Evaluatie mobiliteitsplan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evaluatie mobiliteitsplan"

Transcriptie

1

2 Evaluatie mobiliteitsplan Gemeente Oosterhout Stadsontwikkeling Februari

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Wat hebben we gedaan Doorstroming hoofdwegennet Verbeteren leefbaarheid Verbeteren openbaar vervoer Verbeteren fiets Gemeentegrensoverschrijdende projecten Streefbeelden Resumerend: wat hebben we gedaan Wat heeft dat opgeleverd Automobiliteit Verkeersveiligheid Fietsverkeer Goederenvervoer Resumerend: wat heeft dat opgeleverd Wat vindt de klant ervan De burger De ondernemer De bezoeker Resumerend: wat vindt de klant ervan Ontwikkelingen Wat is er veranderd Wat komt er nog op ons af Conclusies en aandachtspunten Conclusies Aandachtspunten nieuw mobiliteitsplan Bijlagen Bijlage 1: stand van zaken projecten mobiliteitsplan Bijlage 2: stand van zaken aanwijzing en inrichting verblijfsgebieden Bijlage 3: overzicht voornaamste investeringen periode Bijlage 4: belasting gemeentelijk wegennet periode Bijlage 5: coalitieakkoord : verkeer en mobiliteit 1

4 1. Inleiding In 2007 is het mobiliteitsplan vastgesteld door de gemeenteraad. Het mobiliteitsplan bevat beleid en maatregelen gericht op het behouden en het verbeteren van de bereikbaarheid van Oosterhout. Uitgangspunt daarbij is dat de verbetering van de bereikbaarheid hand in hand moet gaan met de bescherming van de kwaliteit van de leefomgeving en de verkeersveiligheid. Het mobiliteitsplan had als planhorizon de periode In 2016 zal een nieuw mobiliteitsplan worden opgesteld (waarin ook het verkeersveiligheidsbeleid zal worden geïntegreerd). Alvorens met een nieuw mobiliteitsplan aan de slag wordt gegaan, is eerst het bestaande plan geëvalueerd. Dit rapport vormt het resultaat daarvan. De evaluatie van het mobiliteitsplan is langs 4 lijnen uitgevoerd: 1) in beeld is gebracht in hoeverre uitvoering is gegeven aan het mobiliteitsplan en de projectenlijst die daarin was opgenomen: Wat hebben we gedaan [hoofdstuk 2] 2) inzichtelijk is gemaakt wat daarvan de effecten zijn geweest (op het gebied van doorstroming, verkeersveiligheid etc.): Wat heeft dat opgeleverd [hoofdstuk 3] 3) op basis van (onder andere) de bevindingen uit de enquêtes die periodiek worden afgenomen is de mening van onze klanten (burgers, bezoekers en bedrijven) in kaart gebracht: Wat vindt de klant ervan [hoofdstuk 4]. 4) de belangrijkste beleidswijzigingen van de afgelopen jaren zijn op een rijtje gezet, evenals ontwikkelingen waarvan verwacht mag worden dat ze relevant zijn met het oog op het nieuw op te stellen mobiliteitsplan [hoofdstuk 5]. Hoofdstuk 6 bevat de conclusies en een aantal aandachtspunten voor het nieuw op te stellen mobiliteitsplan. 2

5 2. Wat hebben we gedaan Het mobiliteitsplan bevatte naast beleid een concrete projectenlijst. In dit hoofdstuk wordt per project toegelicht in hoeverre dat is uitgevoerd. Buiten de projecten die in de projectenlijst waren opgenomen, zijn in de periode nog diverse andere projecten en activiteiten uitgevoerd die hebben bijgedragen aan de streefbeelden zoals die in het mobiliteitsplan (en het verkeersveiligheidsplan) zijn opgenomen. De belangrijkste daarvan komen aan bod vanaf paragraaf Doorstroming hoofdwegennet 1. Reconstructie aansluiting Bovensteweg Pasteurlaan / Burg. Elkhuizenlaan Ten tijde van de vaststelling van het mobiliteitsplan was de aansluiting van de Bovensteweg op de Pasteurlaan / Burg. Elkhuizenlaan nog een ongeregelde voorrangskruising. Zowel op het gebied van verkeersdoorstroming als op het gebied van verkeersveiligheid deden zich knelpunten voor. In 2010 is een grootschalige reconstructie uitgevoerd, waarbij de aansluiting ook van verkeerslichten is voorzien hetgeen zowel de verkeersveiligheid als de verkeersuitwisseling tussen de Bovensteweg en de Pasteurlaan / Burg. Elkhuizenlaan ten goede is gekomen. 2. Herinrichting Eikdijk tot verkeersgebied Om de hoeveelheid doorgaand verkeer via de Lage Molenpolderweg en het Wilhelminakanaal Zuid terug te dringen, voorzag het mobiliteitsplan in een knip in het Wilhelminakanaal Zuid in combinatie met het opwaarderen en herinrichten van het Paterserf tot verkeersgebied. Bij de vaststelling van het mobiliteitsplan heeft de raad echter besloten dat Paterserf diende te worden aangewezen als verblijfsgebied (gezien de geplande woningbouwontwikkeling aldaar) en dat in plaats daarvan de Eikdijk verkeersgebied zou moeten worden. In 2011 is de Eikdijk heringericht tot verkeersgebied en is een knip aangebracht in het Wilhelminakanaal Zuid. Het kruispunt van de Eikdijk en de Europaweg (voor de reconstructie van de Eikdijk en de Europaweg nog een punt waar relatief veel ongevallen gebeurden) is van verkeerslichten voorzien. In 2013 is de knip in het Wilhelminakanaal Zuid iets verschoven in oostelijke richting om de bereikbaarheid van Smurfit Kappa te verbeteren. 3. Afsluiting Wilhelminakanaal Zuid Zie project 2 (herinrichting Eikdijk tot verkeersgebied). 4. Verbeteren aansluitingen 17,18 en 19 op A27 (Quick wins) In navolging van een verkenning die in 2006 was uitgevoerd naar het meest zuidelijke deel van de A27 (tussen de knooppunten Hooipolder en St. Annabosch) voorzag het mobiliteitsplan in Quick winmaatregelen aan de drie Oosterhoutse aansluitingen op de A27. In 2009 zijn de maatregelen aan de aansluitingen Oosterhout / Dongen (aansluiting 19) en Oosterhout Oost (aansluiting 18) uitgevoerd. In 2010 was de aansluiting Oosterhout Zuid (aansluiting 17) aan de beurt. Het aantal opstelvakken is daarbij vergroot en de verkeerslichten zijn vervangen. Daarnaast zijn de verkeerslichten op het kruispunt met de Europaweg - Beneluxweg aangepast en is de doorrijdhoogte onder het viaduct vergroot. Het verlengen van de invoegstrook op de A27 in de richting van Utrecht maakte geen deel uit van de quick win (vanwege de kosten / complexiteit). Dit blijft een punt van aandacht voor de toekomst. 3

6 Een volledige reconstructie van de aansluiting Oosterhout / Dongen is nog aanstaande. Dit is voorzien als onderdeel van de planstudie / MER voor de N629 (zie pagina 9). 5. Reconstructie kruispunt Weststadweg Bovensteweg Ten einde de autonome verkeersgroei en het extra verkeer ten gevolge van de ontwikkeling van De Contreie goed te kunnen verwerken en doorgaand verkeer via de Lage Molenpolderweg te ontmoedigen voorzag het mobiliteitsplan in een grootschalige reconstructie van het kruispunt van de Weststadweg en de Bovensteweg. Als onderdeel van de ontwikkeling van De Contreie is het kruispunt Weststadweg Bovensteweg in 2012/2013 aangepakt. De Weststadweg gaat nu vanuit noordelijke richting in een vloeiende lijn over in de Bovensteweg, waarbij de Burg. Huijbregts-Schiedonlaan daar als het ware "ondergeschikt" op aansluit via een verkeerslichtenregeling. De verkeerslichten zijn afgestemd op de verkeerslichten op de kruispunten met de Max Havelaardreef en de Energieweg om zo een groene golf" op de route Bovensteweg Weststadweg te creëren. 6. Realisatie dynamisch parkeerverwijssysteem Om zoekverkeer te voorkomen en de beschikbare parkeercapaciteit in de binnenstad zo efficiënt mogelijk te benutten werd in het mobiliteitsplan de wenselijkheid van een nieuw parkeerverwijssysteem onderschreven. Dit is in 2009 verder uitgewerkt als onderdeel van de actualisatie van het parkeerbeleid. In 2013 is naar aanleiding van de tussentijdse evaluatie van het parkeerbeleid besloten tot invoering van een nieuw parkeerverwijsysteem over te gaan. Gezien de sterke opkomst van smartphones e.d. is daarbij gekozen voor een systeem dat het mogelijk maakt de informatie ook digitaal te ontsluiten zodat deze ook via andere kanalen (bv. internet en smartphone) te raadplegen is. De nieuwe parkeerverwijzing is begin 2015 opgeleverd. 7. Optimalisatie verkeerslichten centrumtangenten Sinds de vaststelling van het mobiliteitsplan zijn alle verkeerslichten op de centrumtangenten aangepakt. Alle verkeerslichten op de Ridderstraat zijn volledig vervangen bij de reconstructie ervan in 2012 en In 2014 zijn nieuwe verkeerslichten geplaatst op het kruispunt van de Prins Frederikstraat en de Strijenstraat. In 2015 waren de verkeerslichten op het kruispunt Trommelen aan de beurt en is als onderdeel van de reconstructie van de Leijsenhoek ook de regeling van de verkeerslichten op het kruispunt Leijsenhoek Abdis van Thornstraat Veerseweg aangepast en voorzien van KAR (om de verstoring door het vele busverkeer enigszins te beperken). 8. Sturingsmaatregelen Bovensteweg tangenten De Bovensteweg kan een verdeelfunctie richting de oosttangent (Pasteurlaan / Abdis van Thornstraat) en de westtangent (Statendamweg / Van Liedekerkestraat) vervullen. Door het treffen van sturingsmaatregelen op de Bovensteweg zou bereikt moeten worden dat verkeer door middel van een dynamische verwijzing naar het centrum tijdelijk via een alternatieve route kan worden geleid als de verkeersdruk op één van beide tangenten (te) hoog wordt. In 2009 is een verkennende studie uitgevoerd, waarbij het systeem onderdeel zou gaan uitmaken van het nieuwe parkeerverwijssysteem. In 2013 is echter besloten tot versoberde uitvoering van de nieuwe parkeerverwijzing en is dit deel van het systeem komen te vervallen. 9. P+R terrein Burg. Materlaan In het mobiliteitsplan werd aanbevolen een onderzoek uit te voeren naar een P+R voorziening bij de HOV halte aan de Burg. Materlaan. Dit onderzoek is uitgevoerd als onderdeel van de actualisatie van het parkeerbeleid in De conclusie was dat er op middellange termijn onvoldoende potentieel voor een transferium / P+R in Oosterhout is. Beleidsmatig gezien is het zelfs niet wenselijk dat bezoekers vanuit Breda / Teteringen met de auto naar Oosterhout 4

