Rapport 1563.N.15. Ammoniakemissie van kas, ureum en Powerbasic

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rapport 1563.N.15. Ammoniakemissie van kas, ureum en Powerbasic"

Transcriptie

1 Rapport 1563.N.15 Ammoniakemissie van kas, ureum en Powerbasic

2 Rapport 1563.N.15 Titel Ammoniakemmissie van kas, ureum en Powerbasic Auteur(s) : dr.ing. A.M.D van Rotterdam dr.ir. D.W. Bussink G.D. Doppenberg BSc Wageningen, Nutriënten Management Instituut NMI B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit de inhoud mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de directie van Nutriënten Management Instituut NMI. Rapporten van NMI dienen in eerste instantie ter informatie van de opdrachtgever. Over uitgebrachte rapporten, of delen daarvan, mag door de opdrachtgever slechts met vermelding van de naam van NMI worden gepubliceerd. Ieder ander gebruik (daaronder begrepen reclame-uitingen en integrale publicatie van uitgebrachte rapporten) is niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NMI. Disclaimer Nutriënten Management Instituut NMI stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen voortvloeiend uit het gebruik van door of namens NMI verstrekte onderzoeksresultaten en/of adviezen. Verspreiding Van Iperen BV

3 1 Inhoud pagina Samenvatting en conclusies 2 1 Inleiding 3 2 Proefopzet 4 3 Theorie ammoniakemissie ureum 5 4 Resultaten 6 5 Discussie NH3-emissie Effect proefopstelling op resultaten Praktische aspecten gebruik Powerbasic In relatie tot KringloopWijzer 10 6 Conclusies 12 7 Referenties 13

4 2 Samenvatting en conclusies De Powerline meststoffen van Van Iperen bestaan onder andere uit ureum en zwavel(zuur). De verwachting is dat daardoor de ammoniakemissie van deze meststoffen lager is dan van andere meststoffen op ureumbasis, temeer daar de Powerline meststoffen op grasland goede opbrengstresultaten geven. Op dit moment wordt in de KringloopWijzer aan alle ureumhoudende meststoffen eenzelfde hoge emissiefactor toegerekend ongeacht de samenstelling van de ureumhoudende meststof. Om meer inzicht te krijgen in de ammoniakemissie van Powerline meststoffen is de ammoniakemissie van Power Basic 120 gemeten onder geconditioneerde omstandigheden in een gesloten diffusiekamer en vergeleken met twee andere meststoffen, namelijk kalkammonsalpeter en zuiver ureum. De ammoniakemissie is gedurende twee weken gemeten op zowel onbeteelde zandgrond als kalkrijke kleigrond. In de experimenten is de toegediende hoeveelheid meststof evenredig aan 100 kg N per hectare. De conclusies zijn: In de gesloten diffusiekamer is de eerste week de NH3-emissie van Powerbasic significant lager dan de emissie van ureum. Voor gronden met een lage zuurbuffercapaciteit (zandgrond) is het effect op de NH3-emissie groter dan voor gronden met een grote zuurbuffercapaciteit (kalkrijke gronden). Na vier dagen bedroeg de emissie van Powerbasic respectievelijk ongeveer 10 en 60% van de emissie van ureum. Na zeven dagen was dit ongeveer 40 en 80%. Na twee weken is er relatief weinig verschil in de totale cumulatieve NH3-emissie van Powerbasic in vergelijking tot de emissie van de ureum korrelmeststof. De experimenten duiden erop dat het trager op gang komen van de ammoniakemissie bij Powerbasic op zandgrasland de verklaring vormt voor een hoge N-efficiency die vergelijkbaar is met KAS. In de KringloopWijzer wordt een erg hoog emissiepercentage (28%) voor ureumtoepassing op grasland aangenomen en wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de diverse ureumhoudende meststoffen. Voor Powerbasic leidt dit tot een overschatting van het emissiepercentage.

5 3 1 Inleiding Van Iperen heeft een assortiment meststoffen waaronder de vloeibare Powerline meststoffen. Recente resultaten geven aan dat de Powerline meststoffen op grasland goed presteren, minstens zo goed als kalkammonsalpeter (Kok, 2014). De Powerline meststoffen bestaan onder andere uit ureum en zwavelzuur. De verwachting is dat door deze combinatie de ammoniakemissie laag is, hetgeen indirect bevestigd lijkt te worden door de hoge N-werking van deze meststoffen op grasland. De RE-opbrengst was in driejarige proeven op zandgrasland vergelijkbaar met die van KAS (Kok, 2014). Een meststof op ureumbasis lijkt daarmee dus een lage ammoniakemissie te kunnen hebben. De KringloopWijzer wordt het instrument voor de melkveehouderij om de mineralenefficiëntie op bedrijfsniveau te meten en te verhogen. In de KringloopWijzer wordt ureum aangeduid als een meststof die 28% N-verlies geeft op grasland in de vorm van ammoniak (Schröder et al., 2014). In de KringloopWijzer wordt op dit moment geen onderscheid gemaakt tussen ureumachtige en de diverse soorten van ureum houdende meststoffen die in potentie minder ammoniakemissie geven, omdat ze een urease remmer bevatten of zuur, zoals de Powerline meststoffen. Dit betekent dat deze meststoffen automatisch het etiket opgeplakt krijgen zijnde een meststof die 28% N-verlies geeft in de vorm van ammoniakemissie. Op basis van de agronomische resultaten op grasland is echter de verwachting dat de ammoniakemissie gering is. Van Iperen heeft NMI gevraagd om experimenteel de emissie van Powerline meststof(fen) vast te stellen. In het experiment zijn ook kas en ureum meegenomen om zo een vergelijking met andere gangbare meststoffen te kunnen uitvoeren. NMI heeft een modelopstelling beschikbaar. Hiermee kan onder gecontroleerde omstandigheden de ammoniakemissie worden gemeten. Doelstelling Het vaststellen van de ammoniakemissie van Powerline meststoffen en hoe de emissie van Powerline meststoffen zich verhoudt tot meststoffen als kalkammonsalpeter en ureum.

6 4 2 Proefopzet De ammoniakemissie is in een proefopstelling in het laboratorium gemeten voor de meststoffen Powerline basic (Power basic 120), kalkammonsalpeter (KAS) en ureum (PDS-ureum) op de grondsoorten zand en kalkrijke klei uit de Flevopolder. De details van de gebruikte meststoffen zijn weergegeven in Tabel 2.1. In de proef is gebruik gemaakt van een gesloten diffusiekamer. Daartoe zijn afsluitbare kunststofpotten gebruikt met een doorsnede van 22 cm. De potten zijn voor ongeveer twee derde gevuld met grond (4,0 kg zand en 3,7 kg kalkrijke kleigrond) waarna de grond is aangedrukt. Het vochtgehalte van de grond was ongeveer 65% van het watervasthoudend vermogen. Dit komt overeen met veldvochtig. In Tabel 2.2 staat hoeveel van de verschillende meststoffen per pot is toegediend. Hierbij is uitgegaan van een gift van 100 kg N per hectare. De vloeibare meststof Powerline is in druppels in een strook in het midden van de pot toegediend. De korrels van de vaste meststoffen zijn verdeeld over het gehele oppervlak van de pot. Om de ammoniak op te vangen is aan de binnenkant van de kunststofpot een unit geplaatst met zuur (15 ml 0,1M HCl), op een vaste afstand (4 cm) boven het grondoppervlak. Om de ammoniakemissie over de tijd te volgen is de unit met zuur regelmatig vervangen gedurende een periode van twee weken en wel na 4, 8, 24, 48, 96, 168, 240 en 336 uur. Na elke tijdstap is het zuur uit de unit overgebracht in een afsluitbare rondbodembuis. Na schudden is een submonster genomen voor natchemische analyse op het gehalte aan ammoniumstikstof. De proef is in het laboratorium onder geconditioneerde omstandigheden (20 0 C) uitgevoerd. De proef is in drievoud uitgevoerd voor twee grondsoorten en 3 meststoffen. In totaal gaf dit 144 monsters. Tabel 2.1. Eigenschappen en samenstelling van de gebruikte meststoffen. % % % % % kg/l Meststoffen Vorm N-gehalte Ureum-N-NH2 NH4-N NO3-N SO3 MgO Dichtheid Power Basic 120 Vloeistof 24% 24 7,5 1,22 KAS Korrel 27% 13,5 13,5 4 PDS Ureum 46 Korrel 46% 46 Tabel 2.2. Hoeveelheid van de gebruikte meststoffen dat per pot en omgerekend per hectare is toegediend. Toedienen Meststoffen Vorm N-gehalte Kg N/ha g / pot Kg/ha ml / pot L/ha Power Basic 120 Vloeistof 24% 100 1, KAS Korrel 27% 100 1, PDS Ureum 46 Korrel 46% 100 0,83 217

