1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Transcriptie

1 Bijlage uitruil en afkoop pensioenen gelijkblijvend ouderdomspensioen gelijkblijvend of 3% stijgend partnerpensioen Geldend vanaf 1 januari 2015 Als gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid van uitruil, vervroegen, uitstellen, variatie in de hoogte van de uitkering van ouderdomspensioen of afkoop van (kleine) pensioenen, dan wordt gebruik gemaakt van de factoren die in deze bijlage zijn opgenomen. Voor deze mogelijkheden gelden de voorwaarden en grenzen zoals verwoord in het pensioenreglement en in deze bijlage. Voor definitieve vaststelling van de pensioenen na toepassing van de gekozen mogelijkheden dient een offerte aangevraagd te worden. Alleen aan de opgaven in de offerte kan een deelnemer rechten ontlenen. De actuariële factoren kunnen jaarlijks door worden herzien. 1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst In het pensioenreglement staat vermeld of het partnerpensioen gelijkblijvend is of dat het na ingang jaarlijks met 3% stijgt. Dit is van invloed op de hoogte van het uit te ruilen pensioen. Gelijkblijvend partnerpensioen Uitruilfactor 0,8014 0,8014 0,8015 0,8016 0,8017 0,8019 0,8021 0,8023 0,8026 0,8028 0,8032 0,8036 0,804 0,8044 0,8049 0,8053 0,8058 Uitruilfactor 0,8063 0,8069 0,8075 0,8081 0,8088 0,8096 0,8104 0,8112 0,812 0,8129 0,8137 0,8146 0,8155 0,8166 0,8178 0,8191 0,8206 Uitruilfactor 0,8222 0,8239 0,8257 0,8275 0,8293 0,8312 0,8333 0,8354 0,8377 0,8401 0,8426 0,8451 0,8476 0,8502 0,8526 0,8552 3% stijgend partnerpensioen na ingang Uitruilfactor 0,7448 0,7449 0,7451 0,7453 0,7456 0,746 0,7464 0,7469 0,7473 0,7479 0,7486 0,7493 0,7502 0,751 0,7519 0,7527 0,7536 Uitruilfactor 0,7546 0,7556 0,7566 0,7578 0,759 0,7604 0,7618 0,7632 0,7646 0,766 0,7674 0,7689 0,7704 0,7721 0,774 0,7762 0,7785 Uitruilfactor 0,781 0,7836 0,7863 0,7891 0,7919 0,7947 0,7976 0,8007 0,8041 0,8076 0,811 0,8146 0,8181 0,8216 0,8249 0,8284 Uitruil van ouderdomspensioen in ouderdomspensioen en levenslang partnerpensioen bij leeftijd x na beëindiging van de arbeidsovereenkomst in verhouding 100%/70%, per 1 ouderdomspensioen (met pensioenleeftijd 67). Het ouderdomspensioen na uitruil is gelijk aan het ouderdomspensioen voor uitruil vermenigvuldigd met de ruilvoet. Het partnerpensioen bedraagt 70% van het ouderdomspensioen na uitruil. Postbus

2 Als een deelnemer op 45-jarige leeftijd de arbeidsovereenkomst beëindigt en ouderdomspensioen uitruilt voor de combinatie ouderdomspensioen en partnerpensioen (gelijkblijvend), wordt het ouderdomspensioen verlaagd naar ( * 0,8137). Het partnerpensioen wordt (70% van 8.137). In geval van een na ingang 3% stijgend partnerpensioen wordt het ouderdomspensioen verlaagd naar ( * 0,7674). Het partnerpensioen wordt (70% van 7.674). Het partnerpensioen stijgt na ingang jaarlijks met 3%. 