7 komen en in Oosterhout de overstap naar het openbaar vervoer maken. Deze bezoekers kunnen gebruik maken van het HOV (Volans) en hoeven derhalve überhaupt niet met de auto te komen. Daarnaast liggen er bij de twee HOV haltes aan de Burg. Holtroplaan al uitgebreide parkeervoorzieningen waar HOV gebruikers desgewenst hun auto kunnen parkeren Verbeteren leefbaarheid 10. Aanpassing kruispunt Hoogstraat Heistraat Om doorgaand verkeer van/naar Dongen door de Hoogstraat te ontmoedigen, voorzag het mobiliteitsplan in een aanpassing van het kruispunt van de Hoogstraat en de Heistraat. In 2012 is besloten om in afwachting van de reconstructie van de N629 (zie ook pagina 9) geen uitvoering te geven aan dit project. 11. Aanbrengen poortconstructies Omwille van herkenbaarheid van de verblijfsgebieden binnen de bebouwde kom, voorzag het mobiliteitsplan in het aanbrengen van poorten op de overgangen tussen verkeers- en verblijfsgebieden. In 2009 zijn alle buurten die reeds volledig waren aangewezen als 30 km/h zone voorzien van poorten. Vanaf 2010 lift dit mee met reconstructies. Het streven is om in 2016 alle verblijfsgebieden in Oosterhout van poorten te hebben voorzien Verbeteren openbaar vervoer 12. HOV Breda Oosterhout Voor de invoering van de HOV (Volans) moesten diverse infrastructurele werkzaamheden worden uitgevoerd. Naast het aanpassen van de bushaltes betrof dit onder andere een reconstructie (aanleg busbaan) van een deel van de Burg. Holtroplaan / Slotlaan en het aanpassen van diverse verkeerslichten. De meeste werkzaamheden zijn in de periode uitgevoerd. Het vernieuwde busstation aan de Leijsenhoek is in 2015 opgeleverd. In 2012 is besloten tot een aanpassing van het oorspronkelijk beoogde HOV concept. De aanpassing bestond eruit, dat de gedachte van één centrale HOV as door Oosterhout is losgelaten. In plaats daarvan is ervoor gekozen de HOV bundel te splitsen, waarbij 2 bussen per uur via de Europaweg (en Tilburgseweg - Sint Antoniusstraat) gaan rijden zodat ook de bereikbaarheid van Hoevestein e.o. per openbaar vervoer gewaarborgd blijft. Hiertoe is in 2014 nog een nieuwe bushalte aangelegd aan de Beneluxweg. Alle HOV lijnen (325, 326 en 327) rijden vanuit Oosterhout via Breda CS naar Breda zuidoost (Amphia ziekenhuis en Avans Hogescholen). Omwille van de bereikbaarheid van de Avans Hogescholen in Breda zuidoost, is voorts de voormalige lijn 10 gehandhaafd als spitslijn in de ochtendspits. Daarbij wordt alleen van Oosterhout naar Breda gereden. Met ingang van de dienstregeling 2016 maakt de Volans gebruik van het nieuwe busstation in Oosterhout en is ook de busbaan langs het spoor in Breda in gebruik. Verder is de frequentie in de spitsperiode opgevoerd tot 8 bussen per uur. Daarmee is Volans volledig operationeel. 5

8 13. Fijnmazig openbaar vervoer Om de ontsluiting van Oosterhout per openbaar vervoer te verbeteren, voorzag het mobiliteitsplan in de invoering van een nieuwe buurtbuslijn Buurstede centrum Vrachelen. Deze lijn zou in eerste instantie bij wijze van pilot door de gemeente worden bekostigd en bij voldoende reizigers in de dienstregeling worden opgenomen. Sinds december 2008 is de buurtbuslijn (226) operationeel. Aangezien de doelstelling met betrekking tot het aantal reizigers ruimschoots werd gehaald, is de buurtbus vanaf 2010 in de dienstregeling opgenomen. Met ingang van de dienstregeling 2016 rijdt buslijn 325 (de voormalige lijn 10) vanuit Dommelbergen door naar de Wijsterd. Er ligt een nieuwe halte aan het Goorke waar ook bewoners van Vrachelen II en De Contreie gebruik van kunnen maken. Daarmee is de functie van buurtbuslijn 226 voor het gedeelte centrum Vrachelen komen te vervallen en is dit deel van de route opgeheven (in plaats daarvan rijdt buurtbuslijn 226 met ingang van de dienstregeling 2016 een nieuwe route langs Houthaven en de Warande; zie paragraaf 5.2.). Buurtbuslijn 224 (Oosterhout Made Drimmelen) die eveneens tussen het centrum en Vrachelen rijdt, blijft wel haar huidige route rijden. 14. Busstation Leijsenhoek Het busstation in het centrum voldeed niet aan de eisen op het gebied van toegankelijkheid en HOV. Nieuwbouw was noodzakelijk, waarbij er een duidelijke voorkeur voor de locatie van het huidige busstation aan de Leijsenhoek was. In 2014 is met de bouw van het nieuwe busstation gestart, waarbij ook een gedeelte van de Leijsenhoek is gereconstrueerd. Eind 2015 is het nieuwe busstation in gebruik genomen. 15. HOV Tilburg - Oosterhout In het mobiliteitsplan was opgenomen dat een onderzoek zou moeten worden uitgevoerd naar de HOV potenties van lijn 327 (destijds nog lijn 127) tussen Oosterhout en Tilburg. Het onderzoek is medio 2012 uitgevoerd. De conclusie was, dat de verbinding Oosterhout Tilburg onvoldoende potentie had om uit te groeien tot een HOV. Het aantal reizigers is te beperkt. Daar komt bij dat de lijn vooral een ontsluitend karakter heeft en dat het patroon aan herkomsten en bestemmingen gevarieerd is. De relatie Dongen Tilburg v.v. bleek in termen van aantal reizigers sterker dan de relatie Oosterhout Tilburg v.v. 16. Uitbreiding nachtnet naar Oosterhout In het mobiliteitsplan werd de wenselijkheid uitgesproken om Oosterhout op te nemen in het zogenaamde nachtnet. In 2010 is besloten om af te zien van een nachtbus Breda Oosterhout. Dit vanwege de kosten en de risico s en een gebrek aan draagvlak bij politie en horeca. 2.4 Verbeteren fiets 17. Achterstallig onderhoud fietspaden Na vaststelling van het mobiliteitsplan is een inhaalslag gemaakt met het onderhoud van de fietspaden. Daarbij lag de prioriteit bij de fietsvoorzieningen langs de tangenten. Daarnaast is een kwaliteitsslag gemaakt door aanleg van vrijliggende fietspaden (o.a. Beneluxweg, Bredaseweg, Burg. Elkhuizenlaan, Burg. Materlaan, Hoofseweg en het westelijk deel van de Ridderstraat), aanleg van enkele ontbrekende schakels (nieuw fietspaden langs de Weststadweg en de Bovensteweg, tussen de Energieweg en de Max Havelaardreef) en het vervangen van tegelverharding door asfalt op een aantal fietspaden. 6

9 18. Actualiseren fietsnota In 2008 is de fietsnota geactualiseerd. Het masterplan fiets was daarvan het resultaat. 19. Uitbreiding bewaakte stallingen centrum In het mobiliteitsplan werd de wens uitgesproken tot uitbreiding van het aantal bewaakte stallingen in het centrum (van 2 naar 4). Gezien de bezuiniging die moest worden gerealiseerd op de kosten van de reeds bestaande bewaakte stallingen, is uitbreiding van het aantal bewaakte stallingen niet aan de orde. Wel is het aantal onbewaakte stallingsplaatsen op diverse locaties in het centrum de afgelopen jaren uitgebreid Gemeentegrensoverschrijdende projecten 20. Planstudie A27 (Hooipolder Houten) In 2007 is de startnotitie voor de verbreding van de A27 gedeelte Hooipolder Lunetten gepubliceerd. Deze startnotitie voorzag in een viertal alternatieven (A t/m D) voor de verbreding van dit deel van de A27, inclusief de ombouw van het knooppunt Hooipolder. In het voorjaar 2011 heeft de minister van I&M haar voorkeur uitgesproken voor het zogenaamde alternatief B. Dit alternatief voorzag er (o.a.) in dat het gedeelte van de A27 tussen Werkendam en Hooipolder zou worden uitgebreid tot 2 x 3 rijstroken met een ruimtereservering voor een 4de rijstrook in de middenberm. Als onderdeel van alternatief B zou ook het knooppunt Hooipolder worden omgebouwd tot een volwaardig knooppunt. Aangezien de gereserveerde middelen op de rijksbegroting (het MIRT) onvoldoende waren voor het realiseren van alternatief B zijn er in 2012 en 2013 nieuwe, versoberde alternatieven ( E alternatieven ) uitgewerkt voor de verbreding van de A27. Op basis van de versobering heeft de minister van I&M in april 2014 haar voorkeur uitgesproken voor alternatief E3. Dit alternatief voorziet in capaciteitsuitbreiding op het gehele traject Hooipolder Houten (het gedeelte tussen Houten en Lunetten wordt aangepakt als onderdeel van de planstudie voor de ring Utrecht). De uitvoering verschilt echter per deeltraject. Zo worden op het deeltraject Scheiwijk (= tankstation/rustplaats iets ten noorden van Gorinchem) Werkendam extra rijstroken aangelegd, terwijl de capaciteitsuitbreiding op het deeltraject Werkendam Hooipolder beperkt blijft tot de aanleg van spitsstroken. Voor wat betreft knooppunt Hooipolder heeft de minister besloten om alleen de drukste kruisende richting (A59 Oosterhout => A27 Utrecht) ongelijkvloers uit te voeren. Er loopt nog een studie naar verdere optimalisaties van het knooppunt. De resultaten daarvan zijn naar verwachting begin 2016 beschikbaar. Vanwege de aanpassing van het knooppunt Hooipolder komt de aansluiting Raamsdonksveer op de A59 te vervallen. Om het vervallen van deze aansluiting te compenseren, is voorzien in een nieuwe ontsluitingsweg aan de noordzijde van de A59 waarmee Raamdonksveer wordt aangesloten op de aansluiting Oosterhout (Statendamweg) op de A59. Voor wat betreft de uitvoering van de werkzaamheden is nu niet meer bekend dan dat in 2019 met de werkzaamheden zal worden gestart. Aannemelijk is dat begonnen zal worden met het deeltraject Scheiwijk Werkendam (waarop o.a. de brug bij Gorinchem is gelegen). 7

10 21. Verkenning A27 Zuid / Ruit van Breda Verbreding van het meest zuidelijke deel van de A27 (St. Annabosch Hooipolder) is niet voorzien door het ministerie. Er zijn de afgelopen jaren diverse acties ondernomen om dit deel van de A27 alsnog op de agenda van het ministerie te krijgen. Zo is er samen met de provincie en de gemeente Breda een verkenning uitgevoerd naar de A27 Zuid (2006/2007) en naar de ruit van autosnelwegen rond Breda (2010/2011). Deze studies hebben er helaas niet toe geleid dat het zuidelijke deel van de A27 alsnog op de agenda van het rijk is gekomen (wel is er bijvoorbeeld geld beschikbaar gekomen voor de quick wins; zie pagina 3). 8

11 Ook in het kader van de planstudie voor de verbreding van het noordelijke deel van de A27 is meermaals aandacht gevraagd (zowel door de gemeente als bijvoorbeeld via de Regio West Brabant) voor het meest zuidelijke deel van de A27 tussen St. Annabosch en Hooipolder. 22. Planstudie / MER N629 (Heistraat / Ekelstraat) In 2006 is de planstudie / MER voor de N629 gestart. Vanaf 2006 is daarbij een groot aantal verschillende alternatieven en varianten onderzocht. De alternatieven Parallel Noord (Pn) en Bundeling Zuid (Bz) bleken het meest kansrijk. Beide alternatieven gingen uit van een grotendeels nieuwe Heistraat, waarbij in het alternatief Bundeling Zuid de weg voor een deel aan de zuidzijde van het Wilhelminakanaal zou komen te liggen. In april 2011 is het MER voor de N629 opgeleverd. Op basis van het MER werd door de provincie (GS) een voorkeur uitgesproken voor het alternatief Parallel Noord. De voorkeur van de gemeenteraden van Oosterhout en Dongen daarentegen ging uit naar het alternatief Bundeling Zuid, waarbij een gefaseerde aanleg van de N629 werd bepleit. Tot een planologisch vervolg op de m.e.r.-procedure uit 2006 kwam het niet, te meer daar in 2013 werd geconstateerd dat een deel van de informatie in het MER te gedateerd was. In 2014 is een nieuwe samenwerkingsovereenkomst gesloten met de provincie en de gemeente Dongen inzake de aanpak van de N629. Deze overeenkomst voorziet in een aanpak van de N629 in twee fasen: fase 1 betreft de reconstructie van de aansluiting van de N629 op de A27. Als onderdeel van fase 1 vindt ook een (gedeeltelijke) reconstructie van het kruispunt van de N629 met de Provincialeweg en Ter Horst plaats. fase 2 betreft de reconstructie van het resterende deel van de N629, vanaf de Provincialeweg tot en met het kruispunt met de Steenstraat in Dongen. Voor fase 1 is een ontwerp gemaakt dat voorziet in een aanzienlijke capaciteitsuitbreiding van de aansluiting van de N629 op de A27, onder andere door het ongelijkvloers maken van de oostelijke aansluiting. In 2015 is hiervoor een inspraakprocedure doorlopen. In januari 2016 is het ontwerp bestemmingsplan dat de reconstructie mogelijk moet maken in procedure gegaan. 9

