UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar LEEFTIJDSBEPALING VAN DE REE AAN DE HAND VAN HET GEBIT. door Jane Christine SIEBEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar 2012-2013 LEEFTIJDSBEPALING VAN DE REE AAN DE HAND VAN HET GEBIT. door Jane Christine SIEBEN"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar LEEFTIJDSBEPALING VAN DE REE AAN DE HAND VAN HET GEBIT door Jane Christine SIEBEN Promotoren: Prof. Dr. Paul Simoens Prof. Dr. Pieter Cornillie Literatuurstudie in het kader van de Masterproef 2013 Jane Christine Sieben

2

3 Universiteit Gent, haar werknemers of studenten bieden geen enkele garantie met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de gegevens vervat in deze masterproef, noch dat de inhoud van deze masterproef geen inbreuk uitmaakt op of aanleiding kan geven tot inbreuken op de rechten van derden. Universiteit Gent, haar werknemers of studenten aanvaarden geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid voor enig gebruik dat door iemand anders wordt gemaakt van de inhoud van de masterproef, noch voor enig vertrouwen dat wordt gesteld in een advies of informatie vervat in de masterproef.

4 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar LEEFTIJDSBEPALING VAN DE REE AAN DE HAND VAN HET GEBIT door Jane Christine SIEBEN Promotoren: Prof. Dr. Paul Simoens Prof. Dr. Pieter Cornillie Literatuurstudie in het kader van de Masterproef 2013 Jane Christine Sieben

5 VOORWORD Eerst en vooral wil ik mijn ouders bedanken zonder wie mijn hele studie niet mogelijk geweest zou zijn. Een groot woord van dank gaat eveneens aan Prof. Simoens voor zijn begeleiding, constructieve en waardevolle opmerkingen bij het nalezen van dit manuscript en alle moeite en steun ondanks zijn zeer drukke agenda. Tot slot een speciaal woord aan Dr. Michael Petrak en zijn medewerkers voor hun hulp bij het zoeken naar de benodigde literatuur.

6 INHOUD SAMENVATTING... 1 INLEIDING TANDWISSEL EN SLIJTAGE TANDWISSEL EN DOORBRAAK VAN DE TANDEN MACROSCOPISCHE BEOORDELING VAN TANDSLIJTAGE Snijtanden Premolaren Molaren MORPHOMETRISCHE ANALYSE VAN DE TANDSLIJTAGE CEMENTLIJNEN ANDERE METHODES BESPREKING REFERENTIELIJST BIJLAGEN... 24

7 1 SAMENVATTING Ouderdomsbepaling bij reeën is reeds zeer lang van belang voor jagers en wildbiologen. In deze literatuurstudie worden de verschillende methodes voor de leeftijdsbepaling bij de ree aan de hand van het gebit vermeld en vergeleken. De tandslijtage en doorbraak van de tanden is de meest gedocumenteerde methode en wordt tot op heden in de praktijk het meest toegepast, ondanks de onnauwkeurigheid van deze techniek. Recentere methoden, zoals het tellen van groeilijnen in het tandwortelcement blijken nauwkeuriger te zijn. Dit is echter werk voor experten en er zijn speciale instrumenten vereist. Andere methoden worden slechts door enkele auteurs beschreven en blijken niet betrouwbaar of niet uitvoerbaar te zijn. Verschillende onderzoekers hebben door ervaren jagers of wildbiologen de ouderdom van reeën die bij de geboorte gemarkeerd waren en waarvan de leeftijd exact gekend was, laten schatten aan de hand van tandslijtage. Vooral reeën onder de twee jaar werden juist geschat, terwijl oudere dieren vaak te oud of te jong werden aangezien. Bijgevolg kan men besluiten dat ouderdomsbepaling aan de hand van tandslijtage, alhoewel nog meest gebruikt, niet zeer nauwkeurig is en er zeker behoefte is aan een methode die én precies én in praktijkomstandigheden bruikbaar is. Trefwoorden: reeën, leeftijdsbepaling, tandwissel, tandslijtage, cementlijnen

8 2 INLEIDING Op basis van leeftijd worden reeën onderverdeeld in kalveren of kitsen (tot 12 maand), jaarlingen en smalreeën (tussen 13 en 14 maand) en bokken en geiten (vanaf 2 jaar) (Habermehl, 1961; Klip, 2003). Jacht en wildbeheer moeten goed op het reeënbestand afgestemd worden. Slechts wanneer de populatie aangepast is aan de omgeving en zowel een natuurlijke ouderdomsverdeling als een uitgebalanceerde geslachtsverhouding vertoont, heeft ook het individuele dier de beste ontwikkelingskansen (Neuhaus, 1998). Volgens Neuhaus (1998) mag het aantal dieren in een gebied bepaalde limieten niet overschrijden. Er zouden best maximaal 4-10 reeën per 100 hectare aanwezig zijn, naargelang de omstandigheden gunstig zijn. Of er echter meer of minder dieren moeten geschoten worden dan in het voorgaande jaar, wordt aan de hand van de vegetatie bepaald. AIs er zeer veel wildvraat is, moeten meer reeën worden afgeschoten; is er echter heel weinig wildvraat, zal men het schieten kunnen verminderen ten opzichte van het vorige jaar. Om een bevredigend aantal rijpe bokken en geiten te hebben, moet in de lente best een verdeling zijn van 30-35% 1-jarigen, 45-50% 2-4 jarigen en 20-25% reeën die 5 jaar of ouder zijn. Vanuit deze basisprincipes worden afschotplannen gemaakt. In het verleden heeft men methoden gezocht om een redelijk betrouwbare ouderdomsbepaling te kunnen doen, onder andere om na te gaan of de ouderdom door de jager correct geschat werd vóór het afschot (Neuhaus, 1998), in verband met keuringen van bokken. Habermehl (1985) verdeelde de methodes van ouderdomsbepaling bij wilde dieren in drie groepen: 1. Ouderdomskenmerken van het gebit: a. Doorbraak van de melk- en blijvende tanden b. Wissel van de tanden c. Abrasie van de tanden d. Positieverandering van de tanden e. Verkleinen van de pulpaholte f. Groeilijnen in de secundaire dentine (Duits: Ersatzdentin ) g. Groeilijnen in het wortelcement 2. Ouderdomskenmerken van het skelet: a. Verbening van de groeischijven ter hoogte van de lange beenderen, het bekken en de wervels b. Verbening van de groeischijven ter hoogte van de schedelbasis en van de beendernaden ter hoogte van het schedeldak en de aangezichtsschedel c. Lengtetoename van bepaalde beenderen vanaf de geboorte tot aan het einde van de groei d. Bijzonder kenmerken van de schedel 3. Ouderdomskenmerken van bepaalde organen a. Drooggewicht van de lens b. Verbening van de larynx c. Vorm, lengte en gewicht van het os penis

9 3 d. Vorm en grootte van de ossa cordis e. Lengte van het gewei f. Jaarringen aan het gewei g. Kleur en aard van het haarkleed h. Regressie van de thymus Niet al deze kenmerken kunnen bij reeën gebruikt worden en in deze literatuurstudie wordt specifiek de ouderdomsbepaling aan de hand van het gebit nagegaan, vermits deze methode in de praktijk het meest gebruikt wordt en uitvoerig is beschreven en geïllustreerd. In de bijlage achteraan dit werk zijn de betreffende afbeeldingen ter documentatie opgenomen. De opbouw van de tand wordt hieronder beknopt beschreven, gebaseerd op de werken van Hofmann (1978), Rieck (1979), Stubbe (1980) en Neuhaus (1998) (Fig. 1). Tanden bestaan uit de vrijliggende kroon, de hals die door tandvlees bedekt is en de wortel die in de tandkas gelegen is. De kroon wordt aan de buitenzijde omgeven door tandglazuur, een zeer harde witte laag dood materiaal. Het grootste deel van de tand bestaat uit dentine, een celvrije en verkalkte massa, die de vorm van de tand bepaalt. Wanneer de geelwitte dentine door slijtage van het glazuur blootgesteld wordt, dan zal het door inwerking van plantensappen licht- tot donkerbruin verkleuren. De wortel wordt door geelwitte cement omgeven en lijkt qua opbouw op beenweefsel. Fig. 1: Dwarsdoorsnede door een snijtand (a) en een kies (b) met elk rechts de linguale zijde van de tanden (Wagenknecht, 1972) Binnenin de tand bevindt zich de tandholte, die in de wortel nauwer wordt en het wortelkanaal vormt. Zij bevat de pulpa, een zacht bindweefsel waarin talrijke bloedvaten en zenuwen verlopen (Fig. 2). In de loop van de tijd wordt secundaire dentine vanuit de zijkant in de tandholte afgezet, waardoor deze holte kleiner wordt zodat de zenuw niet vrijkomt wanneer de bovenste delen van de tand afgesleten zijn. In tegenstelling tot de edelhert kan aan de groeilijnen van de secundaire dentine bij reeën de ouderdom niet betrouwbaar worden bepaald.

10 4 Fig. 2: Dwarsdoorsnede door de pulpaholte van een snijtand (Habermehl, 1985) De tandholte wordt door de secundaire dentine niet volledig opgevuld, zodat men bij oude reeën vaak open snijtanden vindt (Stubbe & Passarge, 1980). De wortel zit door het parodontium stevig in de alveole van de kaak vast. De microanatomie van de tanden wordt verder in detail besproken door Wagenknecht (1972). Het definitieve gebit van het ree bestaat uit 32 tanden. Elke onder- en bovenkaakhelft bevat 6 kiezen, drie premolaren (P) en drie molaren (M) (Fig. 3). Elk van de twee onderkaakhelften bevat verder drie snijtanden (incisivi = I) en één hoektand (caninus = C). In de bovenkaak ontbreken de snijtanden. Op hun plaats bevindt er zich een harde en elastische muscosastrook, de dentaalplaat. Hierdoor wordt het voedsel niet glad afgebeten maar afgetrokken (Stubbe & Passarge, 1980). Tussen hoektanden en kiezen bevindt zich een tandvrije zonde, het diastema. De tanden worden van rostraal naar caudaal genummerd. Bij het melkgebit gebruikt men als achtervoegsel d als afkorting voor deciduus (Wagenknecht, 1972) (Fig. 4). Oorspronkelijk in de evolutie bevatte het gebit 4 premolaren, maar P1 is met de tijd verdwenen. Hierdoor ontstaat er vaak verwarring wat betreft de benoeming van de premolaren. De drie premolaren worden vaak aangeduid als P1, P2 en P3 terwijl dat dit eigenlijk P2, P3 en P4 moet zijn omdat de eerste premolaar bij reeën niet tot ontwikkeling komt. Een ree wordt ongeveer 15 jaar oud en zijn gebit bevat evenveel tanden als het gebit van de kleine herkauwers (Habermehl, 1961).

11 5 Tandformule melkgebit: = 20 tanden (Habermehl, 1961) Tandformule definitief gebit: = 32 tanden (Habermehl, 1961) Fig. 3: Boven- en onderkaak van een volwassen ree (Kerschagl, 1952) Fig. 4: Schedel en kaken van een kits (10 weken) (Habermehl, 1985) Een klein percentage reeën heeft in de bovenkaak rudimentaire hoektanden, Haken of Grandln genoemd in het Duits. Ze kunnen verschillen in vorm en grootte, maar zijn meestal stiftvormig en even groot als de hoektanden in de onderkaak. Ze zijn vaak reeds als melktanden aanwezig (Stubbe & Passarge, 1980). De melkbinnentanden zijn altijd groter dan de andere snijtanden en zijn naar lateraal boogvormig gekromd. Ook de definitieve binnentanden zijn veel groter dan de resterende snijtanden, die van mediaal naar lateraal kleiner worden (Habermehl, 1961).

