Meervoudige intelligentie. Andrea Rutjes Pernel Remmers Suzanne van Gaalen. Werkvormen per intelligentie. Door:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Meervoudige intelligentie. Andrea Rutjes Pernel Remmers Suzanne van Gaalen. Werkvormen per intelligentie. Door:"

Transcriptie

1 Meervoudige intelligentie Werkvormen per intelligentie Door: Andrea Rutjes Pernel Remmers Suzanne van Gaalen In het kader van de opleiding voor het Dalton-certificaat. Arnhem, januari

2 WERKVORMEN PASSEND BIJ DE INTRAPERSOONLIJKE INTELLIGENTIE Sneeuwbaleffect: Geschikt voor alle groepen Groepsgrootte: hele klas. Materialen: papier en potlood/pen. - Het actualiseren van voorkennis, oriëntatie op een onderwerp - Groeps en klassenvorming. - luisteren naar elkaar - directe en gelijktijdige interactie - creëren van positieve wederzijdse afhankelijkheid. 1. De leerlingen schrijven één ding op van wat ze weten of geleerd hebben over het onderwerp/thema. 2. Frommel het papier op tot een bal als je klaar bent. 3. Verzamel de ballen van iedereen, schud ze door elkaar en deel ze daarna uit. 4. Als je een sneeuwbal hebt, maak deze dan open, lees wat erop staat, frommel hem weer op en doe ze weer bij elkaar. 5. Je kunt hier zo lang mee doorgaan als leuk is. Ronddelen: Geschikt vanaf groep 4 Groepsgrootte: groepjes van 4 - Het actualiseren van voorkennis, oriëntatie op een onderwerp - Presentatie, informatie uitwisselen en verzamelen. - Groeps en klassenvorming - Sociale vaardigheden: actief luisteren. - Directe en gelijktijdige interactie - Creëren van positieve wederzijdse afhankelijkheid. 1. De leerkracht stelt een vraag of geeft een opdracht. De leerlingen vormen tweetallen en wisselen, beurtelings, antwoorden of ideeën uit. 2. Daarna bespreken de tweetallen de ideeën die ze hadden. 3. Vervolgens vorm je viertallen, waarbij de verschillende tweetallen nagaan welke van hun ideeën uniek waren. 2

3 4. De leerkracht nodigt een leerling uit om het groepsresultaat te presenteren aan de klas. Koppen bij elkaar: Geschikt vanaf groep 3 Groepsgrootte: groepjes van 4 - Het actualiseren van voorkennis, oriëntatie op en introductie van een onderwerp. - Informatie kiezen, verzamelen, inventariseren en uitwisselen. - Begripsvorming, een gedachtegang opzetten en onder woorden brengen en toetsen, inductief en deductief redeneren. - Meningsvorming, een keuze verantwoorden, creatief denken, oplossingsstrategieën, begrippen verhelderen. Aandachtspunten: - deze werkvorm is ook prima te gebruiken in tweetallen. - Directe en gelijktijdige interactie, gelijkwaardige deelname. - Sociale vaardigheden: actief luisteren, meedenken en doen. - Creëren van positieve wederzijdse afhankelijkheid en betrokkenheid. 1. De leerkracht stelt een vraag en vraagt de leerlingen de vraag te beantwoorden of een oplossing te bedenken voor het probleem. 2. De leerkracht wijst de leerlingen een getal toe van 1 tm. 4 (zoals groepsvorming bij gym) 3. Alle leerlingen denken voor zichzelf na over de vraag over het probleem 4. De leerlingen met dezelfde cijfers gaan in viertallen bij elkaar zitten en bespreken het antwoord of de oplossing die ze bedacht hebben. 5. De leerkracht wijst van ieder groepje één (willekeurig) kind aan en vraagt het antwoord of de oplossingen. Denkhoofd: Geschikt vanaf groep 5 Groepsgrootte: groepjes van twee - Het actualiseren van voorkennis, orientatie op en introductie van een onderwerp - Informatie kiezen, verzamelen, inventariseren en uitwisselen - Nagaan of iets begrepen is 3

4 - Begripsvorming, inductief en deductief redeneren, creatief denken, oplossingen voor een probleem bedenken - Directe en gelijktijdige interactie, gelijkwaardige deelname - Sociale vaardigheden: overleggen, actief luisteren, meedenken en doen - Creëren van positieve, wederzijdse afhankelijkheid en betrokkenheid. 1. De leerkracht stelt een vraag en vraagt de leerlingen de vraag te beantwoorden of een oplossing te bedenken voor het probleem. 2. Alle leerlingen denken voor zichzelf na over de vraag of het probleem, 3. Op een teken van de leerkracht overleggen tweetallen die in de buurt van elkaar zitten, met elkaar over het antwoord of de oplossing die ze bedacht hebben. 4. De leerkracht wijst één willekeurig kind aan en vraagt het antwoord of de oplossingen. Gedachtelezen: Geschikt vanaf groep 5 Groepsgrootte: hele klas - groeps- en klassenvorming - Directe en gelijktijdige interactie, gelijkwaardige deelname - Oefenen van sociale vaardigheden: actief luisteren, meedenken en doen - Creëren van positieve wederzijdse afhankelijkheid en betrokkenheid 1. De leerling neemt een getal in gedachten dat groter of gelijk is aan 2 en kleiner of gelijk is aan Hij vermenigvuldigt dat getal met 9 3. De leerling telt de twee getallen van de uitkomst bij elkaar 4. Hij trekt er 5 vanaf 5. De leerling zoekt dan bij het getal dat overblijft naar de daarbij corresponderende letter uit het alfabet (A=1, B=2, enz.) 6. Hij bedenkt de naam van een land dat bij die letter hoort 7. Hij bedenkt dan een naam van een dier waarvan de naam begint met de tweede letter van dat land; dat mag geen vogel- of vissennaam zijn 8. Welke kleur heeft dat dier? 9. De leerling vertelt aan zijn partner wat hij gevonden heeft. 4

5 WERKVORMEN PASSEND BIJ DE MUZIKAAL RITMISCHE INTELLIGENTIE Het ritme van Geschikt voor groep Groepsgrootte: hele klas - groeps- en klassenvorming - Directe en gelijktijdige interactie, gelijkwaardige deelname - Oefenen van sociale vaardigheden: actief luisteren, meedenken en doen - Creëren van positieve wederzijdse afhankelijkheid en betrokkenheid 1. De leerlingen zitten in een grote kring (deze opdracht kun je ook in verschillende kleinere kringen uitvoeren) 2. Eén van de leerlingen begint een bepaald ritme te klappen, bijvoorbeeld twee keer in de handen klappen. 3. Alle leerlingen klappen dit na en de buurman van de eerste leerling voegt er hierna nog een bepaald ritme aan toe, bijvoorbeeld twee keer in de handen klappen, eenmaal met de handen op de knie. De hele groep doet dit na. 4. De volgende leerling voegt er opnieuw iets aan toe, bijvoorbeeld twee keer in de handen klappen, eenmaal met de handen op de knie en twee maal knippen met de vingers. Tafeltjes zingen: Geschikt vanaf groep 4 Groepsgrootte: groepjes van 4 - groeps- en klassenvorming - begripsvorming - Uitwisselen van informatie - Directe en gelijktijdige interactie, gelijkwaardige deelname - Oefenen van sociale vaardigheden: actief luisteren, meedenken en doen. - Creëren van positieve en wederzijdse afhankelijkheid en betrikkenheid 1. Gebruik de uitkomsten van verschillende tafels (bijvoorbeeld 3, 6, 9, 12, enz. 7, 14, 21, 28, enz.) en vraag aan de viertallen om deze tafeluitkomsten in een bekend melodietje te verwerken) 2. De verschillende groepen presenteren hun liedje aan de hele klas en regelmatig worden de liedjes gezongen. 5

6 Ritme: Geschikt vanaf groep 1 Groepsgrootte: hele klas - groeps- en klassenvorming - Directe en gelijktijdige interactie, gelijkwaardige deelname - Sociale vaardigheden: meedenken en doen - Creëren van positieve en wederzijdse afhankelijkheid en betrokkenheid 1. Alle leerlingen zitten in de kring 2. De leerkracht ontwerpt een bepaald ritme: alle leerlingen slaan tweemaal op hun dijen, klappen twee keer met hun handen en knippen eenmaal met de vingers van de rechterhand en eenmaal met de vingers van de linkerhand. 3. Als iedereen dat ritme heeft overgenomen, begint het spel. Eén van de leerlingen begint. 4. Deze leerling zegt zijn naam op de eerste knip van de vingers en de naam van een tweede leerling op de tweede knip 5. Degene wiens naam op de tweede knip genoemd is, gaat verder, noemt zijn eigen naam op de eerste knip en die van een andere leerling op de tweede. 6. Degene van wie de naam op de tweede knip genoemd is, mag een nieuw ritme aangeven als hij/zij dat wil. Groepsyell: Geschikt vanaf groep 4 Groepsgrootte: groepjes van 4 - verbetering groepsklimaat - gelijkwaardige deelname - creeeren van positieve wederzijdse afhankelijkheid - oefenen van sociale vaardigheden 1. De leerkracht vraagt ieder groepslid zijn/haar naam of eigenschappen van hem/haar in te passen in een yell of lied dat hij/zij daarna aan de hele groep presenteert. Wat ook kan:leerlingen werken aan kleine groepjes om een yell te maken over een bepaald onderwerp. Eerst bedenken de leerlingen woorden en zinnen die met de leerstof te maken hebben. Dan verzinnen ze een ritme, waarbij de belangrijke 6