12 Voor fase 2 wordt eerst een milieueffectrapportage (MER) opgesteld. Aansluitend zal een provinciaal inpassingsplan in procedure worden gebracht. Als start van de m.e.r.-procedure is begin 2015 de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (de NRD / voormalige startnotitie) gepubliceerd en heeft hierop inspraak plaatsgevonden. De NRD beschrijft o.a. welke alternatieven voor de N629 zullen worden onderzocht en hoe de effecten van deze alternatieven inzichtelijk zullen worden gemaakt. Onderstaande kaart geeft een overzicht van de 5 alternatieven die in het MER onderzocht worden. Eerste helft 2016 is het MER gereed en zal een keuze moeten worden gemaakt. Als onderdeel van fase 2 heeft eind 2015 ook besluitvorming plaatsgevonden over de toekomstige ontsluiting van Oosteind op de N629. Besloten is om de aansluiting van de Provincialeweg en Ter Horst op de N629 te handhaven. De aansluiting van de Hoogstraat op de (nieuwe) N629 komt te vervallen. Voor fietsverkeer blijft de route via de Hoogstraat in stand; hiervoor zal een fietstunnel onder de nieuwe N629 worden aangelegd. Voor auto- en landbouwverkeer zal worden voorzien in een parallelstructuur waarmee het westelijk deel van de Hoogstraat via Ter Horst wordt aangesloten op het kruispunt N629 - Provincialeweg. 23. Planstudie / MER N282 (Rijksweg Breda Tilburg) In 2009 is een intentieovereenkomst met de provincie gesloten inzake een eventuele omlegging van de N282 ter hoogte van Dorst. Besloten is een planstudie / MER uit te voeren naar de problematiek waarbij verschillende oplossingsrichtingen (variërend van een omlegging van de N282 tot herinrichting van de bestaande weg) zouden worden uitgediept. In 2010 is de m.e.r. procedure gestart en eind 2012 is het MER ter aanvaarding aan de gemeenteraad aangeboden. Daarbij is gekozen voor herinrichting van de bestaande N282 (de zogenaamde nulplus-u variant ). Met de herinrichting van N282 is eind 2015 gestart. Voor het maken van een nieuwe westelijke aansluiting dient eerst nog een planologische procedure te worden doorlopen, waardoor deze werkzaamheden pas op een later moment kunnen worden uitgevoerd. 10

13 24. Spoorlijn Breda Utrecht In 2008 werd de discussie over een mogelijke spoorlijn Breda Utrecht met een station in Oosterhout weer actueel. Uit onderzoek van twee marktpartijen bleek namelijk dat een spoorlijn Breda Utrecht een aanzienlijk vervoerpotentieel zou hebben en dat bij een gecombineerde aanleg bij de verbreding van de A27 kostenvoordelen te behalen zouden zijn. Naar de spoorlijn zijn sindsdien diverse studies uitgevoerd. Echter dat heeft er niet toe geleid dat de spoorlijn Breda Utrecht op de agenda (/ in de structuurvisie infrastructuur en ruimte) van het ministerie terecht is gekomen. In relatie tot de voorgenomen verbreding van de A27 tussen Hooipolder en Houten stelt het ministerie dat aanleg van een spoorlijn (zijligging) na verbreding van de A27 mogelijk blijft en dat het gezien het relatief beperkte budget voor de verbreding van de A27 niet mogelijk is om voorinvesteringen te doen, vooruitlopend op een eventuele aanleg van een spoorlijn in de toekomst [dit in reactie op de gezamenlijk inspraakreactie van de gemeenten Oosterhout en Breda op het voorkeursbesluit van de minister m.b.t. de verbreding van de A27] Streefbeelden Het mobiliteitsplan een aantal streefbeelden op het gebied van wegcategorisering (verkeersen verblijfsgebieden), automobiliteit, fiets, openbaar vervoer en vrachtvervoer. Onderstaand een beknopt overzicht van de projecten die zijn uitgevoerd t.b.v. deze streefbeelden (niet zijnde projecten die al in de projectenlijst waren opgenomen) Verkeers- en verblijfsgebieden Streefbeeld van het mobiliteitsplan en het verkeersveiligheidsplan was dat een zo n groot mogelijk deel van het Oosterhoutse wegennet zou worden aangewezen en ingericht tot verblijfsgebied. De inrichting van de verblijfsgebieden zou het gewenste verkeersgedrag moeten bereiken, waarbij zoveel mogelijk werd aangesloten op de landelijke richtlijnen. De belangrijkste pijlers van het verkeersveiligheidsplan waren verder: het herinrichten / reconstrueren van een aantal wegvakken en kruispunten waar relatief veel ongevallen gebeurden en / of veel klachten over waren; focus op kwetsbare groepen: de schoolomgeving en jongere (25-) en oudere verkeersdeelnemers; een betere samenwerking met Veilig Verkeer Nederland (VVN) en de politie. Als het gaat om de aanwijzing en inrichting van verblijfsgebieden is sinds de vaststelling van het mobiliteitsplan het aantal verblijfsgebieden fors uitgebreid (o.a. Donkenbuurt, Kruidenbuurt, Leijsenakkers, Schrijversbuurt en Slotjes Midden). Echter de ambitie om in 2015 alle potentiële verblijfsgebieden als zodanig te hebben ingericht is niet gehaald. Voor 2016 is nog wel een forse inhaalslag voorzien die er in zou moeten resulteren dat het overgrote deel van de nog resterende verblijfsgebieden tot 30 km zone wordt aangewezen. Zie hiervoor ook het overzicht in bijlage 2. Een groot deel van de wegvakken en kruispunten waar veel ongevallen gebeurden, is aangepakt. Dit betreft onder andere de Bredaseweg, de Europaweg, de Hoofseweg, de Oostpolderweg (gedeeltelijk) en de Ridderstraat. Daarnaast zijn diverse kruispunten omgebouwd tot rotondes (o.a. het kruispunt Hoofseweg Sterrenlaan; een voormalige black spot, het kruispunt Hoofseweg Oostpolderweg en de kruispunten van de Burg. Elkhuizenlaan met de Rembrandlaan en de Kreeksluisweg) en zijn er maatregelen getroffen in de omgeving van een aantal scholen (o.a. de Achthoek, de Beiaard en Menorah, de Berkenhof, de Duizendpoot, de Paulo Freire en Torenschouw, de Rietgors, de Sint Jan en de Westhoek). 11

14 Naast de infrastructurele kant, heeft ook de mensgerichte kant de afgelopen jaren de nodige aandacht gekregen. Zo is er onder meer een structureel overleg ingesteld tussen de gemeente, VVN en vertegenwoordigers (veelal de verkeersouders) van de Oosterhoutse basisscholen en beschikken vrijwel alle Oosterhoutse basisscholen inmiddels over het BVL (BrabantsVerkeerseiligheidsLabel). Daarnaast worden en jaarlijks activiteiten georganiseerd en/of gefinancierd op het gebied van voorlichting en educatie. Daarbij wordt aangesloten op de thema s van de provinciale campagnes (2015 was bijvoorbeeld het jaar van de ouderen ) Automobiliteit Het streefbeeld op het gebied van automobiliteit kwam er op neer dat doorstromingsknelpunten in het wegennet zouden moeten worden opgelost en dat doorgaand verkeer via het Oosterhoutse wegennet moet worden ontmoedigd. Daarnaast zou er ter voorkoming van zoekverkeer een nieuw parkeerverwijssysteem moeten komen en zou er naar de mogelijkheden van een P+R voorziening moeten worden gekeken. In aanvulling op de projecten die voortvloeiden uit de projectenlijst kan onder deze noemer nog specifiek melding worden gemaakt van: de reconstructie van de Vijf Eikenweg, waarbij onder andere het kruispunt Vijf Eikenweg Soevereinstraat is omgevormd tot rotonde. Daarbij is tevens de Florijnstraat verlegd en aangesloten op de nieuwe rotonde, hetgeen zowel de verkeersveiligheid als de doorstroming ten goede is gekomen; de reconstructie van de aansluiting Made / Weststad op de A59, waarbij het aantal opstelstroken voor verkeer vanaf de snelweg is uitgebreid en ook maatregelen zijn getroffen zodat verkeer vanuit de richting Oosterhout beter de A59 richting Zonzeel kan oprijden. Het betrof quick win maatregelen. Op termijn zijn meer ingrijpende maatregelen noodzakelijk en dient de aansluiting volledig gereconstrueerd te worden. de voorgenomen reconstructie van de rotonde in de Weststadweg (rotonde Bromtol) tot een turborotonde. Besluitvorming hierover is medio 2016 voorzien. het aanbrengen van signaleringsborden op de Weststadweg, Lage Molenpolderweg en Vlinderlaan die verkeer waarschuwen als de brug in de Burg. Huijbregts Schiedonlaan open staat zodat mensen daarop eventueel hun route kunnen aanpassen Fietsverkeer Voor wat betreft het fietsverkeer kwam het streefbeeld er op neer dat een inhaalslag moest worden gemaakt op het gebied van onderhoud en dat een kwaliteitsslag moest worden gemaakt (o.a. aanleg ontbrekende schakels en vervangen tegels door asfalt). Dit zou moeten leiden tot een toename van het gebruik van de fiets en een hogere tevredenheid. Zoals al aangegeven in paragraaf 2.4 is na de vaststelling van het mobiliteitsplan een inhaalslag gemaakt met het onderhoud van de fietspaden. Over de periode was een extra budget van ,- beschikbaar voor onderhoud en investeringen in de fietsinfrastructuur. Dit is ingezet voor het onderhoud van de fietsvoorzieningen langs de tangenten, aanleg van vrijliggende fietspaden (o.a. Beneluxweg, Bredaseweg, Burg. Elkhuizenlaan, Burg. Materlaan, Hoofseweg en het westelijk deel van de Ridderstraat), aanleg van enkele ontbrekende schakels (nieuw fietspaden langs de Weststadweg en de Bovensteweg, tussen de Energieweg en de Max Havelaardreef) en het asfalteren van een aantal fietspaden (bv. parallelweg Dorst en Vrachel en Donge route). Daarnaast zijn op diverse locaties ook kleinschaligere maatregelen uitgevoerd en is op een tweetal locaties (rotonde Sterrenlaan en kruispunt Burg. Materlaan Burg. Holtroplaan) led-verlichting aangebracht langs de fietspaden. Naast de infrastructurele kant, heeft ook de mensgerichte kant de afgelopen jaren de nodige aandacht gekregen. Er is een structureel overleg ingesteld met de fietsersbond en er is een fietsfolder (deze bevat o.a. informatie over fietsroutes, de fietsenstallingen en locaties van 12

