De Zandmaas - landschapsontwikkeling en onderzoeksmethoden
|
|
- Cornelis Vedder
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 39 Piet van der Gaauw De Zandmaas - landschapsontwikkeling en onderzoeksmethoden Landschapsontwikkeling in het Maasdal Het is tijdens het onderzoek van de afgelopen jaren duidelijk geworden dat het huidige Maasdal is opgebouwd uit meerdere landschappen van verschillende ouderdom. Om de bewoningsgeschiedenis van het Limburgse Maasdal te kunnen begrijpen is een reconstructie van de landschappelijke ontwikkeling essentieel. De mogelijkheden voor nederzettingen, landbouw, scheepvaart etc. worden immers grotendeels bepaald door de fysieke omgeving. De aan- of afwezigheid van archeologische resten kan worden verklaard door de landschappelijke ontwikkeling van het rivierdal te onderzoeken. Figuur 1. Overzicht van de Zandmaas en de onderzoekslocaties In deze bijdrage wordt eerst de vorming van landschap van het Limburgse Maasdal in het algemeen besproken. Vervolgens komen de plangebieden Lomm, Well-Aijen en Lateraalkanaal-West in het Zandmaasproject (fig. 1) aan de orde, waarbij zal worden geprobeerd de link te leggen tussen de landschappelijke ontwikkeling en de archeologie. Het gaat hierbij vooral om het bepalen van de
2 40 mogelijkheden voor de bewoning en het gebruik van het landschap in de diverse perioden. Tot slot worden enkele conclusies genoemd, die na afloop van het inventariserend onderzoek getrokken kunnen worden. Het Limburgse Maasdal wordt gekenmerkt door een vrij smalle holocene riviervlakte die geflankeerd wordt door een groot aantal pleistocene rivierterrassen. Gezien over de lange termijn is de landschappelijke ontwikkeling van het Maasdal vooral bepaald door twee factoren: tektonische bewegingen van de aardkorst en klimaatveranderingen in het Pleistoceen, de periode van de ijstijden. Figuur 2.Tektonische eenheden in het Limburgse Maasdal De tektoniek komt tot uiting door een aantal breuken in de ondergrond (fig. 2) De belangrijkste tektonische eenheden zijn het dalingsgebied, de Centrale Slenk en het opheffingsgebied, de Peelhorst. De beweging tussen de verschillende blokken verloopt heel langzaam, maar omdat dit proces zich gedurende vele miljoenen jaren heeft afgespeeld, is het landschap van het Limburgse Maasdal toch wel in grote lijnen door deze tektonische bewegingen bepaald. Globaal gezien kunnen in het Limburgse Maasdal op basis van deze tektonische eenheden vier trajecten worden onderscheiden met ieder een eigen landschappelijke ontwikkeling. In het zuiden het opheffingsgebied het Limburgs Blok, vervolgens de Centrale Slenk, dan de Peelhorst en in het noorden de Venlo Slenk, die overigens geen echt dalingsgebied kan worden genoemd. Behalve tektoniek hebben klimaatveranderingen veel invloed gehad op het landschap van het Maasdal. Aan het begin van elke ijstijd sneed de Maas zich in en bouwde vervolgens weer een brede riviervlakte op van zand en grind (fig. 3). Vanwege het ruige klimaat en het ontbreken van vegetatie was er tijdens de ijstijden een grote aanvoer van sediment. De Maas was een verwilderde of
3 41 vlechtende rivier met een zeer brede riviervlakte met veel verschillende geulen tussen zand- en grindbanken. Ook tijdens de overgang van een ijstijd naar een warmere periode sneed de rivier zich in. De Maas was in die warme perioden een meanderende rivier die zich door een vrij smalle riviervlakte slingerde. Figuur 3. Klimaatveranderingen in het Pleistoceen Door de vele insnijdingen van de rivier is een karakteristiek terrassenlandschap ontstaan (fig. 4), waarbij delen van de oude riviervlakten als iets hoger liggende terrassen bewaard zijn gebleven. De meeste terrassen in het Limburgse Maasdal dateren uit de laatste en voorlaatste ijstijd en veel oude Maaslopen zijn op de terrassen nog goed te herkennen. Figuur 4. Terrassen langs de Maas Tijdens het Holoceen is de riviervlakte vooral gevormd door de laterale, d.w.z. de zijdelingse verplaatsing van de Maasmeanders. Figuur 5 is een doorsnede van een riviermeander die zich naar links verplaatst. De rivierbodem bestaat uit grind en in de binnenbocht, de zgn. kronkelwaard, wordt zand afgezet. Op de oevers wordt tijdens overstromingen zandige klei afgezet in de vorm van een oeverwal, terwijl iets verder van de rivier af klei sedimenteert. De wat hoger gelegen oeverafzettingen
4 42 zijn meestal goed bewoonbaar geweest, terwijl de lagere delen bijvoorbeeld gebruikt werden om het vee te weiden. Figuur 5. Vorming van de holocene riviervlakte (afbeelding RAAP) Op de terrassenkaart van het Zandmaasdal van Van den Broek & Maarleveld uit 1963 (fig. 6) zijn in het lichtrood de terrassen uit de laatste en voorlaatste ijstijd weergegeven. De Maas had in die perioden een zeer brede, verwilderde riviervlakte. Met de oranje, groene en gele kleuren zijn terrassen aangegeven, die gevormd zijn aan het einde van de laatste ijstijd, het Laat-Glaciaal. Vooral de grote meanders uit het Allerød-interstadiaal, een korte warmere periode aan het einde van de laatste ijstijd, zijn heel opvallend. Figuur 6. Terrassenkaart van het Zandmaasdal, uit: Van den Broek & Maarleveld, Het jongste terras met de blauwe kleur is gevormd in het zogenaamde Jonge Dryas-stadiaal, een korte, koude periode van ongeveer 1000 jaar vlak voor het begin van het Holoceen, de warme periode waarin we nu leven en die ongeveer jaar geleden begon. De Maas vormde in het Jonge Dryas-stadiaal weer een verwilderde riviervlakte met een breedte van 1 à 2 km en in het begin van het Holoceen heeft de Maas zich ingesneden in het Jonge Dryas-terras. In de Centrale Slenk kon de Maas sterk meanderen en daar is de holocene riviervlakte met de paarse kleur dus vrij breed. Hier zijn veel van die laatglaciale terrassen door laterale erosie van de Maas verdwenen, ten koste van de holocene riviervlakte. Op de Peelhorst ontbreekt de holocene riviervlakte, omdat de Maas hier blijkbaar niet kon meanderen en ook in de Venlo Slenk heeft de Maas nauwelijks gemeanderd. De plangebieden van de Maaswerken liggen allemaal op het Jonge Dryas-terras of in de holocene riviervlakte en in feite zijn het dus de laagste en jongste delen van het Maasdal.