2. Uitruil gelijkblijvend ouderdomspensioen in partnerpensioen op pensioendatum In het pensioenreglement staat vermeld of het partnerpensioen gelijkblijvend is of dat het na ingang jaarlijks met 3% stijgt. Dit is van invloed op de hoogte van het uit te ruilen pensioen. Gelijkblijvend partnerpensioen Leeftijd Uitruilfactor 6,415 6,217 6,018 5,820 5,621 5,423 5,238 5,052 4,867 4,681 4,496 4,315 4,134 3,954 3,773 3,592 3,431 3,270 3% stijgend partnerpensioen na ingang Leeftijd Uitruilfactor 4,985 4,850 4,716 4,581 4,447 4,312 4,179 4,046 3,913 3,78 3,647 3,513 3,379 3,246 3,112 2,978 2,857 2,736 ) Uitruil van gelijkblijvend ouderdomspensioen in partnerpensioen bij leeftijd x op de pensioendatum, per 1 ouderdomspensioen De verhoging van het partnerpensioen op de pensioendatum is gelijk aan het uitgeruilde deel van het ouderdomspensioen vermenigvuldigd met de ruilvoet. Als een deelnemer op de pensioendatum ouderdomspensioen uitruilt, wordt zijn partnerpensioen (gelijkblijvend) met verhoogd ( x factor 4,134 bij leeftijd 67 op de pensioendatum). 3. Uitruil van partnerpensioen in ouderdomspensioen op pensioendatum In het pensioenreglement staat vermeld of het partnerpensioen gelijkblijvend is of dat het na ingang jaarlijks met 3% stijgt. Dit is van invloed op de hoogte van het uit te ruilen pensioen. Gelijkblijvend partnerpensioen Leeftijd Uitruilfactor 0,082 0,088 0,093 0,099 0,104 0,110 0,115 0,120 0,125 0,130 0,135 0,142 0,149 0,155 0,162 0,168 0,177 0,186 3% stijgend partnerpensioen na ingang Leeftijd Uitruilfactor 0,108 0,115 0,122 0,129 0,136 0,143 0,148 0,153 0,157 0,162 0,167 0,175 0,183 0,192 0,200 0,208 0,221 0,234 Uitruil van partnerpensioen in ouderdomspensioen bij leeftijd x op de pensioendatum, per 1 partnerpensioen De verhoging van het ouderdomspensioen op de pensioendatum is gelijk aan het uitgeruilde deel van het partnerpensioen vermenigvuldigd met de ruilvoet. Postbus

3 Als een deelnemer, voor wie het ouderdomspensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 67 e verjaardag valt, op de pensioendatum gelijkblijvend partnerpensioen uitruilt, wordt zijn ouderdomspensioen met 149 verhoogd ( x factor 0,149 bij leeftijd 67 op de pensioendatum). 4. Vervroegen van de pensioendatum voor het ouderdomspensioen Ingeval van vervroegen van de pensioendatum wordt alleen de aanspraak op ouderdomspensioen verlaagd; de aanspraak op partnerpensioen blijft ongewijzigd. Leeftijd Vervroegingsfactor 0,534 0,559 0,585 0,615 0,646 0,679 0,714 0,752 0,794 0,839 0,888 0,941 1,000 Vervroegen ouderdomspensioen van leeftijd 67 op de pensioendatum naar vervroegingsleeftijd x per 1 ouderdomspensioen Voorbeeld 1, vervroegen ten opzichte van de leeftijd 67: Als een deelnemer, voor wie het ouderdomspensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 67 e verjaardag valt, ouderdomspensioen vervroegt naar leeftijd 65, wordt ouderdomspensioen verlaagd naar 888 ( x factor 0,888). Voorbeeld 2, vervroegen ten opzichte van andere leeftijden: Als een deelnemer, voor wie het ouderdomspensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 65 e verjaardag valt, ouderdomspensioen vervroegt naar leeftijd 62, wordt ouderdomspensioen verlaagd naar 847 ( x factor 0,752 gedeeld door factor 0,888). 