SPANJEN en PORTUGAAL. %7

Transcriptie

1 SPANJEN en PORTUGAAL. %7 * lanb mn-, en Catoeíratoíecp figuít figgebanfienlí ban tm cotí/ en bíel tot mo?feíen. 00 fiaafi aíí te Konínginne bnffonb/ Dat Defe toíjf gebangen toa* De *, tm/ linfe aan De <?anteí / aan ben übel/ aan De «agtflcaat ban ningbne Síffabon/enaanfiettfcfiaam toan te bín-en-ttoíntíg/ feggen/ Dat* la"de fe in fiaa? Kamec fiomen 3ouDen/ altoaa? fp en Den Koning fiaa? bec* Gt^^. toagten. &c n Cen íebec fgn plaatí genomen fiebbente / 300 laí Den Isnretarií haar Kaban taat een gefefi?ift / fiet toelfie aan befe ergaterínge mer neabb?ef ko ' feett / en toan Defen ínfioud toaí. Dat de Konínginne de Regeeringe men ' -j* - nier had aan genomen, ais om aan de bevelen van wylen den Koning te Erllñíge gehoorfamen;om te voldoen aen de genegenheid Zoon; van den Konino haar Re«ion- en emdeh'jk van wegen de groóte begeerte diefe hadde, ota haar ftranție Onderdanen re verligten; inerkentenis van de groóte dienften, diefe de van fdve ontfangen vacdefe had; datfe door de onluflen in het Koningriik, en Y er ade ' doordeklagten van het Volk geraakt zynde, in plaatsvan dedriesta- í iage ' P ten van het Komngnjk, defe Heeren had doen vergaderen, die de fel-,_zl"~ ve repreíenteerden, om aan den Koning in haar tegen vroordigheid het Z vi. middel bekend te maken, het welke fy oordeelde bequaam te zyn, om deíeongemakken, wegtenemen; nineinne. en indien het felve niet bequaam moet gevonden worden, aan den< dat haar Majefteit ais dan den Raad wilde volgen die Koning íylutden haar zouden mogen geven. "edaan,*.dat de Juftitie niet wel geadminiftreet zynde, haar Majefteit voorgenomen had, alie abufen te verbeeteren, dieop verfcheide tyden ingeíloopen waren :hebbende haar Majefteit daar toe feerkragtige reden, datfe tot haar om uiterfte ieedwefen hoorde, dat a! de wereld klaagde, den Koning fig niet apphceerde dac tot de beftieringe van fijn Koningriik, endathygeenandervermaakfcheptealsinexercitien, die haar alieoogen- Blikkeningevaar ftelden, van haar Koning en Opper-hoofd te vcrliefen. Dat dien volgende de Konínginne verzogt aan alie die hier tegen woordig waren, datfe den Koning wilden bidden, voortaanmeer voor zorse figen voor fijnrijk te dragen 5 en dat hy zoodanigen gunft voornaamfte gedeelte aan% van fijn Onderdanen niec kon weigeren, derheidwanneer inzon- hyconfidereerdej dat het grootñe gedeelte van naar Kinderen defelve: en haar Goederen verlooren hadden, om datfe fijn Majefteit waren getrouw geweeft. tfm ^ P a&teeífeerteffgtett <wetatfítoan taat en aan ten Koning/ Die bab er- fiem op fiet ecnfiígjle/ uit te naam ban De ganfefie ergate; der, door tinge/ bat fipdog taan leben toíibeberanteren ;en bn3eeftecbe fiemtaan «fcn se. Daa?iuíber refpen en getroutoígljeib. Cn becbolgení toeer tot be ec- creta»> gaoertnge fp?eefienbe/ Déte fipeenlang berfiaal/ aangaanbebe ouren btete mote* Konínginne onberfiouben Rato/ om van ín aile Defe oualen Staaí> ooojflen te rrefluftenbe eindelpfi met een p2o?efiatíe / Díe fip tegen Den word Dat befe ffingeíroutoe nberbanen ftg niet fiabben fion-- f^' «(monftranttcn aan fiem te Doen/ dr0d^' m manuten 1befe ontectange

2 8S Nieuwe Hiftorifche Reisbefchrijving van en fiemop fietbersoeft toan be Konínginne te fiídben/ Dat fip Daa? op ge* Itefte refléjete te nemen. a^a 'tlefen toan bit gefri)?íft fiufleeen íebec/ boigení getooonte/ be fianb toan ben Koningen Konínginne / en bertcofi:en toanneec men ín fiet uítgaan tegen De Konínginne feíbe / toat 'ce tuffefien ben ü ertog ban Cabatoaí en ben <í 5?aaf ban Caflel íkelio? toaí boo?getoallen/3o nam fiaa? jflsajefíeít De moeite ora bk íteeren raet malfianbn te toecb?agen.?en tpbe toanneec befe etgateringe fcfietbe / B?oeg Den Koning aan ben Cí?oot íleejlec/ Díe De fieur op Debe / ofbit een ec* gaterínge ban De teie gtaten toaí ienbefegeanttooo?b fleftbenbetoan «een/ en fig alleen bp Den Koning toinbente/ boegde fip'ec alí uít fig felben feo / Dat aangaanbe DeRlagten bk men tegen ContíRoerte /Daa? ín fiab te Konínginne felfíboo?fíen: mn fiemgebangen te nemen/ 3Pt?í te bit ganfefie gefcfi?ift níet anberí alí tot befen dnbe opgeflelb. Den Ko. $<mtoelijfií fiab Den Koningbit gefioo?b / of fip flcnb op / en líep ning is fn bolle gramfcfiap na De fiamecban Contí toe/ en ten feltoenníet tofo* fe* r ge- benbe / begon fip te bloefien / en figop een berbaa?lpfie topfe aan te fiel* floord (en. j Waa? ben <s3?oot flagee ibeefter bertoonbe fiemdat bit te bec* over het g^ toap/ tiabemaal fiet frijfp op fiet toelfie men fiera gefmeten fiab/ gevau- fg^í na 2S?afilíen toectrofefien toaí. gen ne. cn j^onjng fif 0ijec ontfnspnbev sond aan fbanuel teutuneí/een men van jjertrctttod?íenb ban Contí; en tntopl befen Doo? beeeneoeueínguam/ rt'' 3 9uam ten <?aaf ban Caflel jltelío? / Díe fn Defe toeefi te toagt vande n tea / tooo? een anber / en RJetoen met fiaa? beíbe taad plegen met Den Ko* ' ning tot omtrent ben mibbag. Konins federd 3ten Koning at op bit maal minbec alí na getooome/ enfioeg?co* dien tijd ten getoelb fip op fig felben bebe om fpn rijag?to te becrergeu / 30 Ron onder- fip bit nogtaní 30 toel níet Doen / of men fion nog toel een g?oot ge* houden. Declte aan fiem mnfien. (Cegen Den 3bonb gíng Den Koning na be íiiib-plaatí / en fiab ín befe nagt een confetnttíe met een mame ban fiet aleííi toaa? ban fietbefluít toaí/ bat fip een attentaat ban bíe natuu? níet moeítonge* to?oofien laten. Cn te conbuíte bie ben Konfng seberb bien tfibondec* fitelb/ bebe genoeg blpfien/ toelfifineffect toaí taan ben maabbie men fiem gegeben fiab; ínsonberficib na bat ten <?aaf toan Cafteljlelío?/ met goeb bínten banben Koning/ níngí fiamer fiablaten ftomen; met ten toelfien Den <?aaf bancaflel íkelío? We ganfefie nagt ín gefp?efi toaí. BBannecc Den Koning Reí &onbaagí na te iliffegíng / 300 feíbe mn smm toan De Konínginne ontflelde Den #?aaf toan Cairel waar fchouw oge be Konínginne tegen Den Cí?aaf ban $aftd gtelío? / bie fiembolgbe j vande Nademaal ik weet dat den Koning u bemind, en een groot vertrouwen Konin- P u beeft, zooift dat ik u waarfchouwe, dat by aldien hy eenige zaak ginneaan tegen mijn zin doed, ik my aan niemand anders ais u aan fal houden, dengraaf en gy zuld'er my opde verbeurte van u hoofd voormoeten verantvvoorysncaftei den. lidiar. «1

3 SPANJEN en PORTUGAAL % leeíio? geen filrimj'e: Díe nu boo? seefter geloofde/ Dat fietganfefie ge# ijeim ontbefit toaí:maa? een toeíníg tot figfelben fiomenbe/ om bat te Konínginne fiílftoeeg/ 300 maafite fip fpn cebecentte/ en betbolg* De\pn toeg alí booren. IBaa? nabemaal De toeefi toan Den?»?aaf toan Caflel Bdio?op bien bag opfiíeib/ 30c gelafle fiem Don Alphonfus, Dat fipeen ttoeede toaa? 30U nemen. Cn 'í flaanbsagí gíng ten Koning bolgení ffia tooonte na alcántara ge* / maa? met gjootec eclat alí tooo? befen ; toant fip ttn figbanm $eb?o/ en toan fiet gjootfie gebeelte toan Den Wttl geletben.: gíng ben Ko- trekt ftii- 11 be toetelb toaí intoectoagtíngetoan een Rpjonbere uítromfíe /. om Dat ten C?aaf toan Caflel Jldío? gelafi toaí / een ttoeede toeefi te bíe* a nen/ en bat fip aan ben Snrnarií ban átaat ín feec tcotfeenfioog* D?abenbe termen gefcfi?eben fiad; bat ten Koning begeecde te toeeten/ of 'ec oofi laft gegeben toaí om Contí te oooben/ enof 'ec o?d?eí toa* een om Manuel lutuneí te a?reflecen '& abonbí gíng benkoning De Konínginne fiesoefien/ na Denuítec* -j^ Ipfien fcfipn K toel te b?eben 3pnDe. '& ' íngíbag gebeu?be 'ec uíetí ; ning ver maa? 'í Boeníbagí aanftonbí naa fiet míddagmaal/ níng/ betfiíeeb spnbe/ alleen met Den > 0?aaf taan Caflel Helio? naa fwyeende Slllcantara/ fiebbende niemanb Dsa? ban Doen toaa?fcfjoutoen/ alíden naakaa- <5?aaf ban lutuguie/ bíe fig baa? aanftonbí oofi ifet bínben. tara. mt eecfie 5aafi bíe Defe to?ie fiíec mn malfianbec beflooten/ toaí/ Wat Datmen^eRaflíaanCefa?beiBenefes/ glaádtoan^taaten/ 30Ugaan daar tuicoepen / en be < uitfe CJa?be laten fiomen. mt Koning fcfi?eef tec fen den feltoec tfidaan Díe gene op toelfie fip fiet meefl toeetcoutobe / toecbol Koning geni ciep fip alie DenUDel toan fin $of/ engaf Reuní í aan te<g5ou; ende fy. toecneurí Derflaatfen en $?otoíncien/dat fippoffefffe toan fietbeflíec taan ne > beffin &taten genomen fiab. fl(? te» mt Konínginne onbe?cegt3pnbe ban alleí toat 'ec tot tílcantara om* evj-, aíng/ ecgadecde fi33? jbínífierí/ en " bebe op fiaa? luíbecabtopíben e f " Koningfeggen/ Dat toedec in De tab sou fiomen/ en Dat fp fiemfiet in nin e Ctoubetnement in fianben geben 30U. jjbaa? 3ltooocení Dat Den JSíf Iañ fcfiop ban?a?gue met Defen 25?ícf te tooo?fcfipn quam /fiab 0_ men Ba= nuel $acfieco De USellonaa fiet Kcuíí ban De l oope gesonten / om _<,]_,< ; aan alie De gene DteDaa? tooo?bp na $fcantara gingen te feggen/ Datfe men. eetfl Rp De Konínginne moefien fiomen. fommíge gefioo?faamtoen/ maa? $ lbaco $ece3 De Cauro / jlbasquií oan Cafcaé'í / feite teg n ÜSanuel $acpco/ Dat fip om geen anbere ceben na tslcamara gíng/ alí om te fíen toat 'ec gefieurbe/ en'ec be Konínginne becjlag toante Roen; gelfifi fip oofi bolb?agte. ibaa? tantee iouje De ibaceba bebe ganfcfi contcacíe. anttooo?be Den Ki.ning op ben 55?íef toan De Konín* Hybegíttee / Doo? (Cfiomaí De Jjorogne / <0?aaf ban 36?coí, oofi fcfi?eef ant. DP aan man eb?o / Doo? mmi te mitaní 3$ncígueí :latenbe woord * II.Deel. j$ g^olí

