CHECKLIST OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN > kg of liter. Begrippen

Transcriptie

1 CHECKLIST OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN > kg of liter Begrippen Handhavingskleurspoor Grijs: Milieuvergunning Handhavingskleurspoor Rood: RO = Ruimtelijke ning Bouw is gerelateerd aan de Bouwvergunning (BWT) Gebruik is gerelateerd aan de Gebruiksvergunning (BRW) Let op! dien bij de kolom beide kleuren aanwezig zijn Zijn beide kleursporen van belang Is de weliswaar ingevuld in het grijze veld maar heeft deze betrekking op beide sporen Is in het rode veld aangegeven welk spoor precies bedoeld wordt (of RO, Bouw, of Gebruik) Frequentie controle jaarlijks Frequentie controle om de jaar BEVI / REVI (gebruik hiervoor o.a. tabel 3 REVI) Ja Nee Is voor de inrichting een QRA uitgevoerd RO Voldoet de inrichting aan de afstand tot al dan niet geprojecteerde kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten behorende bij de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico van 0-6 per jaar, onderscheidelijk richtwaarde 0-6 per jaar zoals opgenomen in het Besluit Externe veiligheid inrichtingen, 27 mei 2004 Stb 20 RO Dient gesard te wn voor 200 RO

2 ADMINISTRATIEVE CONTROLE Het stappenplan ten aanzien van het beschermingsniveau A Gevaarlijke stoffen Stap Het zorgvuldig en volledig (laten) invullen van een stoffenlijst. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de onderstaande tabel (of een vergelikbare lijst waarin tenminste dezelfde parameters voorkomen) dien de opgeslagen stoffen gevaarlijke afvalstoffen betreffen ga dan gelijk naar stap 8. UN-nummer Chemische naam Handelsnaam WMS ADR Vlampunt Vast/Vloeib Gem. voorraad Max. voorraad Verpak. type Verpak. grootte Binnen/buiten Locatie R-zin UN-nummer Een internationaal nummer voor een (gevaarlijke) stof dat is toegekend door de Verenigde Naties. Dit nummer is in het Chemiekaartenboek opgenomen en wordt hoofdzakelijk gebruikt ten behoeve van (internationaal) transport. Chemische naam De chemische samenstelling of naam van de stof op basis van de veiligheidsbladen of het chemiekaarten boek Handelsnaam Naam van het produkt zoals deze wordt aangeduid door de leverancier Wms-categorie Categorie-indeling zoals deze is opgenomen in de Wet milieugevaarlijkse stoffen ADR-klasse De ADR-klassificatie van de stof Vlampunt Vlampunt van de stof Vast (s) / vloeibaar (l) Aggegratie toestant van de stof bij 20 0 C Gemiddelde voorraad Gemiddelde voorraad van de stof in kg per jaar Maximale voorraad Maximale voorraad van de stof in kg per jaar Verpakkingstype Het type verpakking op basis van het VLG waarin de opslag van de stof plaatsvindt Vepakkingsgrootte De grootte van de verpakking waarin de stof wordt opgeslagen Binnen / buiten Aanduiding waaruit blijkt of de opslag binnen of in de buiten lucht plaats vindt. Locatie Locatie binnen de inrichting waar de stof wordt opgeslagen R-zinnen De R-zinnen die van toepassing zijn op de stof Stap 2 Selecteer uit de stoffenlijst de stoffen op WMS-categorieën en, op de IRC-lijst. Laat de overige stoffen buiten beschouwing.