5. Vervroegen van de pensioendatum van prepensioen of overbruggingspensioen Vervroegen van de pensioendatum van prepensioen of overbruggingspensioen (tijdelijk ouderdomspensioen) is mogelijk vanaf de 55-jarige leeftijd. Overbruggingspensioen en ouderdomspensioen moeten gelijktijdig ingaan en samen worden vervroegd. De factoren voor vervroegen worden toegepast op de verworven aanspraken op het moment waarop de deelnemer het vervroegde ouderdomspensioen wil laten ingaan, zoals verwoord in het pensioenreglement. De factoren voor vervroegen van een vorm van tijdelijk ouderdomspensioen zijn opgenomen in onderstaande tabel. Leeftijd Vervroegingsfactor 0,377 0,417 0,465 0,525 0,600 0,695 0,822 1,000 Vervroegen van tijdelijk ouderdomspensioen leeftijd naar vervroegde ingangsdatum op leeftijd x 67 per 1 tijdelijk ouderdomspensioen Als een deelnemer, voor wie het tijdelijk ouderdomspensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 62 e verjaardag valt (uitkering van 62 tot 67), tijdelijk ouderdomspensioen vervroegt naar leeftijd 58 (uitkering van 58 tot 67), wordt tijdelijk ouderdomspensioen verlaagd naar 525 ( x factor 0,525). 6. Uitstellen van de pensioendatum van ouderdomspensioen In geval van uitstellen van de pensioendatum wordt alleen de aanspraak op ouderdomspensioen verhoogd; de aanspraak op partnerpensioen blijft ongewijzigd. Leeftijd Uitstelfactor 1,000 1,053 1,112 1,178 1,249 1,329 Uitstel van ouderdomspensioen van leeftijd 67 op de pensioendatum naar uitgestelde leeftijd x per 1 ouderdomspensioen Postbus

4 Als een deelnemer, voor wie het ouderdomspensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 67 e verjaardag valt, ouderdomspensioen uitstelt naar leeftijd 68, wordt ouderdomspensioen verhoogd naar ( x factor 1,053). 7. Uitstellen van de pensioendatum van prepensioen of overbruggingspensioen Het is mogelijk de pensioendatum van prepensioen of overbruggingspensioen (tijdelijk ouderdomspensioen) uit te stellen. Overbruggingspensioen en ouderdomspensioen moeten gelijktijdig ingaan en samen worden uitgesteld. De factoren voor uitstellen worden toegepast op de verworven aanspraken op de oorspronkelijke pensioendatum van het tijdelijk ouderdomspensioen, zoals verwoord in het pensioenreglement. De factoren voor uitstellen van een vorm van tijdelijk ouderdomspensioen uitgaande van de reglementaire pensioenleeftijd zijn opgenomen in onderstaande tabel. Leeftijd Uitstelfactor 1,000 1,256 1,685 2,536 5,079 Uitstel van tijdelijk ouderdomspensioen leeftijd naar uitgestelde ingangsdatum op leeftijd x - 67 per 1 tijdelijk ouderdomspensioen Als een deelnemer, voor wie het tijdelijk ouderdomspensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 62 e verjaardag valt (uitkering van 62 tot 67), tijdelijk ouderdomspensioen uitstelt naar leeftijd 65 (uitkering van 65 tot 67), wordt tijdelijk ouderdomspensioen verhoogd naar ( x factor 2,536). 8. Variatie in de hoogte van de uitkering van ouderdomspensioen (Hoog/laag constructie) Hoog/laag constructies worden gerealiseerd door een levenslang direct ingaand ouderdomspensioen te combineren met een direct ingaand tijdelijk ouderdomspensioen. De uitkering van het tijdelijke ouderdomspensioen eindigt op de overgangsdatum van de hogere pensioenuitkering in de aanvangsperiode naar de lagere pensioenuitkering in de vervolgperiode. Leeftijd Duur hoog deel Factor hoog deel