4 Níeuwe Hiftorifehe Reisbefchrijvingevan^^B pe> den Brief JM>?ofpn anttooo?u bíílriícn D002 ítobjígo De fhmef >5; petod' van de bigbp fpn aaníjoudente / Dat fip oóg toeec bp De Koníngín- Komn m toílte fiemen/ en om fiem Daa? toe te bcetec te tetoegen / soobecs in!ie - 3ogt fippnmíffíe bp fiem te mogen ftomen / en fiem felben tectoaa?tá te geieíben. Wat ver- me Konínginne fcfi?eef een ttoeete 5?íef aan man SMufionfué / derom. mn toelfte fp ten <?aaf taan UJ?caí telafle / maa? De Konína fdiíeef went dit _z geen anttooo?dop;begenenbe alleendat Den aiiesge- &eccetaríí taan ktaat fiem fou ftomen optoagten : Díe 'ec Dan Deí Jobaagí ooft na toe teuids gjng / t,an gdtjften \u25a0 oofi feb?o maa? ReíDe raet Konínginne. fienníí baa be Den kofeb?o toíerb feec tod ontfangen / at*í raíbbaagí \u25a0n.ng mi met Den 0ílíng / m toíecd taan Den fdben ín oeliisaab gecoepen. Aaa? Den to 1"a- m n &tm *WJ &tzat ftende / gclafle feí b?íctacn te ec" bonko p^üoo?3ootierii5aadtfieecenban^taat/ **' Díe fip RenoemD fiad, men, *PM te &enetacíban &taat ontfcljulbígte figdoo? feeftec bet* voor dat 1008 / t toelft ooft getootgb toíecb; enwenüccgenocg'oe fig/ met fiem de ko- aan be Konínginne te cugge tefenten / en te Sgrgeíí toan fiet Koning. ninginne Doen cifcfien:maa? fipontfcfiutbígbe fignagmaalí / feggenbe bebof tot ben ionmg bat Dít onnoobig toaí / al5oo fip toecfecftecd toaí / Dat de, hem be Koníngnme. fiera De gegeií en fin «Bonbewemetit te gritan fou ín de Rege- fianden geben/ ínbíen fip toebec na fietfaleíí fteecte; toaa?op Den Ko. ringein nmg feibe /bat fip baa?meéte ta?eben toaí/ mítí bat te Konínginne handen fiemdaa? otan nog cení pofjtíftoíftefcft?pben. tegeven. man fed?o en Den toan taat gíngen Dan totdíen eín* ílt^tmízl? n a 't gene fp *ffij"**f«apkgegetaen ban to llcantaca gebaan fiadden / 500 toíecd onbec fiaa? be* flootcn / bat men Den Koning toe fou flaan / al toat fin Regente maa? natemaal Den níet en alí tegení Den abonó toeec ín fietfaleií quam / ora tefe Depecfie op te ung maften1 onbccduidig 300 toted Den2 / en fond ten Bii,et jpfte e?aaf ban ref0{utfe ban be konínginne fombefco / om te eínteuít fiaa? eígen mond te fioocen X van de ticfen b?agt fin taolgente bílletbantoe n De Koníngtone aan DmKo" Jj* níng: KTq^ten &, oxea AT^^X^Tñ\ S" ne - u inhaar te^enwoordighetd de Zegels en het beqier vanle aten ii han á^ ge í n -'^Ierf 2 eke u feer inftandi S daar tegenroxtezyn VT-- J^fy^^W**"tot»«S totrebsefto,

5 SPANJEN en PORTUGAAL. 91 be / 300 fldde De <0?ootmeeflec toan De C*a?be cobbe een >tori met toriatirg bncoftften boo? Den Koning / toaa?opde tncetatííban jbtaat te ban fietkoníngcpft feíbe/ 5pnte íneenficuríbefíooten. Cen oogenbííft Daa? na nam De fribe Jbecretatíí De beucí / en gaffe aan De Konínginne / Díe De feltoe aan Den Koning obe?reíftente / feíbe: Siet daar de Zegels, die my beneffens het beftier van uwe Staten zyn tpevertrouwd, uit kragte van het Teftament van wylen den Koning iwyn Heer, ik geve die over in de handen van uwe Majefteit, beneffens her gefag dat daar van afhangd : God geve dat onder u beftier alies mag uitvallen gelyk ik wenfchte. *#cn Koning namfe aatl / m gaffe aan Den gseccetatíí toan Ibtaat / toaa? na De toecgatecínge fcfieíde. foo caí toaí befe toecanberínge met cugtbaa? getoo?ben / of al De brande toetrid tanandecde toan taal. Mm fp?aft níet andecí alí toan Deringevañ Capacíteít toan Den Koning/ índen toriftenraen Dagripftí/ alí Rp topfe taal toan mícafte!/ níeutoe toonbecen ontbcftte / en 300 bectooígení. jbaa? aang'aan-3 be toaa?fieíd toan De 3aftetoaí / Dat toanneec fipín 'topenbaa? moefl de den fpjeeften /men fiem onde?cegte fioe fip 5*3 b?agen moefl: toant buíten bat flond fip gebucíg beriegen/ toanneec men fiem of replícente perfooa / of bat fipuít be touíflmoejí anttooo?den op een 3aaft / toaa? toan fip ban d*»nighej enhoe- te booren níet onde?regt en toaí. 00? De cefl toíecd fip ten eenemaal den vafti gecegeecd Doo? De <?ataen toan Btouguíe/ en CafidHelio?/ en Doo? dẹ nk<_ eeucn áefiaflíaan Cefa?, \u25a0.. >g^ W'mon?CIpfionfuí nu níet meec Doo? fiet ontfag /nog Doo? Detegen^ Díeth-mi tooo?dígfieíb ban fpn jiboedec / Díe flgín een Kiooflec gecetíceecd fiad? De / toeectjouden too?dcnde / bcgon buítenfpoocígec Cuiten- te leben / alí fip fp on'gec te boocen gebaan fiadde. ífp attacqueecbe met Díe ban fp RenDe / be g>ndte aílcí toat fiem '$ nagtí op ftraat tegen quam / ooft De * &cftíldtoad> ḳy f R ten fdbet níet becfcfioonenbe. <Bp een feeftecen tíjd fcfioot fip ín De alsfe y Cacoffe toan Den C»?aaf toan fonteí. < p een anbere tíjb attacqueec* van í e De fip De Cacoffe toan Den <?aaf toanifericeíce/ tectopl 'ec DenC?aaf "?«met fpn ganfefie ipamílíe ín toaí., og attacqucecde fip ecns eengan* f* " fefie #?oceffíe / Rp toelfie geíegenfieíb tace! menfefien ftoaajlpft gequetfi toíecben ;om níet te feggen/ fioe beeclíjft $cd?o i»ebecín / «cetacíí ban De Mezceg/ bp een andec geíegenfieíb / op fpn o?d?e boo? een Deri Canaílíe toíecd om 't letaen geb?agt :fiebbende Den <?aaf taan Cafíd Jüelío? nog De ReleefDfirib / taan Den taectoonben ín fiet fpaleíí te Doen R?cngen / altoaa? fip fto?tí Daa? jm Den gnfl gaf. Cen gctoal ftan íft EeH, ebentod níet nalaten / fiínalí een flaaítje taan De uítnfle Dtoaaí-en- raerk : Ruítcnfpoo?ígfieíD / tec neec te flellen. JBen fiab Den Koning / waa f's om fiemeenígfíní toan fpn fiuítenfpoocígfieben te toeecfiouden gefegd / f evalvas Dat 'ec febnb eenígen tpd cen g?oote Comeet becfcfienen toaí / en Dat "T 1' 3oobaníge Cometen Doo?gaaní taoo?tedtenen taan fin flecben Dn Ko* aanacníngen / ofban g?oote taecanderingen en omfteecíngen toan fiaa? ten toacen. mm Koning Dít fioocenbe / bcgon ín g?ammen moebé

