AFVALINZAMELING EN (NIEUW)BOUWPROJECTEN IN DE HOEKSCHE WAARD

Transcriptie

1 AFVALINZAMELING EN (NIEUW)BOUWPROJECTEN IN DE HOEKSCHE WAARD Inleiding De afvalinzameling in de Hoeksche Waard wordt verzorgd door de gemeenschappelijke regeling Regionale Afvalstoffendienst Hoeksche Waard (RAD). Vanuit de in de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten is het verzoek gekomen om een uiteenzetting te geven aan de hand waarvan met name bij (nieuw)bouwprojecten al in een vroeg stadium de gewenste wijze van afvalinzameling met de daarbij behorende voorwaarden ingebracht kan worden bij de initiatiefnemer van het (nieuw)bouwproject. Er zijn voor wat betreft de inzameling van huishoudelijk afval op dit moment drie soorten afvalberging te onderscheiden, t.w.: Kunststof rolcontainers voor rest- en gft-afval (en oud-papier); Bovengrondse opslag van huishoudelijk afval in wijkverzamelcontainers (zgn. cocons); Ondergrondse opslag van huishoudelijk afval in collectors met elektronisch toegangssysteem. Kunststof rolcontainers voor rest- en gft-afval In beginsel wordt standaard aan iedere aansluiting binnen de 5 aangesloten gemeenten een pakket uitgeleverd bestaande uit een tweetal 240 liter kunststof rolcontainers in de kleuren grijs en groen ten behoeve van respectievelijk rest- en gft-afval. Het betreft dan in beginsel laagbouwwoningen. Daarnaast wordt in enkele wijken c.q. gemeenten, vooralsnog uitsluitend op vrijwillige basis, op verzoek, een derde rolcontainer ten behoeve van de inzameling van oud-papier uitgereikt. Het betreft dan gebieden waar de papierinzameling niet langer meer wordt verzorgd door een vereniging of een andere instelling. Ruimtebeslag Voorwaarde voor de uitlevering van dit pakket is dat men, in principe, binnen het eigen terrein van de woning, in- of uitpandig een ruimte moet hebben om de containers te bergen. Per minicontainer is een grondoppervlak van circa 0,7 x 0,7 meter benodigd. Aanbiedregels en aanbiedplaatsen Ingevolge de Afvalstoffenverordening mogen de minicontainers ter lediging op of aan de openbare weg worden aangeboden, daags voor de ledigingsdag vanaf uur. Op de dag van lediging dienen de minicontainers voor uur weer verwijderd te zijn. Voor het kunnen aanbieden van de minicontainers dienen door de gemeente/ontwikkelaar/ initiatiefnemer van het (nieuw)bouwplan in de openbare ruimte een of meerdere aanbiedplaatsen al in de planvorming meegenomen te worden en voor de afronding van het (nieuw)bouwproject gerealiseerd te zijn. Bij het bepalen en realiseren van de aanbiedplaatsen dienen de volgende criteria in acht genomen te worden:

2 Minicontainers moeten op rij aangeboden worden. Benodigde ruimte per container circa 0,70 x 0,70 meter. De ondergrond moet verhard zijn. Minicontainers op rij moeten zijdelings ten minste 1 meter verwijderd zijn van vaste objecten zoals lichtmasten, straatnaamborden en verkeersborden op paal. Boven aanbiedplaatsen mag geen begroeiing van bomen en struiken, uithangborden en/of zonweringen aanwezig zijn tot een hoogte van minimaal 5 meter. Aanbiedplaatsen moeten zodanig breed c.q. diep zijn dat er, ten behoeve van het kunnen ledigen van de containers, een vrije ruimte van circa 1,50 meter beschikbaar is aan de achterzijde van de container voor het kunnen maken van de zijwaartse zwaai van de minicontainer. Dit is met name een aandachtspunt bij aanbiedplaatsen met een schutting of een haag er achter. De afstand tussen de woning en een aanbiedplaats mag in beginsel niet meer dan 75 meter bedragen maar kan zo nodig worden opgetrokken tot 125 meter. De aanbiedplaatsen moeten, in principe zodanig gesitueerd worden dat het inzamelvoertuig, in de rijrichting de minicontainers aan de rechter zijkant kan opnemen. Bij de situering en de bereikbaarheid van aanbiedplaatsen dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van het inzamelvoertuig. Tot slot dient bij het bepalen van de inzamelroute het achteruitrijden van het inzamelvoertuig, gelet op de gevaarszetting van deze handeling, zoveel mogelijk voorkomen c.q. beperkt te worden. Gelet op vorenstaande criteria geniet het dan ook de voorkeur om de RAD