3 Stap 3 Ga na of de (som van de) geselecteerde stoffen de onderstaande grenswaarden overschrijden. Laat stoffen onder de grenswaarden buiten beschouwing voor het bepalen van het beschermingsniveau. 400 kg (licht) ontvlambare vloeistoffen 000 kg vloeistoffen met een vlampunt tussen 0 C en 00 0 C 2000 kg vloeistoffen met een vlampunt groter dan 00 0 C 2000 kg brandbare vaste stoffen 2000 kg totale hoeveelheid brandbare stoffen (vast en vloeibaar) 2000 kg totale hoeveelheid (zeer) toxische, schadelijke corrosieve en irriterende stoffen 2000 kg stoffen in niet-metalen verpakkingen Toelichting: Het is toegestaan dat een zeer beperkte hoeveelheid stoffen in een opslagplaats is opgeslagen, zonder dat het voor een dergelijke groep stoffen noodzakelijke beschermingsniveau is gerealiseerd. Naast een maximale hoeveelheid voor de verschillende brandbaarheidscategorieën is de totale hoeveelheid brandbare stoffen beperkt tot 2000 kg. Ook kan tot 2000 kg stoffen in -niet-metalen verpakking wn opgeslagen, zonder dat dit leidt tot het daarvoor in principe noodzakelijke beschermingsniveau. Stap 4 Maak van de geselecteerde stoffen één gefingeerde stof door alle stoffen denkbeeldig te mengen. Stap Ken aan deze gefingeerde stof alle eigenschappen toe van de geselecteerde stoffen b.v. stof A = toxisch, stof B = corrosief, stof C = ontvlambaar. De gefingeerde stof wordt dan zowel toxisch, ontvlambaar als corrosief. Stap 6 Stel de verpakking vast (niet-metaal of metaal), hierbij kan in totaal tot 2000 kg in niet- metaal als metaal wn beschouwd. Stap 7 Bepaal aan de hand van tabel het zwaarst geldende beschermingsniveau, 2 of 3 waarbij de aard van de verpakking mede bepalend is. Tabel : beschermingsniveau bepaling Brandbaarheid WMS Vlampunt < 0 C (K, K2) Vlampunt > 0 C < 00 0 C (K3) Vlampunt > 00 0 C Brandbare vaste stoffen Onbrandbare stoffen (vast, vloeibaar) Oxiderend (b) n.v.t. 3/3 Ontvlambaar (c, d, e) - (2 %) of 2/2 (00 %) n.v.t. (zeer) toxisch (f, g) / (00 %) /2 (00 %) 2/3 (00% / -) 2/3 (00% / -) 3/3 Schadelijk (h) / (0 %) of 2/2 (0 %) 2/3 (0% / -) 3/3 3/3 2/2 (00 %) Corrosief (i) / (0 %) of 2/2 (0 %) 2/3 (0% / -) 3/3 3/3 2/2 (00 %) Irriterend R2 (j) / (2 %) of 2/3 (2 % / -) 2/3 (2% / -) 3/3 3/3 2/2 (00 %) Milieuschadelijk excl. R2 (k) / (00 %) /2 (00 %) 2/3 (00% / -) 2/3 (00% / -) 3/3

4 Per vak van de tabel zijn 2 cijfers genoemd (/, 2/2, etc.) Het eerste getal geeft het beschermingsniveau weer voor stoffen in niet-metalen verpakking, het tweede getal geeft het beschermingsniveau weer voor metalen verpakking. De weergegeven percentages hebben betrekking op de vereiste fractie van de nominale bluswateropvangcapaciteit die gevraagd wordt bij het betreffende beschermingsniveau. vier gevallen is voor de opslag van (licht) ontvlambare vloeistoffen een keuzemogelijkheid genoemd. deze gevallen mag beschermingsniveau 2 wn toegepast wanr minder dan 0 ton per ruimte wordt opgeslagen. Als leidraad kan bij de bepaling van het beschermingsniveau het volgende stroomschema gehanteerd wn. a Is de opgeslagen (fictieve) stof geheel onbrandbaar ja Beschermingsniveau 3 (opm. Emballage van de stoffen mag geen branduitbreiding kunnen veroorzaken) b Is de opgeslagen (fictieve) stof in metaal verpakt ja Ga naar 2a c Is de opgeslagen (fictieve) stof een brandbare vaste stof ja Beschermingsniveau 3 voor schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen (incl. R2) Beschermingsniveau 2 voor (zeer) toxische en milieuschadelijke stoffen (excl. R2) d Is het vlampunt van de opgeslagen (fictieve) vloeistof > 00 0 C ja Beschermingsniveau 2 e Is het vlampunt van de opgeslagen (fictieve) vloeistof > 0 C Beschermingsniveau 2 voor schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen (incl. R2) en < 00 0 ja C Beschermingsniveau voor (zeer) toxische en milieuschadelijke stoffen (excl. R2) f Is het vlampunt van de opgeslagen (fictieve) stof < 0 C ja Beschermingsniveau Beschermingsniveau 2 in geval van ontvlambare, schadelijke corrosieve of irriterende stoffen onder voorwaarde dat de opslaghoeveelheid minder bedraagt dan 00 ton per opslagplaats en waarbij geen reductie op de bluswatercapaciteit mag wn toegepast 2a Is de opgeslagen (fictieve) stof een brandbare vaste stof ja Beschermingsniveau 3 2b Is het vlampunt van de opgeslagen (fictieve) vloeistof > 00 0 C ja Beschermingsniveau 3 2c Is het vlampunt van de opgeslagen (fictieve) vloeistof > 0 C Beschermingsniveau 3 voor irriterende stoffen (incl. R2) en < 00 0 ja C Beschermingsniveau 2 voor overige stoffen Beschermingsniveau Is het vlampunt van de opgeslagen (fictieve) stof < 0 Beschermingsniveau 2 in geval van ontvlambare, schadelijke corrosieve of irriterende C ja stoffen onder voorwaarde dat de opslaghoeveelheid minder bedraagt dan 00 ton per opslagplaats en waarbij geen reductie op de bluswatercapaciteit mag wn toegepast