6 92, Níeuwe Hiítorifche Reisbdchríjvinge van tegen Den Comen uít te toa?en / fiem met fionbecd, fcficldtooo?tett en ínjucíen teladenbe/enfiíetmeéfígnogníettaolbaantoíttdende/ fpn píflool tegen. loflefip'ec Menbe. míe befe empo?tementen fiadden ebentori níet briet / Dat men on gind we bectuffcfien / boo? tulfenftomínge ban Den IBa?quíí te &anbeí / ban gens een ee J autoeííjft tuffen Den Kotlíng en de PrinceíTe van Aumale bcgon Houwe tifpjefen : b?engénbe fip felfí fin onttoecp Daa? toan meé / toanneec ivkvan fipop &en 15. j^aa?t tot l.íftabon a?títoeccte. p fiad oofi Coras denko.. om -) m n 0Utoejp tuffen man $eb?oen Dejongfle íbreeken íferan Den Hertog ban SBouíilon p te fiatidrien ; maa? man *#e= 'D?o toílbe Daa? níet toe taecflaan/ toat Dat De fataocíten mogcendoen of feggen. me Koning felfídebe fpn uítecfle befl / ora Doo? De aan* radíngen ban ílob?ígo De IBenefri; / taan Jbímon De >oufe / en ban i3ab?ígo be acogne De - >aldagne. fiemdaa? toe te betoegen / maa? man $ed?o taolfia?be ín te feggen ;Dat Den Koning fiem toel ftonte Doen flectaen / maa? Dat fip fiem níet ftondtoíngen te tcoutoen. onder- * aa? fpn 'ec toelfte feggen / Dae Den lba?qu>í te / boo? foek, Dat fip toeec na?anftcpft fteecbe / Den <0?aaf ban Caflel Helio? aangaan. fou geb?aagb fiebben / aangaanbe fiet gnugt bat otaecal toan Deí Ko-= de des níngí ontaeemogen becfp?eíb toaí / en bat ben C?aaf taan CaflelMe* Konings jj 0? m fou berfeeftecb fiebben / bat fiet taaífcfi toaí. mt altooí íí onver feeftec / bat bit Houtoeipí contcact tange onbec fianten íí mogen getoeefl / eet g p 00ícn toíecb. 3 ant Den C?aaf ban Caflel JBriío? dih? bat fip Daa? Doo? toel eenígen ínbjeuft ín fpn al te g?ooten weivkzo se^as "P**"rton / MI*nftnfianbe obflaftden op De baan te b?engen/ ]ana } e bíe ebentoel alie toíecben toeg genomen / om Dat?anftcpft.Dít ou=tardeer- to**d&tal getaíel. de. me D00D ban De Konínginne / Díe omtcent Defen tíjb quam boo? te»men Den Ko Rallen / en feec geboelíg toaí taoo? man $ed?o / gafoccafie aanfom^ níng míge quaabtoíilíge /ten Koningnog meec tegen fpns&oebet op te fetten word. fiemgebucíg ínbíafenbe / bat mon $eb?o feefteclijft nabe K?oon flonb / ; meeren bat fip geen genegenfieíb nog agtinge taoo? Den KoníngfiaD/ meer teobfecbendc Dan al Ít.Mm fon tooo?ben en toeefien en ben Koning toonbe een gen Don fontetlíngen affteec ban mon feb?o / en taan bíe gene bíe fiem qua* fíen»en optoagten / of be mínfle ommegang met fientfiabten / tectopbnbe men een gebeelte / anbece / en tod 3oobaníge Díe bp fiet ífofíetí te follícítecen fiabben / Retinen nafoopen ftíngen / fonbec gefioo? ftaa?fmees te geben /fioe bíllpft en cegttoaa?bíg bíe gen ooftfoubenmoí toefen. Cn om mon í$ob?ígo bu Mmefe$ / bíe aan 't fioofbban fiet ajlament toaí / taan gelpften ban ben af te tceftften 500 toílbe men fiem nibie toaaibígfieíd / níet tangec boen contínuecen : maa? men offnente fiem een ícecopfrijap ban toelfie fio egtec < ofc!lnbíen / fiet niet toouaan nemen/ 500 alí bebe/ bíe meé aan loan J * Juanete leoane ten gnfanttoccftnogt toaí! wu UBnc0e Dieora m «objigo te Mmm/ W*um be / en Cfijífloffet te airante/

7 SPANJEN enportugaal. 93 en Dat Dít níet genoeg toaí / om taoo? De Konínginne te becfcfipnen / vanfya Díe alie ucen toectoagt toíecd -, 300 beesogt fip ban Den Koning / Dít Hoffloet getal te toíllen bermeccderen ;fin toelfte fiera ooft toíecd toegeftaan :bid. latente fiem be Koning toeeten / Doo? &end?íft Incíque De Miianbe/ Het Wd- Dat fip De fritae benoemen fton;toaa?op fin aanftonbí Louis de Syl- kehem veira, <?aaf ban 5>a?feDeí ;Don Vafeo Lobo, sacón DeHlltoít5 ; ináen Mjchael Carlos de Tavora, Cennal ban be 3fj?ííltcríe ín De é}0* be '" ne bíncíe ban (Cea loímontt$ en Laurentius van Laudante, word tooo?* * flelbe. m* \S6m - on $ed?o ín fiet faíeíí ftomende / toaí bntoonbecd a"' Dat ten Koning ban abtopí toeranbecb toaí / en nog meec toanneec. fip - S_ fioo?be/ DtitDen Koning ontftcnbe Dat fip 3ooDanígen pnmíffse gege= opeen toen fiad; Daa? Rp boegenbe / Dat bp aibíen fip fulftíal gebaan fiab> veíate / fiet frite bog te tacrgeefí fou fpn getoeefí / afeoo fip ban een on. dehke toetb?aagítjft firaneuc toaí / mn fiet toelfte nícmatib om fton gaan / w/fe ge m al be toercid fiem Dog ban felfítoeelaten fou. 2oo geboelíg toaí weigerd 53on feb?o fiíec Doo? getcoffen/ Dat fip3ebecd Díen tíjb nín antecí alí word. feec felben m ben i5aad taecfcfieen en Dat Den?ataocít / om fpn etoentoel iof bp fiem te maften / fiem telftcní toan 't gcpaffeecbe tanflag gmg boen. 2ín tefec boegen flonben De saften / toanneec te Konínginne ban Komft $ojtugaaí einbeftjft na lange bectoagt te 3pn / Den ttoeeten luguflí vande op te fíibiete taan líffabon / quam / geleíd boo? beel tfranfe <Bo}* Konialogfcfiepen 5 3pnDe Den Maiék be fiubígní / alí Cctcao?bínacíí g^ ambaffabeuc toan fpn HIlcccfi?ífíriíjftfíe jf^ajefleít / fiet gdeíte toan tot L'ffa- Defe f?ínceffe toe toectroutob / Díe botoen Díen nog Doo? ten Bíffcftopboabanataon/ fcfiap en Doo? eeng?oote menígte luíden toan aanflen / btzgtfel* ' \u25a0 tomd. mn fiad gebagt / Dat Den Koning fiaa? Üajefleítban Roo?D fou verle fiíbben afgefiaafb ; maa? neen :en ben $Sa?quíí be Uautoígní moñ oenheíd peb?o gaanbe beg?oeten / bonb níemand bp fiem / aíí fíobtago van De jleuefes Don \u25a0 fiet toelfte man 9cD?o 300 confuí maaftte / Dat fip na Pedro by Den Koning fonb/ om Doo? tuffen fp?aaft taan Den fabocít / meezbe* «t voor. cíente te fierben :nínnaíatendetebectoonen/ Dat'n fietcefpect toan Den val. Koning felfíaangdegen toaí. Cec fip nog anttooo?b beftomen fiab / ontmocte fipden Koning/ tegen toelftcn fipaíleí feíbe toat otan Dítgebal gefegt fton too?ten / fonbec fiem nogtaní te ftonnen betocgen : toelfte 011 febjo 3oobaníg fiet ecgecte / bat fip toecsogt síg te mogen ees ticecen toaa? op ten Koning anttooo?be \u25a0" / bat fip/ ínbíen fip toílbe / n. n Ko fe Konínginne ban $o?tugaat quam Dan / op ten ttoeeten mu* biyfím gufli / üotoen ben icoopí toan 2 5elem ten anftec / onbec fiet Ioéb?aní «bree- Den toan al fiet gefcfiut batí De &cfiepen. <3p bítgriuíb quam eenou* ke, de taiitjfte menígte olft ban alie fianten toetoíoepen / bcbcftftenbe De Konin. oebecí toan De ííítoíece soodaníg / Dat men Denften foube / Dat 'ec níe.- ginneaf TT\ _..?*_ *\u25a0«. L!att

8 94 Nieuwe Hiftorífche Reisbefchryvinge van manb ín De &tab gebieben toaí 5 en toaa?ip Daa? "en ontfi?afi níe* manb / aíí Díe 'ec tooo? alie andece befioo?te te toefen / te toeeten Den Koning:íntaoegen Dat te Konínginne Den ganfefien Dag te toergeefí getoagt fiebbende / eíndeíp genood3áaftt toaí / tegen ten ataonb ín een Ra?ft te tceden / en na land te taaren \ toan toaa?fe/ onon DuifenD acclamatíen en griufttoenfcftíngrn / na 9lícantata gíng / Daa?fe taan ben Koning ontfangen toínd / en Rleef tot Datfe fiaa? pufilpfte íntcete ín líjtabon beé. DeGraaf me 45?aaf ban Caflel-lidío? fiad 31'g ondectuffen becredd / %íg van ca. fieel iígt meefln te fullen maften toan fingemoet ban De Konínginne irei-me- / en De feltoe te fullen regnren / 30a alí &P Den Koning tot fiíertoe ge= hor vind íjaan fiabbe :fíeuncnde ten Deele op fpn g?oot toeemogen / en op fiet ^ fig m fyn Boeo geborien Dat fip toan fig fritan oedagten fiadbe / en rintelpft op Decappo?? tm &je m ban a}le 6amm geliaan r - tojel:i)en tet üe oníttgínne ban boo?nemen toaí / ín een goed becfland met fiem te leben. Maa}ban a,le Inwaar * Defc boo?deden ftonben fiem bp becbolg toan tpben geen te flade het felve omm Ien W ban toesen fin quaad gefipiíft Dat fip Daa? taan van daan maaftte/ en ban toegen Díe b?eemde enonbetamelpfteconbuífe/ Dicten quam. Koning toan De eecfie tegínfeieu met De Konínginne fiad en Díe fipfeefteclíjft ontetfiouben fiab ftonnen tonbeeteren/ ínbíen fiet fiem geluflfiad* ; De : JBaa? fiet fcfieen Dat fip De Konínginne ; Daa? boo? toílde manífí* cecen/ of ten mínflen toecplígten / Dat fiaa? J^ajcflrit fiemdat foiite becfoeften ; maa? De uítftomfle fieeft geleecd / Dat fip ín fiet een en ín fiet anbec beb?ogen toaí. Goed febhcenbetentijd toanbpftíendagen/ Dat Den 25íffcfioptoan laon/ onthaal en Den Mamtí De ftutaígní totütíffafton toacen / Deben De o?tugítfen debege fiaa?befl/ omfiaa?natemanínetaanfiet;g;anbtoriteontfialen: Maai leidigers metí RefiaagDe fiaa? meec alí fiet ondecfioud mn Den < 5?aaf taan van de &cfiombng / Díe op alie fiaa? boojfleílíngen anttooo?de / en fiaa? Konin. iiieutoggínígfieíd ín alien Deelen boldede t om toelfie ceben fp ooft ginne na gcbucig bp bn malftantec toacen :Docnbe be aange- Dagen na Konínginne / ttoaaff fiet toeetceft taan Defe ncen / fiaa? publpfte ínttede daan. fiet cefuí Dat Den Koning aan mon eb?o gebaaii fiadbe / * lt _ T me te «««te genomínent fiadde /50o toaí on fi.van ÍSUffP*, 0» *B^J r ban &rt? u«ww«jtgtet ferhíf K2&1W/WÍ*»»"/ totdattekosín, re retire- S*0^ fi aa?pn&'pfte mtrete gebaan fiabbe '«fr-&s7hfií? at on m * te m wamlna Dat fip peemíf- Waar - ÍSfW or - te mo* m bectceftften/ calííeecde De Koning * overhy.metden fetoen15 fiera ta?agende toaa?om bat fip nog Se :becsm van den * f fin toelfte mon $cb?o níet antee* alí feec gebsítabook Koning Romen / en maa? te mece na fpn beetceft moefl íweñ beclanaen ne" prai- Ipft fip ban ooft er ectíbelpft op Den eígen abono / toanne c te Konto- * nxk^p"wpft mtcete gedaan fiadte / met mmm lbem* ííetwelkehemefle tivelykdoedvertrekkcn. Htfe$/

