Inhoud Stevin vwo deel 3
|
|
- Sarah Sanders
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Inhoud Stevin vwo deel 3 1 Newton en Coulomb Nadruk op de overeenkomsten tussen de twee radiale velden. 1 Het gravitatieveld 2 Gravitatie-energie 3 Het elektrisch veld volgens C3.2 D2.1 H1 Coulomb 4 Numerieke modellen 2 Kijken in het lichaam B2.4 Alle aspecten van medische beeldvorming. 1 3 Licht van Sterren 1 E2.2 E2.3 E2.4 E2.5 4 Kwantumwereld F1 1 Lichtgolven; interferentie 2 Golven of deeltjes; foto-elektrisch effect 3 Kwantumverschijnselen 4 Gevangen in een nanodwangbuis; tunneleffect Hertzsprung-Russell Wien; planck-kromme Stefan-Boltzmann zonneconstante; em-spectrum; waarnemingstechnieken 4.1 en 4.2 hoorden al bij het vorige examenprogramma. We herhalen hier alleen de hoofdzaken. 5 Los zand In dit hoofdstuk vegen we allerlei kleinigheden bij elkaar. 1 Stroomgeleiding 2 De wetten van Kirchhoff 3 Informatieoverdracht 4 Dubbel-logpapier 5 Nog losser zand D1.3 D1.2 B1.6 A12.2 C1.2 C1.3 C2.2 Notaties voor afgeleide functies Weerstandskrachten Bewegende mens; stookwaarden Hubert Biezeveld, Louis Mathot en Ruud Brouwer Alle rechten voorbehouden. Zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de auteurs mogen op geen enkele manier fragmenten uit dit boek worden overgenomen. Voor zover overname is toegestaan volgens de auteurswet van 1912, dient men de vergoeding daarvoor te regelen via onze website. stevin@stevin.info ISBN
2 1 Newton en Coulomb Volgens Gauss is een grootheid volledig bepaald als je die van alle kanten hebt bekeken en gemeten. Wiskundigen schrijven dat voor het gravitatieveld en het elektrische veld als volgt op: Je kunt de massa M binnen een gesloten oppervlak A berekenen door de veldsterkte g te sommeren over dat oppervlak. Je kunt de lading Q binnen een gesloten oppervlak A berekenen door de veldsterkte E te sommeren over dat oppervlak. Wat heeft dat met Newton en Coulomb te maken? En hoe volgen de gravitatiewet en de wet van Coulomb uit deze twee formules?
3 1.2 Gravitatie-energie Gravitatie-energie Je weet dat een steen met massa m op de hoogte h de zwaarte-energie mgh bezit. Als die steen valt, neemt de zwaarte-energie af en de kinetische energie toe. Gravitatie-energie Als we de steen niet over een kleine hoogte laten vallen, maar over een zeer grote, dan kunnen we deze formule niet gebruiken, want g heeft bij zo n val geen constante waarde. Voor die gevallen gebruiken we deze formule voor de gravitatieenergie (zie voor de afleiding Extra): Eg = G Mm gravitatie-energie r Dat minteken ziet er op het eerste gezicht raar uit, maar het is wel handig. Bij zwaarte-energie en gravitatie-energie mag je het nulpunt leggen waar je wilt. Als je bijvoorbeeld in Amsterdam een valproef doet boven een tafel, dan kies je daar E z = 0. Iemand in Almere of in Maastricht zal haar eigen tafel als nulpunt kiezen. Met de formule Eg = G M m gebruikt iedereen r hetzelfde nulpunt, namelijk bij r =. Het gaat immers alleen om verschillen in potentiële energie. Het minteken geeft aan dat een massa in de buurt van de aarde gevangen zit en dat je energie moet toevoeren om die massa aan de aarde te laten ontsnappen. Steeds verder schieten Als we een kogel afschieten, krijgen we een parabolische baan. Dan beschouwen we het aardoppervlak als plat. Bij hoge snelheden moet je rekening houden met de kromming van de aarde. Newton bewees al dat de baan dan een ellips is. Bij precies 7,9 km/s ontstaat een cirkelbaan en bij snelheden tussen 7,9 km/s en 11,2 km/s weer een ellips, De ontsnappingssnelheid Als je een ruimtecapsule naar een andere planeet wilt sturen, moet er voldoende kinetische energie aanwezig zijn om hem van de aarde los te maken. Die energie wordt door de stuwraketten geleverd, maar die zijn op betrekkelijk kleine hoogte al uitgewerkt. We kunnen daarom stellen dat de capsule op zeeniveau (bij r = R) al de ontsnappingssnelheid v o moet hebben. (E k + E g ) zeeniveau = (E k + E g ) oneindige 1 2 mm 1 2 mv G = mv R 2GM 2GM v > ofwel v0 = = R R 2gR Geostationaire banen TV-satellieten (op ongeveer zeven aardstralen van het middelpunt van de aarde, dus r 2 = 49 keer zo groot) ondervinden daar een aantrekkingskracht die maar 1 is van de aantrekkingskracht vlakbij 49 de aarde. De waarde voor g is daar 9,8 49 = 0,2 m/s2. Als je die waarden voor r en g gebruikt in 2 mv mg =, vind je voor de omlooptijd de r gewenste 24 uur. Dan lijken deze satellieten stil te staan ten opzichte van de draaiende aarde. maar nu staat de aarde in het andere brandpunt. Bij 11,2 km/s gaat de ellips open en is de baan een parabool, de kogel verdwijnt in de ruimte. Bij nog grotere snelheden is de baan een hyperbool. Die 11,2 km/s geldt overigens alleen voor een raket die kort brandt, voor een schot dus. Als je genoeg brandstof hebt, kun je ook met kleinere snelheden van start gaan.
4 4 2 Kijken in het lichaam 2.2 De MRI-scanner MRI is een afkorting voor Magnetic Resonance Imaging. Een MRI-scanner bevat zeer sterke magneten. Die hebben invloed op de waterstofkernen in een lichaam, want dat zijn ook kleine magneten. Modellen voor MRI Om de werking van MRI duidelijk te maken, kijken we eerst hoe een kompasnaald reageert als we er een staafmagneet bij in de buurt brengen. Je weet dat gelijke polen elkaar afstoten en dat ongelijke elkaar aantrekken. De naald zal met een vaste frequentie slingerend tot stilstand komen en uiteindelijk 90 gedraaid zijn. Hoe sterker het magneetveld, hoe nerveuzer de naald slingerend tot stilstand komt. De frequentie van de trilling is dan hoog. Met een tweede staafmagneet kun je de kompasnaald weer aan het slingeren krijgen. Je moet die staafmagneet dan precies met dezelfde frequentie heen en weer bewegen als waarmee de kompasnaald slingerend tot stilstand kwam (je zorgt dan dus voor resonantie). Als die bewegende magneet plotseling wordt weggehaald, zal de naald weer slingerend zijn oude stand opzoeken. Op staat een fraaie applet over deze proef. Je kunt de waterstofkernen, de protonen, ook opvatten als draaiende tolletjes. Als een magneetveld wordt aangezet, zijn er twee draairichtingen mogelijk: met de draaias in de richting van het magneetveld of de draaias tegen de klok in. We noemen dat: spin up ( ) of spin down ( ). We zouden dit de lage en de hoge energietoestand kunnen noemen. De verdeling van de protonen over beide energietoestanden is niet gelijk, want in de natuur wordt altijd gestreefd naar het laagste energieniveau. Daarom zijn er meer protonen met spin up ( ) dan met down ( ). Er is een overschot aan protonen met spin up. Maak je het magneetveld sterker, dan zal de resonantiefrequentie toenemen. Maar ook het aantal protonen in de lage energietoestand zal toenemen. Dat overschot is namelijk evenredig met de sterkte van het magneetveld. MRI werkt met dit overschot aan protonen, want de overige protonen heffen elkaars werking op. Dat is ook de reden waarom systemen met sterkere magneten betere plaatjes maken dan systemen met een lagere magneetveldsterkte. Er doen eenvoudigweg meer protonen mee aan het proces. Het kost energie om een proton van naar om te zetten. Dat omklappen van de spin gebeurt met radiogolven. Die golven moeten wel de juiste frequentie hebben (resoneren); anders lukt het omklappen niet. Als de radiogolven zijn uitgezet, vallen de protonen terug in de lage energietoestand (spin up) en zenden daarbij straling uit. Vergelijk dit met de kompasnaald in het eerste model die zijn oude stand opzocht nadat de bewegende magneet was weggehaald.