5 B Gevaarlijke afvalstoffen Stap 8 Voor gevaarlijke afvalstoffen is een afwijkende aanpak ontwikkeld. Een indeling op WMS-categorieën is niet mogelijk. Gekozen is voor een categorie-indeling die gericht is op de veiligheidsaspecten die bij het inzamelen van gevaarlijk afval een rol spelen en tevens gericht zijn op verwerkingsmethoden. (Het betreft de indeling die gehanteerd werd door de Landelijke Werkgroep Chemisch Afval (LWCA)) Stap 8a Selecteer de opgeslagen afvalstoffen die voorkomen op de LWCA-categorielijst Stap 8b Maak van de verschillende afvalstoffen een fictief mengsel dat de grootste gevaareigenschappen van de opgeslagen afvalstoffen combirt Stap 8c Bepaal aan de hand van tabel 2 het zwaarst geldende beschermingsniveau, 2 of 3 Tabel 2: beschermingsniveau bepaling opslag van gevaarlijk afval Brandbaarheid Vlampunt < 0 C Vlampunt > 0 C < 00 0 C Vlampunt > 00 0 C Onbrandbare vloeistoffen Onbrandbare vaste stoffen LWCA (K, K2) (K3) I n.v.t. 3/3 n.v.t. II n.v.t 3/3 III / (0 %) of 2/2 (0 %) 2/3 (0% / -) 3/3 3/3 2/2 (00 %) IV / (0 %) of 2/2 (0 %) 2/3 3/3 3/3 2/2 (00 %) V n.v.t. 3/3 3/3 VI Per afvalstroom niveau vaststellen Het beschermingsniveau van de stoffen van LWCA categorie VI zal aan de hand van de afvalstoffencodelijst per afvalstof wn vastgelegd. Deze afvalstofcode moet wn vermeld op de verplichte meldingen van afgifte en ontvangst van gevaarlijk afval Als leidraad kan bij de bepaling van het beschermingsniveau het volgende stroomschema gehanteerd wn. 3a Is de (fictieve) afvalstof geheel onbrandbaar ja Beschermingsniveau 3 3b 3c Is het vlampunt van de (fictieve) afvalstof > 00 0 C of de vaste (fictieve) afvalstof brandbaar Is het vlampunt van de (fictieve) afvalstof > 0 C en < 00 0 C 3d Is het vlampunt van de (fictieve) afvalstof < 0 C ja ja ja Beschermingsniveau 2 Beschermingsniveau 3 in geval van metalen verpakking voor categorie III en IV Beschermingsniveau 2 voor categorie III en IV Beschermingsniveau Beschermingsniveau 2 waarbij geen reductie op de bluswatercapaciteit mag wn toegepast