9 SPANJEN evportugaal 95 ugtsi en sommíge toan tenubd/ na fijnquinte van Queiuibntcoft/ bie omtcent een uu? toan ttíffabon toaí geiegen. mit toertreft / 300 alí fingemeenlpft met safien ban Ríe natuu?gaat/ Worde.itointo toan sommíge gep?efen / en toan anbece beroo?teeld: ínsom áedi * terfidb baanneec men tai Yuecbolg getoaa? toíecb / bat mon #eb?o *»&>\u25a0** een fiupí boo? figtot límete líet Derriten:3pnoe een atente aan te ""f 5 anbece spte toan be <?aguí / regt tegen otoec Siffabon geiegen. mit wel ' er Debe fiet oír fpn mtínoegen blaajlpfi Reg?ppen :en an an" nademaal fiet J felbe Doo?gaaní gepo?tent íí boo? biegene bte toan anbece onbecb?ufit,ííe<3ua " too?ben/ 300 liet fin ooft índefe geíegenfieíb níet na / otoec fin guate 2éno geo?ag toan ten Koning/ ten opfigt uan fpn?oebec Don Pedro, %" te mu?mureren. men <?aaf ban Caftel Melior, en alie Díeban ffin aanfiang toacen bit fimbt/ en b?cefenbe bat Don Pedro De gunfl ban fiet ólfi fioe langet fioe meec Doo? Dft míbbel toínnen 30U / DeDen fiaa? fieítom fiem te Retoegen/ ten eínde fip toeec naa? gaan. íjfafion 30U 'Cgefieucbe fuflop Die t$b bat De Konínginne síefi toíecd / en bat S ; efete ben fiaa? ttoeemoai guam fiesoeflen. mm fatoocítbíebít taifl/ vande en felfíníet op Don Pedro fiad fionnen uít toerfien / becsogt De Ko Kcninntngtaíue Dat fp Don Pedro 30U 3oeRen te betoegen / bat fip / ora De ginne, is morite te fpacen / toan telftení ban 300 te?ce na fiaa? gesstabfieíto te fio- oorzaak men bernemen / tot fiaa? fierflellínge ín fietpaleií sou tolpben. Don dat Don Pedro toaí te beleefb/ omeentoersoefi Dat ban soo goeden fianb guara/ Pedro af te flaan; fioetod fip fiet níet alí met moeíte/ en genoegfaam tegen weenot fpnstai/ tocflonbt atenbeonbertuftcfien alie fijncguipagieop f n< Hi;n Liüabon te / en bolftomen ban tooo?nemen blptaende / be ínter tot límete komt * Doo? te b?engen. mt «3?aaf toan Caflel USelío?/ om ban bit becblpf tot tiffaron te jy K een pjofíteren / totft 300 toeel Rp ten Koning uít te toerfien / Dat fip ban vermeer- Den feloen toerireeg/ Dat 30 toanneer Don Pedro ffin eerfle toerbíefín* deringe ge baten líet fip fiem toeflonb/ een ttoeede na ffin rigen toelgebalíen van fija te maften/ uítge30ntoerb een perfoon/ toaa?toan Den Koning bífpone; Hofhon** ren toon. Mn toelfte Don Pedro naa eenige tegenflribfielingen fier dio e Rente aangenomen/ ' oe e * lo, 300 berfiooífiptotfíjn CbeííuiDen Louis Silve Tel- word *6?aaf ban UUdraí; Don Jan Mafcaregnas, CJ?aaf Déla?o?re- Louis Alvaiez Tavora, <á5?aaf ban &.g an; m Manuel Teliez de la ltaaa ' Silve, <?aaf bata tía? ilafo?. Zoo raí Don Pedro bernam / bat Defe betfiiritoge toaí goebgereurb/ ReerDefip toebec ten lotoe:maa? Den Rote fiaat ban ben Koning toaí 3oo g?oot/ Datfe bp naaop fin felbe 00; ning eenrjtifisien teboo?fcfipn guam/ enfietoígn alíoít tepoocenontfloo, wordho* fien toíerb» langhoe?ot fiter toe fiab figden Koning boo? ben <6?aaf ban CaM Me- roeer ver- flmflerí/ bk toel fagen Dat uít Defe *to.rtopditing? bl» rd lío?/ en anbere níet anterí alíaunraoteonluflenontflaanfionten/ nog entawíwa- " en ten mmta > moa? tegentooojdíg gíng fiet 300 toe?ce / b^hi 1 roo? f onpe'

10 96 Nieu-we Hiftorifche Reisbefchrijvidge van memano De mlnfte Defécente fiab. Don Pedro Debe tfidnímemcnbaí/ of fiet toíecb fiem toan ben Koning alí eenmiíbaat toegeecerenb. mtt bleefiín seefier bnfcfitl/ 't toelft tuffcfien be Ka?gutfínne ban Caflel Utelío? /USoebcr ban tenfaborít;en Don Joan de Mafcaregnas,?aaf Tot zoo ban &aínie Ctoír/ <?oot Uteeftet taan fiet Huií ban De Koningin* verre dat Re/ ter occafie ban fiaa?lutbec bebientnge/ gerefen toaí. j ant alí hy den Den Koning feíbe / bit fip fiaa? toílte beto?eebígen / en ftjn eígen I uií felven Kegeeren ;en bat Don Pedro alo bp toebai baa? bpb3egbe ;3egt b?p Daa? foekt te bp tdatgy van gelyken u eigen Koningrijk Regeeten wüd:30 Cmpo?teetDe mishan. ten Koning fig 3ooDanig/ Dat fipfpn?oetersou fiebben aangebalien/ delen. ten toaa? De Konínginne toaí tuffen fieiben gefiomen. Don Pedro op ten anber tíjb met ben Koning en De Konínginne ín be Cacoí $ittenbe / en jommíge Fidalgues fíente/ bíe figmet ceta foo?t ban Cou?nop-fpel tegen malfianbec oefenben/ 3oofionbe Don Pedro niet nalaten / Den Marquis de Marialve te p?pfen / bie te paa?d sat / fiebbente fijn 23?oeber Don Rodrigo aan fpn spbe. mm Koning fig berberibente/ bat ben Marquis de Marialve te p?pfen/ éüen 30 beeltoaí alí ben <?aaf ban Caftel Meliorte beragtem bíe meé tegentooo?bíg/ En te en fin fioofb ban een anber < uab?íile toaí J empo?teette fig tegen pomjar- Don Pedro, troftftinpoínjajo/ en 30U fiem3eefieriijfiboo?fíoofienfiefií deren. en ltm toaa? be Konínginne fin felbe ten alien gelofifie Relet fiabbe. 'Kgeef Heb. te betenfien / ofbit níet fieel bermafielpfie rencontreí boo? een nieuto gctroutobe Koningínne moefien spn. Het ge- Haa? níet tegenfíaante alie Defe guate ontmoetíngen / 30 drag bolfia?de van Don Pedro op etn ganfcfi onterbaníge topfe ftjn of te maften; fioe* DonPe- toel fiem noít uít be gedagtengíng/ Dat De Koning dro, na fiem fiad toíllen pnta?teren :en raen geiooft selfí bat fip ban Ríe tpb aan infpn ge* defe ont- bagten obcrletbe / op toat maniere fip RetReffein toan topfen nkíetm. níngínne te Ko* e- ffiniloeter fn 't toerft 30U flellen:fig te gelpfi be toan een KontngrpR tetseefieren* / tot fiet toelfiefip 30 g?ooten regt een fiadden1;en ban fefiat bte fip toaa?bígetagteaíí firikontaigrüfi: maa? fipfiabbete boo?figtígfieíb toan 'ec op bie tpb níet ban te laten bípfien; spnbe fijn * en l en 05 ',al0 mttmm$ 3ai toeeten aangnoonto. S-^í^^iY be mfl * flan toíe tein 't tonbolg bitgefieim open* Raa?te / en bíe fin aan.../ íegt -toatec ban te Konínginne B / te pm fiab febetb be eerfle begfnfelen toan fiet *&outoelij6toan ben Kó* Misnoegen, tuf- n ng met be jsjnnceffe ban Aumale al fiemnfit / ten den gíngen 300 batotsafien ntnen alffe tuffen luíben ban K fiaa? fiaat en outerbom tefiokn/ 7 ng 8RJ 1 mm 9* m ban b*te» tertoagten e Ko. tpb nog V maa? alleen gemerrt fioetod DítS tec toíerb -nmgmne ban btgt aan ban luíben / bit be eere Sahten fibar perfeonen te nateren Sai nu l_\ fflses langer 17^2, RWfeS* 00^í?^ B«ftcjop een toondnbaa?!?* verbor SiK,m I" h* 3clfjíl be g?onben tot een bertoe Cabale mn Mr S5- > * * tefe fig met malfianbec tegen te flerfifle tm^usasí kan niet nenhc hfrhnirron filnhen / * «. v. í 7L r * J X UU * nu "ICtIfitiger BOn* lenbiy- **?ft fís bp bk gene/ Die boen tec m b ftosfeffl