12 6 Reeën hebben een anisognaat gebit, wat betekent dat de tandenrijen van de onderkaak dichter bijeen staan dan in de bovenkaak (Stubbe & Passarge, 1980). Bij het kauwen wordt daarom de onderkaak zijwaarts verplaatst zodat de tanden van de boven- en onderkaak over elkaar kunnen glijden en het voedsel kunnen klein maken. Door dit voortdurende malen van de kauwvlakken, vooral tijdens herkauwen, treedt er veel slijtage op. Om toch functioneel te blijven, groeien de tanden voortdurend verder uit vanuit de tandkas. De vrijgekomen dentine slijt sneller af dan de glazuurranden. Vooral bij jonge dieren zijn de tanden daardoor spits en versterken nog het slijtend effect. Bij verlies van één tand zal de tegenovergestelde tand blijven doorgroeien (Stubbe & Passarge, 1980). 1 TANDWISSEL EN SLIJTAGE 1.1 TANDWISSEL EN DOORBRAAK VAN DE TANDEN Tanddoorbraak en wissel geschieden in nauw omschreven levensfases en laten daardoor een nogal nauwkeurige ouderdomsschatting toe tot aan de voltooiing van het persisterend gebit (Rieck, 1979; Stubbe & Passarge, 1980; Neuhaus, 1998). Thate (1970) stelt zelfs dat men altijd kan nagaan of een ree jonger of ouder is dan één jaar. Het reekalf, gewoonlijk geboren in mei, bezit ofwel bij de geboorte alle melksnijtanden (Habermehl, 1961; Rieck, 1979; Neuhaus, 1998), of verkrijgt het deze binnen de eerste 3 à 4 weken (Habermehl, 1961). De melksnijtanden wisselen van mediaal naar lateraal (Thate, 1970; Stubbe & Passarge, 1980). Volgens Blase (1970) wisselen de binnentanden (Duits: Zangen ) op 5 maand leeftijd, de binnenmiddentanden op 10 maand, de buitenmiddentanden op 12 maand en de hoektanden op 14 maand leeftijd. Thate (1970) daarentegen stelt dat I1 pas op 7 maanden ouderdom, I2 en I3 op 10 maand en I4 op 12 maanden leeftijd wisselen. Klip (2003) beweert dat alle snij- en hoektanden vanaf de geboorte aanwezig zijn en dat het wisselen van de melktanden ongeveer op 3 maanden leeftijd reeds begint. De melksnijtanden Id1 en Id2 zijn duidelijk kleiner en smaller dan de blijvende tanden. De Id3 en de melkhoektand zijn slechts een beetje minder hoog dan de persisterende tanden (Wagenknecht, 1972). Alle melkpremolaren zijn vanaf geboorte aanwezig en wisselen rond de leeftijd van maand (Habermehl, 1961; Thate, 1970; Rieck, 1979; Neuhaus, 1998). De achterste melkpremolaar, Pd4, bestaat uit 3 tandlobben, terwijl zijn vervangkies, P4, slechts twee komponenten bevat (Habermehl, 1961; Thate, 1970; Rieck, 1979; Stubbe & Passarge, 1980; Neuhaus, 1998) (Fig. 5). De melkpremolaren vertonen na enkele tijd sterke slijtageverschijnselen, in tegenstelling tot de pas doorgebroken molaren, vermits de melktanden zachter zijn (Stubbe & Passarge, 1980). Hierdoor wordt door onervarenen vaak een te hoge leeftijd ingeschat (Thate, 1970; Rieck, 1979; Neuhaus, 1998).

13 7 Fig. 5: Pd3 op 1 en 10 maand en P3 op 15 maand leeftijd (v.l.n.r.) (Kerschagl, 1952) De eerste permanente molaar, M1, breekt door op 2 à 7 maand ouderdom, M2 op 4 à 10 maand, en M3 op 12 à 17 maand, waardoor het reekalf zijn permanent gebit ongeveer op 12 à 17 maand ouderdom bezit (Habermehl, 1961; Thate, 1970; Rieck, 1979) (Fig. 6 en 7). Volgens Klip (2003) is het gebit op 11 à 14 maanden compleet. Rieck (1979) en Neuhaus (1998) beweren dat M1 op ongeveer 2 maanden, M2 op circa 4 maanden leeftijd en M3 op 12 maand doorbreken. Fig. 6: Linker onderkaak van kitsen (lateraal aanzicht). Boven: kits (4 maand) met 4 kiezen; onder: kits (5-6 maand) waarbij de 5 e kies (M2) doorbreekt (Oehsen, 1988)

14 8 Fig. 7: Tanddoorbraak tussen 7 (boven) en 13 maand (onder) leeftijd (linker onderkaak, lateraal aanzicht) (Oehsen, 1988) Hieruit volgt dat M1 de oudste tand van het definitief gebit is en daardoor normaliter de meeste slijtage vertoont (Stubbe & Passarge, 1980; Klip, 2003) (Tabel 1 en 2). Het wisselen van het gebit kan langer duren in geval van slechte conditie van de dieren (Klip, 2003). Tabel 1. Tandwissel van het reewild volgens Habermehl (1961) Snijtanden Premolaren Molaren Maanden P(d)2 P(d)3 P(d)4 M1 M2 M3 Alle melksnijtanden aanwezig Melktanden aanwezig Wissel van Incisivi I ( Zangen ) Wissel van Incisivi II Wissel van Incisivi III en de hoektanden Bij geboorte aanwezig Melktand aanwezig Melktand aanwezig Melktand aanwezig Vervangtand aanwezig Bij geboorte aanwezig Melktand aanwezig Melktand aanwezig Melktand aanwezig Vervangtand aanwezig Bij geboorte aanwezig (3-delig) Melktand (3-delig) aanwezig Melktand (3-delig) aanwezig Melktand (3-delig) aanwezig Vervangtand (tweedelig) aanwezig Ontbreekt Ontbreekt Ontbreekt 0-1 Ontbreekt Ontbreekt Ontbreekt 2-5 Aanwezig Ontbreekt Ontbreekt 5-7 Aanwezig Aanwezig Ontbreekt 6-10 Aanwezig met weinig slijtage Aanwezig Aanwezig of doorbrekend 10-14

15 9 Tabel 2. Gebitsontwikkeling in de onderkaak naar Rieck (1979) Molaren M3 M2 M1 Ontbreekt tot 1 maand Verschijnt op 2 maand Ontbreekt tot Ontbreekt 4 maand tot 8-12 Verschijnt op maand 4-5 maand Verschijnt op 9-13 maand Aanwezig vanaf maand Aanwezig vanaf 5-6 maand Premolaren Melktanden, caudale premolaar 3-delig tot maand Onder de melktanden verschijnen blijvende tanden op maand Persisterende tanden recent in lijn gekomen vanaf maand Leeftijd in Snij- en hoektanden maanden Alleen melktanden tot 4-5 maand 1 1 e persisterende snijtand verschijnt op 4-5 maand 1 e persisterenede snijtand aanwezig vanaf 5-6 maand 2 e persisterende snijtand verschijnt op 6-8 maand 2 e persisterende snijtand aanwezig vanaf 7-9 maand 3 e persisterende snijtand verschijnt op 8-10 maand 3 e persisterende snijtand aanwezig vanaf 9-11 maand, Persisterende hoektand verschijnt op 9-11 maand Persisterende hoektand aanwezig vanaf maand MACROSCOPISCHE BEOORDELING VAN TANDSLIJTAGE Ouderdomsbepaling bij overjarige reeën gebeurt door schatting van de veranderingen van de kiezen als gevolg van tandslijtage (Stubbe & Passarge, 1980). Voor ouderdomsbepaling is het gebruikelijk geworden de slijtage aan de onderkaak te beoordelen, vermits deze makkelijker te verwijderen is of na insnijden van de mondhoeken makkelijk bekeken kan worden (Stubbe & Passarge, 1980). Verder kan de onderkaak ook makkelijker verstuurd en bewaard worden (Neuhaus, 1998). De kauwvlakken van de tegenovergestelde kiezen in boven- en onderkaak slijten elkaar geleidelijk af door het langdurige malen tijdens herkauwen. Hoe ouder het ree wordt, hoe groter het verlies is aan tandmassa. Om de afname in tandhoogte te compenseren, schuiven de tandwortels uit de tandkas en reikt de tand hoger, zodat zijn kauwvlak steeds het vlak van de tegenovergestelde tand bereikt. Door abrasie verandert met de tijd niet alleen de tandhoogte, maar ook het beeld van de kauwvlakken (Rieck, 1979; Neuhaus, 1998). Slijtage van de kiezen en afname van hun hoogte veroorzaken progressief een daling in het aandeel aan glazuur op het kauwvlak, terwijl het aandeel aan dentine steeds stijgt. Hierdoor verkrijgt men verschillende beelden in de verschillende leeftijdscategoriën (Rieck, 1979; Neuhaus, 1998). Er moet steeds in het achterhoofd gehouden worden, dat reeën die in bossen leven en grotendeels hout eten, meer slijtage zullen vertonen dan reeën die op het veld leven (Habermehl, 1961). Verder wordt de ouderdomsbepaling bemoeilijkt doordat soms beide onderkaakhelften verschillende slijtage kunnen vertonen wanneer een helft meer gebruikt wordt, hetzij uit gewoonte hetzij voor ontlasting van de mogelijks pijnlijke andere onderkaakhelft (Habermehl, 1961; Rutten, 2003). In dit geval moet

16 10 de ouderdom voor elke onderkaakhelft apart worden bepaald en vervolgens een gemiddelde worden berekend (Wagenknecht, 1972; Stubbe & Passarge, 1980). Bij een overjarig ree wordt uitsluitend de abrasie aan de zes mandibulaire kiezen beoordeeld (Thate, 1970). Volgens Thate (1970) speelt echter ook de kleur van de dentine, die ontstaat bij inwerking van voedselsappen, een rol: hoe donkerder de kleur, hoe harder de dentine; heel bleek tandbeen daarentegen is zachter, waardoor sneller slijtage optreedt. Hieruit volgt, dat reeën met een gelijke mate van tandslijtage een leeftijdsverschil van één jaar of zelfs meer kunnen hebben, als bij de ene ree de kaak zeer donker is en bij de andere veel bleker van kleur (Thate, 1970) (Fig. 8). Fig. 8: Verschillen in dentinekleur bij gelijke mate van slijtage (Oehsen, 1988) Rieck (1979) beschrijft dat, volgens zijn ervaring, tanden met bleke dentine snel en deze met donkerder dentine traag worden afgesleten. Bij onderzoek van gemarkeerde reeën viel namelijk op dat sterk afgesleten gebitten meestal bleke dentine hadden, terwijl gebitten met heel donkere dentine volgens hun leefijdsklasse opvallend gering waren afgesleten. Daarom worden in tabel 3 per jaar drie verschillende dentinekleuren aangehaald, wat het mogelijk maakt dat, ondanks de uiteenlopende tandslijtage bij reeën die even oud zijn, toch nog leeftijdsbepalingen kunnen gebeuren die voor de praktijk bruikbaar zijn (Rieck, 1979; Neuhaus, 1998).

