POP/PAP HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO. POP en PAP 1 (Persoonlijk ontwikkelingsplan en Persoonlijk actieplan) Propedeusefase Basisfase

Transcriptie

1 POP/PAP 1-1 HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO Propedeusefase Basisfase POP en PAP 1 (Persoonlijk ontwikkelingsplan en Persoonlijk actieplan) Jongere kind Oudere kind Semester * Datum: 5 februari 2016 Student: Nienke van den Hil Studentnummer: Paboklas: 1A Pabobegeleider/slc: Ed Catijn Stageschool + BRIN: Pcbo Klaver Carnisse Mentor: Sharoney Zechiël Groep: 1a Interpersoonlijk competent 1.1. De leraar is zich bewust van zijn identiteit, houding en gedrag en de invloed daarvan op de kinderen en handelt hiernaar. De student stelt zich open op naar de kinderen en maakt contact met hen, daarnaast zorgt hij ervoor dat zij contact kunnen maken met hem en draagt er zorg voor dat zij zich op hun gemak voelen. Datum: 13 oktober 2015 Reflectie: Ik ben net nieuw in de klas en ik merk dat de kinderen hier nog een beetje aan moet wennen. Sommige willen mij al wat vertellen, anderen kijken het nog eventjes aan. Ook ik ga niet gelijk hele gesprekken aan en laat ze zelf naar mij toekomen, maar probeer mij wel open en vriendelijk op te stellen. Ik kan na twee weken al beter contact maken met de kinderen en probeer ervoor te zorgen dat zij zich op hen gemak voelen bij mij. Motivatie: Ik wil graag wat meer contact met de kinderen, zodat ik ze niet alleen lesgeef maar ik ook leuke gesprekken met de kinderen kan hebben en een band op kan bouwen. 1. Ik ga de komende weken proberen meer gesprekken te voeren met kinderen, zodat ik hen beter leer kennen en zij mij ook. Ook kan ik tijdens de lessen laten merken dat ze fouten mogen maken en ze complimenten geven. Ik hoop dat ik hiermee kan bereiken dat ze zich op hun gemak gaan voelen. 2. Ik kan kijken hoe de mentor contact maakt met de kinderen tijdens de lessen, zodat er niet alleen contact is na de lessen maar ook tijdens de lessen. Mijn doel is behaald als ik straks meer contact maak met de kinderen en ze ook zelf met verhalen komen. Dat laat zien dat ze weten dat ik mij openstel en ze mij dus dingen kunnen vertellen. Ik denk dat dit doel goed haalbaar is. Ik stel mij open en vind het juist leuk om contact te maken met de kinderen. Datum: 27 oktober 2015 Reflectie: Ik heb nu drie lessen gegeven en ben vier dagen in de klas geweest. In de ochtend en in de middag geven ze de juf netjes een hand en zeggen goedemorgen of goedemiddag. De eerste

2 lessen kwam niemand naar mij toe, maar de laatste twee dagen komen er steeds meer kinderen ook naar mij toe in de ochtend en de middag. Ook probeer ik tijdens mijn lessen wat met ze te praten en ze complimentjes te geven. Ik merk dat meer kinderen naar mij toe komen en mij wat willen vertellen. Ze proberen mij bij gesprekken of spelletjes in de pauze te betrekken en vragen me bij opdrachten ook om uitleg als ze iets niet begrijpen. De student respecteert iedere culturele achtergrond. Datum: 12 oktober 2015 Reflectie: Ik heb vele culturele achtergronden in mijn klas en dit respecteer ik. Ik zal me openstellen voor de verschillen tussen de culturen en behandel elk kind hetzelfde. De student geeft uiting aan een positieve grondhouding door plezier te tonen in de dagelijkse omgang met kinderen. Datum: 13 oktober 2015 Reflectie: Ik vind het erg leuk om met kinderen te werken; de verhalen waar ze mee komen en hoe ze over bepaalde dingen denken. Dit doel is bij mijn eerste les al behaald. Ik geniet ervan en mijn mentor laat ook aan mij blijken dat ze dit aan mij kan zien. Reflectie: Bij de eerste les merkte mijn mentor al op dat ik met veel plezier voor de klas stond, maar dit heeft zij mij ook bij de lessen die daarna volgden laten weten. De student geeft voortdurend het goede voorbeeld, benoemt zijn eigen waarden en normen en geeft zelf in gedrag aan wat hij ook van kinderen verlangt. Reflectie: Ik richt mij eerst op het leren kennen van de leerlingen en hoe ik zelf voor de klas sta als er gekeken wordt naar effectieve leraarcommunicatie. Misschien ben ik tijdens het behalen van deze doelen ook al bezig met het ontwikkelen van deze competentie, maar nu is dat niet mijn eerste prioriteit. Reflectie: Ik ben nog niet bewust met deze competentie bezig geweest, omdat ik dit nog niet als persoonlijk leerdoel had gesteld. Ik heb daar tijdens mij stagedagen dus nog niet bewust rekening mee gehouden. Ik probeer natuurlijk wel tijdens mijn lessen aan de kinderen te laten zien wat ik qua normen en waarden van de kinderen verlang. Bij het volgende semester zal ik hier een persoonlijk leerdoel bij kunnen gaan maken. Datum: 5 februari 2016 Reflectie: Bij de kleuters merk ik dat ik soms duidelijk laat zien wat ik verlang in hun gedrag. Dat ze bijvoorbeeld alsjeblieft en dankjewel leren zeggen, dat ze respectvol met elkaar omgaan etc. De komende vijf stagedagen zal ik hieraan gaan werken. Ik kan vijf stagedagen lang regelmatig aan de kinderen uit groep 1a laten blijken wat ik van hun gedrag verlang als het gaat om waarden en normen. 1. Ik ga erop letten dat ik mijn eigen waarden en normen uitspreek en ik de kinderen erop wijs als

3 ze bijvoorbeeld sorry moeten zeggen of als ze dankjewel moeten zeggen. 2. Ik heb mijn mentor al meerdere keren haar eigen waarden en normen zien uitspreken. Zo kan ik zien hoe zij dit doet en dit zelf gaan toepassen. 3. De lessen van onderwijskunde ga ik hierbij gebruiken, omdat we bij dit vak leren waarom kleuters bepaald gedrag vertonen. Ik heb dit doel behaald als ik de volgende vijf stagedagen sowieso tien keer het goede voorbeeld heb gegeven en mijn eigen waarden en normen heb uitgesproken. STAP 4 Dit doel is goed te behalen, omdat ik er zelf al mee aan de slag ben gegaan. De student durft initiatief te nemen en doet voorstellen voor lessen en activiteiten binnen de eigen stagegroep. Datum: 13 oktober 2015 Reflectie: Vandaag mijn eigen les geven. Het moet maar een kort lesje zijn en dus heb ik voorgesteld om voor te lezen uit een boek. Mijn mentor vindt dit goed en laat een aantal boeken zien waar ik wat mee kan doen. Ik mag ook zelf een boek uitkiezen. Uiteindelijk kies ik zelf een boek over raadsels en verzin hier ook nog een activiteit bij die ik uit kan voeren met de klas. Datum: 26 oktober 2015 Reflectie: Vandaag moet ik een taalles geven over sprookjes. De les krijg ik mee, maar ik moet niet de opdracht doen die erbij staat. Ik mag zelf wat verzinnen en kom met mijn eigen ideeën. Na overleg met mijn mentor voer ik deze ideeën ook uit. Datum: 27 oktober 2015 Reflectie: Ik merk dat ik initiatief durf te nemen in het zelf verzinnen van activiteiten. Dit heb ik de afgelopen lessen ook gedaan. Alleen heb ik nog niet het initiatief genomen om zelf een lesvoorstel te doen. Mijn mentor stelt vaak voor welk vak ik de volgende les kan doen en daarbij verzin ik dan zelf een activiteit. Persoonlijke leerdoel: Ik kan over vijf stagedagen zelf het initiatief nemen om een eigen vak te kiezen voor mijn volgende les. 1. Ik kan vooraf alvast de planning voor de week bekijken. Dan weet ik welke vakken gegeven gaan worden en kan ik alvast nadenken over welk vak ik de volgende les kan geven. 2. Mijn mentor en ik kunnen bespreken welk vak ik het beste kan geven. Ik heb mijn doel behaald als ik binnen vijf stagedagen het initiatief heb genomen om zelf een vak uit te kiezen voor de volgende les. Dit doel is goed haalbaar, omdat mijn mentor openstaat voor mijn opdrachten voor de pabo en mij hier ook bij wil helpen. Datum: 29 november 2015

