Besluit. Samenvattende bevindingen en overwegi ngen

Transcriptie

1 n ed erl a n ds - u I a a mse a ccr ed ttati eorga ni sati e Besluit Accreditatiebesluit met een positief eindoordeel voor de opleiding Bachelor of Science in de geneeskunde (academisch gerichte bachelor) van de Katholieke Universiteit Leuven datum 17 maat12015 onden rerp Deflnitief accreditatiebesluit (003577) bijlagen 4 Samenvattende bevindingen en overwegi ngen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport. Generieke kwaliteitswaafuorg 1 - Beoogd eindniveau De visitatiecommissie (commissie) beoordeelt het beoogd eindniveau als goed De opleidingen geneeskunde aan de Katholieke Universiteit Leuven hebben de ambitie om basisartsen op te leiden die na een vervolgopleiding ten volle kunnen participeren aan de gezondheidszorg van de 21e eeuw en hun verantwoordelijkheid kunnen opnemen voor zowel de individuele patiënt als de volksgezondheid. De bacheloropleiding in Leuven en Kortrijk wil aspirant-artsen afleveren die basiselementen van de geneeskunde verworven hebben en klaar zijn om de stap te zetten naar meer geintegreerd klinisch redeneren. De focus van de opleiding ligt op het verwerven van theoretische, basiswetenschappelijke kennis, het streven naar een wetenschappelijke attitude en geïntegreerd klinisch redeneren. De domeinspecifieke leerresultaten voor de opleidingen geneeskunde zijn conform de bepaling in de Europese richtlijn EC met betrekking tot Basic Medical Training Generieke kwaliteitswaahorg 2 - Ondervvijsproces De commissie beoordeelt het onderwijsproces als voldoende. Als uitgangspunten kiest de opleiding voor een integratie van het klinisch redeneren in het programma, een graduele afbouw van de ondersteuning en het veruerven van kennis als belangrijkste pijler. Het bachelorprogramma is opgebouwd uit opleidingslijnen, die door de verschillende jaren heen lopen: 'Kennis en grondslagen van de geneeskunde', 'Wetenschappelijke vorming', 'Arts in de samenleving' en 'Vaardigheden in communicatie'. Via deze lijnen wil de opleiding de zeven CanMEDSI-rollen van de arts aanleren aan de student: medisch deskundige, 1 Canadian Medical Education Directives for Specialists Parkstraat JK I Postbus CD Den Haag P.O. Box CD The Hague lthe Netherlands T + 31 (0) info@nvao net I www nvao net