17 11 Er dient bijgevolg gekeken te worden naar de wijze van slijtage alsook naar de dentinekleur. Met de tijd verdwijnt het glazuur meer en meer van het slijtvlak, waardoor het kauwvlak gladder wordt en er op heel hoge leeftijd nog maar een onduidelijke tandrest overblijft (Thate, 1970). Klip (2003) zegt dat door de verschillende hardheid van dentine en glazuur en door het wisselende voedselaanbod, er echter variatie is in nauwkeurigheid. Als men twijfelt, kan men volgens hem ook de verkleuring van het tandbeen tussen de kauwranden (i.e. op het occlusievlak) van de kies gebruiken omdat de dentinekleur verandert met de leeftijd. Zo geldt dat, naarmate de dentine donkerder is, het dier ouder is ten opzichte van de leeftijd die geschat wordt aan de hand van de slijtage. Wellicht moet men ermee rekening houden dat soms de dentine door bepaalde voedselpigmenten veel donkerder kleurt dan normaal (Klip, 2003). Er blijken dus echter verschillende hypotheses en uitspraken te zijn over de hardheid en de kleur van dentine. M. Saar (1991) heeft hiervoor in zijn dissertatie een oplossing gevonden. Hij bepaalde de hardheid van glazuur en dentine van alle premolaren met behulp van de Durimet-Pol-Hardheidsmeter van Leitz. Hierbij duwt men een KNOOP-diamant in de tand en de grootte van het ingedrukte oppervlak is een maat voor de hardheid van het tandweefsel. Uit deze studie bleek dat de hardste glazuur 2,38 keer harder was als de zachtste, terwijl de hardste dentine slechts 1,43 keer harder was dan de zachtste. Saar (1991) kwam tot de conclusie dat de hardheid van de dentine, onafhankelijk van de kleur en de ouderdom, steeds ongeveer gelijk is, terwijl er grote verschillen zijn in hardheid van het glazuur. Verschillen in slijtage resulteren bijgevolg niet uit hardheidsschommeling van de dentine, maar van het glazuur. Bij jonge dieren bedekt het glazuur de dentine en duurt het bij harder glazuur langer tot de dentine zichtbaar wordt dan bij zachte substantie en zou de ouderdom kunnen worden onderschat. Heel zacht glazuur daarentegen geeft het tegenovergesteld effect en leidt soms tot overschatting van de ouderdom (Saar, 1991). Høye (2006) geeft nog aan, dat er een slijtageverschil bestaat tussen de geslachten. In de reeënpopulaties die hij in Denemarken onderzocht ondervond hij meer slijtage bij bokken dan bij geiten. Als mogelijke reden noemt hij de verschillende levensstrategieën tussen mannelijke en vrouwelijke dieren in verband met geslachtsdimorphisme. Bokken steken bijgevolg meer energie in groei dan in kwaliteit van de weefsels waardoor ook hun tanden van minder goede kwaliteit zouden zijn en sneller afslijten dan bij de geiten (Høye, 2006). Er is ook gerapporteerd dat er erfelijke veschillen bestaan in de hardheid van glazuur (Bieger, 1939; Schätze, 2009) die bijgevolg ook een nauwkeurige leeftijdsbepaling aan de hand van tandslijtage bemoeilijken Snijtanden De abrasie van de snij- en hoektanden is niet typisch voor één leeftijdsklasse. Bij de opname van hard of bevroren voedsel breken de kronen van deze tanden vaak af, wat een sterkere slijtage suggereert (Stubbe & Passarge, 1980). Wel is de stand van de snijtanden volgens Thate (1970) onderhevig aan veranderingen. Hij stelt dat de implantingshoek tussen de snijtand en de kaak stomp is bij jonge dieren en geleidelijk meer recht wordt. Of een ree jong of oud is kan aan de hand van de hoekgrootte en de slijtage worden bepaald, maar een nauwkeurigere leeftijdsbepaling is daarmee niet mogelijk.

18 Premolaren De ouderdomsbepaling van het ree vanaf één jaar kan volgens Habermehl (1961) gebeuren aan de hand van de beoordeling van de glazuurplooien (Duits: Schmelzschlingen ) op het kauwvlak en van de bruin gekleurde dentinestrook (Duits: Dentinband ) die langs de glazuurplooien ligt en die na afwrijving van de bovenste glazuurlaag zichtbaar wordt (Fig. 9 en 10). In het begin is de dentine een smalle strook die door slijtage steeds breder wordt. De glazuurplooien staan ter hoogte van het occlusievlak eerst wijd open en worden steeds nauwer tot ze helemaal verdwenen zijn (Habermehl, 1961) (Tabel 3). Fig. 9: Bovenaanzicht van het occlusievlak van de caudale premolaar van de onderkaak (Saar, 1991) Fig. 10: Slijtage van de premolaren bij toenemende leeftijd van links naar rechts (Neuhaus, 1998) De glazuurplooien zijn ook als zijdelingse inhammen van het glazuur te zien aan de linguale zijde van de tand. Aan het vrije oppervlak van de kroon zijn ze het diepst en worden ondieper richting wortel. Ze zijn het equivalent van de glazuurbekers in de molaren (Rieck, 1979; Neuhaus, 1998). Direct voor de wisseling zijn de melkpremolaren sterk afgesleten, wat er wel eens toe kan leiden, een jaarling als heel oud in te schatten (Thate, 1970).

19 Molaren Voor de leeftijdsschatting aan de hand van de molaren van het ree vanaf één jaar gebruikt men volgens Habermehl (1961) de verandering aan de glazuurbekers, de glazuurbekerbinnenrand, de kauwvlakrand, de kauwranddentine, de kauwrandspits en het kauwvlak (Fig. 11). Glazuurbekers (tandkuilen; infundibula dentis; Duits: Kunden ) zijn instulpingen van het tandglazuur die vanuit het kauwvlak richting wortel in de tand binnendringen. De glazuurbekerbinnenrand (infundibulaire binnenrand; Duits: Kundeninnenrand ) is de rand van de glazuurbeker die naar de tong gericht is. De mediale kauwvlakrand, verder aangeduid als kauwrand (Duits: Kaurand ) is het deel van het kauwvlak dat naar de tong gericht is en de kauwranddentine (Duits: Kauranddentin ) is de bruine dentine die door slijtage van de mediale kauwrand zichtbaar wordt langs de mediale zijde van het kauwvlak (Duits: Reibefläche of Kaufläche ). De kauwrandspits (Duits: Kaurandwinkel ) is de spits uitstekende kauwrandpunt (Habermehl, 1961). De glazuurbekers worden nauwer naar de wortel toe, waardoor hun diameter afneemt naarmate de slijtage vordert (Rieck, 1979; Neuhaus, 1998). Fig. 11: Molar van een ree (zijaanzicht) (Neuhaus, 1998) Habermehl (1961) beschrijft de vormveranderingen van de molaren in detail. De glazuurbekers zijn aanvankelijk breed en diep, maar verdwijnen later helemaal door slijtage (Fig. 12). De glazuurbekerbinnenrand is hoog bij een net doorgebroken tand en zal uiteindelijk ook verdwijnen. De kauwranddentine wordt, naarmate de slijtage vordert, steeds breder, terwijl die in het begin smalrhomboïd (parallellogramvormig) is. Bij een jong ree is de kauwrandspits scherp en wordt na verloop van de tijd meer en meer stomp, totdat zij bij een oud ree helemaal afgesleten is. Het kauwvlak heeft in het begin uitstulpingen (glazuurrichels), wordt daarna vlak en tot slot meer of minder diep uitgehold.

20 14 Fig. 12: Slijtage van de mandibulaire molaren bij toenemende leeftijd van links naar rechts (Neuhaus, 1998) De leeftijdschatting van het reewild tussen 5 en 12 jaar kan volgens Habermehl (1961) relatief snel en eenvoudig aan de hand van de slijtage van de glazuurbekers gebeuren. Volgens Blase (1970) verdwijnen de glazuurbekers op 4 jaar aan de voorste helft van M1, op 5 jaar aan de achterste helft van M1, op 6 jaar vooraan M2, op 7-jarige leeftijd achteraan M2 en op 9 à 10 jaar aan het voorste en achterste derde van M3. Vanaf 10 tot 12 jaar ontbreekt M1 reeds helemaal en ook de andere molaren zijn nog maar deels aanwezig (Blase, 1970). Thate (1970) stelt vereenvoudigd dat een ree jonger dan vijf jaar is zolang de glazuurbeker in M1 niet geheel verdwenen is en verder dat de glazuurbeker in M2 op ongeveer 7 jaar en deze in M3 op negen à tienjarige leeftijd is verdwenen. Op hoge leeftijd zijn de snijvlakken van de kiezen geheel glad geworden en één of meer kiezen zijn zelfs geheel of praktisch helemaal verdwenen (Thate, 1970) (Fig. 13) Fig. 13: Slijtage van de rostrale molar (M1) van de onderkaak, bij toenemende leeftijd van links naar rechts (Habermehl, 1961)

21 Jaar >15 15 Er is sterkere slijtage met toenemende leeftijd. Bijzonder snel neemt de tand in hoogte af, wanneer het glazuur van de glazuurbekers verdwenen is (Stubbe & Passarge, Rehwild, 1980). Tabel 3. Ouderdomsbepaling door middel van slijtage van de tanden van afgekookte onderkaken naar (Wagenknecht, 1972) en (Rieck, 1979) Dentine- Premolaren Molaren kleur Glazuurbekers Kauwranddentine Glazuurplooien Dentine -strook M1 M2 M3 M1 M2 M3 Zwartbruin Nieuw, hoog, slijtageverschijnselevormivormiverschijnsel Ruim open Ruim open Vers, hoog Streep- Streep- Slijtage- Bruin Nieuw, hoog, slijtageverschijnselen Open Ruim open Vers, hoog Smal- Streep- Slijtage- rhomboïd vormig verschijnsel Lichtbruin Nieuw, hoog, slijtageverschijnselen Nauw Open Vers, hoog Rhomboïd Smal- Slijtage- rhomboïd verschijnsel Zwartbruin Ruim open Heel Open Open Ruim open Smal- Smal- Streepvormig dun rhomboïd rhomboïd Lichtbruin Open Dun Nauw Nauw Open Rhomboïd Rhomboïd Smalrhomboïd Zwartbruin Ruim Heel Open Open Ruim open Smal- Smal- Streepvormig dun rhomboïd rhomboïd Bruin Open Dun Nauw Nauw Open Rhomboïd Rhomboïd Smalrhomboïd Lichtbruin Vernauwd Smal Heel nauw Nauw Open Ovaal Rhomboïd Smalrhomboïd Zwartbruin Open Dun Nauw Nauw Open Rhomboïd Rhomboïd Smalrhomboïd Bruin Vernauwd Smal Heel nauw Nauw Open Ovaal Rhomboïd Smalrhomboïd Lichtbruin Sterk Breed Verdwijnend Zeer nauw Nauw Ovaal Ovaal Rhomboïd vernauwd Zwartbruin Vernauwd Smal Heel nauw Nauw Open Ovaal Rhomboïd Smalrhomboïd Bruin Sterk Breed Verdwijnend Zeer nauw Nauw Ovaal Ovaal Rhomboïd vernauwd Lichtbruin Verdwijnend Zeer Resten Verdwijnend Zeer nauw Breed Ovaal Ovaal breed Zwartbruin Sterk Breed Verdwijnend Zeer nauw Nauw Ovaal Ovaal Rhomboïd vernauwd Bruin Verdwijnend Zeer Resten Verdwijnend Zeer nauw Breed Ovaal Ovaal breed Lichtbruin Resten Breed Verdwenen Resten Verdwijnend Breed Breed Ovaal Zwartbruin Verdwijnend Zeer Resten Verdwijnen Zeer nauw Breed Ovaal Ovaal breed Bruin Verdwenen Breed Verdwenen Resten Verdwijnend Breed Breed Ovaal Lichtbruin Verdwenen Breed Tot op wortel Verdwenen Resten Breed Breed Breed afgesleten Zwartbruin Resten Breed Verdwenen Resten Verdwijnend Breed Breed Ovaal Bruin Verdwenen Breed Tot op wortel Verdwenen Resten Breed Breed Breed afgesleten Lichtbruin Tot op wortel afgesleten of uitgevallen Verdwenen Breed Breed Breed Zwartbruin Verdwenen Breed Tot op wortel Verdwenen Resten Breed Breed Breed afgesleten Bruin Tot op wortel afgesleten of uitgevallen, tandenrij vaak Verdwenen Breed Breed Breed golvend door verlies van tanden Zwartbruin Tot op wortel afgesleten of uitgevallen, tandenrij vaak Verdwenen Breed Breed Breed golvend door verlies van tanden 1.3 MORPHOMETRISCHE ANALYSE VAN DE TANDSLIJTAGE Stubbe en Lockow (1990) hebben samen een methode ontwikkeld, om de graad van slijtage objectiever te kunnen beoordelen. Hierbij wordt de hoogte van M2, vanaf het occslusievlak tot aan de grens waar de pigmentatie begint, met een schuifpasser aan de buccale zijde opgemeten. Als M2 heel sterke slijtage vertoont, dan wordt de hoogte van alle molaren en premolaren van de onderkaak gemeten en hiervan het gemiddelde berekend (Stubbe & Lockow, 1990). Vermits de ouderdom het meest nauwkeurig kan worden bepaald wanneer men meerdere kenmerken in betrekking neemt (Kerschagl, 1952), koppelen Stubbe en Lockow (1990) de hoogte van M2 bij bokken aan de diameter