7 5 3 Theorie ammoniakemissie ureum Power Basic 120 is een meststof gebaseerd op ureum waaraan zwavelzuur is toegevoegd om de ph te verlagen tot ph 2. Wanneer een ureummeststof aan een bodem wordt toegediend zal het ureum hydrolyseren. Dit gebeurt volgens de volgende reactievergelijking: (NH2)2CO + 2H20 (NH4)2CO3 Vgl. 1 Voor deze reactie is het enzym urease nodig. Bij deze hydrolyse wordt ammoniumcarbonaat gevormd. De volledige hydrolyse vergt een aantal dagen afhankelijk van de urease activiteit, de temperatuur en het bodemvochtgehalte (Yadav et al.,1987). Om de N in een voor de plant beschikbare vorm te krijgen wordt het ammoniumcarbonaat omgezet in ammonium volgens de volgende reactievergelijking: (NH4)2CO3 + 2H + 2NH4 + + CO2 + H20 Vgl. 2 Bij deze reactie worden protonen verbruikt wat zorgt in potentie voor een oplopen van de ph in de bodem. Dit is afhankelijk van de capaciteit van de bodem om een verandering in zuurgraad te voorkomen. Dit wordt zuurbuffercapaciteit genoemd. Een hoge ph van de bodem heeft een negatief effect op de ammoniakemissie. Hoe hoger de ph, des te hoger de potentiële emissie. De omzetting van ammonium in ammoniak gebeurd volgens de volgende reactievergelijking: NH4 + NH3 + H + óf NH4 + + OH - NH3 + H2O Vgl. 3 Het is duidelijk dat in een zuur milieu de ammoniakemissie lager is en dat een basisch milieu de ammoniakemissie verhoogt. Het aan Powerbasic toegevoegde zuur kan enerzijds mogelijk de hydrolyse remmen en zal anderzijds het ontstane ammoniumcarbonaat neutraliseren (reactie twee remmen) totdat de productie van ammoniumcarbonaat de hoeveelheid zuur overtreft (de hoeveelheid zwavelzuur kan nl. de eerste 19% van het te vormen ammoniumcarbonaat neutraliseren). Daarna zal de ph rondom de plek waar het ureum geplaatst is (hoe sterk hangt af van de bodemeigenschappen) op gaan lopen en zal de drijvende kracht voor ammoniakemissie toenemen. Bij ureum zal het oplopen van de ph veel sneller plaatsvinden dan bij Powerbasic met als gevolg een veel sneller begin van de ammoniakemissie. Grondsoort speelt een rol door de zuurgraad en de zuur bufferende werking. Factoren die ammoniakemissie bevorderen zijn een hoge ph van de bodem en een lage buffercapaciteit van de bodem (meestal gronden met een laag klei en organische stof gehalte).

8 6 4 Resultaten Voor de drie meststoffen is gedurende twee weken op onbeteelde grond de ammoniakemissie gemeten (Figuur 4.1). De resultaten laten zien dat op de kalkrijke kleigronden de meststoffen op basis van ureum (Powerbasic 120 en PDS-ureum(korrel)) een hogere emissie hebben dan KAS. De cumulatieve emissie na twee weken is voor Powerbasic 120 niet verschillend van die van ureum. De emissie van KAS is cumulatief significant lager dan die van Powerbasic 120 en ureum. Deze bedraagt respectievelijk ongeveer 30 en 37% van die van de beide ureum houdende meststoffen (Tabel 4.1). Op de zandgrond is de cumulatieve emissie het hoogst voor ureum gevolgd door Powerbasic, gevolgd door KAS. De verschillend tussen de meststoffen zijn significant. De emissie van KAS is erg laag. De cumulatieve emissie van Powerbasic is ongeveer 70% van die van ureum. Het emissieverloop laat zien dat de emissie van Powerbasic langzamer op gang komt dan die van ureum. Na vier dagen is deze zelfs op zowel de kalkrijke kleigrond als op de zandgrond gelijk aan die van KAS. Pas na vier dagen begint de emissie van Powerbasic sterk op te lopen. Cumulatief bedraagt de emissie van Powerbasic en kas op kleigrond dan respectievelijk 59 en 59% ten opzichte van ureum. Figuur 4.1 Cumulatieve NH3-emissie in een gesloten diffusiekamer voor drie meststoffen op kalkrijke kleigrond (bovenste figuur, foutenbalken geven standaard deviatie weer) en zandgrond (onderste figuur, foutenbalken geven standaard error weer), uitgedrukt in % NH3-emissie van het totaal toegediende N.

9 7 Tabel 4.1. Cumulatieve NH3-emissie uitgedrukt per toegediende hoeveelheid N en NH2-N. Samenstelling Cumulatieve NH3-emissie Kleigrond Zandgrond Meststoffen N-gehalte Ureum-N-NH2 % Ntot % NH2-N % Ntot % NH2-N Power Basic % 24% 1,45 (115)* 1,45 0,13 (72)* 0,13 KAS 27% 0,47 (37) 0,007 (4) PDS Ureum46 46% 46% 1,26 (100) 1,26 0,18 (100 0,18 * relatief ten opzichte van ureum Op zandgrond is dit respectievelijk 8 en 4%. Na zeven dagen bedraagt de cumulatieve emissie van Powerbasic en kas op kleigrond respectievelijk 81 en 40% van die van ureum. Op zandgrond is dit respectievelijk 37 en 3,5%.

