer>.zip DIS_GGZ_DBC <soortlevering>_070_<zorgaanbiedercode>_<instelling_volgnr_dis>_<creatiedatum>_<volgnummer>.zip De PVM moet controleren of het zip bestand alle.txt bestanden, behorende tot de GA versie bevat. Dit betreft een exacte match : een bestand dat niet in de GA gedefinieerd is en voorkomt in de zip wordt als fout aangemerkt. Voor details zie hoofdstuk 8, validatie melding nr Let op! de bestandsnamen dienen case insensitive verwerkt te worden. FZ 2.0 SZ 7.0 SZ 2.0 OHW SZ 7.0 GBG 1.0 GGZ 7.0 Patient.txt Zorgtraject.txt Aard_delict.txt Dbc_traject.txt Diagnose.txt Gevaar.txt Geleverd_zorgprofiel_tijdschrijven.txt Geleverd_zorgprofiel_dagbesteding.txt Geleverd_zorgprofiel_verblijfsdagen.txt Geleverd_zorgprofiel_verrichtingen.txt Overige_verrichting.txt Pakbon.txt Declaratiedataset.txt geleverd_zorgprofiel.txt honorarium.txt nevendiagnose.txt overige_verrichting pakbon.txt patient.txt subtraject.txt zorgtraject.txt Patient.txt Zorgtraject.txt Subtraject.txt Geleverd_zorgprofiel.txt Nevendiagnose.txt Honorarium.txt Overige_verrichting.txt Declaratiedataset.txt Pakbon.txt Patient.txt Zorgtraject.txt Subtraject.txt Geleverd_zorgprofiel.txt Nevendiagnose.txt Honorarium.txt Overige_verrichting.txt Declaratiedataset.txt Pakbon.txt Patient.txt Diagnose.txt Geleverd Zorgprofiel.txt Overige verrichtingen/producten.txt Pakbon.txt ROM.txt ROM_ITEM.txt Patient.txt Zorgtraject.txt Dbc_traject.txt Diagnose.txt Geleverd_zorgprofiel_tijdschrijven.txt Geleverd_zorgprofiel_dagbesteding.txt Geleverd_zorgprofiel_verblijfsdagen.txt Geleverd_zorgprofiel_verrichtingen.txt Overige_verrichting.txt Pakbon.txt ROM.txt (O) ROM_ITEM.txt (O) Voor GGZ 7.0 is het toegestaan om optionele bestanden aan te bieden. Deze bestanden zijn met (O) gemarkeerd in bovenstaand overzicht. Specificaties DIS 5.3 Pagina 20 van 58 Versie 1.0 ZorgTTP

21 Naast de controle op de binnen de zip aanwezige bestanden wordt er ook een aantal technische validaties uitgevoerd met betrekking tot pakbon.txt en patient.txt. Deze zijn van toepassing op alle GA s. NR Validatie tussen patient.txt en pakbon.txt 1017 pakbon.txt moet een regel bevatten 1018 pakbon.txt mag niet meer dan een regel bevatten 1022 patient.txt bevat een regel met verkeerde lengte Het aantal patiënten in de pakbon komt niet overeen met het aantal patiënten in patient.txt Voor validatie 1022 wordt uitgegaan van de onderstaande verwachte regellengtes binnen het bestand patient.txt per GA. Lengte GA + versie PVM PVM 4.0 PVM 5.1 PVM 5.2 PVM 5.3 CZ GGZ SZ FZ SZ 2.0 OHW GBG GGZ Specificaties DIS 5.3 Pagina 21 van 58 Versie 1.0 ZorgTTP