11 SPANJEN en PORTÜGAAL. 97 fe níet manieren ten laatflen baa? otoec te 3eegep?alen. itiaa?nate; wm tnaal alie befe bingen op een en te feltoe ipb gefcfiíeten / en te gelpft door het met een g?oote feeteteffe Releíb toíecben/ 300 jal 'ec 500 toeelboo?fígtig; Hof in ficto olí nautofieurígtjrib bereifcfit too?ben/ om aíleí op 3pno?b?e en drieca ter geetec trotitoe tec nee?te flellen: ínsonbecfieíb Díenben toptooo?af balen te toonen / ín toat flaat íebec ban tefe $a?rien toaí / toanwnfe tot verdéela maltaanterí toerterf aanfpanben. a Co. fioope íftbat onfe " naa?fligí word. fieít met fpn getooone opmerfefaamoeíd fal beanttooo?den. oo? af Dan moet ífifeggen / Dat ben Koning febetb fpn troutoen Den Ko* ingeenen teele toaí taecanberb / maa? bat fip tec contraríe ín alfjjn «"ng*. > ono?beiulpfifiebeti enguabegetooontení toolfia?be. 3 at meer tí/fipgaf g«nfins toageíijftí níeutoe fioffeban berb?in en míínoegen aan DeKonínginne/verantot 30be?rebat fipopentlpft bebe blpfte / op De eerfle Komec-?ou ban derd ; toe Konínginne fe' beciíefd te spn. Cn belangenbe Don Pedro., fiefiaf* derdfi i IÍ toen ben affteec bie fip altjjd ban fiem getoonb fiabbe / 300 toaí ten trouweafiaat bíe fip fiemtoeb?oeg 300 toerbaa?ípft/ bat toeeíe gettopfelb fieft&en/ Mishan. of'ec níet felfíeenige jaloufíe fieeftonbergeloopen ;toaa? toe fipegter alí deld de nog geen reben fiab. íntegenbeel fiad fip 30 g?ooten toegetendfiritboo?konin- 5P«JPatoorít / en toaí 300 bíínbelíng mn fiera ingenomen/ bat fipfe!' innetoec eben 30 toeíníg mííboen / alí ben Koning / sonbec 3pn caab en Laat fi s goebbínbcn / boen fionte: SPntebft met een te ceben/ bat men ai fiet ten f Be " becfteecbe geb?ag/ en toe RUitenfpoorígfieten bíe boo? ben Koning ge* f c. pleegb toíecben / boo? een g?oot gebeelte op fpn fierf-floft 3ett / enbat K or 1,tt fipgebolge Den fiaat en Den affiecr Díe men toan be felbe fiabbe/ optem IJxVZ* neebetbaaíbe :toant men flelbe genoegfaam boo? toafl/ bat Defen «un-* fleling / fn plaatí ban fin toílbe en onbanoíg fiumeuc ban ffinmet* flec te temmen/ of ten minjlen eenige raoberatíe omtrent fijn.buiten* fpoocfge D?íften tóete b?engen (30 alí men p?efupponee?be Dat fip fou fiontien gebaan fiebben/ ) ftg beeímeer ban alie befe gebjeefienbebien* be / om inongunf! teb?engen bie fiptoílbe/ fígfeítaen en ffincreaturen te toecfieffen/en5odoenbefiet ganfefie betoinb ban saben alleen ín fiartben tefiouben* jlet Don Pedro toaí fiet 500 be?ce gefiomen/ Dat fip'erín geenen Die on beeie mece op pafíe/ cn belangenbe bekontatgíune/ na bat fipd 0n pe eene toan fiaa? Kamer-?outoen / op toelfte fiaa? Hajefldt fieel beri dro no* bertcontóbe/ getoonnen fiab / 300 fiab fip nin anberí alí een uiter= opdekoi Ipfie bcleefifieib taoo? De feltoe: inboegen/ tost 50a toeí ten Koning/ alíninginne, fjjnfaborít/ uítge$onter l eenige plegtelpfiteten/ biefe om toeiflaaní n 't mín. toíllen boo? 't oog ban De toecelb aan befe ínceffe fietopfen moefien/ ñeai & nenoegfaam loonben / bat fp 'ec figin't ftpsoatet fieel toeíníg ííneti aan» meer geiegen spn. paire. gullien to?ecmben geb?ag ban bíe gene / bíe in'tongdijft toaren once gaf oo?saaftgante Konínginne / om een gzcot miilroutoen tegen teiükk ; aen fltoeop te taatien/en ftaasberbagt te fioubm /Datfe feer fdjateípftebef; ftaat van fewen tegen fiaa? fmeten moefien. Bmi fioe meer reben fp fiaa?ga dckoüit; tenom te filasen / fioe mm fp ftg toaste ora 'nfiaa? refsntímenten g.nne,

12 19$ Nieüwe Hiítorífche Reisbefctiríjvinge van otan te toonen/ nfet toenende aan toíefe fíg toectcoutoen 30U. gptoifí Dat febefilaagd toferd toanalie bitrenníí ban fiaa?ongdu66ígenflaat fiab* ten / en fp fioopte bat Den tpb alfiaa? gualen 30U becsagten.?anfi* rpft/ fintoelftefp3o etoen fiab beclaten/ toáínog bolftomen ínfiaa? ge* bagten / en te Regeecte Díefe fiabbe/ ora te bolboen aan 't geen men ban fiaa? toettoagte/ fiíelb fiaa? gebutíg gaanbe; 300 Datfe toeet mín* bet Dagte om geneeí-míbbelen tegen fiaa? gualen tetofnden/ alí ombe felbe te ontbeinfen. Cn níet tegenflaanbe fpcampen genoeg ban fiaa? feíüer fiab/ fonbec fíg metjbie ban anbere tefielaben/ 500 fiante fpeg* ter fiet ongeípfi fin toelfie Don Pedro toíecb aangebaan / nín anbecí alí met lentoefen aanfíen / en Debe Rp alie boo?toatlenbe gelegertfieben fiaa? befl/ om fiem/ toaa? 'tmogelp /índe goede gunflban ben Koning te fierfíelíen. Don Pedro in tegenteel fiongeenfíní fin fiooggaanbeen fiatelpftete* van Don to(m ban <n übtniflec langec toerteagen / en fiad obeclange iearo. m otiéc -oen[p6et1 {jaat íggen jjem, cn um naan fiange.0 0pgd)at; en níet tegenflaanbe fip ceben fiab fíg te troofíett / om Dat fip fag Dat Re eerlfififle luíben fíg boo? fiem toecfilaa?ben / 300 oo?beelbe fip fig nogtaní befilagení toaa?big te 3pn/ ora toat fpn 2&oebec nín na* Un/ fiem bagelpftí níeutoe tierbjtetigfieten aan te boen. cntec an* beren fiab fip fiem onlangí op fiet land gebannen / aítoaa? fip eenige Dagen getoeefl spnde/ níet toeec ten ífobe mogt fiomen/ boo? Dat fip g?oote fubmíffíen tooo? Den Koning / en tooo? Den Cetfíen ilíníflec gebaan fiabbe ; fintoelfiefommíge níet ten onregteoo?teeiten/ men uít, polítíe / ofom eenige toerfto?gen reben gefcfiíeb te 3pn / alí Dat finmet DenatuB?lPfieneígtnge ban Don Pedro obec een guam. Die door 9 n Defer tooegen flonden De safien / toanneec Don Pedro ophet point denko- flaantoe / om Den Koning na &albate?ra te geleiten/ fiera bab/ een ningop't toeínigmecc olfimeé te mogen nemen / alíboo? Defen t en níet te* nieu w genjíaanbe bitopte getooonte gegjonbbeít \u25a0 toaí / 30 toíecb fiet fiem-nog wordbe- tanígetoeigecb. Cnten<?aafdeiaTorré ter felbn tíjb teda 3$mtemn kedgd. 0[6 te igterl tot untaren / en gelotoenbe bat fip níet gualpft boen soube / fiet $ of't toelfinu 30 nafip toaí / te:gaan op toagten / rigenfien toíecb Den bag toeecom gesonben/ aíleenlpfi om bat fipinbe belangení toan Don Pedro bíaí. jfl&aa? 3(300 finop bk tpb gebeucte/ Dat fipfnte* gentooo?bígfie(t ban ben Koning ban Don Pedro fp2eeftente Pnnsnoemte / / fiem 300 repliceerbe ben Koning / bat fjjn 25?oetec geen *l.l J??t*_i?!? ; 33 toe{n* 9 m03t ten Koning becteagen/ 1?%^\ T^s m l banta- 3fe ban teagt. m «íoewc toíecb Rige* fiebte a eb. recbí gefígt / toat onberfriirib bat 'ec ín too?r mm m mm/ ca tmm m»"t W«2a» Tilpieftettmet alí cení tec fjagt / fioetoel fip gs toeoíxeien vaterra. ttawtoe fiab laten mafien t maa? fip gíngben mssñsssss Ko"nil e " J^W? B" ber6fpf ban ten Koning tot albflte?ra / toaí níti

13 SPANJEN en PORTUGAAL. * 90 tiec toante patrouílle / bjengente Rae? fietg?ootfie gebeelte toan Den Dag en toan te nagt Doo? / mn op een elenbíge topfe ontfiaalb te too?ben / en een raufjjrtefiooreníiaterbermení toaa$ig toaí:ffinte tooo? De cefl De buítenfpoorigfiebeu'bíe Rp.pleegbe/ en fingurte ontftaal Dat fip be Konínginne aanbete/ 30 g?ete/ bat be meefle llenen ban aanfíeu»iv e!íffinpa?tie beclinen / en cíe ban De Konínginne amplectntten. In* vanvee'e toen bit oo?teeíten berplígt te spn / bie safte berter boo?t te setten / feet oua gíngen na Den fatiorít/ en onber anbere bm Ea2quíí beflice/ fpri ivk word Com / en Dea n a?guíí De >anbeí ; fiem tertooisente bat fnnubol* genomen, Romen berseefiero toaren/ Dat Den Koning onfieguaam toaí Kinteren Dj e daar, te Retoben; enbítonderjlrib spnbe/ $m toaí finuan be toterfte naob-* over aan saftelpftfieíb/ bat men ten gitifant tete toutoen;boegentebp Refere* den Faten nog 300 beel aabne/ Datfe fiem tmiaatfíen otaertupgden;*ent)p bit aan yorit ten Ksrungfiefi&enbe boojgefíelr/ ' De fettae toaa? in confettteerte. k!a enme ttoee 25?oeterí fiabben tfianí níet meer alí een *;&íegt- atec voorfla* raet fiaa? toriben;en tefe toaí fin bíe bit níeutoí toan toegen beako* gen tot níng aan Don Pedro R?agt. DonPedro anttooo?be fiíerop ingefdj?íft; een,hcueti na taed teefienentaan Danfibaa?firib getoonb te fiebten/ soébntoon* De fipdat fiet tooo? alie bingen we!í fc nootasafielpfi toaí / Dat men fiem een van Do «appanage toeldte/ ober een fiomnibe met ffingefioo?te / en raet fiet beffeín Dat men fiadbe om fiem tedoen Pedro- troutoen; bat men tontoolgení een $?«iceffe moefl 3oefien/ en bíe getoonben fie&tenbe / oo?beelbe fip Dat men bit boo?nemen eerfl mn Den Koning en Konínginne toan Cn* gelanb moefl tommuníceren/ eer raen be felbe ten íloutajdp&betfogts en dnbeljjft Dat fip / om befe p?oeeburen 390 6o?t te maften ala rao* geíjjft toaí/ ban fpnent toegen fpn Joan de RoxasdeAzevede, boo?flelte/ om baa? otoec tefianbelen met bte gene Díe jefteít fijnha* fougoebtoínten Daa? toe te nomíneren. Cn of toel ben Hertog et Don / geburente tog Dítalieí/ Doo?* n gaatií opte frontíeren toaí / 30líet fip egter niet na / ftenníí te fiebten L ban m alieí toat 'ec aanfiet^of omging. $p tente fiettooefle/ om ninte bere -^ggen 'tbjutale fiumeucbantaen Koning tfip toiflop toatontoaa?bígen topfe fip be Konínginne heel tracteerte :en 't geen fipnog fiet mínfle toan kennis ale fton toecb?agen/ toaí Dat fip fag/ bat ten f atoorít; inplaatí taan van alies 3t-lBe onrebefpftc manieren ban boen/ en bie 300 fltp&igtoaren mn De wat'er eerf)aa?fieíb en toelboegentfieíd/ te berbetecen/ of ten Koning tot een aan het anber ge&?ag aan te rabeo ;Den felben beel meec in alie fgn ongere- *H fg«- gelbljeten tierflerftte/ fíg latente booaflaan Dat níemand fiem ftonb^ «n/ 30 lange fip ín toe gunfl toan ffin jleeficc flonb kurdo. / en frjnfiumeur De Ko total optebolgen. c-.- níngínoa _ tsheítoaíban ínrepenroecen/bef íítíenbecfletfiten fíg tegen mal ntdekt fiatiter/ en toíerben fioe langec fioemeecop malfianbec bnbítterd. Cn " ar " vs.r l B l' nnc/ onm gdiir íanger fionnenbe leben ontec 300 ftoare vff ÍSrf nótete beeftagtígfietb toan ad ten Koning / en De T a ar fiskss!^^ *" fmmlmmten ncergcfio?t / ont* e, tefttefiaa?25te S t. atec/ Pater devilie, toatwt«nd?ng?ooíenb<>. er' JSS.