15 fietsverhuur) gemaakt. Daarnaast wordt ook ingezet op voorlichting, educatie en promotie, onder andere in de vorm van de jaarlijkse Familie Fietsdag Openbaar vervoer Voor het openbaar vervoer werd een beter voorzieningenniveau nagestreefd. Beter in de zin van een betere dekking, een nieuw busstation en een betere toegankelijkheid voor minder - validen. Daarnaast was het streven om Oosterhout aan te sluiten op het nachtnet en moesten de HOV potenties van de busverbinding Oosterhout Tilburg worden verkend. In aanvulling op hetgeen reeds aan bod is gekomen in paragraaf 2.3. is de afgelopen jaren geïnvesteerd in de halteplaatsen. De HOV haltes zijn op het gewenste kwaliteitsniveau gebracht en de haltes van de brabantliner en de streekbussen zijn toegankelijk gemaakt voor minder-validen. Ook een deel van de haltes van de buurtbussen is aangepast. Met name in het buitengebied is besloten een deel van de buurtbushaltes niet aan te passen omdat deze haltes zelf vanwege hun ligging niet/nauwelijks bereikbaar zijn voor minder-validen Vrachtvervoer Streefbeeld van het mobiliteitsplan voor wat betreft vrachtvervoer was om het vervoer over water te bevorderen en vrachtverkeer over de weg zoveel mogelijk te concentreren op een beperkt aantal wegen (zoals de Bovensteweg en Weststadweg). Om het vervoer over water te bevorderen, is de containerterminal op Weststad uitgebreid. De terminal beschikt nu ook over een openbare laad- en loswal, de kade is verlengd en de opslagcapaciteit voor containers is uitgebreid. Daarnaast is ook op bedrijventerrein Vijf Eiken een openbare laad- en loskade gerealiseerd. Deze is in 2015 in gebruik genomen. Verder is een samenwerkingsverband opgezet van gemeentes en havens in Oosterhout, Waalwijk en Tilburg ( havens Midden Brabant ). Gezamenlijk met de vervoerder, de ondernemers op Weststad en het Rewin is gekeken naar de mogelijkheden om de goederenspoorlijn beter te benutten. Gebleken is dat er (naast de huidige gebruikers) bij diverse bedrijven interesse is om van het spoor gebruik te gaan maken. Er liggen ook diverse kansen en mogelijkheden (en ook enkele belemmeringen). De belangrijkste conclusie is dat willen we de potenties van het goederenspoor zo goed mogelijk benutten en het gebruik intensiveren, er wel een partij zal moeten opstaan die de kar gaat trekken. Daarbij is ook de samenwerking met (het havenschap) Moerdijk van belang Resumerend: wat hebben we gedaan Gesteld kan worden dat uitvoering is gegeven aan een groot deel van de projecten (zie ook het overzicht in bijlage 1) en ambities uit het mobiliteitsplan. Sinds de vaststelling van het mobiliteitsplan in 2007 is een groot aantal knelpunten op het gebied van doorstroming en verkeersveiligheid aangepakt en is een kwaliteitsslag gemaakt op het gebied van fiets en openbaar vervoer. De belangrijkste investeringen die de afgelopen jaren zijn gedaan in de infrastructuur zijn ook op kaart terug te vinden in bijlage 3. Verder is de nodige aandacht gegeven aan het stimuleren van vervoer over water en mensgerichte maatregelen op het gebied van verkeersveiligheid en fiets. Niet alle projecten en ambities zijn gerealiseerd. Deels is bewust afgezien van bepaalde projecten (uitbreiding aantal bewaakte fietsenstallingen, P&R, aansluiting nachtnet). Deels als gevolg van de keuzes die moesten worden gemaakt als het gaat om beheer, onderhoud en investeringen in onze infrastructuur en de financiële middelen die daarvoor beschikbaar zijn. Verder zijn we voor een aantal opgaven ook afhankelijk van het rijk en de provincie. 13

16 3. Wat heeft dat opgeleverd 3.1. Automobiliteit Periodiek worden verkeerstellingen uitgevoerd op het gemeentelijke wegennet. Op basis van deze tellingen kan een beeld worden verkregen van de ontwikkeling van de automobiliteit / verkeersdruk over de periode De resultaten zijn op een kaart samengevat in bijlage 4. Het algehele beeld is dat de verkeersdruk op het Oosterhoutse wegennet over de periode licht is afgenomen; de verkeerstellingen laten over het algemeen een afname van de verkeersintensiteit zien. De grootste afnames (% gezien) van de hoeveelheid verkeer hebben zich voorgedaan op de Burg. Holtroplaan, de Slotlaan, de Esdoorlaan, de Ridderstraat, de Wilhelminalaan en het Wilhelminakanaal Zuid. In het geval van het Wilhelminakanaal Zuid ligt er daarbij een directe relatie met het knippen van deze weg ten oosten van het kruispunt met de Eikdijk. Daardoor is de hoeveelheid verkeer die van Wilhelminakanaal Zuid gebruikt maakt, met bijna 40% afgenomen. Het knippen van Wilhelminakanaal Zuid heeft eveneens geleid tot een afname van de hoeveelheid verkeer op de Lage Molenpolderweg (hetgeen met de knip ook beoogd werd). Na een aanvankelijke daling van de hoeveelheid verkeer via de Lage Molenpolderweg, heeft zich over de periode weer een beperkte groei voorgedaan. Aannemelijk is dat dit mede het gevolg is geweest van de woningbouwontwikkeling aan de westzijde van de gemeente. De grootschalige reconstructie van het kruispunt van de Weststadweg met de Bovensteweg en de Burg. Huijbregts-Schiedonlaan in 2013 heeft niet tot een daling van de hoeveelheid verkeer via de Lage Molenpolderweg geleid; over de periode is de verkeersdruk nagenoeg hetzelfde gebleven (rond de mvt/etmaal). Slechts op een beperkt aantal wegen is sprake geweest van een toename van de hoeveelheid verkeer. Een toename die over het algemeen ook beperkt (1 à 2%) was. Alleen aan de zuidkant van Oosterhout is een duidelijke toename zichtbaar op de route Bredaseweg ( Burg. Materlaan) Beneluxweg. Aannemelijk is dat deze toename een gevolg is van de ontwikkeling van woningbouw aan de zuidkant van Teteringen; voor bewoners van Om de Haenen is dit de gerichtste route richting de A27 in noordelijke richting Verkeersveiligheid Ongevallen waarbij slachtoffers plaatsvinden worden geregistreerd. Over de periode (de cijfers over 2015 zijn nog niet beschikbaar) leidt dat tot het onderstaande beeld. Opgemerkt dient daarbij te worden dat de registratiegraad van ongevallen sinds 2009 aanzienlijk is verminderd, hetgeen een enigszins vertekend beeld geeft. Sinds 2013 wordt een nieuwe registratiesysteem gebruikt en is de registratiegraad weer verbeterd. Opgemerkt dient tevens te worden dat in onderstaand overzicht ook de ongevallen op rijks- en provinciale wegen op het grondgebied van de gemeente Oosterhout zijn opgenomen. Jaar # gewonden # overleden totaal

17 Ondanks de afname van de registratiegraad is wel het beeld dat het aantal slachtofferongevallen de afgelopen jaren is afgenomen. Als wordt gekeken naar andere gemeenten, dan scoort Oosterhout qua aantal slachtofferongevallen gemiddeld. Per saldo vonden er verhoudingsgewijs (per inwoners) iets minder ongevallen plaats in Oosterhout dan in andere gemeenten in Nederland en Noord Brabant en lag het aantal slachtofferongevallen op nagenoeg hetzelfde niveau als gemeenten die qua stedelijkheidsgraad vergelijkbaar zijn. Dit betreft de periode tot en met 2009; recenter vergelijksmateriaal bleek niet beschikbaar. De ongevallen die plaats hebben gevonden, laten een grote mate van spreiding over het wegennet zien. Zie onderstaande afbeelding. Er zijn maar enkele locaties die opvallen: het kruispunt van de Eikdijk en de Europaweg. Dit kruispunt is echter in 2011 aangepast en van verkeerslichten voorzien; het merendeel van de geregistreerde ongevallen dateert van voor de reconstructie; de aansluiting Oosterhout Zuid op de A27; de Vijf Eikenweg; waar op diverse locaties ongevallen hebben plaatsgevonden. Daarnaast vinden er ook relatief veel ongevallen plaats op het kruispunt Leijsenhoek Abdis van Thornstraat en in de bocht van de Ekelstraat / N629. Aangezien het hier vooral ongevallen met blikschade betreft, komen deze niet terug in onderstaand overzicht Naast de objectieve component (aantal ongevallen), kent verkeersveiligheid ook een subjectieve component (hoe ervaart de weggebruiker het). Hierop wordt ingegaan in paragraaf

18 3.3 Fietsverkeer Cijfers inzake het fietsgebruik over de periode zijn maar zeer beperkt beschikbaar. Incidenteel zijn er tellingen uitgevoerd en is hier onderzoek naar verricht (Fietsbalans 2). Op basis van de informatie die beschikbaar is, is het echter niet mogelijk om uitspraken te doen over de ontwikkeling van het fietsgebruik. In 2015 is een aanzet gemaakt om ook het fietsgebruik binnen de gemeente goed in kaart te brengen. Daartoe zijn op een groot aantal fietsroutes tellingen uitgevoerd. Daarnaast wordt met ingang van 2015 ook een vraag opgenomen in de burgerijenquête die periodiek wordt afgenomen om een beeld te krijgen van de ontwikkeling van het fietsgebruik Goederenvervoer Op basis van de verkeerstellingen die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd, blijkt dat vrachtverkeer overwegend gebruik maakt van de Bovensteweg en de invalswegen richting de bedrijventerreinen, zoals de Weststadweg, de Vijf Eikenweg en de Statendamweg. Dit is in lijn met het streefbeeld van het mobiliteitsplan. Op de overige gemeentelijke wegen is de hoeveelheid vrachtverkeer overwegend (zeer) beperkt. De enige uitzondering daarop vormt de Provincialeweg door Oosteind waar relatief veel vrachtverkeer (> 5%) gebruik van maakt. De reden daarvoor is waarschijnlijk gelegen in de aanwezigheid van twee transportbedrijven in Oosteind alsmede het gebruik door agrarisch verkeer. Niet bij alle verkeerstellingen wordt vrachtverkeer apart geteld vandaar dat het op basis van de uitgevoerde verkeerstellingen lastig is een uitspraak te doen over de ontwikkeling ervan. Aangenomen mag worden dat hier de afgelopen jaren een soortgelijke ontwikkeling heeft plaatsgevonden als bij het autoverkeer (= beperkte afname), te meer daar de omvang van het vrachtverkeer nog sterker gerelateerd is aan de economische ontwikkeling dan het personenautoverkeer. Daarnaast zijn de laatste jaren ook de mogelijkheden van met name het transport over water vergroot (zie ook paragraaf 2.6.5) waarvan eveneens verwacht mag worden dat dat een positief effect heeft gehad op de hoeveelheid vrachtverkeer. De mogelijkheden van goederenvervoer via het water via de binnenvaart zijn de afgelopen jaren aanzienlijk uitgebreid door aanleg van nieuwe binnenvaartterminals (o.a. Oosterhout Vijf Eiken) en uitbreiding van bestaande terminals. Daarbij wordt sinds eind 2014 ook een reguliere dienstregeling onderhouden voor binnenvaartschepen van / naar de haven van Antwerpen. Het goederenvervoer via de binnenvaart heeft de afgelopen jaren ook een forse groei doormaakt. Cijfers over de periode laten zien dat het aantal containers dat in Oosterhout wordt overgeslagen met ruim 30% is gegroeid tot ca TEU (20 voet containers) per jaar (ingaand en uitgaand transport). Dit is exclusief de overslag die plaatsvindt via een aantal private laad- en loskades. Deze private laad- en loskades worden vooral gebruikt voor de overslag van inkomende bulk (zand en grind e.d.) en staal. Bedrijventerrein Weststad wordt ook ontsloten via een goederenspoorlijn. Informatie over het gebruik van deze spoorlijn door Oosterhoutse bedrijven is maar beperkt voorhanden, te meer daar verschillende spoorvervoerders hiervan gebruik maken. Wat wel bekend is, is dat de goederenspoorlijn vooral voor ingaande lading wordt gebruikt. Van uitgaande lading via het goederenspoor is nauwelijks sprake. 16

19 3.5. Resumerend: wat heeft dat opgeleverd Als gekeken wordt naar de automobiliteit / belasting van het Oosterhoutse wegennet dan is er over de periode over het algemeen sprake geweest van een afname van de verkeersdruk. Dit is ook conform het landelijke verkeersbeeld en hangt ook samen met de economische ontwikkeling van de afgelopen jaren. De grootste afname heeft zich voorgedaan op het Wilhelminakanaal Zuid, als gevolg van de knip die is aangebracht. Slechts op een beperkt aantal wegen is sprake geweest van een toename van de hoeveelheid verkeer. Een toename die over het algemeen ook beperkt (1 à 2%) was. Alleen aan de zuidkant van Oosterhout is een duidelijke toename zichtbaar op de route Bredaseweg ( Burg. Materlaan) Beneluxweg. Aannemelijk is dat deze toename een gevolg is van de ontwikkeling van woningbouw aan de zuidkant van Teteringen. Ook de ontwikkeling van het aantal verkeersslachtoffers laat een positieve tendens (= afname aantal slachtofferongevallen zien). Opgemerkt moet daarbij wel worden dat ook de registratiegraad is afgenomen. Ongevallen doen zich verspreid over de gemeente voor; alleen ter hoogte van de aansluiting Oosterhout Zuid op de A27 is sprake van een concentratie van ongevallen. Ook de Vijf Eikenweg valt in negatieve zin op qua aantal ongevallen. Over de ontwikkeling van het fietsverkeer / fietsgebruik zijn wegens het ontbreken van voldoende cijfermateriaal geen uitspraken te doen. In 2015 is wel een aanzet gemaakt om dit in de toekomst goed in kaart te brengen en zijn op diverse routes tellingen uitgevoerd. Vrachtverkeer maakt overwegend gebruik van de Bovensteweg en de invalswegen richting de bedrijventerreinen, zoals de Weststadweg, de Vijf Eikenweg en de Statendamweg. Op de overige gemeentelijke wegen is de hoeveelheid vrachtverkeer overwegend (zeer) beperkt. De enige uitzondering daarop vormt de Provincialeweg door Oosteind waar relatief veel vrachtverkeer (> 5%) gebruik van maakt. Niet bij alle verkeerstellingen wordt vrachtverkeer apart geteld vandaar dat het op basis van de uitgevoerde verkeerstellingen lastig is een uitspraak te doen over de ontwikkeling ervan. Aangenomen mag worden dat hier de afgelopen jaren een soortgelijke ontwikkeling heeft plaatsgevonden als bij het autoverkeer (= beperkte afname). Het goederenvervoer via het water (binnenvaart) heeft de afgelopen jaren een aanzienlijk groei door maakt; het aantal containers dat in Oosterhout wordt overgeslagen is met ruim 30% toegenomen tot ca TEU (20 voet containers) per jaar. Over (de ontwikkeling) van het goederenvervoer per spoor (goederenspoorlijn Weststad) zijn wegens het ontbreken van voldoende cijfermateriaal geen uitspraken te doen. 17

