Normaal gebruik van het gemeenschapsmerk binnen de Europese markt

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Normaal gebruik van het gemeenschapsmerk binnen de Europese markt"

Transcriptie

1 30 januari 2014 Normaal gebruik van het gemeenschapsmerk binnen de Europese markt Masterscriptie Informatierecht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit van Amsterdam Henriëtte A.O. Sandberg, begeleider: Dr. Guibault

2 Inhoudsopgave Inleiding 4 Hoofdstuk 1: het merk en het normaal gebruik daarvan De relevante wetgeving De aard van de merkenrechtelijke bescherming De Europese Merkenrichtlijn Normaal merkgebruik binnen de Merkenrichtlijn Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom Normaal merkgebruik binnen het BVIE De Gemeenschapsmerkenverordening Normaal merkgebruik binnen de Gemeenschapsmerkenverordening Het merk en het normaal gebruik daarvan Wat is een merk? De functie van het merk Wat is normaal merkgebruik? Normaal gebruik in afwijkende vorm Wat is het belang van het normaal merkgebruik? De vervalprocedure De oppositieprocedure De inbreukprocedure Geldige reden voor niet normaal gebruik Tussenconclusie 18 Hoofdstuk 2: het territoriale aspect van normaal merkgebruik 19 Inleiding De Europese interne markt De wetgeving en doelstellingen van de Europese Unie Het vrij verkeer van goederen en diensten binnen de interne markt De relevante markt Territorialiteit binnen het Europese merkenrecht Eerdere arresten betreffende het territoriale aspect van een merk binnen de EU Het relevante gebruiksgebied binnen de EU voor het Onel/Omel-arrest Het Onel/Omel-arrest Wat voorafging aan de behandeling door het HvJ EU De beoordeling door het HvJ EU De verhouding tussen de verschillende aspecten van territorialiteit binnen het Europese merkenrecht Reacties vanuit Europa Nederland Verenigd Koninkrijk Duitsland Overige landen Het territorialiteitsvraagstuk binnen de Benelux 32 2

3 2.5.1 Hoe wordt het territorialiteitsvraagstuk opgelost binnen de Benelux? Vergelijking EU en Benelux Tussenconclusie 35 Hoofdstuk 3: normaal merkgebruik binnen de Europese markt 37 Inleiding Conflicten Intellectuele eigendomsrechten versus het principe van vrij verkeer De voor- en nadelen van de Onel/Omel-uitspraak Het Onel/Omel-arrest en de interne markt De voordelen van gebruik in één lidstaat Waarom het gebruik in één lidstaat niet voldoende kan zijn Het ideale gebruiksgebied De afweging: toegang tot de markt of blokkade van de markt Grenzeloos Geen nationale merken meer Het onderzoek van het Max Planck Instituut Tussenconclusie 44 Hoofdstuk 4: conclusie Korte terugblik op wat er behandeld is tijdens het onderzoek Beantwoording van de onderzoeksvraag 48 Literatuur & bronnen 49 Bijlage 55 3

4 Inleiding Het merkenrecht is een erg sterk recht voor een merkhouder. Tegenover dit sterke recht staan verplichtingen waaraan de merkhouder moet voldoen, zoals het normaal dienen te gebruiken van een merk. Normaal merkgebruik, wanneer is gebruik normaal en wat is belang hiervan? Dit kleine onderdeel van het merkenrecht is toch een stuk belangrijker en meer omstreden dan u zou verwachten. Na het lezen van deze scriptie, weet u waarom. Deze scriptie zal het merkenrecht behandelen, specifiek het normaal merkgebruik. Het normaal gebruiken van een merk is een vereiste voor het behoud van de merkrechten van de merkhouder. 1 Tijdens dit onderzoek is er gefocust op het Europese kader, vooral op de Gemeenschapsmerkenverordening 2 en de Europese principes met betrekking tot de Europese interne markt. Op grond van de Gemeenschapsmerkenverordening kan een merkhouder een merk inschrijven dat geldt in de gehele EU, een gemeenschapsmerk. Het belangrijkste Europese principe voor dit onderzoek is het streven naar een gemeenschappelijke interne markt. 3 Het mededingingsrecht kan ook worden beïnvloed door het merkenrecht, maar de focus ligt op het begrip vrij verkeer van goederen en diensten en daarom zal het mededingingsrecht bijna geen rol spelen in dit onderzoek. Tevens wordt er aandacht besteed aan het Benelux en nationaal merkenrecht. Het internationale merkenrecht is voor dit onderzoek niet van belang geweest en zal ook niet apart behandeld worden. 4 Binnen dit rechtskader zal ik deze onderzoeksvraag beantwoorden: in hoeverre moet de merkenrechtelijke beschermingsomvang van het gemeenschapsmerk aangepast worden aan het territorium waar het gemeenschapsmerk normaal gebruikt wordt, zodat de werking van de interne markt niet zal worden verstoord? Deze probleemstelling is tot stand gekomen door verschillende vraagstukken met betrekking tot het territoriale aspect van het normaal merkgebruik. Eén van de knelpunten is waar het gemeenschapsmerk normaal gebruikt zou moeten worden. In ieder geval binnen de Europese 1 Oosterman Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk (PbEG 2009, L 78/1). 3 Amtenbrink & Vedder 2010, p Internationale regelgeving betreffende het merkenrecht: Unieverdrag van Parijs, TRIPs-verdrag, Overeenkomst van Madrid en het protocol bij de overeenkomst van Madrid. 4

5 Gemeenschap, maar is dat hetzelfde als gebruik in één lidstaat? Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft hierop antwoord gegeven in het Onel/Omel-arrest. 5 Leno Merken, houder van het gemeenschapsmerk Onel was het niet eens met het depot van het merk Omel van Hagelkruis en stelde oppositie in. 6 Hagelkruis stelde dat Leno haar gemeenschapsmerk niet normaal had gebruikt, omdat het gebruik alleen plaatsvond in Nederland. Leno stelde dat merkgebruik binnen één land voldoende is. 7 Door het Hof van Justitie van de EU werd bepaald dat gebruik van een gemeenschapsmerk binnen de één lidstaat over het algemeen niet voldoende is voor normaal merkgebruik. 8 Eén van de redenaties achter dit antwoord heeft betrekking op het principe van de interne markt. De bescherming van een gemeenschapsmerk dat wordt gebruikt in een zeer beperkt gebied zou de Europese interne markt kunnen blokkeren. 9 Ondanks dat het antwoord van het Hof van Justitie EU duidelijk lijkt, blijft er ruimte voor vragen. Kan men stellen dat gebruik binnen de Europese Gemeenschap iets anders is dan gebruik binnen één lidstaat? Welke factoren bepalen het territorium voor het normaal gebruik: de grenzen van lidstaten, het relevante publiek, de relevante markt? Op welke manier kan het normaal merkgebruik in een beperkt gebied de werking van de gemeenschappelijke, interne markt verstoren? Verdient een gemeenschapsmerk wel EU-wijde bescherming als het niet overal gebruikt wordt? Tijdens dit onderzoek wordt er een antwoord gezocht op deze vragen en zullen er oplossingen worden aangedragen om het merkenrecht en de werking van de interne markt zonder probleem naast elkaar te laten bestaan. De nadruk ligt dus op het Europese recht. Het Benelux-recht is vooral van belang voor de rechtsvergelijking die zal plaatsvinden. Het gemeenschapsmerk beweegt zich namelijk op de Europese markt en het Beneluxmerk op de markt van de Benelux. Deze twee markten verschillen nogal van grootte, heeft dit invloed op het territoriale aspect van het normaal merkgebruik? In deze rechtsvergelijking zal duidelijk worden of het probleem van de territorialiteit van het merkenrecht anders wordt aangepakt binnen de Benelux dan op Europees niveau en zo ja, waarom dit zo is. 5 HvJ EU 19 december 2012, nr. C 149/11 (Onel/Omel). 6 BBIE 15 januari 2010, LJN BM1884, m.nt. Gielen (Onel/Omel). 7 BBIE 15 januari 2010, LJN BM1884, r.o. 21 (Onel/Omel). 8 HvJ EU 19 december 2012, nr. C 149/11, conclusie A-G Sharpston r.o. 55 (Onel/Omel). 9 HvJ EU 19 december 2012, nr. C 149/11, conclusie A-G Sharpston r.o. 50 (Onel/Omel). 5

6 Het onderzoek is opgedeeld in vier hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk wordt geopend met een korte uiteenzetting van de relevante wetgeving. Tevens zullen de begrippen merk en normaal gebruik worden uitgelegd. Ook zal het belang van het merk en het merkgebruik worden behandeld. Een merkrecht kan namelijk ook eindigen. Op welke manieren dit kan plaatsvinden en hoe normaal merkgebruik dit kan tegengaan zal duidelijk gemaakt worden. Tenslotte wordt aandacht geschonken aan de rechtvaardiging van niet-gebruik. In het tweede hoofdstuk wordt het territoriale aspect van het normaal merkgebruik behandeld. Waar moet het gemeenschapsmerk worden gebruikt om te voldoen aan de vereisten van normaal gebruik? Om tot dit antwoord te komen wordt eerst uitgelegd wat de samenhang is tussen de interne markt en het normaal merkgebruik. Eerst zullen de relevante principes van de Europese Unie worden uitgelegd. Daarna wordt de achtergrond van de territorialiteit binnen het merkenrecht behandeld aan de hand van arresten die betrekking hebben op andere gebieden dan het normaal merkgebruik. Zo wordt duidelijk hoe territorialiteit wordt behandeld binnen andere merkenrechtelijke of Europees rechtelijke vraagstukken. Het Onel/Omel-arrest zal uitgebreid besproken worden. Daarna wordt er een analyse gemaakt van wat deze rechters gezegd hebben en een overzicht gegeven van het commentaar van juristen in Europa over deze uitspraak. De nadruk in dit onderzoek ligt op de Europese markt, maar binnen de Benelux is het vraagstuk over de territorialiteit van het merkrecht ook behandeld. Hoe is deze kwestie opgelost binnen Nederland, België en Luxemburg en is dit ook toegepast binnen de EU? Dit zal duidelijk worden gemaakt aan de hand van de eerdergenoemde rechtsvergelijking tussen de EU en de Benelux. In het derde hoofdstuk wordt het normaal merkgebruik geplaatst binnen de gemeenschappelijke markt. De problemen die kunnen ontstaan worden omschreven, zodat er naar een oplossing kan worden gezocht. Daarna zal worden bekeken of het Onel/Omel-arrest deze oplossing gegeven heeft en of er nog andere oplossingen mogelijk zijn. Uiteindelijk zal blijken welk territorium het meest wenselijk is. Belangrijk voor de beoordeling van dit vraagstuk is het onderzoek naar het Europese merkenrechtsysteem door het Max Planck Instituut. Ik zal de suggesties die zij doen bespreken en meenemen in mijn onderzoek. Uiteindelijk zal in het vierde hoofdstuk de conclusie worden gegeven en de onderzoeksvraag worden beantwoord. In de bijlage is een overzicht van alle jurisprudentie opgenomen. 6