Factor laag deel Hoog:laag 67 3 jaar 1,258 0, : jaar 1,217 0, : jaar 1,264 0, : jaar 1,224 0, : jaar 1,142 0, :75 Uitkering van het ouderdomspensioen in een hoog-laag -constructie Als een deelnemer, voor wie het ouderdomspensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 67 e verjaardag valt, uitgekeerd wenst te krijgen in een hoog-laag constructie, waarbij de gewenste verhouding tussen het hoge en het lage deel van de uitkering van het ouderdomspensioen 100:75 en de duur van de uitkering van het hoge deel 5 jaar is: De uitkering van het ouderdomspensioen is dan 5 jaar lang ( x factor 1,217). De uitkering van het ouderdomspensioen wordt na 5 jaar verlaagd naar 913 ( x factor 0,913). Postbus

5 9. Variatie in de hoogte van de uitkering van ouderdomspensioen (Laag/hoog constructie) Laag/hoog constructies op de pensioendatum worden gerealiseerd door een deel van het ouderdomspensioen uit te stellen. De hoogte van het uitgestelde ouderdomspensioen wordt berekend overeenkomstig het bepaalde in het onderdeel uitstellen van de pensioendatum van ouderdomspensioen. Laag/hoog constructies vóór de pensioendatum worden gerealiseerd door een deel van het ouderdomspensioen te vervroegen middels de factoren voor vervroegen. De hoogte van het vervroegde ouderdomspensioen wordt berekend overeenkomstig het bepaalde in het onderdeel vervroegen van de pensioendatum van het ouderdomspensioen. 10. Afkoop klein uitgesteld ouderdomspensioen en klein uitgesteld (bijzonder) partnerpensioen Indien gebruik maakt van het wettelijk recht om kleine pensioenaanspraken van een gewezen deelnemer af te kopen, wordt de restitutiewaarde vastgesteld door de pensioenaanspraak te vermenigvuldigen met de afkoopvoet die hoort bij de leeftijd van de gewezen deelnemer op het moment dat de pensioenaanspraken worden afgekocht. Gelijkblijvend ouderdomspensioen Afkoopvoet 2,261 2,330 2,400 2,473 2,549 2,626 2,706 2,789 2,874 2,961 3,052 3,145 3,241 3,340 3,442 3,548 3,657 Afkoopvoet 3,769 3,885 4,005 4,129 4,257 4,390 4,527 4,669 4,817 4,970 5,129 5,294 5,466 5,645 5,831 6,025 6,228 Afkoopvoet 6,440 6,662 6,894 7,139 7,395 7,666 7,952 8,255 8,577 8,920 9,287 9,679 10,102 10,560 11,057 11,597 Restitutiewaarde ouderdomspensioen bij leeftijd x per 1 ouderdomspensioen In deze tabel is uitgegaan van pensioenleeftijd 67. Indien een andere pensioenleeftijd van toepassing is, geldt een andere tabel. De restitutiewaarde van het ouderdomspensioen is gelijk aan de aanspraak op ouderdomspensioen vermenigvuldigd met de afkoopvoet. Als voor een gewezen deelnemer op 42-jarige leeftijd 1.000,-- ouderdomspensioen wordt afgekocht, dat ingaat op de eerste dag van de maand waarin de 67 e verjaardag valt, wordt afgekocht, bedraagt de restitutiewaarde ( * 4,669). Gelijkblijvend partnerpensioen Afkoopvoet 1,387 1,428 1,470 1,512 1,555 1,598 1,641 1,685 1,730 1,774 1,819 1,864 1,910 1,957 2,005 2,054 2,103 Afkoopvoet 2,153 2,203 2,254 2,305 2,357 2,408 2,459 2,510 2,560 2,609 2,657 2,703 2,748 2,792 2,834 2,873 2,910 Afkoopvoet 2,945 2,977 3,006 3,032 3,055 3,073 3,086 3,095 3,098 3,094 3,083 3,066 3,041 3,006 2,963 2,900 Postbus