20 4. Wat vindt de klant ervan 4.1. De burger Eens in de drie jaar wordt de Oosterhoutse buurt- en dorpsenquête afgenomen. Aan de hand van een aantal vragen en stellingen wordt daarmee in beeld gebracht in welke mate de Oosterhoutse burgers tevreden zijn over diverse aspecten van het woon- en leefklimaat in de gemeente. Ook zaken op het gebied van verkeer en vervoer komen daarbij aan bod. De enquêtes die zijn afgenomen in de jaren 2005, 2009 en 2013 geven het volgende beeld: de tevredenheid van de burgers over de verkeersveiligheid in Oosterhout is duidelijk toegenomen. In 2005 scoorde verkeersveiligheid een 6,2; in 2013 lag de score op een 7,1. Op buurtniveau zijn daarbij duidelijke verschillen waarneembaar. In 2013 valt de relatief lage score voor Slotjes Midden op (terwijl juist in die buurt in 2012 en 2013 het nodige geïnvesteerd is in 30 km zones). Daarnaast oordelen inwoners van Den Hout en Oosteind overwegend lager dan gemiddeld op dit onderdeel. de tevredenheid van de burgers over het onderhoud van wegen en paden e.d. laat een omgekeerd beeld zien. Het onderhoud van wegen en paden e.d. scoorde in 2005 nog relatief goed. In 2009 en 2013 daarentegen lag de score op respectievelijk een 6,0 en 6,2 en scoorde het daarmee het laagste van de verkeersgerelateerde aspecten. de tevredenheid van de burgers over het openbaar vervoer in Oosterhout verschilt sterk van buurt tot buurt. Inwoners van het centrum, Dommelbergen en Oosterheide geven het openbaar vervoer een ruime voldoende (> 7,0). Inwoners van de kerkdorpen en de wijken Vrachelen en West daarentegen geven dit onderdeel een (ruime) onvoldoende, blijkt uit de enquêtes van 2009 en als het gaat om verkeersoverlast is op basis van de buurt- en dorpsenquêtes geen eenduidig oordeel te vellen. Enerzijds scoort verkeersoverlast in 2005 en 2009 hoog als het gaat om problemen in de woonbuurt. In vrijwel alle buurten komt het voor in de top 5 en in de kerkdorpen en Oosterhout breed stond het op de eerste plaats. Anderzijds blijkt uit de enquête die in 2013 is afgenomen dat verkeersoverlast met een 7,3 gemiddeld relatief goed scoort. Inwoners van Slotjes Midden en Oosteind zijn op dit onderdeel overigens beduidend minder positief. Alleen in de enquête van 2013 is ook gevraagd naar een oordeel over de bereikbaarheid van Oosterhout en de buurt waarin men woonachtig is. Oosterhoutse burgers bleken hier opvallend positief over te zijn; de score lag gemiddeld op een 9,0. Niet alleen via de buurt- en dorpsenquête wordt de mening van de Oosterhoutse burger in beeld gebracht; de gemeente beschikt ook over een zogenaamd digipanel. Het digipanel bestaat uit een representatieve groep van ca. 400 inwoners en ondernemers van de gemeente die periodiek hun mening kunnen geven over (de dienstverlening van) de gemeente. Ook in het kader van de evaluatie van het mobiliteitsplan is het digipanel benaderd (respons iets meer dan 50%). Op basis van de in het mobiliteitsplan geformuleerde streefbeelden is een aantal stellingen aan het digipanel voorgelegd. De resultaten hiervan zijn opgenomen op de volgende pagina. Als het gaat om de mate waarin de streefbeelden op het gebied van fiets zijn gerealiseerd, oordeelt het digipanel daar overwegend positief over. Beduidend minder positief is het digipanel over de realisatie van de streefbeelden op het gebied van mobiliteit en met name als het gaat in de mate waarin het doorgaand verkeer is afgenomen en de belangrijkste 18

21 doorstromingsknelpunten zijn aangepakt. Over de mate waarin de verkeersveiligheid de afgelopen jaren is verbeterd door uitbreiding van het aantal 30 en 60 km/zones is het digipanel verdeeld. Hetzelfde geldt voor de reacties op de stellingen op het gebied van openbaar vervoer. Daarbij dient wel als kanttekening te worden geplaatst dat bijna 80% van de respondenten heeft aangegeven nooit van het openbaar vervoer gebruik te maken. Een derde bron die kan worden gehanteerd om een beeld te krijgen van de mening van de burger, betreft het gemeentelijk meldpunt openbare ruimte, waar burgers terecht kunnen met klachten en suggesties aangaande de openbare ruimte. De klachten die bij het meldpunt (of rechtstreeks bij de verkeerskundigen) terecht komen, zijn erg uiteenlopend zowel qua aard als locatie. Wat daarbij wel opvalt, is dat het overgrote deel van de klachten betrekking heeft op (te hard rijden in) verblijfsgebieden. In augustus 2015 heeft Omroep Brabant een digitaal meldpunt (omroepbrabant.nl/meldpunt) geopend waar mensen verkeersonveilige situaties kunnen melden. De eerste resultaten daarvan zijn medio september 2015 aan de gemeente aangeboden. Als gekeken wordt naar de meldingen die betrekking hebben op de gemeente Oosterhout, dan staat de aansluiting Oosterhout Zuid op de A27 met stip op 1. Het overgrote deel van de reacties heeft betrekking op de korte invoegstrook in de richting van Utrecht. Andere locaties die meerdere malen benoemd zijn betreffen: de scherpe bocht in de N629 / Ekelstraat t.h.v. de aansluiting Oosterhout / Dongen op de A27; de aansluiting Made / Weststad op de A59; het kruispunt Statendam Strijenstraat (m.n. de veiligheid van wachtende fietsers op de Strijenstraat wordt daarbij als knelpunt benoemd); de Sterrenlaan (voorrangsconflicten met zijwegen); de verkeerslichten op de Ridderstraat (korte groentijden en deelconflicten); de Vijf Eikenweg (voorrangssituatie rotonde en kruispunt met de Ketenbaan). Deels betreft het locaties waar de afgelopen jaren ook daadwerkelijk de nodige ongevallen hebben plaatsgevonden (de aansluiting Oosterhout Zuid op de A27, de bocht in de N629 en de Vijf Eikenweg), deels locaties waar de onveiligheid vooral subjectief van aard is. 19

22 Voorzien is dat de scherpe bocht in de N629 zal verdwijnen, als onderdeel van de reconstructie van de aansluiting op de A27 (fase 1 N629). Reconstructie van de Sterrenlaan is eveneens voorzien; dit staat voor 2016 in het JOR. In 2017 zal het provinciale deel van de Vijf Eikenweg wordt aangepakt; daarbij zal ook worden gekeken naar de vormgeving van het kruispunt met de Ketenbaan. Aanpassing van de rotonde met de Florijnstraat is niet voorzien. Hier is in het verleden bewust de keuze gemaakt om fietsers geen voorrang te geven aangezien de omgeving de indruk wekt dat de rotonde buiten de bebouwde kom gelegen is. Of en wanneer het kruispunt Statendam Strijenstraat wordt aangepakt is mede afhankelijk van de ontwikkelingen rond de Zwaaikom. De verkeerslichten op de Ridderstraat zijn de afgelopen jaren al vervangen. Omwille van de doorstroming van het verkeer en het openbaar vervoer is ervoor gekozen om deelconflicten toe te staan en zogenaamd groen op maat toe te passen. Dit resulteert in een kortere cyclustijd hetgeen niet door alle verkeersdeelnemers als comfortabel wordt ervaren De ondernemer Ook de Oosterhoutse ondernemers worden periodiek geënquêteerd in de vorm van een bedrijvenenquête. Daarbij wordt ondernemers gevraagd een oordeel te geven over vestigingsfactoren, de bedrijfsomgeving en de dienstverlening van de gemeente. De bedrijvenenquête wordt afgenomen onder zowel ondernemers op de bedrijventerreinen als ondernemers die in de binnenstad en verspreid over de stad gevestigd zijn. De enquêtes die zijn afgenomen in de jaren 2007, 2010 en 2013 geven het volgende beeld: als het gaat om vestigingsfactoren zijn zowel de bereikbaarheid van Oosterhout als stad als de bereikbaarheid binnen Oosterhout van belang. In 2010 kwamen beiden voor in de top 5 van sterke punten van de gemeente. In 2013 scoorde de bereikbaarheid van Oosterhout als stad bij de ondernemers ook goed (gedeelde 3 de plaats; voor ondernemers op de bedrijventerrein stond dit zelfs op 2). Over de bereikbaarheid binnen de gemeente waren ondernemers minder te spreken in Als reden hiervoor werd aangevoerd de ergernis over de vele wegafsluitingen vanwege wegwerkzaamheden waardoor ondernemers minder goed bereikbaar waren. Opvallend was verder dat in 2013 de bereikbaarheid van de gemeente per spoor als een belangrijk verbeterpunt naar voren kwam. De reden hiervoor lag niet zozeer in het goederenspoor maar meer in het gegeven dat Oosterhout niet is aangesloten op het reguliere spoor (spoorlijn Breda Utrecht). voor wat betreft de bedrijfsomgeving laten de uitgevoerde enquêtes een redelijk stabiel beeld zien over de afgelopen jaren. Ongeveer de helft van de ondernemers is tevreden over het gemeentelijk beheer en onderhoud en geeft aan dat dit geen verbetering behoeft. Van de ondernemers die aangeven niet tevreden te zijn, geeft ruim 20% aan dat het onderhoud van de verharding beter zou moeten. De aanpak van zwerfvuil en het groenonderhoud hebben hogere prioriteit bij de ondernemers. het minst tevreden zijn ondernemers over parkeermogelijkheden. Zowel in 2007, 2010 als 2013 wordt dit als belangrijkste verbeterpunt benoemd door de ondernemers. in het kader van de dienstverlening is in 2010 en 2013 ook gevraagd in hoeverre de wensen van het bedrijfsleven voldoende terugkomen in het gemeentelijk beleid. Uit de enquêteresultaten blijkt dat zowel in 2010 als in 2013 ondernemers (en met name de ondernemers in de binnenstad) het minst tevreden waren over het beleidsterrein verkeer en vervoer: orde grootte 30% geeft een onvoldoende. De gemeente heeft ook periodiek overleg met een afvaardiging van het Oosterhoutse bedrijfsleven (het BZW kwartaaloverleg). In relatie tot de evaluatie van het mobiliteitsplan zijn vanuit dat overleg de volgende specifieke aandachtspunten benoemd: 20

