Natuur.focus. Paddenstoelen in Vlaams-Brabant. Moerasnachtvlinders in de Kleine Netevallei. Beheer voor de Kamsalamander

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Natuur.focus. Paddenstoelen in Vlaams-Brabant. Moerasnachtvlinders in de Kleine Netevallei. Beheer voor de Kamsalamander"

Transcriptie

1 Natuur.focus Afgiftekantoor Antwerpen X P Toelating gesloten verpakking Retouradres: Natuurpunt, Coxiestraat 11, 2800 Mechelen Vlaams Driemaandelijks tijdschrift over natuurstudie & -beheer MAART 2012 jaargang 11 nummer 1 Verschijnt in MAART, JUNI, SEPTEMBER EN DECEMBER Beheer voor de Kamsalamander Moerasnachtvlinders in de Kleine Netevallei Paddenstoelen in Vlaams-Brabant

2 Paddenstoelendiversiteit in Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Cijfers en trends Roosmarijn Steeman & Wim Veraghtert In vergelijking met de verspreiding van hogere planten is die van paddenstoelen slecht gekend. Op 14 oktober 2011 werd de Paddenstoelenatlas van Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorgesteld. Meer dan dertig jaar paddenstoelenonderzoek, ondersteund door de Provincie en Leefmilieu Brussel - BIM, resulteerde in waarnemingen. We lichten in dit artikel de opvallendste cijfers en trends toe. De Populierenleemhoed Agrocybe cylindraceae (in het Hooibos, Goetsenhoven), een opruimer van dood hout, is spectaculair toegenomen sinds (foto: Jules Robijns) Natuur.focus maart

3 Paddenstoelen: een zeer diverse en moeilijk te identificeren groep Over soortendiversiteit van paddenstoelen lopen de schattingen uiteen. Recent werd het reële aantal soorten fungi op aarde op 5,1 miljoen geschat (in plaats van de eerder aangenomen 1,5 miljoen) (Blackwell 2011). Hiervan zijn momenteel slechts een tal soorten bekend. Terwijl van de geschatte plantensoorten er op naam werden gebracht (IUCN NL). Vlaanderen kent ondanks de kleine oppervlakte een behoorlijk rijke en gevarieerde flora, waaronder vaatplanten (Van Landuyt et al. 2006). De mycoflora in Vlaanderen overschrijdt de kaap van soorten (zie o.m. Walleyn & Vandeven 2006, Peeters et al. 2003). Onder paddenstoelen verstaan we in dit artikel macroscopisch waarneembare vruchtlichamen van zwammen of macrofungi. Deze grote en diverse groep wordt nog eens opgedeeld in twee grote groepen: basidiomyceten of steeltjeszwammen en ascomyceten of zakjeszwammen (Box 1). Hoewel slijmzwammen of myxomycota in feite geen zwammen zijn, worden ze doorgaans toch door mycologen bestudeerd. Vandaar dat ze ook werden opgenomen in de atlas. In het merendeel van de terrestrische habitats spelen paddenstoelen een sleutelrol (Courty et al. 2010, Boddy & Watkinson 1995). De belangrijkste functies zijn opruimen van dood organisch materiaal en het aangaan van een mutualisme met bomen op voedselarme bodem. Maar ook als parasieten leveren fungi een bijdrage aan evenwichtige ecosystemen (Box 2). Desondanks blijven fungi een slecht gekende groep (Molina et al. 2011). Ondanks de complexiteit van het op naam brengen van paddenstoelen, blijkt het bestuderen ervan internationaal vooral een bezigheid van vrijwilligers te zijn (Lovell et al. 2009). Dat is in Vlaanderen niet anders: aan deze verspreidingsatlas ( ) werkten niet minder dan 315 verschillende waarnemers mee. Een hele prestatie als je weet dat paddenstoelen om diverse redenen bekend staan als een weinig toegankelijke groep (Steeman & Veraghtert 2011). De combinatie van een soms zeer beperkte oppervlaktebehoefte, het slechts sporadisch verschijnen van vruchtlichamen, de lastige herkenbaarheid en taxonomische instabiliteit vormen hindernissen die de opmaak van een volledige inventaris in de weg staan (Halme & Kotiaho 2012, Unterseher et al. 2011). Hoewel deze atlas dus geen volledigheid nastreeft, bevat hij toch een indrukwekkende hoeveelheid nieuwe informatie. De manier van inventariseren In kader van het atlasproject werden excursies ingericht waarbij per gebied en per uurhok (4 km x 4 km) een soortenlijst werd gemaakt. Deze soortenlijsten werden aanvankelijk ingevoerd in de databank van de Vlaamse mycologen (FUNBEL) of in de projectendatabank van Natuurpunt Studie. Maar sinds de start van worden steeds meer gegevens door individuele waarnemers als puntwaarneming Box 1. Fungi - Zwammen Basidiomyceten of steeltjeszwammen Deze groep van zwammen wordt gekenmerkt door knotsvormige voortplantingsorganen (basidiën) waarop meestal vier steeltjes groeien, waaruit meestal vier sporen worden gevormd. De basidiën zitten op een kiemvlies dat afhankelijk van de groep op een glad, geribbeld of geplooid vlak, of in een eerst volledig gesloten bol, of op lamellen, ribben of stekels of op de wand van buisjes zit. Tot deze groep behoren de plaatjeszwammen (Agaricales), boleten (Boletales), plaatjesloze vlieszwammen (Aphyllophorales), Judasoren en verwanten (Heterobasidiomyceten), buikzwammen (Gasteromyceten), roesten (Uredinales) en branden (Ustilaginales). Roesten en branden, parasieten van hogere planten Deze twee groepen werden tot nu toe nog maar weinig bekeken. De soortenrijkdom, hun verspreiding en ecologie zijn slechts door weinig mycologen bestudeerd en dus zeer onvolledig gekend. Roestzwammen maken in de meeste gevallen gebruik van twee verschillende waardplanten, waarop ze twee verschillende soorten sporen produceren. Een opvallende roestzwam is Braamroest Kuehneola uredinis, waarbij uitzonderlijk de hele cyclus doorgaat op Braam Rubus fructucosus s.l. of Framboos R. idaeus. In juli en augustus worden opvallende bleekgele tot goudgele plekken op de bladeren gevormd. Brandzwammen hebben een gereduceerde cyclus en maken slechts gebruik van één gastheer. Maïsbrand Ustilago maydis veroorzaakt grote (tot 15 cm) opgezwollen witachtige gallen op maïskolven. Als je zo een gal doorsnijdt, blijkt die te bestaan uit een vrij stevig wit schimmelweefsel. De gal is in dit stadium eetbaar en vormt in Midden-Amerika een geliefde delicatesse die op grote schaal wordt verhandeld, zowel vers als ingemaakt of in blik. In de nazomer vormen zich in en op de gallen zwarte massa s van de brandsporen. Ascomyceten of zakjeszwammen Deze groep van zwammen is macroscopisch zeer divers van vorm, maar op microscopisch niveau wordt ze gekenmerkt door zakvormige voortplantingsorganen, waarin meestal acht sporen worden gevormd. Bij rijpheid worden deze door een opening aan de top weggekatapulteerd. Deuteromyceten De deuteromyceten vormen een heterogene groep van anamorfe (aseksuele of imperfecte) schimmels, waarbij sporulatie kan voorkomen op aparte zwamdraden of samengestelde vruchtlichamen. Het gemeenschappelijke kenmerk van deze groep is het ontbreken van een teleomorf (seksueel of perfect) stadium. Er bestaan meer dan geslachten met minstens soorten. Deuteromyceten zijn alomtegenwoordig en nemen de meest ondenkbare ecologische niches in. Ze worden veelvuldig gebruikt in verschillende productieprocessen (bv. van sommige kazen). In de atlas worden alleen vijftien opvallende soorten behandeld die in de natuur te vinden zijn en zonder microscoop op naam kunnen worden gebracht. Myxomyceten of slijmzwammen Slijmzwammen zijn geen echte zwammen, in het stadium waarbij ze voedsel opnemen gelijken ze op dierlijke eencelligen. Wanneer de voedselopname beëindigd is, verplaatsen ze zich niet meer en vormen sporendragende vruchtlichamen. In dit stadium lijken ze op zwammen. Ze werden dan ook lang in het rijk van de fungi ondergebracht. Nu worden ze naar het rijk van de amoebozoa verwezen. Of dit hun definitieve plaats is in de systematiek van de levende wezens zal de toekomst uitwijzen. Een opvallende en veelvoorkomende slijmzwam is Heksenboter Fuligo septica, een soort die voorkomt op dood hout en compost. 22 maart 2012 Natuur.focus