5 43 Tijdens het Holoceen is het landschap en de bewoning daarvan, sterk beïnvloed door de dynamiek van de Maas. Door laterale erosie van de rivier gedurende het Holoceen zijn grote delen van de terrassen en de oudere delen van de riviervlakte met bewoningssporen en al verdwenen, waardoor het moeilijk is om de bewoningsgeschiedenis van het Maasdal te reconstrueren. Anderzijds zijn delen van de terrassen en de riviervlakte overdekt met jonge rivierklei, waardoor de archeologische resten daar beter geconserveerd zijn. De dynamiek van de Maas gedurende het Holoceen kan als volgt worden samengevat (tabel 1) In het Jonge Dryas-stadiaal, dat is aan het einde van het Laat-Paleolithicum, was de Maas een verwilderde rivier. De bedding bestond uit meerdere, zich snel verplaatsende, ondiepe geulen tussen grind- en zandbanken waarop soms kleine duintjes werden gevormd. In het begin van het Holoceen, in het Vroeg-Mesolithicum, sneed de Maas zich in en op lagere delen van het terras werd tijdens overstromingen de zogenaamde oude rivierklei afgezet en in de Venlo Slenk werden zandige kronkelwaardruggen gevormd. Dan volgt een lange periode van het Mesolithicum tot de Bronstijd, dus een periode van ongeveer 7000 jaar, met weinig overstromingen en weinig sedimentatie en hoewel er weinig overstromingen waren, heeft de Maas in de Centrale Slenk toch flink kunnen meanderen. Vanaf de Late Bronstijd krijgen we te maken met toenemende overstromingen door ontbossing en ontginning van het achterland, waardoor het regenwater niet meer door de vegetatie en de bodem werd vastgehouden en sneller werd afgevoerd naar de rivier. Ook in de Romeinse tijd waren er veel overstromingen, maar in de Vroege Middeleeuwen raakt het achterland weer bebost, wat leidt tot minder overstromingen. Vanaf de Late Middeleeuwen is de situatie weer omgekeerd: meer overstromingen en sedimentatie, maar ook veel erosie, zowel lateraal door de zich zijdelings verplaatsende meanders als door overloopgeulen. Tabel 1. Dynamiek van de Maas en bewoonbaarheid van het Zandmaasdal Periode Laat-Paleolithicum > v.c. Mesolithicum v.c. Neolithicum v.c. Bronstijd v.c. IJzertijd 800 v.c. 0 Romeinse tijd n.c. Vroege Middeleeuwen n.c. Late Middeleeuwen n.c. Nieuwe tijd 1500 n.c. heden Dynamiek Maas Verwilderde rivier (Jonge Dryas) Meerdere, zich snel verplaatsende, ondiepe geulen tussen grinden zandbanken, soms lichte duinvorming op zandbanken. Eerst insnijding, vorming kronkelwaardruggen in Venlo Slenk en afzetting oude rivierklei op lagere delen van terras Daarna weinig overstromingen, weinig sedimentatie Weinig overstromingen, weinig sedimentatie Weinig overstromingen Vanaf Late Bronstijd meer overstromingen Toenemende overstromingen Veel overstromingen Weinig overstromingen Veel overstromingen, veel sedimentatie Veel erosie, zowel lateraal als door overloopgeulen Veel overstromingen, veel sedimentatie Veel erosie, zowel lateraal als door overloopgeulen
6 44 Deze wisselende dynamiek van de Maas is bepalend geweest voor de bewoningsmogelijkheden en heeft ook gezorgd voor een complex en divers landschap in het Maasdal. Dit zal worden toegelicht aan de hand van drie plangebieden in de Zandmaas, waar het archeologisch landschap in kaart is gebracht. Tevens worden hier per deelgebied enkele methoden en technieken genoemd die tijdens de prospectie zijn toegepast. Plangebied Lomm (80 ha - hoogwatergeul) Voorafgaande aan het veldonderzoek is eerst een bureauonderzoek uitgevoerd waarbij de bekende archeologische gegevens zijn verzameld. Figuur 7 geeft de verwachtingskaart en de voor het onderzoek bekende vindplaatsen uit Archis weer. Daarnaast speelt de bestudering van bodemkaarten, geomorfologische kaarten, hoogtekaarten en historische kaarten een belangrijke rol (fig. 8). Aan de hand van deze gegevens is een archeologische verwachting voor het plangebied geformuleerd die bepalend is voor de te volgen onderzoeksstrategie in het veld. Figuur 7. Lomm: verwachtingskaart uit: Trajectnota/MER.
7 45 Figuur 8. Lomm, links: bodemkaart, rechts: Tranchotkaart (circa 1810) Als onderzoeksmethoden zijn in Lomm eerst een oppervlaktekartering en een zogenaamd megabooronderzoek uitgevoerd. Daarbij zijn ongeveer 10 boringen per hectare gezet met een grote handboor met een diameter van 12 cm, waarbij de boorinhoud in het veld is gezeefd. Uit de boringen kwamen opvallend veel vondsten, terwijl aan het oppervlak relatief weinig vondsten werden gedaan. De door RAAP aangegeven vindplaatsen (fig. 9) zijn dus vooral gebaseerd op vondsten uit de boringen. Uit het booronderzoek bleek ook dat het terras en de oude oeverafzettingen hier afgedekt zijn door een zandig dek dat bestaat uit jongere afzettingen van de Maas, maar waarschijnlijk ook uit met bemesting opgebrachte grond, een zogenaamd esdek. Ook zijn enkele smalle profielsleuven getrokken. In het plangebied Lomm, dat vrijwel geheel bestaat uit een terras uit het Jonge Dryas-stadiaal, is daarna een waarderend proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. De sleuven zijn ingetekend op een hoogtekaart (fig. 10). Uit alle gegevens tezamen is een kaartje (fig. 11) gemaakt waarop de verschillende landschappelijke eenheden zijn weergegeven die onder het zandige dek liggen. De rode gebieden zijn de hoogste delen van het terras die niet of nauwelijks zijn bedekt met oude oeverafzettingen. De oranje gebieden zijn de wat lagere delen van het terras en daar ligt wel een dik pakket oeverafzettingen. Met de groene kleur is een oude geul uit de Jonge Dryas weergegeven die is opgevuld met oude rivierklei, en de blauwe baan is ook een oude geul maar die functioneert bij overstromingen steeds weer opnieuw als overloopgeul. De archeologische vondsten en sporen zijn vooral aangetroffen op de hogere, zandige delen van het onderliggende terras, dus in de rode gebieden. In de lagere delen met meer kleiige oeverafzettingen zijn ook wel vondsten gedaan, maar er zijn weinig grondsporen aangetroffen.