23 voor de bereikbaarheid van Oosterhout als stad vormt het knooppunt Hooipolder het belangrijkste aandachtspunt voor de ondernemers. Ondernemers en gemeente zitten wat dat betreft op één lijn als gaat om de inzet voor een volwaardig (ongelijkvloers) knooppunt. voor de bereikbaarheid binnen Oosterhout is vanuit de ondernemers vooral aandacht gevraagd voor de aanpak van de rotonde bromtol en de knip in Wilhelminakanaal Zuid. De knip wordt door de ondernemers ervaren als een barrière voor de bereikbaarheid van zowel Hoevestein als het bedrijventerrein Vijf Eiken en heeft de afgelopen jaren tot veel klachten van nabij gelegen ondernemers geleid. Vanuit de ondernemers die werkzaam zijn in de recreatiebranche is met name aandacht gevraagd voor de bewegwijzering en het ontbreken van eenduidig beleid hierover De bezoeker De monitor toerisme geeft onder andere inzicht in de wensen, ervaringen en behoeften van bezoekers van Oosterhout. Hiertoe wordt sinds 2003 periodiek een enquête afgenomen onder bezoekers van Oosterhout. Daarbij worden zowel dagjesmensen als mensen die meerdaags in een accommodatie in Oosterhout verblijven, geënquêteerd. De enquêtes die zijn afgenomen in de jaren 2006, 2009 en 2012 geven het volgende beeld: bezoekers van Oosterhout zijn zeer tevreden over de bereikbaarheid van de binnenstad. Orde grootte 90% van de bezoekers beoordeelt de bereikbaarheid van goed tot zeer goed. ook de mogelijkheden voor het stallen van fietsen in de binnenstad worden gewaardeerd. Daarbij is een positieve trend waarneembaar. Het aandeel bezoekers dat de stallingsmogelijkheden voor fietsen van goed tot zeer goed waardeert, is sinds 2006 toegenomen van 78% tot 87% in qua parkeren laat de monitor toerisme een tweeledig beeld zien. Enerzijds beoordeelt tussen de 70% en 80% de parkeervoorzieningen in de binnenstad goed tot zeer goed. Anderzijds wordt het parkeren in de binnenstad door ruim 10% van de respondenten als belangrijkste verbeterpunt benoemd (en staat het daarmee op 1 qua verbeterpunten). Waarschijnlijk speelt daarbij ook het parkeertarief een rol. Daarover zijn bezoekers namelijk beduidend minder te spreken; tussen de 20% en 30% van de bezoekers beoordeelt de parkeertarieven van slecht tot zeer slecht. De bevindingen uit de monitor toerisme zijn in grote lijnen in overeenstemming met de bevindingen uit de enquêtes die zijn afgenomen onder bezoekers van de binnenstad t.b.v. de evaluatie van het parkeerbeleid in 2008 en Ook uit die enquêtes kwam naar voren dat bezoekers tevreden zijn over de bereikbaarheid van de binnenstad (score 7,7) en de parkeervoorzieningen in het algemeen, met uitzondering van de parkeertarieven (score 5,9) Resumerend: wat vindt de klant ervan Op basis van verschillende bronnen kan een beeld worden verkregen van de mening van de Oosterhoutse burger over het verkeers- en vervoerbeleid. Dat beeld is echter niet eenduidig. De buurt- en dorpsenquête die periodiek wordt afgenomen, laat zien dat het oordeel over de verkeersveiligheid een positieve ontwikkeling heeft doormaakt. Het onderhoud van wegen en paden daarentegen laat juist een negatieve trend zien. Als het gaat om het openbaar vervoer, verschilt het oordeel sterk van buurt tot buurt. Opvallend positief oordelen de burgers over de 21

24 bereikbaarheid van hun wijk. Over het thema verkeersoverlast is op basis van de buurt- en dorpsenquêtes geen eenduidig oordeel te vellen. Ook het digipanel is bevraagd. Dat oordeelt overwegend positief over de mate waarin de streefbeelden op het gebied van fiets zijn gerealiseerd, waaronder een inhaalslag op het gebied van onderhoud. Beduidend minder positief is het digipanel over de mate waarin het doorgaand verkeer is afgenomen en de belangrijkste doorstromingsknelpunten in het wegennet zijn aangepakt. Over de mate waarin de verkeersveiligheid de afgelopen jaren is verbeterd door uitbreiding van het aantal 30 en 60 km/zones is het digipanel verdeeld. Hetzelfde geldt voor de reacties op de stellingen op het gebied van openbaar vervoer. Ook van de Oosterhoutse ondernemers worden periodiek de mening in beeld gebracht in de vorm van een bedrijvenenquête. Uit deze enquêtes blijft dat ondernemers over het algemeen tevreden zijn over de bereikbaarheid van de gemeente. Wel wordt specifiek aandacht gevraagd voor knooppunt Hooipolder en de knip in Wilhelminakanaal Zuid. Negatief oordelen de ondernemers (en dan met name de ondernemers in de binnenstad) over parkeren en het verkeersbeleid in het algemeen. De monitor toerisme geeft onder andere inzicht in de wensen, ervaringen en behoeften van bezoekers van Oosterhout. Hiertoe wordt sinds 2003 periodiek een enquête afgenomen. De monitor toerisme laat zien dat bezoekers positief oordelen over de bereikbaarheid van Oosterhout en de mogelijkheden om fietsen te stallen in de binnenstad. Ten aanzien van het parkeren in de binnenstad zijn de meningen verdeeld. 22

25 5. Ontwikkelingen 5.1. Wat is er veranderd? Algemeen 1 De economische ontwikkeling is de afgelopen jaren duidelijk van invloed geweest op de automobiliteit. Als gevolg van de economische recessie is de verkeersdruk landelijk gezien licht afgenomen. Dit vooral vanwege een daling van het goederenvervoer via de weg. Het personenautoverkeer is over de periode relatief stabiel gebleven en het autobezit is beperkt gegroeid. Wat dat laatste betreft is wel een trend waarneembaar dat mensen op steeds latere leeftijd overgaan tot aanschaf van een eerste auto (hetgeen ook verband houdt met de huidige economische situatie). De opkomst van internetwinkelen heeft landelijk per saldo een beperkt dempend effect gehad op de automobiliteit. Het heeft geleid tot een beperkte afname van het personenautovervoer en een beperkte toename van het goederenvervoer (via m.n. bestelauto s e.d.). Het Nederlandse wagenpark is steeds schoner geworden (in termen van uitstoot). Daarnaast worden auto s als gevolg van technologische ontwikkelingen steeds veiliger. Bij fietsen is een sterke opkomt van de e-bike waarneembaar. Inmiddels beschikt ongeveer 10% van de Nederlanders over een e-bike en wordt iets meer dan 10% van de fietskilometers per e-bike afgelegd. Vooralsnog worden e-bikes vooral gebruikt door senioren en is het aandeel van de e-bike in het woon-werk verkeer beperkt (ca. 5%). Technologische ontwikkelingen betreffen niet alleen het voertuig zelf maar ook de wijze waarop we communiceren en ons informeren. Real time (verkeers)informatie is voor een steeds grotere groep beschikbaar en verkeersdeelnemers laten zich daardoor in veel mindere mate sturen via de traditionele communicatiemiddelen (verwijsborden e.d.). Daarnaast hebben ook social media en mobiele communicatiemiddelen de afgelopen jaren een zeer sterke groei doormaakt. Dat biedt zowel kansen als bedreigingen: kansen zoals bijvoorbeeld in de vorm van online platforms voor autodelen, bedreigingen bijvoorbeeld in de vorm van afleiding tijdens de rijtaak (de automobilist of fietser die tijdens het rijden aan het appen is). Demografisch gezien is vooral de vergrijzing een ontwikkeling die van invloed is op de automobiliteit. Senioren maken steeds langer en vaker gebruik van de auto en nemen verhoudingsgewijs een steeds groter deel van het aantal autoverplaatsingen voor hun rekening. Deze verplaatsingen vinden echter voor een groot deel buiten de reguliere spitsperioden (m.n. na de ochtendspits) plaats. De toenemende vergrijzing heeft verder een negatief effect op de verkeersveiligheid. Senioren maken verhoudingsgewijs een groot deel uit van het aantal verkeersslachtoffers (o.a. omdat ze fysiek kwetsbaarder zijn). Beleidsmatig Op rijksniveau heeft een omslag plaatsgevonden als het gaat om investeringen in de rijksinfrastructuur. In het verleden werd daarbij een sectorale benadering toegepast en was de verkeersproblematiek leidend. Sinds het verschijnen van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) in 2011 wordt bij investeringen in de rijksinfrastructuur een veel bredere benadering toegepast, waarbij ook veel nadrukkelijker naar de samenhang met ruimtelijke en economische ontwikkelingen wordt gekeken en de meerwaarde van investeringen voor de BV Nederland. Het investeringsprogramma van het rijk (het MIRT) kent een relatief lange planhorizon. Het huidige MIRT is tot en met 2028 volgepland; dus pas daarna is er financiële ruimte voor nieuwe investeringen. 1 gebaseerd op publicaties van het CBS, het Kennisinstituur Mobiliteitsbeleid en het Planbureau voor de leefomgeving 23

26 De voornaamste beleidswijzigingen op provinciaal niveau betreffen het openbaar vervoer. Op de middelen hiervoor is de afgelopen jaren het nodige bezuinigd. Daardoor wordt veel nadrukkelijker gekeken naar de reizigersopbrengsten waardoor zwakke lijnen onder druk staan en in een aantal gevallen ook zijn komen te vervallen. Daarnaast lag de ontwikkelfunctie voor het openbaar vervoer van oudsher bij de provincie en was het vervoerbedrijf vooral uitvoerend. Daar is met ingang van de nieuwe openbaar vervoerconcessie per 1 januari 2015 een omslag ingekomen. De provincie heeft de ontwikkelfunctie voor een groot deel overgedragen naar de vervoerder (Arriva). De vervoerder heeft daardoor veel meer ruimte gekregen om het openbaar vervoer naar eigen inzicht te organiseren. Zo heeft de vervoerder veel meer dan voorheen de mogelijkheid om de routes en halteplaatsen van buslijnen aan te passen. Lokaal hebben zich vooral veranderingen voor gedaan t.a.v. investeringen en onderhoud van het openbaar gebied. Gezien de beschikbare financiële middelen voor onderhoud en de onderhoudsopgave die er lag, is medio 2011 de keuze gemaakt voor de zogenaamde PLICHT variant. De keuze voor deze onderhoudsvariant heeft twee consequenties gehad. Enerzijds wordt minder geïnvesteerd in het onderhoud van de hoofdwegenstructuur en meer in de woonbuurten. Anderzijds is de werk-met-werk maken aanpak losgelaten waardoor onderhoud nog maar zeer beperkt wordt gecombineerd met verbetermaatregelen Wat komt er nog op ons af? Een aantal van de in paragraaf 5.1. geschetste algemene ontwikkelingen zal zich in de toekomst voorzetten. Het gemeentelijke beleid is daarop maar in beperkte mate van invloed. Sommige van die ontwikkelingen kennen ook een (grote) mate van onzekerheid. Dit betreft met name de economische en technologische ontwikkeling. Als het gaat om de economische ontwikkeling is thans sprake van economisch herstel in combinatie met een lage olieprijs. Deze combinatie leidt weer tot een toename van de automobiliteit. Echter in hoeverre deze ontwikkeling / het economisch herstel de komende jaren doorzet, is onzeker. Aannemelijk is dat als gevolg van technologische ontwikkelingen voertuigen ook in de nabije toekomst nog veiliger en schoner zullen worden. Daarnaast is een trend zichtbaar dat voertuigen zelf steeds meer taken overnemen van de bestuurder (o.a. keep your lane, automatisch verlichting, adaptieve cruise control) en is onlangs in Wageningen ook de eerste proef gestart met een zelfrijdende auto op de openbare weg. Aanpassingen aan het rijkswegennet zijn de komende jaren zowel ten noorden als ten zuiden van Oosterhout voorzien. Aan de noordkant wordt vanaf het knooppunt Hooipolder de A27 verbreed. Aan de zuidzijde is een capaciteitsuitbreiding van de A58 ten zuiden van Breda voorzien. Aannemelijk is dat te gevolge van de capaciteitsuitbreiding van zowel noordelijke deel van de A27 als de A58 ook het zuidelijke deel van de A27 tussen Oosterhout en Breda zwaarder belast zal gaan worden. Als onderdeel van de capaciteitsuitbreiding van de A27 ten noorden van Hooipolder wordt ook het knooppunt Hooipolder zelf gedeeltelijk omgebouwd (zie paragraaf 2.5). Met name verkeer op het westelijke deel van de A59 is daarbij gebaat en dit zou normaliter moeten leiden tot een afname van het sluipverkeer via het gemeentelijke wegennet. De aanpassing van knooppunt Hooipolder zal daarnaast ook van invloed zijn op het verkeer in Oosterhout Noord aangezien de huidige aansluiting Raamsdonksveer op de A59 komt te vervallen. Dit zal er toe leiden dat de aansluiting Statendamweg op de A59 en de aansluiting Oosterhout / Dongen op de A27 en de toeleidende wegen zwaarder belast zullen gaan worden. 24