5 2.2 De MRI-scanner 5 De MRI-scanner Het overschot aan protonen in de lage energietoestand bij een MRI systeem met een 1,5 T sterke magneet lijkt niet groot: slechts 9 per miljoen. Maar omdat er zo verschrikkelijk veel protonen in het lichaam aanwezig zijn, is het overschot per kg. MRI gebruikt de waterstofkernen omdat deze kernen in vergelijking met kernen van andere elementen het beste reageren op het aangelegde magneetveld. Door de radiopuls (een wisselend magneetveld met precies de juiste frequentie) komen de protonen in de hogere energietoestand. Als de radiopuls voorbij is, zullen de protonen weer terug slingeren naar hun laagste energietoestand en daarbij radiostraling afgeven. Het terug slingeren duurt even: de relaxatietijd. De radiostraling die hierbij vrijkomt, wordt met gevoelige ontvangers (spoelen) waargenomen en omgezet in een beeld. Een waterstofatoom kan zeer sterk gebonden zijn, zoals in vetweefsel, maar ook zwak gebonden, zoals in water. De sterk gebonden protonen geven hun energie veel sneller af aan hun omgeving dan de zwak gebonden protonen. Het tempo waarmee ze hun energie afgeven is daarom ook anders. Hoe sterker het vaste magneetveld, hoe meer waterstofatomen in resonantie kunnen komen en hoe duidelijker het signaal zal zijn dat de ontvanger oppikt. 2. Een wisselend magneetveld (de radiogolven) Dit veld wordt door middel van een wisselstroom in een kleinere spoel tot stand gebracht. Als de wisselstroom loopt, staat de ontvanger uit en omgekeerd. Dit wisselende magneetveld moet de waterstofkernen in resonantie brengen. 3. Het gradiëntveld Als het vaste magneetveld overal hetzelfde is, dan zullen alle protonen in het lichaam een signaal terug sturen. Hoe kun je dan weten of het signaal uit het hoofd komt? Met het derde magneetveld (van de zogenaamde gradiëntspoelen) wordt de sterkte van het vaste eerste magneetveld als functie van de plaats gevarieerd. Stel dat door dit derde magneetveld de sterkte van het magneetveld in een plak van het hoofd van de patiënt groter is dan ergens anders. De frequentie van de radiogolven die de waterstofkernen in het hoofd moeten laten omklappen zal dan iets hoger zijn dan in de rest van het lichaam. Ook de frequentie van de natrillende waterstofkernen zal hoger zijn. Op deze wijze is uit de frequentie waarmee de waterstofkernen natrillen, de positie waar het signaal vandaan kwam te achterhalen. De frequentie van de natrillende waterstofatomen wordt, behalve door de sterkte van het magneetveld, ook beïnvloed door het type weefsel (water of vet) en een eventueel ingespoten contrastvloeistof. In een MRI-scanner worden drie typen magneetvelden gebruikt. 1. Het vaste sterke magneetveld Dit veld wordt door (supergeleidende) stroomspoelen tot stand gebracht. Het is nodig omdat er dan meer waterstofatomen in het lichaam van de patiënt beschikbaar zijn om aan te kunnen meten. Tijdens het MRI-onderzoek maken de magneetspoelen harde, kloppende geluiden. Die worden veroorzaakt door het in- en uitschakelen van de stroom in de gradiëntspoelen. Hoewel die star in een soort hars zijn ingebakken, zijn de krachten groot genoeg om de spoelen te laten trillen. Daarom krijgt de patiënt oordoppen in of een koptelefoon met muziek op. Een MRI-onderzoek kan soms wel een uur duren. Al die tijd mag je niet bewegen.
6 4 Kwantumwereld Iedereen weet dat je om spoken te vinden naar oude kastelen met dikke muren moet gaan, zoals dit kasteel van Dracula in Transsylvanië. Waarom is de kans bij jou thuis veel kleiner?
7 4.4 Gevangen in een nanodwangbuis; tunneleffect Gevangen in een nanodwangbuis; tunneleffect We krijgen met kwantumverschijnselen te maken als deeltjes (elektronen bijvoorbeeld) opgesloten zitten in kleine ruimtes. Een nanodwangbuis Bekijk een deeltje dat alleen maar heen en weer kan bewegen in een dicht buisje met lengte L. Dat staat model voor een elektron in een langgerekt molecuul of voor een elektron in een metaaldraadje. Klassiek kan het elektron zich overal in de buis tussen 0 en L bevinden en alle mogelijke snelheden en energieën bezitten. Hoe zit dat in de kwantumfysica? De golffunctie ψ moet aan de uiteinden nul zijn, want anders zou ψ 2 daar niet nul zijn en zou het deeltje buiten de buis gevonden kunnen worden; ψ 2 bepaalt immers de kans daarop. Uit deze twee randvoorwaarden zal volgen dat de snelheid niet alle waarden kan aannemen en de energie dus ook niet. Beide blijken gekwantiseerd, beide kunnen niet alle waarden aannemen. De energietoestanden in de dwangbuis Een elektron in zo n buisje heeft alleen maar kinetische energie; de potentiële energie mag je nul kiezen. Dat doen we ook bij een valbeweging, mgh kies je nul op de grond. Dat komt doordat we eigenlijk alleen maar geïnteresseerd zijn in energieverschillen. Denk aan de elektronsprongen in het klassieke atoommodel. De kinetische energie kunnen we vinden via de voorwaarde van het precies passen. Dit betekent: L = n (½ h/mv) en dus nh v = 2mL Voor de kinetische energie en dus ook de totale energie van toestand n vind je: nh n h 2 n 2 2 En = mv = m = 2 ml 8 ml 1 h Hieruit volgt: E1 = en 2 8mL E 2 = 4E 1 ; E 3 = 9E 1 ; E 4 = 16E 1 enz. 2 Stationaire toestanden vind je als je de eis stelt: L = n ½ λ b Hierin is λ b de debrogliegolflengte. Met andere woorden: een half λ b moet een geheel aantal keren passen op de lengte van de buis L. Omdat het deeltje niet uit het nanobuisje kan ontsnappen, tekenen we het als een put met oneindig hoge en oneindig dikke wanden. De grafieken van ψ en ψ 2 voor de eerste drie gevallen gaan er dan zo uitzien: Een deeltje in een doosje Stationaire toestanden voor een deeltje in een nanodoosje (een molecuul bijvoorbeeld), vind je door te eisen dat λ b in drie richtingen x, y en z past. Dan verandert de uitdrukking voor de energie in: E n h n n x y n z = m Lx Ly L z
8 5 Los zand Een vrij onbekende stofeigenschap van zand en aarde is de soortelijke geleidbaarheid. Waarom is behalve een fruitteler ook de technische recherche in de waarde hiervan geïnteresseerd?