8 Figuur 9. Boorpunten, profielsleuven en vindplaatsen in Lomm, uit: Raemaekers, D.C.M. & E. Heunks, 2000 en Verhoeven, A.A.A. & A.H. Schutte, et al,
9 Figuur 10. Hoogtekaart en proefsleuven in Lomm, uit: Verhoeven, A.A.A. & A.H. Schutte, et al,
10 48 Figuur 11. Landschappelijke eenheden in Lomm. De bewoningsmogelijkheden van Lomm zijn weergegeven in tabel 2. Omdat het plangebied bestaat uit een terras dat slechts incidenteel werd overstroomd, zijn de gebruiksmogelijkheden voor agrarische activiteiten altijd gunstig geweest. Tabel 2. Bewoonbaarheid Lomm Peelhorst - Jonge Dryas terras Periode Laat-Paleolithicum > v.c. Mesolithicum v.c. Neolithicum v.c. Bronstijd v.c. IJzertijd 800 v.c. 0 Romeinse tijd n.c. Vroege Middeleeuwen n.c. Late Middeleeuwen n.c. Nieuwe tijd 1500 n.c. heden Bewoonbaarheid Niet goed bewoonbaar s winters te koud, s zomers te dynamisch Bewoonbaar, losse vondsten aangetroffen Bewoonbaar, losse vondsten aangetroffen Bewoonbaar, losse vondsten aangetroffen Hogere delen goed bewoonbaar Meerdere nederzettingen aangetroffen Alleen hoogste delen bewoonbaar Twee nederzettingen aangetroffen Bewoonbaar, Wel losse vondsten, maar geen nederzettingen aangetroffen Niet goed bewoonbaar Niet goed bewoonbaar
11 49 Als we de landschapsopbouw van Lomm op een rijtje zetten, zien we bovenaan (fig. 12) het rivierterras uit de Jonge Dryas. In het Vroeg-Holoceen snijdt de Maas zich in en wordt in lagere delen oude rivierklei afgezet. In de periode van het Neolithicum tot en met de IJzertijd, maar ook in de Romeinse tijd, vindt bewoning plaats op de hogere delen van het landschap en raakt het gebied gedeeltelijk overdekt met oeverafzettingen. Tot slot wordt vanaf de Late Middeleeuwen tijdens de vele overstromingen het zandige dek gevormd. Figuur 12. Landschapsopbouw van Lomm In figuur 13 wordt de landschappelijke situatie in de prehistorie nog eens toegelicht. De bovenste doorsnee geeft die situatie weer in het Neolithicum en de Bronstijd: een boerderij op een hoger deel van het terras, met wat kuilen en greppels daaromheen. In de IJzertijd komt het maaiveld op de terrasruggen door erosie en landbouwactiviteiten enigszins lager te liggen, waardoor de grondsporen uit de oudere perioden grotendeels verdwenen zijn. Tegelijkertijd worden op de flanken ook meer oeversedimenten afgezet, zodat de sporen uit de oudere perioden daar wat dieper liggen dan de sporen uit de IJzertijd. Bij het vervolgonderzoek in Lomm moet daar rekening mee worden gehouden. Figuur 13. Bewoningssporen in Lomm
12 50 Figuur 14 illustreert een gedeeltelijk vervaagd grondspoor. In de onderliggende terrasafzettingen is het grondspoor nog redelijk goed te zien, maar in de bruine oeverafzettingen is het spoor, dat daar oorspronkelijk wel aanwezig was, niet meer zichtbaar. De oeverafzettingen zijn door de verwering van ijzerhoudende mineralen sterk verbruind, maar ook door bioturbatie van planten en dieren kunnen sporen op den duur vervagen. Dat maakt het opgraven in de oeverafzettingen erg lastig, want alleen de grondsporen met veel houtskool en verbrande leem zijn daarin nog zichtbaar. Figuur 14. Bruine bodems vervaagde grondsporen, uit: Verhoeven, A.A.A. & A.H. Schutte, et al., Plangebied Well-Aijen (160 ha - hoogwatergeul) In Well-Aijen is ook een bureauonderzoek en een oppervlaktekartering uitgevoerd, maar megaboringen zijn hier niet gezet, omdat het sediment te kleiig was om te zeven. In een vroeg stadium van het veldonderzoek is hier een zgn. geo-archeologisch booronderzoek uitgevoerd dat inzicht gaf in de geomorfologische opbouw van het gebied. Loodrecht op de Maas zijn verschillende diepe boorraaien gezet om eerst de landschappelijke opbouw van het gebied te onderzoeken voordat de verdere onderzoeksstrategie werd bepaald (fig.15). Figuur 15. Geoarcheologische boorraaien in Well-Aijen, uit: Van Dijk 2002.
13 51 Al snel bleek dat geo-archeologisch booronderzoek een goede methode is om een dynamisch rivierlandschap aan te pakken. Aan de hand van de resultaten zijn meer boringen gezet, enerzijds om overdekte vindplaatsen op te sporen en om een gedetailleerde reconstructie van de landschapsopbouw te maken. Figuur 16. Landschappelijke eenheden in Well-Aijen, uit: Tichelman, G., et al Uit het booronderzoek bleek dat het plangebied voor een deel bestaat uit het Jonge Dryas terras, dat met de oranje kleur is weergegeven (fig. 16) Daarnaast loopt door het gebied een oude geul die oorspronkelijk dateert uit het Jonge Dryas-stadiaal (met de lichtgroene kleur), maar er zijn ook twee holocene landschapseenheden aanwezig die met blauw zijn aangegeven. In het zuiden ligt een jonge kronkelwaard (binnenbocht van een riviermeander) uit de Nieuwe tijd, en in het noorden ligt een kronkelwaard uit het Vroeg-Holoceen. Het gehele landschap is ook hier weer afgedekt met oeverafzettingen van de Maas die afgezet zijn vanaf de IJzertijd. In figuur 16 zijn ook de proefsleuven weergegeven, die zodanig gesitueerd zijn dat ze naar verwachting de meeste informatie zouden opleveren over de vindplaatsen en over de landschapsopbouw. Figuur 17. Landschapsopbouw van Well-Aijen
14 52 Figuur 17 is een doorsnede van het noordelijke deel van het plangebied, dus door de vroegholocene kronkelwaard. Bovenaan de situatie in de Jonge Dryas. In het Vroeg-Holoceen snijdt de rivier zich in, maar verplaatst zich daarbij ook in westelijke richting. Door de insnijding transporteert de Maas veel zand dat in de vorm van een zandbank, een zogenaamde kronkelwaardrug, wordt afgezet. De geulvormige laagte achter de kronkelwaardrug wordt opgevuld met klei. Bovenop die kronkelwaardrug zijn bewoningssporen uit het Mesolithicum aangetroffen. Gedurende het Holoceen slibt de kronkelwaardrug verder op en in het Neolithicum blijkt de rug weer of misschien nog steeds bewoond te zijn. Dat wil overigens niet zeggen dat het terras niet bewoond werd in die perioden, maar de archeologische resten zijn op de kronkelwaardrug veel beter bewaard gebleven. In de IJzertijd lijkt bewoning alleen nog op het terras mogelijk en vanaf die tijd wordt het gehele landschap afgedekt met oeverafzettingen. Het is belangrijk om te vermelden dat ook elders in de Venlo Slenk dergelijke vroegholocene kronkelwaardruggen aanwezig kunnen zijn en o.a. bij Ooijen en bij Oeffelt zijn deze inderdaad ook vastgesteld. In tabel 3 is de bewoonbaarheid van Well-Aijen nog eens samengevat. Tabel 3. Bewoonbaarheid Well-Aijen- Venlo Slenk Jonge Dryas-terras en holocene riviervlakte Periode Laat-Paleolithicum > v.c. Mesolithicum v.c. Bewoonbaarheid Niet goed bewoonbaar s winters te koud, s zomers te dynamisch Bewoonbaar op terras en kronkelwaardrug Bewoning aangetoond op vroegholocene kronkelwaardrug Neolithicum v.c. Bronstijd v.c. IJzertijd 800 v.c 0. Romeinse tijd n.c. Vroege Middeleeuwen n.c. Late Middeleeuwen n.c. Nieuwe tijd 1500 n.c. heden Bewoonbaar, aangetoond op kronkelwaardrug Bewoonbaar, aangetoond op terras Hogere delen van terras goed bewoonbaar Kronkelwaardrug niet goed bewoonbaar Niet goed bewoonbaar Bewoonbaar, wel losse vondsten, maar geen nederzettingen aangetroffen Niet goed bewoonbaar, wel kasteel Niet goed bewoonbaar, wel kasteel Plangebied Lateraalkanaal-West (500 ha - retentiebekken) Lateraalkanaal-West ligt aan de westzijde van het Maasdal en bestaat uit een oud gedeelte van de holocene riviervlakte met een duidelijk patroon van oude meanders en kronkelwaarden. De westelijke begrenzing van het gebied wordt gevormd door enkele terrassen uit de laatste ijstijd. Uit het beperkte onderzoek dat hier tot nu toe heeft plaatsgevonden, is gebleken dat er sprake is van een mooi afgedekt landschap met verscheidene oude stroomgeulen die gedeeltelijk opgevuld zijn met veen. Deze bieden goede mogelijkheden voor paleo-ecologisch onderzoek en ook de kans op nautische vondsten is hier erg groot.