6 3% stijgend partnerpensioen * Afkoopvoet 1,921 1,978 2,034 2,091 2,148 2,204 2,261 2,318 2,374 2,431 2,487 2,543 2,600 2,658 2,717 2,777 2,837 Afkoopvoet 2,897 2,958 3,019 3,080 3,141 3,201 3,260 3,318 3,374 3,429 3,481 3,531 3,578 3,623 3,664 3,701 3,735 Afkoopvoet 3,765 3,792 3,815 3,832 3,846 3,853 3,854 3,849 3,836 3,815 3,785 3,747 3,699 3,640 3,572 3,478 Restitutiewaarde partnerpensioen bij leeftijd x per 1 partnerpensioen De restitutiewaarde van het (bijzonder) partnerpensioen is gelijk aan de aanspraak op partnerpensioen vermenigvuldigd met de afkoopvoet. Als voor de (gewezen) partner van een (gewezen) deelnemer op 42-jarige leeftijd van de (gewezen) deelnemer 1.000,-- gelijkblijvend partnerpensioen wordt afgekocht, bedraagt de restitutiewaarde ( 1000 * 2,510). Bij een na ingang 3% stijgend partnerpensioen bedraagt de restitutiewaarde ( 1000 * 3,318). 11. Afkoop klein uitgesteld wezenpensioen Indien gebruik maakt van het wettelijk recht om kleine pensioenaanspraken van een gewezen deelnemer af te kopen, wordt de restitutiewaarde vastgesteld door de pensioenaanspraak te vermenigvuldigen met de afkoopvoet behorende bij de leeftijd van de gewezen deelnemer op het moment dat de pensioenaanspraken worden afgekocht. Gelijkblijvend wezenpensioen met eindleeftijd uitkering 18 jaar Pensioenleeftijd 67 jaar Afkoopvoet 0,567 0,561 0,556 0,550 0,544 0,538 0,531 0,525 0,518 0,511 0,504 0,497 0,489 0,481 0,473 0,465 0,457 Afkoopvoet 0,448 0,439 0,430 0,420 0,411 0,401 0,391 0,380 0,369 0,358 0,347 0,335 0,324 0,311 0,299 0,286 0,273 Afkoopvoet 0,259 0,246 0,231 0,217 0,202 0,186 0,170 0,154 0,137 0,119 0,101 0,083 0,063 0,043 0,022 0,000 Restitutiewaarde wezenpensioen bij leeftijd x per 1 wezenpensioen In deze tabel is uitgegaan van een eindleeftijd van de uitkering van 18 jaar. Als er een andere eindleeftijd van toepassing is, geldt een andere tabel. De restitutiewaarde van het wezenpensioen is gelijk aan de aanspraak op wezenpensioen vermenigvuldigd met de afkoopvoet. Als een gewezen deelnemer op 42-jarige leeftijd 100 wezenpensioen afkoopt, bedraagt de restitutiewaarde 38 ( 100 * 0,380). Postbus

7 Gelijkblijvend wezenpensioen met eindleeftijd uitkering 21 jaar Pensioenleeftijd 67 jaar Afkoopvoet 0,861 0,852 0,844 0,835 0,826 0,816 0,807 0,797 0,787 0,776 0,765 0,754 0,743 0,731 0,719 0,706 0,693 Afkoopvoet 0,680 0,667 0,653 0,638 0,624 0,609 0,593 0,577 0,561 0,544 0,527 0,509 0,491 0,473 0,454 0,434 0,414 Afkoopvoet 0,394 0,373 0,351 0,329 0,306 0,283 0,258 0,234 0,208 0,181 0,154 0,126 0,096 0,065 0,033 0,000 Restitutiewaarde wezenpensioen bij leeftijd x per 1 wezenpensioen In deze tabel is uitgegaan van een eindleeftijd van de uitkering van 21 jaar. Als er een andere eindleeftijd van toepassing is, geldt een andere tabel. De restitutiewaarde van het wezenpensioen is gelijk aan de aanspraak op wezenpensioen vermenigvuldigd met de afkoopvoet. Als een gewezen deelnemer op 42-jarige leeftijd 100 wezenpensioen afkoopt, bedraagt de restitutiewaarde 57,70 ( 100 * 0,577). 