4 Reflectie: Ik heb geprobeerd om in overleg met mijn mentor al meer zelf de lessen uit te kiezen. Nu ik ook opdrachten krijg van de pabo zal dit ook makkelijker gaan. Ik heb nog niet helemaal het initiatief genomen, waardoor ik deze competentie nog op oranje laat staan. Persoonlijke leerdoel: Ik kan over vijf stagedagen zelf het initiatief nemen om een eigen vak en activiteit te kiezen voor mijn volgende les. 1. Ik kan vooraf alvast de planning voor de week bekijken. Dan weet ik welke vakken gegeven gaan worden en kan ik alvast nadenken over welk vak ik de volgende les kan geven. Ook moet ik hierbij rekening houden welke vakken het beste zijn om mijn opdrachten van de pabo te kunnen uitvoeren. 2. Mijn mentor en ik kunnen bespreken welk vak ik het beste kan geven. Ik heb mijn doel behaald als ik binnen vijf stagedagen het initiatief heb genomen om zelf een vak uit te kiezen voor de volgende les. Dit doel is goed haalbaar, omdat mijn mentor openstaat voor mijn opdrachten voor de pabo en mij hier ook bij wil helpen. Reflectie: Ik heb sinds de vorige keer dat ik mijn POP/PAP invulde al meer het initiatief genomen om een bepaalde les te geven. Mijn mentor helpt mij nog wel soms om het in te delen in de week, maar de activiteiten bij de les verzin ik zelf. Vooral het feit dat ik verschillende opdrachten van de pabo kreeg, hielp mij om zelf het initiatief te nemen en aan mijn mentor een voorstel te doen voor een bepaalde les. De student oefent bewust effectieve leraarcommunicatie als grote signalen, stem, mimiek, lichaamshouding, oogcontact en positie in de groep. Datum: 13 oktober 2015 Reflectie: Tijdens mijn eerste les merkte ik dat ik teveel stil stond bij het bord. Ook mijn mentor sprak mij erop aan dat ik wat vrijer mocht bewegen, meer oogcontact mocht maken met de kinderen en meer mijn stem mocht gebruiken. Ik kan na een week al bewuster bezig zijn met de effectieve leraarcommunicatie. Motivatie: Het was mijn eerste les, dus ik merkte dat ik het vooral mijn les goed wilde doen en nog niet zozeer bezig was met de leraarcommunicatie. De volgende lessen kan ik mij meer hierop focussen. 1. Ik let er tijdens de lessen op dat ik meer beweeg, dat ik beter gebruik maak van mijn stem en meer oogcontact maak met de kinderen. 2. Mijn mentor kan mij hierop blijven beoordelen, zodat ik hier beter in kan worden. 3. Het stukje literatuur dat ik hierin meeneem is de workshop van Hans. Hij liet ons verschillende rollen van de leerkracht zien en wat de beste houding van een leerkracht is.

5 Het doel is behaald als ik meer door de klas loop, mij vrijer beweeg, meer oogcontact maak met de kinderen etc. Dit doel is goed te behalen. Ik ga er nu namelijk meer opletten en probeer dit beter uit te voeren. Datum: 26 oktober 2015 Reflectie: Tijdens de les heb ik al veel meer geprobeerd de tips van mijn mentor toe te passen. Ik ben wat meer door de klas gaan lopen om te kijken hoe het werk bij de leerlingen ging en ook heb ik tijdens het voorlezen gebruik gemaakt van verschillende stemmetjes. Ik ben binnen vijf dagen bewust bezig geweest met de effectieve leraarcommunicatie en kan dit ook goed uitvoeren. Motivatie: Ik merk dat ik de afgelopen lessen er al bewuster mee bezig ben geweest en het ook al verbeterd heb, maar ook heb ik door dat ik dit nog beter kan doen. Daarom stel ik voor de tweede keer een persoonlijk leerdoel op. 1. Ik ga tijdens de lessen nog bewuster bezig zijn met het toepassen van de effectieve leraarcommunicatie. Ook kan ik er goed opletten hoe de effectieve leraarcommunicatie van mijn mentor is en hier nog meer aantekeningen over maken. 2. Mijn mentor let er elke keer al op en kan me hier bij elke les nog steeds op beoordelen. 3. Ook bij dit persoonlijk leerdoel ga ik nog een keer gebruik maken van de workshop van Hans. Het doel is behaald als ik meer door de klas loop, mij vrijer beweeg, meer oogcontact maak met de kinderen etc. Dit doel is goed te behalen. Ik ga er nu namelijk nog meer opletten en proberen dit beter uit te voeren. Datum: 29 november 2015 Reflectie: Het is mij nog niet gelukt om binnen de vijf stagedagen alle onderdelen van de effectieve leraarcommunicatie goed te kunnen beheersen. Daarom heb ik mijn doel van de vorige keer nog niet behaald. Ik kan binnen vijf stagedagen de onderdelen stem en mimiek van de effectieve leraarcommunicatie beter toepassen in de lessen. 1. Ik moet tijdens de lessen durven om mijn stem te verheffen of op verschillende manieren proberen te gebruiken. Om het duidelijk over te laten komen, kan ik hierbij ook gebruik maken van mijn mimiek. 2. Mijn mentor en ik kunnen dit nog een keer bespreken, zodat ze mij nog een paar tips kan geven. 3. Ik moet nog meer gaan letten op de manier hoe mijn mentor het doet en hiervan aantekeningen maken. Deze aantekeningen kan ik dan nog een keer doorlezen. Het doel is behaald als ik mijn stem durf te verheffen of op verschillende manieren in de les heb gebruikt, samen met mijn mimiek, en de kinderen dit ook begrepen hebben.