15 53 Er zijn prehistorische nederzettingen uit verschillende perioden aangetroffen. De meeste vindplaatsen liggen vlak langs de oude geulen maar er zijn ook vindplaatsen die juist op de wat hogere gronden tussen de geulen liggen (fig.18). Figuur 18. Reliëf, geulen en vindplaatsen in Lateraalkanaal-West, uit: Heunks, E., Het onderzoek heeft geleid tot de volgende reconstructie van de landschapsopbouw (fig. 19): Over de situatie in het Mesolithicum weten we niet veel, want de Maas heeft de riviervlakte uit die periode waarschijnlijk helemaal opgeruimd. Uit het Neolithicum is wel iets bewaard gebleven. De bovenste doorsnede geeft de landschappelijke situatie in die periode zeer schematisch weer. Na de vroegholocene insnijding heeft de Maas in het Neolithicum door laterale verplaatsing van de riviermeanders een riviervlakte opgebouwd. In de Bronstijd migreert de Maas naar het westen en vormt zo de markante terrasrand bij Heel, Beegden en Horn. In de IJzertijd krijgt de Maas een andere loop die meer oostelijk ligt. Daardoor blijft een deel van de neolithische riviervlakte bewaard en deze wordt afgedekt met oeverafzettingen. Er zijn in het gebied maar weinig Romeinse en Middeleeuwse vondsten gedaan, hetgeen erop wijst dat het gebied door overstromingen toen niet meer goed bewoonbaar was. Ook in de Middeleeuwen stroomt de Maas grotendeels ten oosten van het plangebied waarbij het landschap uit de IJzertijd op haar beurt weer bedekt wordt met een laag oeverafzettingen. In tabel 4 is de bewoonbaarheid van Lateraalkanaal-West samengevat. Figuur 19. Landschapsopbouw van Lateraalkanaal-West
16 54 Tabel 4. Bewoonbaarheid LKW - Centrale Slenk - holocene riviervlakte Periode Laat-Paleolithicum > v.c. Bewoonbaarheid Mogelijk restant Jonge Dryas terras aangetroffen, geen vondsten uit deze periode Mesolithicum v.c. Neolithicum v.c. Bronstijd v.c. IJzertijd 800 v.c 0. Romeinse tijd n.c. Vroege Middeleeuwen n.c. Late Middeleeuwen n.c. Nieuwe tijd 1500 n.c. heden Waarschijnlijk geen rivierafzettingen uit deze periode bewaard gebleven door laterale verplaatsing meanders Mesolithische vondsten aangetroffen op mogelijk restant JD-terras Bewoonbaar, Laat-Neolithicum aangetoond op oeverafzettingen (Klein?) deel rivierafzettingen uit deze periode bewaard gebleven Bewoonbaar, vondsten aangetroffen Deel rivierafzettingen uit deze periode bewaard gebleven. Hoewel er in de periode Mesolithicum tot Bronstijd weinig overstromingen waren, heeft de Maas in de Centrale Slenk wel flink gemeanderd. Hoge oeverafzettingen bewoonbaar, nederzetting aangetoond Groot deel rivierafzettingen uit deze periode bewaard gebleven Niet goed bewoonbaar Veel overstromingen Bewoonbaar?, losse vondsten aangetroffen tijdens kartering Niet goed bewoonbaar Veel overstromingen Niet goed bewoonbaar Veel overstromingen Conclusies Gebleken is dat geo-archeologisch booronderzoek in een dynamisch en overdekt landschap als het Maasdal een goede methode is om het veldonderzoek mee te beginnen. Daarmee kan de archeologische verwachting die naar voren kwam uit het bureauonderzoek worden bijgesteld en kan de onderzoeksstrategie nader worden bepaald, bijvoorbeeld in de vorm van verder booronderzoek of het graven van proefsleuven op bepaalde locaties. Met booronderzoek kunnen echter alleen grotere nederzettingen worden opgespoord en met oppervlaktekartering worden alleen vindplaatsen gevonden die aan of vlak onder het maaiveld liggen. Het proefsleuvenonderzoek moet daarom, naast de waardering van tijdens de kartering aangetroffen sites en het onderzoeken van de landschappelijke context, ook gericht zijn op het opsporen van nieuwe sites op basis van een nieuw verwachtingsmodel dat opgesteld kan worden na het booronderzoek en de oppervlaktekartering. Tijdens het prospectief archeologisch onderzoek zijn ongetwijfeld niet alle archeologische vindplaatsen in kaart gebracht. De plangebieden zijn daarvoor veel te groot. In Well-Aijen is bijvoorbeeld maar 2% van het oppervlak d.m.v. proefsleuven onderzocht, waarbij maar liefst 29 sites zijn aangetroffen. Het onderzoek had overigens ook niet de intentie om alle vindplaatsen in kaart te brengen. Gebiedsgericht onderzoek is vooral geschikt om inzicht te krijgen in de archeologische potentie van verschillende landschapseenheden en wat dat betreft is het project zeker geslaagd. Er moet echter naar gestreefd worden om sites op te sporen die representatief zijn voor die verschillende landschapseenheden. Verder moeten de resultaten van het veldonderzoek geëxtrapoleerd kunnen worden naar de rest van de landschappelijke eenheid waarin de sites gelegen zijn. Alleen op die
17 55 manier kan een verantwoorde keuze gemaakt worden over wat wel en wat niet onderzocht moet worden. De bewoonbaarheid van het Maasdal is vooral afhankelijk geweest van overstromingen. De overstromingsfrequentie en het voorkomen van catastrofale overstromingen speelden vermoedelijk een belangrijke rol. Ontbossing en ontginning van het achterland waren daarbij de bepalende factoren, maar welke invloed het klimaat hierop heeft gehad, is nog onduidelijk. In het Meso- en Neolithicum is bewoning op de lagere (maar goed ontwaterde) delen van het terras en de riviervlakte mogelijk; daarna waarschijnlijk niet meer. Of men zich daadwerkelijk vestigde op een bepaalde locatie, wordt natuurlijk ook bepaald door andere factoren. Op het terras zijn vooral sporen uit de IJzertijd goed bewaard gebleven onder de jongere oeversedimenten. Sporen uit oudere perioden zijn zeker ook aanwezig op het terras, maar zijn minder goed geconserveerd door verbruining, bioturbatie, erosie en landbouwactiviteiten. Ondanks het feit dat grote delen van de holocene riviervlakte door laterale erosie van de Maas zijn verdwenen, zijn hier en daar nog oude delen met bewoningssporen bewaard gebleven. De vroegholocene kronkelwaard in Well-Aijen en de overdekte prehistorische landschappen in Lateraalkanaal-West zijn daarvan de belangrijkste voorbeelden. Door het projectteam zijn voor alle plangebieden voorstellen gedaan om vindplaatsen en gebieden met een hoge potentie te selecteren voor vervolgonderzoek. In het wetenschappelijk beleidsplan zijn de lijnen voor het definitieve onderzoek uitgezet. Voor gebieden en vindplaatsen waar de aard, locatie en omvang na het prospectief onderzoek tot op zekere hoogte is vast komen te staan, is het betrekkelijk eenvoudig om een strategie en uitvoeringsmethode voor (gebiedsgericht) definitief onderzoek te bepalen. Het onderzoek in de landschappelijke zones met een hoog risico op nietgelokaliseerde vondsten en vindplaatsen is minder eenvoudig. (Pro-)actieve uitvoeringsbegeleiding lijkt hier de meest aangewezen methode.
