Orchestre des Champs-Elysées. Philippe Herreweghe & Steven Isserlis. CONCERTZAAL Inleiding door Steven Vande Moortele

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Orchestre des Champs-Elysées. Philippe Herreweghe & Steven Isserlis. CONCERTZAAL Inleiding door Steven Vande Moortele"

Transcriptie

1 Orchestre des Champs-Elysées Philippe Herreweghe & Steven Isserlis CONCERTZAAL Inleiding door Steven Vande Moortele CONCERTGEBOUW

2 BIO S Het Orchestre des Champs-Elysées legt zich toe op het klassieke en romantische repertoire, gebracht op authentieke instrumenten. Na hun residentie in het Théâtre des Champs Elysées in Parijs en het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel, was het orkest te gast in alle grote Europese concertzalen, zoals Musikverein Wien, Concertgebouw Amsterdam en Barbican Centre. Tijdens het seizoen 0809 is het Orchestre des Champs-Elysées Friend in Music van het Concertgebouw. Philippe Herreweghe ontpopte zich met het Collegium Vocale Gent, La Chapelle Royale en later het Ensemble Vocale Européen tot specialist van renaissance- en barokmuziek. Sinds 1991 brengt hij met het Orchestre des Champs-Elysées ook klassiek en romantisch repertoire. Sinds 1998 is hij muziekdirecteur van defilharmonie, met een focus op (pre)romantische muziek. Met het Orchestre des Champs-Elysées is Herreweghe sinds enkele jaren bij het laatromantische repertoire aanbeland, met enkele Mahler- en Bruckneropnames als opgemerkte hoogtepunten. De cellist Steven Isserlis hecht een groot belang aan de authenticiteit van zijn uitvoeringen en speelt daarom samen met de beste orkesten op historische instrumenten. Zijn kamermuziekconcerten zijn beroemd, niet alleen vanwege de kwaliteit van de uitvoering, maar ook dankzij de inventieve programma s. Isserlis speelt en schrijft ook voor kinderen en geeft regelmatig masterclasses. Hij is een fervent verdediger van hedendaagse muziek en werkte samen met componisten als Wolfgang Rihm en Thomas Adès.

3 uitvoerders PROGRAMMA ensemble Orchestre des Champs-Elysées Felix Mendelssohn ( ), Ouverture Die Hebriden opus 26 dirigent Philippe Herreweghe cello Steven Isserlis Robert Schumann ( ), Celloconcerto in a opus Nicht zu schnell - Langsam - Sehr lebhaft Pauze Felix Mendelssohn, Symfonie nr. 3 in a opus 56 Schotse - Andante con moto - Allegro un poco agitato - Vivace non troppo - Adagio - Allegro vivacissimo - Allegro maestoso assai orkestraal friends in music

4 De derde symfonie van Mendelssohn In de diepe schemering zijn we vandaag naar het paleis geweest waar koningin Mary [Stuart] heeft geleefd en liefgehad. Er is daar een klein kamertje te zien met een wenteltrap bij de deur. Daar gingen ze naar boven en vonden ze Rizzio in het kleine kamertje, en drie kamers verder is een duistere hoek, waar ze hem vermoord hebben. Op de kapel daarnaast staat geen dak meer, ze is overwoekerd door gras en klimop, en aan het vervallen altaar werd Mary tot koningin van Schotland gekroond. Alles is er vervallen en verrot en daarboven schijnt de stralende hemel. Ik geloof dat ik daar het begin van mijn Schotse symfonie gevonden heb. Aldus schreef de twintigjarige Felix Mendelssohn-Bartholdy op 30 juli 1829 aan zijn ouders vanuit Edinburgh, waar hij net de ruïnes van Holyrood Palace had bezocht. De verweving van geschiedenis, natuur, verbeelding en inspiratie in de bovenstaande passage is weinig verwonderlijk voor de literair en cultureel beslagen romantische reiziger die Mendelssohn was: de volgende dag zou hij Walter Scott auteur van in de negentiende eeuw razend populaire, historische romans gaan bezoeken, en daarna trok hij verder naar de Hebriden om daar de grot van Fingal, die hij kende uit de eveneens erg populaire gedichten van Ossian, te zien. Dat Mendelssohn de eerste inspiratie voor zijn Derde Symfonie net als voor zijn ouverture Die Hebriden in Schotland vond, staat dan ook buiten kijf. En ook al werd de symfonie pas dertien jaar later en na verschillende onderbrekingen voltooid, toch is het aanlokkelijk om ze te beluisteren als een soort muzikaal reisdagboek, of tenminste als de herinnering aan een reis: als de verklanking van beelden, landschappen en taferelen zoals ze voor Mendelssohns geestesoog zijn verschenen. Een dergelijke luisterhouding is allerminst ongepast en zeker in het eerste deel van de symfonie bijzonder effectief: Mendelssohns muziek is bijzonder lyrisch, poëtisch en bovenal pittoresk, en wie haar evocatieve kracht ontkent, doet haar onrecht aan. Tegelijk mag men niet uit het oog verliezen dat de beelden, landschappen en taferelen die Mendelssohns muziek evoceert bijzonder vaag en onspecifiek zijn. Wellicht zal alleen de luisteraar die op voorhand weet dat hij of zij bij het horen van Mendelssohns Derde Symfonie geacht wordt aan Schotland te denken, dat ook effectief doen. Voor Mendelssohn zelf, zo lijkt het, was het belangrijker om de fantasie van de luisteraar in het algemeen te stimuleren dan dat die fantasie ook een door hem bepaalde richting uitging. Zo vond hij het niet nuttig om zijn symfonie ooit en public de Schotse te noemen het is dus geen officiële ondertitel en publiceerde hij er al helemaal nooit een programma voor. Tekenend is dat niemand minder dan Robert Schumann zich lovend uitliet over deze symfonie, en daarbij vooral vol bewondering was voor de manier waarop de componist erin geslaagd was de herinnering aan Italië op te roepen Schumann dacht dat hij de symfonie voor zich had, die wij nu als de Italiaanse kennen! Schumanns vergissing is minder merkwaardig dan ze lijkt, zoals eenieder zal toegeven die zich inspant om zich bij het langzame begin van de symfonie voor een keer geen door mistflarden omgeven middeleeuwse ruïne in Schotland, maar een zonovergoten namiddags tafereel op de Italiaanse campagna voor de geest te halen. De beelden die Mendelssohns Derde Symfonie