6 Omdat ik dit doel nu verdeeld heb in stem en mimiek is dit in vijf stagedagen waarschijnlijk makkelijker te behalen. Datum: 2 januari Reflectie: Ik denk dat ik deze competentie al beter beheers dan de vorige keer dat ik dit heb gereflecteerd. Toch vind ik zelf dat ik er nog meer uit kan halen en dit nog niet goed genoeg beheers. Er zit vooruitgang in, maar naar mijn eigen idee kan het toch nog beter. Tijdens mijn stage bij de kleuters zal ik hier opnieuw aandacht aan gaan besteden. Ik probeer er elke les rekening mee te houden, maar toch blijft dit een lastige competentie voor mij. Door de tips die mij gegeven zijn door zowel mijn mentor, stagecoördinator en stagebegeleider heb ik de afgelopen lessen ook erg gelet op mijn positie in de klas. Zo let ik op dat ik in de klas op een plek sta dat ik alle kinderen kan zien. De onderdelen oogcontact, lichaamshouding en positie heb ik voltooid voor deze competentie, maar aan de onderdelen mimiek en stem moet ik nog werken. Ik maak wel al meer gebruik van non-verbale handelingen als in je handen klappen, vinger voor je mond en in je vingers knippen. Kleine trucjes die ik heb geleerd van mijn mentor om de aandacht te krijgen en orde te kunnen houden. Ik beheers binnen drie weken de onderdelen stem en mimiek van de effectieve leraarcommunicatie goed en kan dit toepassen tijdens de lessen. 1. Ik moet tijdens de lessen proberen om mijn stem op verschillende manieren te gebruiken. Anders klinkt het te monotoon, waardoor kinderen sneller af zullen haken. Met mijn mimiek kan ik de kinderen duidelijker maken wat ik bedoel, verbaal of non-verbaal. 2. Ik zal dit met mijn nieuwe mentor in groep 1 bespreken en vragen om een aantal tips. Zo kan ik deze tips gaan gebruiken en kan zij mij gaan beoordelen op deze competentie, zodat ik dit beter ga doen. 3. Ik kan de tips gebruiken die wij bij onderwijskunde hebben gekregen en ook zal ik de aantekeningen en tips nog een keer doorlezen die mijn mentor afgelopen stageperiode heeft gegeven. Daar vallen de tips over het programma Teach like a champion onder. Het doel is behaald als ik mijn stem afwissel van hard naar zacht, langzaam naar snel etc. en als ik meer gezichtsuitdrukkingen tijdens de lessen laat zien. Ik heb deze keer een periode van drie weken. Omdat er al verbetering in zit, denk ik dat dit doel deze keer goed te behalen is. Datum: 5 februari 2016 Reflectie: Ik heb het nu een aantal keer als persoonlijk leerdoel opgeschreven bij lessen waar ik het goed kon bij oefenen. Zo heb ik een rekenles gegeven met een handpop, voorgelezen met stemmetjes en bij mijn dramales mij in een andere rol geplaatst. Zo kon ik goed oefenen met stem en mimiek. Ik heb hier nu bewust mee geoefend. Een aantal keer heb ik dit punt als persoonlijk leerdoel opgeschreven in mijn lesvoorbereidingsformulier. Mijn mentor heeft er tijdens de lessen goed op gelet en mij laten weten dat het doel behaald is. Ik kan deze competentie groen maken.

7 De student toont tijdens zijn lessen een persoonlijkheid waarmee hij een stabiele factor in de groep is. Reflectie: Ik ben nog te kort met mijn stage bezig om te zeggen dat ik deze competentie al beheers. Reflectie: Tijdens mijn lessen straal ik rust uit en probeer ik bij onvoorspelbare situaties niet in paniek te raken. Ik ben voor mijn lessen goed voorbereid en hou mij aan de regels die in deze klas zijn gemaakt De leraar beïnvloedt de sociale interactie, groepsprocessen en de communicatie in zijn groep om een goede samenwerking van en met de kinderen te bewerkstelligen. De student verdiept zich in de leef- en belevingswereld van de kinderen. Datum: 27 oktober 2015 Reflectie: Ik ben nu vier keer in de klas geweest en probeer steeds meer in gesprek te gaan met de kinderen. Tijdens het interview van vandaag wilden de kinderen mij veel vertellen en hielden ze het niet alleen bij wat er op school gebeurt, maar ook wat hen interesseert. Niet alleen tijdens zulke opdrachten, maar ook tijdens gesprekken met kinderen probeer ik erachter te komen waar ze zich mee bezig houden. Ik kan na vijf stagedagen goed inschatten wat de leef- en belevingswereld is van de kinderen uit groep 7a van de Klaver Carnisse, door meer met ze in contact te komen en gesprekken te hebben over hun interesses. 1. Ik zal meer gesprekken met de kinderen aangaan en opletten waar ze mee komen in de les, wat ze hebben meegemaakt of hebben gezien in hun omgeving. 2. Ik kan met mijn mentor bespreken hoe zij dit heeft gedaan toen zij net voor de klas stond. 3. Bij verschillende vakken op de pabo bespreken we de belevingswereld van de kinderen in de bovenbouw. Ik kan mijn aantekeningen hierover nog een keer doornemen. Mijn doel is behaald als ik mij hier goed in verdiept heb en ik de belevingswereld van de kinderen eventueel ook kan toepassen in mijn lessen. Misschien is de hele belevingswereld van elk kind moeilijk om te achterhalen binnen vijf dagen. Ik denk dat ik in het algemeen binnen vijf stagedagen al heel veel te weten kan komen, maar van elk kind wordt misschien nog lastig. Reflectie: Ik ben de afgelopen weken veel te weten gekomen over de leef- en belevingswereld van de kinderen. Welke sport ze beoefenen, welke hobby s sommige kinderen hebben, waar ze goed in zijn of minder goed en wat bij sommige kinderen de thuissituatie is. Met behulp van deze informatie heb ik mijn verwerkingsopdrachten bij sommige lessen ook proberen in te vullen. De student herkent problemen die zich concreet in een groep voordoen en in overleg met de mentor bepaalt hij op welke manier er met deze problemen wordt omgegaan.

8 Datum: 12 oktober 2015 Reflectie: Tijdens deze stagedag merk ik dat er een aantal problemen/klachten spelen. Ontstaan op het schoolplein, maar ook buiten school wat invloed heeft op de leerlingen. Ik zie op welke manier mijn mentor hiermee omgaat en kan hiervan leren. Tijdens mijn lessen is dit nog niet gebeurd, waardoor ik nog geen persoonlijk leerdoel op kan stellen. Zodra dit voorkomt, kan ik de problemen gaan herkennen en in overleg gaan met mijn mentor. Vanaf dat punt zal ik mijn POP/PAP aanpassen. Nu is dit dus nog geen prioriteit. Reflectie: In mijn stageklas zijn een aantal problemen ontstaan in de thuissituatie van de kinderen. Tijdens het kringgesprek over Oud & Nieuw (beroepsgerichte opdracht 1) werden de verschillende manieren van vieren met elkaar vergeleken en daarna mochten de kinderen bepalen op welke manier zij het zouden willen vieren. Dat riep bij een leerling emoties op, omdat ze haar vader door omstandigheden niet kan zien. In overleg met mijn mentor na het kringgesprek hebben wij besproken hoe er het beste met dit soort momenten omgegaan zou kunnen worden. Ze vond dat ik deze keer goed gehandeld had. Ook de andere problemen in de klas bespreken mijn mentor en ik. De student schept een klimaat en geeft lessen waarin interactie plaatsvindt tussen hem en de kinderen en tussen kinderen onderling. Datum: 26 oktober 2015 Reflectie: Vandaag heb ik een les gegeven over het sprookje Van de visser en zijn vrouw, waarbij de kinderen zelfstandig aan het werk gingen met het verzinnen van hun eigen wens. Tijdens deze les heb ik eerst interactie met de kinderen zelf. Ik bespreek het sprookje met ze en stel ze vragen. Daarna gaan ze aan het werk en wordt er onderling wat overlegd over de opdracht. Ook probeer ik dan een klimaat te scheppen, waarin er interactie blijft plaatsvinden tussen leerkracht en leerling, door een gesprek aan te gaan, ze te helpen en tips te geven. Dit zal ik ook bij de komende lessen gaan doen en proberen de kinderen opdrachten te laten doen, waar ze nog meer kunnen samenwerken en er nog meer interactie is tussen de kinderen onderling. Reflectie: Zoals bij de vorige reflectie te lezen is, was er tijdens de lessen vooral interactie tussen leerkracht en leerlingen. De afgelopen lessen zijn er ook momenten geweest dat de kinderen samen moesten werken en er dus niet alleen interactie was tussen leerkracht en leerling, maar ook tussen de leerlingen onderling. Bijvoorbeeld bij het vak nieuwsbegrip toen ze in twee- en drietallen mochten werken aan de opdrachten. De student voert gesprekken met kinderen over het gebruik van sociale media, zoals twitter en facebook (mediawijs). Datum: 27 oktober 2015 Reflectie: Dit onderwerp is bij de gesprekken met kinderen nog niet van toepassing geweest en ik heb ze er onderling ook nog niet over horen praten. Dit onderdeel heeft voor mij nu dan ook nog geen prioriteit. Reflectie: In de weken dat ik stage heb gelopen in groep 7a zijn er geen momenten geweest dat ik het met de kinderen heb gehad over sociale media.