7 woorden of zinnen benadrukt worden. Tenslotte voegen ze het ritme aan hun yell toe, gewoonlijk in de vorm van stampen, klappen, bonzen of met de vingers knippen. Er kunnen bewegingen geïntegreerd worden bij de yell om ook de lichamelijk-kinesthetische intelligentie te stimuleren. Leerliedjes: Geschikt vanaf groep 5 Groepsgrootte: groepjes van twee - Verbetering groepsklimaat - Bevorderen van muzikaal ritmische vaardigheden - Beheersing van de leerstof - Onthouden op lange termijn 1. leerkracht bepaalt het onderwerp, waarover de leerlingen een liedje moeten schrijven. De leerlingen kunnen liedjes schrijven over welke leerstof dan ook. De leerkracht zoekt een bekende melodie uit voor de leerlingen, of de leerlingen verzinnen zelf een melodie (bijvoorbeeld: Vader Jacob, O Denneboom, Poesje Mauw, Klein Klein Kleutertje) 2. Leerlingen brainstormen over ideeën. Ze bedenken woorden, zinnen en ideeën die te maken hebben met het onderwerp. Bijvoorbeeld: eten. Het duo schrijft woorden op stukjes papier als: watermeloen, lunch, honger, lekker, snacks, de maaltijd is klaar. 3. De duo s schrijven songteksten van hun liedjes. Ze spelen met de ideeen die ze op hun stukje papier hebben geschreven door ze op de juiste manier te rangschikken zodat ze in de melodie passen. Ze oefenen het liedje voordat zij het aan de anderen laten horen. 4. De leerlingen zingen hun liedje met hun partner. Het is handig om het publiek voor het zingen van het liedje een kopie van de songtekst te geven, zodat zij het zowel ziet als hoort. * Achtergrondmuziek: Er zijn onderzoeken die suggereren dat door muziek stress afneemt, het leren en vasthouden van het geleerde verbetert (Campbell, 1997; Jensen 1995). Verschillende soorten muziek kunnen gebruikt worden om de leerlingen tot rust te laten komen, om een les- of dagdeel te starten, een bepaalde cultuur te exploreren, een werkstuk te verlevendigen, een stemming te creëren en uiteraard om leerlingen energie te geven. 7

8 WERKVORMEN PASSEND BIJ DE VERBAAL LINGUISTISCHE INTELLIGENTIE Brainstorm: Geschikt vanaf groep 3. Groepsgrootte: groepjes van 4. Materialen: kaarten met de letters van het alfabet. - Het actualiseren van voorkennis, oriëntatie op een onderwerp. - Groeps en klassenvorming. - Luisteren naar elkaar - Directe en gelijktijdige interactie. - Creëren van positieve wederzijdse afhankelijkheid 1. Leerling 1 neemt een letterkaart en bedenkt zoveel mogelijk woorden die met het onderwerp te maken hebben en die beginnen met deze letter. 2. Als hij/zij niets meer weet, geeft hij/zij de kaart aan leerling Leerling 2 gaat verder en geeft vervolgens de kaart aan nummer 3 enz. 4. Iedere keer als je de kaart doorgeeft, tellen de leerlingen zachtjes in zichzelf: eenentwintig, tweeëntwintig, drieëntwintig, en geven dan de kaart door. 5. Leerling 4 houdt de score van de genoemde woorden bij (dubbele woorden tellen niet) 6. Als leerling 3 is geweest, begint er weer een nieuwe ronde, met een nieuwe letter, dan begint nummer 2, enz. Het gaat erom in de volgende ronde een hogere score te halen. Bingo: Geschikt vanaf groep 5 Groepsgrootte: groepjes van 4 Materialen: papier en potlood/pen. - Presentatie, informatie uitwisselen en verzamelen - Groeps- en klassenvorming Aandachtspunten: - Te gebruiken bij bijvoorbeeld het aanleren van woordpakket - Goed te hanteren als activiteit waarbij je moet flitsen voor automatisering van kennis. - Sociale vaardigheden: luisteren naar elkaar 8

9 - Directe en gelijktijdige interactie - Creëren van positieve wederzijdse afhankelijkheid. 1. Iedere leerling schrijft voor zich op een verticaal gevouwen blaadje een tiental geleerde woorden. 2. De eerste leerling dicteert de tien woorden die de andere leerlingen opschrijven. 3. Nadat de leerlingen de woorden opgeschreven hebben, dicteert de tweede leerling zijn/haar tien woorden.. Ook nu weer schrijven de anderen deze op. 4. Dit herhaalt zich totdat iedereen aan de beurt is geweest. 5. Dan gaan de leerlingen na welke woorden ze zelf opgeschreven hadden en strepen de gelijke woorden door die anderen dicteerden. 6. De leerlingen controleren de overige woorden op fouten en strepen ze, als ze fout zijn, door. 7. Vervolgens gaan de leerlingen na hoeveel woorden er nog niet doorgestreept zijn en hoeveel woorden de totale groep had. Groepsinterview: Geschikt vanaf groep 5 Groepsgrootte: groepjes van méér dan twee (bij voorkeur even aantal) - Het actualiseren van voorkennis, oriëntatie op een onderwerp, reflectie, terugblik. - Presentatie, informatie uitwisselen en verzamelen - Meningsvorming, creatief denken, oplossingsstrategieën - Groeps- en klassenvorming - Zelfstandige verwerking - Sociale vaardigheden: luisteren naar, en vragen stellen aan elkaar - Directe en gelijktijdige interactie - Samenvatten wat de ander vertelde - Creëren van positieve wederzijdse afhankelijkheid 1. De leerkracht geeft aan over welk onderwerp men elkaar gaat interviewen. Daarna vorm je tweetallen. 2. Ieder bedenkt voor zichzelf welke vragen men aan de ander wil gaan stellen. De vragen schrijf je op. 3. In ieder tweetal stelt de een, in een bepaalde tijd, aan de ander de bedachte vragen. Men probeert ook door te vragen als het antwoord erg kort of onduidelijk is. De regel: Als je een vraagt krijgt die je niet wilt 9

10 beantwoorden, beantwoord dan de vraag zoals je die had willen krijgen, biedt ruimte voor het open houden van het gesprek. 4. Binnen de tweetallen wissel je van rol. 5. Je wisselt de bevindingen binnen de gehele groep uit. De leerkracht vraagt aan een aantal leerlingen wat men van de gesprekspartner gehoord heeft. Spreek en luister: Geschikt vanaf groep 5 Groepsgrootte: groepjes van twee - Het actualiseren van voorkennis, oriëntatie op en introductie van een onderwerp - Informatie kiezen, verzamelen, inventariseren en uitwisselen - Herhalen, begeleiden oefening, nagaan of iets begrepen is. - Meningsvorming, een keuze verantwoorden - Zelfstandige verwerking, reflectie - Een gedachtegang opzetten en onder woorden brengen - Begripsvorming, inductief en deductief redeneren, creatief denken, oplossingen voor een probleem bedenken. - Directe en gelijktijdige interactie, gelijkwaardige deelname - Sociale vaardigheden: overleggen, actief luisteren, meedenken en doen, op elkaar wachten, stellen van open vragen. - Creëren van positieve wederzijdse afhankelijkheid en betrokkenheid. 1. De leerkracht stelt een vraag of introduceert een onderwerp 2. Eén van de twee leerlingen van een tweetal reageert hierop, waarbij de ander nauwkeurig luistert. 3. Op een teken van de leerkracht wisselen de rollen en gaat de andere leerling verder terwijl de eerste nauwkeurig luistert. 4. Als het eerste teken gegeven is, zet de tweede leerling het betoog van de eerste leerling in diens lijn voort of beantwoordt hij/zij de vraag verder, voordat hij/zij met een nieuw idee komt. 5. Je wisselt verschillende keren en de strijd tussen de wisselingen kan verschillen (en soms niet te voorspellen zijn). Woordenslang: Geschikt vanaf groep 5 Groepsgrootte: groepjes van 4 Materialen: een samengesteld woord (telefoonkaartententoonstellingsoverzichtscatalogus) 10

11 - Het actualiseren van voorkennis, oriëntatie op een onderwerp, reflectie, terugblik - Presentatie, informatie uitwisselen en verzamelen - Groeps- en klassenvorming. - Luisteren naar elkaar - Directe en gelijktijdige interactie - Creëren van positieve wederzijdse afhankelijkheid 1. De leerkracht nodigt de groepen uit om zoveel mogelijk kleine woorden te halen uit een lang woord. 2. De leerlingen mogen de letters herschikken 3. Geef aan wanneer de tijd (bijna) voorbij is. 4. Vertel aan de hele klas hoeveel woorden je gevonden hebt. 5. Probeer de volgende keer nog meer woorden te vinden. 11

12 WERKVORMEN PASSEND BIJ DE LICHAMELIJK KINESTHETISCHE INTELLIGENTIE Formatie De docent geeft de groepjes een opdracht: Vorm de hoofdletter A of Gebruik jullie lichamen om het zonnestelsel uit te beelden. Leerlingen bundelen hun krachten, beslissen wie waar moet staan of bewegen om de opdracht uit te voeren. Het vormen van letters is erg geschikt voor groep 3/4, bijvoorbeeld ter introductie van een nieuwe (hoofd)letter. Dit kan ook met cijfers, of zelfs woorden. Ook wiskundige begrippen (cirkel, vierkant, driehoek etc.) kunnen dmv. formatie gevormd worden. Eens/oneens cirkel De groep staat in één grote cirkel. De docent staat in het midden en doet een uitspraak over een belangrijk thema zoals De doodstraf moet worden afgeschaft (bovenbouw). Leerlingen bewegen om aan te geven of ze het eens of oneens zijn met die stelling. Als een leerling het er helemaal mee een is, gaat hij dichtbij de docent staan, als hij het oneens is blijft hij op de omtrek van de cirkel. Leerlingen discussiëren met anderen die dicht bij hen staan over het onderwerp. In één oogopslag kunnen leerlingen zien hoe anderen over het onderwerp denken. Na een aantal rondes over verschillende onderwerpen is het ook mogelijk dat leerlingen zelf naar het midden komen en een stelling uiten. Deze werkvorm is een goede basis voor discussie, debat en onderlinge steun. Teamhints Dit is een populair spel dat succesvol toegepast kan worden in de klas om de lichamelijk-kinesthetische intelligentie te ontwikkelen. Het spelen in kleine groepjes bevordert actieve deelname. Iedere leerling krijgt een woord, bijvoorbeeld een bepaald begrip. In kleine groepen beeldt iedere leerling zijn woord uit. De teamleden moeten dan het woord raden. De leerlingen beelden om de beurt iets uit of maken gebruik van 12

13 bijv. een dobbelsteen. Als leerlingen meerdere woorden krijgen, kunnen er vele rondes worden gespeeld. Door deze werkvorm kunnen kinderen met taal bezig zijn op een lichamelijke manier: op deze manier dient het dus de ontwikkeling van de lichamelijke intelligentie als de taalontwikkeling. Ook geschikt om spreekwoorden aan te leren en te oefenen. Mix-bevries-groep Iedereen staat op en duwt zijn stoel door het lokaal om te 'mixen'. De docent roept: Bevries en iedereen staat stil, klaar om groepen te vormen. De docent stelt een vraag en naar aanleiding daarvan worden de groepen gevormd. De docent kan bijvoorbeeld vragen Hoeveel letters zitten er in het woord chocola? Leerlingen haasten zich om groepjes van zeven te vormen door handen vast te houden. Leerlingen die niet bij een groepje horen worden de gevonden voorwerpen : overige leerlingen die vooraan in de klas gaan staan. Een regel is dat leerlingen niet twee keer achter elkaar bij de gevonden voorwerpen kunnen horen. Een andere manier is met behulp van een aanwijzing. Bij aardrijkskunde kan bijvoorbeeld de volgende aanwijzing op het bord staan: Noord=2, Oost=3, Zuid=4, West=5. De vraag kan iets zijn als: Aan welke kant van Spanje ligt Portugal? De leerlingen haasten zich om groepjes van 5 te vormen. Deze werkvorm wekt het best als de groepjes die kunnen vormen kleiner zijn dan zes. Er kan ook gebruik worden gemaakt van muziek: zodra de muziek stopt bevriezen de leerlingen en vormen daarna groepjes als antwoord op de al eerder gestelde vraag. Rollenspel en uitbeelden Leerlingen krijgen inzicht in het leven van bepaalde personen en hun gedachtewereld als ze een rol spelen. Een voorbeeld is het maken van 'situatiekaartjes': een ongeval, hooligans, een aerobic les, een begrafenis, een belangrijke ondertekening etc. De kinderen beelden de situaties uit en de andere groepjes raden wat ze uitbeelden. Ook 13

14 kunnen de kinderen elkaar in een houding zetten, en de kinderen die in een houding gezet zijn raden dan wat zij uitbeelden. Een ander voorbeeld: de kinderen krijgen een opdracht om met hun groep (door leerkracht ingedeeld) informatie te verzamelen, en vervolgens beelden ze die situatie of bekende personen uit. Daarbij wisselen ze relevante informatie uit met de andere kinderen in de klas. Denk hierbij aan uitvinders, ontdekkingsreizigers, sportmensen, leiders, muzikanten etc. 14

15 WERKVORMEN PASSEND BIJ DE NATURALISTISCHE INTELLIGENTIE Gelijk/ongelijk Elk tweetal krijgt twee voorwerpen die in sommige opzichten gelijk zijn en in andere verschillend. Bijv. een blad van een plataan en een eikenblad, een mot en een vlinder, een roos en een madeliefje etc. De leerlingen zitten zo dat ze elkaars voorwerpen niet kunnen zien. De partners werken samen om alle overeenkomsten en alle verschillen tussen de twee voorwerpen te beschrijven en te noteren. Als de leerlingen klaar zijn, vergelijken ze hun voorwerpen om te zien welke andere overeenkomsten en verschillen ze nog kunnen vinden. Dit is een goede techniek om aandacht te leren schenken aan details, een primaire vaardigheid binnen de naturalistische intelligentie. Kijk-schrijf-gesprek Ieder groepje (2-4 kinderen) krijgt een voorwerp zoals een bloem, keukengerei of een oude schoen. Ze krijgen twee minuten de tijd om het te bekijken. Het doel is om ieder detail vast te leggen in hun visuele herinnering. Daarna wordt het voorwerp weggehaald. De leerlingen maken zo goed mogelijk een beschrijving van het voorwerp vanuit hun geheugen. Tenslotte gebruiken ze de beschrijvingen als basis voor een bespreking van de kenmerken van het voorwerp. Na het gesprek kunnen de leerlingen het voorwerp weer bekijken om te zien hoe nauwkeurig ze waren of wat ze gemist hebben. Kijk-teken-tweepraat Leerlingen bekijken eerst individueel een voorwerp, bijvoorbeeld een blaadje onder een vergrootglas, een cel onder de microscoop, een ster of een boom in de verte door een telescoop of gewoonweg een worm met het blote oog. Terwijl ze het voorwerp bestuderen tekenen de leerlingen het. Dan komen twee leerlingen die hetzelfde voorwerp hebben bestudeerd en getekend bij elkaar. Ze noemen om de beurt eigenschappen van het voorwerp. Tweetallen kunnen observaties vergelijken met een ander tweetal. 15

16 Kijk-schrijf-tweepraat/vierpraat Leerlingen bestuderen eerst zelfstandig voorwerpen of iets anders. Ze schrijven hun bevindingen op. De leerlingen gaan bijvoorbeeld allemaal naar het schoolplein om het gedrag van mieren te observeren. Ze houden gedetailleerde notities bij van hun observaties. Als ze terugkomen in de klas, maken ze met deze informatie een gedetailleerde beschrijving. Leerlingen vormen groepjes van 2 en bespreken hun observaties. Als alternatieve werkvorm is ieder teamlid (van een groep van 4) een ander onderwerp te bestuderen. Een leerling observeert het gedrag van mieren, een ander de soorten gras op het veld, een ander de bloemen rond de school en een ander de bomen. Leerlingen leggen hun observaties vast, maken een beschrijving, wisselen wat ze geleerd hebben uit met hun groepsleden (Expertmodel). Op deze manier leren leerlingen observatiestrategieen kennen en leren ze van alles over andere natuurlijke verschijnselen via leeftijdsgenoten. Rubriceren: Venn Diagram Stuk voor stuk worden allerlei voorwerpen geplaatst in een Venn Diagram totdat de verzamelingen in cirkel 1 of 2 zijn onderverdeeld. Waar de beide cirkels overlappen daar hebben de voorwerpen kenmerken die voor beide categorieën gelden. De kinderen gaan met elkaar overleggen (2/3-tallen) of zij de spullen in twee 'categorieën' kunnen verdelen. Bijvoorbeeld: Je hebt een tafel met de volgende spullen: balpen, potlood, houtskool, steen, etui, schrift, inktvulling, schelp, gum, schaar (met plastic handvat) Cirkel 1: Cirkel 2: Beide: balpen potlood houtskool inktvulling schrift steen gum schaar schelp 16

17 WERKVORMEN PASSEND BIJ DE LOGISCH MATHEMATISCHE INTELLIGENTIE Zoek mijn systeem: Zoek mijn systeem is een werkvorm die gebruikt wordt voor het ontwikkelen van begrip, het oplossen van problemen in een team en het inductief redeneren. Voor deze werkvorm tekent de docent 2 kaders op het bord. Er worden verschillende items in deze kaders getekend of geschreven die gebaseerd zij op een 'regel. Bijvoorbeeld in het ene kader even en in het andere kader oneven, of de tafel van 3 en de tafel van 2. De kinderen proberen de regel te vinden. Er wordt telkens aan elk kader een item toegevoegd. In tweetallen zoeken de kinderen naar mogelijke regels. Als een team denkt dat het de regel gevonden heeft, mag er iemand naar het bord komen om daar een nieuw item aan beide kaders toe te voegen. Als het onjuist is, wordt het antwoord uitgeveegd, als het antwoord wel juist is gaan de andere teams door totdat ze de regel weten. Hoe laat ben ik? (Variant van wie ben ik). Deze werkvorm ontwikkelt het inductief redeneren, de probleemoplossende vaardigheden en stimuleert effectieve vraagstelling. De kinderen tekenen een grote en een kleine wijzer op een klok. Deze wordt op de rug van een ander kind geplakt, zonder de tijd te laten zien. De kinderen lopen rond en stellen aan een partner om beurten ja/ nee vragen, totdat ze een nee als antwoord krijgen. Daarna gaan ze op zoek naar een nieuwe partner om er achter te komen welke tijd hun klok aangeeft. TweeVergelijk: Deze werkvorm stimuleert de logisch-mathematische intelligentie d.m.v. het vergelijken van antwoorden en daagt tweetallen uit om nieuwe ideeën te bedenken. De kinderen werken in tweetallen om een lijst met ideeën samen te stellen. Ze proberen bijvoorbeeld sommen te bedenken waarvan de uitkomst 17

18 24 is. Beiden schrijven om de beurt een nieuwe som op. Nadat ze een lijst van sommen hebben gemaakt, vormen ze samen met een ander tweetal een groepje van vier. De tweetallen vergelijken hun sommen, om te zien welke som alleen één van de paren had verzonnen en welke sommen beide paren hadden. Als groepje van vier proberen de leerlingen dan aanvullende sommen te bedenken die geen van beide tweetallen had gevonden. Rekenen met noten: Deze logisch-mathematische activiteit bevordert ook de muzikaal-ritmische intelligentie. Met een verklarende notenlijst rekenen de kinderen met muzieknoten: optellen (het aantal tellen per regel), aanvullen van patronen (welke noot komt erna) of bijvoorbeeld aangeven of de waarde van een aantal noten samen groter dan, minder dan of gelijk aan een volgende notenreeks is. Een muzikale context maakt deze activiteit zinvol en constructief. Vergelijken en Tegenstellen: In twee elkaar overlappende kaders noteren de kinderen overeenkomsten en verschillen tussen twee onderwerpen. Dat kan over van alles gaan, van voetbal en tennis tot een eikenboom en een roos. Ze schrijven alle dingen die alleen het voetbal kent in het voetbalkader, en de tennisdingen in het tenniskader In het overlappende deel noteren de kinderen alle dingen die voor beide opgaan. 18

19 WERKVORMEN PASSEND BIJ DE VISUEEL RUIMTELIJKE INTELLIGENTIE Doe mij na: Doe mij na is een erg sterke visueel-ruimtelijke didactische werkvorm omdat een beroep gedaan wordt op richtinggevoel, ruimtelijke begrippen en verhoudingen, visuele informatie, visuele communicatie en visuele voorstelling. De kinderen vormen koppels, waarbij één de zender is en één de ontvanger. Beide partners beschikken over identiek materiaal om een ontwerp te creëren ( blokjes, krijtjes, legpuzzels, mozaïektegeltjes, speelkaartfiguurtjes). De tweetallen zitten afgescheiden door een scherm. De zender creëert zijn ontwerp zonder dat de ontvanger het ziet. De ontvanger moet proberen het ontwerp identiek na te maken op grond van de beschrijvingen van de zender. Visuele aanwijzingen zijn hierbij erg belangrijk. Om te slagen moet de ontvanger visualiseren wat wordt omschreven. De kinderen controleren na afloop het resultaat en wisselen daarna van rol. Analytische en verbale vaardigheden kunnen verbeterd worden door gebruik van speelstukken die veel op elkaar lijken, met kleine verschillen. Beschrijf het kasteel (of iets anders): De kinderen werken in tweetallen. Ieder krijgt een getekende afbeelding, bijvoorbeeld van een kasteel. Elk kind beschrijft zo goed mogelijk op papier hoe de afbeelding eruit ziet. Daarna geeft ieder zijn beschrijving aan de ander, zonder de afbeelding erbij. Diegene moet proberen volgens de beschrijving een tekening te maken, die de oorspronkelijke afbeelding zo dicht mogelijk benadert. Als dat is gebeurd, vergelijken de kinderen de tekeningen en bespreken hoe ze de beschrijving beter hadden kunnen maken. Dicht bij mij: De kinderen tekenen een kleine cirkel in het midden van een blad waarin ze ik schrijven. Daaromheen komt een middelgrote cirkel, en daar weer omheen een grote cirkel. Ze tekenen zichzelf in het midden van de cirkel waar ik staat. Daarna tekenen ze de mensen om zich heen die het meest voor ze betekenen 19

20 (bijvoorbeeld familie) het dichtst bij zich. Vervolgens tekenen ze de mensen die minder voor hen betekenen verder van zich vandaan. Deze visueelruimtelijke activiteit bevordert de interpersoonlijke intelligentie. Vergroten door vierkanten: Om een plaatje te vergroten door vierkanten moet je een raster van vierkante ruitjes over het oorspronkelijke plaatje tekenen. Daarna moet je een groter ruitjesraster tekenen waarbij de lengte en de breedte van ieder ruitje hetzelfde zijn, bijvoorbeeld twee keer zo groot als het oorspronkelijke raster. Teken het plaatje na met het raster als hulpmiddel. De ik-mobiel: De kinderen maken een mobiel over zichzelf. Ze maken tekeningen van hun lievelingsonderwerpen: lievelingsboek, -film, -popgroep,- instrument, -vak, - toetje, -kleur, -sport, -tv-programma. Deze knippen ze uit en maken met touw en een kleerhanger een mobiel. Deze visueel-ruimtelijke activiteit bevordert de intrapersoonlijke intelligentie. 20

21 WERKVORMEN PASSEND BIJ DE INTERPERSOONLIJKE INTELLIGENTIE Team Interview: Bij team Interview oefenen kinderen vragen stellen en formuleren. In kleine groepjes krijgt iedere leerling de beurt om in de spot te staan. Een leerling staat op, de groepsleden stellen vragen. De vragen kunnen te maken hebben met een bepaald onderwerp of ze kunnen persoonlijk zijn. Bijvoorbeeld met interviewkaartjes over persoonlijke favorieten. Er zijn per groepje van vier vier verschillende interviewkaarten beschikbaar, met vragen over bijvoorbeeld wat is je hobby en waarom, je lievelingskleur, - auto, -dier, -sport, -artiest enz. Elk teamlid krijgt een kaart. Een teamlid staat op om geïnterviewd te worden. Iedereen stelt zijn vragen, inclusief de geïnterviewde. Daarna staat de volgende teamgenoot op om geïnterviewd te worden. Iedereen geeft zijn interviewkaart aan de persoon die rechts van hem zit, zodat de vragen rouleren. Ze gaan hiermee door totdat elke teamgenoot geïnterviewd is over hun favorieten en totdat elke persoon alle vier de kaarten heeft gehad. Genummerde koppen bij elkaar: Deze didactische werkvorm creëert actieve participatie en schakelt de interpersoonlijke intelligentie in. De leerlingen werken in een groep samen om de vragen van de leerkracht te beantwoorden. De leerkracht stelt een (herinnerings- of open) vraag, de leerlingen steken de koppen bij elkaar om de vraag te bespreken en te zorgen dat ze allemaal het antwoord weten. De leerkracht noemt een getal tussen de 1 en de 4 en wijst dan een groep aan. De leerling uit die groep met dat nummer geeft dan het antwoord van zijn groep. Geef door: Een leerling van ieder groepje wordt uitgekozen om het lokaal te verlaten. De lee rkracht legt iets uit of geeft informatie aan de overgebleven leerlingen. De afwezige leerlingen keren terug naar hun groep. Groepsleden leren hen wat ze hebben gemist toen ze weg waren. Omdat daarna de afwezige leerlingen van elk groepje van de leerkracht 21

22 quizvragen te beantwoorden krijgen, zijn de teamleden goed gemotiveerd de leerstof goed over te brengen en wordt het mogelijk na te gaan hoe de leerlingen elkaar de informatie overbrengen. Praatkaartjes: Praatkaartjes reguleren de communicatie en geven elke leerling een gelijke kans om zijn ideeën te uiten. Iedere leerling heeft een praatkaartje (blanco kaartje). Leerlingen leggen hun kaartje in het midden van de tafel als ze gaan praten. Ze kunnen in willekeurige volgorde het woord nemen, maar ze kunnen geen tweede keer praten totdat alle Praatkaartjes in het midden liggen. Als alle Praatkaartjes in het midden liggen (als iedereen heeft gesproken) worden ze weer verdeeld en kan iedereen weer in willekeurige volgorde spreken. Dobbelsteen: Je maakt een dobbelsteen met op de 6 vlakken: wie, waarom, hoe (elk 2 keer) of aangevuld met wat, waar/ wanneer, welke. Op de andere dobbelsteen zet je: is, heeft, doet, kan, zal, zou. - Informatie kiezen, verzamelen, inventariseren en uitwisselen - Begripsvorming, inductief en deductief redeneren - Een gedachtegang opzetten en onder woorden brengen - Zelfstandige verwerking - De leerlingen werken in groepjes van vier. - Een leerling rolt de dobbelstenen en formuleert een vraag met woorden op de dobbelstenen - De andere groepsleden beantwoorden de vraag en schrijven de antwoorden op. - Dit herhaalt zich: met de klok mee komt ieder aan de beurt. - Dit herhaalt zich totdat de tijd om is - De leerkracht nodigt een leerling uit om een beperkt aantal vragen en antwoorden van de groep te presenteren aan de klas. 22

Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren?

Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren? Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren? w 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 1 X 2 X X 3 X X X 4 X X X X 5 X X X X X 6 X X X X X X 7 X X X X X X X 8 X X X X X X X X ö 1. D e n k e n D e

Nadere informatie

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Waarom is coöperatief leren belangrijk? Coöperatieve werkvormen

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Waarom is coöperatief leren belangrijk? Coöperatieve werkvormen Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Coöperatief leren is een onderwijsleersituatie waarin de leerlingen in kleine groepen op een gestructureerde manier samenwerken aan een leertaak met een gezamenlijk

Nadere informatie

DENKEN DELEN UITWISSELEN (5 min.)

DENKEN DELEN UITWISSELEN (5 min.) DENKEN DELEN UITWISSELEN (5 min.) 1. De leerkracht geeft een opdracht/vraag. 2. De kinderen denken individueel (1-2 minuten) na en schrijven hun antwoord op. 3. De kinderen delen in tweetallen hun antwoord.

Nadere informatie

Overzicht van de coöperatieve werkvormen per leerjaar Tweede leerjaar

Overzicht van de coöperatieve werkvormen per leerjaar Tweede leerjaar Hoe maakt TALENT interactie mogelijk? In elke les van TALENT wordt coöperatief gewerkt. De leerlingen gaan samen aan de slag bij opdrachten, leggen elkaar zaken uit... Om het coöperatief leren haalbaar

Nadere informatie

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten.

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten. Werkvorm 1 Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten. Stap 2 Vervolgens formuleren ze vragen over wat ze

Nadere informatie

6. Meningsvorming. doel Kritisch denken voorbereiding op een gesprek over verschillende oplossingen/meningen/enzovoort.

6. Meningsvorming. doel Kritisch denken voorbereiding op een gesprek over verschillende oplossingen/meningen/enzovoort. 6.1 Plakker parade doel Kritisch denken voorbereiding op een gesprek over verschillende oplossingen/meningen/enzovoort. wanneer begin, kern of einde les(senserie) groepssamenstelling klassikaal duur 10-20

Nadere informatie

BIJLAGE 5 ACTIVERENDE WERKVORMEN

BIJLAGE 5 ACTIVERENDE WERKVORMEN 15 BIJLAGE 5 ACTIVERENDE WERKVORMEN De zeventien activerende werkvormen uit Coöperatief leren in het basisonderwijs (CPS: M. Förrer, B. Kenter en S. Veenman). Voor een nadere uitwerking verwijzen we naar

Nadere informatie

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht Wat is? Met de kaarten van Kraak Kracht evalueert u Kraak de Klas. U gaat door middel van de vragen die op de kaarten staan in gesprek met de leerlingen over de vaardigheden die ze hebben gebruikt. U kunt

Nadere informatie

MI-test voor kinderen vanaf ongeveer groep 5

MI-test voor kinderen vanaf ongeveer groep 5 MI Test MI-test voor kinderen vanaf ongeveer groep 5 Je kunt deze test ook geschikt maken vanaf groep 3 door met audio bestanden te werken. Naam: Leeftijd: Verbaal-linguïstisch intelligent Logisch-mathematisch

Nadere informatie

Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS

Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS Lesidee: Wat is weg? Speel dit spel met een klein groepje. Leg steeds vijf tot acht kaarten open op tafel. Geef de cursisten even de tijd om alle foto s in

Nadere informatie

Structuren. Coöperatief leren

Structuren. Coöperatief leren Structuren Coöperatief leren Mix En Koppel 1. Leerlingen mixen (muziek) 2. Leerlingen zoeken een maatje, stellen een vraag die past bij de kaart. 3. Maatje antwoordt, lln. bedankt of coacht. 4. Wissel

Nadere informatie

Klap, stamp en sla. Opmerking. Tijd: 1-5 min. Deelnemers: minimaal 2 Materiaal: niets Opstelling: kinderen vormen tweetallen. Verloop van het spel:

Klap, stamp en sla. Opmerking. Tijd: 1-5 min. Deelnemers: minimaal 2 Materiaal: niets Opstelling: kinderen vormen tweetallen. Verloop van het spel: Klap, stamp en sla Deelnemers: minimaal 2 Opstelling: kinderen vormen tweetallen : De tweetallen tellen om de beurt tot 3. Eerst zegt de één 1, daarna de ander 2 en tot slot nummer één weer 3. Hierna begin

Nadere informatie

5. Klassen-of groepsgesprek

5. Klassen-of groepsgesprek 5.1 Beurten verdelen: Rondje doel Iedereen aan het woord laten over een onderwerp tijdens een gesprek wanneer n.v.t. groepssamenstelling klassikaal, groepjes duur 30 minuten voorbereiding: - Tijdens een

Nadere informatie

1. Denken-delen-uitwisselen

1. Denken-delen-uitwisselen Vijf basiswerkvormen voor activerend leren 1. Denken-delen-uitwisselen 2. Check-in-duo s 3. Genummerde-hoofden-tezamen 4. Experts 5. Drie-stappen-interview 1. Denken-delen-uitwisselen - De docent stelt

Nadere informatie

Onderbouw, groep 1 & 2

Onderbouw, groep 1 & 2 Onderbouw, groep 1 & 2 Vooral kleutergroepen zijn gewend om spelenderwijs te leren. Veel werkvormen van coöperatief leren kunnen in spelvorm aangeboden worden. De kinderen leren daar veel van; ze zijn

Nadere informatie

Hoe kunnen we WAT ACTIE zodat IETS VERANDERT

Hoe kunnen we WAT ACTIE zodat IETS VERANDERT Anouk Nooteboom Hand-out Cultuurhelden Delft Werkvormen creatief proces & passende vragen In dit document zijn een aantal werkvormen te vinden die toe te passen zijn binnen het creatief proces. Bij de

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna

Nadere informatie

Groep 1-3 - "Nog 100 nachtjes slapen" (prentenboek)

Groep 1-3 - Nog 100 nachtjes slapen (prentenboek) Groep 1-3 - "Nog 100 nachtjes slapen" (prentenboek) Inleiding Introductie "Nog 100 nachtjes slapen" Bewegingsspel 5 minuten Kring Benodigdheden: Prentenboek "Nog 100 nachtjes slapen" Deze dramales beweging

Nadere informatie

en een buitenkring. Voor de leerkracht Van groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 Stappen: Coöperatief leren

en een buitenkring. Voor de leerkracht Van groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 Stappen: Coöperatief leren Binnen en buitenkring - onderwerp bedenken - nadenken over de organisatie Interpersoonlijk: Klasbouwer, Sociale vaardigheden oefenen en informatie uitwisselen, denkvaardigheden De kring Binnen buiten kring

Nadere informatie

Handleiding. Hoe ben jij knap? Voor groep 3/4

Handleiding. Hoe ben jij knap? Voor groep 3/4 Handleiding Hoe ben jij knap? Voor groep 3/4 1 Inleiding Met name wanneer je in de klas op verschillende niveaus werkt kan er ongewild competitie onder de leerlingen ontstaan. Vandaar dat het slim is het

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna

Nadere informatie

9. Schrijfopdrachten

9. Schrijfopdrachten 9.1 Poëzie doel Creatief schrijven activeren voorkennis toepassen kennis wanneer n.v.t. groepssamenstelling individueel duur 20 minuten De leerkracht geeft leerlingen een begrip, apparaat, mening, enzovoort.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

Uitleg bij de spellingskaartjes.

Uitleg bij de spellingskaartjes. Uitleg bij de spellingskaartjes. 1. De BLAUWE kaartjes zijn bedoeld om alleen te oefen met de spellingskaartjes 2. Met de Paarse kaartjes mag je met zijn tweeën oefenen met de spellingskaartjes 3. De Groene

Nadere informatie

Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen.

Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen. Les 12 Drie petjes Doel blok 2: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen. Met behulp van Aap en Tijger maken

Nadere informatie

GROEP 1-2. Wat valt er buiten te BELEVEN?!

GROEP 1-2. Wat valt er buiten te BELEVEN?! GROEP 1-2 Wat valt er buiten te BELEVEN?! * Is evenveel ook even zwaar? Is een emmer met bladeren even zwaar als een emmer met stenen of takken? Hoeveel stenen zijn net zo zwaar als een emmer bladeren?

Nadere informatie

Dieren deel 1 luisteren en noteren X Muziek noteren X Luisteren O Individueel X Duo 1. Inleiding: Oriëntatie: 3. Delen oefenen:

Dieren deel 1 luisteren en noteren X Muziek noteren X Luisteren O Individueel X Duo 1. Inleiding: Oriëntatie: 3. Delen oefenen: Dieren deel 1 luisteren en noteren Groep 3-6 Eindproduct Kinderen maken grafische notaties van muziek die over dieren gaat. Onderdeel O Zingen O Muziek maken X Muziek noteren X Luisteren O Bewegen Leerdoelen

Nadere informatie

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke Spinners Een nieuwe rage: spinners! Heb jij ze al gespot in jouw klas? Vervelend, al dat speelgoed op school, of handig! spinners in de klas, daar kun je leuke, leerzame activiteiten mee doen! Wij bedachten

Nadere informatie

3. Delen oefenen: De groepjes van 2 verzinnen een eigen melodie en noteren deze op de melodiekaartjes. Ze oefenen dit op hun instrument.

3. Delen oefenen: De groepjes van 2 verzinnen een eigen melodie en noteren deze op de melodiekaartjes. Ze oefenen dit op hun instrument. spel melodie grafisch notatie Groep Groep 5/6 en 7/8 afhankelijk van niveau Eindproduct De kinderen maken in groepjes van 2 x 2 een samenspel van hun eigen melodieimprovisatie Onderdeel O Zingen X Muziek

Nadere informatie

Uitgeverij Schoolsupport www.schoolsupport.nl

Uitgeverij Schoolsupport www.schoolsupport.nl Sorteren kun je leren Leerinhoud: rubriceren, klanken onderscheiden. Materiaal: allerlei voorwerpen en bordjes. Locatie: klaslokaal (eventueel speelplaats). Groepsindeling: individueel. Tijdsduur: 10 minuten.

Nadere informatie

Spelideeën Zondagsschool

Spelideeën Zondagsschool Spelideeën Zondagsschool Inleiding In dit praktische boekje vindt u allerlei spelideeën om uit te voeren tijdens het zondagsschooluur. Ze zijn allemaal in de praktijk beproefd en gecategoriseerd per type

Nadere informatie

Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant

Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant 7 Sleutels tot succes Sleutel 1: Didactische structuren Sleutel 2: Teams Sleutel 3: Management Sleutel

Nadere informatie

De golf spoelt op het strand. 1. golf 2. strand

De golf spoelt op het strand. 1. golf 2. strand Coöperatieve werkvormen voor spellingonderwijs Schud & pak : - Maak een stapel kaartjes met (werk)woorden in een ondersteunende zin De golf spoelt op het strand. 1. golf 2. strand - - Zet leerlingen in

Nadere informatie

augustus 2012 Kwaliteitskaart Coöperatief leren

augustus 2012 Kwaliteitskaart Coöperatief leren augustus 2012 Kwaliteitskaart Coöperatief leren Coöperatief leren WEB P a g i n a [ 2 ] 1. Inleiding Samenwerken is een belangrijke vaardigheid die leerlingen nodig hebben om goed te kunnen functioneren

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

Meer doen met de rijtjesboeken

Meer doen met de rijtjesboeken Lijn 3 Meer doen met de rijtjesboeken Meer doen met de rijtjesboeken De rijtjesboeken bij Lijn 3 zijn een belangrijk hulpmiddel bij het automatiseren en vlot lezen van woorden (zie bladzijde 28 en 29 van

Nadere informatie

12. Leerstof samenvatten

12. Leerstof samenvatten 12.1 Samenvatten van tekst(gedeelt)en doel Hoofdzaken uit een tekst halen en samenvatten in steekwoorden wanneer kern les(senserie) groepssamenstelling individueel, tweetallen voorbereiding: - De leerling

Nadere informatie

afrondende suggesties worden gebruikt om dieper op het onderwerp in te gaan als daar tijd voor is.

afrondende suggesties worden gebruikt om dieper op het onderwerp in te gaan als daar tijd voor is. U UNPLUGGED Liedjes schrijven Lestijd: 20 minuten Deze basisles omvat alleen oefeningen. Er kunnen inleidende en afrondende suggesties worden gebruikt om dieper op het onderwerp in te gaan als daar tijd

Nadere informatie

LES: Groepjes maken 2

LES: Groepjes maken 2 LES: Groepjes maken 2 DOEL strategieën ontwikkelen voor het bepalen van het aantal objecten in een rechthoekig groepje (bijv. herhaald optellen per rij, verdubbelen, een keersom maken); verband leggen

Nadere informatie

Hoe ben jij KNAP??? >> Doe nu de test! Ga naar de 'Vragenlijst' Howard Gardner

Hoe ben jij KNAP??? >> Doe nu de test! Ga naar de 'Vragenlijst' Howard Gardner Hoe ben jij KNAP??? Je zou talent kunnen omschrijven als ergens heel goed in zijn. Elk mens heeft zo z n eigen talenten. Zelfs de grootste luilak die heeft namelijk een slaaptalent en een lui op de bank

Nadere informatie

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME Algemene opzet van de les Doelen: - Kinderen kunnen gedachten, gevoelens en houdingen bij thema s uit de film Gods Lam uitdrukken in dramavorm. - Kinderen

Nadere informatie

afrondende suggesties worden gebruikt om dieper op het onderwerp in te gaan als daar tijd voor is.

afrondende suggesties worden gebruikt om dieper op het onderwerp in te gaan als daar tijd voor is. U UNPLUGGED Functie Bovenbouw: Liedjes schrijven met parameters Lestijd: 20 minuten Deze basisles omvat alleen oefeningen. Er kunnen inleidende en afrondende suggesties worden gebruikt om dieper op het

Nadere informatie

Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.

Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school. TITEL: Leerjaar Groep 3 en 4. Type les Lesduur Omschrijving van de les Zing Een beestenboel op school - blinde rups (lesformat) Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.

Nadere informatie

Leerdoel: De leerlingen oefenen met herkennen van symmetrie van verschillende vormen.

Leerdoel: De leerlingen oefenen met herkennen van symmetrie van verschillende vormen. Meetkunde Symmetrie Leerjaar 5 Tijdsduur: Voorbereiding: 10 minuten Uitvoering: 15 minuten Leerdoel: De leerlingen oefenen met herkennen van symmetrie van verschillende vormen. Benodigdheden: Kopieerblad

Nadere informatie

Genoeg ruimte? In de methodes

Genoeg ruimte? In de methodes Genoeg ruimte? Het berekenen van de oppervlakte van rechthoekige figuren komt in alle methoden voor. Vaak staat in de tekening aangegeven wat de te gebruiken eenheid is, bijvoorbeeld een vierkante meter.

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

De hele noot Deze noot duurt 4 tellen

De hele noot Deze noot duurt 4 tellen HERHALING KLAS 1. In de eerste klas heb je geleerd hoe je een melodie of een ritme moet spelen. Een ritme is een stukje muziek dat je kunt klappen of op een trommel kunt spelen. Een ritme bestaat uit lange

Nadere informatie

LES: Wie van de drie? 2

LES: Wie van de drie? 2 LES: Wie van de drie? 2 DOEL getallen herkennen uit de tafels van 2 t/m 9; oefenen van de tafels; bewust worden van de patronen in bepaalde tafels (bijv. tafels van even getallen hebben allemaal even uitkomsten,

Nadere informatie

Lesbrief les 2 groep 7 en 8 Voed je lijf met de Schijf van Vijf

Lesbrief les 2 groep 7 en 8 Voed je lijf met de Schijf van Vijf Lesbrief les 2 groep 7 en 8 Voed je lijf met de Schijf van Vijf Lesdoelen De kinderen kennen de Schijf van Vijf. De kinderen weten dat gezond eten belangrijk is. De kinderen weten dat bewegen gezond is.

Nadere informatie

Spelling: de verdubbelaar

Spelling: de verdubbelaar Spelling: de verdubbelaar De verdubbelaar: een spellingsregel waar veel kinderen moeite mee blijven houden. Natuurlijk kun je er achteraf extra oefeningen tegenaan gooien, maar waarom niet eens kijken

Nadere informatie

Les Dieren met een baan, thema vermaak

Les Dieren met een baan, thema vermaak Les Dieren met een baan, thema vermaak Lesvoorbereidingsformulier Doelgroep: groep 6 Beginsituatie: Wat kunnen en kennen de leerlingen al m.b.t. de doelstelling? Kijk in de methode, praat met je mentor,

Nadere informatie

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren Vijf basiskenmerken van coöperatief leren: 1. Positieve wederzijdse verantwoordelijkheid. De leerlingen moeten het gevoel hebben elkaar nodig

Nadere informatie

Natuur in de klas product PLUS-handleiding Uit de bol gaan Groep 1 en 2

Natuur in de klas product PLUS-handleiding Uit de bol gaan Groep 1 en 2 BuitenWijs samen sterk in NME BuitenWijs brengt mensen actief met het buiten in aanraking, zodat zij wijs omgaan met hun eigen leefomgeving Natuur in de klas product PLUS-handleiding Uit de bol gaan Groep

Nadere informatie

LES: Getallenfabriek 2

LES: Getallenfabriek 2 LES: Getallenfabriek 2 DOEL oefenen van keersommen in combinatie met optellen, aftrekken en delen; inzicht ontwikkelen in het gebruiken van getallen en bewerkingen om een bepaalde uitkomst te krijgen.

Nadere informatie

3. Samenwerkend leren

3. Samenwerkend leren 3.1 Denken-Delen-Uitwisselen doel Samen nadenken over een begrip of antwoord groepssamenstelling individueel-> tweetal ->klassikaal 1. Denken: de leerling krijgt een vraag van de leerkracht of moet een

Nadere informatie

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen 1 Basisstof t/m 10 Lesdoelen De kinderen: kunnen hoeveelheden t/m ; kunnen een optelsom met voorwerpen t/m in de abstracte vorm noteren; kunnen werken met de rekentekens en. Materialen Klassikaal: Per

Nadere informatie

1. Samen maken we muziek vandaag

1. Samen maken we muziek vandaag 1. Samen maken we muziek vandaag We verzamelen voor het gebouw van de Natuurtuin Na een korte inleiding zingen we samen het lied samen maken we muziek vandaag. Dit lied zullen we telkens zingen als we

Nadere informatie

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID Maak een mindmap of schema van een tekst ga je dan doen? Naar aanleiding van een titel, ondertitel, plaatjes en of de bron van de tekst ga je eerst individueel (en

Nadere informatie

1. CIJFERSPEL 2. DOBBELEN

1. CIJFERSPEL 2. DOBBELEN 1. CIJFERSPEL De leerkracht schrijft vijf getallen op het bord en noemt een getal onder de 100. Bijvoorbeeld 75. De kinderen moeten met de vijf getallen op het bord zo dicht mogelijk bij de 75 komen. Ze

Nadere informatie

Muziekslim. Muziekslim

Muziekslim. Muziekslim Muziekslim Opdracht Maak je eigen rap! Maak een lied of rap met de woorden uit het woordpakket. Verzin ook een leuk ritme voor de tekst. Muziekslim Opdracht Geheimen verborgen in muziek Maak een geheimtaal

Nadere informatie

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven: een film bekijken

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven: een film bekijken Les 1: Verklaren hoe planten groeien Wat ga je schrijven: een verklarende tekst Hoe komt het eigenlijk dat planten groeien? Je schrijft een verklarende tekst voor leerlingen van een andere klas. Welke

Nadere informatie

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding (Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding Aan de slag met lezen in beroepsgerichte vakken Voor de verbetering van leesvaardigheid is het belangrijk dat leerlingen regelmatig en veel lezen. Hoe krijg

Nadere informatie

CONCEPT TOOL ONTWERPEN IN BEELD VOOR EIGEN GEBRUIK

CONCEPT TOOL ONTWERPEN IN BEELD VOOR EIGEN GEBRUIK 1 Leerdoelen verhelderen 1A Hoe ziet de vaardigheid eruit? Neem een vaardigheid die in komende project of les belangrijk gaat zijn. Schrijf de vaardigheid op een groot vel en verdeel de rest van het vel

Nadere informatie

onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging)

onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging) onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging) -lln. kn. zich soepel bewegen op de muziek; -lln. kn. sprookjesfiguren uitbeelden met de nadruk op één zintuig; -plezierbeleving; -lln. durven expressief

Nadere informatie

Coöperatief leren Verschillende werkvormen:

Coöperatief leren Verschillende werkvormen: Coöperatief leren Verschillende werkvormen: Stijgen/Dalen: Eén persoon (bv. de leerkracht) stelt een gesloten vraag. Is het antwoord (op jou) van toepassing; ga je staan => stijgen. Is het niet (bij jou)

Nadere informatie

Didactische structuren

Didactische structuren Didactische structuren TAALKNAP Debat Kinderen kunnen aangewezen worden het eens of oneens te zijn met de stelling, of kinderen mogen zelf bepalen of ze het eens of oneens zijn. Kinderen die het ermee

Nadere informatie

Hogere Orde Denken in de klas! De BloomBox. Handleiding Leerkrachten. De materialen in de BloomBox -

Hogere Orde Denken in de klas! De BloomBox. Handleiding Leerkrachten. De materialen in de BloomBox - Hogere Orde Denken in de klas! De BloomBox Handleiding Leerkrachten De materialen in de BloomBox - Maken leerlingen vaardig in het stellen van hogere orde denkvragen Zijn speels van opzet en nodigen uit

Nadere informatie

Speels oefenen. Relaties tussen vermenigvuldigsommen. Vermenigvuldigen

Speels oefenen. Relaties tussen vermenigvuldigsommen. Vermenigvuldigen Speels oefenen Relaties tussen vermenigvuldigsommen Vermenigvuldigen Speels oefenen Relaties tussen vermenigvuldigsommen Auteur Els van Herpen www.fi.uu.nl/speciaalrekenen Freudenthal Instituut, Utrecht

Nadere informatie

WOORDEN VERANDEREN. grap. glas. kras. grijs NIEUWE WOORDEN MAKEN. sterk - kers. ster. Kies een woord uit het woordpakket. gras -

WOORDEN VERANDEREN. grap. glas. kras. grijs NIEUWE WOORDEN MAKEN. sterk - kers. ster. Kies een woord uit het woordpakket. gras - WOORDEN VERANDEREN Kies een woord uit het woordpakket. gras - grap Schrijf dit woord in je schrift. glas kras Maak een nieuw woord door één letter grijs te veranderen. Zoek zoveel mogelijk nieuwe woorden.

Nadere informatie

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Overzicht Doelen Leerlingen vormen een beeld bij het onderzoek van de professor Leerlingen vergroten hun woordenschat door het leren van nieuwe vaktermen

Nadere informatie

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas. Groep: ⅞ Thema: Canonzingen Inhoud: Het welbekende Engelstalig liedje, bedoeld als 4-stemmige canon. Daarnaast 4 eenvoudige ritmes om te spelen op instrumenten. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem;

Nadere informatie

Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering Nederlands in Uitvoering Leerjaar 1 Sport & spel Een mondelinge instructie begrijpen Algemene modulegegevens Leerjaar: 1 Taaltaak: Een mondelinge instructie begrijpen Thema: Sport & spel Leerstijlvariant:

Nadere informatie

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school. TITEL Leerjaar Groep 1 en 2. Type les Lesduur Omschrijving van de les Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Nadere informatie

PLEINGEIN SPELENDERWIJS IN GESPREK OVER HET SCHOOLPLEIN

PLEINGEIN SPELENDERWIJS IN GESPREK OVER HET SCHOOLPLEIN PAGINA 2 PLEINGEIN SPELENDERWIJS IN GESPREK OVER HET SCHOOLPLEIN HANDLEIDING VOOR DE SPELLEIDER PAGINA 2 PLEINGEIN Het SAT is het team van kinderen waarmee jullie gaan samenwerken om een Gezond Schoolplein

Nadere informatie

Plattegrond van de school Groep 5 rekenen 1

Plattegrond van de school Groep 5 rekenen 1 Plattegrond van de school Groep 5 rekenen 1 In de eerste les gaan de leerlingen de school opmeten om gegevens te verzamelen voor het maken van een plattegrond. In de tweede les gaan de leerlingen de plattegrond

Nadere informatie

Het geluidenvierkant. De menselijke xylofoon

Het geluidenvierkant. De menselijke xylofoon Het geluidenvierkant De leerkracht tekent op het bord een groot vierkant. Dit wordt vervolgens in een aantal hokjes verdeeld. In samenspraak met de kinderen verschijnt in ieder hokje een tekening van iets

Nadere informatie

Optische illusie en gezichtsbedrog

Optische illusie en gezichtsbedrog Start Hoe gaan het doen Wat gaan klaarleggen Betekenis of Hoe vergroten hun Wat is rol bij deze Optische illusie en gezichtsbedrog We denken met de leerlingen na over optische illusie en gezichtsbedrog.

Nadere informatie

Meervoudige intelligentie test

Meervoudige intelligentie test Meervoudige intelligentie test Hieronder zie je een meervoudige intelligentie test (Gardner). In totaal beantwoord je 64 stellingen in met of jij vindt dat die stelling bij jou past. Er zijn geen goede

Nadere informatie

WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA

WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA Verhalen van de Hodja: Hassan en de tijgers Introductie van het verhaal - DILIT-luisteren: o De cursisten gaan per 2 zitten (bij voorkeur 2 cursisten met dezelfde moedertaal

Nadere informatie

Meervoudige Intelligentie en talenonderwijs: kies meerdere ingangen!

Meervoudige Intelligentie en talenonderwijs: kies meerdere ingangen! Meervoudige Intelligentie en talenonderwijs: kies meerdere ingangen! Gymnasiumdag 22 januari 2015 Masja Mesie m.mesie@aps.nl Naam Datum Had u zelf ook zo n docent? Kunt u zich van deze docent nog een

Nadere informatie

OOSTENRIJK 1 GROEP 7. Muzikale elementen. Volksmuziek. Bron: Alma ten Bruin

OOSTENRIJK 1 GROEP 7. Muzikale elementen. Volksmuziek. Bron: Alma ten Bruin OOSTENRIJK 1 GROEP 7 Muzikale elementen Volksmuziek Bron: Alma ten Bruin Benodigdheden: CD: Landen Digibord Liedblad Bijlage 1 2 en 3 Werkblad 1 Bord Voorbereiding: CD maken en CD speler klaarzetten. Kaart

Nadere informatie

11. Rondom toetsen The do-it-yourself quiz. doel Kennis testen. wanneer einde les(senserie) groepssamenstelling vier- of vijftallen

11. Rondom toetsen The do-it-yourself quiz. doel Kennis testen. wanneer einde les(senserie) groepssamenstelling vier- of vijftallen 11.1 The do-it-yourself quiz doel Kennis testen groepssamenstelling vier- of vijftallen duur 50 minuten voorbereiding: formuleer zoveel onderwerpen als er groepjes zijn. De groepjes moeten vragen en antwoorden

Nadere informatie

Leeswijzer 7. Hoofdstuk 1. Meervoudige Intelligentie: een brede basis voor Passend onderwijs 9

Leeswijzer 7. Hoofdstuk 1. Meervoudige Intelligentie: een brede basis voor Passend onderwijs 9 Inhoud Voorwoord Knapper dan Knap 5 Leeswijzer 7 Hoofdstuk 1. Meervoudige Intelligentie: een brede basis voor Passend onderwijs 9 Hoofdstuk 2. Meervoudige Intelligentie: wat verstaan we eronder? 15 Hoofdstuk

Nadere informatie

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe?

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe? Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe? Deze opdracht doe je alleen, in tweetallen of in een Maak een woordveld bij de tekst. Je mag

Nadere informatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie Leerkrachtinformatie (dubbele les) Lesduur: 2 x 50 minuten (klassikaal) Introductie van de activiteit 1. Deze klassikale les bestaat uit twee delen: Voorbereiding Uitvoering voorbereiding Lesduur: 50 minuten

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Tip. In de herfst en winter is de maan vroeg in de ochtend goed te zien.

Tip. In de herfst en winter is de maan vroeg in de ochtend goed te zien. Reis naar de maan GROEP 3-4 22 20 & 50 minuten, verdeeld over twee lessen 1, 23, 46 en 54 De leerling: leert samenwerken leert bewegen op muziek leert luisteren naar ritme en muziek herkent vier fasen

Nadere informatie

LES: Snelle sommen 2. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Snelle sommen 2. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE LES: Snelle sommen 2 DOEL oefenen van het snel uitrekenen van keersommen die worden weergegeven door een aantal muntjes van gelijke waarde; bewust worden dat strategieën kunnen helpen om keersommen snel

Nadere informatie

Voorbereiding op je bezoek bij het muzieum

Voorbereiding op je bezoek bij het muzieum Voorbereiding op je bezoek bij het muzieum Inhoud handleiding: - Wat ga je doen bij het muzieum - Huisregels - Media opdrachten - Doe opdrachten Wat ga je doen bij het muzieum? De donkerbeleving (hoofdonderdeel)

Nadere informatie

Werkvormen Vooraf aan EduMedia

Werkvormen Vooraf aan EduMedia Werkvormen Vooraf aan EduMedia 0 Deze inspiratiekaartjes bevatten werkvormen voorafgaand aan EduMedia te gebruiken 0 Doelen zijn: 0 Voorkennis te activeren 0 Het leereffect te vergroten 0 21st century

Nadere informatie

Schooljaar 2015-2016: Spelletjes in je taal- en rekenles

Schooljaar 2015-2016: Spelletjes in je taal- en rekenles Schooljaar 2015-2016: Spelletjes in je taal- en rekenles Workshop 2: Spelletjes in je rekenles 25 november 2015 14.45 17.00 uur Willeke Beuker Elselien Boekeloo Spelletjes in je taal- en rekenles 7 oktober

Nadere informatie

LES: Getallenmuurtje. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Kies twee blokjes (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Getallenmuurtje. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Kies twee blokjes (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE LES: Getallenmuurtje DOEL oefenen van keersommen; kennismaken met keersommen met meer dan twee getallen; leren welke keersommen bij eenzelfde uitkomst horen; bewust worden dat de volgorde van de getallen

Nadere informatie

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1 Versie 1 Datum: 11 juni 2011 Cursus: Docent: Taal in alle vakken Radha Gangaram Panday Door: Mario Hummeling, 1597628 Shafi Ilahibaks, 1540943 Cyril Bouwman, 1581806 Herman Hofmeijer, 1058201 Nico van

Nadere informatie

Sooo! Sooo! viral! viral! toch? toch? In 7 stappen debatteren in de klas over media

Sooo! Sooo! viral! viral! toch? toch? In 7 stappen debatteren in de klas over media Sooo! Sooo! Die post Die post over onze over onze leraar gaat leraar gaat viral! viral! Dan moet Dan moet het wel het wel waar zijn, waar zijn, toch? toch? In 7 stappen debatteren in de klas over media

Nadere informatie

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE Instructie voor Docenten Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE Instructie voor docenten H13: OMTREK EN OPPERVLAKTE DOELEN VAN DIT HOOFDSTUK: Leerlingen weten wat de begrippen omtrek en oppervlakte betekenen.

Nadere informatie

Maarten Stevens

Maarten Stevens Maarten Stevens www.feest.co Volg ons! Speel je ons spel en wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten of wil je kans maken op leuke acties en aanbiedingen? Volg ons dan op Twitter en like ons op

Nadere informatie

rekenmemory leerliedje Leerliedje (rap) bedenken of oefenen. Levend memory (aantal lln. zijn som en uitkomst en zitten op een bepaalde plek).

rekenmemory leerliedje Leerliedje (rap) bedenken of oefenen. Levend memory (aantal lln. zijn som en uitkomst en zitten op een bepaalde plek). leerliedje Leerliedje (rap) bedenken of oefenen. rekenmemory Levend memory (aantal lln. zijn som en uitkomst en zitten op een bepaalde plek). bingo Bingo. 10 getallen onder 20 noteren. Leerkracht noemt

Nadere informatie

Met Talenten aan de slag. Van theoretische basis tot concrete lespraktijk

Met Talenten aan de slag. Van theoretische basis tot concrete lespraktijk Met Talenten aan de slag Van theoretische basis tot concrete lespraktijk AN JACOBS SUPER MEGA KNAP VZW info@supermegaknap.be www.supermegaknap.be 0497/53.30.23 INTELLIGENTIE MEERVOUDIGE INTELLIGENTIE

Nadere informatie

Boekje met coöperatieve werkvormen

Boekje met coöperatieve werkvormen Coöperatief leren Boekje met coöperatieve werkvormen Coöperatief leren is een onderwijsleersituatie waarin leerlingen in kleine groepen op een gestructureerde manier samenwerken aan een leertaak met een

Nadere informatie

LES: Snelle sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Snelle sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE LES: Snelle sommen DOEL oefenen van het snel uitrekenen van keersommen die worden weergegeven door een aantal muntjes van gelijke waarde; bewust worden dat strategieën kunnen helpen om keersommen snel

Nadere informatie