14 ioo Nieuwe (íifíorifche Reisbeichryvingvan gente fp fiabte / fiaa? qualen aan ben -^ectog taan te maften / b?eefenbe nog taoo? ecgec ; bat Den I ectog ban'25eaufo?t en ten íffcfiop toan Eaon / fiaa? Roben alie gececommanbcect fiab-* Den/ een bolftomen toectcoutoenop fiem te fiebben: toeífialtaefp feeftec* Ipft geloofbe / bat fiu alleen bequaam toaí fiaa? qualen níet alleen te toetfagten/ maa? ooft om míbbeíen aan te topfen/ omeínbelpft op een eedpfte topfe uít befen afgjcnb toan eleuben/ ín toelfte fptfianí toaíneec geplofí/ geccbt ' te too?ten. Die van Pat^r de viiie, fioetoel een / tosté feec getcotito aan fpn ditalles Uteefíreffe / app?obcecbe nín aiíeen fiet teffeín taan te Konínginne / nader maa? communíceecde fiet ooft am ben «0?aaf toan >cfiombecg :en verüág toecmítí fio cecbí ín De ftenníí entaectcoutoipfieíb toan ben C?aafge* doed aan ftomen toaí / 500 bebe fip fiem een omflanbíg becfiaal toan alie De den Her- campen Díe De Konínginne toacen otaecgeftomen; baa? bpbocgenbebat *. g- De gecugten taan fin ontoecmogen taan Den Koning níet alí alte toaa?* ogtíg toaren / en Dat 'ec na alie appacentíe feec quabe gctooígen uít te tace* toagten flonden.; Datmenüob? eenígen tpb een feccete Deuc índekamec toan be Konínginne 3ooDaníg gefcfiíftt ijabte / Dat men boo? tefe beuc ínftomenbe/ índe feltoe tteben fton / fonbec taan bie gene bíe ín be Ka* mee toacen gefien te too?deñ; en bat men becfialtoen tojeefbe/ fiet felbe met Dat oogmnft gcfcfiíet te 3fin / om Daa? boo? íemanb tec gdegenec tíjd ín te laten ftomen / om De fefiante cn fiet ontoecmogen toan btn Koning te bebcftften. Waar 'ic toaí onmogriíjft bateen bífeoucí ban bíe natuuc / en teft?agtígb door en met 300 beel oraflandígfieden / níet ten uítecflen getaoelíg tooo? een gene* Hertog mü$ en eeclpft gemoeb fouben 3pn / te meec om bat men toífle bat'ec tenuiter. níetg toaa?agtígec / en níctí met tnínbecbecg?ootínge gefegt ftontoo?* ñe f- Den / alíínfin felbe gebaan toíecd.* etaentoel fton be C?aaf ban Jbcfiom* ak 5 becg / tooo?fienbe be fcfiabelpfte gebolgen bíe fiíec uít ftonben boo?tfto* a! ord t men / en bjeefende bat fiem bit mogt íntoíftftden íníetí / 'ttoelft tegen fwaiftr" *Jet ittietcfitoan bíe gene bíe fipbecpíígt toaí te Díenen / ficpbíg toaí/ heit 8" 300 fcfiftííjft níet cefoltoecen / om fig ín fuiften getoaa?ítjften 3afte bol* maak t ftomen ín telaten 5 boo?toenbenbe bat fiem fulftíín ben tegentooo?bígett bíe fip met ten Koníngfiab/ omfig'in tpb / en ten opfigt taan be engagementen fuiken onmogdíjft toaí;tooojtí bec joeftrnbe bat $atec be íllesuiftí aan be gevaar- Konínginne gelícfbe te cemonflcecen / enfiaa?majefieít nogtaní met 1yken cenen ban ftjnonbecbaníg cefpect tebecfeeftecen / en bat finnooít fonna* zaakvoi laten op míbbeíen berbagt te fon/ omfiaa?/ toaa? t thogdíjft / uít komenin 300 een ongeltiftftígen ftaat te redden. te wikke- e Konínginne uít bitgematigde geb?ag ban ten fen- C?aaf be Refluíten* / bat men be 5aaft níet ecnftíg genoeg fiab taoo?gefielb/ fiab g?ootec *?«* be ;begeerte aíí toan te tooocen / om fiem otoec fiaa? fielaagenítti eígenpec* mm 00n te oj^ccfiouíjrn/ gelptafe natecfianb tec griegenec tpb ooftbebe. Maa} cbt be geíegenfieíb toíei 300 felben boo?/ batmen íetí ín tojpfieíbfton feggen/ Brieven imtez of grfjoojb/ of geftoo?b te toojben / bat alieí toatfe fiem op bíe

15 SPANJEN en PORTUGAAL. 101 tíjb fton feggen/ toaí / bat te mcnígtouíbíge confecentíen/ Díefe met patee be íilefiabben / ftonnente becbagt too?ten / finbeetcc toaí / bat men bíe 5aaft Doo?.; figten boo?fclj?eben eínbe ban feeftec Cbrimanbebíenenbe/ bíe alí pageínfiaa? toaí opge* b?agt / too?benbe Dít aantoerrfpben goebgetoonben. j a Dat men eenígen tíjbfigtaan bit míbteibebíenb fiabbe/ 300 toíecb De Ciááf ban g>ríjomtecg getoaa?/ bat te Konínginne alfiaa?25?íe; toen íneen fiííje betoaa?te / toaa? Dante eecfie Kamec-?ontobefleu*= trifiab/ Decfialben líet fin be Konínginne op feeteren tíjb toeeten/ bat fiaa? JÍajefieít fig fiabbe boo? te fien / toant bat bíe?outoop toelfte fp fig taectcoutobe / Doo? ben Cjaaf ban Cajiri-JBelío? getoonncn toaí / en bat bien CDelman toaa? taanfefig bebiente/ op befe eígenfle $?outo toedíeft toaí / en fp fiem ooft torilpben mogt/ bat men bien* tooígende anbece mefuceí moeflnemen/ albe tooo?gaanbe 2 3?íebenbn= b?anten fiet fiííje een antee íoebetcoutoen ;fce fleutel ban fiet felbe tod betoacen ; en om be 25?íebrn ín toeftomend te befldlen/ fig ban cen anbec perfoon bebíenen. CeDticenbe befe 2B?íef toíffdíngengebeucbe fin/ bat $atet De Miz/ bíe febecb eenígen tpb al ftenníí met ben 2 3íegttaaDn toan mm$jép/ bíe mete taan fpn-< }b e toaí / gemaaftt fiabbe / ín gefp?eft quam / en na batfe malfianbec tot toetfcfteíbe maleta ín genecaíe tetmen onbec* fiouben fiabben / aangaante ben ongeíuftftígen flaat ban be Konín-^ gíniíe / en fiet quabe ontfiaal bat men * od*jped?o Dageíp aanbede; 500 líet fatec be ííle met opfet fig eenige tooo?ten aíí taan tet3pden onttaallen / toaa? boo? fip genoeg te fiennengaf / bat 'ec tegen tefe quafen nog toel míbbelen fouben te toinden sijn/ índíen men DefianDen andnfmí tehoo?íp aan fiettoeeft jloeg. 23p be naafle 't famenftomfl bíe De gcmelte ttoee frecen otoec Dít fubjeet fiabben / bonbenfe 300 beel otoeceenftomfie ften toan be Konínginne / en bíe ban on jpeb?o/ fin mecftelíjft tot fiaa? beídec tooojteri toefen foube / batfe fiaa? saaft te griíjft / batíí / met 'tfamengetoougte ft?agten tooo?t fetten; enbat Reloften gebaan te fiebben/ ban be 3aaft te fullen toecbo?gen fiouten. men OBíegttoaDec toan mon $cb?o fiem becflag fiebbenbe gebaan / toan 't geen tuffen fiem en.fjatn De íile toaí booigeballen / 3otooegí fe fip uít fig felben baa? fip tottoaa?fcfictitoínge/ bat 300 toanneec Den ban be Konínginne tot fin taecfianbrien ban tefe 3afte toíecd toegelaten/ Dat De feltoe alí ban onmogdíjft ftontaecro?gen blpben ; maa? aanjlonbí aan ten Cntaope toan?anficíjft ReftenD fou too?ben. mon f cd?o toonb Defen caad goed/ en De Konínginne confo?mende ftg te verhandelen. van den Hertog, aan de Koniíu ginne. Voo * hoede, en waaríchoii DeBfegtvader van de Koningmne geeft kennis van de zaak, aan de ti Biegrvader van tuffeiíde ongemaft- Don Pedro. batfe gdooftoendat Die beide overde felve yan een ge- fp fíban nog quaad genoeg fouben fiebben / om alie ftoarígfteten / met toelfte fp geb?eígb toíecben / te botoen te ftomen. én fiíec ín met malfianbec otoereengcftomen 3pnbe / en bac be cene aan De Koningíii* dagte ne / en be anbec aan mon #tb?o / reftcnfcfiap toan fiet.becfianbdbe zyn. fougeben/ 30 fcíjeídenfc tooo? bitmaaí ban malftanbec; natoeberfpdfe Nader onderfoek, en beradinge over dit alies.