9 De student voert zoveel mogelijk, ook op informele wijze gesprekken met kinderen, zowel in de groep als individueel. Reflectie: Ik heb regelmatig gesprekken met de kinderen uit de klas. Dit is individueel of kleine groepjes, maar ik heb nog geen informele gesprekken gevoerd met de hele groep. Reflectie: Ik heb met de kinderen regelmatig gesprekken over school of een bepaald vak. Met enkele leerlingen heb ik soms informele gesprekken, bijvoorbeeld over wat ze in het weekend hebben gedaan. Dit heeft dus vooral individueel plaatsgevonden. Om deze gesprekken ook met de groep te hebben en meer informeel zal ik voor mijn stageperiode bij de kleuters een persoonlijk leerdoel opstellen. Ik heb binnen vijf stagedagen met de helft van groep 1 van de Klaver Carnisse een informeel gesprek gevoerd. 1. Ik ga tijdens de vijf stagedagen goed opletten welke situaties of onderwerpen zich afspelen in de groep, zodat ik hier gesprekken over kan voeren met de kinderen. 2. Ik kan aan mijn mentor tips vragen en ook aan mijn moeder (zij is kleuterjuf) hoe ik het beste in contact kan komen met kleuters. 3. Op de pabo zal de nieuwe leerstof over kleuters gaan. Dan zal ik ook meer te weten komen hoe alles te werk gaat bij de kleuters in hun hoofd, met contact met anderen etc. Deze informatie zal ik doornemen om dit doel makkelijker te kunnen behalen. Mijn doel is behaald als ik per dag met twee of drie kinderen een gesprek heb gevoerd. Zo zal ik na vijf stagedagen met de helft van de klas gesproken hebben. Ik moet de kinderen eerst leren kennen en hen op hun gemak stellen met mijn aanwezigheid in de klas. Daarom zal dit persoonlijk leerdoel misschien niet meteen binnen vijf stagedagen behaald kunnen zijn. Wel kan ik dit moment goed gebruiken om veel in gesprek te gaan met de kinderen om ervoor te zorgen dat zij mij ook leren kennen. Datum: 5 februari 2016 Reflectie: Mijn tussendoel van de vorige keer heb ik gehaald. Ik heb met een groot gedeelte van de leerlingen van groep 1a een gesprek gehad (formeel en informeel). Dit was tijdens het werken, maar ook tijdens de pauzes. Nu ik gesprekken een op een heb gehad of met kleine groepjes ga ik nu een persoonlijk leerdoel opstellen om gesprekken met de hele klas te hebben. Ik heb binnen vijf stagedagen twee gesprekken gehad met heel groep 1a van de Klaver Carnisse. 1. Ik kan lessen uitkiezen waarbij ik mezelf kan uitdagen om een gesprek aan te gaan met de kinderen. 2. Ik kan opletten hoe mijn mentor dit tijdens haar lessen doet en hier aantekeningen van maken.

10 3. Bij onderwijskunde hebben we het regelmatig over het denkproces en het gedrag van kleuters. Van deze leerstof en mijn aantekeningen van de lessen kan ik gebruik maken om het gesprek goed te laten verlopen. Mijn doel is behaald als ik binnen de vijf stagedagen twee gesprekken heb gehad. Dit doel is goed te behalen als ik meerdere lessen in de kring geef. De student geeft binnen zijn lessen leiding en geeft ruimte voor vragen van kinderen. Datum: 26 oktober 2015 Reflectie: De kinderen hebben de ruimte om vragen te stellen. Zo mogen ze als ze bezig zijn met een opdracht vragen aan mij stellen en ook tijdens de besprekingen. Dit doen de kinderen ook tijdens het maken van opdrachten als ze nog ergens vragen over hebben. Ik probeer de leiding tijdens de lessen te nemen door de kinderen te laten weten hoe ze te werk moeten gaan en ze erop aan te spreken als ze iets goeds of fout doen. Ik ben pas net begonnen met mijn stage, waardoor ik deze competentie nog meer wil verbeteren. Deze competentie is nu nog even geen prioriteit voor mij. Reflectie: Tijdens de lessen hebben de kinderen altijd de mogelijkheid om vragen te stellen. Als ze bezig zijn met het zelfstandig uitvoeren van de opdracht, maar ook tijdens de instructies. Deze vragen worden ook altijd behandeld. Bij vakken als knutselen of als ze samenwerken is het soms even onrustig in de klas, maar het lukt me altijd om de aandacht weer terug te krijgen en de afspraken te herhalen. Op deze manier neem ik de leiding tijdens de lessen en leg ik aan de kinderen uit wat ik van ze verwacht en wat de opdrachten zijn. 2. Pedagogisch competent 2.1. De leraar kent de kinderen. De student toont belangstelling voor werk, spel en culturele achtergrond van de kinderen. Datum: 13 oktober 2015 Reflectie: Vandaag kwam een kind uit de klas naar mij toe dat hij een 3D-kaart voor zijn moeder had gemaakt. Ik toonde belangstelling, waardoor hij het de volgende dag mee naar school nam om het aan mij te laten zien. Niet alleen bij dit jongetje gebeurde dit, maar ik doe dit bij meerdere leerlingen. Zodra ze me iets vertellen, probeer ik vragen te stellen om belangstelling te tonen. De student observeert de kinderen op basis van ontwikkelingskenmerken en signaleert verschillen tussen de kinderen. Reflectie: Ik wil me eerst focussen op het leren kennen van de leerlingen en mijn houding voor de klas. Daarna wil ik aan de andere competenties werken, waardoor dit nu nog geen prioriteit voor mij is. Al zal ik bij het leren kennen van de kinderen ook de verschillen steeds meer te weten komen. Reflectie: Voor de beroepsgerichte opdracht 2 over de taalontwikkeling van de kinderen heb ik twee kinderen geobserveerd om te kijken hoever ze ontwikkeld zijn in hun taal. Op deze manier heb ik de verschillen tussen de kinderen gesignaleerd. Ook voor het vak rekenen heb ik voor