27 Ook aan het Provinciale wegennet zijn de komende jaren de nodige veranderingen voorzien. De werkzaamheden aan de N282 zijn inmiddels in uitvoering. Maatregelen zijn zowel gericht op verbetering van de leefbaarheid (Dorst, Hulten) als uitbreiding van de capaciteit (gedeelte Rijen Tilburg). Reconstructie van de N629 (zie ook paragraaf 2.5) is eveneens voorzien. Hiervoor zal eerste helft 2016 het voorkeurstracé moeten worden bepaald. Voor de N631 (Vijf Eikenweg) staat grootschalig onderhoud op het programma. Daarbij zal ook worden gekeken naar maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid. Voor wat betreft het openbaar vervoer is met ingang van de dienstregeling 2016 de route van buurtbus 226 aanzienlijk aangepast. Via deze buurtbuslijn worden nu ook de wijk Houthaven en recreatieoord de Warande ontsloten per openbaar vervoer. Ook de route van HOV lijn 327 tussen Oosterhout en Dongen zal waarschijnlijk moeten worden aangepast. Aannemelijk is dat de huidige route niet in stand kan blijven vanwege de reconstructie van de N629 en het afsluiten van de Hoogstraat ter hoogte van de nieuwe N629. Hiernaar loopt thans een studie waarvan de resultaten medio 2016 worden verwacht. Verder zal de komende jaren ook moeten blijken hoe de overheveling van de regiefunctie van de provincie naar de vervoerder (Arriva) uitpakt. De ontwikkeling van de (auto)mobiliteit is ook afhankelijk van de demografische en ruimtelijke ontwikkeling. Als gekeken wordt naar de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van Oosterhout, dan ligt het zwaartepunt voor wat betreft woningbouwontwikkelingen aan de westkant van de 25

28 stad waar zowel de afbouw van de Contreie als herontwikkeling van de locaties Zwaaikom en MPO (Wilhelminahaven) voorzien is. Qua bedrijventerreinen ligt het zwaartepunt met de ontwikkeling van de locaties Heihoef en Everdenberg Oost juist aan de oostkant van de stad. Aan de oostzijde van Oosterhout is ook een aantal aanpassingen in de wegenstructuur voorzien. Er komt een nieuwe N629 en de Hoogstraat zal voor gemotoriseerd verkeer worden afgesloten ter hoogte van de kruising met de nieuwe N629. Ten behoeve van de ontsluiting van Oosteind zal worden voorzien in een nieuwe verbindingsweg vanaf Ter Horst, richting de Hoogstraat, parallel aan de nieuwe N629. Daarnaast zal als onderdeel van de ontwikkeling van Everdenberg Oost een nieuwe verbindingsweg van het bedrijventerrein naar de (nieuwe) N629 worden gerealiseerd. Aan de noordzijde van Oosterhout wordt de Statendamweg doorgetrokken richting Raamsdonksveer. Dit vanwege het vervallen van de aansluiting Raamsdonksveer op de A59. Aangezien de huidige aansluiting Raamsdonksveer ook door verkeer uit Oosterhout Noord gebruikt wordt, zal dit tot een verschuiving van verkeersstromen gaan leiden. 26

29 6. Conclusies en aandachtspunten 6.1. Conclusies Wat hebben we gedaan? Er is uitvoering gegeven aan een groot deel van de projecten en ambities uit het mobiliteitsplan (zie het overzicht in bijlage 1). Sinds de vaststelling van het mobiliteitsplan in 2007 is een groot aantal knelpunten op het gebied van doorstroming en verkeersveiligheid aangepakt en is een kwaliteitsslag gemaakt op het gebied van fiets en openbaar vervoer. De belangrijkste investeringen die de afgelopen jaren zijn gedaan in de infrastructuur zijn op kaart terug te vinden in bijlage 3. Verder is de nodige aandacht gegeven aan het stimuleren van vervoer over water en mensgerichte maatregelen op het gebied van verkeersveiligheid en fiets. Niet alle projecten en ambities zijn gerealiseerd. Deels is bewust afgezien van bepaalde projecten (uitbreiding aantal bewaakte fietsenstallingen, P&R, aansluiting nachtnet). Deels als gevolg van de keuzes die moesten worden gemaakt als het gaat om beheer, onderhoud en investeringen in onze infrastructuur en de financiële middelen die daarvoor beschikbaar zijn. Verder zijn we voor een aantal opgaven ook afhankelijk van het rijk en de provincie. Wat heeft dat opgeleverd? Als gekeken wordt naar de automobiliteit / belasting van het Oosterhoutse wegennet dan is er over de periode over het algemeen sprake geweest van een afname van de verkeersdruk, mede als gevolg van de economische ontwikkeling van de afgelopen jaren. De grootste afname heeft zich voorgedaan op het Wilhelminakanaal Zuid, als gevolg van de knip. Slechts op een beperkt aantal wegen is sprake geweest van een toename van de hoeveelheid verkeer. Een toename die over het algemeen ook beperkt (1 à 2%) was. Alleen aan de zuidkant van Oosterhout is een duidelijke toename zichtbaar op de route Bredaseweg ( Burg. Materlaan) Beneluxweg. Aannemelijk is dat deze toename een gevolg is van de ontwikkeling van woningbouw aan de zuidkant van Teteringen. De ontwikkeling van het aantal verkeersslachtoffers laat een positieve tendens (= afname aantal slachtofferongevallen zien). Opgemerkt moet daarbij wel worden dat ook de registratiegraad is afgenomen. Ongevallen doen zich verspreid over de gemeente voor; alleen ter hoogte van de aansluiting Oosterhout Zuid op de A27 is sprake van een concentratie van ongevallen. Ook de Vijf Eikenweg valt in negatieve zin op qua aantal ongevallen. Over de ontwikkeling van het fietsverkeer / fietsgebruik zijn wegens het ontbreken van voldoende cijfermateriaal geen uitspraken te doen. In 2015 is wel een aanzet gemaakt om dit in de toekomst goed in kaart te brengen en zijn op diverse routes tellingen uitgevoerd. Vrachtverkeer maakt overwegend gebruik van de Bovensteweg en de invalswegen richting de bedrijventerreinen, zoals de Weststadweg, de Vijf Eikenweg en de Statendamweg. Op de overige gemeentelijke wegen is de hoeveelheid vrachtverkeer overwegend (zeer) beperkt. De enige uitzondering daarop vormt de Provincialeweg door Oosteind waar relatief veel vrachtverkeer (> 5%) gebruik van maakt. Het goederenvervoer via het water (binnenvaart) heeft de afgelopen jaren een aanzienlijk groei door maakt; het aantal containers dat in Oosterhout wordt overgeslagen is met ruim 30% toegenomen tot ca TEU (20 voet containers) per jaar. Over (de ontwikkeling) van het goederenvervoer per spoor (goederenspoorlijn Weststad) zijn wegens het ontbreken van voldoende cijfermateriaal geen uitspraken te doen. 27

30 Wat vindt de klant ervan? Op basis van (onder andere) de bevindingen uit de gemeentelijke enquêtes die periodiek worden afgenomen is de mening van onze klanten (burgers, bezoekers en bedrijven) over het verkeers- en vervoerbeleid in kaart gebracht. Dit beeld is echter niet altijd eenduidig. De buurt- en dorpsenquête die periodiek wordt afgenomen, laat zien dat het oordeel van onze burgers over de verkeersveiligheid een positieve ontwikkeling heeft doormaakt. Het onderhoud van wegen en paden daarentegen laat juist een negatieve trend zien. Als het gaat om het openbaar vervoer, verschilt het oordeel sterk van buurt tot buurt. Opvallend positief oordelen de burgers over de bereikbaarheid van hun wijk. Over het thema verkeersoverlast is op basis van de buurt- en dorpsenquêtes geen eenduidig oordeel te vellen. Ook het gemeentelijke digipanel (bestaande uit burgers en vertegenwoordigers van bedrijven) is bevraagd, waarbij (o.a.) de streefbeelden uit het mobiliteitsplan in de vorm van stellingen aan het digipanel zijn voorgelegd. Het digipanel oordeelt overwegend positief over de mate waarin de streefbeelden op het gebied van fiets zijn gerealiseerd, waaronder een inhaalslag op het gebied van onderhoud. Beduidend minder positief is het digipanel over de mate waarin het doorgaand verkeer is afgenomen en de belangrijkste doorstromingsknelpunten in het wegennet zijn aangepakt. Over de mate waarin de verkeersveiligheid de afgelopen jaren is verbeterd door uitbreiding van het aantal 30 en 60 km/zones is het digipanel verdeeld. Hetzelfde geldt voor de reacties op de stellingen op het gebied van openbaar vervoer. Ook van de Oosterhoutse ondernemers worden periodiek de mening in beeld gebracht in de vorm van een bedrijvenenquête. Uit deze enquêtes blijft dat ondernemers over het algemeen tevreden zijn over de bereikbaarheid van de gemeente. Wel wordt specifiek aandacht gevraagd voor knooppunt Hooipolder en de knip in Wilhelminakanaal Zuid. Negatief oordelen de ondernemers (en dan met name de ondernemers in de binnenstad) over parkeren en het verkeersbeleid in het algemeen. De monitor toerisme geeft onder andere inzicht in de wensen, ervaringen en behoeften van bezoekers van Oosterhout. Hiertoe wordt sinds 2003 periodiek een enquête afgenomen. De monitor toerisme laat zien dat bezoekers positief oordelen over de bereikbaarheid van Oosterhout en de mogelijkheden om fietsen te stallen in de binnenstad. Ten aanzien van het parkeren in de binnenstad zijn de meningen verdeeld. Wat komt er nog op ons af? (Auto)mobiliteit laat zich maar tot op beperkte hoogte sturen. Economische en technologische ontwikkelingen zijn de afgelopen jaren nadrukkelijk van invloed geweest op ons verkeers- en vervoersysteem en verwacht mag worden dat dat de in de toekomst niet anders zal zijn. De ontwikkeling van de (auto)mobiliteit is ook afhankelijk van de demografische en ruimtelijke ontwikkeling. Als gekeken wordt naar de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van Oosterhout, dan ligt het zwaartepunt voor wat betreft woningbouwontwikkelingen aan de westkant van de stad waar zowel de afbouw van de Contreie als herontwikkeling van de locaties Zwaaikom en MPO (Wilhelminahaven) voorzien is. Qua bedrijventerreinen ligt het zwaartepunt met de ontwikkeling van de locaties Heihoef en Everdenberg Oost juist aan de oostkant van de stad. In het (rijks)wegennet is een aantal aanpassingen voorzien in de toekomst. Zo zal de capaciteit van delen van de A27 en de A58 worden uitgebreid. Het gedeelte van de A27 ter hoogte van Oosterhout wordt niet aangepast, maar zal hierdoor wel drukker worden. Als onderdeel van de capaciteitsuitbreiding van de A27 ten noorden van Hooipolder wordt ook het knooppunt Hooipolder gedeeltelijk aangepast. Met name verkeer op het westelijke deel van de A59 is daarbij gebaat en dit zou normaliter moeten leiden tot een afname van het sluipverkeer via het gemeentelijke wegennet. De aanpassing van knooppunt Hooipolder zal daarnaast ook van invloed zijn op het verkeer in Oosterhout Noord aangezien de huidige 28