9 5.1 Stroomgeleiding Stroomgeleiding Aardwetenschappers herkennen grondsoorten aan de korrelgrootte, de zuurgraad (ph), de water absorptie en de elektrische geleidbaarheid. Elektrische geleidbaarheid De geleidbaarheid G van een bepaalde grondlaag geeft aan hoe goed die laag elektriciteit kan geleiden. Het is in feite niets anders dan het omgekeerde van de elektrische weerstand R die je al eerder hebt leren kennen. G = 1 geleidbaarheid R De eenheid van G is Ω -1 of Siemens (S), maar mho (ohm achterstevoren) mag ook. De wet van Ohm kunnen we dus op twee manieren schrijven: U = I R of I = G U wet van Ohm Bij metaaldraden is de soortelijke weerstand ρ de stofeigenschap die bepaalt in welke mate een stof de stroom geleidt. Bij aardlagen spreekt men over de soortelijke geleidbaarheid σ. De soortelijke weerstand en de soortelijke geleidbaarheid zijn ook elkaars omgekeerde: σ = 1 ρ De eenheid van ρ is Ωm dus van σ is hij S/m. Ga dat na. Water De geleidbaarheid is een goede indicator voor de hoeveelheid in water opgeloste zouten. Er is een apparaatje te koop de salinometer waarmee je de kwaliteit van drinkwater in ms/m of µs/cm kunt vaststellen. Maar met twee elektroden, een batterij en een weerstandsmeter lukt het ook. Regenwater geleidt bijna niet; de geleidbaarheid is zeer laag (bijna 0 µs/cm). Grondwater bezit een geleidbaarheid van 200 tot meer dan 1500 µs/cm. Grondwater met grote geleidbaarheid wordt in de ondiepe lagen vooral aangetroffen nabij de kust en bij diepere grondwaterwinningen. Enkele andere voorbeelden: gedestilleerd water heeft een geleidbaarheid van 50 µs/cm, drinkwater in Amsterdam komt op 500 µs/cm en zeewater op µs/cm. In de tuinbouw wordt de geleidbaarheid van het water goed in de gaten gehouden. Een te hoog zoutgehalte (te grote geleidbaarheid) heeft een negatieve invloed op het gewas. Elke teelt stelt zijn specifieke eisen voor de geleidbaarheid. teelt σ (µs/cm) tomaat aardbeien Elektrische schakelingen In de elektrotechniek wordt de geleidbaarheid weinig gebruikt. Maar als je aan parallelschakelingen moet rekenen, kan het handig zijn om met de geleidbaarheid te werken. De formule voor de vervangingsweerstand R v bij een parallelschakeling is: = Rv R1 R2 Met behulp van de geleidbaarheid G = R 1 ziet de formule er voor het totale geleidingsvermogen G v in een parallelschakeling simpeler uit: G v = G 1 + G parallelschakeling
10 10 Opgaven Opgaven Deze opgaven zijn een selectie uit de opgaven van alle hoofdstukken uit dit deel 3. Sommige horen bij een paragraaf en zijn dus volgens ons redelijk simpel; andere zijn pittiger en horen bij een hoofdstuk. 1 In De reis naar de maan van Jules Verne blijkt de aarde een tweede maan te hebben op 8140 km hoogte boven het aardoppervlak. a Welke waarde heeft g op die hoogte? Die maan volbrengt haar omloop in 3 uur en 20 minuten. b Toon aan dat die tijd anderhalf uur langer zou moeten zijn. Aan het begin van de reis sterft de hond Wachter. Die wordt overboord gezet en vliegt mee met de raket. c Leg uit of dat klopt. Verne dacht dat de reizigers op één moment gewichtloos zouden zijn. d Leg uit of dat klopt. e Bereken de plaats van het punt tussen aarde en maan waar de zwaartekracht nul is. 2 Met welke elektrische grootheid komt de gravitatieversnelling g overeen? 6 Bij sommige kernen kan een elektron de kern in worden getrokken (elektronvangst). a Beweegt het elektron daar sneller of langzamer dan voorheen? Leg uit. Een elektron met kinetische energie 80 ev passeert een potentiaalput met E = 20 ev. b Bereken welke debrogliegolflengte het had en welke het even krijgt. 7 Ultrageluid, uitgezonden door de transducer, dringt vanuit de lucht het lichaam in. a Waarom wordt een gel gebruikt? b Verandert de geluidsnelheid? c Verandert de frequentie van het geluid? d Verandert de golflengte van het geluid? 8 Een STM is ideaal als een metaaloppervlak moet worden afgetast. 3 De afstand tussen de twee protonen in een waterstofmolecuul is m. In een heliumkern is die afstand m. - Bereken in beide gevallen de waarde van F e. 4 In een krantenartikel wordt een nieuw deeltje gemeld met lading: 9, C. a Waarom zal dit een drukfout zijn? Quarks komen niet los voor. Een neutron 2 bestaat uit drie quarks: een up-quark met + e 3 en twee down-quarks. b Wat is de lading van een down-quark? c Bereken de kracht waarmee twee van de drie elkaar afstoten. a Kan de tip ook van koolstof gemaakt worden? b Wat zie je op het scherm als de tip afbreekt en het preparaat een bergje vertoont? Meestal wordt de opstelling opgehangen om trillingen te voorkomen. c Noem een andere manier om dat te bereiken. 5 Toon aan dat de eenheden kloppen in beide onbepaaldheidsrelaties.