10 8 5 Discussie 5.1 NH3-emissie Het positieve effect van het toegevoegde zwavelzuur (en daarmee een lagere ph) op de NH3-emissie van Powerbasic ten opzichte van andere minerale meststoffen op basis van ureum is vooral de eerste dagen (é week) na toediening zichtbaar, en dan vooral op gronden met een relatief kleine zuurbuffercapaciteit. De reden hiervoor is toegelicht in hoofdstuk 3. Op de kalkrijke klei bedraagt de emissie na 4 dagen ongeveer 60% van die van ureum terwijl dat minder dan 10% is op de zandgrond. Na twee weken is dat respectievelijk 115 en 37%. Op de kalkrijke kleigrond is de emissie uit KAS ook relatief hoog. Na 4 dagen is deze zelfs gelijk aan die van Powerbasic. Het feit dat het op basis van bovenstaand proces enkele dagen duurt voordat er emissie op kan treden betekent dat de meststof door dauw en regen kan infiltreren in de bodem. Het effect van dauw en regen werd onder andere aangetoond in een studie van Bussink (1994). Ureummeststoffen hadden in Engeland een hogere N-werking ten opzichte van KAS dan in Nederland als gevolg van het nattere weertype in Engeland. Daarnaast is Powerbasic een vloeibare meststof waardoor direct bij toediening enige infiltratie kan plaatsvinden. Dit kan er voor zorgen dat onder veldomstandigheden het risico op ammoniakemissie na enkele dagen sterk afneemt. Indirect lijkt dat bevestigd te worden door N-respons proeven op (zand)grasland waarbij de opbrengst gelijkwaardig of hoger is dan bij KAS (Kok, 2014). De eerste week is de emissie van Powerbasic significant lager dan de emissie van PDS-ureum. De oorzaak hiervan is de lagere ph van de Powerbasic ten opzichte van PDS-ureum waardoor de NH3- emissie wordt geremd. Op de kalkrijke kleigrond is dit effect kleiner dan op de zandgrond. Zeer waarschijnlijk door de hoge zuurbuffercapaciteit van de aanwezige kalk in de grond. Op deze grond ging de oplossing bruisen zodra deze in aanraking kwam met de grond. Dit komt door het vrijkomen CO2 wanneer zuur in de Powerbasic meststof in aanraking komt met kalk. De bufferende werking van het zwavelzuur wordt zo teniet gedaan, waardoor er weinig verschil is in emissie tussen ureum en Powerbasic. Op de zandgrond is de zuurbuffering veel geringer. Dit is duidelijk terug te zien in de resultaten waar het verschil tussen Powerbasic en PDS-ureum de eerste week groter is dan op de kleigronden. Door de relatief grote foutenmarge op de zandgronden (in de grafiek is standaard error in plaats van standaard deviatie getoond) is er alleen de eerste week (168 uur) een statisch significant verschil tussen Powerbasic en PDS-ureum. Na verloop van tijd wordt dit positieve effect echter op beide grondsoorten teniet gedaan. Voor de kalkrijke kleigrond is dit zeer waarschijnlijk een zuur buffer effect. Op de zandgrond is dit met name het gevolg van de grote spreiding in de resultaten en de snelle toename van de fout van de cumulatieve NH3-emissie. De proef laat een opvallend effect van grondsoort zien. Behalve het zojuist besproken effect op de NH3- emissie van Powerbasic is ook het absolute emissieniveau van alle drie de meststoffen veel lager op de zand- dan op de kalkrijke kleigrond. Daarnaast is, behalve voor KAS, de foutenmarge veel groter op de zand- dan op de kleigrond. De lagere emissie is een gevolg van de lagere ph van de grond en mogelijk ook door een betere doorlatendheid waardoor de vrijkomende N makkelijker wordt opgenomen in het bodemprofiel. KAS heeft op beide grondsoorten een lage NH3-emissie. Daarnaast is de reproduceerbaarheid van de resultaten op beide gronden hoog. Hier moet bij vermeld worden dat op beide grondsoorten de KAS-

11 9 korrels op de grond bleven liggen en gedurende de gehele proef duidelijk als korrels te herkennen waren. Waarschijnlijk is dat de meststof wel oplost, maar het kalkskelet (van de vulstof kalk) blijft achter. De PDS-ureum korrels lossen volledig op. 5.2 Effect proefopstelling op resultaten Bij de proefopzet is gekozen voor metingen via fluxkamers in het lab. Bij deze opstelling is diffusie vanaf het bodemoppervlak naar de sink (het zuur) het sturende proces. De niveaus die in een diffusieopstelling worden gemeten zijn veel lager dan in het veld (In deze proeven was de cumulatieve emissie over twee weken voor ureum 1,26 % van de N op de kalkrijke kleigrond en 0,18 % op zandgrond en voor KAS 0,47% van de N op de kalkrijke kleigrond en 0,007% op de zandgrond.) In het veld bepaalt vooral (turbulente) convectie het transport van ammoniak naar de atmosfeer, met als gevolg hogere emissieniveaus. Wel kunnen in deze opstelling meststoffen goed met elkaar worden geleken (welke meststof geeft de hoogste emissie en welke factoren zijn van invloed). Een ander verschil met het veld is dat de emissie langer doorgaat. In het veld vindt de emissie vooral gedurende de eerste dagen plaats (voorbeeld Velthof et al., 1990) terwijl in dit experiment de emissie na 1 week nog steeds hoog is (en bij Powerbasic dan pas dan echt op gang komt). De reden hiervoor is dat in de proef de opstelling statisch is. Er zijn geen weersinvloeden, zoals regen en wind, maar ook dauw die de resultaten beïnvloeden. Vooral neerslag zorgt ervoor dat een meststof beter infiltreert in de bodem, daarmee neemt de drijvende kracht voor ammoniakemissie af. Daarnaast kan er in de veldsituatie een gewas aanwezig zijn. De hoogte van een gewas heeft invloed op het niveau van ammoniakemissie (Naarmate het gewas hoger is neemt de emissie af). Bovendien neemt een groeiend gewas nutriënten op, hetgeen een verlagend effect op de emissie kan hebben zeker als de ammoniakemissie pas na enige tijd op gang komt. Het is hierdoor goed denkbaar dat het later op gang komen van de ammoniakemissie bij Powerbasic in vergelijking tot ureum in de veldsituatie leidt tot een relatief lage ammoniakemissie, hetgeen indirect wordt bevestigd door de hoge N-werking van Powerbasic op zandgrasland. De RE-opbrengst was in driejarige proeven vergelijkbaar met die van KAS (Kok, 2014). Of dit ook zo is op kalkrijk kleigrasland is minder duidelijk. Dit vergt additionele toetsing. De proef is in drievoud uitgevoerd. Door de NH3-emissie uit te drukken in het cumulatieve percentage van het toegediende N, waarbij de metingen bij elkaar worden opgeteld, neemt ook de fout met de tijd toe. Omdat daardoor ook het onderscheidend vermogen minder wordt is het niet zinvol om meer tijdstappen op te nemen in de proef. Voor de kleigronden was de reproduceerbaarheid goed. Voor de zandgronden was de fout echter relatief groot. Hierdoor kan moeilijker onderscheid worden gemaakt in de cumulatieve NH3-emissie tussen de verschillende meststoffen. 5.3 Praktische aspecten gebruik Powerbasic De proeven op onbeteelde grond geven aan dat vooral op kalkrijke klei er een substantiële emissie op kan treden. Op zandgrond begint de emissie veel later. Praktisch gezien betekent het dat Powerbasic beter niet op onbeteelde grond kalkrijke grond dient te worden gebruikt, tenzij de meststof wordt ingewerkt. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval bij toepassing in de aardappelteelt waarbij de meststof in de grond wordt geplaatst. Toediening van Powerbasic aan zandgrasland geeft op basis van het voorafgaande weinig risico op ammoniakemissie. Op grasland op kalkrijke klei is echter niet uit te sluiten dat er enige