5 oproept zijn inwisselbaar, en net die inwisselbaarheid maakt hun essentie uit. Het celloconcerto van Schumann Met Mendelssohns Derde Symfonie heeft Schumanns Celloconcerto uit 1850 in de eerste plaats gemeen dat de verschillende delen zonder onderbreking in elkaar overlopen en dat er motivische connecties tussen de delen zijn. Beide elementen wijzen op een symfonische ambitie die Schumanns concerto met tal van andere concerti uit de negentiende eeuw verbindt. Het orkest wil zijn louter begeleidende functie overstijgen en wil, om het met Schumanns eigen woorden te zeggen, meer dan gewoon toekijken. Tegelijk staat in het genre van het concerto een limiet op de symfonische allure van de orkestpartij: wil de solist überhaupt hoorbaar blijven, dan moet het volume van het orkest getemperd worden. Dit genereert een soms merkwaardige spanning een spanning die opnieuw niet uniek is voor Schumanns concerto, maar er omwille van de specifieke klankkleur en het register van de cello wel bijzonder duidelijk op de voorgrond treedt. Een tweede kenmerk dat Schumanns Celloconcerto deelt met Mendelssohns Derde Symfonie, is de uitgesproken lyrische en poëtische stemmingsgeaardheid. Waar die in Mendelssohns symfonie in de regel als een originele en geslaagde strategie wordt beschouwd een strategie die in het tweede kwart van de negentiende eeuw vooral een poging was om onder de schaduw van Beethoven uit te komen ligt ze in Schumanns Celloconcerto aan de basis van een bijkomende spanning. Vanzelfsprekend zijn de lyriek en de poëzie van Schumanns concerto de cello als dusdanig met zijn warme, donkere sonoriteit op het lijf geschreven. Dat resulteert vooral in de eerste twee delen van het werk in een aantal beklijvende momenten. Maar een gevolg van Schumanns keuze om deze troef van zijn solo-instrument uit te spelen is wel dat het aandeel van in het oor springende virtuositeit in zijn concerto eerder beperkt blijft. En net die virtuositeit behoort natuurlijk tot de essentie van het genre zeker omstreeks het midden van de negentiende eeuw, na de vioolconcerti van Paganini en ongeveer gelijktijdig met de pianoconcerti van Liszt. Eenvoudig gesteld klinkt de solopartij in Schumanns Celloconcerto, op een aantal passages na, minder moeilijk dan ze is ongetwijfeld de reden waarom dit nochtans erg mooie werk niet bepaald tot het standaardrepertoire behoort (en ook waarom talloze cellisten de solopartij aan hun noden hebben aangepast). Het is geen toeval dat in de literatuur vooral de langzame tweede beweging van het concerto wordt geroemd: het deel waar de lyriek en de poëzie die Schumanns concerto als geheel kenmerken, traditioneel thuishoren. Steven Vande Moortele