11 Extra / Doen 11 Extra / Doen De grafiek van de coulombkracht De grafiek van F e tegen r ziet er rond een geladen holle bol zo uit: Binnen de bol heerst géén elektrisch veld (kooi van Faraday). De kracht op een proeflading is daar dan ook nul. Deze grafiek is niet erg handig als je met een proef wilt bewijzen dat de wet van Coulomb klopt. Is de gevonden grafiek wel de goede kromme? Een kromme lijn lijkt immers al gauw op een andere kromme lijn. Dan kun je beter F tegen r 2 uitzetten of logf tegen logr want dat levert hopelijk een rechte lijn op. - Leg uit dat de grafiek van logf e tegen logr een rechte lijn is met een helling 2. Een zelfbouwsensor voor σ Schuur twee koperen plaatjes (de elektroden) en hang ze in het filtraat van de potgrond op steeds 1,0 cm van elkaar. Sluit ze aan op 1,00 V wisselspanning. Meet de stroomsterkte met een ampèremeter. a Leg uit dat de meter nu de de soortelijke geleidbaarheid σ aangeeft in S/cm. Maak een standaardoplossing om je sensor te ijken. Los daarvoor 1,005 g NaCl op in 1,000 L gedestilleerd water. De σ van deze oplossing is 2,000 ms/cm. Spoel de elektroden af en hang ze in de standaardoplossing. b Geeft de meter 2,0 ma aan? Zo niet, bepaal de afwijking. Houd met deze afwijking rekening bij de rest van de proef. c Meet met deze sensor de σ van de potgrond. Vergeet niet om de elektroden eerst goed af te spoelen. Met je i-phone in de Python Ga met je i-phone in een kermisattractie en meet met een geschikte App de versnellingen. Op vind je bij Tips en trucs aanwijzingen. Een proef met de wet van Coulomb Hang een kogeltje op aan een lange dubbele draad met lengte l. In de buurt staat een tweede kogeltje op een isolerend voetje. Projecteer hun schaduw op een scherm. Als je beide kogeltjes laadt, zal het eerste kogeltje uitwijken. Meet de afstand r op het scherm tussen hun middelpunten en de de uitwijking d. Als d klein is ten opzichte van l, is d evenredig met de elektrische kracht: d ~ F e. (Zie Extra voor het bewijs daarvan). Zet d uit tegen r 2. Als de wet van Coulomb klopt, zal dat een rechte lijn door de oorsprong opleveren.
12 12 Toets Toets 1 De schwarzschildstraal Om een zwart gat met massa M kun je een bol met straal R s (de schwarzschildstraal) denken waarbinnen niets te zien is. Op de rand van die bol is de ontsnappingssnelheid gelijk aan de lichtsnelheid. Licht kan dus niet uit de bol ontsnappen. a Druk R s uit in G, M en c. b Welke straal zou de zon moeten hebben zodat hij een zwart gat zou zijn? Anders gezegd: bereken de schwarzschildstraal van de zon. Stel dat de zon zover gekrompen zou zijn. c 1 Welke invloed zou dat hebben op dag en nacht? c 2 Hoe lang zou een jaar dan duren? 2 Een atoom We vergelijken een zeker atoom met een nanoblokje dat één elektron bevat. Voor de energieniveau s geldt: E = (n n n 3 2 ) 2 ev 3 Een radiopuls MRI is tv kijken met een radio, zei een radioloog eens. a Verklaar deze uitspraak. Om nog betere beelden te verkrijgen, kun je een contrastvloeistof en/of een contrastgas toevoegen. Verschillende soorten weefsels zullen hierdoor een ander signaal geven. Een voorbeeld van zo n contrastvloeistof is 129 Xe, waarmee opvallend duidelijke beelden kunnen worden gemaakt van longen en bloedvaten. b Welke eigenschap van de weefsels zal door de contrastvloeistof worden veranderd? A de thermische eigenschap; B de elektrische eigenschap; C de magnetische eigenschap? In vetweefsel is het energieverschil tussen spin up en spin down bij een proton 2, ev. c Bereken de frequentie van de radiopuls die nodig is om het proton in de hoogste energietoestand te krijgen. d Welke golflengte heeft het foton dat vrijkomt als het proton weer naar het laagste energieniveau terug springt? a Hoeveel niveau s zitten er tussen niveau 111 en niveau 222? b Is de figuur ongeveer op schaal? c Bereken welke kleur wordt uitgezonden bij een overgang tussen die twee niveau s. d Bereken de onbepaaldheid in de energie van het foton als je weet dat het atoom 2, s op het hoogste niveau bleef.
13 Onze plannen In Stevin vwo deel 3 behandelen we de nieuwe onderwerpen voor het Centraal Examen. Dit zijn: B2.4 Medische beeldvorming C3.2 Gravitatiekracht en gravitatie-energie; ontsnappingssnelheid. D2.1 Radiale elektrische veld. Coulomb. E2.2 Licht van sterren; Hertzsprung-Russell. E2.4 Stefan-Boltzmann; zonneconstante. E2.5 Totale em-spectrum; waarnemingstechnieken. F1 Kwantumwereld. Allerlei kleinigheden zoals de wetten van Kirchhoff en de regels voor elektrische geleiding. Die kleinigheden komen ook als apart downloadbare bestanden op onze site te staan. Op onze site geven we precies aan welke hoofdstukken en paragrafen van de delen 1 en 2 nog geldig zijn. Twee voorbeelden: Hoofdstuk 7 Energie en arbeid uit deel 1 is nog in zijn geheel bruikbaar. Aan een paar kleinigheden zoals stookwaarden moet nog wat extra aandacht besteed worden. Hoofdstuk 4 Kromme banen uit deel 2. Een flink deel hiervan is nog bruikbaar bij C3.2 Gravitatie, maar voortdurend heen-en-weer bladeren tussen twee boeken leidt tot chaos. Wat we nodig hebben uit dit hoofdstuk komt dus in zijn geheel terug in deel 3. We zorgen ervoor dat er niet voortdurend heen-en-weer gebladerd hoeft te worden tussen deel 3 en de delen 1 en 2. Keuzeonderwerpen SE E1 Stoffen en materialen. Verplicht. E3 Kern- en deeltjesprocessen; behoudswetten. F2 Relativiteitstheorie. G1 Biofysica. De NiNa-module is onbruikbaar. G2 Geofysica. Nagaan wat er van NiNa bruikbaar is. I Onderzoek en ontwerp. Verplicht. We verwachten niet dat er een school is die al in vwo 4 met de keuzeonderwerpen begint. Daar nemen we dus mooi de tijd voor. We zijn nu van plan voor alle zes de onderwerpen een aparte kleine module te maken die los besteld kan worden. Tot slot: u kunt ervan uitgaan dat Stevin ook op tablets en laptops bruikbaar zal zijn. Heeft u nog vragen? Stel ze ons via stevin@stevin.info.