12 10 ammoniakemissie optreedt. Hoeveel is niet exact aan te geven. De verwachting is dat dit duidelijk minder is dan bij ureum, vanwege het feit dat hier ook enige vertraging optreedt van het oplopen van de ph en/of remming van de hydrolyse, waardoor afhankelijk van de weersomstandigheden er kans is op een goede infiltratie voordat de ph gaat oplopen. Praktisch gezien zou het advies voor kalkrijke klei kunnen zijn om Powerbasic alleen te gebruiken indien er binnen bijvoorbeeld vier dagen regen wordt voorzien (Tabel 5.1). Tabel 5.1. Voorlopige Advies. Teelt Grondsoort Advies Grasland zand en veen, klei toepasbaar kalkrijke klei toepasbaar met binnen 4-7 dagen regen Bouwland onbeteeld, zand en veen, klei toepasbaar mits binnen een week ingewerkt onbeteeld, kalkrijke klei inwerken zand en veen, klei, beteeld toepasbaar kalkrijke klei, beteeld toepasbaar met binnen 4-7 dagen regen 5.4 In relatie tot KringloopWijzer In de KringloopWijzer wordt de NH3-emissie van ureummeststoffen op bouwland op 14% en op grasland op 28% gesteld. De emissiefactor voor andere meststoffen op grasland bedraagt 2%. Het percentage voor ureum is erg hoog en wordt bijvoorbeeld ook niet gestaafd door de resultaten van Velthof et al. (1990) waarin de emissie van ureum gemiddeld over zeven proeven (met 13 meetseries) ongeveer 23% bedroeg na ruim een ruim een week meten. De emissie van ureum wordt sterk beïnvloed door de weersomstandigheden, de grondsoort maar ook de giftgrootte. Gemiddeld bedroeg de N-gift in de proeven van Velthof et al. 60 kg N/ha, variërend van kg N/ha. In het algemeen stijgt het emissiepercentage uit ureum naarmate de gift groter is. Bij de huidige gebruiksnormen zal de aanvullende N-gift gemiddeld niet veel meer zijn dan 40 kg N/ha per snede. Overigens wordt in een rapport uit 2011 (Bruggen et al., 2011) met daarin berekeningen met het nationale emissiemodel een emissiefactor van 14,5 % gehanteerd voor ureum. Op basis van het later opgang komen van de emissie bij Powerbasic (Figuur 3.1) in vergelijking tot ureum en de hoge N-werking in graslandproeven op zandgrond (Kok, 2014) lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat het hanteren van een emissiefactor van 28% in de KringloopWijzer voor meststoffen die ureum bevatten leidt tot een forse overschatting van de emissie van Powerbasic. Dit kan indicatief geïllustreerd worden aan de hand van Tabel 5.2. Daarin is uitgegaan van de gemeten emissie na 1 week. De meetwaarden voor kas, ureum en Powerbasic zijn vervolgens geschaald, naar een waarde waarbij de emissie van ureum na 7 dagen 28% bedraagt (Tabel 5.2). Tabel 5.2. De cumulatieve NH3-N emissie gestandaardiseerd, waarbij de emissie van ureum na 7 dagen op 28% is gesteld. Grondsoort zand klei dag ,0 Power Basic 120 0,1 0,2 1,2 10,5 0,7 2,6 9,2 22,9 KAS 0,4 0,6 0,8 1,0 3,8 6,4 9,2 11,1 PDS Ureum46 0,1 0,9 13,6 28,0 1,1 4,7 15,6 28,0

13 11 Gewenst is om de emissiecijfers in de KringloopWijzer voor ureumhoudende meststoffen te herzien temeer daar ureum zonder toevoegingen nauwelijks wordt gebruikt. De factor voor zuiver ureum toediening op grasland is te hoog. Bovendien wordt zuiver ureum nauwelijks gebruikt. Veelal worden ureumhoudende meststoffen gebruikt die een ureaseremmer of een andere toevoeging bevatten, zoals Powerbasic. Probleem is wel dat er relatief weinig kwantitatieve ammoniakemissiegegevens zijn van ureumhoudende meststoffen met een toevoeging.

14 12 6 Conclusies In de gesloten diffusiekamer is de eerste week de NH3-emissie van Powerbasic significant lager dan de emissie van ureum. Voor gronden met een lage zuurbuffercapaciteit (zandgrond) is het effect op de NH3-emissie groter dan voor gronden met een grote zuurbuffercapaciteit (kalkrijke gronden). Na vier dagen bedroeg de emissie van Powerbasic respectievelijk ongeveer 10% en 60% van de emissie van ureum. Na zeven dagen was dit ongeveer 40 en 80%. Na twee weken is er relatief weinig verschil in de totale cumulatieve NH3-emissie van Powerbasic in vergelijking tot de emissie van de ureum korrelmeststof. De experimenten duiden erop dat het trager op gang komen van de ammoniakemissie bij Powerbasic op zandgrasland de verklaring vormt voor een hoge N-efficiency die vergelijkbaar is met KAS. In de KringloopWijzer wordt een erg hoog emissiepercentage (28%) voor ureum toepassing op grasland aangenomen en wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de diverse ureumhoudende meststoffen. Voor Powerbasic leidt dit tot een overschatting van het emissiepercentage.

15 13 7 Referenties Bussink DW (1994). Relationships between ammonia volatilization and nitrogen fertilizer application rate, intake and excretion of herbage nitrogen by cattle on grazed swards. Fertilizer Research, Volume 38, pp Kok I (2014). Het effect van type kunstmest op opbrengst, samenstelling en voerderwaarde van vers gras. Tussenrapportage seizoen Schothorst Feed Research, rapport pp. 22 Schröder JJ, Sebek LB, Reijs JW, Oenema J, Goselink RMA, Conijn JG & De Boer J (2014). Rekenregels van de KringloopWijzer. Achtergronden van BEX, BEA, BEP en BEC. Plant Research International, rapport 553. Pp.69 Van Bruggen C, Groenestein CM, Hoogeveen MW, Huijsmans JFM, Van der Sluis SM & Velthof GL (2011). Ammoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest, Berekeningen met het Nationaal Emissiemodel voor Ammoniak (NEMA). Wageningen, Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, WOt-werkdocument pp. Velthof GL, Oenema O, Postmus J & Prins WH (1990). In situ field measurements of ammonia volatilization from urea and calcium ammonium nitrate applied to grassland. Meststoffen, 1990, 1/2, pp Yadav DS, Kumar V, Singh M & Relan PS (1987). Effect of temperature and moisture on kinetics of urea hydrolysis and nitrification. Australian Journal of Soil Research 25(2)

16

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas.

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas. Report 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas de samenvatting Rapport 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit Een case studie voor waterschap

Nadere informatie

Weersinvloeden op oogst Actualiteiten Ruwvoerteelten. Weersinvloeden op oogst Weersinvloeden op oogst Januari.

Weersinvloeden op oogst Actualiteiten Ruwvoerteelten. Weersinvloeden op oogst Weersinvloeden op oogst Januari. Actualiteiten Ruwvoerteelten Mei Juni 1 Juli Juli Oktober Oktober 2 Oktober Oktober Terugblik 2015 & Vooruit kijken op 2016 3 Wat is mijn droge stof opbrengst? 1 e snede 4.000 31% 2 e snede 3.000 23% 3

Nadere informatie

Verklaring van variaties in ammoniakemissie bij mesttoediening en identificatie en kwantificering van de belangrijkste invloedsfactoren

Verklaring van variaties in ammoniakemissie bij mesttoediening en identificatie en kwantificering van de belangrijkste invloedsfactoren Verklaring van variaties in ammoniakemissie bij mesttoediening en identificatie en kwantificering van de belangrijkste invloedsfactoren Samenvattende rapportage J.F.M. Huijsmans, G.D. Vermeulen, J.M.G.

Nadere informatie

Wachten op geschikte bodemtemperatuur voor mesttoediening kost opbrengst!

Wachten op geschikte bodemtemperatuur voor mesttoediening kost opbrengst! FEBRUARI 2019 Wachten op geschikte bodemtemperatuur voor mesttoediening kost opbrengst! Hoge opbrengst en N-benutting is mogelijk bij bemesting beneden 5 graden Wim Bussink Elk jaar is de vraag: wanneer

Nadere informatie

Resultaten KringloopWijzers 2016

Resultaten KringloopWijzers 2016 Resultaten KringloopWijzers 2016 7 september 2017 Gerjan Hilhorst WLR - De Marke Het belang van lage verliezen Mineralenverliezen belasten het milieu EU beleid: beperken verliezen uit landbouw Streven:

Nadere informatie

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen Resultaten uit onderzoek PPO en andere WUR-instituten Willem van Geel, PPO-AGV, 8-11-2012, Bergeijk Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Te kort aan (kunst)mest? Hoe verdeel ik de kunstmest dynamisch?