18 56 Literatuur Broek, J.M.M. van den & G.C. Maarleveld, 1963: The Late-Pleistocene terrace deposits of the Meuse, Mededelingen Geologische Stichting 16, De Maaswerken 1999: Trajectnota/MER Zandmaas/Maasroute, Maastricht. Dijk, X.C.C. van, 2002: Project Zandmaas, deelgebied Well-Aijen, een Aanvullende Archeologische Inventarisatie (AAI), Amsterdam (RAAP-rapport 799). Heunks, E., 2000: Project Zandmaas, deelgebied Lateraalkanaal-West, een Aanvullende Archeologische Inventarisatie (AAI): verkennende fase, Amsterdam (RAAP-rapport, 526). Raemaekers, D.C.M. & E. Heunks, 2000: Project Zandmaas, deelgebied Lomm, een Aanvullende Archeologische Inventarisatie (AAI), Amsterdam (RAAP-rapport 499). Tichelman, G., et al. 2005: Archeologisch onderzoek in het kader van De Maaswerken, inventariserend veldonderzoek (IVO), waarderende fase Well-Aijen, Amersfoort (ADC-rapport 404). Verhoeven, A.A.A. & A.H. Schutte, et al., 2004: Inventariserend veldonderzoek in het kader van de aanleg van de hoogwatergeul te Lomm (gemeente Arcen en Velden), Amersfoort (ADC-rapport 233).
Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap
Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding
Nadere informatiememo Locatiegegevens: Inleiding
memo van Bram Silkens afdeling RB Datum Contact 28-04-2016 Walcherse Archeologische Dienst (gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen) postbus 70 4330 AB Middelburg b.meijlink@middelburg.nl (06-52552925)
Nadere informatieBewoning en landgebruik in het Maaswerkengebied in de Steentijd
95 Karianne Winthagen Bewoning en landgebruik in het Maaswerkengebied in de Steentijd Inleiding De geschiedenis van de steentijd in het Maasdal beslaat de periode van 250.000 tot 2000 v. Chr. Aan de hand
Nadere informatie96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN
96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN Grondboor en Hamer, jrg. 43, no. 5/6, p. 225-227, 3 fig., november 1989 AFZETTINGEN VAN RIJN EN MAAS IN LIMBURG W.M. Felder* In de loop van het Mioceen, 10 tot 7 miljoenn
Nadere informatie8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas
QUICKSCAN ARCHEOLOGIE KLAVER 8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente 8 2017 Horst aan de Maas Gemeente Horst aan de Maas 20 APRIL 2017 20 APRIL 2017 Contactpersonen KOOS MOL Arcadis Nederland B.V.
Nadere informatieNoordelijke uitbreiding hoogwatergeul
RAAP-RAPPORT 1553 Noordelijke uitbreiding hoogwatergeul Lomm Gemeente Arcen en Velden Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) ir. G.R. Ellenkamp RAAP
Nadere informatieRanst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)
RAAP België - Rapport 035 Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst) Archeologienota Archeologisch Vooronderzoek Programma van Maatregelen Bureauonderzoek 2016L20 Landschappelijk booronderzoek 2016L21
Nadere informatieArcheologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard
Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard Inventariserend veldonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 201 Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard Inventariserend veldonderzoek
Nadere informatieBijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden
Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden Hieronder worden de resultaten van de archeologische toets per deelgebied weergegeven. Drieschouwen Binnen de grenzen van het deelgebied Drieschouwen
Nadere informatieRAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)
RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) Bureauonderzoek 2016I81 Landschappelijk booronderzoek 2016I121 Nazareth 2016 Colofon Opdrachtgever: Waterwegen
Nadere informatieArcheologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat
Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat T.D. Hamburg Archol briefrapport 15 Inleiding In opdracht van de gemeente Oss heeft Archeologische Onderzoek Leiden (Archol bv) op maandag 26 augustus een
Nadere informatiePapendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.
1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.0) H.
Nadere informatieArcheologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)
Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie
Nadere informatieAverboodse Baan (N165), Laakdal
Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota
Nadere informatieADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013
NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);
Nadere informatieArcheologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen
Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Bijlage 3 bij Nota van Uitgangspunten Strijpsche Kampen Definitief Gemeente Oirschot Grontmij Nederland bv Eindhoven, 11 mei 2007 Verantwoording Titel :
Nadere informatieBijlage 3. Vrijstellingen
Bijlage 3. Vrijstellingen Terreinen van hoge archeologische waarde: provinciaal monument (AWG categorie 1) De West-Friese Omringdijk is een provinciaal monument. Vergunning verloopt via de provincie Noord-
Nadere informatieArcheologische Quickscan
Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)
Nadere informatieQuick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand
Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de
Nadere informatiePlangebied Visvijvers te Gendt
RAAP-NOTITIE 1540 Plangebied Visvijvers te Gendt Gemeente Lingewaard Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek Colofon Opdrachtgever: Gemeente Lingewaard Titel: Plangebied
Nadere informatieInventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven in het plangebied Lage Ring te s Hertogenbosch
Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven in het plangebied Lage Ring te s Hertogenbosch maurice langeveld Zuidnederlandse Archeologische Notities 235 Amsterdam 2011 Archeologisch Centrum
Nadere informatieFiguur 4.1 Stroomschema archeologie gemeente Terneuzen
Gemeentelijk beleid Algemeen Op 27 januari 2011 is door de gemeenteraad van Terneuzen het interim beleid archeologie vastgesteld. De insteek van dit beleid is het regelen van archeologie in ruimtelijke
Nadere informatieGerrit Rietveld College
Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling Gerrit Rietveld College GRC: Archeologische begeleiding op het terrein van het Gerrit Rietveld College, Utrecht Basisrapportage Archeologie 110 www.utrecht.nl Basisrapportage
Nadere informatieQuick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand
Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand 18 november 2010 Inleiding Het plangebied ligt ten westen van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de gemeente Loon op Zand (afb. 1). De
Nadere informatiePlangebied Raaieind te Grubbenvorst
RAAP-RAPPORT 2156 Plangebied Raaieind te Grubbenvorst Gemeente Horst aan de Maas Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (proefsleuven) Colofon Opdrachtgever: DCM Titel: Plangebied
Nadere informatieBijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden
Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding
Nadere informatieAddendum op RAAP-rapport 1254: Plangebied Winssense Waarden / zandtransportzone in het kader van vergunningverlening plan Geertjesgolf
1 Addendum op RAAP-rapport 1254: Plangebied Winssense Waarden / zandtransportzone in het kader van vergunningverlening plan Geertjesgolf Eckhart Heunks 01-10-2012 1. Inleiding Een onderdeel van het plan
Nadere informatieLANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst
LANDSCHAPSANALYSE 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland 27 september 2013 Academie van Bouwkunst Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii Onderwerpen 1. Rivierenlandschap 2. Zandlandschap 3. Krijt-
Nadere informatieLocatie OPZ, Stelenseweg, Geel
Programma van Maatregelen Auteur: J.A.G. van Rooij (veldwerkleider) Autorisatie: P. Hazen (OE/ERK/Archeoloog/2015/00072) 1 Inleiding Op het terrein van het OPZ in Geel, is een vijftal nieuwe gebouwen gepland,
Nadere informatieGEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART
BAAC rapport GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport V-09.0172 januari 2010 Status definitief Auteur(s) drs. A. Buesink drs. M.A. Tolboom H.M.M. Geerts ARCHEOLOGIE
Nadere informatieBureauonderzoek Archeologie
Bijlage 9 Bureauonderzoek Archeologie (voorontwerp) Ommen Oost NL.IMRO.0175.20131005003-VO01 197-236 !"#$%&&""%'$!"( )#*"( -( "( -%*0(!( )%"( +, +., /* 12 3 4 30#5! 657 7$58 9": 5 "%:$:%"%%;&$:%%%% %"$5$:$%:#'%$5%%%&0%#$
Nadere informatie4 Archeologisch onderzoek
4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten
Nadere informatieGageldijk. GAG: Archeologische begeleiding rond de aanleg van een fietsviaduct aan de Gageldijk, gemeente Utrecht. Basisrapportage Archeologie 109
Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling Gageldijk GAG: Archeologische begeleiding rond de aanleg van een fietsviaduct aan de Gageldijk, gemeente Utrecht Basisrapportage Archeologie 109 www.utrecht.nl Basisrapportage
Nadere informatieDe geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).
De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige
Nadere informatieBijlage 4 Archeologisch onderzoek
39 Bijlage 4 Archeologisch onderzoek Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 40 Bodemverstoringsvergu nning Archeologie Plangebied: Gemeente:
Nadere informatieN76, Zwartberg, gemeente Genk
Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in maart een archeologienota
Nadere informatie4 Conclusies en aanbevelingen
4 Conclusies en aanbevelingen 4.1 Conclusies Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied op een hoger gelegen rivierduin ten zuiden van de Maas ligt. Vanwege de aanwezigheid van gradiëntsituaties
Nadere informatieRoestig land. De Wijstgronden
Roestig land De Wijstgronden Verslag van de lezing en excursie van Professor R. T. van Balen en Nico Ettema voor de Werkgroep Geologie en Landschap. Bedafse Bergen, Uden. 10.00-1600 uur. Een mooie herfstdag.
Nadere informatieDe Grensmaas - landschapsontwikkeling en onderzoeksmethoden
57 Brigitte Quadflieg De Grensmaas - landschapsontwikkeling en onderzoeksmethoden Bestaande kennis en verwachtingen De Grensmaas vormt op het circa 45 km lange traject tussen Maastricht en Roosteren/Maaseik
Nadere informatieLocatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag
Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag Mirjam Brouwer Goedkeuring evaluatieverslag Jos van der Weerden Locatie.
Nadere informatieGemeenten Horst aan de Maas en Venray Gebiedsontwikkeling Ooijen - Wanssum te Ooijen en Wanssum
Gemeenten Horst aan de Maas en Venray Gebiedsontwikkeling Ooijen - Wanssum te Ooijen en Wanssum Inventariserend veldonderzoek (karterende fase plus) BAAC Rapport V-13.0227 november 2015 Auteur: drs. M.J.
Nadere informatieO StAB GERECKIELIKE OMGEWNGSDESKU F DGEN
O StAB GERECKIELIKE OMGEWNGSDESKU F DGEN Bijlagen bij het verslag StAB-39543 CVI Raaieinde te Grubbenvorst gemeente Horst aan de Maas Bijlagen bij hoofdstuk 5 RAAP-RAPPORT 2156 Plangebied Raaieind te
Nadere informatieExtern Advies. Gemeentelijke archeologische kaart
Extern Advies Aan : Mevr. A. van Dijk (ArcheoLogic) Van : Mevr. C.H. Peen (SOwo/monumentenzorg) Datum : 6 juli 2009 Onderwerp : Archeologie Bestemmingsplan Kortenoord Gemeentelijke archeologische kaart
Nadere informatieBestemmingsplan Lith-oost
Bestemmingsplan Lith-oost - 2011 bijlage 14 - Inventariserend veldonderzoek d.m.v. proefsleuven, Archol bv Vastgesteld Lith Molenweg Een Inventariserend Veldonderzoek (IVO - proefsleuven) T. Hamburg Colofon
Nadere informatieSelectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA
Gemeente Breda Bureau Cultureel Erfgoed ErfgoedBesluit 2009-30 Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Controle BCE Johan Hendriks Bureau Cultureel Erfgoed, Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf
Nadere informatieOpgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld
2015 Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol) Postbus 9515 2300 RA Leiden (071) 527 33 13 www.archol.nl Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld Voorlopig evaluatierapport, Archol BV Opgraving Hengelo Winkelskamp
Nadere informatieAntea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag.
Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag. projectnr. 405215.01 revisie 01 15 oktober 2015 auteur M. Arkema Opdrachtgever BDP
Nadere informatieQUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016
QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016 Arcadis Nederland B.V. Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Nederland +31 (0)88 4261 261 www.arcadis.com 2 Contactpersonen
Nadere informatieBuro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38
Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38 Administratieve gegevens 3 1. Inleiding 4 2. De uitgangspunten 4 3. Beschrijving van de historische situatie 4
Nadere informatieQuickscan Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg (gem. Peel en Maas) Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas
Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas Pagina 1 van 7 Projectnummer: P11155 Datum: 5 augustus 2011 Plan: bouwplan voor de uitbreiding van een varkensbedrijf op het
Nadere informatieArcheologisch onderzoek van het Kerkveld te Meeswijk, gemeente Maasmechelen
Archeologisch onderzoek van het Kerkveld te Meeswijk, gemeente Maasmechelen JOHAN VAN KAMPEN EN MARTIJN BINK Met bijdragen van: Gerard Boreel Koen Hebinck Zuidnederlandse Archeologische Notities 360 Amsterdam
Nadere informatieVos Archeo SELECTIEADVIES Geldermalsen Zeshoek
Vos Archeo SELECTIEADVIES Geldermalsen Zeshoek Kruising Rijnstraat, Lingeplein en Kostverlorenkade Oosterbeek, 13 februari 2014 Betreft: Selectieadvies archeologisch onderzoek in het centrum van Geldermalsen
Nadere informatieHeesch - Beellandstraat
Archeologische Quickscan Heesch - Beellandstraat Gemeente Bernheze 1 Steller Drs. A.A. Kerkhoven Versie Concept 1.0 Projectcode 12110023 Datum 22-11-2012 Opdrachtgever LWM Ewislaan 12 1852 GN Heiloo Uitvoerder
Nadere informatieEen oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas
Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord Archol S. Baas 435 Archol Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord Sven Baas Colofon Archol Rapport 435 Een oppervlaktekartering in
Nadere informatieBewoning en landgebruik in het Maaswerkengebied in de Metaaltijden
103 Angela Simons Bewoning en landgebruik in het Maaswerkengebied in de Metaaltijden Inleiding Tot de metaaltijden worden de Bronstijd en de IJzertijd gerekend. De Bronstijd duurde van circa 2000 tot 800
Nadere informatieDordrecht Ondergronds / Briefrapport 1. Dordrecht - Meidoornlaan
Dordrecht - Meidoornlaan Archeologische begeleiding T. Hos, 2008 Colofon Titel ISSN Briefrapportnummer 1 Aantal pagina's 7 Auteur Redactie Afbeeldingen Dordrecht Meidoornlaan, archeologische begeleiding
Nadere informatieAntea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag.
Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag. projectnr. 405215.01 revisie 03 25 februari 2016 auteur M. Arkema Opdrachtgever BDP
Nadere informatieWaarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)
Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) (28 en 29 oktober 2009) Oudenburg, 2009 Colofon Archeologisch Rapport Oudenburg 4 Waarderend archeologisch Onderzoek te
Nadere informatieInventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven in het plangebied Weert-Vrouwenhof. Proefsleuf 41-62.
Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven in het plangebied Weert-Vrouwenhof. Proefsleuf 41-62. Henk Hiddink Zuidnederlandse Archeologische Notities 61 Amsterdam 2006 Archeologisch Centrum
Nadere informatieVerslag bureauonderzoek Geldermalsen, Prinses Marijkeweg
Verslag bureauonderzoek Geldermalsen, Prinses Marijkeweg Julie Van Kerckhove 43 Amsterdam 2005 Archeologisch Centrum Vrije Universiteit -Hendrik Brunsting Stichting Opdrachtgever: Gemeente Geldermalsen
Nadere informatiePubliekssamenvatting. Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden
Publiekssamenvatting Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden Catastrofale overstromingen kwamen vaak voor in de geschiedenis van Pannerden, wat met de ligging in de driehoek tussen de rivieren
Nadere informatieVerkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2. R. Jansen, L.G.L. van Hoof
Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2 R. Jansen, L.G.L. van Hoof Colofon Archol Rapport nummer 41 Verkennend archeologisch onderzoek Vorstenbosch-Bergakkers fase 2 Uitvoering:
Nadere informatieRISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM
RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM LUPGENS EN PARTNERS (STICHTING SIG) 13 augustus 2012 076558654:0.4 - Concept B01043.200918.0100 Inhoud Samenvatting... 3 1 Inleiding en Doel Onderzoek... 4 1.1
Nadere informatieInleiding geschiedenis van het onderzoek
7 Henk Stoepker Inleiding geschiedenis van het onderzoek Het Maaswerkenproject Het Maaswerkenproject is een samenwerkingsproject tussen Rijkswaterstaat, de provincie Limburg en het Ministerie van Landbouw,
Nadere informatieHeenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z
Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2013-05/11Z Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch
Nadere informatieQuick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst
Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling
Nadere informatiePlan van Aanpak. PvA A I / Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) 1
Plan van Aanpak Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) Projectnr. A16-085-I, september 2016, versie: 1 Auteur: dr. P.T.A. de Rijk Verkennend booronderzoek Veldwerk Inleiding: Onderzoeksvragen:
Nadere informatieEen verborgen verleden. Archeologie in Heerde. www.heerde.nl
Een verborgen verleden Archeologie in Heerde www.heerde.nl Een verborgen verleden De gemeente Heerde heeft een rijke geschiedenis. U als inwoner kent een deel van deze geschiedenis. Misschien zelf meegemaakt
Nadere informatieKlimaatbufferproject Oude Maasarm, Ooijen - Wanssum (gemeente Horst aan de Maas)
Klimaatbufferproject Oude Maasarm, Ooijen - Wanssum (gemeente Horst aan de Maas) Archeologisch bureauonderzoek Staatsbosbeheer Regiokantoor Zuid Hazenberg AMZ Publicaties 2010-08 P.G. van der Gaauw Colofon
Nadere informatie2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Bodem en grond 9 1.1 Grond, bodem en grondsoorten 9 1.2 Eigenschappen van grond 20 1.3 Problemen met de grond 23 1.4 Verbeteren van landbouwgronden 30 1.5 Transport van
Nadere informatieArcheologisch bureauonderzoek Cannenburglaan Arnhem
1 ARCHEOLOGISCH RAPPORT ARNHEM 39 Archeologisch bureauonderzoek Cannenburglaan Arnhem Definitieve versie, 29 september 2010 Administratieve gegevens 2 Toponiem : Cannenburglaan Straatnamen : Cannenburglaan
Nadere informatieVeldheem Wezep en archeologie
Veldheem Wezep en archeologie In opdracht van Delta Wonen heeft de regioarcheoloog van De Regio Noord Veluwe in mei 2011 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd ten behoeve van de planontwikkelingen
Nadere informatieAdviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen
Adviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen (gemeente Druten) Colofon Opdrachtgever: HSRO bv Contactpersoon: Dhr. J. van Lierop Hoogstraat 1 6654 BA AFFERDEN Projectnummer: S090135 Titel: Adviesnotitie
Nadere informatieINFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES
INFORMATIERAPPORT EN ELECTIEADVIE Proefsleuvenonderzoek Bedrijventerrein fase 2 (Homoetsestraat), Maurik, gemeente Buren Archis onderzoekmeldingsnummer 4120 Inleiding Tussen 14 en 23 februari 2011 is door
Nadere informatieLijn 50A Brussel-Gent: verbetering waterhuishouding en langswerken, KP 34,6-36,8 Gemeente Lede en Sint-Lievens-Houtem
RAAP België - Rapport 017 Lijn 50A Brussel-Gent: verbetering waterhuishouding en Archeologienota Archeologisch Vooronderzoek Programma van Maatregelen - 2016H185 Nazareth 2016 Colofon Opdrachtgever: Infrabel
Nadere informatieProject 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55
Interne Rapportages Archeologie Deventer 55 Mei 2012 Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier COLOFON 2012, Gemeente Deventer, Deventer. Auteur:
Nadere informatie-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek voor een terrein aan de Pastoor Verheggenstraat te Blitterswijck, gemeente Meerlo-Wanssum (L)
Een archeologisch bureau-onderzoek voor een terrein aan de Pastoor Verheggenstraat te Blitterswijck, gemeente Meerlo-Wanssum (L) -Rapporten K.A. Hebinck ARC-Rapporten 2009-238 Geldermalsen 2009 ISSN 1574-6887
Nadere informatieFiguur 1 Geulafzettingen (Bron: CHS)
Archeologie, aardkundige waarden en cultuurhistorie Naar de archeologie in onder andere de Groeneveldse Polder is een bureaustudie gedaan door de heer Bult van het Vakteam Archeologie i. De in weergegeven
Nadere informatieBeulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)
Laagland Archeologie Rapport 11 Inventariserend veldonderzoek karterende fase Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Opdrachtgever: gemeente Steenwijkerland april 2016 Versie 1 Inventariserend