7 Hoofdstuk 1: het merk en het normaal gebruik daarvan Inleiding Dit hoofdstuk wordt geopend met een korte uiteenzetting van de relevante wetgeving. Met deze wetgeving wordt de Europese en Benelux regelgeving betreffende het merkenrecht bedoeld, specifiek de artikelen over het normaal merkgebruik. De verschillende wetgeving wordt op chronologische volgorde behandeld, beginnend met de Merkenrichtlijn, daarna het BVIE en ten slotte de Gemeenschapsmerkenverordening. Op deze manier zal ik het juridisch kader afbakenen binnen het Europees en Benelux recht. Ook zullen de begrippen merk en normaal gebruik duidelijk uit worden gelegd aan de hand van de in de wet en jurisprudentie gegeven definities. Tevens zal het belang van het merk en het merkgebruik worden behandeld. Het belang van het merk komt voort uit de verschillende functies van het merk en door middel van het normaal gebruik kan een merkhouder zijn recht blijven handhaven. Een merkrecht kan namelijk ook eindigen. Op welke manieren dit kan plaatsvinden en hoe normaal merkgebruik dit kan tegengaan wordt aan de hand van de verschillende (gerechtelijke) procedures uitgelegd. Tenslotte wordt aandacht geschonken aan de rechtvaardiging van niet-gebruik. Een merk hoeft niet te vervallen als het niet normaal is gebruikt, de merkhouder kan een geldige reden geven. Wat er onder deze reden verstaan kan worden, wordt uitgelegd aan de hand van de jurisprudentie. 1.1 De relevante wetgeving De aard van de merkenrechtelijke bescherming De kern van het merkenrecht is dat de merkhouder een uitsluitend en absoluut subjectief recht heeft op zijn ingeschreven merk. De bescherming omvat niet alleen namaak, maar ook het afbreuk doen aan de reputatie van een merk, het ongerechtvaardigd voordeel trekken en verwarring. Als er sprake is van inbreuk zoals bepaald is in de wet, dan heeft de merkhouder een verbodsrecht Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p

8 1.1.2 De Europese Merkenrichtlijn De nationale merkenrechtsystemen zijn op Europees niveau geharmoniseerd door de Merkenrichtlijn. 11 Wetgevingen worden geharmoniseerd om de goede werking van de interne markt verzekeren. 12 Het is van belang dat alle ingeschreven merken in Europa hetzelfde niveau van bescherming genieten. 13 De Merkenrichtlijn is dan ook van toepassing op ieder nationaal, Benelux of internationaal merk met rechtsgevolgen in een Europese lidstaat. 14 Niet alle nationale merkenrechtbepalingen worden geharmoniseerd, alleen de bepalingen die rechtstreekse invloed hebben op de werking van de Europese markt Normaal merkgebruik binnen de Merkenrichtlijn In de negende considerans van de Merkenrichtlijn wordt de ratio achter de sanctie van het verval wegens het niet normaal gebruik gegeven, namelijk het aantal ingeschreven merken terug te dringen en het aantal conflicten te verminderen. 16 De tweede reden is het verminderen van de spanning tussen de merkhouder en de derde, die wellicht hetzelfde teken ook zou willen gebruiken. Er moet een rechtseconomische afweging worden gemaakt met betrekking tot de hoogte van de lat voor het normaal merkgebruik. Als de lat te hoog wordt gelegd, is het voor merkhouders onder bepaalde omstandigheden niet meer mogelijk om het door hen ingeschreven merk te behouden. Als de lat te laag wordt gelegd dan kunnen concurrentiebelangen van derden in de problemen komen, het merk vervult dan geen nuttige onderscheidende functie meer, maar komt niet vrij voor derden. 17 Artikel 10 van de Merkenrichtlijn stelt vast hoe het vereiste van normaal gebruik dient te worden geharmoniseerd. 11 Eerste Richtlijn 89/104/EG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PbEG 1989, L 40/1), nu: Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PbEG 2008, L 299/25). 12 Considerans 3 Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PbEG 2008, L 299/25). 13 Considerans 10 Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PbEG 2008, L 299/25). 14 Artikel 1 Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PbEG 2008, L 299/25). 15 Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p Considerans 9 Merkenrichtlijn. 17 Oosterman

9 1.1.4 Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom Nederland heeft geen nationaal merkenrecht meer. Het merkenrecht wordt geregeld in het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (hierna: BVIE). 18 Dit betekent dat België, Nederland en Luxemburg allemaal hetzelfde merkenrecht hanteren, zodat de interne markt van de Benelux goed blijft functioneren. 19 Voor de overgang naar het Benelux merkenrecht was er wel een nationaal merkenrecht. De eerste Nederlandse Merkenwet stamt uit 1880, deze werd vervangen door de Merkenwet van Uiteindelijk trad de Benelux Merkenwet in 1971 in werking. 21 Het BVIE regelt niet alleen het merkenrecht, maar ook het modellenrecht. 22 Voor het BVIE was er de Eenvormige Beneluxwet op de merken, de Benelux-Merkenwet (hierna: BMW). 23 Het BVIE heeft de bepalingen van de BMW vrijwel onveranderd overgenomen. 24 De BMW werd wel gewijzigd door de inwerkingtreding van de Merkenrichtlijn Normaal merkgebruik binnen het BVIE In het BVIE wordt het normaal gebruik genoemd in artikel 2.26 lid 2 sub a. Het BVIE heeft de verwoording van de bepaling over het normaal gebruik onveranderd uit het BMW overgenomen. 26 In het artikelsgewijs commentaar op het BMW wordt beschreven wat toen onder normaal gebruik werd verstaan: Het verplichte gebruik moet een normaal gebruik zijn, dat wil zeggen dat alle aan het geval eigen omstandigheden in aanmerking moeten worden genomen om vast te stellen, of men werkelijk met een gebruik te doen heeft. 27 In het commentaar wordt ook duidelijk gemaakt dat de rechter de mogelijkheid heeft om de bewijslast billijk te verdelen, omdat het anders erg lastig zou kunnen worden om het nietgebruik te kunnen bewijzen Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom, 22 augustus 2010, Trb. 2010, Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p Merkenwet: wet van 30 september 1893, Stb Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p Titel 4 Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom, 22 augustus 2010, Trb. 2010, Van der Kooij & Mulder 2010, p Geerts 2011, p Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p Artikel 5 lid 2 sub a BMW. 27 Artikelsgewijze opmerkingen Benelux-verdrag inzake de waren merken, met bijlage: de Eenvormige Beneluxwet op de waren merken, Brussel 19 maart 1962, Trb.1962, 58, artikel 5 BMW, p Artikelsgewijze opmerkingen Benelux-verdrag inzake de waren merken, met bijlage: de Eenvormige Beneluxwet op de waren merken, Brussel 19 maart 1962, Trb.1962, 58, artikel 5 BMW, p. 59, zie ook: Toelichting van het Benelux-Bureau bij de titels II, III en IV van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom naar aanleiding van de eerste wijziging van het BVIE van 1 december 2006, p

10 1.1.6 De Gemeenschapsmerkenverordening De Gemeenschapsmerkenverordening 29 is in werking getreden op 1 april Sindsdien bestaat de mogelijkheid om door middel van één inschrijving een merkrecht te verkrijgen dat geldt in de gehele Europese Unie. Dit systeem bestaat naast de nationale merkenwetgeving, er is sprake van co-existentie van de twee rechtssystemen. Gemeenschapsmerkenverordening heeft directe werking in alle lidstaten. 31 Het OHIM 32 is belast met de uitvoering van de verordening. 33 Ondernemingen kiezen voor een gemeenschapsmerk als zij bescherming willen in meerdere Europese lidstaten. 34 De achtergrond van deze verordening is het bevorderen van het vrije verkeer van diensten en goederen binnen de EU. Dit probeert men te bereiken door eventuele barrières, door nationale rechtssystemen, binnen de Europese markt weg te nemen De Normaal merkgebruik binnen de Gemeenschapsmerkenverordening Artikel 15 van de Gemeenschapsmerkenverordening behandelt het gebruiksvereiste van het gemeenschapsmerk. Deze bepaling is hetzelfde als die in de Merkenrichtlijn. Artikel 10 Merkenrichtlijn wordt op dezelfde wijze toegepast als het artikel van de verordening. 36 De periode van vijf jaar dat een merk niet per se gebruikt hoeft te worden en louter een formele inschrijving genoeg is om bescherming te genieten, wordt in de grace period genoemd. Als deze periode voorbij is, dan kan de merkhouder gevraagd worden om te laten zien dat hij zijn merk daadwerkelijk gebruikt. Dit gebeurt zodat het merkenregister met kan worden opgeschoond. Het is namelijk onwenselijk dat een nieuwe merkinschrijving niet mogelijk is, omdat er ouder, maar ongebruikt, merk ingeschreven staat. 37 Zes tot tien procent van de gemeenschapsmerken worden niet normaal gebruikt na vijf jaar. Dit moet zoveel mogelijk worden teruggedrongen om het gemeenschapsmerkensysteem goed te laten functioneren. 38 Wanneer de vijf jaar zich afspeelt binnen de inschrijving maakt niet uit Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk (PbEG 2009, L 78/1). 30 Considerans 6 van de Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk (PbEG 2009, L 78/1). 31 Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p Office for the Harmonisation of the Internal Market, 33 Gielen 2011, p ECTA 2008, p Gielen 2011, p HvJ EU 18 juli 2013, nr. C-252/12, r.o. 28 (Specsavers/Asda Stores). 37 OHIM 2013, p Max Planck Instituut 2011, p

11 Het OHIM vindt een zware bewijslast voor gebruik niet nodig. Er is geen gebruiksminimum vastgesteld, dat is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Het bewijs dient deugdelijk en objectief het effectief en efficiënt gebruik aan te tonen. 40 Wat nooit als normaal gebruik wordt geaccepteerd, is token use of onbetekenend gebruik, dit is het gebruik alleen om het merkrecht in stand te houden. De rechter zal alle omstandigheden meenemen in de beoordeling, zoals de plaats, tijd, omvang, aard van het gebruik en de soort diensten of goederen waarop het merk betrekking heeft. 41 Met de aard van het gebruik wordt gedoeld op de eis dat een merk gebruikt moet worden in het handelsverkeer. 42 Het merk moet ook een duidelijk verband leggen tussen het merk en de aangeboden diensten of producten Het merk en het normaal gebruik daarvan Wat is een merk? In artikel 2.1, lid 1 van het BVIE is bepaald dat alle benamingen, tekeningen, afdrukken, stempels, letters, cijfers, vormen van waren of van verpakkingen en alle andere grafische voorstellingen of tekens, die dienen om de waren of diensten van een onderneming te onderscheiden, als individuele merken kunnen worden beschouwd 44 Uit de tekst van het BVIE, de Gemeenschapsmerkenverordening en de Merkenrichtlijn blijkt dat er sprake is van een open definitie van het merkbegrip. De vereisten zijn dat het moet gaan om a) een teken wat b) vatbaar is voor grafische voorstelling c) met een onderscheidingsfunctie. 45 Wat moet men verstaan onder een teken? Het begrip moet ruim worden uitgelegd. Voor grafische voorstelling vatbaar betekent niet dat het merk per se visueel waarneembaar moet zijn. Het merk moet door het in aanmerking komende publiek als een signaal kunnen worden opgemerkt. 46 Dit betekent dat een teken dat als zodanig niet zichtbaar is, wel een merk kan vormen als het teken vatbaar is voor een grafische voorstelling. Dit kan door middel van 39 Benelux regelgeving inzake merken: Memorie van toelichting bij het protocol houdende wijziging van de Eenvormige Beneluxwet op de merken van 11 december OHIM 2013, p OHIM 2013, p OHIM 2013, p OHIM 2013, p Artikel 2.1 lid 1 BVIE, artikel 4 Gemeenschapsmerkenverordening, artikel 2 Merkenrichtlijn. 45 Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p