31 aansluiting Raamsdonksveer op de A59 komt te vervallen en de Statendamweg wordt doorgetrokken en zal worden aangesloten op de Eendrachtsweg in Raamsdonksveer. Dit zal er toe leiden dat de aansluiting Statendamweg op de A59 en de aansluiting Oosterhout / Dongen op de A27 en de toeleidende wegen zwaarder belast zullen gaan worden. Ook aan de oostzijde van Oosterhout is een aantal aanpassingen in de wegenstructuur voorzien. Er komt een nieuwe N629 en de Hoogstraat zal voor gemotoriseerd verkeer worden afgesloten ter hoogte van de kruising met de nieuwe N629. Ten behoeve van de ontsluiting van Oosteind zal worden voorzien in een nieuwe verbindingsweg vanaf Ter Horst, richting de Hoogstraat, parallel aan de nieuwe N629. Daarnaast zal als onderdeel van de ontwikkeling van Everdenberg Oost een nieuwe verbindingsweg van het bedrijventerrein naar de (nieuwe) N629 worden gerealiseerd (zie de kaart op pagina 26) Aandachtspunten nieuw mobiliteitsplan Deze evaluatie is als een eerste aanzet bedoeld om tot een nieuw mobiliteitsplan te komen. Vandaar dat we vanuit deze evaluatie ook een aantal aandachtspunten mee willen geven die een plaats zouden moeten krijgen in het nieuw op te stellen mobiliteitsplan, of althans bij de totstandkoming ervan. Daarnaast is ook in het coalitieakkoord (zie bijlage 5) een aantal onderwerpen benoemd dat aan de orde zou moeten komen. Automobiliteit Voornaamste aandachtpunten voor wat betreft automobiliteit zijn: de bereikbaarheid van Oosterhout: knooppunt Hooipolder en het zuidelijke deel van de A27 (tussen de knooppunten Hooipolder en St. Annabosch. Onze inzet blijft daarbij ongewijzigd, te weten een volwaardig, ongelijkvloers knooppunt Hooipolder en het borgen van een goede verkeersafwikkeling op het zuidelijke deel van de A27; de aansluitingen Oosterhout Zuid (A27) en Made / Weststad (A59). Beide aansluitingen verdienen aandacht vanuit zowel het oogpunt van verkeersveiligheid als doorstroming; de doorstroming op het gemeentelijke hoofdwegennet in de spitsperioden. De afgelopen jaren is geïnvesteerd in het optimaliseren van de verkeerslichten op een groot aantal kruispunten. Op een aantal locaties (zoals de verkeerslichten op de Bredaseweg en de verkeerslichten op de Abdis van Thornstraat) is de rek er echter uit. Dit betekent dat bij een toename van de automobiliteit een afweging zal moeten worden gemaakt, variërend van (aanzienlijk) investeren tot accepteren dat de wachttijden in de spits oplopen; het functioneren en het beheer van verkeerslichten. Dit blijkt een bron te zijn van veel klachten (o.a. digipanel); het dilemma tussen mobiliteit en leefbaarheid. Onder andere als het gaat om (het handhaven van) de knip in het Wilhelminakanaal Zuid. De leefbaarheid van de woonwijk Vrachelen dient daarbij te worden afgewogen tegen de bereikbaarheid van het bedrijventerrein Vijf Eiken en Hoevestein. Maar bijvoorbeeld ook voor wegen als de St. Antoniusstraat / Abdis van Thornstraat ( de oosttangent ) speelt een dergelijk dilemma waar naast een verkeersfunctie ook langs gewoond wordt; Verkeersveiligheid Voornaamste aandachtpunten voor wat betreft verkeersveiligheid zijn: de aanpak van verkeersonveilige situaties. Daarbij vallen de aansluiting Oosterhout Zuid en de Vijf Eikenweg (beide overigens niet in beheer bij de gemeente Oosterhout) in negatieve zin op qua aantal ongevallen. Qua subjectieve onveiligheid valt vooral het kruispunt van de Strijenstraat en Statendamweg in negatieve zin op (veel klachten, met name voor wat betreft de veiligheid van wachtende fietsers); 29

32 solitaire oversteekplaatsen voor langzaam verkeer (voetgangers en/of fietsers) op wegen met een verkeersfunctie (zoals bijvoorbeeld op de Burg. Holtroplaan, de Beneluxweg en de Statendamweg). Dergelijke oversteekplaatsen brengen in de praktijk vaak risico s met zich mee gezien de (te) hoge snelheid waarmee gereden wordt; de inrichting van verblijfsgebieden, waar in de praktijk tot op heden hoofdzakelijk wordt volstaan met het aanbrengen van bebording, terwijl om het gewenste gedrag en gebruik te bereiken ook de inrichting van een straat zou moeten worden aangepakt; gedrag, handhaving en aandacht voor kwetsbare doelgroepen (zoals scholieren en senioren) in het verkeer; Openbaar vervoer De afgelopen jaren is ons openbaar vervoersysteem aanzienlijk gewijzigd. De aanpassing van de route van buurtbuslijn 226 vormde daarin de laatste stap. De opgave voor de komende jaren zal enerzijds zijn om te stimuleren dat onze inwoners en bezoekers van het reguliere openbaar vervoer gebruik gaan en blijven maken zodat het huidige openbaar vervoersysteem ook in stand kan blijven. Dit brengt met zich mee dat: ook het voor- en natransport naar de HOV haltes op orde moeten zijn. Dit in de vorm van voldoende stallings- en parkeervoorzieningen en veilige routes; er ook voldoende aandacht moet zijn voor een goede informatievoorziening richting onze burgers en bedrijven (bekendheid met het openbaar vervoer). Anderzijds moeten we constateren dat er diverse gebieden in Oosterhout zijn die zich vanwege de ligging of vanwege het (beperkte) vervoerspotentieel niet lenen voor ontsluiting via het reguliere openbaar vervoer. Hiervoor zal moeten worden gezocht naar maatwerk oplossingen (w.o. de financiering ervan). Langzaam verkeer Als het gaat om de voorzieningen voor langzaam verkeer is via de uitvoering van het mobiliteitsplan en het masterplan fiets de afgelopen jaren een aanzienlijk kwaliteits- en inhaalslag gemaakt o.a. als het gaat om het asfalteren en het vrijliggend maken van fietspaden. Streven is deze lijn de komende jaren te continueren. Aandachtspunten zijn verder: de herkenbaarheid van de fietsroutes door het centrum; het verbeteren van de fietsroutes naar de kerkendorpen Dorst en Oosteind en naar Raamsdonksveer; het al dan niet realiseren van missing links, zoals de fietsbrug via de Zwaaikom; de (consequenties van de) sterke opmars van e-bikes; meer aandacht voor de voetganger, in het bijzonder in de vorm van toegankelijke en goed onderhouden voetpaden. Goederenvervoer Voor het goederenvervoer geldt in grote lijnen hetzelfde als voor het openbaar vervoer. Oosterhout beschikt over goede overslagfaciliteiten voor zowel vervoer over water als vervoer over spoor. Het beleid zal er de komende jaren primair op gericht moeten zijn, te bereiken dat deze voorzieningen door zoveel mogelijk bedrijven gebruikt worden (om daarmee het vrachtverkeer over de weg terug te dringen). Dit geldt zeker voor de goederenspoorlijn en de aanwezige laad- en losfaciliteiten. Er liggen diverse kansen en mogelijkheden om het gebruik ervan te intensiveren, maar er zal wel een partij moeten opstaan die de kar gaat trekken. Daarbij is ook de samenwerking met (het havenschap) Moerdijk van belang. In relatie tot het vrachtverkeer verdient verder (de handhaving van) de verboden op (doorgaand) vrachtverkeer op een aantal wegen aandacht. 30

33 Bijlage 1: stand van zaken projecten mobiliteitsplan

34 Naam project Stand van zaken 1 Aansluiting Bovensteweg Uitgevoerd in Pasteurlaan / Burg. Elkhuizenlaan 2 Herinrichting Eikdijk Uitgevoerd in Afsluiting Wilhelminakanaal Zuid Uitgevoerd in Quick wins aansluitingen A27 Uitgevoerd in 2009 en Kruispunt Weststadweg - Uitgevoerd in 2012 / Bovensteweg 6 Dynamisch parkeerverwijssysteem Uitgevoerd in Optimalisatie verkeerslichten centrum Uitgevoerd in 2013, 2014 en Sturingsmaatregelen Bovensteweg - tangenten Niet uitgevoerd; in 2013 is gekozen voor versoberde uitvoering parkeerverwijzing. 9 P+R terrein Burg. Materlaan Niet uitgevoerd; onvoldoende nut en noodzaak. 10 Kruispunt Hoogstraat Heistraat Uitvoering is afhankelijk van de besluitvorming over reconstructie van de N629. Zie project Aanbrengen poortconstructies Continu proces. 12 HOV Breda Oosterhout Met ingang van de dienstregeling 2016 volledig operationeel. 13 Fijnmazig openbaar vervoer Uitgevoerd in Busstation Leijsenhoek Uitgevoerd in 2014 / HOV Tilburg Oosterhout Studie (quick scan) uitgevoerd in Conclusie: onvoldoende potentie voor HOV. 16 Uitbreiding nachtnet openbaar vervoer Niet uitgevoerd vanwege kosten, risico s en gebrek aan draagvlak. 17 Achterstallig onderhoud fietspaden Periode extra onderhoudsimpuls. Verder is gedurende de planhorizon van het mobiliteitsplan een kwaliteitsslag gemaakt door aanleg van vrijliggende fietspaden, aanleg van ontbrekende schakels en het asfalteren van een aantal fietspaden. 18 Actualiseren fietsnota Uitgevoerd in Uitbreiding bewaakte fietsenstallingen centrum Niet uitgevoerd. Wel is het aantal onbewaakte stallingsplaatsen in het centrum uitgebreid. Naam project Stand van zaken 20 Planstudie A27 Hooipolder - Houten Medio 2014 heeft de minister van I&M het voorkeursalternatief vastgesteld. Dit alternatief voorziet er in dat de maatregelen op het traject Werkendam Hooipolder beperkt blijven tot de aanleg van spitsstroken. Voor wat betreft knooppunt Hooipolder heeft de minister besloten om alleen de drukste kruisende richting (A59 vanuit Oosterhout richting A27 Utrecht) ongelijkvloers uit te voeren. Vanwege de aanpassing van Hooipolder komt de aansluiting Raamsdonksveer op de A59 te vervallen. Om dit te compenseren, is voorzien in een nieuwe ontsluitingsweg aan de noordzijde van de A59 waarmee Raamdonksveer wordt aangesloten op de aansluiting Oosterhout (Statendamweg) op de A Verkenning A27 Zuid / Ruit van Breda In de periode zijn diverse studies uitgevoerd. Deze hebben er echter niet toe geleid dat de A27 Zuid op de agenda / in het investeringsprogramma van het rijk is gekomen. Wel zijn er middelen voor quick wins beschikbaar gesteld (zie project 4).

35 22 Planstudie / MER N629 (Heistraat Ekelstraat) 23 Planstudie / MER N282 (rijksweg Dorst) In 2014 is een doorstart gemaakt en is besloten de N629 gefaseerd aan te pakken. Fase 1 voorziet in reconstructie van de aansluiting van de N629 op de A27. Hier is een forse capaciteitsuitbreiding voorzien o.a. door de aansluiting deels ongelijkvloers uit te voeren. Het ontwerp bestemmingsplan dat de reconstructie mogelijk moet maken is begin 2016 in procedure gegaan. Fase 2 voorziet in de reconstructie van de N629 / Westerlaan tussen de Provincialeweg en de Steenstraat in Dongen. Hiervoor wordt een m.e.r.-procedure doorlopen, waarbij 5 mogelijke tracés worden onderzocht. Eerste helft 2016 is het MER gereed en zal een keuze moeten worden gemaakt. Als onderdeel van fase 2 heeft eind 2015 ook besluitvorming plaatsgevonden over de toekomstige ontsluiting van Oosteind op de N629. Besloten is om de aansluiting van de Provincialeweg en Ter Horst op de N629 te handhaven. De aansluiting van de Hoogstraat op de (nieuwe) N629 komt te vervallen voor gemotoriseerd verkeer. De MER is in september 2012 aanvaard. Besloten is tot herinrichting van de bestaande N282 (de zogenaamde nulplus-u variant ). De herinrichting van N282 wordt in 2015 gerealiseerd. Alleen voor het maken van een nieuwe westelijke aansluiting dient eerst nog een planologische procedure te worden doorlopen, waardoor deze werkzaamheden pas op een later moment worden uitgevoerd. 24 Spoorlijn Breda Utrecht Naar de spoorlijn zijn sinds 2008 diverse studies uitgevoerd. Echter dat heeft er niet toe geleid dat de spoorlijn Breda Utrecht op de agenda van het rijk terecht is gekomen. In relatie tot de voorgenomen verbreding van de A27 tussen Hooipolder en Houten stelt het rijk dat aanleg van een spoorlijn (zijligging) na verbreding van de A27 mogelijk blijft en dat er door het rijk geen voorinvesteringen zullen worden gedaan vooruitlopend op een eventuele aanleg van een spoorlijn in de toekomst

36 Bijlage 2: stand van zaken aanwijzing en inrichting verblijfsgebieden

37