Hoeksche Waard al in een vroegtijdig stadium te betrekken bij de planontwikkeling voor wat betreft het onderwerp afvalverwijdering en alles wat daarmee samenhangt. Dit voorkomt problemen in een later stadium van de planontwikkeling en dus ook kosten. Tevens wordt hiermee voorkomen dat toekomstige bewoners van een nieuw te ontwikkelen woongebied achteraf worden geconfronteerd met een aanbiedplaats die men niet`of niet op die plaats had verwacht en mogelijk hun keuze voor deze woonomgeving had beïnvloed wanneer men dit eerder had geweten. Op deze wijze worden onnodige (bezwaar)procedures voorkomen omdat iedere belanghebbende in een vroegtijdig stadium kennis heeft kunnen nemen van de beoogde aanbiedplaatsen in het betreffende plan. De verstrekking van het standaardpakket minicontainers geschiedt geheel voor rekening van de RAD Hoeksche Waard. Hetzelfde geldt ook voor de vervanging aan het einde van de technische levensduur van de minicontainers. De aanleg van de verharding ten behoeve van de aanbiedplaatsen (qua grootte afgestemd op het aantal geprognosticeerde minicontainers) dienen door de gemeente en/of de planontwikkelaar gefinancierd, gerealiseerd en onderhouden te worden. Bovengrondse opslag van huishoudelijk afval in wijkverzamelcontainers (zgn. cocons) Zodra er sprake is van gestapelde bouw die niet voorzien is van een inpandige mogelijkheid tot afvalberging of in situaties waarin woningen niet zijn voorzien van een berging voor afval, bijvoorbeeld door het ontbreken van een tuin en/of berging, zal er ten behoeve van de afvalverwijdering in de openbare ruimte een verzamelcontainer geplaatst dienen te worden.

3 De RAD Hoeksche Waard maakt in die situaties voor de bovengrondse opslag van huishoudelijk afval (restafval en GFT-afval) in de openbare buitenruimte standaard gebruik van zogenaamde cocons in een betonnen berggrinduitvoering die geschikt zijn voor het bergen van een 1100 liter kunststof restafvalcontainer en een 240 liter kunststof GFT-container. In bijzondere situaties waarbij sprake is van een gebrek aan ruimte om een configuratie van een cocon voor restafval en een cocon voor GFTafval te plaatsen, wordt overgegaan tot het plaatsen van stalen en/of kunststof rolcontainers met een inhoudsmaat van 1100 liter en 240 liter. Afhankelijk van het toegepaste type rolcontainer zijn deze ter voorkoming van zwerfafvaltoerisme afsluitbaar met een slot. Bij het bepalen en realiseren van de opstelplaatsen voor verzamelcontainers dienen de volgende criteria in acht genomen te worden: Bij de keuze van de plaats voor de verzamelcontainers zijn, in beginsel (behoudens onvoorziene omstandigheden), de afstandscriteria van toepassing die ook gelden bij het bepalen van de maximale loopafstand voor minicontainers. De wijze waarop een plan is ontwikkeld kan leiden tot afwijkingen van deze afstandsnorm. De plaats waar de verzamelcontainers worden gesitueerd dient bij voorkeur zo dicht mogelijk nabij de openbare weg gerealiseerd te worden op een plaats die voor het inzamelvoertuig bereikbaar is. Ter hoogte van de plaats waar de rolcontainer de openbare weg opgereden wordt, dient de trottoirband ten minste over een lengte van 2 meter verlaagd te zijn. In de praktijk worden deze verlagingen vaak gecombineerd met de zogenaamde invalidenopritjes. Het ruimtelijk beslag van één configuratie van een cocon voor 1100 liter (restafval) en een cocon voor 240 liter (GFT-afval) bedraagt, inclusief de benodigde betonnen aantrede, circa 7 m2. Op basis van een wekelijkse lediging kunnen ten hoogste 10 huishoudens gebruik maken van een configuratie bestaande uit een 1100 liter restafval rolcontainer en een 240 liter GFT rolcontainer en dient het aantal benodigde configuraties aan de hand van dit uitgangspunt voor een project bepaald te worden. Bij deze oplossing komen de kosten voor de aanschaf en plaatsing van de cocons geheel voor rekening van de RAD. Hetzelfde geldt ook voor het beheer en onderhoud en de eventuele vervanging aan het einde van de technische levensduur. Het aanbrengen en onderhouden van de benodigde verharding (incl. verlaagde trottoirband) en het - om niet - ter beschikking stellen van het verharde oppervlak komen geheel voor rekening van de gemeente en/of de initiatiefnemer van een woningbouwproject (aannemer, planontwikkelaar). Ondergrondse opslag van huishoudelijk afval in collectors met elektronisch toegangssysteem Medio 2005 is door de RAD Hoeksche Waard op aangeven van het dagelijks bestuur en ontvangen verzoeken van enkele woningbouwverenigingen in de Hoeksche Waard, gestart met de introductie van ondergrondse opslag van huishoudelijk afval in collectors. De aanleiding hiervoor was tweeledig. Door de uitpandige opslag van afval komt de inpandige verplichte berging voor afval te vervallen

4 waardoor een aanzienlijk aantal kubieke meters bouwvolume vrij vallen voor (andere) woondoeleinden. Verder zijn hierdoor allerlei bouwkundige voorzieningen en wettelijke eisen op het gebied van brandveiligheid en milieu niet langer meer van toepassing hetgeen kostenbesparend werkt. Ook door de gemeenten in de Hoeksche Waard, mede ingegeven door het gewijzigde beleid van het dagelijks bestuur van de RAD, werden bij nieuwbouwprojecten in toenemende mate eisen gesteld aan de beeldkwaliteit van de openbare ruimte. Men kwam tot het inzicht dat ondergrondse berging van afval te prevaleren valt boven de traditionele bovengrondse verzamelcontainers (cocons). Afgezien van het gebruikersgemak voor de bewoners in kwestie passen ondergrondse afvalcontainers beter in het door gemeenten gewenste kwaliteitsbeeld van de openbare ruimte. Bij het bepalen en realiseren van de plaatsen voor de ondergrondse afvalinzameling dienen de volgende criteria in acht genomen te worden: Een configuratie voor ondergrondse afvalinzameling bestaat standaard ten minste uit één ondergrondse collector voor restafval ter grootte van 5000 liter alsmede één ondergrondse collector voor GFT-afval ter grootte van 5000 liter. De inworpzuil van deze collector is voorzien van een inworptrommel met een inhoud van 80 liter en voorzien van een elektronisch toegangssysteem. Om redenen van technische aard, die verband houden met het type inzamelvoertuig (kraantrechterauto met metro-opnamesysteem) alsmede het elektronisch toegangssysteem met een permanente GPRS-verbinding, dient de aanschaf van deze configuratie altijd in overleg met de RAD plaats te vinden. Bij de keuze van de plaats voor de ondergrondse afvalinzameling zijn, in beginsel (behoudens onvoorziene omstandigheden), de afstandscriteria van toepassing die ook gelden bij het bepalen van de maximale loopafstand voor minicontainers. De wijze waarop een plan is ontwikkeld kan leiden tot afwijkingen van deze afstandsnorm. De plaats waar de ondergrondse afvalcontainers worden gesitueerd dient bij voorkeur zo dicht mogelijk nabij de openbare weg gerealiseerd te worden op een plaats die voor het inzamelvoertuig (kraantrechterauto) bereikbaar is. Bij de bepaling van de plaats van de ondergrondse afvalcontainers dient een afstand van ten minste 5 meter, gemeten vanaf de rand van de ondergrondse container tot de dichtstbijzijnde gevel, in acht genomen te worden in verband met een eventuele uitzwaai tijdens het lichten van de collector onder winderige weersomstandigheden. In bijzondere situaties kan, wanneer het bouwplan en de beschikbare openbare ruimte daartoe noopt, deze afstand tot gevel teruggebracht worden tot ten hoogste 3 meter. Dit dient per situatie door de RAD zelf beoordeeld te worden. In een straal van 15 meter gemeten vanuit het hart van de ondergrondse container dienen tot op een hoogte van 10 meter geen obstakels aanwezig te zijn in de vorm van overhangende takken van bomen, lichtmasten, balustrades van woningen, uithangborden, zonweringen en ander straatmeubilair. Ten behoeve van het veilig kunnen bedienen van de autolaadkraan dient buiten het bereik van de autolaadkraan en de last in de kraan (ondergrondse collector) een veilige plaats (circa 6 meter vanuit het hart van de ondergrondse container), in onderling overleg bepaald te worden, van waaruit de kraanmachinist onder alle omstandigheden veilig op afstand de autolaadkraan kan bedienen. Tevens dient deze plaats voorzien te zijn van een verharding.

5 Op basis van een wekelijkse lediging kunnen, variërend van de samenstelling van de huishoudens (één- of meerpersoons) maximaal tussen de 25 en 40 huishoudens gebruik maken van een configuratie bestaande uit een 5000 liter collector voor restafval en een 5000 liter collector voor GFT-afval en dient het aantal benodigde configuraties aan de hand van dit uitgangspunt voor een project vooraf bepaald te worden in overleg met de RAD. In verband met de overname van het eigendom, beheer en onderhoud van de ondergrondse containers, na afronding van het project, dient bij de finale oplevering in het veld de RAD betrokken te worden en akkoord te gaan met de wijze van oplevering. Na oplevering worden door de initiatiefnemer van het project (projectontwikkelaar en/of gemeente) formeel de ondergrondse containers overgedragen aan de RAD en wordt de RAD door de grondeigenaar gevrijwaard van aanspraken in de vorm van bijvoorbeeld precariorechten of andere vormen van doorbelasting van het grondgebruik. Bijzonder punt van aandacht bij het toepassen van ondergrondse containers is de gelaagdheid van de bodem (grond-mechanische opbouw) en de grondwaterstand. Het geniet derhalve de voorkeur om aan de hand van een grond-mechanisch onderzoek (sonderingsonderzoek) en eventueel een bodemonderzoek, dat vaak al ten behoeve van het project aanwezig is, na te gaan of de bodem geschikt is voor plaatsing van een ondergrondse afvalcontainer. Op die wijze kan vooraf in een vroegtijdig stadium van het project zekerheid worden verkregen over de haalbaarheid van ondergrondse afvalberging en worden onvoorziene kosten voortvloeiende uit het aanbrengen van een extra fundatie (bijv. heipalen) en/of door bronbemalingen voorkomen. Bij deze wijze van ondergrondse afvalberging komen de kosten voor de aanschaf en plaatsing van de volledige configuratie als hierboven omschreven (excl. de elektronische toegang) volledig voor rekening van de initiatiefnemer van het project en/of de gemeente. Na de oplevering wordt - om niet - de configuratie overgedragen aan de RAD Hoeksche Waard waarna de RAD vanaf dat moment (vastgelegd in een overdrachtsdocument) alle kosten voor beheer, onderhoud en vervanging op termijn aan einde technische levensduur voor haar rekening neemt. Verder worden door de RAD alle kosten verbonden aan het uitgeven en vervangen van de digitale passen alsmede de aanschaf, het onderhoud en vervanging van het elektronisch toegangssysteem en het onderhoud van het digitale netwerk ten behoeve van dit systeem betaald. Contactpersonen RAD bij projecten ondergrondse afvalinzameling Afvalinzameling en de tijdelijke berging daarvan is een wezenlijk onderdeel dat binnen de planvorming van (nieuw)bouwprojecten in een vroegtijdig stadium aan de orde dient te komen om op die wijze onnodige problemen in een later stadium te voorkomen. Ten behoeve van deze afstemming kunt u in contact treden met de volgende medewerkers van de RAD: L.C.G.M. de Rooy (hoofd uitvoering): beleid en overeenkomsten; G.J. Vermaas (coördinator afvalstoffen): aanbiedplaatsen minicontainers Binnenmaas en Strijen, verzamelcontainers Hoeksche Waard en ondergrondse containers Hoeksche Waard; P. Groen (coördinator afvalstoffen): aanbiedplaatsen minicontainers Cromstrijen, Korendijk en Oud-Beijerland.