14 Stevin vwo deel 1 Inhoud NiNa Opmerkingen over tekst Opgaven die 1 Bewegen 1 Meten van tijden en afstanden 2 Grafieken en formules; snelheid 2 Versnellen 1 Vallen in lucht en vacuüm 2 Optrekken en remmen 3 Drie wetten van Newton 1 De traagheidswet van Newton 2 De krachtwet van Newton 3 De actie/reactiewet van Newton 4 Vectoren en hefbomen 1 Scalars en vectoren 2 Krachten in evenwicht 3 Hefbomen, katrollen en tandwielen kunnen vervallen C1.1,2 Dit hele hoofdstuk hoort bij het CE. 8, 9, 10, 36, 37, T1 C1.1,2 C1.4-6 Weliswaar hoort x = ½gt 2 niet bij de examenstof, maar wij zien geen andere manier om het begrip versnelling te introduceren. p. 48 kan worden overgeslagen. Het hele hoofdstuk hoort bij het CE, inclusief de leestekst over gewicht. C en 4.2 horen bij het CE. Hefbomen etc. uit 4.3 hoort niet meer bij de stof. 5 Spiegels en lenzen Dit hoofdstuk is bij het CE en het SE vervallen. 6 Stroom, spanning en weerstand D1.1,3,4 Het hele hoofdstuk hoort bij het CE. De wetten van Kirchhoff en 1 De wet van Ohm 1 2 Serie en parallel G = en G serie = ΣG worden behandeld R 3 De huisinstallatie in deel 3. 7 Energie en arbeid 1 Kinetische energie en zwaarte-energie 2 Energie-omzettingen en arbeid 3 Energie in het verkeer / vermogen C2.1,2 Het hele hoofdstuk hoort bij het CE. In deel 3 de formules voor E chem i.v.m. de stookwaarden uit tabel 28A. Ook nog aandacht besteden aan energieomzettingen bij de bewegende mens. 8 Radioactiviteit 1 Ioniserende straling 2 Toepassingen en gevaren 3 Kernenergie B2.1-3 De paragrafen 8.1 en 8.2 horen bij de stof i.v.m. medische beeldvorming. Van 8.3 hoort alleen p. 227 bij het CE; maar E = mc 2 niet. De formule ln2 A = N t 1 staat in Extra. 2 De rest van 8.3 kan gebruikt worden voor het niet-verplichte SE-domein E3. 9 Signaalverwerking Dit hoofdstuk is bij het CE en het SE vervallen. 10 Algemene technieken Het hele hoofdstuk hoort bij de stof. 1 Afronden en rekenen A In deel 3 het dubbel-log papier toevoegen. 2 Modellen maken C1.7 3, 4, 11, 12, 21, 31, 33, 18, 29, 33, T3 19 t/m t/m 48 T2, T3 45, 46, 52 t/m 58 model 5
15 Stevin vwo deel 2 Inhoud NiNa Opmerkingen over tekst Opgaven die 1 Gassen 1 Kracht en druk 2 De gaswet van Boyle 3 De algemene gaswet Dit hoofdstuk is voor het CE vervallen. Sommige onderdelen kunnen op het SE wel aan de orde komen bij het verplichte subdomein E1: eigenschappen van stoffen en materialen. 2 Energie en warmte Dit hoofdstuk is vervallen voor het CE. 3 Trillen en slingeren 1 Dansen en zwaaien 2 De u(t)-grafiek van de harmonische trilling B1.1,2,4,5 Het hele hoofdstuk hoort bij het CE, behalve de formule voor de slinger en de formules voor de energie op p Kromme banen 1 De kogelbaan 2 De middelpuntzoekende kracht C3.1,2 4.1 hoort niet meer bij de stof. 4.2 hoort er wel bij i.v.m. (kunst)manen, maar deze paragraaf komt ook in deel 3. 5 Licht en zicht Dit hoofdstuk is vervallen voor het CE. 6 Golven en golfoptica 1 Golven; geluid 2 Interferentie van golven; muziekinstrumenten 3 Lichtgolven 7 Elektromagnetisme 1 Magneten en elektromagneten 2 De lorentzkracht 3 Spoelen in magneetvelden 8 Inductie 1 Inductiespanning 2 De transformator 9 Versnellen en afbuigen 1 Statische elektriciteit 2 Versnellen 3 Afbuigen in velden 10 Atomen 1 Fotonen 2 Spectra B1.3-5 F1.1 D2.3,4 6.1 en 6.2 horen bij de stof, maar p. 127 kan vervallen. Van 6.3 vervalt het tralie. Het hele hoofdstuk hoort bij het CE. D hoort wel bij de stof, maar effectieve waarden van U en I zijn vervallen. D2.1,2 E2.1,3 F1.2,5 8.2 hoort er niet meer bij. Het hele hoofdstuk hoort bij het CE, behalve de formules voor de plaatcondensator. Het radiale veld en de wet van Coulomb worden behandeld in deel 3. Het hele hoofdstuk hoort (op een paar kleinigheden na) bij het CE. kunnen vervallen 5, 9, 10, 11, 14, 30 t/m 33, 38, T1 16, 21, 22, t/m 35, 37, 38, 40, 41, 42 t/m 46 T3 2, 8, T1, T3
16 Het nieuwe programma moet in mag Domein Subdomein CE SE in SE A Vaardigheden X X B1 Informatieoverdracht X X B Golven B2 Medische beeldvorming X X C1 Kracht en beweging X X Beweging en C C2 Energie en wisselwerking X X wisselwerking C3 Gravitatie X X D1 Elektrische systemen X X D Lading en veld D2** Elektrische en magnetische velden X X E1 Eigenschappen van stoffen en materialen X E Straling en materie E2 Elektromagnetische straling en materie X X E3* Kern- en deeltjesprocessen bk* F G H I Quantumwereld en relativiteit Leven en aarde Natuurwetten en modellen Onderzoek en ontwerp F1 Quantumwereld X X F2* Relativiteitstheorie bk* G1* Biofysica bk* G2* Geofysica bk* I1 Experiment X I2 Modelstudie X I3 Ontwerp X X X * bk = beperkte keuze: uit deze vier subdomeinen worden er twee gekozen. Let op: E1 en I zijn verplicht voor het SE. ** Tijdelijke afwijking voor 2016 en In het centraal examen van 2016 en 2017 zullen GEEN vragen worden gesteld over subdomein D2. Het onderwerp mag wel getoetst worden in het SE, maar dat is niet verplicht. Meer informatie hierover is te vinden in de handreiking van SLO. NB Het feit dat het hier een tijdelijke afwijking betreft, houdt in dat er vanaf het centraal examen van 2018 wel vragen gesteld kunnen worden over subdomein D2.
formules havo natuurkunde
Subdomein B1: lektriciteit De kandidaat kan toepassingen van het gebruik van elektriciteit beschrijven, de bijbehorende schakelingen en de onderdelen daarvan analyseren en de volgende formules toepassen:
Nadere informatieHoofdstuk 6: Elektromagnetisme
Hoofdstuk 6: lektromagnetisme Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 6: lektromagnetisme Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. lektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige
Nadere informatieInhoud. 1 Inleiding 13. 1 energie 19
Inhoud 1 Inleiding 13 1 onderzoeken van de natuur 13 Natuurwetenschappen 13 Onderzoeken 13 Ontwerpen 15 2 grootheden en eenheden 15 SI-stelsel 15 Voorvoegsels 15 3 meten 16 Meetinstrumenten 16 Nauwkeurigheid
Nadere informatieElektro-magnetisme Q B Q A
Elektro-magnetisme 1. Een lading QA =4Q bevindt zich in de buurt van een tweede lading QB = Q. In welk punt zal de resulterende kracht op een kleine positieve lading QC gelijk zijn aan nul? X O P Y
Nadere informatieBegripsvragen: Elektrisch veld
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.4 Elektriciteit en magnetisme Begripsvragen: Elektrisch veld 1 Meerkeuzevragen Elektrisch veld 1 [V]
Nadere informatieDe Broglie. N.G. Schultheiss
De Broglie N.G. Schultheiss Inleiding Deze module volgt op de module Detecteren en gaat vooraf aan de module Fluorescentie. In deze module wordt de kleur van het geabsorbeerd of geëmitteerd licht gekoppeld
Nadere informatieHoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/2012. www.lyceo.nl
Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige beweging Trilling en
Nadere informatieLANDSEXAMEN VWO
Examenprogramma NATUURKUNDE V.W.O. LANDSEXAMEN VWO 2018-2019 1 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen wordt afgenomen in één zitting
Nadere informatieHoofdstuk 8 Hemelmechanica. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 8 Hemelmechanica Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 8.1 Gravitatie Geocentrisch wereldbeeld - Aarde middelpunt van heelal - Sterren bewegen om de aarde Heliocentrisch wereldbeeld
Nadere informatieNATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK
NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 8 29/04/2011 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (32 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuigen van geladen
Nadere informatie7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss
7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss Berekening van electrische flux Alleen de component van het veld loodrecht op het oppervlak draagt bij aan de netto flux. We definieren de electrische
Nadere informatieExamenprogramma natuurkunde vwo
Examenprogramma natuurkunde vwo Ingangsdatum: schooljaar 2013-2014 (klas 4) Eerste examenjaar: 2016 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma
Nadere informatieLeerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.
Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je
Nadere informatieDeze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1
Vraag 1 Twee stenen van op dezelfde hoogte horizontaal weggeworpen in het punt A: steen 1 met een snelheid v 1 en steen 2 met snelheid v 2 Steen 1 komt neer op een afstand x 1 van het punt O en steen 2
Nadere informatieOpgave 1 Koolstof-14-methode
Eindexamen havo natuurkunde pilot 04-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Koolstof-4-methode maximumscore 3 antwoord: aantal aantal aantal massa halveringstijd
Nadere informatieHoofdstuk 9: Radioactiviteit
Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige
Nadere informatietoelatingsexamen-geneeskunde.be
Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op
Nadere informatieHoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 12 Elektrische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 12.1 Elektrische kracht en lading Elektrische krachten F el + + F el F el F el r F el + F el De wet van Coulomb q Q
Nadere informatieToets Wetenschap en Techniek groep 8 SAM
Toets Wetenschap en Techniek groep 8 SAM Magnetisme 1. magneten trekken de volgende stoffen aan (zet een cirkel om de goede antwoorden): A. hout B. ijzer C. plastic D.kurk E.staal F. koper G. porselein
Nadere informatie4) De verhouding bereken van de straal en de ringen van Saturnus en dus is het veel kleiner dan een DVD => 1punt analoog antwoordmodel.
Notulen examenbespreking Nina examen vwo 2012 VWO Natuurkunde pilot 2012 I 22 mei 2012 Steekproef nagekeken examens: Sted Gym Nijmegen: 13 lln 45 punten 3 onv Coornhert Gym Gouda: 11 lln 50 punten 0 onv
Nadere informatieoefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.
Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Elektrisch veld In de vacuüm gepompte beeldbuis van een TV staan twee evenwijdige vlakke metalen platen
Nadere informatieMkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.
Mkv Magnetisme Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. In een punt P op een afstand d/2 van de rechtse geleider is
Nadere informatieJuli blauw Vraag 1. Fysica
Vraag 1 Beschouw volgende situatie in een kamer aan het aardoppervlak. Een homogene balk met massa 6, kg is symmetrisch opgehangen aan de touwen A en B. De touwen maken elk een hoek van 3 met de horizontale.
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11699 8 juni 2012 Rectificatie Examenprogramma natuurkunde vwo van 28 april 2012, kenmerk VO2012/389632 In de regeling
Nadere informatieBegripsvragen: Cirkelbeweging
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: Cirkelbeweging 1 Meerkeuzevragen 1 [H/V] Een auto neemt een bocht met een
Nadere informatieXXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS
XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS 22 juli 1999 70 --- 13 de internationale olympiade Opgave 1. Absorptie van straling door een gas Een cilindervormig vat, met de as vertikaal,
Nadere informatieVoorkennistoets De Bewegende Aarde Voorkennis voor het basisdeel H1, H2, H3
Voorkennistoets De Bewegende Aarde Voorkennis voor het basisdeel H1, H2, H3 A. wiskunde Differentiëren en primitieve bepalen W1. Wat is de afgeleide van 3x 2? a. 3x b. 6x c. x 3 d. 3x 2 e. x 2 W2. Wat
Nadere informatieEindexamen vwo natuurkunde pilot 2012 - I
Eindexamen vwo natuurkunde pilot 0 - I Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. maximumscore 4 De weerstanden verhouden zich als de
Nadere informatieDeze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!
NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 03/05/2010 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Eerste elektromotor
Nadere informatieUitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)
Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),
Nadere informatieBeste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.
Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag van het vak Natuurkunde vwo, eerste tijdvak (2016). In dit examenverslag proberen we zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende vraag: In hoeverre
Nadere informatienatuurkundeprogramma s vanaf 2013
natuurkundeprogramma s vanaf 2013 Regionaal Steunpunt Zuid-Holland Delft, 16 januari 2013 Maarten Pieters uitgangspunten vernieuwingen bètavakken www.betanova.nl/documentatie/achtergrond (wetenschappelijke)
Nadere informatieNewton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting
Newton - HAVO Elektromagnetisme Samenvatting Het magnetisch veld Een permanente magneet is een magneet waarvan de magnetische werking niet verandert Een draaibare kompasnaald draait met zijn noordpool
Nadere informatieELEKTROMAGNETISCHE STRALING
ELEKTRODYNAMICA 1. INLEIDING... 3 2. SPANNING... 5 3. DE STROOMSTERKTE... 6 4. DE WEERSTAND... 7 5. STROOMSCHEMA'S... 8 6. WEERSTANDEN SCHAKELEN...11 7. ENERGIE EN VERMOGEN... 13 7.1. ENERGIE EN JOULE-EFFECT...13
Nadere informatie-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer.
Extra opgaven hoofdstuk 7 -Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Gebruik eventueel gegevens uit tabellenboek. Opgave 7.1 Door
Nadere informatieOplossing examenoefening 2 :
Oplossing examenoefening 2 : Opgave (a) : Een geleidende draad is 50 cm lang en heeft een doorsnede van 1 cm 2. De weerstand van de draad bedraagt 2.5 mω. Wat is de geleidbaarheid van het materiaal waaruit
Nadere informatienatuurkunde vwo 2018-II
Mechanische doping maximumscore 5 uitkomst: V =,7 0 m 4 3 voorbeeld van een berekening: Er geldt: Enuttig = Pt = 50 0,5 = 5 Wh. Enuttig 5 Dus geldt: Ein = = = 56 Wh. η 0,80 De batterij heeft een energiedichtheid
Nadere informatieTentamen Natuurkunde A. 9.00 uur 12.00 uur woensdag 10 januari 2007 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs. Vul Uw gegevens op het deelnameformulier in
Tentamen Natuurkunde A 9. uur. uur woensdag januari 7 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs Aanwijzingen: Vul Uw gegevens op het deelnameformulier in Dit tentamen omvat 8 opgaven met totaal deelvragen Maak elke opgave
Nadere informatieOpgave 1 Golven op de bouwplaats ( 20 punten, ) Een staalkabel met lengte L hangt verticaal aan een torenkraan.