6 FYSIEKE CONTROLE CPR -2 BESCHERMINGSNIVEAU Welke van de volgende brandbestrijdingssystemen is aangebracht automatische sprinklerinstallatie automatische deluge-installatie automatische gasblusinstallatie lokale brandweer met droog deluge-systeem automatische hi-ex-installatie bedrijfsbrandweer met handbediende deluge-systeem bedrijfsbrandweer met droog deluge-systeem bedrijfsbrandweer met ter plaatse blussen Is de technische installatie van het brandbestrijdingssysteem goed gekeurd door een erkende certificatie-instelling gecertificeerde inspectie-instelling of door een door het bevoegd gezag geaccepteerde deskundige, volgens de gelden keuringsnormen. Wordt het brandbestrijdingssysteem ieder jaar op doelmatig functioneren herkeurd door een erkende certificatie-instelling gecertificeerde inspectieinstelling of door een door het bevoegd gezag geaccepteerde deskundige. Frequentie Gebruik Gebruik Gebruik NVT Voorschrift Is de nominale bluswateropvangcapaciteit bepaald m.b.v. de in bijlage 3 van de CPR -2 vermelde parameters Gebruik Is de productopvangcapaciteit voor de opslag van brandbare vloeistoffen met een vlampunt lager dan 00 o C, in niet metalen verpakking bepaald aan de hand van het onderstaande schema Automatische sprinkler-installatie : opvangcapaciteit-300 m3 of m3/m2x oppervlakte vak Automatische deluge-installatie: opvangcapaciteit m3/m2 x oppervlakte vak Automatische gasblus-installatie : opvangcapaciteit 0 m3 Lokalebrandweer met droog deluge systeem : opvangcapaciteit 0 m3 of m3/m2 x oppervlakte volledig brandwerend uitgevoerd vak Automatische hi-ex installatie : opvangcapaciteit ten minste 0 m3 en in iedergeval 0 % van de opgeslagen hoeveelheid vloeistoffen Bedrijfsbrandweer met handbediende deluge-systeem : opvangcapaciteit m3/m2 x oppervlakte vak Bedrijfsbrandweer met droog deluge-systeem : opvangcapaciteit m3/m2 x oppervlakte vak Bedrijfsbrandweer met ter plaatse blussen : opvangcapaciteit 300 m3 of m3/m2 x oppervlakte vak Gebruik 4.4.

7 BESCHERMINGSNIVEAU 2 NVT Voorschrift Welk van de volgende voorzieningen of maatregelen zijn getroffen in de opslagplaats moet een snel branddetectiesysteem zijn geïnstalleerd de lokale brandweer moet aantoonbaar binnen minuten inzetbaar zijn, dan wel binnen de inrichting moet een bedrijfsbrandweer categorie of-2 aanwezig zijn in de opslagplaats moeten op doelmatige wijze rookluiken zijn aangebracht uitgegaan moet wn van toepassing van schuim bij een mogelijke blussing in de inrichting nabij de opslagplaats moet een voorraad schuimvormend middel aanwezig zijn indien in een opslagplaats (licht) ontvlambare vloeistoffen of vloeistoffen met een vlampunt tussen 0 C en 00 0 C in niet-metalen verpakking zijn opgeslagen, moet een vakgrootte van ten hoogste 00 m 2 zijn aangehouden indien in een opslagplaats brandbare vaste stoffen of brandbare vloeistoffen anders dan hiervoor genoemd, zijn opgeslagen, moet een vakgrootte van ten hoogste 300 m 2 zijn aangehouden; indien meer dan 2000 kg (licht) ontvlambare vloeistoffen of meer dan 2000 kg vloeistoffen met een vlampunt tussen 0 C en 00 0 C in nietmetalen verpakking zijn opgeslagen, mag de oppervlakte van een opslagplaats ten hoogste 800 m 2 bedragen; indien ten hoogste 2000 kg (licht) ontvlambare vloeistoffen of ten hoogste 2000 kg vloeistoffen met een vlampunt tussen 0 C en 00 0 C in niet-metalen verpakking zijn opgeslagen, mag de oppervlakte van een opslagplaats ten hoogste 00 m 2 bedragen Is in overleg met de lokale brandweer een operatiol betrouwbaar brandbeheersings- en bestrijdingsconcept voorbereid opdat met de in bepaalde tijd beschikbare mensen en middelen en in samenhang met de gekozen preventieve voorzieningen tot een veilige en doeltreffende beheersing en blussing van de brand gekomen kan wn Is de nominale bluswateropvangcapaciteit bepaald aan de hand van de inzettijd van de lokale brandweer of bedrijfsbrandweer categorie of 2 zetbaarheid brandweer < minuten dan nominale opvangcapaciteit 0, m 3 / m 2 vak zetbaarheid brandweer < 6 minuten 0.3 m 3 / m 2 vak Gebruik Gebruik Gebruik 4.4.2