2 pagina2van I communicator, samenwerker, gezondheidsbevorderaar, manager, wetenschapper en professional. De opleidingslijnen volgen de klassieke lijn van 'de cel' naar molecule en lichaam, en de ontwikkeling van gezond naar ziek en ziektebeelden. De opleiding evolueert in een spiraalvorm: materie die in het begin van de opleiding aan bod komt, keert later complexer terug. Er is vooral gekozen voor traditioneel, onderbouwd en theoretisch lesmateriaal, waarbij de rol van medisch deskundige en het belang van de kennis sterk naar voren komen. De cursussen zijn voornamelijk uitgeschreven teksten waarin alles staat wat de studenten moeten kennen. De opleiding biedt een diversiteit aan werkvormen aan, met in Leuven nog steeds een ovenryicht van grootschalige hoorcolleges. De opleiding heeft in het kader van een onderwijsproject werk gemaakt van een mengvorm van werkvormen. E-learning, als activerende werkvorm, wordt beperkt gebruikt. Studenten zijn tevreden over de werkvormen en zijn ervan overtuigd dat de hoorcolleges en de focus op de theorie een goede basis vormen. De commissie adviseert om te kiezen voor moderne vormen van ondenivijs met een actievere rol voor studenten en om het aantal traditionele hoorcolleges te beperken. Omschakeling naar een studentgecentreerd leerproces is wenselijk, ook voor het lesmateriaal. Vandaar de aanbeveling van de commissie om af te stappen van authority based blokboeken - gebaseerd op de ervaring en de kennis van de docent - en studenten te stimuleren om verder te kijken dan het aangereikte leermateriaal. Het programma volgt in Kortrijk en in Leuven dezelfde opbouw, maar Kortrijk heeft de mogelijkheid om eigen accenten te leggen binnen de verschillende opleidingsonderdelen. Kortrijk kent een echte community of learners met enthousiaste, jonge docenten, die vaak vernieuwende onderwijsvormen aanbieden. Hoewel de focus ook in Kortrijk op kennisven lerving ligt, is er meer variatie mogelijk dan in Leuven. Het praktijkonderwijs maakt deel uit van de lijn 'Vaardigheden en communicatie'. Tijdens de stages maken studenten kennis met het werkveld en worden ze getraind in diverse rollen. De kloof tussen het aanleren van deze vaardigheden en het actief gebruiken ervan, is vrij groot. Dat vraagt een efra inspanning van studenten voor ze starten met de stage in de masteropleiding. Op vlak van internationalisering verschaft Leuven voornamelijk informatie over de buitenlandse stage in de masterfase. Studenten in Kortrijk krijgen de kans om een studiereis te maken naar de Filipijnen. De ethische en maatschappelijke dimensies worden uitgediept en studenten kunnen kennis maken met de organisatie van de gezondheidszorg ter plaatse. Docenten worden aangemoedigd om zich internationaal te profileren door deel te nemen aan congressen en dergelijke meer. De opleiding beschikt over veel personeel van hoge kwaliteit. ln Kortrijk zijn veel jonge, enthousiaste docenten die onderwijskundige trainingen hebben gevolgd en vernieuwend ondenrvijs bedenken. De grote groep docenten zorgt voor risico's voor de samenhang en afstemming binnen de opleiding, wat volgens de commissie versterkt wordt door de vele docenten met een kleine aanstelling voor ondenvijs. Dit geldt in het bijzonder voor de docenten ook betrokken bij patiëntenzorg. Voorts adviseert de commissie om de professionalisering verplicht te stellen, ook voor zittende docenten. Op de campus te Leuven zijn voozieningen van een hoog niveau, met een modern uitgewerkte biomedische bibliotheek en een modern vaardigheidscentrum met opnamemogelijkheden.

3 pagina 3 van I Het vaardigheidscentrum biedt de mogelijkheid aan studenten om te oefenen, maar hier wordt slechts beperkt gebruik van gemaakt. De onderwijslokalen en auditoria zijn voldoende, maar zii n niet uitgerust met moderne technieken voor e-learning. De opleiding biedt een veilige leeromgeving aan. Studie- en studietrajectbegeleiders zijn beschikbaar en volgen de studenten op via frequent contact met de docenten en de studenten. Studenten in Kortrijk hebben vlot toegang tot de Leuvense collectie en beschikken over een degelijke centrale campusbibliotheek, een vaardigheidscentrum met ruimte om te oefenen en een vergaderlokaal. De studie- en studietrajectbegeleiding in Kortrijk valt op door haar proactieve aanpak om studenten die minder dan 60% halen aan te schrijven en eventueel op te volgen. Generieke kwaliteitswaaftorg 3 - Gerealiseerd eindniveau De commissie beoordeelt het gerealiseerde eindniveau als voldoende. Het toetsbeleid van de opleiding is volgens de commissie veelbelovend, maar dient sneller uitgerold te worden en gepaard te gaan met een betere alignmenf tussen de beoogde eindresultaten en de evaluatievormen. De opleiding toetst gevarieerd en adequaat de competenties van de studenten. De opleiding zet in op een afwisseling van summatieve en formatieve toetsing, waarbij de summatieve toetsing (examens) twee keer per jaar plaatsvindt op het einde van een semester. De formatieve toetsing dient om het leerproces in de gewenste richting bij te sturen, via feedback, portfolio en dergelijke meer. Door de sterke kennisgerichtheid van de leerstof zijn er voornamelijk schriftelijke, gesloten boek examens, evoluerend naar meerkeuzevragen en gemengde open vragen. De opleiding doet voornamelijk aan assessmenf of leaming en te weinig aan assessmenf for leaming, met bijsturend effect. Ten tijde van de visitatie was er nog geen assessment van het eindniveau in de vorm van een bachelorproef. De opleiding heeft wel plannen om een 'kleine stationsproef te organiseren, die op een gestandaardiseerde manier de verworven vaardigheden toetst. Ook zullen studenten een bachelorpaper moeten indienen. Het diplomarendement in Leuven is 92,8%; in Kortrijk 93%. De kwaliteit van de afgestudeerden en het rendement van de opleiding zijn hoog. Het werkveld is positief over de studenten. De verpleegstage heeft een absolute meerwaarde: studenten werken aan zelfreflectie en feedback, en leren omgaan met steriel en protectief werken in een klinische setting. Eindoodeel commissie De commissie heeft vastgesteld dat de opleiding Bachelor of Science in de geneeskunde (academisch gerichte bachelor) voldoet aan alle generieke kwaliteitswaarborgen. Ze beoordeelt de kwaliteit van de opleiding als voldoende.