16 S?Sn!"? Fremont vanabia - Swarighcdegernaakt byden Graafvan Schomberg. Die door degefeide Biégtvaders worden «pgeloft, Waar op den Graaf, onder feekefe voor. - waarden, fig overgeeft. ioz Nieuwe Hiftorifche Reisbefchiyvíng ran mettefeltoe/ na Datfe Den <0?aaf toan ácfiomberg Renníí baa? batí gegeben fiab ; Díe bit abtoíí ban Den $atec fieel fleurljjfitoonb:baa? RPtoocgenbe/ bat nin tegenflaanbe fip beel agtinge boo? ten $bt ban men egtec tnbit gebal $íg opten felben almete nín tontroutoen mogt;om Dat fjjncaractec meébjagt / Dat fip ban alieí toat 'ertooo?bíelín?anfitpfi ceeftenfcftap geben moefl; enóat?anfi* cpft ín 't onberfoefi ban 300 een 3aaft níet treben Ron / bíe aile oogen* Rlífibeceifcfite bat men anbece raefureí nam ; ja bat men De ganfefie 3aafi Reberben fou / toanneec men De ReraDíngen 300 be?re ban Daan moefl fialen / bíe felfí níet eení fieguaam fionten 3Pn / om Dat men baa? 300 toeíníg Renníí toan De perfoonen / en toan De raanínen ban boen ín $o?tugaal fiab. lile Defe bingen toíecben ban te Konínginne/ en toan mon goeb gefieucb: eb?o maa? toanneecfeben<?aaf banjfcfiomterg taecpíigten toílben/ síg ten eenemaal/ en fonbec eenige cefectoe/ boo? fiaa? te ber* filaren / 300 bonbenfe beel meec tegenflanb alífe gcbagt maafite fmacígfieíb fiadten. in / ja fiet fcfieen tegen fpn gemoeb te jlrpben fip $cb?o / bat boo? een Koning bie men erfienb fiabbe / en met toíe fipuít fioofbe ban een (Ccactáat ge-engageect toaí / jneferecen oofi fionbe fip fpntooo?b níet b?eefien; fou fonber fcfiabe aan fpn rigen eere ; te Doen ; en eíntelijfi fouben be getooígen Díe raen fiíeruit fionben tooo?tfio* alleen maa? boo? fpn rigen reeftenínge spn. me íegtbaterí/ bíe fiaa? ftejlbeben om Defe ftoarigfiebeta nemen bátate / anttooo?ten :bat belangenbe fiet?rartaat toaazóbet fin «a taeri ftoatígfieid maafite / fiet feítae toaí Rp De Konínginne Am opgecegt / en toaí nooít toecnieutob Doo? mon fjipfionfuí Toaí Rp tn alien gebaile eígentlijfi maa? berpíigt toaí om fin KoninacPfi te fiefcfiermen;en Dat fiet felbe nooít benec gebaan / nog oofi be (Cractaat nooít benec fiet óefef* gewcnteert fion too?ben / geni alí raet te ban mon $eb?oboo? Reían* te flaan/ en fiem fiet Retoinb ban ;aften ín fianten te flellen/ totfin toelfie / alí oleen bel toaí jbat men níet ban /fpn S?aebec íncaoa* meenínge toaí ben Koning be nemen Kjoon1 / te maa? alleen fpn guate Kaabííuíben / en Dat ren neneuu te bo" 1fiet toelfie be Konínginne iboeber bp fiaa? leben getoíld cn geen noobfaftelpft moefl too?ben ín'ttonft gefles / Emente fiabbe" rufleente fiet toeltoefen ban Den átaat fierfíellen tora 3<g baa? aan obn te getoen/ onber tooo?toaa?be nootans 5Smm h_n Sí w ' *» fr» janftrpft íemanb mígenw ftelte / bte toan be toaajfieib m?pb en geben towens fton:bat be nerfoon bíe XSí _ court, na batfierafpnbecfoefttoaí

17 SPANJEN en PQRTUGAAL. 103 on Pedro, bíctotfiíectoegeen 3onteclíngeommegangradten6?aaf Aardige toan gefiab fiabte/toaí feec Begeecígom fiem te fp?eeften. Cn vond,om op Dat fid felbe níet fufpect raogt spn / 300 guam men obec een bat»'n rnar-'c mrafígfougdaten/30 Difttoílíalí 'er íemanb guara Díe fiaa? tafrjloo?be/ frmen bat raen otee be befieerínge ban ten <?aaftoeftgtoaí/ en bat be 25fegt- 'p^ken, abec tegen Den <?aaf toan ábctjomfterg guanfupí seggen fou: níet a - geloof vry, jufin eet / dat de zake waar van wyfpreeken, van een terhaa! *i grootbelaag is 3 en dat 'er onfe welvaard aaogelegen is;oftodíetí anbecí/ V 5 wor " en ;. pante op fiet feltoe / na bat fin ínbe reten tepaí guara. Rodrigo de Menefes toa^al te g?ooten Confítent/ en fiab altelan* j ge odr'g ín be gunfl toan Don Pedro geflaan / om níet mn een Renníí evienebit grijeím te fiefifien. M? toas Ctelman ban fpn Kamec/ en me* l es ; eṇ ban fíbent pan fiet alelí, erbolgení tcor fip ben <?aaf toan Sinc Jan l!? oofi ínbe pa?tíe p ;'t toelfi een Mtn ban een 3onteclínge Rerjoaamljeib gnr ok toaí / en Díe feec toeri tot De uítftomííe toan bit g?oote toeefi fieeft toe* ten geb?agt : fp?eefienbe Den 4B?aaf toan Rp na met níemanb anbecí/ alí mn fiem alleen / 3eberb Dat fip ban Dit gefieím Renníí fiab; ban cení onbec p?etert pan een toanbelínge te-boen / ban met Ruíten te Stab te cpben / fe. n ro iben boec Dan niet alleen boo?t / met De tooo?fcfi?etoen confecentien fcrei^.' te fiouben/ 300 Dífitoííí alí fiet be tpb toe Son laten ;maa? een íebec Wden Debe onbertuffen fpn btft/ om fiet ontoecmogen ban ben Koning aan me yver te toonen/ om be goebe fioebanígfieben ban Don Pedro te bnfieffen/ voorígeen fiem bp De $atíe aangenaam te mafien ; ten einte men fiem fiet z«. Retotnbtoan saben 30U ín fianben flellen 7 en baa? boo? fiet teffefn bol* trefiften / toat be Konínginne Jüoetec op suifte goebe gjonbea onttoo?*. pen fiad. DeGr-iíf " Cnof toel níemanb tooo? ben anberen íetí bnbo?g / 300 toaí be Ȳan Konínginne Dog noít te b?eetoen/ met alieí toat men ftaa? bp befe of schomgeneommoetínge3ou mogen seggen/ tentoaa?te<ujaaf ban^efiom» bereis bergfiaa? met cenen alieí fcfijeef/ toat tot ffin ftenníffe geftomentoaí. deefw mt Konínginne ban op 3eefieren bag een 25?íef toan fiemontfangen noofvan fiebbende/ bíe aan alie fianten Refcfi?eetaen toaí / tn befíg spnbe met alies. bíe te lefen tntojjlfe nog te bebbe las/ 300 Quam fiaa? amebe^on* neuc inbekamec/ Moeye- bectoeet fiaa? met nng?amfi<iorig gelaat fiaa? leuíg* ÍP voorfirib/enperflefiaa? Bajeíieítopteftaata/omnatoeiBíítegaan. ekoí ] al van níng toolgbe fiaa? op fin fpoo? / en maaftie fin nog een flagje erger: d? inboegen Dat'er boo? be Konínginne nietí te,boen ftonb/ alí tens&tef n,n g,nne * 300 goeb alffe Ronbe onbec fiaa? fioofb peulutoe te toec&etgen / fcfiíe*, wesens IpR op te flaan/ fíg te fileeben/ en naa be Ketfi te gaan/ om toan fiet J" ' nt ~ Guaje ontfiaal ban befe ttoee pecfoonen taeclofl te too?ten. naa?nau* g van toelijfií e" toaí fe baa? genomen / of fp begon om ben 2&íef tebenfien/ Brief bíefe onbec fiaa? fioofb-ftuffen gelaten fiab;en 1geen fiaa? toeriegen* fieib te g?ootec maaftte/ toaí/ batfe fig te binnen b?agte / bat men fiae? fieb gemeenljjfi maaftte toarmeecfe ín be luifte toaí. p maaft*

18 104 Nieuwe Hiftorifche Reisbefchryvinge van te ban fiaa? ftoacígfieíb ten eerflen RefienD aan atec De ífíe / Rab fjem na fiaa? ftamer te gaan en Den 23?íef te fialen ; en toat fip ooft mogt feggen/ Dat fin fietfaítníet toagtoan een Ceeflelpfte/ fíjn fiand te fieeften ín finbeb ban een Konínginne / 500 moefl fip Dog gefioo?3a* men. ibaa? aan bebente ban be ftamec geftomen 3pnDe/ en fiooccnde bat Den Koning en be Ba?quífeban Caflel Helio?/ befig toaren raet malftandec te ftnojcen/ joo fteecbe fip aanfionbí toeecom/ enber5eev* ftecbe te Konínginne/ Dat ec nietí te to?eefen toaí/ toant Dat raen 30 lange bit buu?de fiaa? btb níet maften Het wei- m Konínginne etoentoel níet nalatcnbe ongnufl te 3pn/ 5011b eene ke fy eg- ban fiaa? Kamec-?outa)en :maa? befe ben Koning toínbende op fiet rer ge- {jfrj jíftco/ en níet ftonneude Daa? bp ftomen / fip 't fiaa? belet* lukkig te tt f 50 frm j e Konínginne fietníet langecfia?den :maa? fe flond op/ boven m gíng onter pj-ftcjct toan een quaiíjftte geftcegen te fiebben / uít De komt. u^{ ^m^ n0g 0 getiaan toa^ en nog fcftielpftec t'fiupí ftamenbe/ alffe ínbe Kerft geftomen toaí / toíerpfe fig aanfionbí op fietbeb / bat nog ongemaaftt toaí/ tafie met fiaa? fiand ontec De peulutoe/ en toonb totalien geluftfte Den 25?íef / toaa?omfe 500 seec beclegen toaí: liaa? fp fiabmet eenen De tooo?jigtigfieíb / ban níemaub ban fiaa??íenben bit boo?toai teftent te maften / tooo? bat fin ganfefie bef* fcín toaí uítgetoonb ;uít to?eefe bat fin 'ec eeníg Reldfel aan geben mogt. Hetgetai < ndectuffcfien quamm 'ce toan tíjb tot tíjbníeutoe fecfonen ín't fpel/ l?v a?r en toíecben 'ec tegentooo?bíg bectíen gebonbcn Díe ftenníí toan Dítfeccet f cd < - fiabben;fiet toelfte ben <?aaf 'toan toeíníg befiaagbe / om Dat te R?ccíbe Dat finbaa? fou mogen ttítleftften/ en bat De saaft tot S pccfcctíe toaí geb?agt. Ctan ebentoel fig felben fiíec ín cenígfiní te Irooter bdíl'sen f» eecufl te fieiíen/ 300 contínneecte fip/ Doo? tuffen ftomín* b ge ban ;fcemont / ín 5 t algemeen ftenníí ban be 3aaft / en taan be tufo* belén baa? toe bíeucnte/ aan ben ícomte be icucenne te getoen;níet p.en Do. mefticq van de 300 3eec om bat fip ftjn caab toan nooten fiab / alí tod om bat fin fiem teínoobí/ tot een gctuíge toan fin gebjag bp fiera onberijouben taecftccftftcn fton. '(C gebeticbe omtcent befen tíjb /bat cen omeftíccj toan be Koníngín* ne / toaa? taoo? fiaa? juajefleít beel genegcufjeíb fiab /geboob toíecd bao} ccnmo^o de Muías, of.fluíle3ri-b?ntaec/ftamenteuítte jotoíncíeban **-omn. «lentejo. me babee faltocecbe figínbe Kecft bamcoírnka / baai E«n^Üh OT at sl? íl, 'aai?,/ cnínde Bctaanfteníí bari%íffabon geb?agt Muiiefei SSSifm^nfTW" bíe taa?bíge mu íe ei. SWÍtíe bec5ost / moefl Ift^toefen aanfien bat be 3aaft toíecb op be iange fomh oew / met Dan ísiod. STnS 25WE',of m tomí a *» tefe plaatí lm*ge* tegfn bete * mm * et ;toat íníimtim & "»!PWW $* crp/ uat rciuneuoen C?aaf taan Raíate Ccoíj;/ <0?oot Hjeeflec