Te kort aan (kunst)mest? Hoe verdeel ik de kunstmest dynamisch? Te kort aan (kunst)mest? Hoe verdeel ik de kunstmest dynamisch? Wim Bussink, NMI Nijkerk, 20 februari 2014 Complementair aan CBGV werk Materiaal deels deze afkomstig uit studies met PZ financiering Elke

Nadere informatie

Spuiwater als meststof

Spuiwater als meststof ammoniak NH3 Spuiwater als meststof Greet Ghekiere Bart Ryckaert Met dank aan de inbreng van Sara Van Elsacker & Viooltje Lebuf - VCM zwavelzuur H2SO4 ammoniumsulfaat = spuiwater (NH4)2SO4 1 De samenstelling

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie

Wettelijke normen ten aanzien van bodem en gewas in relatie tot de KringloopWijzer

Wettelijke normen ten aanzien van bodem en gewas in relatie tot de KringloopWijzer Wettelijke normen ten aanzien van bodem en gewas in relatie tot de KringloopWijzer J.J. Schröder, H.F.M. Aarts, J. Oenema & J.W. Reijs Rapport 623 Wettelijke normen ten aanzien van bodem en gewas in relatie

Nadere informatie

Bemesting Gras Hogere ruwvoeropbrengst

Bemesting Gras Hogere ruwvoeropbrengst Bemesting Gras 2017 Hogere ruwvoeropbrengst oktober 2016 Top Flow entec fl voor in drijfmest Top Flow entec fl: hogere benutting stikstof uit drijfmest Plant N 2 O lachgas Organische stikstof Mineralisatie

Nadere informatie

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter Water en kooldioxide zijn qua hoeveelheid de belangrijkste bouwstoffen voor planten. Van andere voedingsstoffen hebben ze minder nodig, al zijn die wel

Nadere informatie

ca«. PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS 223 '2^2- hm/pap/csstikst Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten C.

ca«. PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS 223 '2^2- hm/pap/csstikst Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten C. Bibliotheek Proefstation Naaldwijk dciiuwijrv.. a hm/pap/csstikst 3 C ca«. 74 o^0 P GL^ t PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten C. Sonneveld

Nadere informatie

Naar 95% benutting van N uit kunstmest Herman de Boer Divisie Veehouderij, Animal Sciences Group (Wageningen UR), Lelystad

Naar 95% benutting van N uit kunstmest Herman de Boer Divisie Veehouderij, Animal Sciences Group (Wageningen UR), Lelystad Naar 95% benutting van N uit kunstmest Herman de Boer Divisie Veehouderij, Animal Sciences Group (Wageningen UR), Lelystad Opbouw presentatie Hoezo 95% benutting? Waarom nieuw onderzoek aan vloeibare kunstmest?

Nadere informatie

RE-gras. Bedrijfsspecifiek advies voor het sturen op ruw eiwit, grasopbrengst en stikstofbenutting

RE-gras. Bedrijfsspecifiek advies voor het sturen op ruw eiwit, grasopbrengst en stikstofbenutting Soil for life RE-gras Bedrijfsspecifiek advies voor het sturen op ruw eiwit, grasopbrengst en stikstofbenutting Een project van het Nutriënten Management Instituut NMI in opdracht van het Productschap

Nadere informatie

BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS. Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016

BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS. Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016 BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016 BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS Opbrengstproeven De Marke en Den Eelder 2015 en 2016 Meting NH 3 emissie De Marke

Nadere informatie

Onderzoek in kader Pilot Mineralenconcentraten (NL)

Onderzoek in kader Pilot Mineralenconcentraten (NL) Onderzoek in kader Pilot Mineralenconcentraten (NL) Gerard Velthof & Oscar Schoumans Betrokken instellingen: Livestock Research, PPO, LEI, PRI, Alterra & DLV ( > 20 onderzoekers) Launch-event Biorefine

Nadere informatie

Naar 95% benutting van N uit kunstmest. Herman de Boer Divisie Veehouderij, Animal Sciences Group (Wageningen UR), Lelystad

Naar 95% benutting van N uit kunstmest. Herman de Boer Divisie Veehouderij, Animal Sciences Group (Wageningen UR), Lelystad Naar 95% benutting van N uit kunstmest Herman de Boer Divisie Veehouderij, Animal Sciences Group (Wageningen UR), Lelystad Opbouw presentatie Hoezo 95% benutting? Waarom nieuw onderzoek aan vloeibare kunstmest?

Nadere informatie

Bemesten van gras na mais en mais na gras?

Bemesten van gras na mais en mais na gras? Bemesten van gras na mais en mais na gras? Wim Bussink (NMI) & Janjo de Haan (WUR) Voorkomende situaties: Rotatie/wisselbouw: 3 jaar gras en 3 jaar mais Eénmaal in de 5-10 jaar, bouwland middels mais,

Nadere informatie

Teelthandleiding wettelijke regels

Teelthandleiding wettelijke regels Teelthandleiding 4.14 wettelijke regels 4.14 Wettelijke regels... 1 2 4.14 Wettelijke regels Versie: april 2016 De belangrijkste wettelijke regels over het gebruik van meststoffen staan in de Meststoffenwet,

Nadere informatie

Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw,

Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, Indicator 15 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de periode 1990-2014 zijn

Nadere informatie

Bemesten van gras na mais en mais na gras?

Bemesten van gras na mais en mais na gras? Bemesten van gras na mais en mais na gras? Wim Bussink (NMI) & Janjo de Haan (WUR) Powerpoint gewijzigd na toekenning derogatie dd 04-04-2018 Voorkomende situaties: Rotatie/wisselbouw: 3 jaar gras en 3

Nadere informatie

Bemestingsproef snijmaïs Beernem

Bemestingsproef snijmaïs Beernem Bemestingsproef snijmaïs Beernem 1. Context Het onderzoek richt zich op het bereiken van innovatieve strategieën om agro- en bio-industriële nutriëntenrijke stromen te recycleren. Het agronomische en ecologische

Nadere informatie

De bemestende waarde van bermmaaisel, slootmaaisel en heideplagsel

De bemestende waarde van bermmaaisel, slootmaaisel en heideplagsel De bemestende waarde van bermmaaisel, slootmaaisel en heideplagsel K.B. Zwart Nota 108 De bemestende waarde van bermmaaisel, slootmaaisel en heideplagsel K.B. Zwart Plant Research International B.V., Wageningen

Nadere informatie

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Natuur en Landschap Pleasure green Milieu Tonnis van Dijk Nutriënten Management Instituut NMI 3 november 2011 Beperkingen in bemesting Europese regelgeving:

Nadere informatie

Bijlage: bodemanalyses als nulmeting

Bijlage: bodemanalyses als nulmeting Credits for Carbon Care CLM Onderzoek en Advies Alterra Wageningen UR Louis Bolk Instituut Bijlage: bodemanalyses als nulmeting In het project Carbon Credits hadden we oorspronkelijk het idee dat we bij

Nadere informatie

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt?

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? J. Bonnast (BDB), W. Odeurs (BDB) Samenvatting Het optimaliseren van de teelttechniek is een uitdaging voor iedere

Nadere informatie

Duurzame bemesting: omgeving

Duurzame bemesting: omgeving Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl Duurzame bemesting Visie NMI Duurzame bemesting: omgeving Beperking milieubelasting

Nadere informatie

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw Grond

Nadere informatie

Bemesting. Fosfaatgebruiksnormen. Mestwetgeving Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar 1-2-2016.

Bemesting. Fosfaatgebruiksnormen. Mestwetgeving Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar 1-2-2016. Even Voorstellen Pascal Kleeven Akkerbouw/vollegrondgroentebedrijf Sinds1999 in dienst bij Vitelia-Agrocultuur Bemesting Wie teelt er maïs? Vragen Wie heeft er een mestmonster? Wie heeft er actuele grondmonsters?