4 Pagina 4 van I Aanbevelingen comm ss e De NVAO onderschrijft de aanbevelingen van de commissie. ln meer algemene zin wijst de NVAO op de gewenste ondenvijsvernieuwing en op de verbetering van de kwaliteit van de klinische stages en van de toetsing. Bevindingen NVAO - Het visitatierapport is opgesteld en onderbouwd overeenkomstig het toepasselijke Kader voor de opleidingsaccreditatie 2de ronde (8 februari 2013); - De commissie heeft voor de externe beoordeling het visitatieprotocol gevolgd zoals vastgesteld door de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (augustus 2013); - Het visitatierapport geeft inzicht in de samenstelling van de commissie; - Het visitatierapport bevat een onderzoek ten gronde naar de aanwezigheid van voldoende generieke kwaliteitswaarborgen Besluitz betreffende de accreditatie van de Bachelor of Science in de geneeskunde (academisch gerichte bachelor) van de Katholieke Universiteit Leuven. De NVAO, Na beraadslaging, Besluit: Met toepassing van de Codex Hoger Onderwijs, in het bijzonder de artikelen , besluit de NVAO accreditatie te verlenen aan de opleiding Bachelor of Science in de geneeskunde (academisch gerichte bachelor) georganiseerd door de Katholieke Universiteit Leuven. De opleiding wordt aangeboden te Kortrijk en Leuven zonder afstudeerrichtingen. De kwaliteit van de opleiding is voldoende. De accreditatie geldt vanaf 1 oktober 2015 tot en met 30 september Den Haag, 17 maarl2015 De NVAO Voor deze: R.P. Zevenbergen (bestuurder) 2 Het ontwerp accred tatiebeslu t werd aan de nslell ng bezorgd voor eventuele opmerkingen en be4aren Bij e-ma l van 12 maart 2015 heeftvêer ehulpiau,verantwoordelijkecelondemijsenkwaliteit,gereageerdophetontwerpaccreditat ebeslu t Ditheeftgeleid tol een enkele corectie n hetaccred tat ebesluit

5 Pagina 5 van e Bijlage l: Globale oordelen NVAO De onderstaande tabel geeft per generieke kwaliteitswaarborg het globaal oordeel van de NVAO weer, alsook het eindoordeel. Generieke kwa I iteitswaarborg Oordeel l. Beoogd eindniveau Goed 2. Ondenvijsproces Voldoende 3. Gerealiseerd eindniveau Voldoende Eindoordeel Voldoende

6 Pagina 6 van o Bijlage 2: Basisgegevens over de instelling en de opleiding Naam instelling Adres instelling Aard instelling Katholieke Universiteit Leuven Naamsestraat 22 - bus Leuven ambtshalve geregistreerd Naam associatie Naam opleiding (Graad, kwalifìcatie, specificatie) Niveau en oriëntatie Associatie KU Leuven Bachelor of Science in de geneeskunde academisch gerichte bachelor Bijkomende titel Opleidingsvarianten: - Afstudeerrichtingen - Studietraiect voor werkstudenten Onderwijstaal geen nvt Nederlands Vestiging(en) opleiding Kortrijk, Leuven Studieomvang (in studiepunten) 180 Vervaldatum accreditatie 30 september 2015 Academieja(a)r(en) waarin opleiding wordt aangeboden" Studiegebied ISCED-benaming van het studiegebied Geneeskunde 09: Health and Welfare; 091 Health; 0912 Medicine 3 Betreft het lopende aædemjejaar, op het ogenbl k van de accreditatieaanvraag