8 VERVOLG BESCHERMINGSNIVEAU 2 NVT Voorschrift Is afhankelijk van de wijze van vakscheiding rekening gehouden met een vermenigvuldigingsfactor Is voor de bepaling van de werkelijke bluswateropvangvoorziening rekening gehouden met de percentagen zoals deze genoemd zijn in tabel of 2 van het stappenplan (of de tabellen in bijlage 4 van de CPR -2) Is de productopvangcapaciteit voor de opvang van (licht) ontvlambare vloeistoffen gelijk aande totale hoeveelheid in een opslagplaats opgeslagen hoeveelheid vloeistoffen Is voor de opslag van vloeistoffen met een vlampunt tussen 0 C en 00 0 C de productopvangcapaciteit 0 % van de totale hoeveelheid in de opslagplaats opgeslagen hoeveelheid vloeistoffen Is voor de opslag van vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 00 0 C de productopvangcapaciteit 0 % van de in het grootste vak opgeslagen hoeveelheid vloeistoffen BESCHERMINGSNIVEAU 3 Is voor de opslag van vloeistoffen met een vlampunt tussen 0 C en 00 0 C de productopvangcapaciteit 0 % van de totale hoeveelheid in de opslagplaats opgeslagen hoeveelheid vloeistoffen Is voor de opslag van vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 00 0 C de productopvangcapaciteit 0 % van de in het grootste vak opgeslagen hoeveelheid vloeistoffen NVT Voorschrift

9 Constructie opslagplaats NVT Voorschrift Zijn de gevaarlijke (afval) stoffen en / of bestrijdingsmiddelen opgeslagen in een speciaal daartoe ingerichte opslagplaats Is deze opslagruimte niet gesitueerd op een verdieping van een gebouw Is de vloer van een opslagruimte vervaardigd van onbrandbaar en vloeistofdicht materiaal en bestand tegen inwerking van de opgeslagen stoffen Is de vloer met uitzondering van de noodzakelijke dilatievoegen naadloos uitgevoerd en glad afgewerkt Is de vloer vrij van openingen die in directe verbinding staan of kunnen wn gebracht met riolen dan wel met het oppervlakte water Is het dak van een opslagruimte bestand tegen vliegvuur overeenkomstig NEN 3882 Is, indien de opslagruimte is gelegen binnen een afstand van 0 meter van andere gebouwen, een opslag van brandbaar materiaal of de erfafscheiding, voorzien van een brandwerendheid van ten minste 30 minuten Bezitten wanden en deuren tussen een opslagruimte en een aangrenzende ruimte een brandwerendheid van ten minste 60 minuten dien binnen een afstand van 0 meter van de opslagruimte zich een ander gebouw, een opslag van brandbaar materiaal of de erfafscheiding bevind, bezitten de wanden en dueren dan een brandwerendheid van ten minste 60 minuten Bevinden zich in een opslagruimte twee deuren die zich, zo mogelijk, in twee tegenoverelkaar gelegen wanden zijn aangebracht Zijn de buitendeuren van buitenaf afsluitbaar doch vanbinnen zonder sleutel te openen Zijn vluchtdeuren duidelijk aangegeven, draaien deze in de richting van de vluchtweg en sluiten deze aan op een geschikte vluchtweg Bouw Bouw Bouw Bouw Gebruik Is de opslagruimte doelmatig geventileerd Gebruik Zijn ventilatieopeningen voorzien van doelmatige vlamkerende voorzieningen om te voorkomen dat door de ventilatieopening ontsteking van buitenaf kan plaatsvinden Is een doelmatige bliksemafleiderinstallatie conform NEN 04 aangebracht Gebruik

10 Constructie buitenopslag NVT Voorschrift Is een buitenopslag gelegen op ten minste m van de erfafscheiding en op ten minste 0 m van een tot de inrichting behorend gebouw Is een buitenopslag gelegen op ten minste 3 m van de erfafscheiding indien op de erfafscheiding een wand aanwezig is met een hoogte van tenminste 2 m, die is vervaardigd van onbrandbaar materiaal met een brandwerendheid van ten minste 60 minuten en de wand heeft aan weerszijden van de buiten opslag een lengte van ten minste 2 meter horizontaal gemeten vanaf de buiten opslag Is een buitenopslag gelegen op ten minste 3 m van een tot de inrichting behorend gebouw indien de wanden van het betreffende gebouw een brandwerendheid bezitten van ten minste 60 minuten, gemeten binnen de verticale projectie van de buiten opslag op de wand, als mede binnen een afstand van deze projectie van ten minste 2 m horizontaal en ten minste 4 m verticaal Zijn, indien rondom de buitenopslag een omheinig is aangebracht, in de omheining ten minste twee naar buiten draaiende deuren aanwezig, die van buitenaf afsluitbaar zijn, doch van binnen uit zonder sleutel of los voorwerp kunnen wn geopend Is bij een buitenopslag waar meer dan 000 liter (licht) ontvlambare gevaarlijke (afval)stoffen of bestrijdingsmiddelen wordt bewaard, gelegen op ten minste m van een andere buiten opslag Is de vloer van de buitenopslag vervaardigd van onbrandbaar en vloeistofdicht materiaal en bestand tegen inwerking van de opgeslagen stoffen Is de vloer met uitzondering van de noodzakelijke dilatievoegen naadloos uitgevoerd en glad afgewerkt Is de vloer vrij van openingen die in directe verbinding staan of kunnen wn gebracht met riolen dan wel met het oppervlakte water Is de buitenopslag duidelijk gemarkeerd Zijn voorzieningen getroffen om beschadiging van emballagemateriaal ten gevolge van transport-activiteiten te voorkomen Is de verpakking van de in de buitenopslag opgeslagen stoffen bestand tegen alle mogelijke weersinvloeden Zijn maatregelen getroffen ter bescherming tegen directe zonbestraling en inregenen