22 7.1 Validaties patient.txt en output bestanden Onderstaande tabellen bevat de kolom Verplicht. Deze bevat een code. De verschillende codes betekenen het volgende: V= Verplicht, O=Optioneel, CV= Conditioneel Verplicht. Het patient.txt bestand wordt uiteindelijk aan de ontvangende partij opgeleverd middels een patient-s0.txt (de data) en een patient_s2.txt (de pseudoniemen) en deze 2 bestanden worden verder beschreven middels de kolommen Patient-s0 en Patient-s2. Patient-s0 beschrijft de uiteindelijke formattering van data terwijl Patient-s2 aangeeft welke velden van invloed zijn tot de totstandkoming van de pseudoniemen. De beschrijving betreft steeds de binnen patient-s0.txt aanwezige data. Dit betekent dat ten opzicht van patient.txt steeds de velden IDZ en Regelnummer aan het begin van de regel is toegevoegd. Zie voor de exacte beschrijving van patient.txt steeds de door DIS gepubliceerde standaarden voor gegevensaanlevering (GA) SZ 7.0 Variabele Verplicht Type Lengte Begin Eind Validaties Patient-s0 Patient-s2 IDZ V AN Regelnummer V N Declarerende instelling V AN Instelling volgnr DIS V AN Koppelnummer V AN Naam_1 V AN Leeg DS2N Naam voorvoegsel_1 O AN Naamcode_1 V AN Leeg Naam_2 O AN Leeg DS2N Naam voorvoegsel_2 O AN Leeg Naamcode_2 CV AN Leeg 2002 Voorletters V AN Leeg DS2N Specificaties DIS 5.3 Pagina 22 van 58 Versie 1.0 ZorgTTP

23 Postcode CV AN Substr(ZA Postcode,1,4), 2010 rechts uitvullen met spaties Huisnummer O N Leeg Huisnummer toevoeging O AN Leeg Landcode V AN Geboortedatum V D Geslacht V AN To_char(ZA Geboortedatum, yyyy ), rechts uitvullen met spaties DS2C DS2N, DS2C DS2N, DS2C Variabele Verplicht Type Lengte Begin Eind Validaties Patient-s0 Patient-s2 Burger Service V AN Leeg DS2B Nummer Patient_ID O AN FZ 2.0 Variabele Verplicht Type Lengte Begin Eind Validaties Patient-s0 Patient-s2 IDZ V AN Regelnummer V N Declarerende V AN instelling Instelling volgnr DIS V AN Koppelnummer V AN Naam_1 V AN Leeg DS2N Naam voorvoegsel_1 O AN Leeg Specificaties DIS 5.3 Pagina 23 van 58 Versie 1.0 ZorgTTP

24 Variabele Verplicht Type Lengte Begin Eind Validaties Patient-s0 Patient-s2 Naamcode_1 V AN Leeg Naam_2 O AN Leeg DS2N Naam voorvoegsel_2 O AN Leeg Naamcode_2 CV AN Leeg 2002 Voorletters V AN Leeg DS2N Postcode CV AN Substr(ZA Postcode,1,4), DS2C 2010 rechts uitvullen met spaties Huisnummer O N Leeg Huisnummer toevoeging O AN Leeg Landcode V AN Geboortedatum V D Geslacht V N Burger Service Nummer V AN SK-nummer V AN Eerste inschrijfdatum O D Laatste uitschrijfdatum O D To_char(ZA Geboortedatum, yyyy ), rechts uitvullen met spaties Leeg Leeg DS2N, DS2C DS2N, DS2C DS2B DS2S Specificaties DIS 5.3 Pagina 24 van 58 Versie 1.0 ZorgTTP

25 7.1.3 SZ 2.0 OHW Variabele Verplicht Type Lengte Begin Eind Validaties Patient-s0 Patient-s2 IDZ V AN Regelnummer V N Declarerende instelling V AN Instelling volgnr DIS V AN Koppelnummer V AN Naam_1 O AN Leeg Naam voorvoegsel_1 O AN Naamcode_1 O AN Leeg Naam_2 O AN Leeg Naam voorvoegsel_2 O AN Leeg Naamcode_2 O AN Leeg Voorletters O AN Leeg 3106 Postcode O AN Substr(ZA Postcode,1,4), rechts uitvullen met spaties Huisnummer O N Leeg Huisnummer toevoeging O AN Leeg Landcode O AN Geboortedatum O D Geslacht V AN Burger Service Nummer O AN Patient_ID O AN To_char(ZA Geboortedatum, yyyy ), rechts uitvullen met spaties Leeg Specificaties DIS 5.3 Pagina 25 van 58 Versie 1.0 ZorgTTP