12 figuren, lijnen of letters. Deze voorstelling moet duidelijk, nauwkeurig, als zodanig volledig, gemakkelijk toegankelijk, begrijpelijk, duurzaam en objectief zijn voor het publiek. 47 Hoe wordt een recht op een merk verkregen? Er bestaan twee soorten systemen voor het ontstaan van een merkenrecht. Het eerste stelsel is een declaratief stelsel waar het merkrecht ontstaat door het eerste gebruik van het merk. 48 Het tweede stelsel is een attributief stelsel waar het recht door middel van een inschrijving ontstaat, dit wordt toegepast in de Benelux en Europa. 49 Het merk moet eerst worden gedeponeerd bij een merkenbureau. Het moment daarna, de definitieve inschrijving, is het rechtscheppende moment De functie van het merk Nu wij weten wat een merk is, kan de volgende vraag worden gesteld. Waarom is een merk inschrijven voor een onderneming zo belangrijk? Het merk heeft bepaalde functies die noodzakelijk zijn voor succesvol ondernemen, zoals de onderscheidingsfunctie. 51 Door het voeren van een merk, wordt het product of de dienst van de ene onderneming onderscheiden van het product of de dienst van een ander bedrijf. 52 Het onderscheiden is feitelijk, het publiek hoeft zich niet te realiseren dat een onderscheidend teken een merk is. 53 In de doctrine was eerst aangenomen dat er een dubbele toets moest plaatsvinden. 54 Deze toets hield in dat niet alleen moest worden vastgesteld of het merk kon onderscheiden, maar ook of het merk zou mogen onderscheiden. De laatste toetsing behelst de eis van rechtmatigheid. Deze toetsing werd van belang geacht, omdat anders een kans bestond dat tekens gemonopoliseerd zouden worden die eigenlijk voor iedereen vrij voor gebruik zouden moeten zijn, 55 zoals Postkantoor, 56 een uitsluitend beschrijvend teken of Chiemsee, 57 een geografisch verwijzend teken. Dankzij de ruime interpretatie van het onderscheidend vermogen en de zeer strenge toetsing door de merkenbureaus is een dubbele toetsing niet meer nodig, de rechtmatigheid wordt in beginsel meegenomen in de beoordeling HvJ EG 12 december 2002, NJ 2003, 600, r.o. 55 (Sieckmann). 48 Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p Van der Kooij & Mulder 2010, p Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p Gielen 2011, p Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p Bijvoorbeeld door T.J. Dorhout Mees in het boek Nederlands handels- en faillissementsrecht Deel II Industriële Eigendom uit Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p HvJ EG 12 februari 2004, NJ 2006, 531, r.o. 54 (Postkantoor). 57 HvJ EG 4 mei 1999, IER 1999, nr. 30, r.o. 11 (Windsurfing Chiemsee). 58 Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p

13 De onderscheidingsfunctie is de wezenlijke functie van het merk volgens het HvJ EU. 59 Een merk heeft ook andere belangrijke functies. Een merk schetst een bepaald beeld van een product of dienst. Dit wordt de positionering van een merk genoemd. 60 Een andere functie van het merk is de vertrouwens- of goodwillfunctie. Het merk moet door middel van de goodwill vertrouwen opwekken bij de consument. Via de reclame- en de communicatiefunctie van het merk kan er in de media worden gecommuniceerd Wat is normaal merkgebruik? In de vorige paragraaf is duidelijk gemaakt wat er onder normaal gebruik wordt verstaan volgens de wet en wat de wettelijke ratio achter dit principe is. Graag zou ik het begrip nog duidelijker maken aan de hand van jurisprudentie. Een belangrijke uitspraak van het HvJ EU is het Ansul/Ajax-arrest. 62 Hier werd uitgelegd wat er moet worden verstaan onder normaal gebruik in de zin van de Merkenrichtlijn. Van normaal gebruik is sprake wanneer het merk overeenkomstig de onderscheidingsfunctie wordt gebruikt om voor de waren of diensten, waarvoor het merk is ingeschreven, afzet te vinden en te behouden. Symbolisch gebruik 63 wordt uitgesloten. 64 Het HvJ EU houdt bij de beoordeling rekening met alle feiten en omstandigheden aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat de commerciële exploitatie van het merk reëel is. In het bijzonder wordt er rekening gehouden met de volgende omstandigheden: de gebruiken die in de relevante economische sector gerechtvaardigd worden geacht om marktaandelen te verkrijgen of te behouden, de aard van de waren of diensten, kenmerken van de markt en de omvang en de frequentie van het merk. 65 Het gebruik van het merk hoeft niet altijd omvangrijk te zijn om als normaal te kunnen worden aangemerkt. Dit is afhankelijk van de kenmerken van de betrokken producten of diensten. 66 Het HvJ EU eist niet dat de merkhouder het merk continu of in het openbaar gebruikt, in tegenstelling tot de Advocaat-generaal Geerts 2011, p Gielen 2011, p Gielen 2011, p HvJ EG 11 maart 2003, LJN AK3869 (Ansul/Ajax). 63 Token use, onbetekenend gebruik. 64 HvJ EG 11 maart 2003, LJN AK3869, r.o. 43 (Ansul/Ajax). 65 HvJ EG 11 maart 2003, LJN AK3869, r.o. 43 (Ansul/Ajax). 66 HvJ EG 11 maart 2003, LJN AK3869, r.o. 39 (Ansul/Ajax). 67 Stols 2004, p

14 Wat is reële commerciële exploitatie? Hier is sprake van als er afzet is of is geweest, of er als er een begin van marktintroductie plaatsvindt. De afnemers van de waren of diensten dienen deze binnen redelijke termijn te kunnen verwerven. Reële afzet is een verworven of binnen een redelijke termijn te verwerven afzet. 68 De Nederlandse Hoge Raad heeft in het arrest Bonnie Doon/Sidoste bepaald dat gering gebruik in bepaalde gevallen normaal gebruik kan zijn, bijvoorbeeld als een nieuwkomer een marktaandeel en afzet probeert te verwerven. 69 Gebruik moet extern plaatsvinden, intern gebruik is onvoldoende. Gebruik kan niet als extern worden aangemerkt als het alleen kenbaar is voor de merkhouder en zijn licentienemer. 70 In het arrest La Mer/Goemar heeft het HvJ EU het begrip normaal gebruik verder uitgewerkt. 71 Er werd bepaald dat er geen gebruiksminimum kan worden vastgesteld. 72 Het is dus mogelijk dat gebruik door één enkele klant voldoende is, mits het voor de merkhouder commercieel gerechtvaardigd is. 73 Nog een factor waarmee rekening wordt gehouden bij de beoordeling, is het bewijs dat de merkhouder kan leveren. 74 In het arrest Wellness wordt een voorbeeld gegeven van gebruik dat niet kan worden beschouwd als normaal. 75 Als een merkhouder zijn merk aanbrengt op producten die hij gratis meegeeft aan kopers, is het geen normaal gebruik. Dit draagt in die omstandigheden niet bij aan het vinden van afzet en het gebruik vindt niet plaats overeenkomstig de onderscheidingsfunctie Normaal gebruik in afwijkende vorm In artikel 10 lid 1 sub a van de Merkenrichtlijn wordt bepaald dat normaal gebruik ook in aan afwijkende vorm kan plaatsvinden. 77 De merkhouder kan zich beroepen op gebruik in een vorm die afwijkt van de vorm waarin het merk is ingeschreven, mits de verschillen tussen de twee vormen niet afdoen aan het onderscheidend vermogen van het merk, en ongeacht het feit dat het merk ook in de afwijkende vorm is ingeschreven Oosterman HR 23 december 2005, LJN AU2850, r.o (Sidoste/Bonnie Doon). 70 Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p HvJ EG 27 januari 2004, NJ 2007, 230 (La Mer/Goemar). 72 HvJ EG 27 januari 2004, NJ 2007, 230, r.o. 25 (La Mer/Goemar). 73 HvJ EG 27 januari 2004, NJ 2007, 230, r.o. 24 (La Mer/Goemar). 74 HvJ EG 27 januari 2004, NJ 2007, 230, r.o. 22 (La Mer/Goemar). 75 HvJ EG 15 januari 2009, nr. C-495/07 (Wellness). 76 HvJ EG 15 januari 2009, nr. C-495/07, r.o (Wellness). 77 Het gebruik van het merk in een op onderdelen afwijkende vorm zonder dat het onderscheidend vermogen van het merk in de vorm waarin het ingeschreven is, wordt gewijzigd. 78 HvJ EU 25 oktober 2012, IER 2013, nr. 29, r.o. 30 (Rintisch/Eder). 14