11 Bluswateropvang NVT Voorschrift Is de opvangcapaciteit van de bluswateropvang gedimensiord op de grootste opslagplaats (indien de bluswateropvangvoorziening een buiten de opslagplaats is gelegen en meerdere opslagplaatsen zijn aangesloten) Is een opvangvoorziening, die binnen de opslagplaats zelf is gecreërd, afgestemd op de in elke opslagplaats vrijkomende hoeveelheid bluswater Is de bluswateropvangvoorziening vloeistofdicht uitgevoerd, zodanig dat bij een brand geen verontreinigd bluswater in de bodem, in de openbare riolering of in het oppervlaktewater kan geraken Productopvang Zijn in de opslagplaats opvangvoorzieningen getroffen om te voorkomen dat morsvloeistoffen of bij een eventuele brand vrijkomend product, in de bodem, het grondwater of het oppervlaktewater kan geraken. Scheiding tussen opgeslagen stoffen 4.. Zijn de in een opslagplaats aanwezige gevaarlijke stoffen of bestrijdingsmiddelen in gescheiden vakken opgeslagen een gangpad van ten minste 3, m; een scheidingsconstructie met een brandwerendheid van 30 minuten welke uitsluitend is gebaseerd op het criterium vlamdichtheid; een muur met een brandwerendheid van ten minste 30 minuten. Zijn voorzieningen getroffen om te voorkomen dat produkt of bluswater kan uitstromen naar naastgelegen vakken indien in een vak (licht) ontvlambare vloeistoffen of vloeistoffen met een vlampunt tussen 0 C en I00 0 C in nietmetalen verpakking zijn opgeslagen. Is de groote van een overeenkomstig voorschrift 4.6. afgescheiden vak bij de opslag van brandbare vaste stoffen en brandbare vloeistoffen ten hoogste 300 m 2 Is de grootte van een opslagplaats ten hoogste 200 m 2 Bouw + Gebruik

12 VERVOLG Scheiding tussen opgeslagen stoffen NVT Voorschrift Zijn in de opslagplaats de gevaarlijke stoffen en bestrijdingsmiddeien op de volgende wijze gescheiden opgeslagen: explosieve gevaarlijke stoffen en bestrijdingsmiddelen, in aparte ruimte, gescheiden van andere gevaarlijke stoffen en bestrijdingsmiddelen opslaan spuitbussen met brandbare inhoud in aparte ruimte, gescheiden van andere gevaarlijke stoffen en bestrijdingsmiddelen (indien de totale inhoud meer bedraagt dan 400 l) gevaarlijke stoffen en bestrijdingsmiddelen die in aanraking met water brandbare gassen ontwikkelen in aparte ruimte opslaan als water of schuim als blusmiddel wordt toegepast 4.8. voor zelfontbranding vatbare gevaarlijke stoffen en bestrijdingsmiddelen (meer dan 30 kg) dienen gescheiden van andere gevaarlijke stoffen en bestrijdingsmiddelen wn opgeslagen (indien deze stoffen technisch instabiel zijn, moeten ze in een aparte ruimte, gescheiden van andere bestrijdingsmiddelen wn opgeslagen) Zijn met elkaar reagerende gevaarlijke stoffen waarbij gevaarlijke gassen of dampen kunnen vrijkomen of gevaarlijke situaties zoals explosies of rondspattende gevaarlijke stoffen kunnen ontstaan, in gescheiden vakken wn opgeslagen. Voorbeelden van verboden gezamenlijke opslag in één vak zijn: - zuren en chioriet- of hypochiorietoplossingen; - salpeterzuur bij mierezuur, azijnzuur of formaldehydeoplossingen - zuren bij cyaniden - zuren bij suifiden