Nadere informatie

Kansen voor mestscheiding

Kansen voor mestscheiding Kansen voor mestscheiding Studiemiddag Inagro 29 maart 2012 Gerjan Hilhorst Livestock Research De Marke Koeien & Kansen is een samenwerkingsverband van 16 melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen

Nadere informatie

Notitie Bemestingswaarde van digestaten

Notitie Bemestingswaarde van digestaten 1 Notitie Bemestingswaarde van digestaten J.J. Schröder (lid LTO-Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen) Wageningen, 25 oktober 2016 Digestaat is een algemene benaming voor meststoffen afkomstig

Nadere informatie

Laag bodemoverschot deelnemers Vruchtbare Kringloop Overijssel

Laag bodemoverschot deelnemers Vruchtbare Kringloop Overijssel Laag bodemoverschot deelnemers Vruchtbare Kringloop Overijssel Gerjan Hilhorst (WLR De Marke) In het project Vruchtbare Kringloop Overijssel hebben 220 bedrijven in 2014 een gemiddeld bodemoverschot van

Nadere informatie

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Marleen Plomp en Gerjan Hilhorst (Wageningen Livestock Research) Maart 217 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Dataset...

Nadere informatie

Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven

Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven Inleiding De CBGV baseert haar adviezen bij voorkeur op zoveel mogelijk proefresultaten. Resultaten moeten daarbij

Nadere informatie

Samenstelling en eigenschappen

Samenstelling en eigenschappen Samenstelling en eigenschappen Mest is onder te verdelen in kunstmest en natuurlijke mest. Natuurlijke mest is op zijn beurt weer onder te verdelen in mest van dierlijke herkomst en mest van plantaardige

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie

De KringloopWijzer & bodem

De KringloopWijzer & bodem De KringloopWijzer & bodem Arnold Froklage Agrifirm Exlan 16-7-2015 Zwolle Agenda Achtergrond mestbeleid De KringloopWijzer Resultaten Vruchtbare Kringloop Achterhoek Vragen test Produceren binnen milieurandvoorwaarden

Nadere informatie

\ u. A 1 v 78. Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas 3 Naaldwijk DE INVLOED VAN DE METEODE VAN STOMEN OP DE

\ u. A 1 v 78. Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas 3 Naaldwijk DE INVLOED VAN DE METEODE VAN STOMEN OP DE \ u Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A 1 v 78 Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas 3 Naaldwijk DE INVLOED VAN DE METEODE VAN STOMEN OP DE ONTWIKKELING VAN SLA (1971-1972), door : S.

Nadere informatie

Review voorgestelde N-gebruiksnorm bij de teelt van industriegras

Review voorgestelde N-gebruiksnorm bij de teelt van industriegras Bijlage 1 bij de WOT-brief met kenmerk 16/N&M0118 van 11 juli 2016 Review voorgestelde N-gebruiksnorm bij de teelt van industriegras J.J. Schröder, G.L. Velthof en J.C. van Middelkoop Wageningen Universiteit

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof VERSIE 3.0 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/12 1 PRINCIPE Het

Nadere informatie

Om optimaal te groeien heeft een plant verschillende voedingsstoffen nodig:

Om optimaal te groeien heeft een plant verschillende voedingsstoffen nodig: Om optimaal te groeien heeft een plant verschillende voedingsstoffen nodig: Stikstof, voor de bovengrondse plantdelen en de vorming van eiwit Fosfaat, voor de wortelontwikkeling Kali, voor de sapstroom

Nadere informatie

Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voor de sloot

Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voor de sloot Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voor de sloot Uw klantnummer: 5001382 Postbus 170 NL- 6700 AD Wageningen T +31 (0)88 876 1010 E klantenservice@blgg.agroxpertus.com I blgg.agroxpertus.nl T monstername:

Nadere informatie

Organische stof what else? Marjoleine Hanegraaf

Organische stof what else? Marjoleine Hanegraaf Organische stof what else? Marjoleine Hanegraaf Vraagstelling Aanleiding: Vuistregel voor de afbraak: 2% per jaar (range 1.6 2.4%) 1 Ervaringsfeit veel telers: variatie in de afbraak, mogelijk >2% Onderzoeksvraag:

Nadere informatie

2.1.6 Grasland zonder klaver: Natrium

2.1.6 Grasland zonder klaver: Natrium 2.1.6 Grasland zonder klaver: Natrium Het natriumadvies voor grasland is niet gericht op verhoging van de opbrengst, maar wordt uitsluitend gegeven met het oog op de gezondheidstoestand van het rundvee

Nadere informatie

Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke

Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw Gerjan Hilhorst WUR De Marke Kringlooplandbouw Kringlooplandbouw begint met het verminderen van de verliezen => sluiten van de kringloop => minder aanvoer

Nadere informatie

Mesdag Zuivelfonds NLTO

Mesdag Zuivelfonds NLTO Onderwerpen Mesdagfonds Actuele thema s die keuze vragen Onderzoek uitspoeling stikstof (WUR) Onderzoek vastlegging CO2 (AEQUATOR) Conclusie en aanbevelingen Mesdag Zuivelfonds NLTO Ontstaan: fonds kwaliteit

Nadere informatie

Van Haagse plaspaal naar grasmat in Hengelo

Van Haagse plaspaal naar grasmat in Hengelo Van urine tot kunstmest De hoogheemraadschappen van Rijnland en Delfland zijn in samenwerking met onder andere Eco-toilet een onderzoek gestart naar de bereiding van kunstmest uit urine. In onderstaand

Nadere informatie

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting Teelthandleiding 4.7 magnesiumbemesting 4.7 Magnesiumbemesting... 1 4.7 Magnesiumbemesting Versie: april 016 Op zand-, dal- en lössgronden kan men magnesiumgebrek voorkomen door te zorgen voor een voldoend

Nadere informatie

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting Teelthandleiding 4.7 magnesiumbemesting 4.7 Magnesiumbemesting... 1 4.7 Magnesiumbemesting Versie: mei 018 Op zand-, dal- en lössgronden kan men magnesiumgebrek voorkomen door te zorgen voor een voldoend

Nadere informatie

Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf

Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf Pilotveehouder Henk van Dijk Proeftuinadviseur Gerrit de Lange Countus Accountants Proeftuin Natura 2000 Overijssel wordt mede mogelijk gemaakt door: 8

Nadere informatie

Beter stikstofadvies voor grasland op komst

Beter stikstofadvies voor grasland op komst Beter stikstofadvies voor grasland op komst Kees-Jan van Dam, Theun Vellinga Er komt een beter stikstofadvies voor grasland. De Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen heeft eind 1997 de contouren

Nadere informatie

Reductie van ammoniak- en methaanemissie via het voerspoor

Reductie van ammoniak- en methaanemissie via het voerspoor Reductie van ammoniak- en methaanemissie via het voerspoor Onderzoek naar de wisselwerking tussen de excretie van Totaal Ammoniakaal Stikstof (TAN) en de emissie van enterisch methaan Mei 2017 Rapportnummer

Nadere informatie

Vergisting van eendenmest

Vergisting van eendenmest Lettinga Associates Foundation for environmental protection and resource conservation Vergisting van eendenmest Opdrachtgever: WUR Animal Sciences Group Fridtjof de Buisonjé Datum: 3 oktober 2008 Lettinga

Nadere informatie

Dirksen Management Support John Baars

Dirksen Management Support John Baars Dirksen Management Support John Baars Inhoud Voorstellen Huidige wetgeving Kringloop denken Bedrijfsefficiëntie fosfaat en stikstof Veestapel efficiëntie (BEX) Evenwichtsbemesting (BEP) Conclusies Vragen

Nadere informatie

Hendrix UTD Agro Jaarrond bemesting. Programma: Kringloop Bodem Jaarbemesting Grasland

Hendrix UTD Agro Jaarrond bemesting. Programma: Kringloop Bodem Jaarbemesting Grasland Jaar Rondbemesting Hendrix UTD Agro Jaarrond bemesting Programma: Kringloop Bodem Jaarbemesting Grasland Kringloop Dicht drukken KHK khk - Ca khk - Mg khk - Mg Ca Ca khk Mg khk - Mg khk - Mg Ca Ca khk