15 Een tweede aparte situatie is dat er een merk is ingeschreven dat een onderdeel vormt van een samengesteld merk. Hierover zijn prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ EU in het arrest Colloseum Holding/Levi Strauss en Specsavers/Asda. 79 Onder gebruik wordt verstaan: Het zelfstandig gebruik en het gebruik als bestanddeel van een ander merk in zijn geheel of in combinatie daarmee. 80 Een merk kan dus onderscheidend vermogen verkrijgen als het wordt gebruikt in de vorm van een samengesteld merk. 81 Ook als de merken allebei apart en als combinatie zijn ingeschreven, maar zij alleen in combinatie worden gebruikt. 82 Er wordt in de Gemeenschapsmerkenverordening geen strikte overeenstemming vereist tussen de ingeschreven vorm en de in de handel gebruikte vorm, zolang het onderscheidend vermogen maar niet wordt gewijzigd. 83 Het uitbreiden van de bescherming door middel van het inschrijven van meerdere vormen van het merk, wordt defensief merkgebruik genoemd. Zo kunnen ondernemingen de beschermingsomvang vergroten. 84 Het enige wat telt is dat het teken een onderscheidingsfunctie voor de bepaalde waren heeft in de ogen van het relevante publiek Wat is het belang van het normaal merkgebruik? Als een merk niet gebruikt wordt, kan een merkhouder zijn recht verliezen. Een merk kan ook nietig worden verklaard, 86 dit gebeurt met terugwerkende kracht De vervalprocedure Een merkrecht kan eeuwig duren, zolang de inschrijving iedere tien jaar wordt vernieuwd. 88 De vervallenverklaring van het merk kan worden gevorderd als het merk vijf jaar niet normaal gebruikt wordt. 89 In principe geldt de vervallenverklaring voor het gehele gebied waarvoor het merk was ingeschreven. 90 Maar het is ook mogelijk dat een merk gedeeltelijk vervalt HvJ EU 18 april 2013, LJN BZ8929, r.o. 24 (Colloseum Holding/Levi Strauss), HvJ EU 18 juli 2013, nr. C- 252/12, r.o. 16 (Specsavers/Asda Stores). 80 HvJ EU 18 april 2013, LJN BZ8929, r.o. 32 (Colloseum Holding/Levi Strauss). 81 HvJ EU 18 april 2013, LJN BZ8929, r.o. 36 (Colloseum Holding/Levi Strauss). 82 HvJ EU 18 juli 2013, nr. C-252/12, r.o. 31 (Specsavers/Asda Stores). 83 HvJ EU 18 juli 2013, nr. C-252/12, r.o. 29 (Specsavers/Asda Stores). 84 Geerts 2013, Phillips 2013 A. 86 Artikel 3 en artikel 4 Merkenrichtlijn. 87 Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p Geerts 2011, p Artikel 12 Merkenrichtlijn, 90 Cohen Jehoram, van Nispen & Huydecoper 2009, p

16 Bekende merken kunnen ook wegens niet normaal gebruik vervallen. 92 merkgebruik kan een merkrecht weer nieuw leven in geblazen worden. 93 Door hernieuwd De vordering kan worden ingesteld door een belanghebbende, 94 mits deze vordering op grond van bijzondere omstandigheden niet onbehoorlijk kan worden geacht in het licht van de onderlinge verhouding tussen de merkhouder en de belanghebbende. 95 De bewijslast ligt bij de eiser, degene die het verval inroept. Dit betekent niet dat de merkhouder niets hoeft te bewijzen, hem kan door de rechter gevraagd worden of hij bewijs kan leveren voor normaal gebruik. Dit is de billijke verdeling van de bewijslast De oppositieprocedure De oppositieprocedure kan in gang worden gezet binnen drie maanden nadat het merkdepot is gepubliceerd. 97 De houder van een ouder merk kan zich op deze manier verzetten tegen de inschrijving van een overeenstemmend of hetzelfde teken. Als het merk eenmaal is ingeschreven kan de merkhouder geen oppositie meer voeren. De merkhouder kan zijn recht op oppositie verliezen door het niet normaal gebruiken van zijn merk. 98 Hij kan dan niets meer doen tegen het nieuwe merk De inbreukprocedure Als het merk vatbaar is geworden voor vervallenverklaring. 99 Betekent het dat de merkhouder zich niet meer kan verzetten tegen het gebruik van hetzelfde of een overeenstemmend teken in het economisch verkeer door een derde. 100 Tijdens een inbreukprocedure, gestart door de merkhouder, kan de derde zich verweren met een tegenvordering tot vervallenverklaring wegens niet-gebruik. 101 Een voorbeeld hiervan is de uitspraak van de rechtbank Breda in de zaak tussen Puma en Ferro. 102 Puma stelde dat Ferro inbreuk maakte op de merkrechten van 91 Artikel 13 Merkenrichtlijn. 92 Stols 2004, p Holzhauer 2005, p Oosterman BenGH 18 november 1988, LJN AG5951, m.nt. Nieuwenhoven Helbach, r.o. 28 (Philip Morris). 96 Gielen & Verkade 2009, p Artikel 42 lid 1 Gemeenschapsmerkenverordening. 98 Artikel 43 lid 2 Gemeenschapsmerkenverordening. 99 Oosterman Artikel 9 Gemeenschapsmerkenverordening. 101 Oosterman Rb Breda 15 juni 2005, LJN AT8343 (Puma/Ferro). 16

17 Puma. 103 Ferro verweerde zich door in een eis in reconventie de vervallenverklaring van een merk van Puma te vorderen. Dit werd onderbouwd door te stellen dat het merk van Puma niet normaal werd gebruikt binnen de Benelux. 104 De rechter oordeelde dat Puma niet voldoende kon onderbouwen dat er afzet was of werd gezocht in de Benelux, zij maakte namelijk geen reclame en verkocht geen producten onder dat merk. De vordering van Ferro om het merk te laten vervallen werd toegewezen. 105 Uit deze zaak blijkt duidelijk dat een inbreukprocedure tot heel vervelende resultaten kan leiden bij niet-normaal gebruik. Puma kan geen beroep meer doen op de merkenrechtelijke bescherming op één van haar merken binnen de Benelux. Ferro kan het merk blijven gebruiken, ook als hun teken overeenstemt met dat van Puma. 1.4 Geldige reden voor niet normaal gebruik Een merk hoeft niet altijd vervallen te worden verklaard als het niet normaal is gebruikt. Een merkhouder kan namelijk een geldige reden aanvoeren om het niet-gebruik te rechtvaardigen. 106 In het Winston-arrest is aangegeven wat een geldige reden zou kunnen zijn. 107 Het merkrecht vervalt niet als de merkhouder stelt of bewijst dat er buiten zijn macht liggende, niet tot zijn normale ondernemersrisico behorende feiten en omstandigheden waren, die het normaal gebruik van het merk onmogelijk maakten, of zo moeilijk dat naar de in het economisch verkeer gebruikelijke maatstaven het in redelijkheid niet van de merkhouder verwacht kon worden dat hij zijn merk normaal zou gebruiken. 108 Wichers Hoeth vindt dat het Benelux Gerechtshof (hierna: BenGH) strenge eisen stelt aan de geldige reden, alleen overmacht kan een geldige reden opleveren. 109 In het Phillip Morris-arrest uit 1988 moest het BenGH terugkomen het Winston-arrest. 110 De verwerende partij vond dat zij zich in omstandigheden bevond die de strenge vereisten van het Winston-arrest kon verzachten. Het BenGH wilde hier niets van weten. De strenge eisen waren juist gesteld om te verzekeren dat de merkhouder zijn merk normaal zou gebruiken, dit om de sterke bescherming van het merkenrecht te rechtvaardigen Rb Breda 15 juni 2005, LJN AT8343, r.o. 3.7 (Puma/Ferro). 104 Rb Breda 15 juni 2005, LJN AT8343, r.o. 3.8 (Puma/Ferro). 105 Rb Breda 15 juni 2005, LJN AT8343, r.o (Puma/Ferro). 106 Bijvoorbeeld de tenzij-clausule in artikel 10 lid 1 Merkenrichtlijn. 107 BenGH 27 januari 1981, LJN AC1792, m.nt. Wichers Hoeth (Winston). 108 BenGH 27 januari 1981, LJN AC1792, m.nt. Wichers Hoeth (Winston). 109 BenGH 27 januari 1981, LJN AC1792, m.nt. Wichers Hoeth (Winston). 110 BenGH 18 november 1988, LJN AG5951, m.nt. Nieuwenhoven Helbach (Philip Morris). 111 BenGH 18 november 1988, LJN AG5951, m.nt. Nieuwenhoven Helbach (Philip Morris). 17

18 Door het Europese Gerecht van eerste aanleg van de EG (hierna: het Gerecht) werd een voorbeeld gegeven van wat als een geldige reden in aanmerking zou kunnen komen: Redenen die verband houden met het bestaan van belemmeringen voor het gebruik, of wanneer het gebruik van het merk, wegens bepaalde omstandigheden, te duur zou zijn. Dit kan het gevolg zijn van nationale regelingen die beperkingen opleggen aan de verkoop van de waren waarop het merk betrekking heeft. 112 Het Gerecht heeft de geldige reden uitgelegd in de lijn van artikel 19 lid 1 van het internationale TRIPs-verdrag Tussenconclusie Het nationale merkenrecht in Europa is geharmoniseerd door de Merkenrichtlijn. België, Luxemburg en Nederland kennen geen nationaal merkenrecht, maar een Benelux merkrecht. Een merkhouder kan ook kiezen voor een gemeenschapsmerk dat geldt in gehele EU. De ratio achter normaal merkgebruik is de vermindering van ingeschreven merken in het register en de conflicten die ontstaan tussen die merken. Tevens moet er een verplichting tegenover het sterke recht van de merkhouder staan. Het merkbegrip is een open definitie. Er wordt normaal gebruik gemaakt van een merk wanneer het overeenkomstig de onderscheidingsfunctie wordt gebruikt, en wanneer het wordt gebruikt om voor de producten of diensten waarvoor het merk is ingeschreven afzet te vinden en te behouden. Symbolisch gebruik wordt uitgesloten. Het HvJ EU houdt bij de beoordeling rekening met alle feiten en omstandigheden aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat de commerciële exploitatie van het merk reëel is. Normaal gebruik kan ook in afwijkende vorm plaatsvinden, mits de verschillen tussen de vormen van het merk niet afdoen aan het onderscheidend vermogen. Het normaal gebruik kan van belang zijn tijdens drie verschillende procedures. Dit zijn de vervalprocedure, de oppositieprocedure en de inbreukprocedure. Als de merkhouder zijn merk niet normaal gebruikt verliest hij zijn rechten. Het niet normaal gebruik van een merk door de merkhouder kan worden geëxcuseerd door een geldige reden. Uit de jurisprudentie blijkt dat de eisen die worden gesteld aan de geldige reden erg streng zijn, overmacht is het enige geldige excuus. 112 GvEA EG 23 februari 2006, nr. T-194//03, r.o. 46 (Bainbridge). 113 Gielen & Verkade 2013, p