12. Afkoop klein levenslang pensioen bij ingang van het pensioen Indien of een pensioengerechtigde gebruik maakt van het wettelijk recht om kleine pensioenrechten af te kopen, wordt de restitutiewaarde vastgesteld door het pensioenrecht te vermenigvuldigen met de afkoopvoet behorende bij de leeftijd van de pensioengerechtigde op het moment dat het pensioenrecht wordt afgekocht. Ingegaan gelijkblijvend levenslang pensioen Leeftijd Afkoopvoet 27,562 27,384 27,202 27,014 26,821 26,623 26,418 26,208 25,991 25,768 25,539 25,303 25,060 24,811 24,556 24,293 Leeftijd Afkoopvoet 24,023 23,746 23,463 23,171 22,873 22,568 22,255 21,935 21,609 21,276 20,937 20,590 20,238 19,878 19,512 19,139 Leeftijd Afkoopvoet 18,760 18,375 17,983 17,585 17,182 16,772 16,357 15,938 15,514 15,086 14,655 14,221 13,785 13,347 12,908 12,470 Leeftijd Afkoopvoet 12,033 11,597 11,164 10,730 10,301 9,875 9,454 9,040 8,631 8,231 7,839 7,452 7,075 6,704 6,345 5,998 Leeftijd Afkoopvoet 5,662 5,340 5,031 4,739 4,459 4,188 3,929 3,679 3,439 3,207 2,992 2,796 2,614 2,451 2,301 2,167 Restitutiewaarde ingegaan pensioen bij leeftijd x per 1 ingegaan pensioen De restitutiewaarde van het pensioen is gelijk aan het recht op pensioen vermenigvuldigd met de afkoopvoet. Postbus

8 Ingegaan 3% stijgend levenslang pensioen Leeftijd Afkoopvoet 58,879 57,915 56,953 55,991 55,029 54,068 53,106 52,144 51,182 50,220 49,259 48,298 47,338 46,378 45,420 44,463 Leeftijd Afkoopvoet 43,507 42,553 41,600 40,650 39,701 38,756 37,813 36,874 35,939 35,008 34,083 33,162 32,247 31,337 30,432 29,534 Leeftijd Afkoopvoet 28,642 27,757 26,879 26,007 25,142 24,287 23,439 22,601 21,773 20,954 20,148 19,353 18,570 17,800 17,044 16,305 Leeftijd Afkoopvoet 15,581 14,873 14,181 13,502 12,842 12,199 11,575 10,970 10,384 9,818 9,272 8,744 8,235 7,743 7,273 6,824 Leeftijd Afkoopvoet 6,397 5,991 5,607 5,248 4,907 4,582 4,273 3,980 3,699 3,433 3,188 2,966 2,761 2,580 2,413 2,265 Als voor een pensioengerechtigde op 67-jarige leeftijd 100 gelijkblijvend levenslang pensioen afkoopt, bedraagt de restitutiewaarde 1.159,70 ( 1000 * 11,597). 13. Afwijkende pensioenleeftijden en combinaties van mogelijkheden Als de pensioenleeftijd genoemd in het pensioenreglement afwijkt van 67, wordt allereerst de factor voor vervroegen berekend overeenkomstig het bepaalde in het onderdeel vervroegen van de pensioendatum van ouderdomspensioen. Vervolgens wordt de factor voor uitstellen berekend overeenkomstig het bepaalde in het onderdeel uitstellen van de pensioendatum van ouderdomspensioen. De hierboven genoemde mogelijkheden kunnen gecombineerd worden. Bij combinaties van vervroegen of uitstellen, uitruilen en variatie in de hoogte van ouderdomspensioen wordt eerst vervroegd of uitgesteld met de betreffende factoren en vervolgens uitgeruild met de genoemde uitruilvoeten en ten slotte wordt een eventuele variatieconstructie toegepast. Naast de verschillende combinaties kan ook de gewenste pensioendatum verschillen van de in deze bijlage opgenomen gegevens. Ook de verhouding hoog/laag of laag/hoog en de duur van deze variatie kunnen anders worden gekozen dan in deze bijlage weergegeven. Niet al deze combinaties kunnen worden opgenomen en worden berekend op basis van bovenstaande tabellen. U kunt hiervoor een offerte opvragen bij uw relatiebeheerder. Postbus