19 SPANJEN en PORTUGAAL ioj toan fiet í uíí toan De konínginne/ en pb?o teftlmeíde/ fiaa?f>ecre* engraaf tan,/ ecnbccfcfiílceeí ;fintoriftefiaa?.íibajefleítregeecdedatbanttoee vansainfíaabí-teecen ban í^et _sajíament fou onbecfogt too?ben ; maa? Den * Ct0i *> g>eccetacíí toan >taat / nabat fip Defe saaft ín finfaslementfiab la* &cten ftomen/ b?agtfe uít síg felben aan ten ílaad taan >>taten. <0emelíe $ectctacfí ban op feeftnen tíjb cen 23?íef aan De Komn* aia p ~ gínnc getaenbe / Díe tooo? fiaa? uít fiet Kbníngrijft toan angola grifo; B Tan d men toaí / 3oo b?aagte fiaa? iliajeficit fiera na be gemrite ttoee 5a* secretaris fien. Uen s>eccetaríí níet flínftí / anttooo?de ten opsígt ban ten ge- y anstaaí: taangen / Dat*n nlg eenige 3aften toacen af te boen / en Dat men / onbeieeft bit gebaan sptite / baa?otoecfoubonníffen: maa? briangente DettoeeDe bejegend. 1 3aafi/ nabeiñaal bíem ten fiaad taan ftfaten toaí/ 30 Ronfe baa?otiec met ben C?aaf toan Cafld-Helío? fp?eeften. mt Konínginne obec 300 onbeleeften anttooo?d gefioo?d 3pnte / Die daar* manqueecte nín sícfi taan Díe geíegenfieíb te Díenen / en toaftftec tegen overgeben Ciaaf toan Caftel-JBrito? uít te toacen : ontec anbecen _ feggen*!toord De / bat fip fiaa? tot a?moete fiab gebjagt / tectopl fip en fpn Ccea* p^e, tucen met fefiatten otoedabert toacen ; Dat fip níet een eenige 5aafi sf : IjíeíO / toan s$eí toat fiaa? beloofo toaí;bat men fiaa? De mínfie QV S\r, n ftenníí níet gaf toan 3aftenJ)íe ben caaftten / ja bat men felfí _ Gr f De geméenfíe bingen taoo? fiaa? tonbo?gen fiíelb;bat men op geen eeníg van Ca bnfoeft taanfiaa? agtinge gaf -s bat men ninalleen / geen cefpecttooo? ftelme. fiaa? fiad / maa? Dat men ooft felfí fijn toeeft maaftte om fiaa? te i Mi offenfecen-v endat men fiaa? raen alíeen #>labínne / Dan aíí eeu Koníngínne tcacteecde. * ', Ní men bl. r taan taat fig fierbenbe geeccufcett / Dat fip u Ríe teíi " o Saaft aan Den íiaad toan graten fiad geb?agt/ en op Deotonigeftlag* ri "í e. ten toan De Konínginne / 300 goed alí fip ftonbe / geanttooo?b / be* dr =L% tl gon / toanneec fip bp be laatfle befcfiulbígíngen quam/ #o?tugíeí te gefeiden fp?eeftcn í fiebbende totdaa?toe níet andccí aíí $caní gefpiooften ) en secrecaempojteecde fig ín 'tbectaolg taan fpndífcoucí geen ftteíntje. mt lia-- r s tegen níngínne anttooo?de fiem met fiebígfieít / en gelafie Dat fip toat 5agtec de Ko". taal fou toonen ;en toanneec fip fióutripft anttooo?de / Dat fip opful* ninginne, fien tonfe fp?aft / op Dat men fiem taecflaan foube / 300 gelafie fiem '. te Konínginne Dat fin fiílfouftopgen. Maa} fip / fonbec figdaa? aan te floocen / toolfia?de met De fribe fiebígfieíb / en be Konínginne opftaanbe om fieen te gaan / alíftonnenbe bíe ínfolentíen níet langa; toecb?agen / 300 toatte finfe Rp Den coft en fiíclbfe bafi:toanneec De Konínginne figna De mkme$ taan fiet aieíí / en na fiaa? Kamcc*?outoen/ omfteecenbe/ fiaa? tot getuígen taan bit getoelb nam / met eenen uítcoepende / Dat 'ec noít Konínginne op 5toften ontoaa?* Dígen topfe gefianteldtoaí. Cn Den tec felbec tgb uítgaan*. toe / cn ben isoníng toecfiaalb fiebtenbe toat ec toaí üoo?getaallen/ 30 gíng ten KoningDaaíop bp De Konínginne/ en teloofbe fiaa? Dat fipfe toan tefe mígfiandriínge tojedten fm., ' _

20 iofj Nieuwe Hiftorifche Reísbefchryvínge van DeKo- me IBagífitaat toan líffabon gaf toolgcní getooonte / juflomtcent ninginne befen tíjb / een atieren gebegt / tec enen toan >ínt 2JJntonp De ka* weigerd, tua/ f atcoon ban Díe^tat / en men fiab De jkíeten tooo? De eecfie* p het maal al Doen loopen / toanneec finboten gemelte stieren taccfcfiífquam boo? te baíien. maa? ' toanneec menfe boo? De ttoeetemaal fou Doen loopen gevegtte / 500 tj mn ec abtií^bat 'ec te Konínginne níet becfcfipnen Komen. fou. Cn 0{) baí mm be toac ce j Eln3oo? fiet olftbccbecgen mogte / 300 gafmen fin De naam / Dat Den Koning níet toel íe paí getoo?den toaí /en men bebiente fig b?íe oftoíec bagen ban Defe ontfcjjulbigínge. mt Konínginne/ om te tcaagfieíb toan Den Koning te botoen tefto* nicn/ fiíeib aan met g?oote flanbtoaflígfieíd/ ten eínbe Den acetaría taan Maat / entono >ufe be MaceDe/ taan 'tifofgebannen toíecd: en be saaft ín ben *ñaab ban >taaten becfianbdb fpnbe / 500 toíecb 'ec beeflaan / Dat fip síg boo? eenige Dagcn abfcntnen fou;fiet toelfte De 3aaft nogtaní tooo? een ftleíncn tíjbtotbebacínge b?agt. uititi-oy- ( nbectuffcn toaí Den»0?aaf toan Caflel H^elío? naautoltjftí fice* Ttr^i I1* ban í tootoal mt ten taan >caaí/ of.fip toinbboo? íolie f mmíge 2Bíegttoabecí onbe?cegt / Dat 'ec een g?oote confpicatíe tegen tunden &em op í,anden toa^; fip níri meec na DeKccft taan cfaaf,madre de Dtos mo^ 3aan / -mantdat fintoan Díe ftant toaí bat men op vanea- fiem fiab toegeicgb. fielme- 3W*berígt becoo?saaftte cen g?oot míítcoutoen Rp Den < 5?aaf;toant üor. fip Regon niet alleen taan Den <0?aaf ban g>int g an / maa? ooft felfí Precau. toan Den C?aaf toan / guate gebagten te ft?pgenr ép tíen by fonb fiaa? ban o?b?cí ban toegen Den Koning / Datfe ín fiaa? on* den becnementen fouben bíptoen / onbec p?dej:t Dat De >panjaa?ben Graaf íetíop De frontiecen toílben onbecncmen. Cenígen tíjb baa? na fonb fin een van a- ttoeede o?b?e aan ben C?aaf ban rijombecg / om De < roupen ftei Meban fpn bp malftanbec te tceftften / om op De eecfie ojbjeteftofc télense \ ^^fáw tüm* líet ten Cí?aaftoanCaftckl»? nomef " roí#ertwutocn en nomen. b?ecfe boo? 't oog ban al te toeteít toanneec fip op Den ttoeeben blpften / be C a?be toan tondubbeten ;jlelfenbe fin \u25a0$aleíítete bíec Compagníen lüuítecí ín SSataílíe op plaatí be ban fin aícíí / Reneffení fiet ftegíment taan be?s?mate / " ÍSA 0? Sfü^ft 0 t*p e$ 5 Piaatfente De 500 ge* -hf?sw í«f ****%**. J to aabf»aifen taan Den Koning/ índrii (Cuín toan L m lw» n^*»oo2t# alie tebíenden men Díe tag omtcent tenk oníngqua* toapenen / meto?b?e om ten C?aafban3Mlafio2 / eniouíá dí P en' tesff!«27 SPBS 9%f t{e ban d Kne affaíceí meenben tole / aíis&lsl ai,m W n^sení anbecí ora gemaaftt fteilfig8*^sm_?&_.? 1 _t 5?» fpn i n *«**«te bnbjuft* medein 8 * te toomí / ftsrf m/nfes 3 te fietoegen en poftuur. snmm b toonen / tcctopl men cefoltaeecte Dat on $eb?o aan ten