19 Hoofdstuk 2: Het territoriale aspect van normaal merkgebruik Inleiding Het territorium binnen de Europese Unie waar het merk normaal gebruikt dient te worden is een onduidelijk punt. Om dit punt in dit hoofdstuk te verhelderen, moet uitgelegd worden wat de Europese Unie en haar doelstellingen te maken hebben met het normaal merkgebruik. Eerst zullen de relevante Europese principes worden uitgelegd, zodat begrippen als vrij verkeer van goederen en diensten en de interne markt duidelijk zijn. Daarna wordt de achtergrond van de territorialiteit binnen het merkenrecht behandeld aan de hand van jurisprudentie. Het normaal gebruik is een klein aspect van het merkenrecht, van belang is om te zien hoe er op andere vlakken binnen het merkenrecht of Europees recht wordt geoordeeld over de territorialiteit. Na de behandeling van het territoriale aspect van het normaal gebruik kan worden opgemaakt of er tussen deze rechtsgebieden verschillend wordt geoordeeld. Het Onel/Omel-arrest 114 heeft gezorgd voor veel veranderingen en zal uitgebreid besproken worden, eerst aan de hand van de arresten van het BBIE, Gerechtshof Den Haag en het HvJ EU. Daaruit blijkt wat het probleem is en hoe de rechter dit oplost. Daarna wordt er een overzicht gegeven van het commentaar op het arrest door juristen vanuit Europa. De nadruk in dit onderzoek ligt op de Europese markt, maar binnen de Benelux is het vraagstuk over de territorialiteit van het merkrecht ook behandeld. Hoe is deze kwestie opgelost binnen Nederland, België en Luxemburg en is dit ook zo toegepast binnen de EU? Dit zal duidelijk worden gemaakt aan de hand van een rechtsvergelijking tussen de EU en de Benelux. 2.1 De Europese interne markt Voordat er wordt ingegaan op het territoriale aspect van het normaal merkgebruik, moet het principe van de Europese interne of vrije markt worden uitgelegd. Op deze manier wordt het gebied afgebakend waar het territoriale aspect van het normaal merkgebruik betrekking op heeft. 114 HvJ EU 19 december 2012, nr. C 149/11 (Onel/Omel). 19

20 2.1.1 De wetgeving en doelstellingen van de Europese Unie Het beleid van Europese Unie (hierna: EU) 115 staat omschreven in de preambules en de artikelen van het EU-verdrag 116 (hierna: VEU) en het EU-werkingsverdrag 117 (hierna: VWEU). Door middel van de Europese Unie willen de staten een zo hecht mogelijk verbond creëren tussen de volkeren op het Europese grondgebied. Er wordt gestreefd naar het opheffen van beperkingen in het internationale handelsverkeer. 118 Eén van de doelstellingen van de EU is het tot stand brengen van een interne markt en het bevorderen van een economische, sociale en territoriale samenhang tussen de lidstaten Het vrij verkeer van goederen en diensten binnen de interne markt Wat wordt er bedoeld met het streven naar een interne markt? Dit betekent dat er een vrije markt ontstaat binnen de EU zonder binnen grenzen, alleen met uniforme buitengrenzen. 120 Het belangrijkste element van de Europese vrije markt voor dit onderzoek, is het principe van het vrij verkeer van goederen en diensten. 121 Een merk onderscheidt namelijk goederen en diensten. Botsende merken kunnen het vrij verkeer beperken. Omdat het mogelijk is dat een product dat wordt gevoerd onder een merk in het ene land, in een ander land niet gevoerd mag worden onder hetzelfde merk, omdat daar een ouder overeenstemmend merk bestaat dat dan zijn onderscheidingsfunctie zou verliezen. 122 Als een geding zich afspeelt in alleen de lidstaat, dus niet grensoverschrijdend is, dan is er sprake van een interne situatie. Het Europees recht is dan niet van toepassing, maar het nationale recht. 123 Lidstaten van de EU zullen altijd van belang blijven, ondanks de Europese integratie De relevante markt In de verschillende arresten die worden besproken in dit hoofdstuk wordt het begrip de relevante markt genoemd. De Europese Commissie heeft op gebied van het Europese mededingingsrecht vastgesteld hoe de relevante geografische markt en de relevante 115 Voorheen Europese Gemeenschap (hierna: EG). 116 Verdrag betreffende de Europese Unie (PbEU 2010, C83/01). 117 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PbEU 2010, C 83/47). 118 Preambule VEU. 119 Artikel 3 lid 3 VEU. 120 Artikel 26 lid 2 VWEU. 121 Amtenbrink & Vedder 2010, p Zie: Manunza & Senden 2006, p Barents 2000, p

21 productmarkt voor ondernemingen moeten worden gedefinieerd. 125 De relevante geografische markt wordt als volgt omschreven: "De relevante geografische markt is het gebied waarbinnen de betrokken ondernemingen een rol spelen in de vraag naar en het aanbod van goederen of diensten, waarbinnen de concurrentievoorwaarden voldoende homogeen zijn en dat van aangrenzende gebieden kan worden onderscheiden doordat daar duidelijk afwijkende concurrentievoorwaarden heersen." 126 De geografische markt moet samen worden beoordeeld met de productmarkt: "Een relevante productmarkt omvat alle producten en/of diensten die op grond van hun kenmerken, hun prijzen en het gebruik waarvoor zij zijn bestemd, door de consument als onderling verwisselbaar of substitueerbaar worden beschouwd." Territorialiteit binnen het Europese merkenrecht Voordat het Onel/Omel-arrest wordt besproken, moet eerst de achtergrond van de territorialiteit van het merkenrecht verduidelijkt worden. Dit gebeurt aan de hand van arresten die ook betrekking hebben op territorialiteit, maar dan op een ander vlak dan normaal gebruik. Daarna wordt vastgesteld wat de doctrine was over de territorialiteit van het normaal merkgebruik voorafgaand aan het Onel/Omel-arrest. Met deze informatie kan uiteindelijk onderzocht worden in welke opzichten het HvJ EU anders geoordeeld heeft Eerdere arresten betreffende het territoriale aspect van een merk binnen de EU Het Pago/Tirolmilch-arrest 128 gaat om de bekendheid van een merk in de EU. Pago is sinds 2001 houder van het gemeenschapsmerk PAGO. Dit gemeenschapsmerk is zeer bekend in Oostenrijk. 129 Tirolmilch verkoopt in Oostenrijk, net zoals Pago, vruchtensappen, in een fles die weinig verschilt van de flessen van Pago. Pago vordert een verbod voor het gebruik van de flessen door Tirolmilch. 130 De Oostenrijkse rechter stelt een prejudiciële vraag aan het HvJ EU: wordt een gemeenschapsmerk in de gehele Gemeenschap beschermd als bekend merk wanneer het slechts in één lidstaat bekend is? Bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht (PbEG 1997, C 372). 126 Bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht (PbEG 1997, C 372). 127 Bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht (PbEG 1997, C 372). 128 HvJ EG 6 oktober 2009, IER 2009, nr. 86, m.nt. Gielen (Pago/Tirolmilch). 129 HvJ EG 6 oktober 2009, IER 2009, nr. 86, m.nt. Gielen, r.o. 6 (Pago/Tirolmilch). 130 HvJ EG 6 oktober 2009, IER 2009, nr. 86, m.nt. Gielen, r.o. 7-8 (Pago/Tirolmilch). 131 HvJ EG 6 oktober 2009, IER 2009, nr. 86, m.nt. Gielen, r.o. 14 (Pago/Tirolmilch). 21

22 Een merk moet bekend zijn binnen een aanmerkelijk gedeelte van de Gemeenschap. 132 Het HvJ EU neemt dan ook aan dat het merk bekend kan zijn binnen de gehele Gemeenschap als het bekend is bij een aanmerkelijk deel van relevante het publiek in een aanmerkelijk gedeelte van de Gemeenschap. De lidstaat Oostenrijk kan worden beschouwd als een aanmerkelijk gedeelte. 133 Het territorium van één lidstaat is in dit geval dus voldoende. Er wordt in deze zaak rekening gehouden met een aanmerkelijk deel van het publiek, het gaat hier dus niet alleen om het geografische oppervlakte. Het tweede arrest is het Webshipping-arrest, hier ging het om de territorialiteit van een verbod. 134 Het Franse Chronopost is houder van het gemeenschapsmerk Webshipping. 135 DHL International, één van de grootste concurrenten van Chronopost, maakt gebruik van het merk Web Shipping. Chronopost stelt dat DHL inbreuk maakt op haar merk. 136 DHL Express France werd door de Franse rechter verboden nog gebruik te maken van het merk, er werd inbreuk gemaakt op het gemeenschapsmerk en het Franse merk. 137 De Franse rechter stelt uiteindelijk enkele prejudiciële vragen aan het HvJ EU over de uitleg van inbreukverboden. 138 De prejudiciële vragen worden in de annotatie als volgt samengevat: wat is de territoriale reikwijdte van een inbreukverbod en geldt deze van rechtswege in alle lidstaten of kan het worden beperkt? 139 Een gemeenschapsmerk heeft in de gehele EU dezelfde rechtsgevolgen. Als er met betrekking tot de inbreukverboden vast wordt gehouden aan het principe van eenheid, dan kan de rechter het gebruik alleen verbieden in alle lidstaten. Als er sprake is van verwarring in maar één lidstaat, dan kan dit pan-europese verbod erg verstrekkend zijn. 140 Het HvJ EU komt tot de oplossing dat een inbreukverbod op een gemeenschapsmerk zich in principe uitstrekt tot het gebied van de gehele EU, maar dat het kan worden beperkt. 141 De strikte toepassing van het eenheidsbeginsel wordt opzij gezet door het HvJ EU. Het arrest heeft alleen betrekking op inbreukverboden, niet op vervallen- en nietigheidverklaringen HvJ EG 6 oktober 2009, IER 2009, nr. 86, m.nt. Gielen, r.o (Pago/Tirolmilch). 133 HvJ EG 6 oktober 2009, IER 2009, nr. 86, m.nt. Gielen, r.o. 30 (Pago/Tirolmilch). 134 HvJ EU 12 april 2011, LJN BQ3095, m.nt. SJS (Webshipping). 135 HvJ EU 12 april 2011, LJN BQ3095, m.nt. SJS, r.o. 20 (Webshipping). 136 HvJ EU 12 april 2011, LJN BQ3095, m.nt. SJS, r.o. 21 (Webshipping). 137 HvJ EU 12 april 2011, LJN BQ3095, m.nt. SJS, r.o. 22 (Webshipping). 138 HvJ EU 12 april 2011, LJN BQ3095, m.nt. SJS, r.o. 26 (Webshipping). 139 HvJ EU 12 april 2011, LJN BQ3095, m.nt. SJS 1 (Webshipping). 140 HvJ EU 12 april 2011, LJN BQ3095, m.nt. SJS 2 (Webshipping). 141 HvJ EU 12 april 2011, LJN BQ3095, m.nt. SJS 3 (Webshipping). 142 HvJ EU 12 april 2011, LJN BQ3095, m.nt. SJS 5 (Webshipping). 22

Merkenrechten: Normaal gebruik in de Europese Unie en de Verenigde Staten

Merkenrechten: Normaal gebruik in de Europese Unie en de Verenigde Staten Merkenrechten: Normaal gebruik in de Europese Unie en de Verenigde Staten Master thesis Universiteit van Tilburg Rowana Urip Santoso ANR: 425269 Augustus 2012 Professor W.A. Hoyng 1 Voorwoord Op een onverklaarbare

Nadere informatie

Vertaling C-125/14-1. Zaak C-125/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Fővárosi Törvényszék (Hongarije)

Vertaling C-125/14-1. Zaak C-125/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Fővárosi Törvényszék (Hongarije) Vertaling C-125/14-1 Zaak C-125/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 maart 2014 Verwijzende rechter: Fővárosi Törvényszék (Hongarije) Datum van de verwijzingsbeslissing: 10

Nadere informatie

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)

Nadere informatie

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 98/2/17) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Recente IE rechtspraak (van 1 en 10 dagen geleden) Dirk Visser

Recente IE rechtspraak (van 1 en 10 dagen geleden) Dirk Visser Recente IE rechtspraak (van 1 en 10 dagen geleden) Dirk Visser HvJ EG 20 september 2007 Benetton/G-star De vorm die een wezenlijke waarde aan de waar geeft kan geen merk zijn. (art. 3 lid 1 sub e Mrl.