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Opleiding Elektrotechniek EE1200-B - Klassieke en Kwantummechanica - deel B Hertentamen 13 maart 2014 14:00-17:00 Aanwijzingen:
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II
Eindexamen natuurkunde -2 havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave Slijtage bovenleiding uitkomst: m =,87 0 6 kg Het afgesleten volume is: V = (98,8 78,7) 0-6 5200 0 3 2 = 2,090 0 2 m 3. Hieruit volgt dat m
Nadere informatieHOOFDSTUK 1: Fysische grondslagen van de elektrotechniek
HOOFDSTUK 1: Fysische grondslagen van de elektrotechniek 1. Elektrostatica ladingen, velden en krachten lading fundamentele eigenschap van materie geheel veelvoud van elementaire lading = lading proton/elektron
Nadere informatieTENTAMEN NATUURKUNDE
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : vrijdag 28 april 2017 tijd : 13.30 tot 16.30 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 1) Iedere opgave dient
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur 1 RONDDRAAIENDE MASSA 5pt Een massa zit aan een uiteinde van een touw. De massa ligt op een wrijvingloos oppervlak waar het
Nadere informatieLANDSEXAMEN HAVO
Examenprogramma NATUURKUNDE H.A.V.O. LANDSEXAMEN HAVO 2017-2018 1 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen wordt afgenomen in één zitting
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Eindexamen vwo natuurkunde pilot 03-II Beoordelingsmodel Opgave Splijtstof in een kerncentrale maximumscore 3 35 7 87 U + n Ba + Kr + n of 9 0 56 36 0 35 7 87 U + n Ba + Kr + n één neutron links van de
Nadere informatieWe willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan
jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen
Nadere informatieWetenschappelijke Begrippen
Wetenschappelijke Begrippen Isotoop Als twee soorten atoomkernen hetzelfde aantal protonen heeft (en dus van hetzelfde element zijn), maar een ander aantal neutronen (en dus een andere massa), dan noemen
Nadere informatieEindexamen natuurkunde pilot vwo I
Eindexamen natuurkunde pilot vwo 0 - I Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Opgave Splijtsof opsporen met neutrino s maximumscore 3 35 47 87 U+ n Ba+ Kr+ n of 9 0 56 36 0 35 47 87 U+ n Ba+ Kr+ n één
Nadere informatieUitwerking examen Natuurkunde1,2 HAVO 2007 (1 e tijdvak)
Uitwerking examen Natuurkunde, HAVO 007 ( e tijdvak) Opgave Optrekkende auto. Naarmate de grafieklijn in een (v,t)-diagram steiler loopt, zal de versnelling groter zijn. De versnelling volgt immers uit
Nadere informatieQUARK_5-Thema-01-elektrische kracht Blz. 1
QUARK_5-Thema-01-elektrische kracht Blz. 1 THEMA 1: elektrische kracht Elektriciteit Elektrische lading Lading van een voorwerp Fenomeen: Sommige voorwerpen krijgen een lading door wrijving. Je kan aan
Nadere informatieOpgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l
Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig
Nadere informatieTentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW)
Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW) Tijd: 27 mei 12.-14. Plaats: WN-C147 A t/m K WN-D17 L t/m W Bij dit tentamen zit aan het eind een formuleblad. Eenvoudige handrekenmachine is toegestaan
Nadere informatieTENTAMEN ELEKTROMAGNETISME
TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit)
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit) Samenvatting door een scholier 1671 woorden 2 december 2012 5,6 55 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Natuurkunde H2 elektriciteit
Nadere informatieQuantummechanica en Relativiteitsleer bij kosmische straling
Quantummechanica en sleer bij kosmische straling Niek Schultheiss 1/19 Krachten en krachtdragers Op kerndeeltjes werkt de zwaartekracht. Op kerndeeltjes werkt de elektromagnetische kracht. Kernen kunnen
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven in Basisboek Natuurkunde
opgave (blz 4) Uitwerkingen van de opgaven in Basisboek Natuurkunde De zwaarte-energie wordt gegeven door de formule W zwaarte = m g h In de opgave is de massa m = 0(kg) en de energie W zwaarte = 270(Joule)
Nadere informatienatuurkunde 1,2 Compex
Examen HAVO 2007 tijdvak 1 woensdag 23 mei totale examentijd 3,5 uur natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 17 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Bij
Nadere informatieExtra College; Technieken, Instrumenten en Concepten
Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten Lorentzkracht: Massa spectrometer Inductie en Generatoren Transformatoren Massa Spectrometer (Bainbridge-type) Eerste zone: snelheidsselectie Tweede
Nadere informatie1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit
Hoofdstuk 2 Elektrostatica Doelstellingen 1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit 2.1 Het elektrisch
Nadere informatieEindexamen natuurkunde pilot vwo II
Beoordelingsmodel Opgave Sopraansaxofoon maximumscore 4 uitkomst: F d = 7, N voorbeeld van een bepaling: Er geldt: Fr z z= Fr d d. Opmeten in de figuur levert: rz =,7 cm en rd= 5,4 cm. Invullen levert:,
Nadere informatieTENTAMEN NATUURKUNDE
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE Voorbeeldtentamen 2 tijd : 3 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 3 (bij opgave 1, 4 en 5) Iedere opgave dient op een afzonderlijk
Nadere informatie1 Overzicht theorievragen
1 Overzicht theorievragen 1. Wat is een retrograde beweging? Vergelijk de wijze waarop Ptolemaeus deze verklaarde met de manier waarop Copernicus deze verklaarde. 2. Formuleer de drie wetten van planeetbeweging
Nadere informatienatuurkunde vwo 2016-I
natuurkunde vwo 06-I Gekleurde LED s maximumscore uitkomst: R =, 0 Ω voorbeeld van een bepaling: Bij een stroom door de LED van 0,60 ma is de spanning over de LED,64 V. Voor de spanning over de weerstand
Nadere informatieRepetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)
Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Ga na of de onderstaande beweringen waar of niet waar zijn (invullen op antwoordblad). 1) De krachtwerking van een magneet is bij
Nadere informatieNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur
NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE Tweede ronde - theorie toets 21 juni 2000 beschikbare tijd : 2 x 2 uur 52 --- 12 de tweede ronde DEEL I 1. Eugenia. Onlangs is met een telescoop vanaf de Aarde de ongeveer
Nadere informatieH2: Het standaardmodel
H2: Het standaardmodel 2.1 12 Fundamentele materiedeeltjes De elementaire deeltjes worden in 2 groepen opgedeeld volgens spin (aantal keer dat een deeltje rond zijn eigen as draait), de fermionen zijn
Nadere informatieHet Quantum Universum. Cygnus Gymnasium
Het Quantum Universum Cygnus Gymnasium 2014-2015 Wat gaan we doen? Fundamentele natuurkunde op de allerkleinste en de allergrootste schaal. Groepsproject als eindopdracht: 1) Bedenk een fundamentele wetenschappelijk
Nadere informatie2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen
2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden
Nadere informatieIn de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).