6 ORCHESTRE DES CHAMPS-ELYSÉES eerste viool Alessandro Moccia Roberto Anedda Ilaria Cusano Assim Delibegovic Virginie Descharmes Philippe Jegoux Baptiste Lopez Martin Reimann Kio Seiler Sebastiaan Van Vucht tweede viool Bénédicte Trotereau Adrian Chamorro Jean-Marc Haddad Thérèse Kipfer Marion Larigaudrie Corrado Lepore Andreas Preuss Nicole Tamestit Enrico Tedde Maria Viaud altviool Jean-Philippe Vasseur Agathe Blondel Laurent Bruni Maïlyss Cain Brigitte Clement Delphine Grimberg Luigi Moccia Catherine Puig cello Ageet Zweistra Michel Boulanger Arnold Bretagne Andrea Pettinau Gesine Queyras Harm-Jan Schwitters Hager Spaeter- Hanana contrabas Axel Bouchaux Joseph Carver Damien Guffroy Michel Maldonado Miriam Shalinsky Massimo Tore fluit Mathias Von Brenndorff Amélie Michel hobo Marcel Ponseele Takahiro Kitazato klarinet Nicola Boud Benjamin Dieltjens fagot Guilhaume Santana Jean-Louis Fiat hoorn Rafaël Vosseler Christiane Vosseler Jean-Emmanuel Prou Frank Clarysse trompet Alain De Rudder Leif Bengtsson pauken Marie-Ange Petit

7 Mendelssohn, Schumann en Leipzig Het was in Leipzig dat Mendelssohn en Schumann elkaar ontmoetten, respecteerden en bekritiseerden. Leipzig met zijn drukkerijen, uitgeverijen en zijn vele boeken- en prentenwinkeltjes, kende al van in de 18e eeuw een bloeiend concertleven dat zich vooral in de talrijke koffiehuizen en privésalons afspeelde. Toen de concertvereniging Musikabende Gesellschaft, gesticht in 1775 door Johann Adam Hiller ( ), in 1781 de Leipzigse lakenhal (Gewandhaus) kocht, werd Hiller de eerste dirigent ( ) van een van de meest prestigieuze concertreeksen ter wereld. In 1835 Leipzig bezat dan ook al een lokaal operagezelschap en een beroemde muziekuitgeverij, Breitkopf & Härtel werd de zesentwintigjarige Felix Mendelssohn aangesteld tot muziekdirecteur van het Gewandhaus. Schumann zal hij ontmoeten ten huize van diens pianoleraar en latere schoonvader Friedrich Wieck. Na een mislukte pianocarrière had Schumann, van de nood een deugd makend, zich volledig toegelegd op het componeren en het schrijven van artikels voor het avant-gardetijdschrift Neue Leipziger Zeitschrift für Musik (in 1834 door hemzelf opgericht). Hij schreef enthousiast over Mendelssohns uitvoeringen, maar was volledig tegen diens gebruik van een dirigeerstokje. Mendelssohn had dan weer bedenkingen bij Schumanns dilettantisme, maar toen hij in 1843 het Leipzigse conservatorium stichtte, benoemde hij Schumann toch als leraar compositie en partituurlezen. Wat ze gemeen hadden? Hun enorme bewondering voor Johann Sebastian Bach. Johan Huys

8 Jos van Immerseel Johan Jacobs IN DE KIJKER za / / Concertzaal Anima Eterna / Jos van Immerseel & Claire Chevallier Schuberts en Schumanns naam en faam als componist zijn lang verbonden geweest met intimistische genres. Voor Schubert waren dat het lied en de kamermuziek, voor Schumann de bundels pianominiaturen: drie genres waarin de romantische componist zijn gevoelens en gedachten treffend kon uiten. Anima Eterna en Claire Chevallier bewijzen dat ook hun orkestmuziek minstens even origineel en expressief is. CONCERTGEBOUWCAFE Geniet van een verwenkoffie, fingerfood of lunches à la carte in het Concertgebouwcafé. Beluister aan je tafel de cd-selectie als voor- of naproefje van een concert, of lees er een goed boek van het Concertgebouw. De cd s en boeken zijn bovendien ter plaatse te koop. Tijdelijke fototentoonstellingen komen goed tot hun recht in de hedendaagse architectuur van Robbrecht en Daem. U vindt dit rookvrije cultuurcafé op de benedenverdieping van het Concertgebouw. tickets & info: / / In&Uit, t Zand 34, 8000 Brugge DISCO VERY DIsCOVERYPAS 50 % KORTING voor JONGEREN