13 Brandpreventieve en repressieve voorzieningen NVT Voorschrift Zijn brandblusmiddelen steeds voor onmiddellijk gebruik beschikbaar en onbelemmerd bereikbaar Gebruik 4.9. Wn draagbare blustoestellen, slangenhaspels en andere blusmiddelen of branbestrijdingsinstallaties jaarlijks door een deskundige gecontroleerd op hun deugelijkheid, conform NEN 29 Gebruik 4.9. Zijn draagbare blustoestellen voorzien van een rijkskeurmerk met rangnummer en voldoen slanghaspels NEN 32. Gebruik Is ter plaatse van de ingang van een opslagplaats voor elke 200 m2 vloeroppervlakte, of een gedeelte daarvan, een draagbaar blustoestel aanwezig met een blusequivalent van ten minste 6 kg poeder Bezitten wanden, vloeren en plafonds, waaraan eisen inzake brandwerendheid wn of zijn gesteld, ook voor wat betreft hun aansluiting op andere constructiedelen en voor wat betreft de doorvoeringen van kabels, leidingen en kanalen een brandwerendheid die overeenkomt met die van deze wanden, vloeren en plafonds, dan wel daaraan geen afbreuk doen. Bezitten deuren en luiken in wanden, vloeren en plafonds, waaraan eisen inzake brandwerendheid wn of zijn gesteld, een brandwerendheid overeenkomende met die van de wand, vloer of het plafond waarin deze zich bevinden, dan wel daaraan geen afbreuk doen Gebruik Bouw + Gebruik Bouw + Gebruik Kunnen vluchtwegen altijd van binnenuit zonder sleutel of ander hulpmiddel wn geopend en draaien de deuren in de richting van de vluchtweg Gebruik 4.9. Zijn ventilatie- of luchtverwarmingskanalen alsmede ventilatieopeningen of ventilatieroosters ter plaatse van de doorvoering van wanden, vloeren of plafonds voorzien van een doelmatige brandklep Bouw + Gebruik Sluit de brandklep automatisch zodra een toestand intreedt, waarin deze zijn functie moet vervullen. Bouw + Gebruik Zijn ramen of lichtopeningen in wanden of plafonds, in de dichte stand vastgezet, dan wel zelfsluitend uitgevoerd. Bouw dien aan genoemde wanden of plafonds eisen inzake brandwerendheid zijn gesteld, bezitten deze ramen of lichtopeningen een brandwerendheid overeenkomende met die gesteld aan een wand of het plafond waarin deze zich bevinden, dan wel daaraan geen afbreuk doen Bouw Voldoet de elektrische installatie aan NEN 00 en indien het een ruimte met gasontploffings-gevaar betreft aan aan NEN 340 Bouw 4..

14 Gebruik van de opslagplaats NVT Voorschrift Vinden overtap- of ompakwerkzaamheden niet plaats in een opslagplaats Wn verpakte gevaarlijke stoffen of bestrijdingsmiddelen uitsluitend gestapeld, mits de emballage geschikt is voor stapelen of hiertoe voorzieningen wn toegepast Wn, indien voor de opslag van toxische, (licht) ontvlambare, of stankverwekkende stoffen vaten wn gebruikt, deze vaten, ook na lediging, gesloten gehouden Wordt lege, niet gereinigde retouremballage opgeslagen als volle Zijn pallets met verpakte gevaarlijke stoffen of bestrijdingsmiddelen die zijn gestapeld, van een deugdelijke constructie. Is voor iedere wijze van verpakking, afhankelijk van gewicht en sterkte van de verpakking, een maximale stapeling vastgesteld. (Bijvoorbeeld in geval van verbonden metalen vaten 4 hoog en in geval van losse zakken maximaal 2 hoog). Is een stelling voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen of bestrijdingsmiddelen voldoende sterk, bestendig en stabiel bij normaal gebruik Is breekbare enkelvoudige gevulde emballage, die bestemd is voor direct gebruik, niet hoger dan,2 meter in stellingen geplaatst. Wordt de opslagplaats regelmatig gecontroleerd op lekkages of beschadiging van de aanwezige emballage Is in een opslagplaats geen open vuur aanwezig en wordt niet gerookt Gebruik Zijn toegangsdeuren tot een opslagplaats behalve tijdens het inbrengen of uitnernen van gevaarlijke stoffen of bestrijdingsmiddelen afgesloten, tenzij een toegangsdeur onder toezicht staat dan wel verbinding geeft met een aanmaak-, verwerkings- of verkoop- ruimte. Wn gemorste gevaarlijke stoffen of bestrijdingsmiddelen zo snel mogelijk geabsorbeerd en opgeruimd en is hiertoe voldoende absorptiemiddel aanwezig zijn. Is voor het opruimen van gemorste gevaarlijke stoffen of bestrijdingsmiddelen een duidelijk leesbare instructie in de opslagplaats aangebracht. Wn gebruikte absorptiemiddelen en niet meer voor gebruik geschikte gemorste gevaarlijke stoffen of bestrijdingsmiddelen als gevaarlijk afval in de zin van de Wet gevaarlijke afvalstoffen behandeld. Zijn ten behoeve van eventueel lekkende vaten binnen de inrichting deugdelijke overmaatse vaten aanwezig

15 Terrein en toegangswegen NVT Voorschrift Zijn voorzieningen getroffen om te voorkomen dat onbevoegden toegang hebben tot het terrein van de inrichting 4.. Is het terreingedeelte nabij de opslagplaats vrij van brandgevaarlijke begroeiing of opslag 4..2 Is het terrein van de inrichting goed toegankelijk voor alle voertuigen die in geval van calamiteiten toegang tot de inrichting moeten hebben Zijn de toegangsdeuren tot de opslagplaats en eventuele aansluitpunten voor blussystemen van de brandweer ten alle tijden vrijgehouden Vindt het laden en lossen van gevaarlijke stoffen of bestrijdings middelen plaats op een speciaal daartoe ingerichte laad- en losplaats Is de laad en losplaats voorzien van een vloeistofdicht vloeroppervlak, dat bestand is tegen de te verladen gevaarlijke stoffen of bestrijdingsmiddelen Is de vloer van de laad en losplaats zodanig uitgevoerd dat gemorste gevaarlijke stoffen of bestrijdingsmiddelen gemakkelijk kunnen wn verwijderd Gebruik 4..3 Gebruik Is de laad en losplaats duidelijk gemarkeerd of duidelijk aangegeven 4..7 Is de laad en losplaats goed bereikbaar 4..7 Is de laad en losplaats zodanig uitgevoerd dat veilig, lossen of overslaan wordt gewaarborgd 4..7

16 structie, voorlichting en organisatorische maatregelen NVT Voorschrift Is binnen de inrichting een calamiteitenplan aanwezig dat ter goedkeuring aan het bevoegd gezag is voorgelegd Is bij een opslagplaats een duidelijke leesbare instructie aangebracht van de veilig heidshandelingen, een alarmregeling en de te gebruiken middelen en de eerste hulp bij ongevallen Is het persol dat toegang heeft tot de opslagplaats op de hoogte van de aard en de gevaarsaspecten van de opgeslagen gevaarlijke stoffen of bestrijdingsmiddelen en de te nemen maatregelen bij onregelmatigheden. Is het persol voldoende op de hoogte van het in voorschrift 4.2. genoemde calamiteitenplan. Wordt in een inrichting waar gevaarlijke stoffen of bestrijdingsmiddelen wn opgeslagen van die stoffen aantekening gehouden in een register Wn onmiddellijk maatregelen getroffen indien zich een onvoorzien voorval zoals een bedrijfsstoring heeft voorgedaan (of zich voordoet) waardoor giftige of anderszins gevaarlijke, schadelijke of hinder veroorzakende stoffen buiten de inrichting zijn gekomen dan wel kunnen komen Wordt van een onvoorzien voorval terstond kennis gegeven aan het bevoegd gezag. Zijn aan de buitenzijde van een opslagplaats waarschuwingsbn wn geplaatst, welke het gevaar van de opgeslagen stoffen aanduiden middels pictogrammen als : "vuur, open vlam en roken verboden, brandgevaar", "corrossiegevaar" en/of vergiftigingsgevaar Gebruik 4.2. Gebruik Gebruik Gebruik Gebruik 4.4.