11 mijzelf de kinderen geobserveerd op basis van ontwikkelingskenmerken. Dit komt vooral, omdat de kinderen een rekenachterstand hebben en ik wilde weten waar ik rekening mee moest gaan houden als ik zelf rekenles moest geven. Zo heb ik ook de verschillen tussen de kinderen kunnen signaleren, waardoor al snel te merken was dat het grootste gedeelte een rekenachterstand heeft maar dat er ook een paar goede rekenaars in de klas zitten De leraar kan orde houden. De student legt de nadruk op positieve gedragingen en prestaties van ieder kind op zich. Datum: 27 oktober 2015 Reflectie: Tijdens mijn lessen geef ik de leerlingen soms complimenten. Bij de les van vandaag waren de kinderen erg goed bezig. Dit heb ik ook samen met mijn mentor besproken en ik mag de volgende keer meer nadruk leggen op de positieve gedragen en prestaties van de kinderen. Ik kan na vijf stagedagen al meer de nadruk leggen op de positieve gedragingen en prestaties van ieder kind op zich. Motivatie: Ik merk tijdens de lessen dat ik wel complimenten geef, maar nog niet genoeg. 1. Ik kan als doel stellen dat ik elke les een bepaald aantal complimenten geef aan de leerlingen als ze iets goed doen. Ook kan ik kijken op welke manier mijn mentor dit doet. 2. Mijn mentor let tijdens de beoordelingen al op de manier hoe ik met de kinderen omga. Dit zou ze kunnen blijven doen, zodat ik de verbetering op dit gebied zie. 3. Tijdens onderwijskunde hebben wij het over de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind gehad. Ik zou deze informatie toe kunnen passen bij deze competentie. Ik heb deze competentie gehaald als ik de kinderen meer complimenten geef tijdens de lessen. Dit doel is goed te behalen als ik de volgende keer tijdens de lessen er meer op let dat ik meer complimenten uitdeel. Datum: 29 november 2015 Reflectie: De afgelopen lessen heb ik er meer op gelet dat ik de kinderen complimentjes moet geven als ze iets goeds doen. Dit heb ik aan het einde van lessen gedaan om de hele klas te complimenteren of ik heb kinderen individueel aangesproken dat ze een bepaalde opdracht goed hebben uitgevoerd. Reflectie: De afgelopen keer ging het complimenteren van de kinderen steeds beter en deed ik het ook vaker. Omdat het die periode meerdere keren gebeurde had ik deze competentie op groen gezet. De afgelopen lessen merk ik dat het complimenteren weer minder is geworden. Ik moet daar dus bewuster mee omgaan, zodat het uiteindelijk een gewoonte wordt. Ik kan na vijf stagedagen zeggen dat ik na elke les die ik zelf geef een kind of de groep een compliment heb gegeven.

12 1. Ik ga mijn mentor observeren tijdens haar lessen en aantekening maken wanneer en op welke manier ze complimenten geeft. Deze aantekeningen kan ik nog een keer doornemen. Ook zal ik elke les er bewust mee bezig zijn dat ik sowieso een compliment geef. Als ik dit vaker oefen, zal het uiteindelijk een automatisme worden. 2. Ik zou mijn mentor tijdens mijn lessen kunnen laten turven hoe vaak ik de groep of een kind een compliment geef. 3. Ik heb op internet literatuur opgezocht wat het belang is voor kinderen om een complimentje te krijgen en wat de beste manier is. Deze literatuur zal ik nog een keer goed doornemen. Het doel is behaald als ik vijf stagedagen lang na elke les een compliment heb gegeven. Als ik hier tijdens de les bewust mee om ga, zal dit doel binnen vijf stagedagen haalbaar zijn. Datum: 5 februari 2016 Reflectie: Ik merk dat ik al snel tegen een kind zeg goed zo of heel goed. Ik moet afleren dat ik dat niet te snel achter alles zeg als een kind iets gedaan heeft. Op verschillende manieren moet ik de kinderen complimenten gaan geven, zodat het ook fijn is als er een compliment wordt gegeven. De afgelopen keren ben ik hiermee aan het werk gegaan door ook gebruik te maken van stem en mimiek. Bijvoorbeeld door het enthousiaster te zeggen of een kind een duim te geven. Je merkt dat kinderen dan sneller gaan glunderen, dan dat er alleen maar heel goed wordt gezegd. Hier ga ik de komende lessen en stagedagen dus nog veel mee oefenen. Ik kan de leerlingen na 10 stagedagen van groep 1a op verschillende manieren en momenten complimenten geven bij positief gedrag of prestatie. 1. Ik moet mezelf steeds afvragen als een leerling iets goed heeft gedaan of ik diegene een compliment heb gegeven. Anders moet ik dit alsnog doen. Dit zal hopelijk helpen om uiteindelijk ervoor te zorgen dat dit vanzelf gaat. 2. Mijn mentor kan er nog steeds op letten of ik genoeg complimenteer tijdens de lessen. 3. Ik kan de tips van mijn mentor uit groep 7 nog een keer doorlezen en de tips die ik vorige keer uit de literatuur had gehaald op internet. Het doel is behaald als ik binnen 10 stagedagen de kinderen bewust ben gaan complimenten en dit op verschillende manieren heb gedaan. Omdat ik een langere periode heb gekozen (10 stagedagen i.p.v. 5) is dit doel zeker goed te behalen. De student stimuleert kinderen tot gewenst gedrag en spreekt hen aan door middel van een ik-boodschap op ongewenst gedrag. Reflectie: Tot nu toe hebben de kinderen netjes tijdens mijn lessen gewerkt. Ze hebben zich nog niet ongewenst gedragen, waardoor ik dit nog niet heb hoeven te doen. Deze competentie is nu nog geen prioriteit voor de komende vijf stagedagen. Datum: 29 november 2015 Reflectie: Ik heb bij mijn lessen geprobeerd om kinderen met een ik-boodschap aan te spreken op

13 ongewenst gedrag. Dit gaat niet altijd even soepel en daarom moet ik dit nog goed oefenen. Hier heb ik het ook over gehad met mijn mentor en toen hebben wij een aantal tips besproken. Ook heb ik al een aantal aantekeningen gemaakt hoe mijn mentor dit tijdens de lessen aanpakt. Ik kan na vijf stagedagen de kinderen uit mijn klas al beter aanspreken op hun ongewenst gedrag. 1. Zodra ik zie dat een kind zich ongewenst gedraagt, moet ik het kind hierop aanspreken en met behulp van de ik-boodschap laten merken wat ik niet fijn vind aan zijn/haar gedrag. 2. Mijn mentor kan tijdens mijn lessen kijken of ik de kinderen op de juiste manier aanspreek. 3. Ik kan de lessen over orde bij onderwijskunde gebruiken en de tips van mijn mentor. Ook kan ik de aantekeningen die ik heb gemaakt tijdens de lessen van mijn mentor nog een keertje doornemen. Ik heb mijn doel behaald als ik de kinderen durf aan te spreken op hun ongewenst gedrag, ze naar mij luisteren en zich dan beter gaan gedragen. Dit doel is goed te behalen als ik gebruik maken van de tips van mijn mentor en de leerstof bij onderwijskunde. Datum: 2 januari Reflectie: Ik spreek kinderen erop aan als ik hun gedrag niet fijn vind. Dit mag wel vaker en ik mag beter benadrukken dat ik het niet fijn vind, dus de ik-boodschap gebruiken. Ik mag aan de klas of aan een kind sneller laten weten dat ik hun gedrag niet accepteer, dus ik mag sneller ingrijpen. Omdat ik niet gewend ben om steeds met de ik-boodschap te spreken, moet ik hier nog aan wennen. Door veel te oefenen hoop ik dat dit uiteindelijk een gewoonte wordt en ik het gemakkelijk toe ga passen tijdens de lessen. Deze competentie is nog niet behaald en voor het volgende semester zal ik hier verder mee oefenen. Ik kan na vijf stagedagen zeggen dat er vooruitgang te zien is bij het aanspreken van kinderen uit mijn klas op hun ongewenst gedrag met behulp van de ik-boodschap. 1. Ik kan hier thuis ook al mee gaan oefenen. Als ik ergens blij mee ben of als ik iets niet leuk vind, kan ik dit met behulp van de ik-boodschap gaan zeggen. Zo zou het een gewoonte kunnen worden, waardoor ik het ook tijdens de lessen sneller toe zal gaan passen. 2. Mijn mentor kan tijdens mijn lessen kijken of ik de kinderen op de juiste manier aanspreek. 3. Ik kan de lessen over orde bij onderwijskunde gebruiken en de tips van mijn mentor. Ook kan ik de aantekeningen die ik heb gemaakt tijdens de lessen van mijn mentor nog een keertje doornemen. Ik heb mijn doel behaald als ik de kinderen regelmatig aanspreek op hun ongewenst gedrag met behulp van de ik-boodschap, ze naar mij luisteren en zich dan beter gaan gedragen. Omdat ik er nu ook thuis intensief mee ga oefenen, zal er waarschijnlijk sneller vooruitgang te zien zijn en is mijn doel haalbaar.

14 Datum: 5 februari 2016 Reflectie: Ik ben er de afgelopen stagedagen bewust mee omgegaan en heb geprobeerd om de kinderen met een ik-boodschap aan te spreken. Vergeleken met de laatste keer zit er dus al vooruitgang in en heb ik mijn tussendoel van de afgelopen keer behaald. Om de competentie te kunnen behalen, zal ik een nieuw persoonlijk leerdoel opstellen. Ik kan na vijf stagedagen zeggen dat ik ieder kind uit mijn stageklas dat ongewenst verdrag vertoont, bewust heb aangesproken met een ik-boodschap. 1. Ik zou het misschien bij kunnen houden hoe ik op ongewenst gedrag reageer. Zo kan ik zien of ik de kinderen aanspreek met een ik-boodschap. 2. Mijn mentor zou ook op kunnen letten of ik dit doe en ik zou aantekeningen kunnen maken over hoe zij ongewenst gedrag aanpakt en gewenst gedrag stimuleert. 3. De aantekeningen die ik hierover maak, zal ik doorlezen. Dit doel is behaald als ik ieder kind dat ongewenst verdrag vertoont, heb aangesproken met een ik-boodschap. Dit kan ik nagaan door mij achteraf te bedenken hoe ik het ongewenste gedrag heb aangepakt en hoe ik op dat moment het kind gestimuleerd heb tot gewenst gedrag. Dit doel is goed te behalen, omdat ik de afgelopen vijf stagedagen hier ook al aan gewerkt hebt. De student gaat consequent om met afspraken en regels die gemaakt zijn in de klas. Datum: 26 oktober 2015 Reflectie: Ik heb de eerste lessen goed opgelet wat de regels zijn in de klas en hier aantekeningen van gemaakt. Aan deze regels zal ik me ook houden als ik voor de klas sta. Zoals dat de kinderen twee vingers opsteken als ze naar de wc moeten of dat er geen Tipp-Ex in de klas mag worden gebruikt. De student zorgt ervoor dat kinderen met aandacht kunnen werken. Datum: 26 oktober 2015 Reflectie: Vandaag kregen de kinderen taalles waarbij ze hun eigen wens op moesten schrijven. Van tevoren had ik niet gezegd dat ze stil moesten gaan werken, waardoor ze in het begin een beetje gingen overleggen. Uiteindelijk ging dit over in kletsen, waardoor de kinderen niet meer aandachtig bezig waren met hun werkje. Ik kan binnen een week ervoor zorgen dat de kinderen de volgende les meer met aandacht kunnen werken. Motivatie: Ik was vergeten te zeggen hoe ze te werk moesten gaan, waardoor ze gingen kletsen en afgeleid werden. 1. De volgende keer kan ik de klas, voordat ze gaan werken, vertellen hoe ik wil dat ze dat gaan doen. 2. Mijn mentor kan in de gaten houden of ik dit ook doe en als het niet lukt, hoe ik dit het beste kan verbeteren. Mijn mentor heeft mij ook na deze les tips gegeven. Deze tips kan ik bij de volgende les gebruiken. 3. Bij onderwijskunde hebben we de orde in de klas besproken met behulp van de theorieën. Ik kan deze literatuur en aantekeningen nog een keer doornemen om deze competentie te behalen.

15 Mijn doel is behaald als ik merk dat de kinderen aandachtig aan het werk zijn en niet afgeleid worden door andere dingen. Dit doel is goed te behalen, omdat ik de volgende keer alleen duidelijker moet zijn in hoe ze te werk moeten gaan. Datum: 27 oktober 2015 Reflectie: Vandaag moest ik weer een taalles geven, maar liet ik de kinderen van tevoren weten dat ze stil te werk moesten gaan. Het was dan ook heel rustig toen de kinderen uiteindelijk bezig waren. Hierdoor leidden ze elkaar niet af en konden ze met aandacht hun eigen opdracht maken. Datum: 2 januari 2015 Reflectie: Als er zelfstandig gewerkt moet worden, is het altijd stil in de klas en kunnen alle kinderen met aandacht werken. Zodra de kinderen moeten samenwerken, wordt het bij deze klas al snel onrustig. Ik kan begrijpen, dat sommige kinderen het dan lastig vinden om met volledige aandacht met hun eigen werk bezig te zijn. De afgelopen keer had ik deze competentie op groen gezet, omdat de kinderen toen vooral zelfstandig aan de slag gingen en ik hierbij de stilte in de klas kon houden. De afgelopen lessen heb ik ook met samenwerkingsopdrachten gewerkt en dan werd het soms wat onrustiger in de klas. Ook hierbij moet ik ervoor zorgen dat ieder kind dan met aandacht kan blijven werken. Daarom wordt de competentie weer op rood gezet, omdat ik deze competentie niet op alle momenten beheers. Voor de komende vijf stagedagen is dit nu geen prioriteit voor mij De leraar is zich bewust van zijn pedagogische verantwoordelijkheid en handelt hiernaar door op professionele wijze een veilige leeromgeving en pedagogisch klimaat tot stand te brengen, waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige en verantwoordelijke personen. De student bevordert dat kinderen met elkaar samen werken, samen spelen en elkaar ondersteunen. Reflectie: Ik wil mij eerst richten op het leren kennen van de kinderen en mijn houding voor de klas, zoals de effectieve leraarcommunicatie en het complimenteren van de kinderen. Zodra ik deze competenties goed beheers en mijn doelen hiervoor heb behaald, ga ik mij focussen op de andere doelen. Deze competentie is dus voor mij nog geen prioriteit. Reflectie: Bij sommige lessen mochten de kinderen samenwerken, zoals bijvoorbeeld bij nieuwsbegrip en aardrijkskunde. Bij andere vakken als rekenen of taal kwam het wel eens voor dat ik een vraag wilde beantwoorden, maar iemand uit het groepje ook het antwoord wist. Op deze momenten heb ik de kinderen het elkaar proberen uit te leggen. Als ze er dan niet uitkwamen, sprong ik bij en kon ik de uitleg afmaken. Niet alleen bij het zelfstandig werken, maar ook tijdens het klassikaal bespreken heb ik de kinderen elkaar laten helpen als ze antwoord moesten geven of iets moesten uitleggen. Op deze manier heb ik geprobeerd om ervoor te zorgen dat de kinderen met elkaar samenwerken of dat ze elkaar ondersteunen. De student bevordert de zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid van kinderen. Hij bouwt in zijn lessen regelmatig keuzemogelijkheden in voor de kinderen.

16 Reflectie: Ik wil mij eerst richten op het leren kennen van de kinderen en mijn houding voor de klas, zoals de effectieve leraarcommunicatie en het complimenteren van de kinderen. Zodra ik deze competenties goed beheers en mijn doelen hiervoor heb behaald, ga ik mij focussen op de andere doelen. Deze competentie is dus voor mij nog geen prioriteit. Reflectie: De kinderen hebben tijdens mijn lessen geen keuzemogelijkheden gehad. Ik had altijd één opdracht voor de hele klas. Deze competentie is op dit moment nog geen prioriteit voor mij. Datum: 5 februari 2016 Reflectie: Bij de kleuters merk ik dat ze soms gefrustreerd raken als iets niet lukt. Als ze hun rits niet dicht kunnen krijgen, als ze iets niet begrijpen of als ze bijvoorbeeld niet goed kunnen knippen. Op deze momenten wil ik ze helpen en laten zien dat ze het wel kunnen als ze veel oefenen. De zelfstandigheid probeer ik te bevorderen door ze problemen soms zelf op te laten lossen of iets eerst zelf te laten proberen. Bijvoorbeeld het dichtritsen van hun jas en als het niet lukt het samen met ze op te lossen. Mijn mentor heeft mij ook geleerd dat ik op zulke momenten kleine stappen moet nemen en moet zorgen voor succeservaringen. Dit ga ik de komende vijf stagedagen extra uitwerken en oefenen. STAP 1 Ik kan over vijf stagedagen effectief zorgen voor differentiatie in mijn lessen. STAP 2 1. Ik kan in mijn lesvoorbereidingsformulieren het kopje differentiatie de volgende keren wel in gaan vullen. Dit zal ik bij elke les van te voren met mijn mentor kunnen bespreken, zodat het zeker is dat de differentiatie ook effectief zal zijn. Op deze manier kan ik hier alvast mee oefenen. 2. Mijn mentor heeft me laten zien hoe je in je les kan differentiëren. Dit zal ik gebruiken als ik mijn lessen ga voorbereiden. De komende lessen zal ik ook kijken hoe zij dit in haar eigen lessen verwerkt. 3. Omdat we op de pabo hier nog geen informatie over hebben gekregen, heb ik op internet een artikelen gelezen over het belang van differentiatie in de lessen en hoe je dit het beste kan aanpakken. STAP 3 Dit doel is behaald als ik merk dat de kinderen door de differentiatie uitgedaagd worden en hun aandacht bij de opdracht houden. STAP 4 Dit doel is goed te behalen als ik bij het voorbereiden van mijn lessen hier goed over nadenk. De student bouwt bewust en op een positieve manier aan het zelfvertrouwen van kinderen. Reflectie: Ik wil mij eerst richten op het leren kennen van de kinderen en mijn houding voor de klas, zoals de effectieve leraarcommunicatie en het complimenteren van de kinderen. Zodra ik deze competenties goed beheers en mijn doelen hiervoor heb behaald, ga ik mij focussen op de andere doelen. Deze competentie is dus voor mij nog geen prioriteit.

17 Reflectie: Tijdens de lessen maak ik de kinderen duidelijk dat het niet erg is om fouten te maken of als ze een antwoord niet weten geef ik ze de juiste tips, zodat ze zelf op het antwoord kunnen komen om ze in te laten zien dat ze het wel kunnen. Op deze manier probeer ik op een positieve manier aan het zelfvertrouwen van de kinderen te werken. Maar omdat ik tijdens de lessen de positieve gedragingen nog niet genoeg benadruk, kan ik nog niet zeggen dat ik deze competentie volledig beheers. De student leeft zich in en speelt mee met de kinderen zonder zijn rol als leraar uit het oog te verliezen. Reflectie: Ik wil mij eerst richten op het leren kennen van de kinderen en mijn houding voor de klas, zoals de effectieve leraarcommunicatie en het complimenteren van de kinderen. Zodra ik deze competenties goed beheers en mijn doelen hiervoor heb behaald, ga ik mij focussen op de andere doelen. Deze competentie is dus voor mij nog geen prioriteit. Reflectie: Ik heb weleens met de kinderen meegedaan met een spelletje of met ze gevoetbald. Hierbij heb ik er altijd voor gezorgd dat ik rol als leerkracht niet uit het oog verloor. 3. Vak en didactisch competent 3.1. De leraar kan onderwijs voorbereiden. De student toont aan te beschikken over vakdidactische vaardigheden op propedeuseniveau en de daarbij voorwaardelijke kennis. Reflectie: Ik wil mij eerst richten op het leren kennen van de kinderen en mijn houding voor de klas, zoals de effectieve leraarcommunicatie en het complimenteren van de kinderen. Zodra ik deze competenties goed beheers en mijn doelen hiervoor heb behaald, ga ik mij focussen op de andere doelen. Deze competentie is dus voor mij nog geen prioriteit. Reflectie: Ik heb nu nog geen half jaar stagegelopen. Ik vind het lastig om te beoordelen dat ik nu over alle vakdidactische vaardigheden en kennis op propedeuseniveau beschik. Bij het tweede semester zal ik nog een keer proberen antwoord te geven bij deze competentie. De student bereidt lessen voor op propedeuseniveau met behulp van het lesvoorbereidingsformulier en de bijbehorende literatuur. Datum: 27 oktober 2015 Reflectie: Bij elke les die ik maak, maak ik van tevoren een lesvoorbereidingsformulier. Ook zoek ik nog extra informatie op of bestudeer ik de literatuur die erbij hoort om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op mijn les. De student bereidt twee opeenvolgende lessen voor met een gestructureerde overgang. Reflectie: Dit hoef ik nu nog niet te doen en dus kan ik hier ook nog geen persoonlijke leerdoelen voor maken.

18 Reflectie: Tijdens mijn stage 4-daagse heb ik op één dag al twee lessen gegeven. Samen met mijn mentor heb ik toen van tevoren afgesproken dat ik twee lessen achter elkaar kon gaan geven, zodat ik kon oefenen met de overgang van lessen. Dit waren de vakken nieuwsbegrip en rekenen. Thuis heb ik dat alvast voorbereid, door na te denken hoe ik deze overgang gestructureerd laat plaatsvinden en opgeschreven in mijn lesvoorbereidingsformulier. Na één keer kan ik nog niet zeggen dat ik deze competentie beheers en dus zal ik hier bij mijn volgende semester mee aan de slag gaan. Voor nu is dit nog geen prioriteit. De student informeert bij de mentor naar de beginsituatie (beheersing leerinhoud en taakaanpak) van de groep en gebruikt deze informatie bij het voorbereiden van zijn lessen. Reflectie: Ik wil mij eerst richten op het leren kennen van de kinderen en mijn houding voor de klas, zoals de effectieve leraarcommunicatie en het complimenteren van de kinderen. Zodra ik deze competenties goed beheers en mijn doelen hiervoor heb behaald, ga ik mij focussen op de andere doelen. Deze competentie is dus voor mij niet de eerste prioriteit, maar het is wel handig om hier rekening mee te houden bij het voorbereiden van mijn komende lessen. Datum: 29 november 2015 Reflectie: Bij sommige rekenlessen heb ik met mijn mentor besproken wat de kinderen al weten of kunnen. Bijvoorbeeld bij de les met procenten bij rekenen. Ik wist dat de kinderen hier moeite mee hadden, waardoor ik hier rekening mee heb gehouden bij het voorbereiden van mijn les. Datum: 2 januari 2015 Reflectie: Niet alleen bij rekenlessen, maar ook bij de andere vakken is er besproken wat de kinderen er al vanaf weten. Op deze manier kon ik daarop voortbouwen bij de les die ik moest geven. De student ontwerpt thematisch onderwijs en voert dit uit. Reflectie: Ik heb pas vier dagen stagegelopen, waardoor ik nog niet veel verschillende lessen heb kunnen geven. Bij de komende lessen kan ik hier rekening mee gaan houden, maar op dit moment is dit nog geen prioriteit voor mij. Reflectie: Tijdens het voorbereiden van mijn lessen houd ik rekening met het thema dat in de klas behandeld wordt. Zo houd ik rekening met de seizoenen, Sinterklaas en kerst en pas daar mijn knutselwerkjes op aan. Ook tijdens de les drama heb ik mij aangepast aan het thema in de klas. Ze waren op dat moment bezig met sprookjes, waardoor ik dat thema heb gebruikt voor mijn dramales De leraar kan onderwijs uitvoeren. De student voert twee opeenvolgende lessen samen met de kinderen uit met een gestructureerde overgang. Reflectie: Dit hoef ik nog niet te doen en dus kan ik ook nog geen persoonlijke leerdoelen hierover te maken.

19 Reflectie: Tijdens mijn stage 4-daagse heb ik op één dag ook twee lessen gegeven. Op woensdag moest ik twee opeenvolgende lessen geven; nieuwsbegrip en rekenen. Zodra we klaar waren met nieuwsbegrip heb ik de kinderen de blaadjes in hun kastje laten stoppen, gevraagd of ze hun rekenspullen erbij wilden pakken en klaar wilden gaan zitten voor de volgende les. Dit verliep gestructureerd en zonder enige problemen kon ik beginnen met de rekenles. Na een keer twee opeenvolgende lessen te hebben gegeven, kan ik nog niet zeggen of ik dit volledig beheers. Daarom blijft deze competentie op rood staan en zal ik daar later aan gaan werken als dit voor mij een prioriteit wordt. De student past het model van directe instructie toe. Datum: 26 oktober 2015 Reflectie: Tijdens mijn lessen probeer ik het onderwerp te introduceren/voorkennis ophalen, leerstof te herhalen, de nieuwe stof te bespreken, de leerlingen een opdracht te laten maken en daarna te bespreken. Bij de les van vandaag ging dat goed. Ik wil mij eerst richten op het leren kennen van de kinderen en mijn houding voor de klas, zoals de effectieve leraarcommunicatie en het complimenteren van de kinderen. Zodra ik deze competenties goed beheers en mijn doelen hiervoor heb behaald, ga ik mij focussen op de andere doelen. Deze competentie is dus voor mij nog geen prioriteit. Reflectie: Niet bij alle lessen wordt het directe instructie model toegepast. Er wordt namelijk niet altijd gebruik gemaakt van het herhalen van de leerstof of het ophalen van de voorkennis. Dit probeer ik wel zo vaak mogelijk, maar bij sommige lessen is dit niet gebeurt. Daarom blijft de competentie op rood staan. De student gebruikt aanwezige middelen en methodes. Datum: 26 oktober 2015 Reflectie: Om mijn activiteiten te verzinnen voor in de les gebruik ik de aanwezige methodes. Daar staat natuurlijk in waar de kinderen mee bezig zijn en wat ze moeten leren. Zo kan ik dit weer gebruiken om mijn lessen voor te bereiden. Ook gebruik ik bijvoorbeeld de bliksemrietjes, kaarten of tijdlijnen aan de muur. De student maakt gebruik van verschillende didactische, activerende werkvormen. Reflectie: Ik heb pas drie lessen gegeven, waardoor ik nog geen gebruik heb gemaakt of kunnen maken van allerlei verschillende werkvormen. Mijn eerste prioriteiten zijn nu het leren kennen van de leerlingen en dat ik met de juiste houding en manieren voor de klas sta. Na vijf stagedagen is het de bedoeling dat ik aan deze competenties voldoe en dan zal ik nieuwe doelen formuleren. Deze competentie is dus voor mij nog geen prioriteit. Reflectie: Bij de afgelopen lessen heb ik gebruik gemaakt van de verschillende activerende werkvormen. Een aantal voorbeelden hiervan zijn onder andere: - In groepjes werken bij nieuwsbegrip. - Een circuit met opdrachten bij rekenen. - Voorlezen bij taal.

20 - Demonstreren bij knutselen. - Een quiz bij aardrijkskunde. De student verdiept zich in de (taal)niveaus van de kinderen in de klas. Reflectie: Ik wil mij eerst richten op het leren kennen van de kinderen en mijn houding voor de klas, zoals de effectieve leraarcommunicatie en het complimenteren van de kinderen. Zodra ik deze competenties goed beheers en mijn doelen hiervoor heb behaald, ga ik mij focussen op de andere doelen. Deze competentie is dus voor mij nog geen prioriteit. Reflectie: In de loop van mijn stage ben ik veel over de niveaus van de kinderen te weten gekomen. Ik weet welke kinderen goed scoren tijdens de toetsen en welke kinderen meer moeite hebben op school. Ook bij bepaalde vakken weet ik precies met welke leerlingen ik meer rekening moet houden, omdat zij bijvoorbeeld moeite hebben met het vak. Ik weet dat iemand uit mijn stageklas hoogbegaafd is, maar dat er ook een leerling in de klas zit met een IQ van 70. Deze verschillende niveaus in de klas zijn handig om te weten, om ervoor te zorgen dat de kinderen niet te snel afhaken tijdens je lessen omdat het te ingewikkeld of te makkelijk is. De student gebruikt ict (digitaal schoolbord, softwarepakketten, online software) als ondersteuning bij zijn onderwijs. Hij begeleidt kinderen bij het werken met digitale middelen, programma s en bronnen. Reflectie: Afgelopen stagedagen heb ik nog geen gebruik gemaakt van ict. Ik weet dat de school gebruik maakt van methodes waarbij de opdrachten op het bord kunnen komen te staan, zodat de leerkracht het klassikaal kan bespreken. Aanstaande maandag, 2 november, zal ik mijn eerste rekenles geven waarbij ik gebruik moet gaan maken van het digibord. Vanaf dan voldoe ik aan deze competentie. Reflectie: Ik heb bij meerdere lessen gebruikt gemaakt van de ict. Vooral bij de vakken taal en rekenen heb ik gebruik gemaakt van de online software. Bij andere vakken als muziek en geschiedenis gebruik ik ook het digibord voor de PowerPoint die ik voor deze lessen heb gemaakt. De kinderen mogen vaak op de computer voor Squla. Een kind die op dat moment achter de computer zat, kreeg het niet voor elkaar om met Squla te kunnen beginnen. Ik heb haar toen begeleid in het werken met het programma, zodat ook zij kon beginnen. De student begeleidt kinderen tijdens het spelen en/of zelfstandig (ver)werken. Reflectie: Tijdens de lessen probeer ik de kinderen wel te begeleiden door ze te helpen tijdens de opdrachten. Maar eerst wil ik de competenties die gaan over mijn houding voor de klas, zoals de effectieve leraarcommunicatie en complimenten geven, goed beheersen. Zodra ik dit goed kan, wil ik mij gaan focussen op de andere competenties. Voor de komende vijf stagedagen is dit voor mij nog geen prioriteit. Reflectie: Tijdens mijn lessen loop ik tijdens het zelfstandig werken altijd rond door de klas. Zo kan