Nadere informatie

Het effect van het toepassen van ORGAplus Sierteelt of Hi-Cal op de opbrengst en maatsortering van tulpen op kalkrijke zavelgrond in 2008

Het effect van het toepassen van ORGAplus Sierteelt of Hi-Cal op de opbrengst en maatsortering van tulpen op kalkrijke zavelgrond in 2008 Het effect van het toepassen van ORGAplus Sierteelt of Hi-Cal op de opbrengst en maatsortering van tulpen op kalkrijke zavelgrond in 2008 Projectnr. 08-7011ORGAplus Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Landgebruik en bodemkwaliteit Jan de Wit Nick van Eekeren

Landgebruik en bodemkwaliteit Jan de Wit Nick van Eekeren Landgebruik en bodemkwaliteit 60-20 - 20 Jan de Wit Nick van Eekeren Grasland Bouwland Huidige landbouwontwikkeling naar controle just in time, precisiebemesting,. Dit vraagt ook om risico-beheersing,

Nadere informatie

N-systemen in wintertarwe

N-systemen in wintertarwe N-systemen in wintertarwe Inleiding HLB BV en Proeftuin Zwaagdijk voerden het project N-systemen in wintertarwe uit in opdracht van Productschap Akkerbouw in de periode 2010-2012. Doelstelling van het

Nadere informatie

Adding sustainability to productivity

Adding sustainability to productivity Precisiebemesting van gras en mais 28/11/2014 Bemesting in de 21 e eeuw : Smart Fertilization Adding sustainability to productivity 1 Precisiebemesting van gras en mais 28/11/2014 Duurzaam bemesten van

Nadere informatie

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven V. De Blauwer (Inagro), W. Odeurs (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Het is moeilijk voor een teler om het nitraatresidu na de teelt

Nadere informatie

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1 Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Bram Vervisch, Annelies Beeckman, Johan Rapol, Lieven Delanote, Victoria Nelissen, Koen Willekens Inleiding Proeven de voorbije jaren hebben aangetoond

Nadere informatie

Kop Bemesting maïs 2015

Kop Bemesting maïs 2015 Kop Lopende tekst Bemesting maïs 2015 Lopende RE: 72 tekst P: 2 Behoefte gewas: Onttrekking mineralen Gr/kg ds Gemiddelde maïskuilanalyses BLGG 2010 t/m 2014 Gr/kg ds K: 10,8 Gr/kg ds S: 1 Gr/kg ds Mg:

Nadere informatie

inbreng en heeft als gevolg minder scaling (kalkafzetting in de vorm van calciumcarbonaat).

inbreng en heeft als gevolg minder scaling (kalkafzetting in de vorm van calciumcarbonaat). Mest verwerken Dierlijke mest is vaak vloeibaar en bevat onder andere ammoniak en ammoniumzouten. Men kan uit deze drijfmest ammoniumsulfaat maken dat als meststof kan dienen. Omdat de prijs van kunstmest

Nadere informatie

Teelthandleiding. 4.5 kaliumbemesting

Teelthandleiding. 4.5 kaliumbemesting Teelthandleiding 4.5 kaliumbemesting 4.5 Kaliumbemesting... 1 4.5 Kaliumbemesting Versie: april 016 Op veel percelen worden andere meetmethoden voor het vaststellen van de kaliumbeschikbaarheid in de bodem

Nadere informatie

April 1990 Intern verslag nr 27

April 1990 Intern verslag nr 27 d? Bibliotheek Proefstation Naaldwijk f\ TAT'IOH VOOR TUINBOUW R GLAS T NAALDWIJK 1 S /27 n PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten

Nadere informatie

Aardappelen. Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw

Aardappelen. Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw Aardappelen Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw W. de Croylaan 48-3001 Heverlee Tel 016/310922 Fax 016/224206

Nadere informatie

Evenwichtige bemesting, de basis voor uw groei!

Evenwichtige bemesting, de basis voor uw groei! Themabericht bemesting Nr. 3 11 februari 2016 Evenwichtige bemesting, de basis voor uw groei! Voor de aanvang van het nieuwe seizoen moet er weer worden nagedacht over de uit te voeren bemestingsstrategie.

Nadere informatie

Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven

Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven J.J. de Haan, D. van Balen & C. Topper (PPO-agv Wageningen UR) M.J.G. de Haas, H. van der Draai

Nadere informatie

Naar een betere inschatting van de afbraak van bodemorganische stof

Naar een betere inschatting van de afbraak van bodemorganische stof Naar een betere inschatting van de afbraak van bodemorganische stof Marjoleine Hanegraaf (NMI) Saskia Burgers (Biometris) Willem van Geel (PPO) Themamiddag Bemesting Akkerbouw CBAV Nijkerk, 2 februari

Nadere informatie

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen Ing. D. Bos en Dr. Ir. A. Veerman Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV PPO 5154708 2003 Wageningen,

Nadere informatie

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN OPBRENGST EN KWALITEIT VAN RAAIGRAS BIJ VERMINDERDE BEMESTING Greet Verlinden, Thomas Coussens en Geert Haesaert Hogeschool Gent, Departement Biowetenschappen

Nadere informatie

Bijlage notitie 2. Ex ante evaluatie mestbeleid 2013 Plaatsingsruimte fosfaat uit meststoffen in 2015 en daarna

Bijlage notitie 2. Ex ante evaluatie mestbeleid 2013 Plaatsingsruimte fosfaat uit meststoffen in 2015 en daarna Bijlage notitie 2. Ex ante evaluatie mestbeleid 2013 Plaatsingsruimte fosfaat uit meststoffen in 2015 en daarna W.J. Willems (PBL) & J.J. Schröder (PRI Wageningen UR) november 2013 Sinds 2010 is de gebruiksnorm

Nadere informatie

RUWVOER+ Optimaliseer uw ruwvoerproces

RUWVOER+ Optimaliseer uw ruwvoerproces Grasgroen meststoffen 2016 RUWVOER Optimaliseer uw ruwvoerproces We nemen het dier als uitgangspunt, want zij maakt ruwvoer tot waarde. Onze Ruwvoer aanpak biedt betere handvatten ter optimalisatie van

Nadere informatie

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT GROEN FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT FOSFAATMESTSTOF VOOR MAIS Maïs telen zonder fosfaatkunstmest zorgt bij een laag fosfaatgehalte voor een lagere opbrengst en

Nadere informatie

AWAGENINGEN. WOT Natuur & Milieu. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Directie Aam en Natuurkennis (ANK)

AWAGENINGEN. WOT Natuur & Milieu. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Directie Aam en Natuurkennis (ANK) AWAGENINGEN UNIVERSITY & RESEARCH WOT Natuur & Milieu Postbus 47 1 6700 AA Wageningen Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Directie Aam en Natuurkennis (ANK) Postbus 20401 2500 EK Den Haag

Nadere informatie

Uitslag KringloopWijzer

Uitslag KringloopWijzer Uitslag KringloopWijzer Bedrijfspecifieke excretie melkvee Bedrijfs-kringloopscore Jaaropgave : 2014 Omschrijving : plomp 2014 feb15 Naam veehouder : Plomp Agro Vof Straat + huisnummer : Geerkade 10 Postcode

Nadere informatie

Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen

Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen Behoefte gewas Verloop in seizoen Sporenelementen Invloed van ph Breedwerpig, fertigatie of controlled release meststoffen? Problemen in de praktijk Nieuw perceel: Grondanalyse voor bepaling P, K, Mg,