Nadere informatie

Algemeen. 1. Uitbreiding van de oppositiegronden

Algemeen. 1. Uitbreiding van de oppositiegronden Gemeenschappelijke memorie van toelichting bij het Protocol van 16 december 2014 houdende wijziging van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), wat betreft

Nadere informatie

The clash of the Bulls. The Bull Dog vs. Red Bull: het begrip geldige reden nader verklaard door HvJ EU. I. Inleiding

The clash of the Bulls. The Bull Dog vs. Red Bull: het begrip geldige reden nader verklaard door HvJ EU. I. Inleiding The clash of the Bulls The Bull Dog vs. Red Bull: het begrip geldige reden nader verklaard door HvJ EU I. Inleiding Met de uitspraak van het Europese Hof op 6 februari jongstleden is het dan zo ver...

Nadere informatie

8.11.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 299/25 RICHTLIJNEN

8.11.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 299/25 RICHTLIJNEN 8.11.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 299/25 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2008/95/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten

Nadere informatie

Merkenrichtlijn. http://www.strijpadvocatuur.nl. Publicatieblad Nr. L 299 van 08/11/2008 blz. 0025-0033

Merkenrichtlijn. http://www.strijpadvocatuur.nl. Publicatieblad Nr. L 299 van 08/11/2008 blz. 0025-0033 Merkenrichtlijn Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (Gecodificeerde versie) Voor de EER relevante

Nadere informatie

Functies merken. Koninginnegracht 19, Den Haag Kanaalpad 69, Apeldoorn 070-3105600. patents@vriesendorp.nl www.vriesendorp.nl

Functies merken. Koninginnegracht 19, Den Haag Kanaalpad 69, Apeldoorn 070-3105600. patents@vriesendorp.nl www.vriesendorp.nl 1 Merken spelen een zeer grote rol in het economische verkeer. Ze zijn onmisbaar en het gebruik ervan is zo vanzelfsprekend, dat ondernemers zich soms onvoldoende realiseren van hoeveel betekenis merken

Nadere informatie

VERLEDEN. verleden. heden. toekomst. Vormmerken uit vorm? De toekomst van vormmerken in het merkenrecht

VERLEDEN. verleden. heden. toekomst. Vormmerken uit vorm? De toekomst van vormmerken in het merkenrecht Vormmerken uit vorm? De toekomst van vormmerken in het merkenrecht PFO Merken Masterclass Den Haag 26 november 2015 Erwin Haüer verleden. heden. toekomst. VERLEDEN. WAT IS EEN MERK? Als individuele merken

Nadere informatie

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2015/1/6 ARREST. Inzake: Naam : BVBA Upper At Home. Tegen: Naam : BVBA The Works. Procestaal: Nederlands ARRET

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2015/1/6 ARREST. Inzake: Naam : BVBA Upper At Home. Tegen: Naam : BVBA The Works. Procestaal: Nederlands ARRET COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2015/1/6 ARREST Inzake: Naam : BVBA Upper At Home Tegen: Naam : BVBA The Works Procestaal: Nederlands ARRET En cause : Nom : BVBA Upper At Home Contre: Nom : BVBA

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 19 december 2012 (*)

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 19 december 2012 (*) ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 19 december 2012 (*) Gemeenschapsmerk Verordening (EG) nr. 207/2009 Artikel 15, lid 1 Begrip normaal gebruik van merk Territoriale omvang van gebruik Gebruik van gemeenschapsmerk

Nadere informatie

ISSN Benelux Publicatieblad

ISSN Benelux Publicatieblad ISSN 0005-8777 Benelux Publicatieblad Datum uitgifte 2/06/2014 Inhoudstafel Benelux Publicatieblad Paginanummer 2 Overeenkomsten 3 PROTOCOL houdende wijziging van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden '" 13 februari 2015 Eerste Kamer in naam des Konings 10/02162 LZ Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: l. LEIDSEPLEIN BEHEER B.V., gevestigd te Amsterdam, 2. Hendrikus Jacobus Marinus DE VRIES,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Europees Parlement en de Raad Onderwerp Eerste Richtlijn 89/104/EEG betreffende de aanpassing van het merkenrecht der Lid-Staten Datum 21 december 1988 Copyright and disclaimer Gelieve er nota

Nadere informatie

Verhouding tussen het Beneluxmerk en Het gemeenschapsmerk. Mr. P. Veeze

Verhouding tussen het Beneluxmerk en Het gemeenschapsmerk. Mr. P. Veeze Verhouding tussen het Beneluxmerk en Het gemeenschapsmerk Mr. P. Veeze Benelux Merken Congres 2013 Verhouding Beneluxmerk / Gemeenschapsmerk Genuine use ONEL (C-149/11) een terugblik EUROPOLIS / PAGO een

Nadere informatie

10374/15 ADD 1 mou/dau/hh 1 DG G 3 B

10374/15 ADD 1 mou/dau/hh 1 DG G 3 B Raad van de Europese Unie Brussel, 28 oktober 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0089 (COD) 10374/15 ADD 1 PI 43 CODEC 950 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Standpunt van de Raad in

Nadere informatie

en Bud en wij zijn weer een stukje Weiser

en Bud en wij zijn weer een stukje Weiser en Bud en wij zijn weer een stukje Weiser Dankzij de Europese regelgeving op het gebied van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen is de juridische positie van de belanghebbende bij een dergelijke

Nadere informatie

~ A 2009/3/14. Arrest van 23 december 2010 in de zaak A 2009/3 GMBH DAEWOO ELECTRONICS EUROPE. Arrêt du 23 décembre 2010 dans l affaire A 2009/3

~ A 2009/3/14. Arrest van 23 december 2010 in de zaak A 2009/3 GMBH DAEWOO ELECTRONICS EUROPE. Arrêt du 23 décembre 2010 dans l affaire A 2009/3 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2009/3/14 Arrest van 23 december 2010 in de zaak A 2009/3 Inzake BVBA D. ENGELS tegen GMBH DAEWOO ELECTRONICS EUROPE Procestaal : Nederlands Arrêt du 23 décembre

Nadere informatie

M ERK EN VERGELIJKENDE RECLAME

M ERK EN VERGELIJKENDE RECLAME 145 M ERK EN VERGELIJKENDE RECLAME Charles GIELEN 1 Op vergelijkende reclame rustte lange tijd een stevige merkenrechtelijke vloek. Wie herinnert zich nog de tijd dat het oude artikel 13A lid 2 Benelux

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T. Straatsburg, 22 oktober 2008 (OR. fr) PE-CO S 3634/2/08 REV /0264 (COD) LEX 921 CODIF 62 PI 21 CODEC 530

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T. Straatsburg, 22 oktober 2008 (OR. fr) PE-CO S 3634/2/08 REV /0264 (COD) LEX 921 CODIF 62 PI 21 CODEC 530 EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Straatsburg, 22 oktober 2008 (OR. fr) 2006/0264 (COD) LEX 921 PE-CO S 3634/2/08 REV 2 CODIF 62 PI 21 CODEC 530 RICHTLIJ VA HET EUROPEES PARLEME T E DE RAAD

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie

Wie geniet bescherming van zijn handelsnaam?

Wie geniet bescherming van zijn handelsnaam? Bescherm uw handels -, vennootschaps - en merknaam Naambekendheid is voor de handelaar van onschatbare waarde. Consumenten, klanten en leveranciers kopen producten van een bepaald merk of drijven handel

Nadere informatie

28 616 Protocol houdende wijziging van de Eenvormige Beneluxwet op de merken; Brussel, 11 december 2001. Staten-Generaal. Den Haag, 20 september 2002

28 616 Protocol houdende wijziging van de Eenvormige Beneluxwet op de merken; Brussel, 11 december 2001. Staten-Generaal. Den Haag, 20 september 2002 Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 6 28 616 Protocol houdende wijziging van de Eenvormige Beneluxwet op de merken; Brussel, 11 december 2001 Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

TM Package Overzicht veranderingen. 13 december 2018 Tineke Van Hoey

TM Package Overzicht veranderingen. 13 december 2018 Tineke Van Hoey TM Package Overzicht veranderingen 13 december 2018 Tineke Van Hoey Implementatie NMRI Benelux Approche maximale Herzien structuur en formulering BVIE Omzetting Benelux: gepubliceerd 23 december 2015,

Nadere informatie

~ A 2005/1/16. ARREST van 28 juni Procestaal : Nederlands. ARRET du 28 juin 2007 BOVEMIJ VERZEKERINGEN N.V.

~ A 2005/1/16. ARREST van 28 juni Procestaal : Nederlands. ARRET du 28 juin 2007 BOVEMIJ VERZEKERINGEN N.V. COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2005/1/16 ARREST van 28 juni 2007 Inzake BOVEMIJ VERZEKERINGEN N.V. tegen BENELUX-MERKENBUREAU Procestaal : Nederlands ARRET du 28 juin 2007 En cause BOVEMIJ VERZEKERINGEN

Nadere informatie

kan worden nietig verklaard indien en voor zover:

kan worden nietig verklaard indien en voor zover: 2. Merkenrecht Richtlijn 2008/95/EG Art. 4. Aanvullende gronden van weigering of nietigheid betreffende strijd met oudere rechten 1. Een merk wordt niet ingeschreven of kan, indien ingeschreven, worden

Nadere informatie

Het KitKat vormmerk: Geen chocolade van te maken! - Nadiya Disveld

Het KitKat vormmerk: Geen chocolade van te maken! - Nadiya Disveld Het KitKat vormmerk: Geen chocolade van te maken! - Nadiya Disveld 1. Inleiding Op 16 september 2015 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een uitspraak gedaan over de bovenstaande figuur. Het

Nadere informatie

Rechtspraak. 288 berichten industriële eigendom december Merkenrecht

Rechtspraak. 288 berichten industriële eigendom december Merkenrecht 288 berichten industriële eigendom december 2015 Rechtspraak Merkenrecht Nr. 60 HvJ EU 3 september 2015 IEF 15213, zaak C-125/14, ECLI:EU:C:2015:539 (Iron & Smith/Unilever) Mrs. Bay Larsen, Jürimäe, Malenovský,

Nadere informatie

Onzuivere vergelijkende reclame: naast onrechtmatige daad ook merkinbreuk?