4 De Eikenboleet Leccinum quercinum, een symbiont van eik en populier in schrale dreven en parken, vertoont een neerwaartse trend. (foto: Peter Verstraeten). ingevoerd. Bij de start van het project werden de lokale werkgroepen zoveel mogelijk gestimuleerd om nieuwe gebieden uit te kammen. Op basis van het aantal waargenomen soorten per uurhok werden excursiegebieden geselecteerd. Het doel was om in alle hokken meer dan 150 soorten te noteren. Figuur 1. Verspreiding van Gewone zwavelkop in Vlaams-Brabant voor 2000 (grijs vierkantje) en sinds 2000 (groen bolletje). (Steeman et al. 2011) Voor het bepalen van de soortendiversiteit werd de som van het aantal waargenomen soorten per uurhok gehanteerd. In de provincie Vlaams-Brabant en het Brussels Gewest samen werden gegevens verzameld voor 187 uurhokken. Het bepalen van de zeldzaamheid van een soort gebeurde als volgt. Op basis van de gegevens van de meest verspreid waargenomen soort werden de zeldzaamheidsklassen afgebakend volgens de categorieën van Van der Maarel (1971). De meest verspreid waargenomen soort, de Gewone zwavelkop Hypholoma fasciculare, werd in de atlasperiode in 182 van deze uurhokken Tabel 1. Aantal uurhokken in Vlaams-Brabant per zeldzaamheidsklasse. Zeldzaamheid Symbool genoteerd (Figuur 1). Tussen 2000 en 2009 werd deze soort slechts in 165 hokken waargenomen. Voor het afbakenen van de zeldzaamheidsklassen werd 165 dus als bovengrenswaarde (in plaats van 187) genomen en gelijkgesteld aan 100%. De zeldzaamheidsklassen zien er dan uit zoals in Tabel 1 wordt voorgesteld. Voor de trendberekening werd het jaar 2000 als scharnierjaar genomen. Voor 2000 werd naar paddenstoelen gekeken in 139 uurhokken (487 kwartierhokken, 1 km x 1 km) en werden waarnemingen verzameld. In de periode van 2000 tot 2009 werden in 183 uurhokken (1.062 kwartierhokken) waarnemingen opgetekend. Het is duidelijk dat de waarnemingsinspanning na 2000 is toegenomen. Dit manifesteert zich ook ruimtelijk, in een toename van het aantal onderzochte hokken. We kozen ervoor om gebruik te maken van de hele dataset en een trendanalyse uit te voeren op basis van mel- Bovengrenswaarde in percent (%) Uurhokken Vlaams- Brabant Zeer zeldzaam ZZZ 0,6 1-2 Zeldzaam ZZ Vrij zeldzaam Z Matig algemeen MA Vrij algemeen VA Algemeen A Zeer algemeen ZA Natuur.focus maart

5 dingspercentages. Deze methode houdt rekening met de toegenomen zoekintensiteit en de afname van vruchtlichamen. Het aantal vruchtlichamen werd in de meeste gevallen niet genoteerd door de waarnemers, maar het aantal meldingen van een soort per jaar geeft een goede indicatie van de mate van vruchtvorming van een soort in dat jaar. Meldingspercentages geven het aantal meldingen van de soort (één melding per kilometerhok per jaar) weer, gedeeld door het aantal meldingen van alle soorten per onderzochte periode. De trend is dan gelijk aan het meldingspercentage in periode 2 gedeeld door het meldingspercentage in periode 1. Als het bekomen cijfer groter is dan één dan blijkt dat de soort recent relatief meer gemeld werd. We gaan ervan uit dat dit overeenkomt met een werkelijke toename. Is het getal kleiner dan één dan denken we dat de soort afneemt. Het feit dat het meldingspercentage van een soort niet onafhankelijk is van de andere soorten (de som van alle soorten samen is immers 100%) blijkt in de praktijk van ondergeschikt belang. De lijst blijft groeien De waargenomen diversiteit aan fungi is enorm. In totaal werden sinds soorten fungi waargenomen in de provincie Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het gaat om macrofungi, maar ook om roestzwammen, brandzwammen, meeldauwen en enkele deuteromyceten. Tellen we de 114 soorten myxomyceten hierbij, dan komen we aan soorten. Voor de provincie Vlaams-Brabant komen we in totaal aan fungi. In het Brussels Gewest werden in dezelfde periode soorten waargenomen, inclusief myxomyceten geeft dit soorten. 25 soorten uit het atlasgebied werden alleen in het Brussels Gewest waargenomen. Figuur 2 geeft de cumulatieve toename van het aantal waargenomen soorten voor het atlasgebied weer doorheen de tijd (inclusief myxomyceten). Hier blijkt dat het aantal nieuwe Box 2 Saprofyten of opruimers leven van dood organisch materiaal dat ze afbreken en omzetten in mineralen die opnieuw door planten kunnen opgenomen worden. Voorbeelden van opvallende vertegenwoordigers van de verschillende groepen zijn Gewoon elfenbankje Trametes versicolor (Sh), Parelhoenchampignon Agaricus moelleri (St), Pitrusfranjekelkje Lachnum apalum (Sk) en Korrelige mestinktzwam Coprinus cordisporus (Sc). Mycorrhizasymbionten zijn paddenstoelen die samenleven met hogere planten, waarbij beide voordeel hebben. De meeste mycorrhizavormende paddenstoelen leven samen met wortels van bomen en worden ook wel boombegeleiders genoemd. Tussen de zwam en de boom heeft een uitwisseling van suikers (van plant naar zwam) en van water en mineralen (van zwam naar plant) plaats. Op voedselarme bodems zijn mycorrhizasymbionten van vitaal belang voor bomen. De Vliegenzwam Amanita muscaria is de bekendste mycorrhizasymbiont, maar ook Gele aardappelbovist Scleroderma citrinum en Kastanjeboleet Xerocomus badius zijn zeer algemene, bij het grote publiek bekende soorten. Parasieten leveren ook een bijdrage aan het ecosysteem. De meeste parasieten vallen enkel verzwakte of gewonde organismen aan. Op die manier blijven de gezonde exemplaren over en wordt plaatsgemaakt voor verjonging. In de meeste gevallen zal de parasiet nadat de gastheer gedood is overstappen naar een saprofytische levenswijze om het substraat verder op te ruimen (necrotrofe parasieten). Voorbeelden hiervan zijn Echte tonderzwam Fomes fomentarius en Berkenzwam Piptoporus betulinus. Een beperkt aantal soorten zorgt alleen voor het doden van de gastheer, dat zijn de biotrofe parasieten. Een voorbeeld hiervan is de Zwarte truffelknotszwam Elaphocordyceps ophioglossoides, een parasiet op hertentruffels Elaphomyces spec. Figuur 2. Cumulatieve toename van aantal waargenomen soorten in het atlasgebied. soorten dat in het atlasgebied wordt gevonden gestaag toeneemt. De lichte afvlakkingen in de curve worden veroorzaakt door een jaar met slecht weer voor paddenstoelen of een jaar waarin minder excursies plaatsvonden. Wanneer de meeste soorten gevonden zijn, zal de curve afplatten. Wel lijkt het jaarlijkse aantal nieuwe soorten voor het atlasgebied sinds 2000 af te nemen. Voor 2000 werden jaarlijks gemiddeld 104 nieuwe soorten waargenomen, terwijl dit gemiddelde aantal sinds 2000 zakte tot 43. Een analyse van een dataset van paddenstoelwaarnemingen in Mecklenburg-Voor- Pommeren (Duitsland) resulteerde in een gelijkaardige grafiek (Unterseher et al. in druk). Meer dan de helft van de soorten is zeldzaam Figuur 3 groepeert de paddenstoelen van het atlasgebied volgens de frequentieklassen. Hieruit blijkt dat meer dan de helft (66%) van de soorten vrij zeldzaam tot zeer zeldzaam is. Slechts 6% van de soorten is zeer algemeen. Anderzijds is het een algemeen patroon dat bij grote soortengroepen een belangrijk aandeel van de soorten effectief zeldzaam is. Onderzoek naar macrofungi in Zweden (Hallingbäck & Aronsson 1998) toonde aan dat zowat de helft van de beschouwde soorten de status (zeer) zeldzaam toebedeeld krijgt. Voor andere Europese landen ontbreken dergelijke analyses, op een enkele regionale studie na (Unterseher et al. 2011, Taylor 2002), maar er is geen reden om aan te nemen dat die verhouding fundamenteel verschilt. Verhouding van de ecologische groepen Figuur 4 geeft de procentuele verdeling van de waargenomen soorten over zeven ecologische groepen, waarbij de soorten die niet eenduidig tot een bepaalde groep behoren, werden gerekend tot de categorie waarin ze het meest worden waargenomen in het atlasgebied. 24 maart 2012 Natuur.focus