22 16 van de rozenstokken van hun gewei. De verschillende waardes worden uitgezet op een nomogram waaraan dan de leeftijd kan worden afgelezen (Fig. 14 en 15). Fig. 14: Nomogram I voor de leeftijdsbepaling van bokken aan de hand van de hoogte van M2 en de rozenstokdiameter (Stubbe & Lockow, 1990) Fig. 15: Nomogram II voor de leeftijdsbepaling van bokken aan de hand van de gemiddelde hoogte van alle kiezen van de onderkaak en de rozenstokdiameter (Stubbe & Lockow, 1990)

23 17 Ook bij geiten kan deze methode worden toegepast. Vermits de vrouwelijke reeën echter geen gewei bezitten, wordt bij hen P3 en M2 gemeten en worden de resultaten via een kruistabel weergegeven (Stubbe & Lockow, 1990) (Fig. 16). Fig. 16: Kruistabel voor de leeftijdsbepaling van geiten aan de hand van de hoogte van P3 en M2 (Stubbe & Lockow, 1990) In het tijdschrift Capreolus beschrijft Rutten (2003) in detail de methode ontwikkeld door Stubbe en Lockow (1990), en vergelijkt deze met de leeftijdsbepaling aan de hand van de slijpplaatjesmethode (zie hoofdstuk 2) en de gewone slijtage. Rutten (2003) komt tot de conclusie, dat deze methode zowel waardevol als gebruiksvriendelijk is. 2 CEMENTLIJNEN Vermits de beoordeling van de tandslijtage niet altijd vrij is van subjectieve invloeden, werd op zoek gegaan naar meer objectieve methodes zoals het tellen van de cementlijnen aan de tandwortels van snijtanden of kiezen (Hofmann, 1978). Een tand die ouder wordt ondergaat drie verschillende invloeden (Hofmann, 1978). Ten eerste ondergaat hij slijtage door het kauwen waarbij aanvankelijk het glazuur en later ook de dentine afgesleten worden. Voortdurende slijtage zou uiteindelijk in een open pulpaholte resulteren, wat door de tweede gebeurtenis, de afzetting van nieuwe dentine binnenin de tand, vermeden wordt. Deze nieuwe dentine wordt secundaire dentine of neodentine genoemd. Ten derde wordt er ook nieuw cement gevormd aan de tandwortels (Hofmann, 1978). Het cement is een dunne laag van gemineraliseerd weefsel dat de oppervlakte van de tandwortel bedekt. Normaal gezien is de cement het dikst aan de apex van de wortel en wordt steeds dunner naar de tandhals toe. Ter hoogte van de apex kan de cement tot 1 mm dik zijn en aan de tandhals soms slechts enkele micrometer (Saar, 1991). Zowel de nieuwe dentine als ook het nieuwe cement zetten zich in meer of minder regelmatige lagen af. Men onderscheidt hierbij bleke, brede zomerlagen of zomerlijnen en donkere, smalle winterlijnen.

24 18 Binnen één jaar wordt dus zowel de cement als de vervangdentine in een dubbele zone bestaande uit een lichte zomer- en een donkere winterzone afgezet (Aitken, 1975; Hofmann, 1978). De eerste laag wordt op een leeftijd van ongeveer één jaar afgezet, waardoor de hoeveelheid ringen overeenkomt met de leeftijd van het dier in jaren (Aitken, 1975). Bij de meeste dieren zal de eerste zomerzone het breedst zijn, tot 80 µm dik en kan soms zelfs bij een 6-jarig ree breder zijn dan alle daaropvolgende ringen samen (Saar, 1991). Het tellen van de verschillende lijnen gebeurt aan de hand van overlangse slijpplaatjes van de kiezen of snijtanden (Fig. 17). Deze worden onder de microscoop of met een sterke handlens bekeken en geteld (Aitken, 1975; Hofmann, 1978). In M1 en M2 zijn de lijnen het duidelijkst (Aitken, 1975). De verschillende lijnen zijn bij deze methode echter vaak onduidelijk en het tellen wordt daardoor moeilijk. Polijsten van het snijvlak zou kunnen helpen (Aitken, 1975) maar er werd ook naar een betere methode gezocht. Bij deze nieuwere methode wordt de mediale snijtand ontkalkt en dan met een microtoom ter hoogte van het onderste derde van de wortel in dunne dwarse schijfjes gesneden, die dan gekleurd worden. Deze schijfjes worden eveneens onder de microscoop bekeken en geven de zomer- en winterlijnen zeer goed weer. Het grootste voordeel van deze techniek bestaat erin dat men bij deze methode dwarse doorsnedes maakt waarbij men zeker een segment vindt, waar de lijnen ver genoeg uit elkaar liggen om zonder twijfel geteld te kunnen worden (Hofmann, 1978). Ook Saar (1991) gebruikt in zijn studie deze methode, die volgens hem door Habermehl et al. (1980) voor het eerst beschreven wordt. Er bestaat een heel goede correlatie (r = 0,989) tussen de ouderdom die men bekomt na histologisch tellen van de cementzones en de daadwerkelijke ouderdom van reeën die bij de geboorte werden gemerkt (Saar, 1991). Høye (2006) stelt echter dat deze methode nog nooit aan grote aantallen gemarkeerde reeën getest werd en dat het moeilijkt blijkt om de leeftijd van reeën aan de hand van de cementlijnen te bepalen. Fig. 17: Cementlijnen aan P2 van een 9 jaar oude geit (Richter, 2009) Als het tijdstip van de dood van een ree bekend is, kan de ouderdom volgens Aitken (1975) redelijk nauwkeurig bepaald worden. Men gaat ervan uit, dat de meeste dieren rond 1 juni geboren worden. Wordt een ree bijvoorbeeld op 1 december geschoten, en men telt vier lichte lijnen, zal het dier vier jaar en zes maanden oud zijn. Gebeurt de afschot echter in de lente, dan zal de zomerlijn van cement nog niet te zien zijn en dan telt men de witte zones plus het aantaal maandan vanaf de vorige juni (Aitken, 1975).

25 19 Bij volwassen bokken kunnen er af en toe fijne, discontinue lijntjes aangetroffen worden binnen in de witte zones. Deze blijken gevormd te worden gedurende de bronst en mogen niet verward worden met jaarringen (Aitken, 1975). De vorming van duidelijke zones in het cement is afhankelijk van het feit dat er een verschil is in groeisnelheid van de dieren tussen zomer- en winterperiodes. In sommige populaties met een goede habitat met weinig extreme weerscondities zullen er slechts weinig verschillen zijn in winter- en zomergroeisnelheid en zullen ook de lijnen minder duidelijk zijn (Aitken, 1975). 3 ANDERE METHODES Wagenknecht (1972) wijst nog op een weinig gekend slijtagekenteken van de molaren. Bij de weinig afgesleten molaren is de achterste glazuurbeker aan de linguale zijde van de tand open. Met voortschrijdende slijtage wordt die glazuurbeker ondieper en gaat deze verbinding verloren. De glazuurbeker is dan aan de linguale kant gesloten en de kauwranddentine omgeeft de glazuurbeker rondom (Wagenknecht, 1972). Verder vermindert de totale lengte van de tandenrij, gevormd door alle premolaren en molaren, met stijgende leeftijd (Wagenknecht, 1972). Dit heeft te maken met het feit dat de tanden, om slijtage te compenseren, uit de tandkas geschoven worden en daarbij tegelijk ook dichter bij mekaar komen te staan (Wagenknecht, 1972). Volgens Stubbe (1980) heeft dit ook met de wigvorm van de tanden te maken. Hierdoor ontstaan diastema s tussen de tandhalsen bij jonge dieren. Naarmate slijtage vordert zullen de kauwvlakken geen contact meer met elkaar maken, wat de tanden compenseren door tegen elkaar op te schuiven (Stubbe & Passarge, 1980).

26 20 BESPREKING Rieck (1979) stelt dat de ouderdomsbepaling aan de hand van tandslijtage van de kiezen een betrouwbare methode is en circa 80% van de onderkaken correct kunnen gecorreleerd worden aan de juiste ouderdomsklasse. Deze stelling wordt echter niet bevestigd door Saar (1991) die 125 kaken van gemarkeerde reeën door drie ervaren biologen liet schatten aan de hand van tandslijtage. Slechts bij 42% van de dieren werd de ouderdom correct geschat. Bij deze dieren waren er echter 25% jaarlingen, die bijna allen correct geschat werden, zodat het percentage juist geschatte meerjarige reeën daalde naar amper 20% (Saar, 1991). Ook andere auteurs zoals Reimoser et al. (2004) of Stubbe en Lockow (1990), die vergelijkbare proeven deden, kwamen tot gelijkaardige conclusies en stelden evengoed vast dat ouderdomsbepaling aan de hand van slijtage bij oude dieren moeilijk is. De ouderdomsbepaling aan de hand van cementzones daarentegen is de meest betrouwbare methode (Saar, 1991; Schätze, 2009). Het bepalen van cementzones is echter redelijk duur en ook tijdintensief en daarom niet bruikbaar voor de routinematige ouderdomsbepaling van een groot aantal dieren (Saar, 1991). Volgens meerdere onderzoekers, waaronder Rieck (1979), is geel gekleurde dentine zachter dan donker dentine. Saar (1991) komt echter tot de conclusie dat de hardheid van dentine onafhankelijk is van de kleur en de ouderdom, en de verschillende slijtageverschijnselen bij even oude dieren bijgevolg resulteren uit schommelingen in hardheid van het glazuur. Muylle et al. (1999), die een multifactorieel onderzoek over de hardheid van dentine uitvoerden bij paardentanden, toonden aan dat dentine uit kleine tubuli bestaat, die naargelang de locatie in de tand een andere configuratie en een andere diameter kunnen hebben. Het variabele aantal tubuli op een bepaalde positie in de tand kan bepalend zijn voor de hardheid van de dentine. Bijkomend onderzoek aan reeëntanden zou kunnen duidelijk maken, of dit ook voor deze diersoort zou gelden. Stubbe en Lockow (1990) hebben aan 277 schedels van reeën in totaal 34 leeftijdskenmerken, waaronder tandhoogte, ooglensgewicht en de lengte van het neusseptum, bepaald en via een rekensysteem hun correlatie met de ouderdom van de dieren achterhaald. Zij kwamen tot de conclusie dat, wanneer men slechts één kenmerk beoordeelt, de ouderdom niet met hoge waarschijnlijkheid kan worden bepaald. Een nauwkeurige leeftijdsbeplaing wordt volgens Stubbe en Lockow (1990) slechts mogelijk wanneer men alle kenmerken in hun gemeenschapplijke context analyseert via moderne rekensystemen. Veel reeën vertonen aangeboren anomaliën aan de tanden, vooraal ter hoogte van de meest rostrale en de meest caudale kiezen, wat zeker ook de ouderdomsbepaling aan de hand van het gebit bemoeilijkt (Boch & Schneidawind, 1988). Tandanomaliën zijn goed bekend bij herkauwers, ook bijvoorbeeld bij schapen worden er veel aangeboren gebitsafwijkingen gerapporteerd (Cocquyt et al., 2005).