Onzuivere vergelijkende reclame: naast onrechtmatige daad ook merkinbreuk? Onzuivere vergelijkende reclame: naast onrechtmatige daad ook merkinbreuk? Wim Maas en Charlotte de Boer Onzuivere vergelijkende reclame leidt regelmatig tot juridische geschillen. Deze zaken zijn vaak

Nadere informatie

Een Europees merk, één territoir?

Een Europees merk, één territoir? Een Europees merk, één territoir? Willem Leppink AIPPI Vereniging voor Intellectuele Eigendom Zeist, 16 maart 2011 EU tot 1995 EU tot 2011 Uitbreiding 2004 Situatie 2011 AIPPI Zeist 2011 - Willem Leppink

Nadere informatie

BRÜYLANT BRUSSEL-BRUXELLES 0 0 8

BRÜYLANT BRUSSEL-BRUXELLES 0 0 8 KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN (KULEUVEN) KATHOLIEKE UNIVERSITEIT BRUSSEL (HUB) CENTRUM VOOR INTELLECTUELE RECHTEN CENTRE FOR INTELLECTUAL PROPERTY RIGHTS CENTRE DE RECHERCHE EN PROPRIÉTÉ INTELLECTUELLE

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden. vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 320582 / HA ZA 08-3222 Vonnis van in de zaak van [Eiser], wonende te [woonplaats], eiser, advocaat mr. M.A. Koot, tegen [Gedaagde],

Nadere informatie

III. beschermingsomvang

III. beschermingsomvang beschermingsomvang 1 de merkhouder kan actie ondernemen tegen het gebruik van: i. een identiek teken voor identieke producten of diensten ii. een identiek of overeenstemmend teken voor identieke of soortgelijke

Nadere informatie

Noot HvJ 25 juli 2018 C-129/17, Mitsubishi/Duma, NJ 2019/181

Noot HvJ 25 juli 2018 C-129/17, Mitsubishi/Duma, NJ 2019/181 Noot HvJ 25 juli 2018 C-129/17, Mitsubishi/Duma, NJ 2019/181 1. Deze zaak draait om de vraag of het zonder toestemming van de merkhouder weghalen van een merk van een product, het zogenaamde debranding,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 september 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 september 2006 * ARREST VAN 7. 9. 2006 ZAAK C-108/05 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 september 2006 * In zaak C-108/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Vertaling C-341/16-1 Zaak C-341/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 juni 2016 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE van 26 juni 2008 Nº

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE van 26 juni 2008 Nº BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE van 26 juni 2008 Nº 2002174 Opposant: Frigor A/S Holstebrovej 101 8800 Viborg Denemarken Gemachtigde: Novagraaf Belgium S.A./N.V.

Nadere informatie

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº van 28 februari 2012

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº van 28 februari 2012 BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº 2005298 van 28 februari 2012 Opposant: SUPREMO Shoes + Boots Handels GmbH Blocksbergstr. 174 66955 Pirmasens Duitsland Gemachtigde:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 12/08/2016

Datum van inontvangstneming : 12/08/2016 Datum van inontvangstneming : 12/08/2016 Vertaling C-381/16-1 Zaak C-381/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 juli 2016 Verwijzende rechter: Tribunal Supremo (Spanje) Datum

Nadere informatie

Onzuivere vergelijkende reclame: naast onrechtmatige daad ook merkinbreuk?

Onzuivere vergelijkende reclame: naast onrechtmatige daad ook merkinbreuk? Onzuivere vergelijkende reclame: naast onrechtmatige daad ook merkinbreuk? Deterink Advocaten en Notarissen mr. W.J.G. Maas/mr. C. de Boer Kennedyplein 201 5611 ZT Eindhoven Telefoon: +31 (0)40 26 26 774

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 APRIL 2009 C.07.0447.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0447.N D. ENGELS, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, met zetel te 2000 Antwerpen, Paardenmarkt 83, eiseres, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Vertaling C-417/15-1 Zaak C-417/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 juli 2015 Verwijzende rechter: Landesgericht für Zivilrechtssachen

Nadere informatie

Arrest HvJ EG d.d. 2 juli 2009, Bavaria Bayerische Bier

Arrest HvJ EG d.d. 2 juli 2009, Bavaria Bayerische Bier Journaal Warenwet 2009-8 Martin Hemmer AKD Prinsen Van Wijmen Geografische oorsprongsaanduidingen Arrest HvJ EG d.d. 2 juli 2009, Bavaria Bayerische Bier Jurisprudentie Het recht om merken te gebruiken

Nadere informatie

HET BENELUX-GERECHTSHOF. in de zaak A 94/2

HET BENELUX-GERECHTSHOF. in de zaak A 94/2 2 HET BENELUX-GERECHTSHOF in de zaak A 94/2 1. Gelet op het vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden van 8 september 1994 in de zaak rolnummer H 136/93 van Rivel Rijwielfabriek B.V., gevestigd

Nadere informatie

Kleur bekennen? Gewijzigd beleid logo s in zwart-wit & kleur PFO Masterclass merken 26 november 2014. Erwin Haüer Merkenadviseur / Partner

Kleur bekennen? Gewijzigd beleid logo s in zwart-wit & kleur PFO Masterclass merken 26 november 2014. Erwin Haüer Merkenadviseur / Partner Kleur bekennen? Gewijzigd beleid logo s in zwart-wit & kleur PFO Masterclass merken 26 november 2014 Erwin Haüer Merkenadviseur / Partner { hoe was het? programma wat is er gebeurd? hoe is het nu? gevolgen

Nadere informatie

~ A 98/2/21. Arrest van 1 december 2004 in de zaak A 98/2 BENELUX MERKENBUREAU. Arrêt du 1 er décembre 2004 dans l'affaire A 98/2

~ A 98/2/21. Arrest van 1 december 2004 in de zaak A 98/2 BENELUX MERKENBUREAU. Arrêt du 1 er décembre 2004 dans l'affaire A 98/2 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 98/2/21 Arrest van 1 december 2004 in de zaak A 98/2 Inzake : CAMPINA tegen BENELUX MERKENBUREAU Procestaal : Nederlands Arrêt du 1 er décembre 2004 dans l'affaire

Nadere informatie

ARREST van 19 december 1996 in de zaak A 95/

ARREST van 19 december 1996 in de zaak A 95/ HET BENELUX-GERECHTSHOF BENELUX LA COUR DE JUSTICE A 95/3/7 Inzake : ARREST van 19 december 1996 in de zaak A 95/3 --------------------------------- ERICH PERNER KUNSTSTOFFWERKE tegen PRESSMAN TOY CORPORATION

Nadere informatie

Arrest van 28 februari 2003 in de zaak A 2001/

Arrest van 28 februari 2003 in de zaak A 2001/ COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Arrest van 28 februari 2003 in de zaak A 2001/2 ------------------------- A 2001/2/9 Inzake : 1. ZOONTJENS BETON B.V. 2. P. ZOONTJENS BEHEER B.V. tegen KIJLSTRA B.V.

Nadere informatie

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº 20006783 van 20 december 2013

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº 20006783 van 20 december 2013 BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº 20006783 van 20 december 2013 Opposant: VODAFONE-PANAFON ANONYMI ELLINIKI ETAIRIA TILEPIKOINONION 1-3 TZAVELLA STREET HALANDRI

Nadere informatie

1. Auteursrecht. Hoofdstuk V. (De reproductie voor privé-gebruik. ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk

1. Auteursrecht. Hoofdstuk V. (De reproductie voor privé-gebruik. ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk 1. Auteursrecht Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten 3 Hoofdstuk I. Auteursrecht.......... 3 Afdeling I. Auteursrecht in het algemeen.... 3 Afdeling II. Bijzondere bepalingen

Nadere informatie

Burgemeester Patijnlaan CB Den Haag Nederland. Algemeen bekend merk in de zin van artikel 6bis Verdrag van Parijs

Burgemeester Patijnlaan CB Den Haag Nederland. Algemeen bekend merk in de zin van artikel 6bis Verdrag van Parijs BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº 2011414 van 6 april 2017 Opposant: Klustoppers BV Burgemeester Patijnlaan 1932 2585 CB Den Haag Gemachtigde: Arslan & Ersoy

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 *

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * In zaak C-2/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding tussen Michael

Nadere informatie

Gevaar van verval merk door verwording van merk tot soortnaam bij de eindverbruikers

Gevaar van verval merk door verwording van merk tot soortnaam bij de eindverbruikers Gevaar van verval merk door verwording van merk tot soortnaam bij de eindverbruikers Na registratie van een merkrecht kan de merkhouder niet achterover leunen. Een merkregistratie moet onderhouden worden.

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen Antwoorden op de vragen Serie Recht in Hoofdlijnen www.academicstore.nl/rechten Merkenrecht Mr. F.G.M.M. Alsters Antwoorden op de vragen Hoofdstuk 1 en 2 1. Antwoord C: intellectuele eigendomsrechten beschermen

Nadere informatie

Arrest van 2 oktober 2000 in de zaak A 98/ Arrêt du 2 octobre 2000 dans l affaire A 98/

Arrest van 2 oktober 2000 in de zaak A 98/ Arrêt du 2 octobre 2000 dans l affaire A 98/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 98/3/9 Arrest van 2 oktober 2000 in de zaak A 98/3 ------------------------- Inzake : BROUWERIJ HAACHT N.V. tegen GRANDES SOURCES BELGES N.V. Procestaal :

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 28.11.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0824/2008, ingediend door Kroum Kroumov (Bulgaarse nationaliteit), gesteund door zestien

Nadere informatie

HET BENELUX-GERECHTSHOF. in de zaak A 94/1

HET BENELUX-GERECHTSHOF. in de zaak A 94/1 HET BENELUX-GERECHTSHOF in de zaak A 94/1 1. Gelet op het op 18 maart 1994 door de Hoge Raad der Nederlanden uitgesproken arrest in de zaak nr. 15.276 van de te Amsterdam gevestigde vennootschap Linguamatics

Nadere informatie

ISSN Benelux Publicatieblad

ISSN Benelux Publicatieblad ISSN 0005-8777 Benelux Publicatieblad Datum uitgifte 29/01/2018 Inhoudstafel Benelux Publicatieblad Paginanummer 2 Overeenkomsten 3 PROTOCOL houdende wijziging van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele

Nadere informatie

M (2009) 7. Gelet op artikel 19, b) van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie,

M (2009) 7. Gelet op artikel 19, b) van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie, BESCHIKKING van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie tot opstelling van een Protocol houdende wijziging van het Benelux-Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19.12.2006 COM(2006)812 definitief 2006/0264(COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de aanpassing van het merkenrecht

Nadere informatie

Gelet op artikel 1.7, lid 2, van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen),

Gelet op artikel 1.7, lid 2, van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), Protocol houdende wijziging van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/2436 Het Koninkrijk België,