6 voor 2000 meer verspreid werden waargenomen dan na 2000 zijn onomstotelijk afgenomen. Anderzijds zijn soorten die na 2000 talrijker zijn waargenomen niet noodzakelijk vooruitgegaan. Naast de toegenomen zoekinspanning (waarvoor gecorrigeerd wordt) zijn er nog twee elementen die in rekening gebracht worden bij de interpretatie van trends: de soort moet voorkomen in gebieden en habitats die vroeger ook al bezocht werden en ze moet voldoende herkenbaar zijn. Van de beschouwde soorten kent minder dan de helft (514 of 48%) een positieve trend. Rekening houdend met de twee bijkomende criteria is dat getal wellicht nog te hoog. Wel tekenen een aantal algemene tendensen zich duidelijk af. Figuur 3. Overzicht van de verdeling van de soorten over de zeldzaamheidsklassen. Het merendeel van de soorten (65%) in het atlasgebied zijn saprofyten. Deze groep kan opgedeeld worden in terrestrische saprofyten (St, 31%), houtsaprofyten (Sh, 28%), saprofyten op kruidachtige plantendelen (Sk, 4%) en mestbewonende saprofyten (Sc, 2%). In het rijk beboste atlasgebied komen de mycorrhizasymbionten op de tweede plaats (Em, 29%), gevolgd door de parasieten (P, 4%) en een klein aantal mosgeassocieerde soorten (Am, 2%). Trendanalyse Voor soorten waren voldoende (meer dan 10) waarnemingen beschikbaar om een trend te berekenen. Soorten die Figuur 4. Verhouding van de verschillende ecologische groepen binnen het atlasgebied. Figuur 5. Aandeel (in %) van de ecologische groepen dat vooruit- en achteruitgaat. De Gewone hanenkam Cantharellus cibarius, een culinair geliefde soort, gaat achteruit door aanrijking van de bodem, net als de meeste symbionten van voedselarme bodem. (foto: Roosmarijn Steeman) Soorten met een positieve trend Het merendeel van de soorten die erop vooruitgaan behoren tot de groep van de saprofyten (S), parasieten (P) en mosgeassocieerde soorten (Am) (Figuur 5). Het zijn voornamelijk de terrestrische saprofyten (St) en de houtsaprofyten (Sh) die vooruitgang boeken. De sterkst toegenomen soort is het Bundelmosklokje Galerina marginata, dat voor 2000 slechts één keer werd waargenomen in de provincie en sinds 2000 wel 79 keer werd opgetekend. Ook op Vlaams niveau en in Nederland blijkt deze soort erop vooruit te gaan door de toename van de hoeveelheid dood hout dat blijft liggen in bossen. De Roodplaathoutzwam Daedaleopsis tricolor is een soort die de jongste jaren overal tevoorschijn komt, terwijl ze vroeger enkel in het zuiden van ons land te zien was. Voor 2000 werd deze soort één keer waargenomen en sinds 2000 werd ze 53 keer opgemerkt. Ook het Beukenkorrelkopje Phleogena faginea (één waarneming voor 2000, 44 waarnemingen sinds 2000), de Populierleemhoed agrocybe cylindracea (één waarneming voor 2000, 32 waarnemingen sinds 2000) en de Roodgerande houtzwam Fomitopsis pinicola (drie waarneming voor 2000, 64 waarnemingen sinds 2000) zijn goed herkenbare soorten die opvallend meer voorkomen. Als oorzaak van de toename van deze soorten wordt enerzijds aangehaald dat er meer dood hout blijft liggen. Zo stelt de beheervisie van het Agentschap voor Natuur en Bos, die toegepast wordt op openbare bossen, Natuur.focus maart

7 De Roodplaathoutzwam Daedaleopsis tricolor heeft zich in een mum van tijd weten te verspreiden in Vlaanderen, daarbij geholpen door de toename van dood hout in onze bossen. (foto: Jules Robijns) een richtcijfer voorop van 4% dood hout op het totale volume van een bosbestand (Afdeling Bos en Groen 2001). Maar anderzijds wordt voor een aantal soorten ook verwezen naar Figuur 6. Meldingspercentages van de Gezoneerde stekelzwam. Figuur 7. Meldingspercentages van de Roodschubbige gordijnzwam. klimaatopwarming. De spectaculaire toename van het Plooivlieswaaiertje Plicatura crispa (38 waarnemingen voor 2000, 433 waarnemingen sinds 2000) is volgens het Nederlandse Natuurcompendium alvast een gevolg van het warmer worden van de zomers in de laatste decennia (CBS, PBL, Wageningen UR 2010). Het is algemeen bekend dat symbionten een bijzonder kwetsbare groep onder de fungi vormen (Arnolds 1991). Het is dan ook opvallend dat een aantal stekelzwammen uit de genera Sarcodon en Hydnellum het sinds 2000 terug goed doen in Vlaanderen. Dit is waarschijnlijk een gevolg van het afnemen van de verzurende depositie (Veraghtert & Walleyn 2008). Een mooi voorbeeld is de Gezoneerde stekelzwam Hydnellum concrescens, die een stijgende trend vertoont sinds 2000 (Figuur 6). Ook het Nederlandse paddenstoelenmeetnet (Arnolds et al. 2011) stelt een matige toename van deze soort vast in de periode De Roodschubbige gordijnzwam Cortinarius bolaris had net zoals in Nederland (waar ze 2000 tot het bolarisjaar doopten) een piekmoment in het atlasgebied in 2000 (Figuur 7). Deze soort leeft in symbiose met Beuk en eik op droge voedselarme zand- of leembodems. De Roodschubbige gordijnzwam maakt duidelijk een comeback, maar staat ook bekend als een soort die onregelmatig verschijnt. De Nederlandse trend is onzeker. Soorten met een negatieve trend Het merendeel van de soorten (559) gaat volgens de trendanalyse achteruit. Saprofyten nemen het grootste deel in van de soorten die achteruitgaan, want zij zijn ook het talrijkst in de meeste biotopen en in het atlasgebied (Figuur 4). De enige ecologische groep waarvan meer soorten achteruit- dan vooruitgaan zijn de symbionten. Dit stemt overeen met de 26 maart 2012 Natuur.focus

8 Het Beukenkorrelkopje Phleogena faginea, een indicatorsoort voor groot dood hout in beukenbossen, neemt sterk toe en wordt tegenwoordig ook gevonden op populieren. (foto: Jules Robijns) voorlopige Vlaamse Rode Lijst voor paddenstoelen, waarin in verhouding meer symbionten werden opgenomen. Ectomycorrhizapaddenstoelen ondervinden de grootste bedreiging door habitatverlies, overbetreding en aanrijking met nutriënten (Walleyn & Verbeken 1999). Deze achteruitgang is niet alleen een Vlaams verschijnsel maar blijkt ook in Nederland en grote delen van Europa plaats te hebben (Arnolds et al. 2011). Algemeen wordt verondersteld dat deze achteruitgang samenhangt met de achteruitgang in vitaliteit van de bossen en dat directe en indirecte effecten van luchtverontreiniging daarbij een belangrijke rol spelen (Kuyper et al. 1990). Ondanks een afname van de verzurende en vermestende depositie blijft een herstel van de meeste symbionten uit (CBS, PBL, Wageningen UR 2011). Bij de soorten met een dalende trend zitten ook vijf brandplekpaddenstoelen, een in West-Europa sterk bedreigde ecologische groep (Arnolds et al. 2008). Er zijn een aantal opvallende en goed herkenbare soorten die Figuur 8. Meldingspercentages per jaar van de Gewone hanenkam. Het Karmijnrood netwatje Arcyria denudata, een opvallend gekleurde slijmzwam, is maar een paar millimeter groot en wordt wellicht vaak over het hoofd gezien. (foto: Jos Van Roy) volgens de trendanalyse achteruitgaan. Een zeldzame symbiont zoals de Jodoformboleet Boletus depilatus werd sinds 2000 nog maar enkele keren waargenomen. Ook de Goudporieboleet Boletus impolitus, de Gladstelige heksenboleet Boletus queletii en de Pronksteelboleet Boletus calopus werden op minder locaties waargenomen sinds De meerderheid (75%) van de mycorrhizasymbionten van voedselarme bodems kent zoals verwacht een neerwaartse trend: voorbeelden zijn Trechtercantharel Cantharellus tubaeformis, Schaapje Lactarius vellereus, Oranje berkenboleet Leccinum versipellle, Eikenboleet Leccinum quercinum, Honingrussula Russula melliolens en Bittere boleet Tylopilus felleus. Ook de Gewone hanenkam Cantharellus cibarius vertoont zoals de meeste soorten van voedselarme zandbodems een dalende trend. Deze lekkernij vertoont op de curve van de meldingspercentages een piekmoment in Wellicht werd de Gewone hanenkam voor 1980 nog veel vaker gemeld, af te leiden uit de verhalen over de grote hoeveelheden cantharellen die vroeger te vinden waren. Betrouwbaarheid van de trends Bij 11% van de soorten wordt in de atlas vermeld: Wellicht algemener dan de waarnemingen aangeven. Dit kan wellicht van nog meer soorten worden gezegd. Bijna alle roestzwammen en meeldauwen zijn algemener dan de waarnemingen aangeven omdat er nauwelijks belangstelling voor is. Door een toenemende interesse voor korstzwammen werd een groot aantal soorten pas voor de eerste keer waargenomen na Aan ascomyceten werd voor 2000 meer aandacht geschonken in Vlaams-Brabant, waardoor de meeste soorten uit deze groep een negatieve trend vertonen. Korstzwammen en ascomyceten kunnen vaak enkel aan de hand Natuur.focus maart

9 van microscopische kenmerken op naam gebracht worden, waardoor determinatie beperkt blijft tot specialisten. Het lage minimumaantal waarnemingen bij de trendberekening zorgt ervoor dat de interpretatie van trends van schaarse soorten voorzichtig moet gebeuren. De gerichte zoektocht naar indicatorsoorten voor schrale graslanden levert in feite pas sinds 2004 een beduidende gegevensreeks. De positieve trends die uit de atlasgegevens volgen zijn een gevolg van de toegenomen zoekinspanning, veroorzaakt door een nieuwe vrijwilligersdynamiek die uit dit atlasproject voortvloeide (zie o.m. Steeman et al. 2005). De Gewone zwavelkop Hypholoma fasciculare, een opruimer van dood hout, is de meest waargenomen soort in het atlasgebied. (foto: Eric Malfait) Besluit Jaarlijks worden in Vlaanderen nog nieuwe soorten paddenstoelen gevonden. Dat is niet anders voor de provincie Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ondanks deze grondige en langlopende studie. Het onderzoek naar paddenstoelen is met deze atlas dus niet afgerond. Meer dan de helft van de soorten werden voor de atlasregio in de categorieën zeer zeldzaam tot vrij zeldzaam ondergebracht. Naast het feit dat dit een algemene patroon is bij grote soortengroepen (Hallingbäck & Aronsson 1998) kan dit ook verklaard worden door het feit dat er bij paddenstoelwaarnemers in het algemeen een groot aantal generalisten en een klein aantal specialisten zijn. Door de grote diversiteit en complexiteit in de groep van de fungi werd en wordt een groot aantal soorten door de meerderheid van de inventariseerders niet herkend. Zo worden die soorten dus onterecht als zeldzaam beschouwd. Door dit atlasproject werd meer verspreid naar paddenstoelen gekeken en werden ook voordien slecht onderzochte en kwetsbare biotopen zoals heischrale graslanden en broekbossen onderzocht. Hierdoor zijn de trends van de soorten uit deze biotopen wat misleidend. Het merendeel van de soorten uit broekbossen en heischrale graslanden vertoont enkel een vooruitgang omdat deze biotopen voor 2000 nauwelijks aandacht kregen. Om deze dataset meer bruikbaar te maken, kan naar voorbeeld van het Nederlandse meetnetwerk voor bossen op zandbodems een meetnetwerk voor schrale graslanden worden opgezet in de provincie. Er zijn genoeg indicatorsoorten die gemakkelijk in het veld te herkennen zijn en zich er dus toe lenen om door vrijwilligers opgevolgd te worden. En het vrijwilligersnetwerk is er klaar voor. Ook dreven en broekbossen waaruit prioritaire soorten bekend zijn, kunnen opgenomen worden in een meetnetwerk. Voor een aantal paddenstoelgroepen werd in 2000 een eerste voorlopige Rode Lijst gepubliceerd (Walleyn & Verbeken 1999). Elf jaar later kan deze Rode Lijst zeker aangepast worden door de verhoogde inventarisatiegraad en verbeterde taxonomische kennis. Een uitbreiding van deze Rode Lijst voor andere genera is wenselijk. Voor het opmaken van De Standaardlijst voor Basidiomycota en Myxomycota van Vlaanderen en het Brussels Gewest (Walleyn & Vandeven 2006) gebeurde al een groot deel van het werk. Ook in het kader van de atlas werd voorbereidend werk verricht voor een uitbreiding van de Rode Lijst. Een atlasproject op Vlaamse schaal, waarbij in heel Vlaanderen meer verspreid en in alle biotopen wordt gekeken, kan een aanzet vormen voor een volledige Vlaamse Rode Lijst. Net zoals in Nederland zou deze Rode Lijst met regelmaat mogen aangepast worden, omdat fungi snel reageren op milieuveranderingen (Keizer 2003). Uiteindelijk moeten we als het over soortbescherming gaat ook kijken naar de relevantie buiten Vlaanderen en zelfs België. De European Council for Conservation of Fungi (ECCF) ijvert voor een Europese bescherming van enkele sterk bedreigde soorten. Alleen op deze manier kunnen paddenstoelen de wettelijke bescherming krijgen die ze verdienen. Van de 33 bedreigde soorten die voorgesteld werden ter opname van de conventie van Bern (Walleyn & Vandeven 2003) komen er slechts twee voor in Vlaams-Brabant: de Pruikzwam Hericum erinaceus (drie recente locaties) en de Goudplaatzwam Xerocomus pelletieri (vier recente locaties). 28 maart 2012 Natuur.focus

10 Summary: Steeman R. & Veraghtert W Mushroom diversity in Flemish Brabant and the Brussels Capital Region. Natuur. focus 12(1): [in Dutch] In October 2011 the Atlas of mushrooms in Flemish Brabant and the Brussels Capital Region was presented. It contains more than 30 years of research of macrofungi, which resulted in observations of species. However, new species for the region are still found every year and the real species richness is probably a lot higher. We discuss why the ecology and distribution of fungi is badly known in comparison to higher plants. Of species for which a trend analysis was made, only 48% show a positive trend. The majority of the increasing species are saprophytic fungi. Changes in forest management lead to an increase of wood inhabiting fungi, which constitute 28% of the total species richness. On the other hand, ectomycorrhizal fungi (29% of the species found in the region) are mostly declining due to nutrient enrichment, loss of habitat and soil compaction caused by overrecreation. This project created new dynamics between volunteers. As a result of this survey a set of important localities for rare fungi could be determined. This project can contribute to a new assessment of the status of macrofungi in Flanders, as the existing Red List needs to be updated urgently. AUTEURS: Roosmarijn Steeman en Wim Veraghtert zijn medewerkers van de dienst Studie van Natuurpunt. Wim Veraghtert werkt ook deeltijds als lesgever bij Natuurpunt Educatie. CONTACT: Roosmarijn Steeman, Natuurpunt Studie, Coxiestraat 11, 2800 Mechelen roosmarijn.steeman@natuurpunt.be Referenties Afdeling Bos en Groen Beheerdivisie voor openbare bossen. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Brussel. Arnolds E Decline of ectomycorrhizal fungi in Europe. Agriculture, Ecosystems & Environment 35 (2-3): Arnolds E., Boomsluiter M. & Calijn P , een jubeljaar? Nieuwsbrief Paddenstoelenmeetnet Coolia 54(4): Arnolds E., Bremer P. & Chrispijn, R Paddenstoelen als indicatoren van vermesting en verzuring in Overijssel. Coolia 54(1): Arnolds E. & Veerkamp M Basisrapport Rode Lijst Paddenstoelen. Nederlandse Mycologische Vereniging, Utrecht. Boddy L. & Watkinson S.C Wood decomposition, higher fungi and their role in nutrient redistribution. Canadian Journal of Botany 73(1): CBS, PBL, Wageningen UR (2011). Bospaddenstoelen en vermesting en verzuring, (indicator 1390, versie 07, 1 november 2011): nl/indicatoren/nl1390-aantalsontwikkeling-van-bospaddestoelen.html?i=2-76 CBS, PBL, Wageningen UR (2010). Plooivlieswaaiertje en klimaatverandering (indicator 1112, versie 04, 25 juni 2010): nl1112-plooivlieswaaiertje-en-klimaatverandering.html?i=9-55 Courty P.E., Buée M., Diedhiou A.G.,Frey-Klett P., Le Tacon F., Rineau F., Turpault M.-P., Uroz, S. & Garbaye J The role of ectomycorrhizal communities in forest ecosystem processes: New perspectives and emerging concepts. Soil biology and biochemistry 42: Hallingbäck T. & Aronsson G. (Ed) Ekologisk katalog över storsvampar och myxomyceter. (Macromycetes and myxomycetes of Swedens and their ecology). ArtDatabanken, SLU, Uppsala. Halme P. & Kotiaho J.S The importance of timing and number of surveys in fungal biodiversity research. Biodiversity and conservation 21(1): Keizer P.J Paddestoelvriendelijk natuurbeheer. KNNV, Utrecht. Kuyper Th. W., Termorshuizen A. J. & Boswijk W. P. T Ectomycorrhiza en de vitaliteit van het Nederlandse bos. Nederlands Bosbouw tijschrift 1990: Biologisch Station van de Landbouwuniversiteit, Wijster (Dr.) Lovell S., Hamer M., Slotow R. & Herbert D An assessment of the use of volunteers for terrestrial invertebrate biodiversity surveys. Biodiversity and conservation 18: Molina R., Horton T.R., Trappe J.M. & Marcot B.G Addressing uncertainty: how to conserve and manage rare and little-known fungi. Fungal Ecology 4: Peeters M., Franklin A., Van Goethem J., Franklin A. & Van Goethem J.L Biodiversity in Belgium. Royal Belgian Institute of Natural Sciences: Brussel. Steeman R., Asperges M., Buelens G., De Ceuster R., Declercq B., Kiszka A., Leysen R., Meuwis T., Monnens J., Robijns J., Van den Wijngaert M., Van Roy J., Veraghtert W. & Verstraeten P Paddenstoelen in Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: , Verspreiding en ecologie. Natuurpunt Studie, Mechelen. Steeman R., Lambrechts J. & Vervoort L Onverwacht waardevolle mycoflora in Oost-Brabantse graslanden: ontdekking van enkele nieuwe wasplatenweiden in BRAKONA-jaarboek 2004: Steeman R. & Veraghtert W Paddenstoelen: probleemgevallen voor het natuurbeheer? Natuur.focus 10(1): Taylor A.F.S Fungal diversity in ectomycorrhizal communities: sampling effort and species detection. Plant and Soil 244: Unterseher M., Westphal B., Amelang N. & Jansen F. (2011) 3,000 species and no end species richness and community pattern of woodland macrofungi in Mecklenburg-Western Pomerania, Germany. Mycological Progress. doi: /s Van der Maarel E Florastatistieken als bijdrage tot de evaluatie van natuurgebieden. Gorteria 5: Veraghtert W. & Walleyn R Terug van weggeweest...recent herstel van Sarcodon scabrosus en S. joeides in Vlaanderen? Sterbeeckia 28: Walleyn R. & Vandeven E Inventaris en status in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van de bedreigde paddestoelen voorgesteld ter opname in Bijlage 1 van de Conventie van Bern. IBW Geraardsbergen i.s.m. BIM. Rapport Walleyn R. & Vandeven E Standaardlijst van Basidiomycota en Myxomycota van Vlaanderen en het Brussels Gewest, INBO-Geraardsbergen. Walleyn,R. & Verbeken A Een gedocumenteerde Rode Lijst van enkele groepen paddestoelen (macrofungi) van Vlaanderen. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 7: Brussel. Onderzoekcentrum B-WARE, een spin-off bedrijf van de Radboud Universiteit Nijmegen, combineert toegepast en wetenschappelijk onderzoek naar de biogeochemische en ecologische processen die bepalend zijn voor het functioneren van (natte) ecosystemen. Cursussen natuur- en herstelbeheer 2012 Om kennisuitwisseling tussen onderzoek en beheer of beleid te stimuleren organiseert B-WARE cursussen op het gebied van natuur- en herstelbeheer. In 2012 worden de volgende cursussen gegeven: Ecologisch herstelbeheer: laagvenen, rivier- en beekdalen 19, 20, 25, 26 en 27 april 2012 Waterplanten en Waterkwaliteit 23, 24, 25, 30, 31 mei en 1 juni 2012 Stikstofdepositie en herstelbeheer in Natura 2000-gebieden 31 oktober, 1, 7 en 8 november 2012 Onderzoekcentrum B-WARE Radboud Universiteit Nijmegen Postbus GB Nijmegen T E info@b-ware.eu W Natuur.focus maart

Natuur.focus. Kansen voor de Sleedoornpage. Vossen als verbreiders van zaden. Educatie voor Duurzame Ontwikkeling. Studie

Natuur.focus. Kansen voor de Sleedoornpage. Vossen als verbreiders van zaden. Educatie voor Duurzame Ontwikkeling. Studie Natuur.focus Afgiftekantoor Antwerpen X P209602 Toelating gesloten verpakking Retouradres: Natuurpunt, Coxiestraat 11, 2800 Mechelen Vlaams Driemaandelijks tijdschrift over natuurstudie & -beheer maart

Nadere informatie

Paddenstoelen, waarzeggers van het bos

Paddenstoelen, waarzeggers van het bos Paddenstoelen, waarzeggers van het bos & Mirjam Veerkamp Nederlandse Mycologische Vereniging Informatie over: Functioneren van het bos Bodemeigenschappen Verzuring en vermesting Samenstelling boomlaag

Nadere informatie

Eikenprocessierups en klimaatverandering,

Eikenprocessierups en klimaatverandering, Indicator 31 januari 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Sinds de eerste waarneming van

Nadere informatie

Paddenstoelen, waarzeggers van het bos. Informatie over: Functies van paddenstoelen:

Paddenstoelen, waarzeggers van het bos. Informatie over: Functies van paddenstoelen: Paddenstoelen, Informatie over: waarzeggers van het bos Functioneren van het bos Bodemeigenschappen Verzuring en vermesting Samenstelling boomlaag Ouderdom bos en bomen Mycologische betekenis Wenselijk

Nadere informatie

Ecologische Atlas van paddenstoelen in Drenthe

Ecologische Atlas van paddenstoelen in Drenthe Ecologische Atlas van paddenstoelen in Drenthe Paddestoelen Werkgroep Drenthe Doelstelling en werkwijze Enkele resultaten, o.a. verspreidingspatronen van paddenstoelen en bodemtypen Paddenstoelen, planten

Nadere informatie

Biodiversiteit in Vlaanderen: de cijfers

Biodiversiteit in Vlaanderen: de cijfers Biodiversiteit in Vlaanderen: de cijfers Myriam Dumortier Natuurrapport www.natuurindicatoren.be www.nara.be www.inbo.be Haalt Vlaanderen de 2010-doelstelling? Biodiversiteit Verstoringen/bedreigingen

Nadere informatie

Paddenstoelvriendelijk beheer van lanen en parken

Paddenstoelvriendelijk beheer van lanen en parken Paddenstoelvriendelijk beheer van lanen en parken Erwin Derous Roosmarijn Steeman Natuurpunt Studie Paddenstoelvriendelijk beheer van lanen en parken Dreef van Horst - 466 soorten 33% symbionten - 48 RL-soorten

Nadere informatie

Eikenprocessierups en klimaatverandering,

Eikenprocessierups en klimaatverandering, Indicator 26 maart 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Sinds de eerste waarneming van

Nadere informatie

Rode Lijst Indicator van zoetwater- en landfauna,

Rode Lijst Indicator van zoetwater- en landfauna, Indicator 20 september 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De Rode Lijst Indicator (RLI)

Nadere informatie

Beheeradvies op basis van de waargenomen macrofungi in het Provinciaal domein Prinsenpark te Retie

Beheeradvies op basis van de waargenomen macrofungi in het Provinciaal domein Prinsenpark te Retie Beheeradvies op basis van de waargenomen macrofungi in het Provinciaal domein Prinsenpark te Retie Rapport Natuur.studie nummer 4 2009 Roosmarijn Steeman De natuur heeft je nodig. En vice versa. Beheeradvies

Nadere informatie

Flora van naaldbossen,

Flora van naaldbossen, Indicator 7 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de naaldbossen in Nederland

Nadere informatie

Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland

Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland Indicator 5 januari 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met

Nadere informatie

Hoofdlijnen Natuurrapport 2007

Hoofdlijnen Natuurrapport 2007 Hoofdlijnen Hoofdlijnen Natuurrapport 2007 Biodiversiteit Verstoringen/bedreigingen Duurzaam gebruik Hoofdlijnen Natuurrapport 2007 Biodiversiteit Verstoringen/bedreigingen Duurzaam gebruik Toestand plant-

Nadere informatie

5e NIBI conferentie voor vmbo en onderbouw havo/vwo

5e NIBI conferentie voor vmbo en onderbouw havo/vwo Sexy, verslavend, dansend in t bos: paddenstoelen, dus! 5e NIBI conferentie voor vmbo en onderbouw havo/vwo 1 juni 2018 Peter Klok Sexy, verslavend, dansend in t bos: paddenstoelen, dus! Rozetkussentjeszwam

Nadere informatie

Kevers van de Habitatrichtlijn,

Kevers van de Habitatrichtlijn, Indicator 19 juni 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het oorspronkelijke areaal van

Nadere informatie

PADDESTOELEN in het ZWINBOSJES-complex

PADDESTOELEN in het ZWINBOSJES-complex PADDESTOELEN in het ZWINBOSJES-complex 67516 Inleiding In dit vers~ag wordt een overzicht gegeven van de tot hiertoe aangetroffen paddestoelen in de Zwinbosjes. Het onderzoek startte in 1977 en loopt nog

Nadere informatie

2. Biomonitoring van paddenstoelen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

2. Biomonitoring van paddenstoelen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1. Inleiding In de strikte zin behoren de paddenstoelen niet tot het plantenrijk maar vormen zij een volwaardig afzonderlijk rijk. Doordat ze geen chlorofyl bezitten, zijn ze niet tot fotosynthese in staat

Nadere informatie

Schimmels. http://www.soortenbank.nl/soorten.php?menuentry=quiz&soortengroep=paddenstoelen

Schimmels. http://www.soortenbank.nl/soorten.php?menuentry=quiz&soortengroep=paddenstoelen Schimmels Waar zouden we zijn zonder de schimmel. Geen brood, bier, brie, champignons of penicilline. Ook ruimen ze planten- en dierenresten op (detritivoren). Jammer dat ze al aan planten en dieren beginnen

Nadere informatie

Resultaten paddenstoeltelling 2010

Resultaten paddenstoeltelling 2010 1 2 Resultaten paddenstoeltelling 2010 Natuurpunt organiseerde in 2010 voor de eerste keer een paddenstoelkijkweekend in Vlaanderen. Op 16 en 17 oktober wilden we iedereen de tuin in sturen om op zoek

Nadere informatie

hoofdstuk 5 overzicht van de nederlandse biodiversiteit 2004). Onderzoek aan microfungi wordt meestal uitgevoerd

hoofdstuk 5 overzicht van de nederlandse biodiversiteit 2004). Onderzoek aan microfungi wordt meestal uitgevoerd hoofdstuk 5 overzicht van de nederlandse biodiversiteit den ook als korstmossen beschouwd. De basidiomyceten worden onderverdeeld in drie subfyla: Agaricomycotina, Ustilagomycotina en Pucciniomycotina.

Nadere informatie

klimaatstad herfst Paddenstoelen klimaatstad

klimaatstad herfst Paddenstoelen klimaatstad herfst Paddenstoelen Schrijf hier je naam... Stad Gent Milieudienst Natuur- en Milieucentrum De Bourgoyen 2014 Driepikkelstraat 32 9030 Mariakerke ( 09 226 15 01 7 bourgoyen.educatie@gent.be geen gezwam...

Nadere informatie

Vlinders van de Habitatrichtlijn,

Vlinders van de Habitatrichtlijn, Indicator 20 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Van de vijf Habitatrichtlijnsoorten

Nadere informatie

Reptielen van de Habitatrichtlijn,

Reptielen van de Habitatrichtlijn, Indicator 28 mei 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Gladde slang, muurhagedis en zandhagedis

Nadere informatie

1. Geheimen. 2. Zwammen

1. Geheimen. 2. Zwammen 1. Geheimen 'Geen plant en geen dier' Een paddestoel is zeker geen dier, maar een plant is het ook niet. Ze hebben geen groene bladeren om zonlicht op te vangen. Bovendien groeien paddestoelen in het donker.

Nadere informatie

Rode Lijst Indicator,

Rode Lijst Indicator, Indicator 2 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er lijkt sprake van een recente

Nadere informatie

NATUURRIJK TESPELDUYN OKTOBER 2018

NATUURRIJK TESPELDUYN OKTOBER 2018 U kent dat wel, u heeft een fantastische afslag, maar ziet niet goed waar uw bal terecht kwam. U loopt erheen en ontwaart steeds mee witte ballen. Dichterbij gekomen blijken het geen ballen maar paddenstoelen

Nadere informatie

Natuurverkenning 2030

Natuurverkenning 2030 Natuurverkenning 2030 Aanpak Terrestrische verkenning Scenario s Verlies en versnippering van leefgebied Vermesting Klimaatverandering Aquatische verkenning Scenario s Verontreiniging Versnippering van

Nadere informatie

Waarvan leven paddenstoelen? Paddenstoelen (schimmels met vruchtlichamen dus) leven en groeien voornamelijk door organisch materiaal zoals takken,

Waarvan leven paddenstoelen? Paddenstoelen (schimmels met vruchtlichamen dus) leven en groeien voornamelijk door organisch materiaal zoals takken, Wat is een paddenstoel? zijn vruchtlichamen van schimmels. Eenvoudig voorgesteld is een paddenstoel van een schimmel wat een appel is voor een appelboom. Zoals een appelboom herkenbaar is aan zijn appels,

Nadere informatie

M.W.W. - Mycologische Werkgroep Waasland sinds 24 oktober 2011 (~170x / ~400 taxa)

M.W.W. - Mycologische Werkgroep Waasland sinds 24 oktober 2011 (~170x / ~400 taxa) M.W.W. - Mycologische Werkgroep Waasland sinds 24 oktober 2011 (~170x / ~400 taxa) WAKONA studiedag - paddenstoelen Kaartmateriaal: websites van: WAKONA Waarnemingen.be Natuurpunt Waarnemingen.be KVMV

Nadere informatie

Verslag paddestoelenexcursie Zurenhoek, 6 oktober Tekst: Kirsten Dekker Foto's: Joke de Visser, DirkJan Dekker

Verslag paddestoelenexcursie Zurenhoek, 6 oktober Tekst: Kirsten Dekker Foto's: Joke de Visser, DirkJan Dekker Tekst: Kirsten Dekker Foto's: Joke de Visser, DirkJan Dekker Het waren er meer dan 30! Allemaal verschillende soorten paddestoelen in het bos van de Zurenhoek. Voor veel van de deelnemers was het onbekend

Nadere informatie

Jcdegids.be. Een inleiding tot de paddenstoelengeslachten. 18/01/2014 JC Delforge

Jcdegids.be. Een inleiding tot de paddenstoelengeslachten. 18/01/2014 JC Delforge Jcdegids.be Een inleiding tot de paddenstoelengeslachten 18/01/2014 JC Delforge De presentatie kan gedownload worden op het volgende adres: http://www.jcdegids.be/jcd-doc.htm Jcdegids.be Inleiding De presentatie

Nadere informatie

MIRA 2012 Milieu & natuur

MIRA 2012 Milieu & natuur MRA 212 Milieu & natuur ndex overwinterende watervogels watervogelindex (1991-92=1) aantal (1991-92=1) 6 5 4 3 2 1 1 4 1 3 1 2 1 1 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 1991-92 1993-94 1995-96 1997-98 1999-21-2 23-4 25-6

Nadere informatie

Vegetatie van loof- en gemengde bossen,

Vegetatie van loof- en gemengde bossen, Indicator 11 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In loofbossen en gemengde bossen

Nadere informatie

Flora van open moerassen,

Flora van open moerassen, Indicator 18 november 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de Nederlandse moerassen

Nadere informatie

Zoogdieren van de Habitatrichtlijn,

Zoogdieren van de Habitatrichtlijn, Indicator 3 augustus 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Vijf landzoogdieren staan op

Nadere informatie

De Gewone boomwrat lijkt macroscopisch wel op een miniatuurstuifzwam en werd

De Gewone boomwrat lijkt macroscopisch wel op een miniatuurstuifzwam en werd Is de Gewone boomwrat Lycogala epidendrum wel altijd de Gewone boomwrat? Hans van Hooff Lambertushof 30, 5667 SE Geldrop Natuurstudiegroep Coalescens te Helmond Hooff, H. van, 2014. Is Lycogala epidendrum

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Meeldauwen. Onbekend? Leiden Raf Leysen

Meeldauwen. Onbekend? Leiden Raf Leysen Meeldauwen Onbekend? 1 1.Voorkomen 2 1.Voorkomen Niet opgemerkt en onbekend: 3 1.Voorkomen Niet opgemerkt en onbekend: Mycologen speuren de grond af naar symbionten, saprofyten en parasieten. 4 1.Voorkomen

Nadere informatie

Ecologische Atlas van Paddenstoelen in Drenthe Eef Arnolds, Rob Chrispijn & Roeland Enzlin (red.)

Ecologische Atlas van Paddenstoelen in Drenthe Eef Arnolds, Rob Chrispijn & Roeland Enzlin (red.) Ecologische Atlas van Paddenstoelen in Drenthe Eef Arnolds, Rob Chrispijn & Roeland Enzlin (red.) Deze ecologische atlas behandelt de resultaten van een inventarisatie van paddenstoelen in Drenthe in de

Nadere informatie

Rode Lijst Indicator,

Rode Lijst Indicator, Indicator 29 juni 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er lijkt sprake van een recente

Nadere informatie

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Pagina 1 van 5 Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Inleiding Sinds 2007 beschikt de over een meldpunt Vossenschade. Om dit meldpunt meer bekendheid te geven voor heel Vlaanderen werd in januari

Nadere informatie

de Nieuwkoopse Plassen.

de Nieuwkoopse Plassen. Wandelen Paddenstoelenroute door Lusthof de Haeck, Nieuwkoopse Plassen 3.3 km Waar Nieuwkoopse Plassen Vertrekpunt Werkschuur de Kievit [https://maps.google.com/?q=52.1447,4.83218] Lusthof de Haeck is

Nadere informatie

Libellen van de Habitatrichtlijn,

Libellen van de Habitatrichtlijn, Indicator 19 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er staan negen soorten Nederlandse

Nadere informatie

Ruimtelijke analyse van gebieden met hoge natuurwaarde

Ruimtelijke analyse van gebieden met hoge natuurwaarde Een verkenning Lon Lommaert Biodiversiteit Vlaamse indicatoren Ruimtelijke analyse van gebieden met hoge natuurwaarde Prioritaire soorten Natuurverkenning Gezichten van Biodiversiteit Wetenschappelijke

Nadere informatie

Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland

Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland Jaap Bloem 1, Gert-Jan van Duinen 2, Maaike Weijters 3 1 Wageningen Environmental Research 2 Stichting

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

Aantalsontwikkeling van amfibieën

Aantalsontwikkeling van amfibieën Indicator 1 juli 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de periode voor 1997 is door

Nadere informatie

INHOUD. 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam Beuk Eik 06

INHOUD. 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam Beuk Eik 06 Biotoop: het bos BOSPLANTEN INHOUD 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam 04 2. Beuk 05 3. Eik 06 Wereldoriëntatie: natuur: bosplanten VCS-M: L-6 JP: 2003-11-25-1

Nadere informatie

Natura zonder centen?

Natura zonder centen? Natura 2000 zonder centen? Inhoud N2000 In Vlaanderen inventarisatie problemen Life project als voorbeeld van invulling N2000 ervaringen NP Eu-subsidie Aanbevelingen/wensen N2000 in Vl: afbakening Habitatrichtlijn:

Nadere informatie

Een van de belangrijkste vragen in de ecologie betreft het verklaren van soortenrijkdom.

Een van de belangrijkste vragen in de ecologie betreft het verklaren van soortenrijkdom. Wie het eerst komt.. 1 Thomas W. Kuyper Sectie Bodemkwaliteit, Wageningen Universiteit, Postbus 47, 6700 AA Wageningen Kuyper, Th.W. 2012. First come... Coolia 55(1): 1 6. It has always been problematical

Nadere informatie

Onderzoekcentrum B-WARE BV

Onderzoekcentrum B-WARE BV Onderzoekcentrum B-WARE BV Opgericht in 2002 Emiel Brouwer Natuur- en waterbeheer in Nederland - Biotoopvernietiging, versnippering, atmosferische depositie, verdroging, vervuiling van grond- en oppervlaktewater,

Nadere informatie

Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn,

Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn, Indicator 5 juli 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De laatste 10 jaar is de toestand

Nadere informatie

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (1995=100) 120 100 80 60 40 P landbouw N landbouw N huishoudens P huishoudens CZV huishoudens N

Nadere informatie

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling VIVES BRIEFING 2018/05 De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling Relatief verlies, absolute winst voor werknemers Yannick Bormans KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,

Nadere informatie

Loof-en naaldbomen. Naam :

Loof-en naaldbomen. Naam : Loof-en naaldbomen Naam : Veel bomen maken een bos In een boomgaard staan soms honderden bomen, en toch is een boomgaard geen bos. Ook in een park kun je veel bomen zien, maar een park is beslist geen

Nadere informatie

Advies betreffende de jacht op houtduiven in het Vlaamse gewest

Advies betreffende de jacht op houtduiven in het Vlaamse gewest Advies betreffende de jacht op houtduiven in het Vlaamse gewest Nummer: INBO.A.2010.197 Datum: 20/07/2010 Auteur(s): Contact: Frank Huysentruyt, Jim Casaer lon.lommaert@inbo.be Kenmerk aanvraag: e-mail

Nadere informatie

afbeelding 1 ruwe berk Betula pendula groepjes van 2-5 bomen struikheide Calluna vulgaris grote struiken aaneengesloten

afbeelding 1 ruwe berk Betula pendula groepjes van 2-5 bomen struikheide Calluna vulgaris grote struiken aaneengesloten Berk en vliegenzwam Tim doet voor zijn profielwerkstuk een onderzoek naar berkenbomen op een heideveld in de buurt van zijn school (afbeelding 1). Het werkstuk omvat praktisch onderzoek op de heide en

Nadere informatie

SLOBKOUSNIEUWS 42 jrg7

SLOBKOUSNIEUWS 42 jrg7 SLOBKOUSNIEUWS 42 jrg7 Geer, Dirk, Luc, Jozefa, Jan, Paul, Isabelle, Nicole, Ine, Guido, Zee en Yvo waren op de afspraak voor een wandeling in Lozerheide. Er is daar behoorlijk wat verandert aan het uitzicht

Nadere informatie

Kwaliteit van de natuur. Hoe spoor je aantastingen op?

Kwaliteit van de natuur. Hoe spoor je aantastingen op? Kwaliteit van de natuur Hoe spoor je aantastingen op? Ecosystemen en levensgemeenschappen Zoek vergelijkende gebieden (oerbossen, intacte riviersystemen, ongerepte berggebieden, hoogveenmoerassen, etc)

Nadere informatie

Habitatrichtlijn. Wat wil ze bereiken?

Habitatrichtlijn. Wat wil ze bereiken? Habitatrichtlijn Habitatrichtlijn Wat wil ze bereiken? Specifiek: habitats en soorten van Europees belang in een gunstige staat van instandhouding behouden of herstellen Algemeen: bijdragen tot het waarborgen

Nadere informatie

Trend van zoogdieren,

Trend van zoogdieren, Indicator 17 oktober 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Zoogdieren zijn sinds 1990 sterk

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant,

Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant, Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant, hoe doen we dat en werkt het? Wiel Poelmans Programma Natuur Provincie Noord-Brabant Wat komt er aan de orde? Positie biodiversiteit in natuurbeleid Waarom, wat,

Nadere informatie

Emergente Vegetatie in relatie tot nutriëntenconcentraties in het sediment

Emergente Vegetatie in relatie tot nutriëntenconcentraties in het sediment Emergente Vegetatie in relatie tot nutriëntenconcentraties in het sediment Bart van der Aa 840515-001-004 Capita Selecta Aquatic Ecology Januari 2010 Wageningen Universiteit Inhoud 1 Inleiding... 1 2 Methode...

Nadere informatie

Biodiversiteit in 2010

Biodiversiteit in 2010 Biodiversiteit in 2010 Wim Veraghtert Natuurpunt Educatie Graatakker 11 2300 Turnhout Wat is biodiversiteit? Jeugd, Sport en Brussel 2 Wat is biodiversiteit? Jeugd, Sport en Brussel 3 Genetische variatie

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts. BLWG Rapport 2004.07.

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts. BLWG Rapport 2004.07. Inhaalslag Verspreidingsonderzoek De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts BLWG Rapport 2004.07 Oktober 2004 In opdracht van Expertisecentrum LNV Inhaalslag verspreidingsonderzoek,

Nadere informatie

Aantalsontwikkeling van amfibieën,

Aantalsontwikkeling van amfibieën, Indicator 17 juli 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de periode voor 1997 is door

Nadere informatie

Exoten in zoetwater: vissen

Exoten in zoetwater: vissen Indicator 7 juli 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aantal soorten vissen dat zich

Nadere informatie

SLOBKOUSNIEUWS 40 jrg2

SLOBKOUSNIEUWS 40 jrg2 SLOBKOUSNIEUWS 40 jrg2 Ine, Isabelle, Nicole en ikzelf gingen deze week op zoektocht in Den Brand. Alhoewel de buienradar een droge voormiddag voorspelde staken we voor alle zekerheid maar een paraplu

Nadere informatie

Rapportage meldingen everzwijn Limburg Thomas Scheppers & Jim Casaer

Rapportage meldingen everzwijn Limburg Thomas Scheppers & Jim Casaer INBO.R.2012.16 INBO.R.2012.26 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO Geraardsbergen Gaverstraat 4 9500 Geraardsbergen T: +32 54 43 71 11 F: +32

Nadere informatie

Dagvlinders,

Dagvlinders, Indicator 30 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Zowel zeldzame als algemene dagvlinders

Nadere informatie

Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud

Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud Periode 2008-2013 Céline Malengreaux, Jan Vercammen, Alain Licoppe, Frank Huysentruyt, Jim Casaer Dankwoord Het uitvoeren

Nadere informatie

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven WKK-barometer 2016 december Zwartzustersstraat 16, bus 0102-3000 Leuven 016 58 59 97 info@ @cogenvlaanderen.be www.cogenvlaanderen.be Dit is de tweede WKK-barometer die COGEN Vlaanderen publiceert. De

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/45834 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Evans, Tracy Title: Management implications for invertebrate assemblages in the

Nadere informatie

Beschikbaarheid openbaar groen binnen 500 meter van de woning in nieuwbouwwijken,

Beschikbaarheid openbaar groen binnen 500 meter van de woning in nieuwbouwwijken, Beschikbaarheid openbaar groen binnen 500 meter van de woning in nieuwbouwwijken, 1997-2003 Indicator 8 december 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie

Nadere informatie

Inleiding. Thuidium tamariscinum in Friesland. meldingen van Thuidium tamariscinum. Van. meldingen. Buxbaumiella 33 (

Inleiding. Thuidium tamariscinum in Friesland. meldingen van Thuidium tamariscinum. Van. meldingen. Buxbaumiella 33 ( Buxbaumiella 33 (19941 61 Thuidium tamariscinum in Friesland Jacob Koopman & Karst Meijer A preliminary distribution map of Thuidiumtamariscinum in Friesland is presented. This map has been based 2 on

Nadere informatie

WKK-barometer 2016 juni Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

WKK-barometer 2016 juni Zwartzustersstraat 16, bus Leuven WKK-barometer 2016 juni Zwartzustersstraat 16, bus 0102-3000 Leuven 016 58 59 97 info@cogenvlaanderen.be www.cogenvlaanderen.be Dit is de eerste WKK-barometer die COGEN Vlaanderen publiceert. De bedoeling

Nadere informatie

Belgisch Biodiversiteits Platforum

Belgisch Biodiversiteits Platforum Belgisch Biodiversiteits Platforum Sonia Vanderhoeven Etienne Branquart [HET HARMONIA INFORMATIESYSTEEM EN HET ISEIA PROTOCOL] Verklarend document voor het Life + Project AlterIAS Oktober 2010 Algemene

Nadere informatie

Maatregelen voor bosherstel

Maatregelen voor bosherstel Veldwerkplaats Voedselkwaliteit en biodiversiteit in bossen Maatregelen voor bosherstel Gert-Jan van Duinen Arnold van den Burg Conclusie OBN-onderzoek bossen Te hoge atmosferische stikstofdepositie Antropogene

Nadere informatie

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014 NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014 NATUURPUNT vzw Een onafhankelijke organisatie gedragen door vrijwilligers grootste natuurbeschermingsorganisate in Vlaanderen eind 2001 opgericht

Nadere informatie

Vegetatie duinen,

Vegetatie duinen, Indicator 11 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In zowel droge als vochtige

Nadere informatie

Bossen en Biodiversiteit

Bossen en Biodiversiteit Bossen en Biodiversiteit Kris Verheyen Labo Bos & Natuur, UGent www.fornalab.ugent.be Bossen en biodiversiteit: de Vlaamse context De Keersmaeker et al. (2001) +/- 150 000 ha (11%) Sterk versnipperd (2x)

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Je bent jong en je wilt wat... minder auto?

Je bent jong en je wilt wat... minder auto? - Je bent jong en je wilt wat... minder auto? Kim Ruijs Significance ruijs@significance.nl Marco Kouwenhoven Significance kouwenhoven@significance.nl Eric Kroes Significance kroes@significance.nl Bijdrage

Nadere informatie

niet-inheemse vaatplanten in Nederland

niet-inheemse vaatplanten in Nederland niet-inheemse vaatplanten in Nederland Wil Tamis & Ruud van der Meijden in samenwerking met de PGO FLORON naar het proefschrift van W.L.M Tamis: Changes in the flora of the Netherlands in the 20th century

Nadere informatie

SLOBKOUSNIEUWS 42 jrg6

SLOBKOUSNIEUWS 42 jrg6 SLOBKOUSNIEUWS 42 jrg6 Josse & Josse, Richard, Ine, Guido, Luc, Paul, Nicole, Annemie en Hugo (hopelijk ben ik niemand vergeten want bij gemis aan een lijst heb ik me met de doorgestuurde foto s moeten

Nadere informatie

Waarnemingen.be als educatieve tool in het onderwijs. Stephan Boulez en alle admins van waarnemingen.be

Waarnemingen.be als educatieve tool in het onderwijs. Stephan Boulez en alle admins van waarnemingen.be Waarnemingen.be als educatieve tool in het onderwijs Stephan Boulez en alle admins van waarnemingen.be Doel? Eindtermen Kleuteronderwijs 1.2 1.3 1.4 1.5 tonen een explorerende en experimenterende aanpak

Nadere informatie

Natuurpunt Rapport Fungi 2003 BLOSO-domein, Hofstade

Natuurpunt Rapport Fungi 2003 BLOSO-domein, Hofstade RAPPORT: INVENTARISATIES ROND FUNGI IN HET BLOSO-DOMEIN TE HOFSTADE TIJDENS HET JAAR 2003 SAMENSTELLING: HANS VERMEULEN NATUURPUNT EDUCATIE GRAATAKKER 11 2300 TURNHOUT EDUCATIE@NATUURPUNT.BE VERSLAG EN

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

EFFECTEN VAN GRAZERS OP BELANGRIJKE KWELDER PROCESSEN

EFFECTEN VAN GRAZERS OP BELANGRIJKE KWELDER PROCESSEN Samenvatting INTRODUCTIE Een groot deel van het landoppervlak op aarde is bedekt met graslanden en deze worden doorgaans door zowel inheemse diersoorten als door vee begraasd. Dit leidt vaak tot een zeer

Nadere informatie

PLANNING FOR ES WITH NATURE VALUE EXPLORER

PLANNING FOR ES WITH NATURE VALUE EXPLORER PLANNING FOR ES WITH NATURE VALUE EXPLORER Spatial explicit comparison of scenarios 16/05/2018 VITO Not for distribution 1 POLICY ECOSYSTEM SERVICES IN FLEMISH POLICY Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen

Nadere informatie

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Meetstrategie en methodiek macrofyten //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Effecten van klimaatsverandering op planten in Nederland

Effecten van klimaatsverandering op planten in Nederland Effecten van klimaatsverandering op planten in Nederland W.L.M. Tamis*, M. van t Zelfde** & R. van der Meijden* * Nationaal Herbarium Nederland/Leiden branch, Postbus 9514, 2300 RA Leiden; e-mail: tamis@cml.leidenuniv.nl,

Nadere informatie

drijvende waterweegbree in Limburg An Leyssen, Luc Denys, Jo Packet, Karen Cox, Anne Ronse

drijvende waterweegbree in Limburg An Leyssen, Luc Denys, Jo Packet, Karen Cox, Anne Ronse drijvende waterweegbree in Limburg An Leyssen, Luc Denys, Jo Packet, Karen Cox, Anne Ronse drijvende waterweegbree (Luronium natans) Europees beschermde soort (Habitatrichtlijn) 6-jaarlijkse rapportering

Nadere informatie

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie.

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie. 3. Inventarisatie 3.1. Methode Het inventarisatieformulier (zie bijlage 2) voor de Jeneverbes is verspreid via diverse organisaties naar beheerders en vrijwilligers. De organisaties die hierbij aan bij

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek TOELICHTING CONJUNCTUURKLOKINDICATOR. Floris van Ruth

Centraal Bureau voor de Statistiek TOELICHTING CONJUNCTUURKLOKINDICATOR. Floris van Ruth Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Macro-Economische Statistieken en Publicaties Sector Ontwikkeling en Ondersteuning TOELICHTING CONJUNCTUURKLOKINDICATOR Floris van Ruth Augustus 009 Achtergrond

Nadere informatie

Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie

Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie 19 juni 2017 Theo Verstrael Sovon Vogelonderzoek Nederland Inhoud Vrijwilligers & natuurmonitoring Achtergronden & motivaties Wat

Nadere informatie