Nadere informatie

bodemvoorraad kg N/ha (jan/febr)

bodemvoorraad kg N/ha (jan/febr) 4.3 Stikstofbemesting CONTACTPERSOON: PETER WILTING De hoogte van de stikstofbemesting beïnvloedt het rendement van de teelt van suikerbieten. Te weinig stikstof betekent een lagere wortelopbrengst, te

Nadere informatie

meststoffen rijenbemesting in mais groei door kennis

meststoffen rijenbemesting in mais groei door kennis meststoffen 2013 rijenbemesting in mais groei door kennis Maismaster Mais is een gewas wat van oudsher heel goed reageert op een rijenbemesting. Al decennia worden NP meststoffen toegepast in de rij bij

Nadere informatie

sumptieaardappelen KW 406, KW 407 Door: ing H.W.G.Floot

sumptieaardappelen KW 406, KW 407 Door: ing H.W.G.Floot opbrengst en sortering van con- Invloed van bladbemesters ( vooral Mg en Mn) op de sumptieaardappelen KW 406, KW 407 Door: ing H.W.G.Floot Inleiding Vele mineralen, anorganische stoffen en sporenelementen

Nadere informatie

meststoffen voor meesterlijk grasland! groei door kennis

meststoffen voor meesterlijk grasland! groei door kennis meststoffen voor meesterlijk grasland! groei door kennis Grasmaster De productie van ruwvoer op het eigen melkveehouderijbedrijf bepaalt in belangrijke mate het bedrijfsresultaat. Talloze onderzoeken bevestigen

Nadere informatie

KringloopWijzer. Johan Temmink

KringloopWijzer. Johan Temmink KringloopWijzer Johan Temmink 1 Juli 2013: Sectorplan koersvast richting 2020 Melkveehouderij: Zuivelplan (NZO, LTO) Technische invulling binnen milieurandvoorwaarden KringloopWijzer centraal Film KringloopWijzer

Nadere informatie

Stikstofwerking organische mest

Stikstofwerking organische mest Stikstofwerking organische mest Resultaten bemestingsproeven Praktijknetwerk Microvergisting G.J. Hilhorst (WLR De Marke) A. J. Bos (DLV Advies) Inhoudsopgave Samenvatting... 2 1. Inleiding... 3 2. Proefopzet...

Nadere informatie

c\? Z o SZ PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS De boriumvoorziening van trosanjers in steenwol bij verschillende ph niveau's

c\? Z o SZ PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS De boriumvoorziening van trosanjers in steenwol bij verschillende ph niveau's c\? Bibliotheek Proefstation Naaldwijk Z 5 7* PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS De boriumvoorziening van trosanjers in steenwol bij verschillende ph niveau's C. Sonneveld D. Theune Intern verslag nr.

Nadere informatie

Precisiebemesting met gecontroleerd vrijkomende meststoffen

Precisiebemesting met gecontroleerd vrijkomende meststoffen Precisiebemesting met gecontroleerd vrijkomende meststoffen www.icl-sf.nl Meer met minder Gecontroleerd vrijkomende meststoffen Gecontroleerd vrijkomende meststoffen zijn meststofkorrels met daaromheen

Nadere informatie

Duurzaamheid van melkveebedrijven in Noord-Nederland

Duurzaamheid van melkveebedrijven in Noord-Nederland Duurzaamheid van melkveebedrijven in Noord-Nederland Variatie in milieu-indicatoren tussen bedrijven in opdracht van Greenlincs Juni 2015, Co Daatselaar, Henri Prins en Tanja de Koeijer LEI Report 2015-087

Nadere informatie

De voorwaarden voor een derogatie (periode ) zijn als volgt gewijzigd:

De voorwaarden voor een derogatie (periode ) zijn als volgt gewijzigd: Onderwerp: Wat is het effect van gewijzigde derogatievoorwaarden op het mestoverschot? Naar: Harm Smit, Min EZ Van: Jaap Schröder, WUR-PRI Datum: 31 maart 2014 Inleiding De ruimte voor de plaatsing van

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof - Bemonsterings- en analysehodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof VERSIE 3.1 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/04 1 PRINIPE Voor de bepaling van nitraatstikstof

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies van rapport 1364.N.09 Type en toedieningsvorm van N- kunstmest; Effecten op gewas- en eiwitproductie en -kwaliteit

Samenvatting en conclusies van rapport 1364.N.09 Type en toedieningsvorm van N- kunstmest; Effecten op gewas- en eiwitproductie en -kwaliteit Samenvatting en conclusies van rapport 1364.N.09 Type en toedieningsvorm van N- kunstmest; Effecten op gewas- en eiwitproductie en -kwaliteit Auteur(s): ir. D.J. den Boer (NMI); ing. G. Holshof (Livestock

Nadere informatie

2.2 Grasland met klaver

2.2 Grasland met klaver 2.2 Grasland met klaver Tot grasland met klaver wordt gerekend grasland met gemiddeld op jaarbasis meer dan 10 15 procent klaver. 2.2-1 2.2.1 Grasland met klaver: Kalk In deze paragraaf wordt alleen de

Nadere informatie

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO)

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO) Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO) Inleiding Door de lage graanprijzen staat het rendement van de graanteelt onder druk. De aanzienlijke

Nadere informatie

Rapport van de voortijdig beëindigde bemestingsproef in hyacinten op kalkrijke zandgrond 2008

Rapport van de voortijdig beëindigde bemestingsproef in hyacinten op kalkrijke zandgrond 2008 Rapport van de voortijdig beëindigde bemestingsproef in hyacinten op kalkrijke zandgrond 2008 Projectnr. 08-7021ORGAplus Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

Nadere informatie

Grondsoort Aanzuren tot ph 5,5 Aanzuren tot ph 6. Zand 54% 35% Klei 59% 39% Veen 65% 44%

Grondsoort Aanzuren tot ph 5,5 Aanzuren tot ph 6. Zand 54% 35% Klei 59% 39% Veen 65% 44% Samenvatting van rapport 1422.N.11 De mogelijkheden van biologisch aanzuren om de NH3 emissie te verminderen Auteur(s): dr.ir. D.W. Bussink en dr. ing. A.M.D. Van Rotterdam- Los De Nederlandse overheid

Nadere informatie

N-index: wat zeggen de cijfers?

N-index: wat zeggen de cijfers? Beste klant, N-index: wat zeggen de cijfers? U heeft een analyse ontvangen van de Bodemkundige Dienst met bepaling van de N-index en met het bijhorend N-bemestingsadvies. Hieronder vindt u een verduidelijking

Nadere informatie

KringloopWijzer. BEC de koolstofkringloop bedrijfsspecifiek in beeld Michel de Haan & Roselinde Goselink

KringloopWijzer. BEC de koolstofkringloop bedrijfsspecifiek in beeld Michel de Haan & Roselinde Goselink KringloopWijzer BEC de koolstofkringloop bedrijfsspecifiek in beeld Michel de Haan & Roselinde Goselink de KringloopWijzer Overeenkomst KringloopWijzer: bedrijf scoren 1. - voeding/excretie N, P 2. -

Nadere informatie

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI 4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 22 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI (in samenwerking met de Vlaamse Compostorganisatie, VLACO) DOEL In een lange termijnproef wordt de bodemverbeterende

Nadere informatie

Bemesting, maatwerk voor uw bedrijf!

Bemesting, maatwerk voor uw bedrijf! Groot Fruit Nr. 2 13 februari 2017 Bemesting, maatwerk voor uw bedrijf! Met het nieuwe seizoen in aantocht is het nu de tijd om na te denken over de bemesting voor het komende jaar. In de praktijk wordt

Nadere informatie

Strategieën voor graslandbemesting

Strategieën voor graslandbemesting Strategieën voor graslandbemesting Auteurs An Schellekens Joos Latré In samenwerking met Luc Van Dijck 7/04/2014 www.lcvvzw.be 2 / 8 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Effecten van soort van

Nadere informatie

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe Opdrachtgever: Auteur:

Nadere informatie