Nadere informatie

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº van 31 maart 2010

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº van 31 maart 2010 BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº 2003718 van 31 maart 2010 Opposant: RoWi Fleischwarenvertrieb GmbH Westring 17 27793 Wildeshausen Duitsland Ingeroepen merk:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Vertaling C-223/15-1 Zaak C-223/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 mei 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Geldigheidskwesties in het merkenrecht

Geldigheidskwesties in het merkenrecht Geldigheidskwesties in het merkenrecht AIPPI Symposium Zeist 13 maart 2019 Liesbeth Marijnissen, Ellen Gevers, Willem Leppink Stelling 1: Ruim baan voor de kenmerken -exceptie! Wat zeggen Artikel 7(1)(e)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * NESTLÉ ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * In zaak C-353/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Court of Appeal (England and

Nadere informatie

Nachtwachtlaan 20 1058 EA Amsterdam Nederland

Nachtwachtlaan 20 1058 EA Amsterdam Nederland BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº 2008019 van 18 augustus 2014 Opposant: DSQUARED2 TM S.A. 18, rue de l'eau 1449 Luxemburg Luxemburg Gemachtigde: Office Freylinger

Nadere informatie

Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) 1

Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) 1 Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) 1 1 Dit is de aan de richtlijn handhaving IE rechten (2004/48/CE) aangepaste tekst van het BVIE. Datum inwerkingtreding

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Benelux Merkenwet. Benelux-Verdrag intellectuele eigendom. Verval. Teken. Gebruik. Bescherming. Mogelijkheid Datum 15 september 2011 Copyright and disclaimer De inhoud

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE van 6 augustus 2009 Nº

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE van 6 augustus 2009 Nº BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE van 6 augustus 2009 Nº 2002111 Opposant: WINEGROWERS OF ARA LIMITED Level 28; Pricewaterhousecoopers Tower; 188 Quay Street Auckland

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) 1

Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) 1 Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) 1 1 Laatstelijk gewijzigd door het protocol van 22-07-2010. Publicatie België Staatsblad 2013-07-17; Nederland Trb. 2010,

Nadere informatie

Eenvormige Beneluxwet op de merken

Eenvormige Beneluxwet op de merken II-1 Benelux-Regelgeving inzake merken 1 II 1. Deze tekst is een uitgave verzorgd door het Benelux-Merkenbureau. Hoewel er bij het verzorgen ervan de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor de aanwezigheid

Nadere informatie

Het merkdepot te kwader trouw

Het merkdepot te kwader trouw MI 103 Merken zijn onderscheidingstekens. Dankzij merken weet de consument wat hij krijgt en welk product hij koopt. Maar daarvan wordt ook misbruik gemaakt. Zo komt naast merkenpiraterij (het namaken

Nadere informatie

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº 2006163 Van 1 maart 2013. Avenue des Olympiades 2 1140 Brussel België

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº 2006163 Van 1 maart 2013. Avenue des Olympiades 2 1140 Brussel België BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE Nº 2006163 Van 1 maart 2013 Opposant: RECTICEL S.A. Avenue des Olympiades 2 1140 Brussel België Gemachtigde: RECTICEL S.A./N.V.

Nadere informatie

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE van 15 januari 2010 Nº 2004448. Leeuwenveldseweg 12 1382 LX Weesp Nederland

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE van 15 januari 2010 Nº 2004448. Leeuwenveldseweg 12 1382 LX Weesp Nederland BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE van 15 januari 2010 Nº 2004448 Opposant: Leno Merken B.V. Leeuwenveldseweg 12 1382 LX Weesp Nederland Gemachtigde: ONEL TRADEMARKS

Nadere informatie

Territoriale eigenaardigheden in het merkenrecht en het Webshipping-arrest. 1

Territoriale eigenaardigheden in het merkenrecht en het Webshipping-arrest. 1 Territoriale eigenaardigheden in het merkenrecht en het Webshipping-arrest. 1 Martin Hemmer 2 1. Inleiding In het Europese merkenrecht is uitgangspunt dat een merk in het gehele territorium gelijke bescherming

Nadere informatie

Inhoud. Europese Wetgevingsvoorstellen Tot nu toe. Europese Wetgevingsvoorstellen Hoe verder?

Inhoud. Europese Wetgevingsvoorstellen Tot nu toe. Europese Wetgevingsvoorstellen Hoe verder? Inhoud UPDATE EU-MERKENRECHT Update EU-merkenrecht Europese wetgevingsvoorstellen Laatste stand van zaken Jurisprudentie Hof van Justitie, o.a. Schade sub c Geldige reden Wezenlijke waarde van de waar/

Nadere informatie

Koninginnegracht 19, Den Haag Kanaalpad 69, Apeldoorn 070-3105600. patents@vriesendorp.nl www.vriesendorp.nl

Koninginnegracht 19, Den Haag Kanaalpad 69, Apeldoorn 070-3105600. patents@vriesendorp.nl www.vriesendorp.nl 1 Het ontwerpen en op de markt brengen van producten in een veelheid van vormen en verschijningen is een wezenlijk kenmerk van onze economie. De ontwikkeling en realisering van een nieuwe uitvoering van

Nadere informatie

ARREST. Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom. Procestaal: Nederlands ARRET. Organisation Benelux de la Propriété intellectuelle

ARREST. Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom. Procestaal: Nederlands ARRET. Organisation Benelux de la Propriété intellectuelle 1 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2010/7/8 ARREST Inzake: Intres Belgium Tegen: Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Procestaal: Nederlands ARRET En cause : Intres Belgium Contre:

Nadere informatie

De zaak is voor Majestic behandeld door mrs. M.H.L. Hemmer en R.T. Tjemkes, advocaten te Breda.

De zaak is voor Majestic behandeld door mrs. M.H.L. Hemmer en R.T. Tjemkes, advocaten te Breda. vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel zaaknummer / rolnummer: C/09/435163 / HA ZA 13-76 Vonnis van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MAJESTIC PRODUCTS B.V., gevestigd

Nadere informatie

Bewijslastverdeling bij gestelde uitputting

Bewijslastverdeling bij gestelde uitputting Cassatiemiddel Schending van het recht inz. artikel 2.23 lid 3 BVIE (art. 13A lid 9 BMW oud), zoals deze bepaling geïnterpreteerd en toegepast dient te worden in het licht van art 7 lid 1 van de Eerste

Nadere informatie

1. Inleiding. 1 Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van

1. Inleiding. 1 Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van 01-02-2012 Richtlijnen van de Europese Commissie betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (IER) door de douaneautoriteiten van de EU met betrekking tot goederen, met name geneesmiddelen,

Nadere informatie

Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen

Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen Uitgifte Vonnisnummer Repertoriumnummer 2015 / Datum van uitspraak 18 november 2015 Rolnummer A / 15 / 3831 Niet aan te bieden aan de ontvanger Rechtbank van Kohandel Antwerpen, afdeling Antwerpen Tussenvonnis

Nadere informatie

Art. 21. Insolventieprocedure. de enige insolventieprocedure waarin een Gemeenschapsmerk

Art. 21. Insolventieprocedure. de enige insolventieprocedure waarin een Gemeenschapsmerk 4. Indien uit de stukken waarin de overgang is vastgelegd, duidelijk blijkt dat het Gemeenschapsmerk ten gevolge van deze overgang het publiek kan misleiden, met name inzake soort, kwaliteit of plaats

Nadere informatie

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 2005/1 - Bovémij Verzekeringen N.V. / Benelux-Merkenbureau

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 2005/1 - Bovémij Verzekeringen N.V. / Benelux-Merkenbureau COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovémij Verzekeringen N.V. / Benelux-Merkenbureau Conclusie van de Avocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/6) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000

Nadere informatie

BESCHIKKING M (2006) 6

BESCHIKKING M (2006) 6 BESCHIKKING van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie houdende wijziging van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), ondertekend te Den

Nadere informatie

De techniekrestrictie in het modellenrecht. Een kritische beschouwing over de juiste interpretatie van artikel 8 Gemeenschapsmodellenverordening

De techniekrestrictie in het modellenrecht. Een kritische beschouwing over de juiste interpretatie van artikel 8 Gemeenschapsmodellenverordening De techniekrestrictie in het modellenrecht Een kritische beschouwing over de juiste interpretatie van artikel 8 Gemeenschapsmodellenverordening Masterscriptie Privaatrecht Naam: D.C. Windeij Studentnummer:

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 december 2006 (OR. en) 14712/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0274 (CNS) PI 64 OC 841

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 december 2006 (OR. en) 14712/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0274 (CNS) PI 64 OC 841 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 1 december 2006 (OR. en) 14712/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0274 (CNS) PI 64 OC 841 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD

Nadere informatie

Protocol van 22 juli 2010 tot wijziging van het Benelux-Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom

Protocol van 22 juli 2010 tot wijziging van het Benelux-Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom B E N E L U X - B U R E A U V O O R D E I N T E L L E C T U E L E E I G E N D O M Protocol van 22 juli 2010 tot wijziging van het Benelux-Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom 1. Wijzigingsprotocol

Nadere informatie

Benelux-verdrag inzake de Intellectuele Eigendom

Benelux-verdrag inzake de Intellectuele Eigendom Benelux-verdrag inzake de Intellectuele Eigendom Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) Het Koninkrijk België, Het Groothertogdom Luxemburg, Het Koninkrijk

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=bx5433

http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=bx5433 pagina 1 van 5 LJN: BX5433, Rechtbank Utrecht, 320331 / HA ZA 12-317 Datum uitspraak:22-08-2012 Datum 04-09-2012 publicatie: Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie:Merkenrecht;

Nadere informatie

ARREST van 6 december 1999 in de zaak A 98/ ARRÊT du 6 décembre 1999 dans l affaire A 98/

ARREST van 6 december 1999 in de zaak A 98/ ARRÊT du 6 décembre 1999 dans l affaire A 98/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 98/1/16 ARREST van 6 december 1999 in de zaak A 98/1 ------------------------- Inzake : KIPLING tegen GB UNIC en mede inzake PARIMPEX Procestaal : Nederlands

Nadere informatie

Het Benelux-Gerechtshof heeft in de zaak A 2006/4 het volgende arrest gewezen.

Het Benelux-Gerechtshof heeft in de zaak A 2006/4 het volgende arrest gewezen. Het Benelux-Gerechtshof heeft in de zaak A 2006/4 het volgende arrest gewezen. 1. Bij arrest van 27 oktober 2006 heeft de Hoge Raad der Nederlanden in de zaak C05/162HR van ONDEO NALCO NETHERLANDS B.V.,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Vertaling C-419/15-1 Zaak C-419/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 juli 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 NOVEMBER 2017 C.16.0083.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.16.0083.N IMPRO EUROPE ebvba, met zetel te 2140 Antwerpen, Noordersingel 11, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat

Nadere informatie

Date de réception : 02/02/2012

Date de réception : 02/02/2012 Date de réception : 02/02/2012 Resumé C-661/11-1 Zaak C-661/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie