Hervormingen van de spoorsector in Nederland
|
|
- Heidi Sanders
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Hervormingen van de spoorsector in Nederland CJJ de Groot Datum definitieve versie Industriële Organisatie Beoordelaar: M.T. Brouwer Economie en Bedrijfskunde, variant Organisatie FEB UvA 1
2 1 Inleiding De trend van de afgelopen jaren is een verminderend marktaandeel van de spoorsector waardoor deze sector verlies lijdt. De spoorwegen krijgen subsidie van de overheid om de geleden verliezen te compenseren. De spoorondernemingen zijn 100 procent staatseigendom en natuurlijke monopolies. Dat betekent dat door de structuur van deze sector het niet winstgevend is en het niet in het belang van de maatschappij is om meerdere aanbieders toegang te verschaffen tot deze markt. Om weer groei in het markaandeel, efficiëntere ondernemingen en minder marktmacht in deze sector te krijgen heeft de Europese Raad op 29 juli 1991 richtlijn 91/440 aangenomen. In navolging van deze wettelijke maatregel wordt de commissie White Paper aangesteld om plannen te maken voor Europese hervormingen in de spoorsector. Vervolgens worden deze plannen uitgewerkt in zogenoemde Railway Packages die stapsgewijs worden ingevoerd. Na de richtlijn 91/440 heeft de commissie Wijffels een rapport opgesteld met als doel het algehele marktaandeel van de NS te vergroten. Dit rapport wordt in 1995 aangenomen. Na aanname zijn er nog andere hervormingen doorgevoerd om meer marktaandeel en concurrentie te verkrijgen. In deze scriptie wordt onderzocht in hoeverre de hervormingen in Nederland hebben bijgedragen tot verbetering van de prestaties van de spoorwegondernemingen. Deze vraag wordt beantwoord door een analyse te maken van de situatie voor de hervormingen en die te vergelijken met de situatie na de hervormingen. Deze scriptie is op de volgende manier opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt behandeld waarom de veranderingen van de huidige spoorsituatie in de EU worden doorgevoerd. Daarbij wordt gekeken wat de veranderingen moeten zijn om meer marktaandeel te behalen en staat de richtlijn 91/440 centraal. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 aangegeven waarom de Europese spoorsector van verticale integratie naar verticale separatie verandert en gekeken wat de verandering teweeg zou moeten brengen in Europa. In hoofdstuk 4 wordt bekeken wat de veranderingen in Nederland hebben opgeleverd. In hoofdstuk 5 wordt de analyse van de situatie voor de hervormingen vergeleken met de situatie na de hervormingen, vervolgens worden aanbevelingen gedaan. Ten slotte wordt in hoofdstuk 6 een conclusie getrokken over de hervormingen in Nederland. 2
3 2 Veranderingen van huidige spoorsituatie in EU In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de veranderingen van de huidige spoorsituatie in de EU moeten zijn, met als doel een groter marktaandeel. Allereerst wordt in paragraaf 2.1 kort uiteengezet wat de huidige situatie is. Vervolgens wordt in paragraaf 2.2 richtlijn 91/440 beschreven waarin de spoorwegsector in goed banen wordt geleidt. Daarna wordt in paragraaf 2.3 de uitvoering van richtlijn 91/440 weergegeven. 2.1 Huidige situatie van de spoorwegen in de EU Uit onderzoek blijkt dat de spoorwegsector voor 91 procent bestaat uit vaste kosten (onder andere aanleg, onderhoud en afschrijvingskosten van infrastructuur) en voor 9 procent uit variabele kosten (onder andere arbeidskosten en energieverbruik) (Di Pietrantonio en Pelkmans, 2004, p. 17). Vanwege deze hoge vaste kosten in de sector is het optimaal om de diensten te laten verlenen door één aanbieder. Doordat maar één aanbieder in deze sector actief is dient de overheid te reguleren zodat de prijs voor consumenten niet op het niveau van een monopolist wordt vastgezet. Het doel van de overheid is om door regulatie zoveel mogelijk allocatieve efficiëntie te bereiken, marginale kosten = marginale opbrengsten, waardoor de inefficiëntie wordt geminimaliseerd. Door deze minimalisatie is de variabele winst voor de monopolist nul, negatief voor de totale winst vanwege de vaste kosten. Om dit verlies te compenseren is de overheid genoodzaakt om de spoorwegen te subsidiëren (Cabral, 2000, p.75). In de periode van 1990 tot 1998 is het vrachttransport in het algemeen met 25 procent gestegen, zie figuur 1 (Di Pietrantonio en Pelkmans, 2004, p. 2-3). Bij het vrachttransport is dit niet het geval, het marktaandeel in deze sector is van 21 naar 8 procent gedaald, zie figuur 2 Het passagierstransport daalde van 10 naar 6 procent, zie figuur 3 (Nash en Rivera-Trujillo, 2004, p.2). 3
4 Figuur 1 groei en marktaandeel van vrachttransportmiddelen tussen 1970 en 2001 Figuur 2 Vracht marktaandeel in de EU (ton-km %) 100% 75% % % 0% Road Rail Oil Pipeline Inland Navigation Sea* Figuur 3 Passagiers marktaandeel in de EU (passagiers-km %) 100% 75% % 25% % Cars Railway Buses and coaches Air Tram and Metro 4
5 De daling in het marktaandeel van de spoorwegen heeft een nadelig zijeffect: meer files op wegen en opstoppingen in de luchtvaart. Een efficiëntere spoorwegensector zou die nadelige effecten verminderen (Stehmann en Zellhoffer, 2004, p. 328). De daling van het markaandeel komt door verschillende redenen, ten eerste door het veranderen van consumentenvoorkeuren. Vroeger was het gebruikelijk om alles via massagoederen te vervoeren zoals steenkool, olie en chemicaliën. Tegenwoordig is het de trend om eindproducten en halffabrikaten te vervoeren doordat de fabrikanten het just-in-time principe toepassen. Hierdoor is flexibiliteit en snelheid gewenst. Het wegtransport gaat daar beter mee om. Ten tweede kunnen buitenlandse spoorwegondernemingen niet tot de binnenlandse markt toetreden. Door het uitblijven van deze internationale concurrentie is er geen prikkel om innovatieve oplossingen te ontwikkelen om aan de vraag van de consument te voldoen. Daarentegen is het wegtransport door lage intreebarrières de concurrentie toegenomen, hierdoor zijn productiviteit en kwaliteit verbeterd (Heyman, 2006, p. 2 + Eisenkopf, 2006, p. 292). Ten derde door de grote verdeeldheid in de interne markt van de Europese Unie. Elk Europese lidstaat heeft een eigen technische standaard en regels, waaronder wettelijke entreebarrières voor buitenlandse spoorwegondernemingen. Daardoor kunnen de spoorwegen niet goed concurreren met andere transportmiddelen op de interne markt van de EU (Stehmann en Zellhoffer, 2004, p. 329). Een vierde reden van de daling van het marktaandeel is het falend prijsbeleid en de slechte service ten opzichte van luchtvaart en wegtransport (Stehmann en Zellhoffer, 2004, p. 329). 2.2 Richtlijn 91/440 Om anders met marktmacht om te gaan en spoorwegen efficiënter te maken werd op 29 juli 1991 richtlijn 91/440 aangenomen door de Europese Raad. Deze richtlijn geeft aan hoe de lidstaten met hun spoorwegen moeten omgaan. Richtlijn 91/440 schrijft vijf bepalingen voor ter ontwikkeling van de spoorwegen in de EU: ten eerste bestuurlijke onafhankelijkheid van de spoorwegondernemingen, ten tweede scheiding tussen het beheer van de infrastructuur en de vervoersactiviteit, ten derde financiële sanering, ten vierde de mogelijkheid voor nieuwe vervoerders om toe te treden tot het spoorwegnet en ten vijfde algemene veiligheidsregels in de EU (eur-lex.europa.eu). 5
6 2.3 Uitvoering richtlijn 91/440 In navolging van de richtlijn 91/440 heeft de commissie White Paper in december 1992 een rapport gepubliceerd over de toekomstige ontwikkelingen van transportbeleid voor 2010 met betrekking tot de spoorwegen. De kern van dat rapport is de toegankelijkheid voor concurrentie in de transportsector van de spoorwegen waardoor een efficiëntere sector zou ontstaan. Die zou hetzelfde effect moeten bereiken als in de luchtvaartsector. Dit betekent: enorme kostendaling, kwaliteitsverbetering en keuze verruiming voor de burgers. Naast deze effecten moeten de spoorwegen dezelfde marktaandelen van 1998 ook in 2010 behalen (Eisenkopf, 2006, p Stehmann en Zellhoffer, 2004, p. 328). Om de doelstellingen van commissie White Paper te bereiken heeft de EU wetten bepaald om de spoorwegservice te liberaliseren en de gehele Europese spoorwegen te ontwikkelen. In 2001 was een eerste fase geïntroduceerd (ook wel First Railway Package genoemd) die had als doel transparantie en eerlijke concurrentie in de spoorwegen (Heyman, 2006, p. 3). De regelgevingen bevatten wetten over gebruiksrechten voor infrastructuur die separatie en onafhankelijkheid van functies mogelijk maakt. Hierdoor wordt het als nieuwkomer gemakkelijker om toe te treden vanwege transparantie. Naast gebruiksrechten voor toetreders is er ook een regelgeving die technische standaarden toeschrijft aan spoorwegservice om internationale operatie mogelijk te maken (Eisenkopf, 2006, pp ). In mei 2006 heeft de Europese commissie de doelstellingen van de First Railway Package getoetst. De resultaten waren over het algemeen positief. De uitvoering van het First Railway Package is voltooid, maar drie jaar te laat geïmplementeerd. Om de resultaten te verbeteren zijn volgens de commissie betere regulerende wetgeving en voldoende functionering van spoorwegservice vereist. Na het rapport in 2006 werd een tweede fase geïntroduceerd, een zogenoemde Second Railway Package, die had als doel volledige deregulatie in de transport spoorwegsector. Implementatie van deze fase moet ervoor zorgen dat internationale vrachtservice in heel Europa wordt geleverd zonder wettelijke barrières. Daarnaast zal het European Railway Agency de veiligheid en internationale uitvoering waarborgen (Heyman, 2006, p.3) Momenteel wordt een Third Railway Package ontwikkeld om concurrentie over de grenzen voor het passagierstransport mogelijk te maken in 2010 (Eisenkopf, 2006, pp ). 6
7 2.4 Bedoelingen van de maatregelen Het invoeren van de Railway Packages moet ervoor zorgen dat door technische en organisatorische harmonisatie de spoorwegsector marktaandeel terug zal winnen. De veranderingen in de spoorwegsector zullen ten eerste ertoe bijdragen dat de luchtvaart van luchtopstoppingen en wegtransport van files worden verlicht. Door het achterblijven van liberalisering van de Interne spoormarkt zijn deze problemen ontstaan. Ten tweede zal er eerlijke concurrentie met de andere vervoersvormen ontstaan. Eerlijke concurrentie wordt bereikt door alle vervoersvormen gelijk te behandelen wat betreft tolgelden. Bij elk spoorvervoer wordt tolgeld berekend maar bij wegtransport, luchtvaart en scheepvaart is dit niet altijd het geval. Met het invoeren van de Railway Packages zal de financiële positie verbeteren waardoor de Europese overheden minder genoodzaakt zijn om subsidies te verlenen en een evenwichtige concurrentie met andere vervoersvormen wordt gegarandeerd. 3 Van verticale integratie naar verticale separatie In dit hoofdstuk wordt beschreven waarom de spoorsector dient te veranderen van integratie in separatie. Allereerst wordt in paragraaf 3.1 kort besproken wat de kenmerken zijn van de spoorsector. Vervolgens wordt in paragraaf 3.2 weergegeven waarom de spoorsector dient te veranderen in separatie. Ten slotte worden in paragraaf 3.3 de gebreken en oplossingen beschreven die gelden na overgang in separatie. 3.1 Kenmerken van de spoorsector De spoorwegservice kent verschillende vormen van concurrentie met andere transportsectoren in de Organisatie for Economic Coöperation and Development (OECD) landen, waarbij Nederland ook hoort. Er is samenhang tussen concurrentie en de verschillende geografische, demografische en economische kenmerken van andere landen en regio s (OECD, 2005, p. 26). Daarnaast kent de spoorwegsector veel overheidsbemoeienis vanwege twee redenen. Ten eerste is er veel marktmacht in de spoorsector. Ten tweede dienen de spoorwegen rekening te houden met andere transportsectoren. Vooral het wegtransport wordt niet efficiënt genoeg geprijsd doordat niet alle kosten, zoals het gebruik van de weg, in de kostprijs worden doorberekend. Om te kunnen concurreren moeten de spoorwegen niet alle kosten 7
8 doorberekenen (omdat wegtransport en spoorwegtransport substituten zijn). Hierdoor is het gebruikelijk om de spoorwegen te subsidiëren om het levensvatbaar te houden (OECD, 2005, p. 27). 3.2 Veranderen van huidige situatie in separatie Om de bovengenoemde organisatorische gebreken van de spoorwegen aan te pakken en te verbeteren heeft elk OECD land een doel voor de spoorwegen geformuleerd, namelijk: ( ) for the end-users prices to be at an efficient level (taking into account the price of substitute services) with an optimal level of service quality and variety, a high level of productive efficiency (and therefore a minimum level of subsidy), and an on-going efficient level of investment and innovation in the rail sector (OECD, 2005, p. 27). Het voorgenoemde doel van de OECD landen kan op verschillende manieren worden bereikt, bijvoorbeeld door concurrentie tussen geïntegreerde of tussen gesepareerde spoorwegondernemingen. Ik richt me in deze scriptie op de gesepareerde mogelijkheid om twee redenen. Ten eerste omdat het lastig wordt voor Europa om internationaal te concurreren via verticaal geïntegreerde spoorwegondernemingen omdat de Europese landen niet dezelfde spoorweg standaarden gebruiken bij spoorweggrootte en spoorwegkwaliteit. De ondernemingen opereren van oorsprong op landelijk niveau (OECD, 2005, p. 43). Ten tweede omdat de Europese landen de richtlijn 91/440 hebben meegekregen. Bij de uitvoering van deze richtlijn zijn de Europese spoorwegondernemingen onder andere genoodzaakt om de infrastructuur en de spoorwegservice te scheiden om zodoende internationaal meer concurrentie te krijgen. 3.3 Spoorweghervormingen In deze paragraaf wordt de achtergrond beschreven van doorvoering van de maatregelen in Europa. In paragraaf worden de gebreken beschreven die gelden bij de Europese spoorwegen. Hierna wordt in paragraaf de maatregelen besproken die de gebreken dienen op te lossen. 8
9 3.3.1 Europese gebreken bij de spoorwegen De spoorwegen hebben veel concurrentie met andere vervoersmiddelen zoals luchtvervoer en wegtransport, dat komt door dat de spoorwegsector verschillende diensten verleent. Door het niet goed afstemmen van concurrentie binnen de spoorwegsector wordt uiteindelijk niet goed geconcurreerd met de substituten (Di Pietrantonio en Pelkmans, 2004, p. 8). Vanwege de aard van de spoorwegen, natuurlijke monopolie, is het lastig om concurrentie aan te gaan binnen de eigen sector. Daarnaast dient de overheid goed te reguleren om de marktmacht van deze natuurlijke monopolie in de gaten te houden. Daarnaast is op de Europese spoorwegmarkt niet alles goed aangepast om concurrentie in goed banen te leiden. Ten eerste is er geen technische standaard waardoor de treinen overal zonder moeite kunnen rijden, dit komt onder andere door verschil in spoorbreedte, elektrische spanning en perronhoogte. Uit onderzoek blijkt dat door harmonisatie een besparing mogelijk is van 30 tot 40 procent. Ten tweede heeft de passagiersdienstverlening voorrang op het gebruik van het spoor, hierna wordt de spoorcapaciteit pas toebedeeld aan de vrachtdienstverlening. Ten derde zijn de nationale regels niet goed afgestemd om buitenlandse spoorwegondernemingen diensten te laten verlenen (Di Pietrantonio en Pelkmans, 2004, p ) Oplossingen voor de gebreken Om de barrières te verminderen en om concurrentie te verbeteren zijn door de Europese Commissie regels opgesteld die deze problemen dienen op te lossen. In 2001 is de eerste fase van de ontwikkelingen geïntroduceerd met als doel de regelgeving met betrekking tot separatie uit te voeren. Hierdoor moesten de spoorwegondernemingen het infrastructuurbeheer en de dienstverlening scheiden, waardoor deze functies onafhankelijk opereren. Tevens werden de divisies passagiers- en transportdienstverlening gescheiden. Daarnaast moest elke aparte onderneming zijn eigen boekhouding bijhouden. Voordat de maatregelen waren ingevoerd was het niet duidelijk welke kosten de spoorwegen maakten. Door kosten en subsidie te koppelen per afdeling en divisie wordt gelet op de kernactiviteit, hierdoor kan het management een optimale beslissing nemen. De informatie asymmetrie wordt door separatie naar beneden gebracht, waardoor de informatie toegankelijker is voor nieuwkomers (Di Pietrantonio en Pelkmans, 2004, p ) 9
10 In 2006 werd de tweede fase van ontwikkelingen geïntroduceerd die ervoor zorgt dat internationale vrachtservice in heel Europa wordt geleverd zonder wettelijke barrières. Een onafhankelijke partij zorgt voor het toekennen van de spoorwegcapaciteit en let op de veiligheid van de spoorwegondernemingen. Het voordeel hierbij is dat bestaande en bijkomende dienstverleners gelijk worden beoordeeld als het gaat om toekennen van infrastructuur, doordat ze door een onafhankelijke partij infrastructuur capaciteit toegekend krijgen waardoor de intreebarrière vermindert (Di Pietrantonio en Pelkmans, 2004, p. 24). 4 Het hervormingsproces in Nederland In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe Nederland het proces van separatie doorloopt. Allereerst wordt in paragraaf 4.1 de wetgeving besproken die heeft geleid tot separatie in Nederland. Vervolgens wordt in paragraaf 4.2 de structuur van de spoorwegen weergegeven. Als laatste worden in paragraaf 4.3 de prestaties vermeld die tot nu toe gelden na de verandering in separatie. 4.1 Wetgeving ter bevordering van separatie Na de richtlijn 91/440, separatie van de spoorwegen, die opgesteld werd door de Europese Commissie wordt door de minister van Verkeer en Waterstaat de commissie Wijffels aangesteld. Het doel van deze commissie was om de algehele marktaandelen van de spoorwegen te vergroten. In het advies stond de privatisering van de NS om die zodoende eigen belangen te laten behartigen. In die periode was de NS nog volledig verantwoordelijk voor het beheer en de uitvoering van treinservices. Daarnaast was het de bedoeling om de divisies passagiers- en vrachtdienstverlening te splitsen (Mulder et al., 2005, p.25). In 1995 werd het advies van de commissie Wijffels aangenomen door de Nederlandse overheid. Uiteindelijk werden de veranderingen in een contract vastgesteld voor de periode 1996 tot Tijdens de contractperiode bleef NS aan reizigers alle services verlenen in het hoofdnetwerk. In de regionale spoorlijnen werd door de Wet personenvervoer 2000 afgesproken om te decentraliseren. Provincies zijn dan verantwoordelijk voor de uitvoering van stad- en streekvervoer. Onderhandelingen over het streekvervoer worden ook met de provincies besproken. Wanneer een onderhandeling wordt gewonnen dan is de betreffende 10
11 vervoerder monopolist in deze streek, zoals gewonnen onderhandelingen door Syntus in Gelderland en Noordned in Groningen en Friesland (Van de Velde, 2000, p. 11). Daarnaast was het mogelijk voor een nieuwkomer via een wetsbepaling op het bestaande netwerk diensten te verlenen en te concurreren met NS. Deze nieuwkomer was Lovers Rail, die leverde service op de lijnen Amsterdam IJmuiden en Amsterdam Haarlem. De nieuwkomer ging failliet door de concurrentie van de NS. De NS verleende immers zes diensten tegen twee diensten over dezelfde lijnen van Lovers Rail (OECD, 2005, p Van de Velde, 2005, p. 11). Naast passagiersservice is er ook vrachtservice in Nederland. Deze service heeft ook te maken met concurrentie op de spoorlijnen. Deze concurrentie is alom geaccepteerd doordat die stabiel en positief is (OECD, 2005, p Van de Velde, 2005, p.13) Na het debacle van Lovers Rail besloot de overheid in 2000 om het hoofdnetwerk volledig aan NS over te laten zonder concurrentie in de passagierssector. Daarnaast worden de regionale verbindingen aan de provincies over gelaten. De regionale verbindingen worden vergeven aan de hand van biedingen. In de vrachtservice blijft concurrentie bestaan. Door nieuwe overheidsbepalingen van 1998 moeten de infrastructuur en de NS separeren. Vanaf 2002 is dit het geval, vanaf 1 januari 2003 heet de infrastructuurmanager ProRail en is de NV NS verantwoordelijk voor de treinen, (OECD, 2005, pp ) Vanaf de separatie zijn de taken gescheiden maar samenwerking tussen ProRail en NV NS is nodig om betrouwbare diensten te leveren. Zo worden er na een bespreking tussen NV NS, ProRail, Railion en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat plannen gemaakt om de betrouwbaarheid van de spoorwegen te vergroten (Mulder et al., 2005, p. 13). 4.2 Infrastructuurbeheer en spoorwegondernemingen In deze paragraaf worden de infrastructuurmanager en de spoorwegondernemingen beschreven die actief zijn na de separatie van 2003 in Nederland. In paragraaf wordt de infrastructuurmanager weergegeven. Vervolgens worden in paragraaf de spoorwegondernemingen beschreven die in Nederland actief zijn. 11
12 4.2.1 Infrastructuurbeheer ProRail is de Nederlandse infrastructuurmanager waarvan de Nederlandse overheid 100 procent van de aandelen in bezit heeft. Tot het takenpakket van ProRail behoren onderhoud, exploitatie en uitbreiding van het spoor en de stations. Daarnaast verdeelt ProRail de capaciteit op het spoor onder de verschillende goederen- en reizigersvervoerders. Ten slotte is ProRail verantwoordelijk voor de verkeersleiding op het spoor (OECD, 2005, p. 215). Deze taken heeft ProRail verkregen door gewonnen onderhandelingen op 1 januari 2005 en zal deze beheren tot Het toewijzen van capaciteit aan treinmaatschappijen gebeurt volgens Europese en Nederlandse wetgeving. Zo hebben spoorwegondernemingen lange termijnafspraken met ProRail over toewijzing van capaciteit. Deze afspraken gelden voor een jaar waarvoor met name de dienstregelingen worden afgesproken. Als er nog capaciteit beschikbaar is volgen de korte termijnafspraken, die dagelijks of wekelijks gelden (OECD, 2005, p.216) Spoorwegondernemingen De Nederlandse spoorwegen bestaan uit een hoofdnetwerk en regionale spoorlijnen. Het hoofdnetwerk wordt gebruikt door NS. De Nederlandse overheid heeft 100 procent van de aandelen in bezit (OECD, p. 215). Tot 2015 heeft NS de zeggenschap over het hoofdnetwerk door gewonnen onderhandelingen in In het verkregen contract staan afspraken die NS dient na te leven zoals de maximum stijging van prijskaartjes en minimale hoogte van service door NS (Mulder et al., 2005, p. 13). De regionale spoorlijnservices worden geleverd door NS, Syntus en Noordned. Deze spoorwegondernemingen dienen een contract na te leven over een servicehoogte in de regio. Daarnaast krijgen deze ondernemingen subsidie van de regionale overheden. Naast deze nationale spoorwegondernemingen zijn er nog vrachtondernemingen zoals Railion, ook zijn er internationaal georiënteerde ondernemingen die de service verlenen namelijk NS Internationaal en Thalys (OECD, 2005, p.216). 12
13 4.3 Prestaties van de Nederlandse spoorwegen na de hervormingen In deze paragraaf worden de prestaties en opmerkelijke veranderingen in de Nederlandse spoorwegen besproken. In paragraaf worden veranderingen van de passagiersdienstverlening weergegeven. Hierna word in paragraaf de veranderingen bij ProRail gegeven. Vervolgens worden in paragraaf de veranderingen op het gebied van vrachtdienstverlening beschreven. De veranderingen in de spoorsector hebben als doel de prestaties te vergroten zodat meer reizigers gebruik maken van de dienstverlening en de efficiëntie vergroot wordt (Mulder et al, 2005, p. 3) Passagiersdienstverlening Het aantal passagiers van de NS daalde doordat de treinen niet altijd betrouwbaar volgens het spoorboekje reden. Als gevolg hiervan steeg het marktaandeel van het autotransport in de periode 1991 tot 2004, terwijl het marktaandeel van passagiersdienstverlening daalde. Volgens Gent en Rietveld is er een verband tussen betrouwbaarheid van dienstverlening en marktaandeel. Door meer te investeren in treinen en infrastructuur kan de betrouwbaarheid van de dienstverlening worden verbeterd, dit is vanaf 2001 geleidelijk het geval, zie figuur 4. Door deze maatregel kan marktaandeel terug worden gewonnen (Mulder et al, 2005, p. 4). Figuur 4 Punctualiteit van NS 13
14 De mogelijkheid om een plaats te krijgen in de trein is vanaf 1997 tot 2004 toegenomen. Door investeringen van NS in grotere en langere treinen is het indexcijfer van 100 in 1997 naar 115 in 2004 gegaan, zie figuur 5. Meer kans op een zitplaats betekent meer kwaliteit van de dienstverlening. Daar tegenover staan de stijgende kosten van een treinkaartje omdat de NS geen subsidie meer krijgt van de Nederlandse overheid. Alle gemaakte kosten worden doorberekend aan de reiziger (Mulder et al, 2005, pp ). Figuur 5 Mogelijkheid op een plaats en tarieven, index (1997 = 100), Na de hervormingen is de arbeidsproductiviteit in het passagierstransport niet gestegen maar ongeveer gelijk gebleven in de periode 1997 tot 2004, zie figuur 6. In andere Europese landen is deze productiviteit wel gestegen dankzij concurrentie. In Nederland heeft de NS geen concurrentie op het hoofdnetwerk waardoor er geen druk ontstaat om de arbeidsproductiviteit te verhogen. De arbeidsproductiviteit kan ook worden verbeterd door personeel te ontslaan, hierdoor zal de kwaliteit van de dienstverlening echter dalen. Kwaliteitsverslechtering betekent minder vertrouwen van de consumenten, waardoor het marktaandeel zal dalen (Mulder et al, 2005, pp ). 14
15 Figuur 6 arbeidsproductiviteit in vier landen, index (1997 = 100), ProRail De inkomsten door infrastructuurheffingen zijn vanaf 1997 tot 2009 van 0 miljoen euro naar 200 miljoen euro begroot. Daarbij heeft ProRail in miljoen euro subsidie gekregen, die zal oplopen tot 800 miljoen euro in 2009, zie figuur 7. De infrastructuurheffingen maken een steeds groter deel uit van de totale inkomsten zodat ProRail beter op deze inkomsten moet letten (Mulder et al, 2005, p. 15). Figuur 7 Financiële inkomsten voor ProRail, (miljoen euro) 15
16 Verstoringen in de infrastructuur die de treindienst ontregelen, zoals vertraging door weers- en netwerkomstandigheden, zijn vanaf 1994 tot 1999 bij netwerkomstandigheden met 50 procent toegenomen. Vanaf 1999 tot 2004 zijn verstoringen bij netwerkomstandigheden onder het niveau van 1994, zie figuur 8, doordat ProRail beter zicht heeft op de gebeurtenissen op het spoor. Beter zicht is het gevolg van gebruiksheffingen per kilometer waarmee ProRail inkomsten krijgen (Mulder et al, 2005, p. 4). Figuur 8 Aantal vertragingen van treinservices, Transportdienstverlening In de periode 1993 tot 2004 kent de Nederlandse vrachtsector de grootste groei in Europa namelijk 80 procent. Deze groei is grotendeels te danken aan de internationale groei van de vrachtsector en doordat de internationale markt geopend werd. In Nederland is slechts een groei van een paar procenten, dat komt door concurrentie van 7 andere vervoerders. Het marktaandeel van de vervoerder Railion is gedaald van 100 tot 81 procent, zie figuur 9 (Mulder et al, 2005, p ). 16
17 Figuur 9 Marktaandeel van Railion in de vrachtsector Terwijl het marktaandeel van Railion is gedaald is de arbeidsproductiviteit gestegen. Daarnaast zijn de kosten per geleverde eenheid gedaald door een daling van de kosten en een stijging van de geleverde eenheden, zie figuur 10 (Mulder et al, 2005, p. 27). Figuur 10 geleverde eenheden en kosten voor Railion, index (1995 = 100), Analyse van de hervormingen in Nederland In dit hoofdstuk wordt een analyse gegeven over de prestaties die geleverd zijn na separatie in Nederland. In paragraaf 5.1 wordt een korte samenvatting gegeven wat de bedoeling is van ontwikkelingen op Europees gebied. In paragraaf 5.2 wordt de uitkomst van de resultaten 17
18 besproken. In paragraaf 5.3 worden aanbevelingen gegeven voor verbetering van de concurrentie op internationaal niveau. 5.1 Ontwikkelingen op Europees gebied Op 29 juli 1991 werd richtlijn 91/440 aangenomen door de Europese Raad. In navolging op deze richtlijn heeft de commissie White Paper in december 1992 een rapport gepubliceerd over de toekomstige ontwikkelingen van transportbeleid voor 2010 met betrekking tot de spoorwegen met als doel een efficiëntere vervoerssector te creëren en om marktaandeel terug te winnen. In 2001 was een eerste fase geïntroduceerd waarin wetten staan voor gebruiksrechten en technische standaarden om internationale operaties mogelijk te maken. In 2006 werd een tweede fase ingevoerd om de transport spoorwegsector internationaal zonder barrières te laten opereren. 5.2 Uitkomst van de resultaten Door de veranderingen die doorgevoerd zijn in de passagiersdienstverlening in Nederland zijn de prestaties zowel verbeterd als verslechterd. Ten eerste is de punctualiteit toegenomen, hierdoor neemt het vertrouwen in de spoorwegen toe. Volgens Gent en Rietveld neemt door de punctualiteit het marktaandeel van de spoorwegen toe. Ten tweede is de kans op een zitplaats verhoogd door de treinen te vergroten, waardoor de kwaliteit van het treinvervoer toeneemt. Daartegenover staat een verhoging van de ritprijs, doordat de gemaakte kosten volledig worden doorberekend op de consument. Een verhoging van de ritprijs zal ervoor zorgen dat de hoeveelheid mensen die de trein pakken zal verminderen wat niet positief is voor het marktaandeel. Consumenten zullen een goedkoper alternatief zoeken. NS dient een afweging te maken tussen prijs/kwaliteit verhouding. Ten derde is de arbeidsproductiviteit niet toegenomen in de periode terwijl dit bij België, Zwitserland en Denemarken wel het geval is. Vanwege het uitblijven van concurrentie op het spoor is de wil om de arbeidsproductiviteit te vergroten uitgebleven. Daarnaast is de prikkel laag doordat de vergeven concessies gelden tot 2015, voor deze tijd wordt de vervoersmaatschappij niet afgerekend op arbeidsproductiviteit. Na de hervormingen zijn de prestaties verbeterd bij ProRail. Vanwege de verhoogde inkomsten via eigen operaties wordt meer gelet op kwaliteit en beter gelet op de 18
19 gebeurtenissen op het spoor. Hierdoor wordt de kwaliteit verbeterd als het gaat om de punctualiteit van de treinen, wat weer ten goede komt aan het marktaandeel van de gehele spoorwegsector. Bij de transportdienstverlening in Nederland is er sprake van een groei van 80 procent in de periode , door het openstellen van de internationale markt. De concurrentie op landelijk niveau is tevens verbeterd, de vroegere monopolist in Nederland, Railion, behaalt nu een marktaandeel van 81 procent. Door die concurrentie is de arbeidsproductiviteit gestegen wat tot gevolg heeft dat de kosten per geleverde eenheid dalen. Door deze daling is de concurrentie tussen de andere vervoersmiddelen gestegen wat betekent dat het marktaandeel in de spoorwegsector terug kan worden gewonnen. 5.3 Aanbevelingen voor verbetering van de concurrentie op internationaal niveau Om marktaandeel terug te winnen en te kunnen concurreren met andere vervoersmiddelen moet de concurrentie tussen de Europese spoorwegmaatschappijen worden vergroot. De transportdienstverlening in Nederland heeft daarin een positief aandeel. De kosten per geleverde eenheid zijn gedaald en het marktaandeel van de bestaande monopolist is gedaald naar 81 procent doordat de First en Second Railway Package zijn doorgevoerd. Bij de passagiersdienstverlening en bij de infrastructuurbeheerder is de concurrentie in Nederland niet vergroot doordat de Nederlandse regering alleen gebruiksrechten in deze sector vergeeft via concessies. Deze afspraken zijn vergeven tot 2015 waardoor het niet mogelijk is voor andere spoorwegondernemingen om deze diensten aan te bieden. Om concurrentie tussen andere vervoersmiddelen mogelijk te maken dient de Nederlandse regering tussentijdse momenten op te nemen om de resultaten te toetsen en zodoende tijdig doelen bij te stellen die gelden voor de korte termijn. Ook moet de concessieperiode worden bijgesteld om te kunnen blijven werken aan doelen op de langere termijn, bijvoorbeeld voor vier jaar opdat plannen haalbaar én eigentijds blijven. Uiteindelijk gaat het om een juiste implementatie van doelen waardoor marktaandeel kan worden vergroot. 6 Conclusie In dit hoofdstuk wordt geconcludeerd of de hervormingen van de spoorsector in Nederland hebben bijgedragen tot een verbetering van de prestaties van de spoorwegen. 19
20 In de periode 1990 tot 1998 is het marktaandeel van de spoorwegen gedaald van 21 tot 8 procent, door een grote verdeeldheid in de interne markt van de EU, door falend prijsbeleid en slechte service ten opzichte van luchtvaart en wegtransport. Om het marktaandeel en de spoorwegen efficiënter te maken werd op 29 juli 1991 de richtlijn 91/440 aangenomen. In navolging op deze richtlijn werd de commissie White Paper aangesteld. Hierna zijn wetten ontwikkeld die in fases zijn ingevoerd. Zo was in 2001 de eerste fase ingevoerd met als doel de spoorwegondernemingen te separeren, de kostenstructuur transparanter te maken en een systeem van interoperability en veiligheid in te voeren waardoor iedereen gelijk werd behandeld. De maatregelen van de eerste fase zijn ook in Nederland doorgevoerd. Zo is er scheiding tussen ProRail en NV NS. De NV NS is weer onderverdeeld in Railion die gaat over het transport op het spoor en NS die de passagiersdienstverlening op het hoofdnetwerk verleent. Daarnaast verleent Syntus de diensten in Gelderland en Noordned de diensten in Friesland en Groningen. Ten slotte zorgen NS Internationaal en Thalys voor de passagiersdiensten op lange afstanden. De scheiding op het gebied van de dienstverlening is positief verlopen als het gaat om de transportdienstverlening. Deze sector heeft een groei in Nederland behaald van 80 procent. Daarnaast is de arbeidsproductiviteit gestegen en zijn de kosten per geleverde eenheid gedaald, wat positief is voor de concurrentiepositie van Nederland. Daarnaast is de scheiding van de passagiersdienstverlening niet positief verlopen, na het debacle van Lovers Rail besloot de Nederlandse overheid concurrentie in de passagiersdienstverlening aan banden te leggen. De overheid vergeeft het alleenrecht in de passagiersdienstverlening via gemaakte concessies. Op het regionale spoor is dit NV NS en op de regionale spoorverbinding is dit Syntus in Gelderland en Noordned in Friesland en Groningen. Door deze gemaakte afspraken is concurrentie op het spoor niet mogelijk, dit komt tot uiting in de gelijk blijvende arbeidsproductiviteit. Ter vergelijking: in België, Denemarken en Zwitserland is wel concurrentie en stijgt de arbeidsproductiviteit. Door separatie en concessies heeft ProRail het alleenrecht verkregen als infrastructuurbeheerder. Daarnaast zijn de subsidies gedaald zodat ProRail zijn inkomsten meer via eigen operaties dient te verdienen. Hierdoor wordt meer gelet op kwaliteit en de gebeurtenissen op het spoor, waardoor de punctualiteit van de treinen verbeterd, wat weer ten goede komt aan het marktaandeel van de gehele spoorwegsector. 20
21 Als antwoord op de vraag of de hervormingen van de spoorsector in Nederland hebben bijgedragen tot een verbetering van de prestaties van de spoorwegen kan ik niet eenduidig zijn. Enerzijds hebben de hervormingen positief bijgedragen als het gaat om de transportdienstverlening, daar is de arbeidsproductiviteit en concurrentie toegenomen, waardoor het marktaandeel van de spoorsector zal stijgen. Anderzijds is er geen concurrentie ontstaan op het spoor, hierdoor is de arbeidsproductiviteit niet gestegen in Nederland. Daarnaast zijn de kosten per rit gestegen doordat de kosten voor kwaliteit direct door worden berekend aan de consument. Door deze stijging zal de consument een goedkoper alternatief kiezen. Daarentegen is de punctualiteit van het treinvervoer gestegen, waardoor de consumenten meer vertrouwen in de treinsector krijgen, zodat het marktaandeel stijgt. Als gevolg van opheffende consequenties zal het marktaandeel gering stijgen. 21
22 Bibliografie Di Pietrantonio, L. en Pelkmans, J. (2004) The economics of EU railway reform. Bruges European Economic Policy Briefing Heyman, E. (2006) Competition in European railway market. Morning has broken. EU monitor 39 NL&numdoc=31991L0440&model=guichett Nash, C en Rivera-Trujillo, C (2004) Rail regulatory reform in Europe principles and practices. Institute for transport studies Mulder, M et al. (2005) Vertical separation and competition in the Dutch rail industry A costbenefit analysis. Ministerie van Verkeer en Waterstaat. (2004) Concurrentieverhoudingen en marktmacht in het OV Organisation for Economic Co-operation and Development. (2003) The benefits and costs of structural separation. Organisation for Economic Co-operation and Development Stehmann, O. en Zelhoffer, G. (2004) Dominant rail undertakings under European competition policy. European law journal Van de Velde, D. (2000) Dutch and Japanese Railway Reforms and Exchanges. Japan Railway & Transport Review 24 22
Nationaal Congres Openbaar Vervoer 14 maart 2013
Nationaal Congres Openbaar Vervoer 14 maart 2013 Maurice Essers en Elisabetta Aarts Lunchbijeenkomst Wat op tafel komt I. Toegang in de spoorvervoerssector - Elisabetta Aarts II. Toegang en toetreding
Nadere informatie4 e spoorpakket. Masja Stefanski. Directie Openbaar Vervoer en Spoor
4 e spoorpakket Masja Stefanski Directie Openbaar Vervoer en Spoor 16 mei 2013 Inhoudsopgave 1. Historie Europese spoorregelgeving 2. Nederlandse spoormarkt en Lange termijn spooragenda 3. Inhoud 4 de
Nadere informatieSPOORWEGEN IN TSJECHIË EN SLOWAKIJE
SPOORWEGEN IN TSJECHIË EN SLOWAKIJE SAMENWERKING MET NEDERLAND QUINTUS VOSMAN RESIDENT TWINNING ADVISOR INHOUD 2 INTRODUCTIE VERLEDEN EN HEDEN TWINNING PROJECT CONCLUSIES VERWACHTINGEN Recente Verleden
Nadere informatieLiberalisering spoorvervoer
Liberalisering van het reizigers vervoer per spoor in Nederland Ton Spaargaren Provincie Gelderland Brussel, 24 april 2008. Voor uw beeldvorming Inwoners Oppervlakte 16,4 miljoen 41.528 km2 Voor uw beeldvorming:
Nadere informatieHET EFFECT VAN DE SCHEIDING TUSSEN INFRASTRUCTUURBEHEER EN VERVOERSBEHEER OP DE SPOORVERVOERSSECTOR IN DE EUROPESE UNIE
DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID VAN DE UNIE BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING B: STRUCTUURBELEID EN COHESIE VERVOER EN TOERISME HET EFFECT VAN DE SCHEIDING TUSSEN INFRASTRUCTUURBEHEER EN VERVOERSBEHEER
Nadere informatieMinisterie van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EX 's-gravenhage. Den Haag,
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus 20901 2500 EX 's-gravenhage Den Haag, Aantal bijlagen : 1 Uw kenmerk : IenW/BSK-2018/106138 Ons kenmerk : ACM/UIT/506013
Nadere informatieOverzicht van stemmingen in de Tweede Kamer
Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat Betreffende wetsvoorstel: 34914 Wijziging van de Spoorwegwet,
Nadere informatieOntwikkeling leerlingaantallen
Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging
Nadere informatieMEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.10.2016 COM(2016) 691 final/2 2013/0029 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking
Nadere informatieWerktuigbouwkundige, techniek ook interesse financiën en commercie.
Liberalisering van het railvervoer 1. Aanleiding: Werk sinds 1992 railomgeving. Werktuigbouwkundige, techniek ook interesse financiën en commercie. NS Materieel en Werkplaatsen: onderhoud en revisie, materieeltechniek
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieHet railvervoer: tussen markt en overheid SPOORCOLLEGE 9 JUNI 2016
Het railvervoer: tussen markt en overheid SPOORCOLLEGE 9 JUNI 2016 WIE OF WAT IS DE OVERHEID? WIE OF WAT IS DE OVERHEID? De overheid is het hoogste bevoegd gezag op een bepaald territorium of grondgebied.
Nadere informatieMethodiek voor de analyse van het economisch evenwicht van een concessie voor openbaar personenvervoer per spoor
Methodiek voor de analyse van het economisch evenwicht van een concessie voor openbaar personenvervoer per spoor 1 Inleiding 1. Per dienstregelingsjaar 2021 is het in Nederland mogelijk om op basis van
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 27 482 Nieuwe algemene regels over de aanleg, het beheer, de toegankelijkheid en het gebruik van spoorwegen alsmede over het verkeer over spoorwegen
Nadere informatieUIT prijsdiscriminatie
Marktmacht. Aanbieders op een niet perfect werkende marktvorm, zoals monopolistische concurrentie, oligopolie en monopolie, hebben marktmacht. Hoe groter de invloed van de aanbieder op de prijs, hoe hoger
Nadere informatieOV-chipkaart maakt reizen duurder!
OV-chipkaart maakt reizen duurder! Farshad Bashir, SP Tweede Kamerlid verkeer, vervoer en infrastructuur Jurgen van der Sloot, beleidsmedewerker verkeer, vervoer en infrastructuur november 2013 OV-chipkaart
Nadere informatie3Generiek Programma. van Eisen HOOFDSTUK 3.4 UITGANGSPUNTEN 3.1 INLEIDING 3.2 EISEN VAN DE OPDRACHTGEVER 3.3 EISEN
HOOFDSTUK 3.1 INLEIDING 3Generiek Programma van Eisen Dit Programma van Eisen geldt voor het opnieuw in dienst stellen van de spoorverbinding tussen en zoals omschreven in hoofdstuk 2. Aan de hand van
Nadere informatieExamen HAVO. Economie 1
Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 altijd toekennen Bij een lagere prijs
Nadere informatieBruggen bouwen voor het spoor van de toekomst 29 januari 2013
Bruggen bouwen voor het spoor van de toekomst 29 januari 2013 Joke van Veen Manager Business Development NS Reizigers Dimitri Kruik Manager Veranderprogramma 2012-2015 ProRail De NS strategie De NS strategie
Nadere informatieMEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.1.2016 COM(2016) 36 final 2013/0014 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking
Nadere informatieAdvies van de consumentenorganisaties in het LOCOV inzake exploitatie van stationsstallingen
Advies van de consumentenorganisaties in het LOCOV inzake exploitatie van stationsstallingen Landelijk Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer LOCOV-99/18 8 maart 1999 Advies van de consumentenorganisaties
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2005-II
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord
Nadere informatieEindexamen economie pilot vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit
Nadere informatieAanbod openbaar vervoer,
Aanbod openbaar vervoer, 2000-2012 Conclusie Het treinenaanbod is tussen 2000 en 2012 toegenomen (20% meer treinkilometers). Vooral het treinenaanbod op het decentraal spoor is sterk uitgebreid. De gemiddelde
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 200 XII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1999
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 13
Extra opgaven hoofdstuk 13 Opgave 1 Stel, dat een markt voor product X zich als volgt ontwikkelt. Aanvankelijk zijn er voor dit product veel aanbieders en veel vragers. Na verloop van tijd loopt de vraag
Nadere informatieDe Europese spoorwegen staan voor een tweesprong: de Commissie doet voorstellen voor een vierde spoorwegpakket
EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 30 januari 2013 De Europese spoorwegen staan voor een tweesprong: de Commissie doet voorstellen voor een vierde spoorwegpakket De Europese Commissie heeft vandaag
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 042 Aanpassing van de Spoorwegwet en de Wet personenvervoer aan Richtlijn nr. 91/440 EEG en Verordening (EEG) nr. 1893/91 Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING
Nadere informatieOnderneming en omgeving - Economisch gereedschap
Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...
Nadere informatieHierbij beantwoord ik de vragen van het lid Van Helvert (CDA) over het station in Eijsden.
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070-456
Nadere informatieWoon-werkverkeer drijvende kracht achter groei mobiliteit
Samenvatting De economische crisis heeft vorig jaar uiteenlopende effecten gehad op het verkeer vervoer in Nederland. Door de invloed van internationale ontwikkelingen was het effect van de crisis op het
Nadere informatieNettowinst gestegen met 53%, sterke prestaties in met name Duitsland en Nederland
Nettowinst gestegen met 53%, sterke prestaties in met name Duitsland en Nederland Kernpunten tweede kwartaal 2005 Stijging met 52% van de verwaterde winst per gewoon aandeel (WPA) in Q2 tot 0,47 (Q2 2004:
Nadere informatieECONOMIE VAN NETWERKSECTOREN
ECONOMIE VAN NETWERKSECTOREN Eric van Damme Tilburg University 4 september 2018 Toekomst op de Rails 1 OPBOUW VAN DE PRESENTATIE Wat zijn netwerksectoren? Beleid, economische eigenschappen Wat maakt ze
Nadere informatieBarometer kinesitherapie 2013
Barometer kinesitherapie 2013 Ingevolge de nomenclatuurhervorming van 2002, lag het uitgavenniveau voor kinesitherapie in 2003 op het laagste niveau sinds 1991. Vanaf 2004 beginnen de uitgaven opnieuw
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan Nr. 849 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieGeen prestige maar prestaties Kies voor regionaal spoor
Geen prestige maar prestaties Kies voor regionaal spoor Farshad Bashir SP-Tweede Kamerlid December 2010 Investeren in het spoor, buitengewoon nuttig De SP kiest voor het regionale spoor. De afgelopen jaren
Nadere informatieDe liberalisering van de Belgische spoorwegmarkt
De liberalisering van de Belgische spoorwegmarkt Griet De Ceuster www.tmleuven.be 26 april 2007 Liberalisering spoor 1 Inhoud België versus Europa: cijfers goederenvervoer per spoor Spoorondernemingen
Nadere informatieMEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.10.2016 COM(2016) 689 final 2013/0028 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking
Nadere informatieAantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging
Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging Justin Hogenberg Nederlandse Spoorwegen justin.hogenberg@ns.nl Roswitha van de Kamer Nederlandse Spoorwegen roswitha.vandekamer@ns.nl Thijs
Nadere informatieAnalyse ontwikkeling leerlingaantallen
Analyse ontwikkeling leerlingaantallen Naar aanleiding van de 1 oktobertelling 2014 heeft VGS Adivio weer een korte analyse uitgevoerd waarbij onderzocht is in hoeverre de leerlingaantallen onderhevig
Nadere informatieAanbod openbaar vervoer,
Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het treinenaanbod is tussen
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur
Economische wetenschappen 1 en recht Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven
Nadere informatieCongestie op het spoor
Congestie op het spoor LEZING JOURNEE SCHADEE Nederlandse Vereniging voor Vervoerrecht Donderdag 5 april 2018 Bijdrage van Hugo Thomassen op persoonlijke titel Uitgesproken/ bewerkt door Leendert Makkinga,
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?
Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens? 8.1 Waarom handel met het buitenland? Importeren = het kopen van goederen en diensten uit het buitenland. Waarom? -Goedkoper of van betere kwaliteit -Bepaalde
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2004-I
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatiePROJECTNUMMER D ONZE REFERENTIE D
ONDERWERP Samenvatting Akoestisch onderzoek Zevenaar-Didam-Wehl DATUM 25-8-2016 PROJECTNUMMER D02131.000095 ONZE REFERENTIE 078983752 D VAN Johan Christen AAN ProRail Het spoortraject Arnhem-Winterswijk
Nadere informatieTussentijdse evaluatie. gratis openbaar vervoer 65-plussers. Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten
Tussentijdse evaluatie gratis openbaar vervoer 65-plussers Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten 10 februari 2010 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1 Inleiding...
Nadere informatieDe klantwaardering over onze basis dienstverlening heeft een plafond bij het rapportcijfer 7
Pagina 2/7 De klantwaardering over onze basis dienstverlening heeft een plafond bij het rapportcijfer 7 De meeste klantoordelen uit het vervoerplan zijn zogenaamde dissatisfiers. Een dissatisfier gaat
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2004-II
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening is:
Nadere informatieReguleren is balanceren
De energieketen Reguleren is balanceren afnemers netbeheerders producenten efficiëntie betaalbaarheid betrouwbaarheid milieuvriendelijkheid Te bespreken reguleringsmaatregelen Onderdeel energieketen Type
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieFiguur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100)
Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2010 en 2014 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen
Nadere informatie1
Geachte voorzitter, Hierbij zend ik u mijn antwoorden op de vragen van de leden Middendorp en Remco Dijkstra (beiden VVD) over de aanpassing van de dienstregeling van het treinverkeer in het Rivierengebied
Nadere informatieEen simpel en robuust spoorsysteem. Naar een koersvaste ontwikkeling op het spoor
Een simpel en robuust spoorsysteem Naar een koersvaste ontwikkeling op het spoor Grote groei transport verwacht in de hele Europese Unie Europa staat voor grote uitdagingen op het gebied van transport:
Nadere informatieBijlage 10.2 Toegang tot dienstvoorzieningen en levering van diensten
Bijlage 10.2 Toegang tot dienstvoorzieningen en levering van diensten TDVLD (voorheen: bijkomende diensten en voorzieningen (BDV)) Stand van zaken 29 augustus 2013 Juridisch kader met betrekking tot de
Nadere informatieUitkomst besluitvorming Zwolle - Herfte
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070-456 1111 Getypt door / paraaf H.C.
Nadere informatieHieronder treft u aan een samenvatting van de onderwerpen op de agenda van de Transportraad van 11 maart 2013.
GEANNOTEERDE AGENDA EU TRANSPORTRAAD 11 MAART 2013 Hieronder treft u aan een samenvatting van de onderwerpen op de agenda van de Transportraad van 11 maart 2013. Tijdens de Transportraad zal een beleidsdebat
Nadere informatieGroundbreaking Innovative Financing of Training in a European Dimension. Final GIFTED Model May 2013
Groundbreaking Innovative Financing of Training in a European Dimension Final GIFTED Model May 2013 Project Reference no. 517624-LLP-1-2011-1-AT-GRUNDTVIG-GMP Workpackage no. WP 3 Test and Validation Deliverable
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2005-II
Opgave 1 Quartaire sector onder vuur In de periode 1998-2001 steeg de arbeidsproductiviteit in de Nederlandse economie. Die productiviteitsstijging was niet in iedere sector even groot, zoals blijkt uit
Nadere informatieEUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT TRANS 134 CODEC 408
EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 20 april 2004 (OR. en) 2002/0025 (COD) C5-0156/04 PE-CONS 3641/04 TRANS 134 CODEC 408 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Richtlijn
Nadere informatieCustomer Case Study Pro Rail
Customer Case Study Pro Rail Utrecht ProRail wil met behulp van VendorLink het proces van Leveranciers Management opnieuw neer zetten in hun organisatie. Leveranciers Management richt zich niet alleen
Nadere informatieEindexamen economie vwo I
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave maximumscore 2 Door de vermindering van
Nadere informatieResultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015
Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel
Nadere informatieDe evolutie van de partijfinanciering op het niveau van de Europese Unie ( )
VIVES BRIEFING 2016/04 De evolutie van de partijfinanciering op het niveau van de Europese Unie (2001-2016) Wouter Wolfs Jef Smulders 1 DE EVOLUTIE VAN DE PARTIJFINANCIERING ROPESE UNIE (2001-2016) Wouter
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieabcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,
abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon Datum 15 juni 2007 Ons kenmerk RWS/SDG/2007/903 Onderwerp Financiële gevolgen verschuiven aanvangsdatum
Nadere informatieAanbod openbaar vervoer,
Indicator 10 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het treinenaanbod is tussen
Nadere informatieICT Benchmark Gemeenten 2018
ICT Benchmark Gemeenten 2018 Kerncijfers Stijgers en dalers Inhoud ICT-kosten stijgen verder Infrastructuur nog maar 18% van de ICT-kosten Steeds minder software zelf beheerd Softwaremarkt Personeelskosten
Nadere informatieDuurzame energie in Japan
Duurzame energie in Japan Rob Stroeks (Project Officer, TWA Tokio) - 8-3-2004 Samenvatting Japan heeft van oudsher weinig natuurlijke energiebronnen. De daarmee samenhangende afhankelijkheid van buitenlandse
Nadere informatieOverzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg
Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729
Nadere informatieEr zijn een paar overall -conclusies te trekken als alle data, inclusief de financiering met elkaar vergeleken worden.
7 juni 2017 agendapunt 8 Onderwerp: Verantwoording exploitatie OV-concessies 2016 Portefeuille: Datum: OV-Performance 7 juni 2017 Contactpersoon: J.M. Witte Telefoonnummer: 088 5445207 Aan de bestuurscommissie
Nadere informatieRode draad - Context. Gezamenlijke ambitie ProRail en NS uitwerking Lange Termijn Spoor Agenda (LTSA) Missie en veranderaanpak ProRail
Rode draad - Context Gezamenlijke ambitie ProRail en NS uitwerking Lange Termijn Spoor Agenda (LTSA) Missie en veranderaanpak ProRail Strategische ambities ProRail Meer capaciteit, en robuuster en punctueler
Nadere informatieDatum: Betreft: Hoorzitting / rondetafelgesprek Evaluatie verhuurderheffing. Algemene reactie CPB op evaluatie verhuurderheffing
CPB Notitie Aan: Commissie Wonen en Rijksdienst Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Johannes Hers Datum: 29-06-2016 Betreft: Hoorzitting
Nadere informatieEUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming
EUROPEES PARLEMENT 2004 2009 Commissie interne markt en consumentenbescherming 9.11.2007 WERKDOCUMENT over het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn
Nadere informatieFiguur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)
Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2011 en 2015 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen
Nadere informatieOnze activiteiten. Ons businessmodel
Onze activiteiten Om onze missie 'Connecting the Netherlands' efficiënt en effectief uit te voeren, hebben we onze kernactiviteiten ondergebracht in vier business areas: Aviation, Consumer Products & Services,
Nadere informatieBijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald
Bron: O. van Vliet (2017) Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald, Sociaal Bestek, nr. 6, pp. 58-59. Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Olaf van Vliet Universiteit Leiden Voor veel
Nadere informatieAanbod openbaar vervoer,
Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het treinenaanbod is tussen
Nadere informatieMiljoenennota in begrijpelijke taal
Samenvatting Miljoenennota in begrijpelijke taal D66 krijgt het voor elkaar 20180920102008_1837.adpro.indd 1 9/20/2018 10:20:25 AM Wat is de Miljoenennota? 2 Elk jaar presenteert de minister van Financiën
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 Voordat de export wegviel was er evenwicht op de
Nadere informatieSpoorboekloos reizen in de Randstad - PHS. Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat.
Spoorboekloos reizen in de Randstad - PHS Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat. Spoorboekloos reizen in de Randstad Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Spoorboekloos reizen in de Randstad Er
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 21 501-09 Transportraad Nr. 100 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage,
Nadere informatieuw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 september 2009
Aan de leden van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 2500EJ20350 uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 september 2009 onderwerp IPO-reactie bij
Nadere informatieIenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving
IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving 16 september 2014-15:25 Het ministerie van Infrastructuur en Milieu besteedt in 2015 9,2 miljard euro aan een gezond, duurzaam
Nadere informatieDoel van deze presentatie is : Akkoord op het energiemanagement actieplan voor 2017
1 Doel van deze presentatie is : Akkoord op het energiemanagement actieplan voor 2017 Inhoud Samenvatting 1. Inleiding 2. Footprint 2016 3. Gerealiseerde reductie 4. Trends en ontwikkelingen 5. KPI 2017
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3694/ 18.B394
Nadere informatieConjunctuurbericht 2 e kwartaal Research, 14 augustus 2019
Conjunctuurbericht 2 e kwartaal 2019 Research, 14 augustus 2019 Kosten stijgen in transport, prijzen blijven gelijk De druk op de marges in de transportsector blijft groot. Terwijl de helft van de bedrijven
Nadere informatieWajongers aan het werk met loondispensatie
Wajongers aan het werk met loondispensatie UWV, Directie Strategie, Beleid en Kenniscentrum Dit memo gaat in op de inzet van loondispensatie bij Wajongers en op werkbehoud en loonontwikkeling. De belangrijkste
Nadere informatieBenchmarken in de Nederlandse drinkwatersector: hoe kan dat leiden tot verbeteringen?
Benchmarken in de Nederlandse drinkwatersector: hoe kan dat leiden tot verbeteringen? Marieke de Goede, Bert Enserink (TU Delft), Ignaz Worm (Isle Utilities), Jan Peter van der Hoek (TU Delft en Waternet)
Nadere informatieInternationale varkensvleesmarkt 2012-2013
Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt
Nadere informatieGraydon Kwartaalmonitor. Kwartaal
Graydon kwartaal monitor Kwartaal 3 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 6 Vergelijking Q1-216, Q2 216 en Starters per branche 7 Opheffingen per branche 8 Faillissementen per branche
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam Brussel Parijs Nr. 124 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan
Nadere informatieDe economie van de luchtvaart; waarde voor Eindhoven? Presentatie BVM 2 25 augustus 2018, Knegsel Dr Walter J.J. Manshanden
De economie van de luchtvaart; waarde voor Eindhoven? Presentatie BVM 2 25 augustus 2018, Knegsel Dr Walter J.J. Manshanden Ontwikkeling aantal passagiers, 2008-16 Landen EU > 50 miljoen pax in 2016 Aantal
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Rookremmers 1 maximumscore 2 De genoemde bijkomende/onbedoelde (maatschappelijke)
Nadere informatieMinisterie van Infrastructuur en Milieu. Efficiencygegevens regionaal stad- en streekvervoer 19 november 2010
Ministerie van Infrastructuur en Milieu Efficiencygegevens regionaal stad- en streekvervoer 19 november 2010 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Stationsplein 1 Postbus 907 3800 AX Amersfoort Telefoon
Nadere informatieMemo. Inleiding. Ontwerpbegroting
Memo Aan: Colleges B&W en GS Fryslân Van: Bestuur Mobiliteitsbureau Noordoost Versie: 24 maart 2017 Onderwerp: Ontwerpbegroting vervoersysteem 2017-2018 Inleiding Deze memo geeft een toelichting op de
Nadere informatieCO 2 -uitstootrapportage 2011
Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding
Nadere informatieKunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht
Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven
Nadere informatie