27 21 Alhoewel door onderzoek werd bewezen, dat de leeftijdsbepaling aan de hand van tandabrasie niet vrij van fouten is, wordt ervan uitgegaan dat de ouderdomsbepaling aan de hand van slijtage van premolaren en molaren in de onderkaak voor de praktijk van de jager waarschijnlijk de meest gebruikte zal blijven (Saar, 1991). Toch zouden alternatieve methodes, die in de praktijk bruikbaar zijn, waardevolle informatie kunnen bieden in de talrijke gevallen waarbij de leeftijdsbepaling aan de hand van het gebit onzeker of onduidelijk is.

28 22 REFERENTIELIJST Aitken R. J. (1975). Cementum layers and tooth wear as criteria for ageing Roe deer. Journal of Zoology, 175, p Bieger W. (1939). Anleitung zur Altersschätzung des Wildes (Ausg. 2). Berlin: Paul Parey, p Blase R. (1970). Die Jägerprüfung. Melsungen: Verlag J. Neumann-Neudamm, p Blase R. (2001). Die Jägerprüfung (Ausg. 27). Wiebelsheim: Quelle & Meyer Verlag, p Boch J., Schneidawind H. (1988). Krankheiten des jagdbaren Wildes. Hamburg: Paul Parey, p Cocquyt G., Driessen B., Simoens P. (2005). Variability in the eruption of the permanent incisor teeth in sheep. The Veterinary Record, 157, p Habermehl K. H. (1961). Die Altersbestimmung bei Haustieren, Pelztieren und beim jagdbaren Wild. Berlin und Hamburg: Paul Parey, p Habermehl K. H. (1985). Altersbestimmung bei Wild- und Pelztieren (Ausg. 2). Berlin und Hamburg: Paul Parey, p Habermehl K., Geiger G., Wehner M. (1980). Zur Technik der Darstellung und zur Bewertung der altersabhängigen Wurzelzementschichtung an den Zangen (I1) des europäischen wiederkauenden Schalenwildes. Säugetierkundliche Mitteilungen, 28-4, p Geciteerd door Saar M. (1991) Hofmann R. R. (1978). Wildbiologische Informationen für den Jäger. Stuttgart: Ferdinand Enke Verlag, p Høye T. T. (2006). Age determination in roe deer - a new approach to tooth wear evaluated on known age individuals. Acta Theriologica, 51, p Kerschagl W. (1952). Rehwildkunde. Wien: Hubertusverlag, p Klip B. (2003). Leeftijdsbepaling bij reeën subjectief en objectief. Capreolus, 37, p Krebs H. (1976). Jung oder alt? (Ausg.9). München: BLV Verlagsgesellschaft, p. 32. Muylle S., Simoens P., Lauwers H. (1999). Age related morphology of equine incisors. Doctoraatsthesis Faculteit Diergeneeskunde, Gent, p Neuhaus, A. H. (1998). Das Rehwild. (Ausg. 3) Mainz: Verlag Dieter Hoffmann, p Oehsen F. (1988). Jäger-Einmaleins (10 Ausg.). Hannover: Landbuch-Verlag, p Reimoser F., Willing R., Zandl J., Reimoser S. (2004). Genauigkeit der Altersbestimmung nach der Zahnabnutzung am Unterkiefer beim Reh. Beiträge zur Jagd- und Wildforschung, 29, p Richter T. (2009). Hoe oud is dat ree precies? Leeftijdsbepaling met behulp van slijpplaatjes. De Nederlandse Jager, 17, p Rieck W. (1979). Rehwildalter-Merkblatt (Ausg. 7). Münden: Verlag Dieter Hoffmann, p Rutten A. (2003). Leeftijdsbepaling bij het ree na het schot. Capreolus, 38, p Saar M. (1991). Altersabhängige Veränderungen am Schädel und an den Zähnen des Rehes, Capreolus capreolus (Linné, 1785). Doctoraatsthesis Faculteit Geneeskunde, Gießen, p

29 23 Schätze C. (2009). Genauer geht s nicht - Die Zementzonenmethode. Wild und Hund, 4, p Schoon R. (2006). Met een mond vol tanden... Capreolus, 50, p Stubbe C., Lockow K. W. (1990). Meßschieber statt Götterblick. Wild und Hund, 26, p Stubbe C., Passarge H. (1980). Rehwild (Ausg. 2). Berlin: Deutscher Landwirtschaftsverlag, p Thate J. O. (1970). Het Reewild. Leiden: Drukkerij N.V. J.J. Groen en Zoon, p Wagenknecht E. (1972). Die Altersbestimmung des erlegten Wildes (Ausg. 2). Berlin: VEB Deutscher Landwirtschaftsverlag, p

30 24 BIJLAGEN Bijlage I: Foto s van onderkaken van reeën van verschillende leeftijden en met verschillende dentinekleuren (Oehsen, 1988)

31 25

32 26 Bijlage II: Foto s van de onderkaken van reebokken van verschillende leeftijden (Blase, 2001)

33 27

34 28 Bijlage III: Foto s van de onderkaken van reeën van verschillende leeftijden (Krebs, 1976)

35 29 Bijlage IV: Foto s van onderkaken van reeën van verschillende leeftijden en microscopische opnames van de cementlijnen in dwarsdoorsnedes van tandwortels (Saar, 1991)

36 30

37 31

38 32

39 33

40 34

41 35

42 36

43 37

44 38

45 39 Bijlage V: Methode voor leeftijdsbepaling van reeën volgens Neuhaus (1998): eerst kijkt men of het een definitief gebit is en bijgevolg 6 kiezen heeft, waarvan de derde (P4) 2-delig is (Tafel 1). Daarna worden de tanden met de foto s van Tafel II en III (zie volgende bladzijden) vergeleken en rekening houdend met de dentinekleur gekeken, met welke leeftijdsklasse het gebit best overeenkomt. Tot slot controleert men het resultaat in tabel 3 (zie literatuurstudie) en corrigeert desnoods de leeftijd naar onder of naar boven. (Neuhaus, 1998)

46 40

47 41

48 42 Bijlage VI: Foto s van slijtage van premolaren, molaren en onderkaken van reeën van verschillende leeftijden (Wagenknecht, 1972)

49 43

50 44

51 45 Bijlage VII: Tekeningen van dwarsdoorsnedes doorheen premolaren en molaren en foto s van onderkaken van reeën van verschillende leeftijd (Kerschagl, 1952)

52 46

53 47

54 48

55 49

56 50

57 51

58 52

59 53

60 54

61 55

62 56

63 57 Bijlage VIII: Foto s van snijtanden en kiezen van onderkaken van reeën van verschillende leeftijden (Bieger, 1939)

64 58 Bijlage IX: Microcopische opname van cementlijnen in de wortel van P2 van een 5-jarige bok (Richter, 2009)

VERENIGING "HET REEWILD"

VERENIGING HET REEWILD ,---- ---------------- - - - --- ---------- -- - - - VERENGNG HET REEWLD BESCHERMHEER : Z.K.H. PRNS BERNHARD DER NEDERLANDEN Handleiding voor de leeftijdsschatting van reewild naar het Rehwildaltermerkblatt

Nadere informatie

Tandheelkunde. Bouw en functie van het gebit

Tandheelkunde. Bouw en functie van het gebit Tandheelkunde Bouw en functie van het gebit Anatomie en fysiologie van het gebit Inleiding Iedere diersoort wordt gekenmerkt door zijn gebit. Het aantal en de vorm van de tanden en kiezen zijn namelijk

Nadere informatie

Het gebit. Globaal bestaat iedere kaakhelft (uitgaand van vier kaakhelften, namelijk rechtsboven, linksboven, rechtsonder en linksonder) uit:

Het gebit. Globaal bestaat iedere kaakhelft (uitgaand van vier kaakhelften, namelijk rechtsboven, linksboven, rechtsonder en linksonder) uit: Het gebit Tanden en kiezen De voortanden van het paard worden snijtanden genoemd. Zij worden gebruikt om tijdens het grazen voedsel te pakken en af te snijden. De kiezen worden premolaren en molaren genoemd.

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar LEEFTIJDSBEPALING VAN DE REE AAN DE HAND VAN HET SLUITEN VAN DE SCHEDELNADEN

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar LEEFTIJDSBEPALING VAN DE REE AAN DE HAND VAN HET SLUITEN VAN DE SCHEDELNADEN UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2013-2014 LEEFTIJDSBEPALING VAN DE REE AAN DE HAND VAN HET SLUITEN VAN DE SCHEDELNADEN door Jane Christine SIEBEN Promotoren: Prof. Dr. Paul Simoens

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Anatomie van gebit en schedel 9 1.1 De bouw van gebitselementen 9 1.2 Vorm van de schedel 12 1.3 De beet 14 1.4 Gebitsformules 16 1.5 Afsluiting 19 2 Oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD

LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD Wat gebeurt er in het spijsverteringsstelsel. De organen van het spijsverteringsstelsel kunnen opnoemen. Beschrijving kunnen geven van wat er met het voedsel in de mond gebeurt. 1. LESBEGIN Korte herhaling

Nadere informatie

Ouderdomsbepaling van het paard naar zijn gebit.

Ouderdomsbepaling van het paard naar zijn gebit. Ouderdomsbepaling van het paard naar zijn gebit http://hdl.handle.net/1874/30311 Ouderdomsbepaling van het paard naar zijn gebit Ouderdomsbepaling van het paard naar zijn gebit Een juiste kennis van

Nadere informatie

Tandheelkunde. Onderscheid tussen gebitten, gebitsformule, belangrijke begrippen en schedelvorm

Tandheelkunde. Onderscheid tussen gebitten, gebitsformule, belangrijke begrippen en schedelvorm Tandheelkunde Onderscheid tussen gebitten, gebitsformule, belangrijke begrippen en schedelvorm Onderscheid tussen gebitten, gebitsformule, belangrijke begrippen en schedelvorm Inleiding Als paraveterinair

Nadere informatie

tandglazuur kroon tandvlees zenuwholte wortel kaakbot bloedvat en zenuw r tandbeen

tandglazuur kroon tandvlees zenuwholte wortel kaakbot bloedvat en zenuw r tandbeen Een wit en stralend gebit. Wie wil dat niet? Mooie witte tanden zijn populair en het aanbod om ze te krijgen is enorm. De reclames beloven hagelwitte tanden, vaak zelfs binnen een uur. Tanden wit maken

Nadere informatie

Wisselen: van melkgebit naar blijvend gebit

Wisselen: van melkgebit naar blijvend gebit Wisselen: van melkgebit naar blijvend gebit Blijvend gebit vervangt melkgebit De meeste kinderen wisselen hun tanden vanaf hun 6 e jaar. De wisselperiode is een heel belangrijke fase in de ontwikkeling

Nadere informatie

HET GEBIT VAN DE HOND Annet Ockhuysen en Bernard Vortman

HET GEBIT VAN DE HOND Annet Ockhuysen en Bernard Vortman HET GEBIT VAN DE HOND Annet Ockhuysen en Bernard Vortman Het is wenselijk dat iedereen die een hond heeft iets afweet van het gebit. Dit geldt vooral voor diegenen, die een pup aanschaffen. Met name tijdens

Nadere informatie

TANDEN EN TANDPROBLEMEN BIJ KONIJNEN. Recessief vererven wil zeggen, dat wanneer men een dier met. Geplaatst met toestemming van de schrijver.

TANDEN EN TANDPROBLEMEN BIJ KONIJNEN. Recessief vererven wil zeggen, dat wanneer men een dier met. Geplaatst met toestemming van de schrijver. TANDEN EN TANDPROBLEMEN BIJ KONIJNEN. Bron: http://www.konijnen.be/club/artikelen/tanden.htm Geplaatst met toestemming van de schrijver. Recessief vererven wil zeggen, dat wanneer men een dier met olifantstanden

Nadere informatie

Module Tandheelkunde bij gezelschapsdieren

Module Tandheelkunde bij gezelschapsdieren Module Tandheelkunde bij gezelschapsdieren De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL Colofon Auteur

Nadere informatie

Kan ik tijdens de bleekbehandeling alles eten en drinken? Welk resultaat zal het bleken opleveren? Bleken

Kan ik tijdens de bleekbehandeling alles eten en drinken? Welk resultaat zal het bleken opleveren? Bleken Bleken Bleken Bleek uw tanden altijd onder begeleiding van uw tandarts of mondhygiënist Een wit en stralend gebit. Wie wil dat niet? Mooie witte tanden zijn populair en het aanbod om ze te krijgen is enorm.

Nadere informatie

Wegwijzer tentoonstelling

Wegwijzer tentoonstelling Wegwijzer tentoonstelling Tanden bepalen een groot deel van jouw leven. Waarvoor dienen onze tanden? Voedsel kauwen is de belangrijkste functie van de tanden. De tanden vermalen het voedsel en bereiden

Nadere informatie

6,2. Werkstuk door een scholier 2210 woorden 14 juni keer beoordeeld. Inleiding

6,2. Werkstuk door een scholier 2210 woorden 14 juni keer beoordeeld. Inleiding Werkstuk door een scholier 2210 woorden 14 juni 2001 6,2 309 keer beoordeeld Vak Biologie Inleiding Het gebit is een zeer belangrijk onderdeel in de vertering van ons voedsel. Het zorgt ervoor dat het

Nadere informatie

Wachtkamerfolder Eerste tandje? Poetsen!

Wachtkamerfolder Eerste tandje? Poetsen! Wachtkamerfolder Eerste tandje? Poetsen! Poets zodra het eerste tandje doorbreekt Je kindje is al weer 6 maanden. Een mijlpaal. Grote kans dat er binnenkort een tandje doorbreekt. Je ziet misschien al

Nadere informatie

Inhoud 1. Het gebit 2. De eerste tanden 3. Wisselen 4. Een nieuw gebit 5. Zorg voor je gebit 6. De tandarts 7. Een gaatje 8. Zoet 9.

Inhoud 1. Het gebit 2. De eerste tanden 3. Wisselen 4. Een nieuw gebit 5. Zorg voor je gebit 6. De tandarts 7. Een gaatje 8. Zoet 9. Tanden en kiezen Inhoud. Het gebit 3. De eerste tanden 4 3. Wisselen 5 4. Een nieuw gebit 6 5. Zorg voor je gebit 7 6. De tandarts 0 7. Een gaatje 8. Zoet 9. Filmpje 3 Pluskaarten 4 Bronnen en foto s 6

Nadere informatie

het gebit visueel geïnspecteerd. Daarbij werd eveneens een oordeel vos, waarbij ze ofwel subadult (eerstejaars) ofwel

het gebit visueel geïnspecteerd. Daarbij werd eveneens een oordeel vos, waarbij ze ofwel subadult (eerstejaars) ofwel Hoe oud is deze vos? Jaap Mulder & Joke van der Giessen Tijdens een recent onderzoek naar het voorkomen van de vossenlintworm in ZuidLimburg werden veel vossen ingezameld, die door jagers voor dit doel

Nadere informatie

Het gebit van de hond *

Het gebit van de hond * 1 Het gebit van de hond * Beoordeling van het gebit van het Schipperke Dr. R. Pollet De gebitselementen vormen het gebit van de hond. Ze bevinden zich in de mondholte, die het begin is van het spijsverteringskanaal.

Nadere informatie

Tandheelkunde. Knaagdieren en konijnen

Tandheelkunde. Knaagdieren en konijnen Tandheelkunde Knaagdieren en konijnen Inhoud Verschil knaagdieren en konijnen Anatomie van het gebit Symptomen Afwijkingen Oorzaken afwijkingen Behandeling gebitsproblemen - tanden Behandeling gebitsproblemen

Nadere informatie

Bleken. Bleken. De kleur van uw tanden

Bleken. Bleken. De kleur van uw tanden Bleken Bleken Een wit en stralend gebit. Wie wil dat niet? Mooie witte tanden zijn populair en het aanbod om ze te krijgen is enorm. De reclames beloven hagelwitte tanden, vaak zelfs binnen een uur. Tanden

Nadere informatie

Werkblad schedels groep 1

Werkblad schedels groep 1 Werkblad schedels groep 1 De lengte van het dier is ongeveer 5 keer de lengte van de schedel Hoe lang is de schedel? Meet langs de zijkant Hoe breed is de oogkas? Schedel nr 1 Schedel nr 2 Schedel nr 3

Nadere informatie

Wisselen: van melkgebit naar blijvend gebit

Wisselen: van melkgebit naar blijvend gebit Wisselen: van melkgebit naar blijvend gebit Wisselen: van melkgebit naar blijvend gebit De meeste kinderen wisselen hun tanden vanaf hun zesde jaar. De wisselperiode is een heel belangrijke fase in de

Nadere informatie

The Outcome of Root-Canal Treatments Assessed by Cone-Beam Computed Tomography Y. Liang

The Outcome of Root-Canal Treatments Assessed by Cone-Beam Computed Tomography Y. Liang The Outcome of Root-Canal Treatments Assessed by Cone-Beam Computed Tomography Y. Liang Samenvatting en Conclusies In dit onderzoek zijn zowel in-vivo als ex-vivo methoden gebruikt om de resultaten van

Nadere informatie

Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel. Dwarse doorsnede van een boomstam

Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel. Dwarse doorsnede van een boomstam Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel Dwarse doorsnede van een boomstam Spinthout (licht) en kernhout (donker) Spinthout is het niet-verkernde hout van een boom: het bevindt zich tussen het kernhout

Nadere informatie

8. VERKLARENDE WOORDENLIJST

8. VERKLARENDE WOORDENLIJST 8. VERKLARENDE WOORDENLIJST Abrasie: voortschrijdend verlies van de harde tandweefsels ten gevolge van mechanische afslijting door niet-fysiologische oorzaken zoals bv. bruxisme (in tegenstelling tot attritie)

Nadere informatie

Aanleuningsproblemen

Aanleuningsproblemen Aanleuningsproblemen De weg naar een betere communicatie Een aanleuningsprobleem kan diverse oorzaken hebben waarvan er hier een aantal wordt toegelicht. Stel je eens voor dat je een bit in je mond zou

Nadere informatie

Het melkgebit. Kleine mond, kleine tanden

Het melkgebit. Kleine mond, kleine tanden Het melkgebit Kleine mond, kleine tanden In de kleine mond van een kind passen geen volwassen tanden. Daarom krijgt een kind eerst een melkgebit. Het gebit is belangrijk om te bijten, kauwen, spreken en

Nadere informatie

HET IS WEER FEBRUARI!!!!

HET IS WEER FEBRUARI!!!! HET IS WEER FEBRUARI!!!! Deze nieuwsbrief staat in het teken van: Gedurende deze maand kunt u GRATIS het gebit van uw hond of kat laten nakijken en indien er behandeling nodig is, krijgt u in de maand

Nadere informatie

Kom naar voor en duid op de tekening het tandbeen van de tand aan.

Kom naar voor en duid op de tekening het tandbeen van de tand aan. Uit elke groep zal 1 iemand vooraan zijn tanden komen poetsen. Een ideale poetsbeurt duurt 2 minuten. Het is nu aan de andere groepsleden om in te schatten wanneer de 2 minuten van jullie tandenpoetser

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar 2 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2009-2010 LEEFTIJDSBEPALING BIJ REEËN door Henri LAMBRECHT Promotor: Prof. Dr. P. Simoens Onderzoeksstudie in het kader van de Masterproef 3 UNIVERSITEIT

Nadere informatie

8. Het hoofd. 9. De mond

8. Het hoofd. 9. De mond 8. Het hoofd Het hoofd van je paard biedt veel aanknopingspunten om een indruk te krijgen van de gezondheid van je paard. We gaan hier op een aantal onderdelen wat dieper in en behandelen, in volgorde

Nadere informatie

OVER DE TANDEN, DIE OOK TOT de beenderen gerekend worden. Hoofdstuk XI.

OVER DE TANDEN, DIE OOK TOT de beenderen gerekend worden. Hoofdstuk XI. ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 112 OVER DE TANDEN, DIE OOK TOT de beenderen gerekend worden. Hoofdstuk XI. INDEX VAN DEZE FIGUUR VAN HET ELFDE HOOFDSTUK en haar lettertekens. AA BB 1,2 3 4,5,6, 7,8 IN DEZE

Nadere informatie

Fluoride Liever een beker dan een flesje Wat is de invloed van eten en drinken op het melkgebit? Liever een speen dan een duim Melkgebit

Fluoride Liever een beker dan een flesje Wat is de invloed van eten en drinken op het melkgebit? Liever een speen dan een duim Melkgebit Melkgebit Het melkgebit Kleine mond, kleine tanden In de kleine mond van een kind passen geen volwassen tanden. Daarom krijgt een kind eerst een melkgebit. Het gebit is belangrijk om te bijten, kauwen,

Nadere informatie

Prevalentie van gebitsproblemen bij gezonde paarden

Prevalentie van gebitsproblemen bij gezonde paarden UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2008-2009 Prevalentie van gebitsproblemen bij gezonde paarden door Sarah DE VOS Promotor: Prof.Dr. Vlaminck L. Studieproject in het kader van de

Nadere informatie

WERKING EN PROBLEMEN VAN HET PAARDENGEBIT

WERKING EN PROBLEMEN VAN HET PAARDENGEBIT WERKING EN PROBLEMEN VAN HET PAARDENGEBIT woensdag 20 januari 2016 Team paard, Dap De Driehoek PROGRAMMA 20:00 Ontvangst 20:15 Inleiding Jan Willem Versteegt 20:20 Hoe werkt een normaal paarden gebit?

Nadere informatie

Kies eerst een woord van Flos dan een woord van Bros, maak 7 nieuwe woorden.

Kies eerst een woord van Flos dan een woord van Bros, maak 7 nieuwe woorden. Kies eerst een woord van Flos dan een woord van Bros, maak 7 nieuwe woorden. TAND MOND HOEK GLIM TANDEN HAND BOVEN SCHOEN BORSTEL SPIEGEL KAAK ARTS TAND LACH 1) Tandarts 2) Mondspiegel 3) Hoektand 4) Glimlach

Nadere informatie

HANDLEIDING TANDENKOFFER

HANDLEIDING TANDENKOFFER HANDLEIDING TANDENKOFFER Model van een tand met gaatje Op dit model zie je hoe een gaatje eruitziet wanneer dit reeds langere tijd aanwezig is. Merk op hoe de cariës (het rottende gedeelte) zich uitbreidt

Nadere informatie

7. Het gebit De bouw van het gebit Tanden en kiezen noem je gebitselementen. kroon. wortel

7. Het gebit De bouw van het gebit Tanden en kiezen noem je gebitselementen. kroon. wortel Samenvatting biologie voeding en vertering 5tm9 5 eerlijk zullen we alles delen Ondervoeding Vooral in ontwikkelingslanden Oorzaken - Doordat er geen voedsel is - Doordat ze niet genoeg voedsel kunnen

Nadere informatie

Inleiding. Afbeelding 0.1 Een gaaf gebit geeft je een prachtige lach.

Inleiding. Afbeelding 0.1 Een gaaf gebit geeft je een prachtige lach. Inleiding Afbeelding 0.1 Een gaaf gebit geeft je een prachtige lach. Natuurlijk hebben we het allemaal op tv gezien, de extreme makeovers, waarbij en passant het hele gebit wordt meegenomen. Dat zou ik

Nadere informatie

Eerste tandje? Poetsen!

Eerste tandje? Poetsen! Eerste tandje? Poetsen! Poets zodra het eerste tandje doorbreekt Je kindje is al weer 6 maanden. Een mijlpaal. Grote kans dat er binnenkort een tandje doorbreekt. Je ziet misschien al een dikke bobbel

Nadere informatie

PRAKTISCH GEBITSVERZORGING

PRAKTISCH GEBITSVERZORGING PRAKTISCH GEBITSVERZORGING l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n over houden van huisdieren Net als u uw eigen gebit goed verzorgt, verdient ook het gebit

Nadere informatie

Het Menselijke skelet vertelt

Het Menselijke skelet vertelt Het Menselijke skelet vertelt o 1 Hoi! Ik ben Evy Cuypers, archeologe! Ik ben François-Xavier, fysisch antropoloog! "Op de opgravingen te Tell Tweini in Syrië hebben we een graf ontdekt. Na het voorzichtig

Nadere informatie

wisselgebit 5-7½ jaar wisselen voortanden en doorbraak eerste blijvende kiezen 10-12½ jaar voltooiing wisseling en doorbraak tweede blijvende kiezen

wisselgebit 5-7½ jaar wisselen voortanden en doorbraak eerste blijvende kiezen 10-12½ jaar voltooiing wisseling en doorbraak tweede blijvende kiezen 1 Het gebit 1.1 Inleiding Tanden en kiezen (gebitselementen) bestaan in eerste aanleg uit tandkiemen. Deze tandkiemen bevinden zich in de kaken en groeien daar uit tot gebitselementen. Ze breken in de

Nadere informatie

Het melkgebit. Kleine mond, kleine tanden

Het melkgebit. Kleine mond, kleine tanden Het melkgebit Kleine mond, kleine tanden In de kleine mond van een kind passen geen volwassen tanden. Daarom krijgt een kind eerst een melkgebit. Het gebit is belangrijk om te bijten, kauwen, spreken en

Nadere informatie

BIJLAGE: Proeven met graveren en eroderen van de cortex van vuursteen.

BIJLAGE: Proeven met graveren en eroderen van de cortex van vuursteen. 1 oktober 2013 BIJLAGE: Proeven met graveren en eroderen van de cortex van vuursteen. 1. Samenvatting en conclusies t.a.v. de proeven. Aanleiding voor het onderzoek is het ontbreken van krassen in langsrichting

Nadere informatie

Eerste tandje? Poetsen!

Eerste tandje? Poetsen! Eerste tandje? Poetsen! Poets zodra het eerste tandje doorbreekt Je kindje is al weer 6 maanden. Een mijlpaal. Grote kans dat er binnenkort een tandje doorbreekt. Je ziet misschien al een dikke bobbel

Nadere informatie

Gebittenquiz. 1. Hoe vaak moet je je tanden poetsen? A: één keer per dag B: twee keer per dag C: drie keer per dag

Gebittenquiz. 1. Hoe vaak moet je je tanden poetsen? A: één keer per dag B: twee keer per dag C: drie keer per dag Gebittenquiz Maak groepjes van +/- vijf kinderen en leg bij het groepje drie vellen waarop A, B en C geschreven staan. De docent stelt de vraag, het groepje mag overleggen en houdt daarna de gekozen letter

Nadere informatie

BOVENKAKEN. Opening tussen snijtand en kiezen Geen opening tussen snijtand en kiezen. vleermuis. roofdier Meer dan 4 tanden achter hoektand

BOVENKAKEN. Opening tussen snijtand en kiezen Geen opening tussen snijtand en kiezen. vleermuis. roofdier Meer dan 4 tanden achter hoektand BOVENKAKEN Opening tussen snijtand en kiezen Geen opening tussen snijtand en kiezen Kleine stiftand achter elke snijtand, snijtanden gegroefd, 6 kiezen Snijtand niet gegroefd, minder dan 6 kiezen Geen

Nadere informatie

Archeologieatelier - vondstenmateriaal onder de loep

Archeologieatelier - vondstenmateriaal onder de loep Archeologieatelier - vondstenmateriaal onder de loep fibula 102 In het depot nemen archeologen het opgegraven vondstenmateriaal onder de loep. Tijdens het bestuderen van het vondstenmateriaal maken ze

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

het gebit van de hond en kat

het gebit van de hond en kat het gebit van de hond en kat www.dierenkliniekzwartezee.nl Eén van de meest voorkomende behandelingen bij Dierenkliniek Zwarte Zee is het schoonmaken van het gebit. Bijna iedere hond of kat krijgt er vroeg

Nadere informatie

Gebitsverzorging bij paarden

Gebitsverzorging bij paarden Gebitsverzorging bij paarden Auteur: Prof. Dr. Lieven Vlaminck Het afgelopen decennium is de kennis van het paardengebit met rasse schreden vooruit gegaan. Nieuwe inzichten in de ontstaanswijze van gebitsproblemen,

Nadere informatie

Leen Verhaert, dierenarts, Diplomate of the European Veterinary Dental College, European Veterinary Specialist in Dentistry.

Leen Verhaert, dierenarts, Diplomate of the European Veterinary Dental College, European Veterinary Specialist in Dentistry. Mondontsteking bij de kat: een complex probleem Leen Verhaert, dierenarts, Diplomate of the European Veterinary Dental College, European Veterinary Specialist in Dentistry. Dier en Tand, Lintsesteenweg

Nadere informatie

Wisselen: van melkgebit naar blijvend gebit. Blijvend gebit vervangt melkgebit

Wisselen: van melkgebit naar blijvend gebit. Blijvend gebit vervangt melkgebit Wisselen: van melkgebit naar blijvend gebit Blijvend gebit vervangt melkgebit De meeste kinderen wisselen hun tanden vanaf hun zesde jaar. De wisselperiode is een heel belangrijke fase in de ontwikkeling

Nadere informatie

Inleidende tekst: Laat de kinderen thuis afbeeldingen zoeken van over thema tanden poetsen. Laat de website www.glimlachen.

Inleidende tekst: Laat de kinderen thuis afbeeldingen zoeken van over thema tanden poetsen. Laat de website www.glimlachen. Lestitel: Bouw van het gebit + tandhygiëne Inleidende tekst: Laat de kinderen thuis afbeeldingen zoeken van over thema tanden poetsen. Laat de website www.glimlachen.be bezoeken Opdrachten: 1. Bouw van

Nadere informatie

melkkies 24-30 mnd. melkkies 16 mnd. melkhoektand 20 mnd. melksnijtand 12 mnd. melksnijtand 6-9 mnd.

melkkies 24-30 mnd. melkkies 16 mnd. melkhoektand 20 mnd. melksnijtand 12 mnd. melksnijtand 6-9 mnd. Het melkgebit In de kleine mond van een kind passen geen volwassen tanden. Daarom krijgt een kind eerst een melkgebit. Het gebit is belangrijk om te bijten, kauwen, spreken en slikken. Het melkgebit beïnvloedt

Nadere informatie

Een gids vol tips voor een goede tandhygiëne

Een gids vol tips voor een goede tandhygiëne Een gids vol tips voor een goede tandhygiëne Glazuur Hoe is een tand opgebouwd? Wortel Tandvlees Pulpa Cement Alveolair bot Dentine Kroon Het in de mond zichtbare deel van de tand is de kroon. Het niet-zichtbaar

Nadere informatie

Mond en tanden BelRAI

Mond en tanden BelRAI Bedoeling Mond en tanden BelRAI Vaststellen van nood aan hulp met de mond- of prothesehygiëne verwijzing naar tandarts Algemene Richtlijnen Communicatie Vertel aan de cliënt dat het eventueel wat ongewoon

Nadere informatie

fossielen en evolutie

fossielen en evolutie fossielen en evolutie determinatietabel fossiele kiezen van Pleistocene landzoogdieren uit Nederland handleiding tabel waarvoor is deze tabel bedoeld? Met deze tabel kan je fossiele kiezen van een aantal

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.7.2018 C(2018) 3304 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 9.7.2018 tot wijziging van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Boekverslag door Anoniem 860 woorden 16 april Samenvatting Hoofdstuk 2 Voeding en vertering

Boekverslag door Anoniem 860 woorden 16 april Samenvatting Hoofdstuk 2 Voeding en vertering https://www.scholieren.com/verslag/106187 Boekverslag door Anoniem 860 woorden 16 april 2017 Samenvatting Hoofdstuk 2 Voeding en vertering Pagina {PAGENO} van {nb} Vak Biologie 6.5 7 keer beoordeeld 2.1

Nadere informatie

Rapportage meldingen everzwijn Limburg Thomas Scheppers & Jim Casaer

Rapportage meldingen everzwijn Limburg Thomas Scheppers & Jim Casaer INBO.R.2012.16 INBO.R.2012.26 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO Geraardsbergen Gaverstraat 4 9500 Geraardsbergen T: +32 54 43 71 11 F: +32

Nadere informatie

Een gids vol tips voor een goede tandhygiëne

Een gids vol tips voor een goede tandhygiëne Een gids vol tips voor een goede tandhygiëne Glazuur Dentine Kroon Hoe is een tand opgebouwd? Wortel Tandvlees Pulpa Cement Alveolair bot Parodontaal ligament Het in de mond zichtbare deel van de tand

Nadere informatie

DE ONDERKAAK. Hoofdstuk X.

DE ONDERKAAK. Hoofdstuk X. DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 107 DE ONDERKAAK. Hoofdstuk X. DE EERSTE figuur. DE LAATSTE. INDEX VAN DE BEIDE FIGUREN VAN HET TIENDE HOOFDSTUK en van hun lettertekens. A1,2 B1,2 C1,2 D2 E1,2

Nadere informatie

Het gebit van de hond.

Het gebit van de hond. Het gebit van de hond. Controle van het gebit. Tijdens de puppyvaccinaties van uw hond controleren we of het gebit goed aangelegd is en of er geen problemen zijn. We laten u zien waarop u de komende maanden

Nadere informatie

Wisselen: van melkgebit naar blijvend gebit

Wisselen: van melkgebit naar blijvend gebit 1 van 7 23-11-2013 13:00 Wisselen: van melkgebit naar blijvend gebit Blijvend gebit vervangt melkgebit De meeste kinderen wisselen hun tanden vanaf hun zesde jaar. De wisselperiode is een heel belangrijke

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) 175 176 Samenvatting In dit proefschrift heb ik het ontstaan van de onderste holle ader, de levervaten en het hart bestudeerd. Het onderzoek is uitgevoerd op humane, muizen en varkens embryo s die opgedeeld

Nadere informatie

Slijtage van het gebit

Slijtage van het gebit Slijtage van het gebit Slijtage van het gebit Waardoor slijt het gebit? Tandglazuur is hard en slijt langzaam. Toch slijt uw gebit in de loop van de jaren. Bijvoorbeeld door het verkeerd gebruik van een

Nadere informatie

Anatomie. Het gezonde parodontium. Vrije gingiva. gingiva. Aangehechte gingiva

Anatomie. Het gezonde parodontium. Vrije gingiva. gingiva. Aangehechte gingiva Anatomie Het gezonde parodontium Het parodontium heeft als taak het gebit te bevestigen in de kaken en te beschermen tegen invloeden van buitenaf. Het bestaat uit bekledend en ondersteunend weefsel met

Nadere informatie

Kaakgewrichtsklachten

Kaakgewrichtsklachten Kaakgewrichtsklachten U bent bij de polikliniek mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie in behandeling voor kaakgewrichtsklachten. Deze folder beschrijft een aantal oefeningen en adviezen voor patiënten

Nadere informatie

TANDIMPLANTATEN. Het alternatief voor kronen, bruggen en prothesen. ...kegeldichtheid door precisie...

TANDIMPLANTATEN. Het alternatief voor kronen, bruggen en prothesen. ...kegeldichtheid door precisie... TANDIMPLANTATEN Het alternatief voor kronen, bruggen en prothesen....kegeldichtheid door precisie... veilige genezing hoge precisie Made in Germany esthetische resultaten scherp geprijsd Amedico Implants

Nadere informatie

Implantaten. Poli Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie

Implantaten. Poli Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie 00 Implantaten Poli Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie Implantaten Een implantaat is een kunstwortel, die in de kaak wordt vastgemaakt. Deze vervanging van de natuurlijke tandwortel dient als stevig

Nadere informatie

Tandheelkunde. Inspectie en palpatie van de mondholte

Tandheelkunde. Inspectie en palpatie van de mondholte Tandheelkunde Inspectie en palpatie van de mondholte Inspectie en palpatie van de mondholte Inleiding Dieren met gebitsaandoeningen komen vaak voor in de dierenartsenpraktijk. Vaak zijn de eigenaren hier

Nadere informatie

De tandenloze bovenkaak

De tandenloze bovenkaak De tandenloze bovenkaak implantologie en preprothetische chirurgie Kaakchirurgie Beter voor elkaar 2 Implantologie en preprothetische chirurgie: de tandeloze bovenkaak. Als u problemen ervaart met het

Nadere informatie

Grofwildjacht in Vlaanderen cijfers en statistieken 2014

Grofwildjacht in Vlaanderen cijfers en statistieken 2014 Grofwildjacht in Vlaanderen cijfers en statistieken 2014 INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK Vlaanderen is wetenschap INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK Grofwildjacht in Vlaanderen cijfers en statistieken

Nadere informatie

Grofwildjacht in Vlaanderen cijfers en statistieken 2013

Grofwildjacht in Vlaanderen cijfers en statistieken 2013 Grofwildjacht in Vlaanderen cijfers en statistieken 2013 INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK Vlaanderen is wetenschap INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK Grofwildjacht in Vlaanderen cijfers en statistieken

Nadere informatie

Verwijderen van verstandskiezen

Verwijderen van verstandskiezen Verwijderen van verstandskiezen U bent door uw tandarts doorverwezen naar de kaakchirurg voor het verwijderen van een of meer verstandskiezen. In deze folder vindt u meer informatie over deze behandeling.

Nadere informatie

dimat Biologische modellen - menskunde Hersenen

dimat Biologische modellen - menskunde Hersenen 1 Hersenen Mediane doorsnede van de hersenen. Model op ware grootte. Model rustend op sokkel. Afmetingen: 150 x 140 x 175 mm. 1000222 76,80 Hersenen Model op ware grootte. De rechterhelft is uitneembaar

Nadere informatie

Het bepalen van den leeftijd bij 't paard.

Het bepalen van den leeftijd bij 't paard. Het bepalen van den leeftijd bij 't paard http://hdl.handle.net/1874/30359 Het bepalen van den leeftijd bij 't paard HET BEPALEN VAN DEN LEEFTIJDBIJ 'T PAAED. door Dr. B. VRIJBURG. Men heeft bij' het

Nadere informatie

Patiëntenvoorlichting MKA (mondziekten, kaak en aangezichtschirurgie) Chirurgische kaakcorrectie

Patiëntenvoorlichting MKA (mondziekten, kaak en aangezichtschirurgie) Chirurgische kaakcorrectie Patiëntenvoorlichting MKA (mondziekten, kaak en aangezichtschirurgie) Chirurgische kaakcorrectie Inleiding Binnenkort zult u een kaakoperatie ondergaan. In deze folder worden de verschillende operaties

Nadere informatie

Meer dan Botten van Dieren

Meer dan Botten van Dieren Meer dan Botten van Dieren o 1 Hoi! Ik ben Veerle Linseele, archeozoöloge. "Op de opgravingen te Tell Tweini in Syrië, onderzoek ik de resten van dieren die tussen het andere archeologische materiaal gevonden

Nadere informatie

platte botten Langwerpige en smalle botten met aan één kant een gewricht, of botten met brede, platte kanten en een gewrichtskom.

platte botten Langwerpige en smalle botten met aan één kant een gewricht, of botten met brede, platte kanten en een gewrichtskom. Welk bot is dit? Welk bot is dit? let op de vorm lange botten Botten die bestaan uit een lange staaf met aan beide uiteinden een gewricht. platte botten Langwerpige en smalle botten met aan één kant een

Nadere informatie

Wortelpuntoperatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Wortelpuntoperatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Wortelpuntoperatie U bent door uw tandarts doorverwezen naar de kaakchirurg voor een wortelpuntoperatie. Bij de wortelpuntoperatie verwijdert de kaakchirurg de ontsteking aan de wortelpunt. De wortel blijft

Nadere informatie

orthodontische behandeling VASTE APPARATUUR

orthodontische behandeling VASTE APPARATUUR orthodontische behandeling VASTE APPARATUUR vaste apparatuur I Wat is vaste apparatuur? Behalve beugels die je zelf in en uit kunt doen, zijn er ook beugels die vastzitten aan je tanden en kiezen. Je kunt

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

samenvatting Samenvatting

samenvatting Samenvatting samenvatting Bij het verloren gaan van een gebitselement of wanneer deze nooit is aangelegd, bestaat vaak behoefte aan prothetisch herstel. Dit geldt in het bijzonder wanneer het een gebitselement betreft

Nadere informatie

Een mondje-vol scheve tanden: hoe krijg je ze weer recht

Een mondje-vol scheve tanden: hoe krijg je ze weer recht patiënteninformatie raadpleging kindergeneeskunde Een mondje-vol scheve tanden: hoe krijg je ze weer recht ALGEMEEN ZIEKENHUIS SINT-JOZEF Oude Liersebaan 4-2390 Malle tel. 03 380 20 11 - fax 03 380 28

Nadere informatie

HOE IK EEN BALG MAAK

HOE IK EEN BALG MAAK HOE IK EEN BALG MAAK Gespreid over verschillende jaren, bouwde ik houten camera s. De grootste uitdaging was het zelf maken van een balg. Om het geheim hiervan te achterhalen, ontlede ik enkele oude balgen.

Nadere informatie

Wachtkamerfolder Voorkom tanderosie bij uw kind

Wachtkamerfolder Voorkom tanderosie bij uw kind Wachtkamerfolder Voorkom tanderosie bij uw kind Tanderosie bij kinderen Alle kinderen zijn er gek op: snoep en limonade. Alle ouders weten wel dat je van snoepen gaatjes krijgt. Er zit namelijk veel suiker

Nadere informatie

Tandenpoetsen met kinderen

Tandenpoetsen met kinderen Tandenpoetsen met kinderen Poets de tanden van kinderen tot 10 jaar na Meestal willen kinderen al op zeer jonge leeftijd zelf hun tanden poetsen. Dat is prima. Stimuleer dat vooral. Maar ze poetsen nog

Nadere informatie

1.Inleiding De beheerder van een productiebos wil voordat de bomen gekapt worden

1.Inleiding De beheerder van een productiebos wil voordat de bomen gekapt worden BO 6 Tijdsinvestering: Bomen meten Tijdstip: lente, zomer of herfst 1.Inleiding De beheerder van een productiebos wil voordat de bomen gekapt worden Nodig: Materiaal hoogtemeter Meetlint werkbladen potloden

Nadere informatie

INBRENGEN IMPLANTAAT 982

INBRENGEN IMPLANTAAT 982 INBRENGEN IMPLANTAAT 982 Inleiding Binnenkort ondergaat u een behandeling van het inbrengen van een implantaat op de polikliniek Kaakchirurgie van het Sint Franciscus Gasthuis. In deze folder leest u hier

Nadere informatie

Onderzoek van de drakenfiguur

Onderzoek van de drakenfiguur Onderzoek van de drakenfiguur Voordat een begin gemaakt werd met de behandeling en de restauratie van de loden drakenfiguur zijn eerst alle zichtbare gegevens fotografisch vastgelegd. Om details goed te

Nadere informatie

Geslacht (G) Je hebt de keuze uit: merrie (het vrouwelijke paard), hengst (het mannelijke paard) en ruin (een gecastreerde hengst).

Geslacht (G) Je hebt de keuze uit: merrie (het vrouwelijke paard), hengst (het mannelijke paard) en ruin (een gecastreerde hengst). Signalement Een paard kan geïdentificeerd worden met behulp van een signalementsbeschrijving. Dat wil zeggen dat nauwkeurig wordt beschreven hoe het paard er uitziet. Hierbij speelt de kleur een belangrijke

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Voorbereiding post 2. Eten zoals je gebekt bent Groep 6-7-8

Voorbereiding post 2. Eten zoals je gebekt bent Groep 6-7-8 Voorbereiding post 2 Eten zoals je gebekt bent Groep 6-7-8 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 2: Eten zoals je gebekt bent, voor groep 6, 7 en 8. Inhoud: Algemeen

Nadere informatie

Voorbereiding post 2. Eten zoals je gebekt bent Groep 6-7-8

Voorbereiding post 2. Eten zoals je gebekt bent Groep 6-7-8 Voorbereiding post 2 Eten zoals je gebekt bent Groep 6-7-8 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 2: Eten zoals je gebekt bent, voor groep 6, 7 en 8. Inhoud: Algemeen

Nadere informatie