26 7.1.4 GBG 1.0 Variabele Verplicht Type Lengte Begin Eind Validaties Patient-s0 Patient-s2 IDZ V AN Regelnummer V N Declarerende instelling V AN Instelling volgnr DIS V AN Koppelnummer V AN Naam_1 O AN Leeg DS2N Naam voorvoegsel_1 O AN Naamcode_1 O AN Leeg Naam_2 O AN Leeg DS2N Naam voorvoegsel_2 O AN Leeg Naamcode_2 O AN Leeg Voorletters O AN Leeg 3106 DS2N Postcode O AN Substr (ZA Postcode,1,4), DS2C Huisnummer O N Leeg Huisnummer toevoeging O AN Leeg Landcode O AN Geboortedatum O D Geslacht V AN Burger Service Nummer O AN Geboortemaand O AN Geboorteland patiënt / O AN rechts uitvullen met spaties To_char (ZA Geboortedatum, yyyy ), rechts uitvullen met spaties DS2N, DS2C DS2N, DS2C Specificaties DIS 5.3 Pagina 26 van 58 Versie 1.0 ZorgTTP Leeg DS2B

27 Variabele Verplicht Type Lengte Begin Eind Validaties Patient-s0 Patient-s2 herkomst Geboorteland vader O AN Geboorteland moeder O AN Leefsituatie O AN Opleidingsniveau O AN Burgerlijke staat O AN Werksituatie O AN Reserve O AN Leeg GGZ 7.0 Variabele Verplicht Type Lengte Begin Eind Validaties Patient-s0 Patient-s2 IDZ V AN Regelnummer V N Declarerende instelling V AN Instelling volgnr DIS V AN Koppelnummer V AN Naam_1 O AN Leeg DS2N Naam voorvoegsel_1 O AN Naamcode_1 O AN Leeg Naam_2 O AN Leeg DS2N Naam voorvoegsel_2 O AN Leeg Naamcode_2 O AN Leeg Voorletters O AN Leeg 3106 DS2N Postcode O AN Substr (ZA Postcode,1,4), DS2C Huisnummer O N Leeg Huisnummer toevoeging O AN Leeg Landcode O AN rechts uitvullen met spaties Specificaties DIS 5.3 Pagina 27 van 58 Versie 1.0 ZorgTTP

28 Variabele Verplicht Type Lengte Begin Eind Validaties Patient-s0 Patient-s2 Geboortedatum O D To_char (ZA DS2N, DS2C 3113 Geboortedatum, yyyy ), rechts uitvullen met spaties Geslacht V AN DS2N, DS2C 2015 Burger Service Nummer O AN Leeg DS2B Eerste inschrijfdatum O AN Laatste uitschrijfdatum O AN Geboortemaand O AN Geboorteland patiënt / O AN herkomst Geboorteland vader O AN Geboorteland moeder O AN Leefsituatie O AN Opleidingsniveau O AN Reserve O AN Leeg Specificaties DIS 5.3 Pagina 28 van 58 Versie 1.0 ZorgTTP

29 8. Foutcodes Onderstaande tabel geeft een overzicht van binnen de PVM DIS gehanteerde foutcodes, een beschrijving van de bijbehorende fout, en de gevolgen voor de verwerking. Voor alle foutcodes tussen 1000 en 1999 geldt dat de foutcode en de foutmelding steeds zichtbaar worden in de applicatie zodra de fout optreedt. De verwerking kan slechts worden hervat door een aanpassing te doen. Foutcodes tussen 2000 en 2999, evenals waarschuwingscodes 3000 t/m 3003 kunnen worden ingezien door het na de verwerking aangemaakte verslag in te zien. De applicatie geeft na verwerking aan dat er validatiefouten en/of waarschuwingen zijn opgetreden en dat voor meer informatie het verslag kan worden geopend met de knop Open. De PVM onderscheid hierin 3 types validaties die bepalend is voor de afhandeling: Type Korte omschrijving T Technische fout Verwerking input best. Verzending Omschrijving DIS-bestand N N De PVM zal het aangeboden bestand niet verwerken (geen inhoudelijke controle en geen verzending van het DIS-bestand) F Fatale fout J N De PVM heeft het aangeboden bestand inhoudelijk gecontroleerd en fatale fouten gevonden waardoor er geen output bestand wordt aangemaakt. Er wordt geen DIS-bestand verzonden. W Waarschuwing J J De PVM heeft het aangeboden bestand inhoudelijk gecontroleerd, waarschuwingen (niet fatale fouten) gevonden en het output bestand wordt aangemaakt. Er wordt een DIS-bestand verzonden. Specificaties DIS 5.3 Pagina 29 van 58 Versie 1.0 ZorgTTP

30 Overzicht mogelijke fouten bij het verwerken van bestanden Nr Melding Type Beschrijving Gevolg 1002 Het programma kan de opgegeven drive:\werkdirectory niet vinden. T De opgegeven drive:\werkdirectory kan niet gevonden worden. De foutcode en foutmelding blijven in beeld totdat een ander, geldig bestand wordt geselecteerd 1007 Het pad bestaat niet. Controleer het pad en T Het opgegeven bestand bevindt zich niet in de Idem probeer het opnieuw. werkdirectory De naam van het aangeboden bestand is T De naam van het aangeboden bestand moet legitiem Idem verboden. zijn Het aangeboden bestand kan niet uitgepakt T Het aangeboden bestand moet uitgepakt kunnen Idem worden. worden. (unzippen) 1017 De pakbon is leeg. T Pakbon.txt moet één regel bevatten. Idem 1018 De pakbon bevat meer dan één regel. T Pakbon.txt mag niet meer dan één regel bevatten. Idem 1021 Het zipbestand bevat niet alle bestanden die door de GA zijn voorgeschreven T De PVM controleert binnen iedere zip of alle voor het type GA verwachte bestanden aanwezig zijn. Idem 1022 PATIENT.txt bevat een regel met verkeerde lengte. T Er zijn 1 of meerdere regels gevonden waarvan de regellente niet voldoet aan de specificatie (te kort of te lang) Naam is niet gevuld F Het veld (za )naam_1 moet gevuld zijn. Resultaatscherm meldt validatiefouten. Detail-informatie kan in het verslag worden bekeken Naamcode bevat geen geldige waarde. F Voor de velden (za )naamcode_1 en (za )naamcode_2 zijn alleen de waarden spatie, 1 of 2 toegestaan Naam begint met een spatie. F De naam moet links uitgelijnd zijn. Idem 2004 Naam bevat vreemde tekens F De naam moet gevuld zijn met een legitiem teken. De afhandeling van diakritische tekens wordt beschreven in Appendix A Idem 2005 Voorletters is niet gevuld. F De eerste positie van het veld (za )voorletters moet gevuld zijn Voorletters begint met een vreemd teken F De eerste positie van het veld (za )voorletters moet gevuld zijn met een legitiem teken. De afhandeling van diakritische tekens wordt beschreven in Appendix A 2008 Landcode is niet gevuld F Het veld (za )landcode moet gevuld zijn. Idem Specificaties DIS 5.3 Pagina 30 van 58 Versie 1.0 ZorgTTP Idem Idem Idem Idem

31 Nr Melding Type Beschrijving Gevolg 2009 Postcode voor landcode 'NL' is niet gevuld F Indien (za )landcode gevuld is met NL, moet het veld Idem (za )postcode gevuld zijn Postcode bevat geen geldige waarde voor F Indien (za )landcode gevuld is met NL moet het veld Idem landcode 'NL' (za )postcode gevuld zijn met een postcode die voldoet aan het formaat NNNNAA Geboortedatum is niet gevuld F Het veld (za )geboortedatum moet gevuld zijn. Idem 2012 Geboortedatum bevat geen geldige datum F Het veld (za )geboortedatum moet gevuld zijn met Idem een goede datum. Formaat: EEJJMMDD Geboortedatum ligt in de toekomst F Het veld (za )geboortedatum moet kleiner of gelijk zijn Idem aan de systeemdatum Geslacht is niet gevuld F Het veld (za )geslacht moet gevuld zijn. Idem 2015 Geslacht bevat een onbekende code F Het veld (za )geslacht moet gevuld zijn met 0,1,2 of 9. Idem 2021 Aantal records in PATIENT.txt is ongelijk aan F Het aantal patiënten in pakbon.txt komt niet overeen Idem Aantal patiënt volgens de pakbon met het aantal patiënten in patient.txt BSN bevat geen geldige lengte F Lengte veld is 9 posities Idem 2023 BSN bevat een niet toegestaan teken F Een van de tekens is niet numeriek (0 t/m 9) of bevat Idem minder dan 9 spaties BSN voldoet niet aan de 11-proef F De aangeleverde cijfer combinatie wordt niet Idem goedgekeurd door de 11-proef Declarerende instelling is niet gevuld F Declarerende instelling is een verplicht veld Idem 2029 Instelling volgnr DIS is niet gevuld F Instelling volgnr DIS is een verplicht veld Idem 2030 Koppelnummer is niet gevuld F Koppelnummer is een verplicht veld Idem 2031 Het bestand bevat geanonimiseerde patiëntnamen F Als in het aangeboden bestand een patiënt voorkomt met een naam die louter bestaat uit 1 of meer X-en, dan is sprake van een geanonimiseerd bestand. (N.B de naam XAB of XYZ is daarmee een toegestane naam). Anoniem aanleveren is voor deze GA niet toegestaan Het bestand bevat geanonimiseerde voorletters F Anoniem aanleveren is voor deze GA niet toegestaan. Idem 2033 Het bestand bevat geanonimiseerde BSNwaarden F Anoniem aanleveren is voor deze GA niet toegestaan. Idem 2034 Naamcode_2 is niet gevuld terwijl Naam_2 wel is F Naamcode_2 moet gevuld zijn indien Naam_2 gevuld Idem gevuld is 2035 SKN bevat geen geldige lengte F Het veld SK nummer moet 15 posities lang zijn Idem 2036 SKN is niet gevuld F Het veld SK nummer moet gevuld zijn. Leeg 15xspatie is NIET toegestaan. Idem Idem Specificaties DIS 5.3 Pagina 31 van 58 Versie 1.0 ZorgTTP

32 Nr Melding Type Beschrijving Gevolg 2037 SKN bevat geen numerieke waarde F Het veld SK nummer moet gevuld zijn met numerieke Idem waarden 2038 Het bestand bevat geanonimiseerde SKN F Anoniem (15xX of 15x0) of (8x0+7x9) aanleveren is Idem waarden NIET toegestaan BSN is niet gevuld F Het veld BSN moet gevuld zijn. Leeg 9xspaties is NIET Idem toegestaan Eerste inschrijving voldoet niet aan patroon F Eerste inschrijving moet binnen het bereik voor een Idem YYYYMM of valt buiten bereik heden geldige datum vallen 2042 Laatste uitschrijving voldoet niet aan patroon F Laatste inschrijving moet binnen het bereik voor een Idem YYYYMM of valt buiten bereik heden geldige datum vallen 2043 Opgegeven certificaat '{certificate.input.file.path}' F Certificaat niet benaderbaar Idem niet gevonden 2044 Opgegeven certificaat '{certificate.input.file.path}' F Certificaat niet leesbaar Idem kan niet worden gelezen 2045 Opgegeven certificaat '{certificate.input.file.path}' F Certificaat wachtwoord combinatie is niet correct Idem kan niet worden gelezen of het opgegeven wachtwoord is niet correct 2046 Uw certificaat is verlopen op F Certificaat verlopen Idem {certificate.validity.enddate} 2047 Uw certificaat is pas geldig vanaf F Certificaat nog niet geldig Idem {certificate.validity.startdate} 3001 Het bestand bevat geanonimiseerde patiëntnamen. W Als in het aangeboden bestand een patiënt voorkomt met een naam die louter bestaat uit 1 of meer X-en, dan is sprake van een geanonimiseerd bestand. (N.B de naam XAB of XYZ is daarmee een toegestane naam) 3002 Het bestand bevat geanonimiseerde voorletters. W Als in het aangeboden bestand een patiënt voorkomt met een voorletter die louter bestaat uit 4 of meer X-en, dan is sprake van een geanonimiseerd bestand 3003 Het bestand bevat geanonimiseerde BSN waarden Uw certificaat is nog {certificate.validity.days.remaining} dagen geldig W W Als in het aangeboden bestand een patiënt voorkomt met een BSN nummer die bestaat uit 9 nullen of 9 spaties, dan is sprake van een geanonimiseerd bestand. Als het certificaat gaat verlopen, dan wordt de gebruiker gewaarschuwd binnen een instelbare termijn in dagen. Resultaatscherm meldt waarschuwingen. Detailinformatie kan in het verslag worden bekeken. Idem Idem Idem Specificaties DIS 5.3 Pagina 32 van 58 Versie 1.0 ZorgTTP