Nadere informatieBureau voor Archeologie. Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden
1 Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden 2 1 Administratieve gegevens projectleiding uitvoering soort onderzoek opstellers Arjan de Boer Verkennend en eventueel karterend
Nadere informatieRING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT
dia 1 RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT Helperzoomtunnel Jan Pieter Schuitemaker Helperzomtunnel dia 3 Geologie Noordoost Nederland GEOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN WAAR WE IN DE GEOTECHNIEK
Nadere informatieEde, Roekelse Bos (gem. Ede)
(gem. Ede) Een Inventariserend Veldonderzoek door middel van een veldverkenning en karterend booronderzoek J. Walstra R. van Lil Colofon ADC Rapport 930 (gem. Ede) Een Inventariserend Veldonderzoek door
Nadere informatieBureauonderzoek Plangebied Jules Verneweg 81-rijbaan, gemeente Tilburg. A. tol. Archol. Archol
Bureauonderzoek Plangebied Jules Verneweg 81-rijbaan, gemeente Tilburg A. tol Archol 350 Archol Bureauonderzoek plangebied Jules Verneweg 81-rijbaan, gemeente Tilburg A.J. Tol Colofon Rapport 350 Bureauonderzoek
Nadere informatieArcheologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn
Document: Archeologische Quickscan (versie 3, n.a.v. wijziging bouwplan) Adviesnummer: 13268 Projectnaam: Aartswoud, Schoolstraat 58, gemeente Opmeer Opsteller: Jantien Verduin en Carla Soonius Datum:
Nadere informatiePlan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop
Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek Opdrachtgever: Van Wengerden en Visser B.V. Plangebied: Dorpsstraat 63 / Vijverhofpad 4 in Nieuwkoop, gemeente Nieuwkoop
Nadere informatiePlangebied ontsluitingsweg Clauscentrale fase 1
6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4332 Plangebied ontsluitingsweg fase 1 3750 voor Chr. Gemeente gouw Archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend booronderzoek 00 voor Chr. 700 voor Chr. 0
Nadere informatiePLAN VAN AANPAK ARCHEOLOGISCH INVENTARISEREND ONDERZOEK H023 OOST, HAARLEM
PLAN VAN AANPAK ARCHEOLOGISCH INVENTARISEREND ONDERZOEK H023 OOST, HAARLEM Ten behoeve van ontwikkeling van de locatie H023, gelegen aan de Boerhaavelaan in Haarlem (figuur 1, lichtgroen), is archeologisch
Nadere informatiePagina 1 van 7. Archeologie West-Friesland Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn Postbus 603, 1620 AR Hoorn
Document: Archeologisch Advies Plangebied: Witte Kool, Sint Maarten, gemeente Schagen Adviesnummer: 17024 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) Datum: 01-02-2017 Advies Vervolgtraject Geen.
Nadere informatieHeemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg
RAAP-NOTITIE *nummer* Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg Gemeente Nieuwegein Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (karterende fase) Versie 6.4 Colofon Opdrachtgever: De gemeente
Nadere informatieWaarderend Archeologisch Onderzoek te Handel, Rector van de Laarschotstraat. E.N.A. Heirbaut
Waarderend Archeologisch Onderzoek te Handel, Rector van de Laarschotstraat E.N.A. Heirbaut Colofon Archol Rapport 27 Waarderend archeologisch onderzoek te Handel, Rector van de Laarschotstraat Uitvoering:
Nadere informatieArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K Bemmel, Bemmelse waard (Gemeente Lingewaard) Een bureauonderzoek Afbeelding uit 1649 (Geraadpleegd op www.wildernis.eu/chart-room)
Nadere informatie1 Hoe gaan we om met archeologie in de gemeente Oss? U heeft een omgevingsvergunning aangevraagd.voordat we een vergunning kunnen verlenen,
Sinds 2010 heeft de gemeente Oss een archeologiebeleid. Vanaf 1 januari 2013 geldt dit voor het gehele grondgebied van de nieuwe gemeente Oss, inclusief Lith dus. Deze brochure is voor iedereen bedoeld
Nadere informatieArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D E N K A R T E R E N D B O O R O N D E R Z O E K Gouderak, Veerstalblok naast nr. 7 (Gemeente Ouderkerk) Een verkennend en karterend booronderzoek
Nadere informatieRAAP-NOTITIE 1378. Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding
RAAP-NOTITIE 1378 Plangebied Weideveld Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding Colofon Opdrachtgever: gemeente Bodegraven Titel: Plangebied Weideveld, gemeente Bodegraven; een archeologische
Nadere informatiePublicaties over het archeologisch onderzoek in de Maaswerken 1
155 Publicaties over het archeologisch onderzoek in de Maaswerken 1 Algemeen Bloemers, J.H.F. & H. van Londen 2003: Maaswerken & Via Limburg, evaluatie van het WB 2002, Amsterdam (Amsterdams Archeologisch
Nadere informatieVerslag Inventariserend Veldonderzoek. Locatie Klinkenbeltsweg, Driebergenbuurt, (Blok VIII), Deventer Projectnummer 272
Verslag Inventariserend Veldonderzoek Locatie Klinkenbeltsweg, Driebergenbuurt, (Blok VIII), Deventer Projectnummer 272 Archeologie Deventer RMW-VHMZ Auteur: Edith Haveman Datum: 29-8-2005 0 Project 272,
Nadere informatieNota van wijziging 2: Aanvulling op Programma van Eisen (Transect- PvE A.A. Kerhoven/ A. Hakvoort)
Nota van wijziging 2: Aanvulling op Programma van Eisen (Transect- PvE 11-05-2015 - A.A. Kerhoven/ A. Hakvoort) voor de hoofdstukken 5, 6 en 10 + afbeelding 1. Locatie Projectnaam Plaats binnen archeologisch
Nadere informatieAldi-Kattestraat te Sint-Truiden (gem. Sint-Truiden) Programma van Maatregelen
Aldi-Kattestraat te Sint-Truiden (gem. Sint-Truiden) Programma van Maatregelen G. De Nutte en T. Deville ArcheoPro Rapporten 257 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave...1 2. Programma van Maatregelen voor
Nadere informatieNieuwe Waalreseweg 199, Valkenswaard (gemeente Valkenswaard)
Nieuwe Waalreseweg 199, Valkenswaard (gemeente Valkenswaard) Een archeologische paragraaf R.M. van der Zee ADC ArcheoProjecten, Amersfoort, maart 2017 Foto s en tekeningen: ADC ArcheoProjecten, tenzij
Nadere informatieBureauonderzoek archeologie
Bureauonderzoek archeologie Stroken Maaspark Well deel Rivierverruiming, gemeente Bergen Opdrachtgever: Kampergeul BV Hazenberg AMZ Publicaties 2012-02 Colofon Hazenberg AMZ Publicaties 2012-02 Titel:
Nadere informatie