2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11101 6 juni 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 april 2012, nr. VO/389632, houdende
Nadere informatieEindexamen natuurkunde vwo I
Eindexamen natuurkunde vwo 0 - I Beoordelingsmodel Opgave Zonnelamp maximumscore antwoord: doorzichtige koepel buis lamp toepassen van de spiegelwet (met een marge van ) tekenen van de tweemaal teruggekaatste
Nadere informatieEindexamen vwo natuurkunde II
Eindexamen vwo natuurkunde 0 - II Opgave Duimpiano maximumscore Uit figuur kan de trillingstijd bepaald worden. Dit levert: 0T = 0,09 T = 0, 009 s. Voor de frequentie geldt: f = 56 Hz. T = 0, 009 = Dus
Nadere informatieQ l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1
Eerste ronde - 3ste Vlaamse Fysica Olympiade 3ste Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde. De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen met vier mogelijke antwoorden. Er is telkens
Nadere informatie1. Langere vraag over de theorie
1. Langere vraag over de theorie a) Bereken, vertrekkend van de definitie van capaciteit, de capaciteit van een condensator die bestaat uit twee evenwijdige vlakke platen waarbij de afstand tussen de platen
Nadere informatieTentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI)
Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI) Tijd: 2 Juni 217, 12: 14: uur Plaats: WN zalen S67; P647; P663; S 623, S 631, S 655; M 639, M 655 Bij dit tentamen zit aan het eind een formuleblad.
Nadere informatieNATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p
NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p Opgave 1: alles heeft een richting (8p) Bepaal de richting van de gevraagde grootheden. Licht steeds
Nadere informatieMINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN VWO 2015
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRIJDAG 19 JUNI 2015 TIJD : 07.45 10.45 UNIFORM EXAMEN VWO 2015 Aantal opgaven: 5 Aantal pagina s: 6 Controleer zorgvuldig of alle
Nadere informatieMooie opgaven met mooie contexten. Maar je moet het wel snappen. Standaard aanpak van bekende opgaven werkt hier niet. Je moet de aanpak wel zien.
Verslag examenbespreking pilot-examen VWO 2014 (eerste tijdvak) Utrecht, 20 mei 2014 Eerste resultaten: Totaal 36 kandidaten. Gemiddeld 39,7 punten. Algemene opmerkingen: Slechts twee leerlingen van te
Nadere informatie. Vermeld je naam op elke pagina.
Tentamen: Elektriciteit en Magnetisme Docent: J. F. J. van den Brand R. J. Wijngaarden Datum: 30 Mei 2006 Zaal: Q112/M143 Tijd: 15:15-18.00 uur. Vermeld je naam op elke pagina.. Vermeld je collegenummer..
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 vwo II
Eindexamen natuurkunde - vwo 009 - II Beoordelingsmodel Opgave Vallend foton maximumscore 57 0 57 antwoord: Co + e Fe of 7 6 57 0 57 + Co e Fe inzicht dat 57 7Co en het geabsorbeerde deeltje aan de linkerkant
Nadere informatieOpgave 1 Millenniumbrug
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt:
Nadere informatieBiofysische Scheikunde: NMR-Spectroscopie
Inleiding & Kernmagnetisme Vrije Universiteit Brussel 19 maart 2012 Outline 1 Overzicht en Context 2 3 Outline 1 Overzicht en Context 2 3 Doelstelling Eiwitten (en andere biologische macromoleculen) Functionele
Nadere informatieExact Periode 5. Dictaat Licht
Exact Periode 5 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische
Nadere informatieCIRKELBEWEGING & GRAVITATIE VWO
CIRKELBEWEGING & GRAVITATIE VWO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is gratis te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven
Nadere informatieLeerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 7, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.
Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 7, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat
Nadere informatie2. (regulier vraag 3) 10-6 vergeten bij opzoeken ρ: eerste bolletje weg. bij werken met de dichtheid kan de berekening nog wel worden gecompleteerd.
Verslag examenbespreking pilot-examen VWO 2014 (eerste tijdvak) Utrecht, 19 mei 2015 Eerste resultaten: Totaal 62 kandidaten. Gemiddeld 40,3 punten. 5 lln 32+37+28+39+26 punten. (32,4 gemiddeld). 16 lln
Nadere informatieOm een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.
Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak natuurkunde havo, eerste tijdvak (2019). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende
Nadere informatieEindexamen havo natuurkunde pilot 2013-I
Eindexamen havo natuurkunde pilot 203-I Beoordelingsmodel Opgave Radontherapie maximumscore 2 Uit de figuur blijkt dat door het verval een kern ontstaat met twee protonen en in totaal vier nucleonen minder
Nadere informatieDe Zon. N.G. Schultheiss
1 De Zon N.G. Schultheiss 1 Inleiding Deze module is direct vanaf de derde of vierde klas te volgen en wordt vervolgd met de module De Broglie of de module Zonnewind. Figuur 1.1: Een schema voor kernfusie
Nadere informatieHoofdstuk 4: Licht. Natuurkunde Havo 2011/2012.
Hoofdstuk 4: Licht Natuurkunde Havo 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Licht Natuurkunde 1. Kracht en beweging 2. Licht en geluid 3. Elektrische processen 4. Materie en energie Beweging Trillingen en
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2003-II
Eindexamen natuurkunde - vwo 00-II 4 Antwoordmodel Opgave Elektromotor voorbeeld van een antwoord: schuifweerstand en schakelaar volgens schema aangesloten op de spanningsbron kring met een deel van de
Nadere informatieMedische beeldvorming
Opgave: MRI-scan a) Er zitten twee waterstofkernen in elk watermolecuul. Hoeveel watermoleculen zitten in 1,0 mm 3 water? m = ρ V = 0,9982 10 3 1,0 10 9 = 0,998 10 6 kg één molecuul heeft een massa van
Nadere informatieTENTAMEN NATUURKUNDE
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE tweede voorbeeldtentamen CCVN tijd : 3 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient op een afzonderlijk
Nadere informatieEindexamen natuurkunde vwo II
Eindexamen natuurkunde vwo 00 - II Beoordelingsmodel Opgave Sopraansaxofoon maximumscore 4 uitkomst: F d = 7, N voorbeeld van een bepaling: Er geldt: Fr z z= Fr d d. Opmeten in de figuur levert: rz =,7
Nadere informatieFysica. Indien dezelfde kracht werkt op een voorwerp met massa m 1 + m 2, is de versnelling van dat voorwerp gelijk aan: <A> 18,0 m/s 2.
Vraag 1 Beschouw volgende situatie nabij het aardoppervlak. Een blok met massa m 1 is via een touw verbonden met een ander blok met massa m 2 (zie figuur). Het blok met massa m 1 schuift over een helling
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-II
Opgave Visby-lens uitkomst: n =,5 voorbeeld van een berekening: De invalshoek i 54 en de brekingshoek r 3. sin i Bij lichtbreking geldt: n. sin r sin54 0,809 Hieruit volgt dat n, 5. sin3 0,530 inzicht
Nadere informatieEen elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.
Inhoud Basisgrootheden... 2 Verwarmingsinstallatie... 3 Elektrische schakelingen... 4 Definities van basisgrootheden... 6 Fysische achtergrond bij deze grootheden... 6 Opgave: Geladen bollen... 7 De wet
Nadere informatieExact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht
Exact Periode 5 Niveau 3 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door C. 2009 woorden 16 januari 2014 7,2 6 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 1 Elektriciteit 1.1 Er bestaan twee soorten elektrische lading
Nadere informatieOpgave 1 Waterstofkernen
Natuurkunde Havo 1984-1 Opgave 1 Waterstofkernen A. We beschouwen kernen van de waterstofisotoop 2 H. Deze kernen worden deuteronen genoemd. We versnellen deuteronen met behulp van een elektrisch veld.
Nadere informatie