7 Pagina 7 van e Bijlage 3: Domeinspecifieke leerresultaten Medisch deskundige 1. Kennis hebben van en inzicht hebben in de werking van de cel, de weefsels, de organen en het menselijk lichaam, in normale en pathologische omstandigheden, in interactie met de omgeving en rekening houdend met de bevindingen uit de epidemiologie. 2. Kennis hebben van eco-, socio-, psycho- en biologische evenals culturele factoren van diversiteit en inzicht hebben op de invloed ervan in het verlenen van patiëntenzorg. 3. ln eenvoudige oefensituaties en onder begeleiding een hulpvraag verkennen, een anamnese afnemen en een lichamelijk onderzoek uitvoeren, enkele relevante hypotheses verwoorden, een inschatting van de ernst en urgentie van de situatie geven en een te veruachten beloop schetsen. Communicator 4. Kennis hebben van de theoretische achtergronden van de arts-patiënt communicatie. De basisprincipes van de medische gespreksvaardigheden toepassen. Een doeltreffende patiëntgerichte communicatie kunnen herkennen. 5. Effectief en efficiënt een eenvoudige patiënten casus en wetenschappelijk werk communiceren en rapporteren aan medestudenten, artsen, onderzoekers en andere zorgverleners, binnen een academische context. Samenwetker 6. Constructief samenwerken in teamverband in opleidingsomstandigheden. De meenivaarde van het werken in interdisciplinaire en interprofessionele context inschatten en ervaren. M a n age r - G ezon dhe i d s bevo rde ra a r 7. Kennis hebben van de voornaamste aspecten van de organisatie van de Belgische gezondheidszorg. Kennis hebben van de verschillende dimensies van zorgverstrekking en gezondheidsbevordering, evenals van de voornaamste elementen die bijdragen tot haar toegankelijkheid. 8. Kennis hebben van de methodologie van wetenschappelijk ondezoek. Zelfstandig een eenvoudige literatuurstudie uitvoeren en hierbij de kwaliteit van de bestudeerde medische bronnen evalueren. 9. Onder begeleiding een onderzoeksvraag formuleren en uitwerken conform de gangbare wetenschappelijke criteria. Professional 10, Kennis hebben van de belangrijkste professionele en ethische normen en deze in praktijk brengen. 11. Een ingesteldheid tot levenslang leren en tot het voortdurend bijsturen van eigen professioneel denken en handelen verwerven.

8 Pagina I van o Bijlage 4: Samenstelling van de commissie Voorzitter: - Prof. dr. Friedo W. Dekker, hoogleraar ondenrrrijs in wetenschappelijke vorming, klinische epidemiologie, Universiteit Leiden; Leden: - Dr. Ben J.A.M. Bottema, directeur medische vervolgopleidingen eerste lijn, Universitair Medisch Centrum St. Radboud Nijmegen; - Prof. dr. Christoph Brezinka, hoofddocent gynaecologische endocrinologie en reproductieve geneeskunde, Universitair Ziekenhuis lnnsbruck; - Prof. dr. Harry F.P. Hillen, em. hoogleraar interne geneeskunde, Faculty of Health, Medicine and Life Sciences, Universiteit Maastricht; - Prof dr. Janke Cohen, hoogleraar onderzoek van ondenrrijs in de medische wetenschappen, Faculteit Medische Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen; - Jelle Klein, BSc, student Master in de geneeskunde, Universiteit Antwerpen (student-lid). Joeri Deryckere, MA, trad op als projectbegeleider en secretaris van deze visitatie; hij is als stafmedewerker kwaliteitszorg verbonden aan de Cel Kwaliteitszorg van de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad.