TUSSENRAPPORTAGE 1. Project Aantrekkelijker Scholen regio Utrecht. Regionaal Platform Onderwijsarbeidsmarkt Utrecht vo/mbo

Transcriptie

1 Project Aantrekkelijker Scholen regio Utrecht Regionaal Platform Onderwijsarbeidsmarkt Utrecht VO/MBO Projectsecretariaat Postbus BK Utrecht T E slin@nuovo.eu Boeien en binden van potentiële en zittende leraren TUSSENRAPPORTAGE 1 Regionaal Platform Onderwijsarbeidsmarkt Utrecht vo/mbo Verplichtingsnummer 804AO Utrecht, 29 april 2013

2 INHOUDSOPGAVE 2 1. Voorwoord 3 2. Projectstructuur 5 3. Deelproject 1 Verbetering inductiefase Plan van Aanpak Deelproject 2 Anders leren anders doceren Plan van Aanpak Deelproject 3 Schoolnabij Opleiden Plan van Aanpak Deelproject 4 Ontfuiken Borging Begroting Kalender 25 Bijlage Plan van Aanpak behorende bij de onderzoeksresultaten van het 27 onderzoek Verbetering inductiefase beginnende leraren Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 2

3 1. Voorwoord Aantrekkelijker Scholen is een project van het Regionaal Platform Onderwijsarbeidsmarkt Utrecht vo/mbo dat loopt van 2012 tot De komende jaren is het voor de vo-scholen in de regio Utrecht van belang om aantrekkelijk te zijn en te blijven voor potentiële docenten en om zittende docenten te boeien en te binden. Alle schoolbesturen van vo-scholen uit de provincie Utrecht en enkele schoolbesturen uit Noord en Zuid Holland nemen deel aan het project Aantrekkelijker Scholen dat bestaat uit vier deelprojecten 1. Verbetering van de begeleiding van beginnende docenten 2. Anders leren - anders doceren 3. Opleidingstrajecten schoolnabij 4. Ontfuiken In deze tussenrapportage staan de activiteiten beschreven zoals die in het schooljaar hebben plaatsgevonden en de plannen van aanpak van de vier deelprojecten voor de periode De tussenrapportage bouwt voort op het projectplan van augustus Er bestaat veel enthousiasme bij leraren om deel te nemen aan leerwerkgroepen. Zij hebben de inductie-activiteiten in de deelnemende scholen geïnventariseerd en bediscussieerd (deelproject 1) en een opzet gemaakt voor een professioneel lerend netwerk (deelproject 2). De neerslag ervan blijkt uit de plannen van aanpak bij de deelprojecten 1 en 2. De leerwerkgroepen worden daarbij uitstekend begeleid door experts van Instituut Archimedes, de lerarenopleiding van Hogeschool Utrecht. In het regionaal netwerk P&O is het project Aantrekkelijker Scholen een vast agendapunt. Daardoor wordt vanuit het project de noodzakelijke verbinding gelegd met het personeelsbeleid binnen de besturen en de scholen. Deze verbinding is een kern van succes met betrekking tot de projectdoelen. Eind november 2012 nam Jelle Kaldewaij afscheid als penvoerder van het project en voorzitter van het Regionaal Platform Onderwijsarbeidsmarkt Utrecht vo/mbo. Per 1 maart 2013 is Leon de Wit als penvoerder van het project gestart. Leon is tevens voorzitter van het College van Bestuur van NUOVO. De penvoerder en projectleider van Aantrekkelijker Scholen onderhouden nauw contact met de voorzitter en secretaris van het Regionaal Platform Onderwijsarbeidsmarkt Utrecht vo/mbo. De vergaderingen van de stuurgroep van het project en het regionaal platform worden afgestemd tussen projectleider en secretaris. In deelproject 3 is een van de activiteiten TweedegraadsPLUS, een traject om leraren met een bachelor degree te professionaliseren middels losse thema s op masterniveau. TweedegraadsPLUS wordt aangeboden in samenwerking met De Rode Loper in Den Haag waar dit traject een half jaar geleden is ingezet. Zowel op bestuurlijk als projectleidersniveau is er intensieve samenwerking met De Rode Loper. Die samenwerking is er ook met een vijftal andere knelpuntenregio s. Met VOION is een goede en productieve samenwerking opgebouwd. Een van de consultants/ programmaleiders van VOION is aanwezig op de vergaderingen van het regionaal platform en nauw betrokken bij deelproject 4. VOION communiceert op haar website over activiteiten van het project en Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 3

4 overweegt een subsidie te verstrekken om meer mensen uit andere beroepen te interesseren voor het beroep van leraar en leraren de mogelijkheid te bieden zich te verbreden richting andere beroepen. Innovatie Impuls Onderwijs op Maat is aangesloten bij deelproject 2. De eerste projectopbrengsten worden momenteel gerealiseerd. Dat geldt niet alleen voor deze tussenrapportage, maar ook voor het onderzoeksverslag Verbetering inductiefase beginnende leraren, de presentatie van dat onderzoek op 30 mei 2013 en de gebundelde ervaringen van de scholen met inductietrajecten die begin juli op staan. Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 4

5 2. Structuur project Aantrekkelijker Scholen Aantrekkelijker Scholen is een project van het Regionaal Platform Onderwijsarbeidsmarkt Utrecht vo/mbo. Penvoerder van het project is Stichting NUOVO in de persoon van de voorzitter van het College van Bestuur. De projectleider is afkomstig van Hogeschool Utrecht. Een aantal leden van het regionaal platform vormt de stuurgroep van het project. De stuurgroep bestaat uit de penvoerder, vier portefeuillehouders en een onderzoeker van de Universiteit Utrecht*. De stuurgroep is opdrachtgever voor de projectleider. De stuurgroep vergadert vier keer per jaar, voorafgaand aan het overleg van het regionaal platform. Elk deelproject kent een portefeuillehouder. De projectleider overlegt in de periode tussen twee stuurgroepvergaderingen bilateraal met de portefeuillehouders. * Overall-onderzoek Het ministerie van OCW organiseert overall-onderzoek naar de effecten van de activiteiten die de knelpuntregio s ondernemen. Op 11 april 2013 is daarover door OCW een informatiebijeenkomst belegd. In september 2012 is met OCW afgesproken dat het ontwerp van het overall-onderzoek bilateraal wordt besproken en dat wordt afgestemd met het onderzoek dat binnen Aantrekkelijker Scholen plaatsvindt. Ondertussen is de nulmeting van het Inductie-onderzoek binnen Aantrekkelijker Scholen afgerond. Het onderzoek wordt op 30 mei 2013 gepresenteerd. Zodra het ontwerp van het overall-onderzoek gereed is, beoordeelt Jan van Tartwijk, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, het ontwerp op zijn merites voor het project Aantrekkelijker Scholen. Hierbij wordt ook de rol van de CPB-onderzoekers geëxpliciteerd. Samenstelling Stuurgroep Aantrekkelijker Scholen per 1 mei 2013 Naam Functie in project Organisatie Leon de Wit Voorzitter NUOVO, Utrecht Stan Poels Deelproject 1 CVOGroep, Driebergen Marianne Pot Deelproject 2 College de Heemlanden, Houten Jaap van Voorst Deelproject 3 Hogeschool Utrecht, Utrecht Nico de Jong Deelproject 4 Cals College, Nieuwegein Jan van Tartwijk Overall-onderzoek Universiteit Utrecht, Utrecht Samenstelling projectmanagement Naam Functie in project Organisatie Jan Koot Projectleider Hogeschool Utrecht, Utrecht Shean-Chong Lin Managementassistent NUOVO, Utrecht Frans Weeber Communicatie** Odrie Communicatie, Culemborg Iris Willemsen Controller NUOVO, Utrecht ** Communicatie Het communicatieplan van het project ondersteunt het proces van kennisdeling en wil daarmee de professionaliteit van betrokkenen in het project vergroten. De bestaande website is heringericht en dient als platform voor de uitwisseling van nieuws, good practices en de ervaringen van leerwerkgroepen, onderzoeken en pilots. De successen op het gebied van Inductie, Blended Learning, Schoolnabij opleiden en Ontfuiken worden via de website voor het voetlicht gebracht. Daarmee worden de opbrengsten van het project toegankelijk gemaakt voor een breed publiek. Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 5

6 3. Deelproject 1: Verbetering inductiefase Op dit moment is de uitval van beginnende leraren uit het onderwijs in de eerste vijf jaar van de beroepsuitoefening 20%. Het doel is dit terug te brengen naar 15% in 2014 en 10% in Voor de scholen die aan dit deelproject deelnemen, zal daartoe een meting worden uitgevoerd in oktober 2014 naar de uitval van leraren met een aanstelling die kleiner is of gelijk aan vijf jaar en die het onderwijs hebben verlaten in de periode 1 augustus augustus Deze meting zal herhaald worden in oktober 2015 voor de uitval in de periode 1 augustus augustus Activiteiten Najaar 2012 is het onderzoek gestart naar de oorzaken van uitval van beginnende leraren in de regio Utrecht en hoe de inductiefase verbeterd kan worden om die uitval terug te dringen. Tegelijkertijd zijn er twee leerwerkgroepen van leraren en P&O ers opgestart. Zowel het proces binnen als de inhoud van de leerwerkgroepen wordt door experts van Instituut Archimedes, de lerarenopleiding van Hogeschool Utrecht, begeleid. Het onderzoek omvatte een kwantitatief onderzoek onder de scholen en een kwalitatief onderzoek bestaande uit een literatuurstudie en diepte-interviews met leraren, directeuren en hoofden P&O. Het onderzoeksverslag 1 bevat concrete en praktische aanbevelingen waarmee de scholen aan de slag kunnen. De aanbevelingen betreffen onderstaande velden Kwaliteit van professionals verhogen en op peil houden Kwaliteit van leidinggevenden verhogen en op peil houden Een kwalitatief hoog en systematisch inductieprogramma Inductie als onderdeel van Leven Lang Leren De rol van de lerarenopleidingen Een krachtig netwerkbreed inductiebeleid Contacten leggen buiten de sector Op 7 februari 2012 hebben beide leerwerkgroepen de resultaten van hun werk gepresenteerd en hier feedback op gekregen van de onderzoekers. Dit leidde tot een interessante dialoog tussen theorie en praktijk en resulteerde in een aantal gezamenlijk opgestelde aanbevelingen. Deze aanbevelingen van de leerwerkgroepen kunnen daarmee mede als een belangrijk onderzoeksresultaat gezien worden. Zowel de onderzoekers als de leden van de leerwerkgroepen benadrukken dat inductie niet op zichzelf moet staan, maar ingebed moet zijn in een programma van leven lang leren. De gebundelde ervaringen van de twee leerwerkgroepen staan in juli 2013 op Op 28 maart 2013 heeft een van de onderzoekers eerste resultaten gepresenteerd in de vergadering van het regionaal platform. De leden van het regionaal platform herkenden de uitkomsten en waren zeer geïnteresseerd in de definitieve uitkomsten teneinde die waar mogelijk in de eigen scholen te kunnen implementeren. Op 30 mei 2013 vindt de presentatie van het onderzoek plaats tijdens een mini-conferentie. 1 Fruytier, B., Groothuis, L., & Montesano Montessori, N (2013) Verbetering inductiefase beginnende leraren. Utrecht: Hogeschool Utrecht. Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 6

7 Tot de zomervakantie van 2013 wordt gewerkt aan het ontwerpen van een generiek inductietraject op basis van de aanbevelingen en conclusies uit het onderzoeksrapport Plan van Aanpak fase 1 ( ) In de eerste periode zal het plan van aanpak worden uitgewerkt tot een in september 2013 te starten inductietraject. In deze voorbereiding wordt vastgesteld De inhoud van het generieke inductieprogramma De specifieke aanpak per school Benodigde training gedurende het traject m.b.t. observaties, feedback, etc. Overzicht van benodigde trainers Inventariseren van ondersteunend materiaal voor het doen van observaties, het geven van feedback, etc. Programma voor het flankerend onderzoek m.b.t. het volgen/evalueren/nader ontwerpen van het inductieprogramma Gedetailleerde onderzoeksontwerpen voor een ontwerp- en een actieonderzoek in onderlinge samenhang en voor een te verrichten benchmarkonderzoek Resultaten Nulmeting onder betrokken scholen over de huidige uitval en reeds genomen maatregelen Onderzoeksrapport naar de oorzaken van uitval en de methoden om dit terug te dringen Eindopbrengst leerwerkgroepen docent coaches: welke begeleidingsmogelijkheden zijn aan te raden voor de begeleiding van beginnende leraren? Plan van Aanpak voor de periode (fasen 2, 3 en 4) Publicatie van gebundelde ervaringen van de leerwerkgroepen op Opzet Op grond van de onderzoeksresultaten en aanbevelingen is het volgende plan van aanpak opgezet. I. Het op basis van de aanbevelingen ontwerpen, implementeren en evalueren van een regiobreed generiek inductieproject i.s.m. Hogeschool Utrecht en Universiteit Utrecht, deelnemende scholen en besturen, P&O-ers, schooldirecteuren, de leiders en leden van de leerwerkgroepen, representatieve medewerkers uit de lerarenopleidingen en eventueel gewenste anderen. Dit vindt plaats aan de hand van een ontwerponderzoek volgens een hieronder aan te treffen fasering. Als onderdeel van dit generieke onderzoek ontwerpen de scholen een eigen, specifieker inductieprogramma binnen de kaders van het generieke programma. De ontwikkeling van een regiobreed P&O programma wordt in samenhang met het generieke inductieprogramma ontwikkeld. II. Het gelijktijdig verrichten van een met het inductieprogramma samenhangend actieonderzoek binnen deelnemende scholen. Binnen dit actieonderzoek wordt minimaal gewerkt met systematische intervisie, observatie en vernieuwende dialoogvormen. Scholen die dat willen, kunnen participeren in een uitgebreider actieonderzoek. Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 7

8 III. IV. Een benchmarkonderzoek tussen scholen, tussen onderzoeksprojecten elders in het land en met het bedrijfsleven (dat al introductieprogramma s heeft) Systematisch overleg tussen het regionaal platform en de overheid gedurende de hele periode Toelichting op de acties onder punt I en II Acties I en II richten zich op het macro- (directie, bestuur), meso- (schoolbeleid, curriculum, personeelsbeleid) en micro- (klas) niveau alsmede de samenhang tussen de niveaus Acties I en II hebben de vorm van een participatief praktijkonderzoek, d.w.z. dat het onderzoek door meerdere mensen uit diverse geledingen in onderlinge samenhang wordt uitgevoerd Beide onderzoeken I en II houden uitdrukkelijk rekening met de aanbevelingen uit het onderzoeksverslag Fasering Fase 2: : Implementatie van het inmiddels ontworpen inductietraject (formeel prototype 1 van het ontwerponderzoek) en evaluatie (juni 2014) en uitvoering van het gerelateerde actie- en benchmarkonderzoek. Fase 3: januari 2015: Implementatie van het geëvalueerde en aangepaste inductieprogramma (prototype 2) en uitvoering van het gerelateerde actie- en benchmarkonderzoek. Fase 4: Januari-juni 2015: Definitieve implementatie en borging van het generieke en de specifieke inductieprogramma s; afronding van de gerelateerde actie- en benchmarkonderzoeken. Eindevaluatie van de resultaten van het onderzoek Resultaten Resultaten Uitvoering generiek inductietraject en professionaliseringstraject voor docentcoaches Uitbreiding deelnemende scholen per september 2014 Rapport met conclusies inductietraject en aanpassingen per september 2014 Eerste resultaten actie- en benchmarkonderzoek. Resultaten Uitvoering generiek inductietraject en professionaliseringstraject voor docentcoaches Afspraken voor vervolg en borging in regionaal verband Tussentijdse meting rond uitval (1 e keer: 15% te halen) Resultaten actie- en benchmarkonderzoek. Resultaten Eindmeting rond uitval (2 e keer: 10% te halen) (oktober 2015) Slotrapport met conclusies: wat is er bereikt en waarom?(voor ) Handboek voor alle scholen in Nederland (voor ) Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 8

9 3.2.5 Begroting INDUCTIE aantal uur- training/leerwerkgroep school expert docenten dag tarief FASE 2 A docentcoaches* inductietraject expert/trainer begeleiding docentcoaches* handboek expert handboek onderzoek onderzoeker metingen onderzoeker begeleiding onderzoeker rapportages lector supervisie docenten** uitvoering FASE 2B FASE 2C SUBTOTAAL * De docentcoaches ontvangen 40 uur subsidie uit het traject. De overige 40 uur draagt de school bij vanuit het professionaliseringsbudget. ** De docenten die het actieonderzoek op hun school uitvoeren, ontvangen 24 uur subsidie uit het project. De overige uren draagt de school bij vanuit het professionaliseringsbudget. Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 9

10 4. Deelproject 2: Anders leren - anders doceren Willen de scholen ook voor toekomstige generaties het onderwijs als loopbaanperspectief in beeld brengen, dan zijn andere wijzen van leren en daarmee samenhangend andere wijzen van doceren noodzakelijk. Dit lijkt goed te verwezenlijken met een steviger inzet van Blended Learning: leren dat ondersteund wordt met ICT en het didactisch benutten van social media. De hoofddoelstelling van dit deelproject is gelijk aan de overkoepelende doelstelling van het project: worden de scholen die hieraan deelnemen aantrekkelijker voor potentiële en zittende leraren? Een nevendoelstelling is de beoordeling van de efficiency die bereikt wordt door middel van het werken met ICT: leren de leerlingen meer door gebruikmaking van afstandsonderwijs en ICT in de klas? Activiteiten Dit cursusjaar zijn drie activiteiten opgestart Leerwerkgroep Blended Learning Pilot Duits Pilot wiskunde De leerwerkgroep Blended Learning, bestaande uit leraren van verschillende scholen, onderzoekt hoe digitale middelen en mogelijkheden veel sneller en breder ingezet kunnen worden in de scholen. Zowel het proces van de leerwerkgroep als de inhoud worden begeleid door een expert van Instituut Archimedes, de lerarenopleiding van Hogeschool Utrecht. Een aantal leraren is al bezig met het implementeren van nieuwe technieken in de les. Om de aanwezige kennis te bundelen is een netwerkstructuur noodzakelijk waarin de voorlopers elkaar kunnen vinden en de geïnteresseerde volgers kunnen aanhaken. Tijdens een open bijeenkomst op 1 maart 2013 bleek dat er behoefte is aan verdere uitbouw van het netwerk. Deskundige en geïnteresseerde collega s kunnen deelnemen aan uitwisselingsbijeenkomsten, zodat het netwerk zich als een olievlek kan uitbreiden. De leerwerkgroep heeft een plan van aanpak opgesteld om te komen tot een regionaal Professioneel Lerend Netwerk. Op 28 maart 2013 heeft een van de leden van de leerwerkgroep een pitch gehouden tijdens de vergadering van het regionaal platform die erg goed werd ontvangen. Deze pitch is via de link te bekijken. Binnen dit deelproject zijn ook een pilot voor de vakken Duits en wiskunde in de onderbouw havo/vwo gestart. De deelnemers aan de pilot Duits hebben gekozen voor gemeenschappelijke verrijking van het digitale leermateriaal van een van de deelnemende scholen en plaatsing van het materiaal op de website van het project ten behoeve van de deelnemende scholen. Via deze aanpak krijgen alle deelnemers inzicht waar en hoe ICT aanvullend en versterkend in hun lespraktijk ingezet kan worden. De pilot wiskunde is niet van de grond gekomen door een te gering aantal geïnteresseerde scholen. Deze pilot is ondertussen gestopt. Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 10

11 4.1.2 Een regionaal Professioneel Lerend Netwerk Utrecht Waarom een Lerend Netwerk? Blended Learning is noodzakelijk om aansluiting te houden met de digitaal ingestelde leerling van de 21 e eeuw en voor een kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Digitale middelen kunnen het gewenste maatwerk en differentiatie in de klas faciliteren. Een aantal leraren is al bezig met het implementeren van nieuwe technieken in de les. De technologie ontwikkelt zich zo snel dat ze on-the-job moet worden ontwikkeld en aangepast. De kennis en technieken bestaan al, maar verspreid over een groot aantal scholen, en binnen die scholen slechts onder een klein aantal leraren. Om deze kennis te bundelen is een netwerkstructuur noodzakelijk waarin de voorlopers elkaar kunnen vinden en de geïnteresseerde volgers kunnen aanhaken. De principes van Easycratie 2, waarin informele netwerken en crowdsourcing een sleutelrol spelen in het vrijuit doorstromen van kennis en informatie, vormen hiervoor de basis. Wat is het? Het netwerk bestaat uit een zwerm gemotiveerde leraren die kennis deelt binnen het netwerk. Kennis en informatie worden vrijuit gedeeld. Door de moderne technologie wordt dat steeds gemakkelijker. Binnen het netwerk ontmoeten leraren elkaar met het doel om iets te leren. Leraren hebben er baat bij om ervaringen uit te wisselen, daarvoor hebben ze een persoonlijk leernetwerk nodig. Om dit te faciliteren wordt het regionaal Professioneel Netwerk Utrecht opgezet. Vergelijkbaar met het landelijk Initiatief TheCrowd.nl. Dergelijke netwerken zijn sterk in opkomst en worden gezien als een nieuwe, effectieve manier van professionele ontwikkeling in organisaties. Deze netwerken worden aangeduid als Professioneel Lerende Netwerken of Easycratieën. Bij het leren binnen een dergelijk netwerk snijdt het mes aan twee kanten. De leraren ontwikkelen zich in een blended learning structuur; dezelfde structuur die ze met hun leerlingen zullen gaan toepassen. Hoe wordt netwerk opgezet? Om het netwerk op te zetten is het belangrijk dat scholen gaan samenwerken. Scholen worden uitgenodigd om deel te nemen aan het regionaal Professioneel Lerend Netwerk Utrecht. Vervolgens worden de deskundige e-leraren binnen het netwerk geïdentificeerd, zodat de bestaande kennis binnen het netwerk in kaart gebracht kan worden. Daarnaast worden op de deelnemende scholen de geïnteresseerde collega s uitgenodigd om deel te nemen aan uitwisselingsbijeenkomsten. Op deze manier breidt het netwerk zich als een olievlek uit. Voor de communicatie rond het Regionaal Professioneel Lerend Netwerk Utrecht wordt een interactieve website opgezet waar leraren elkaar kunnen vinden, kennis kunnen delen en activiteiten kunnen aankondigen. Lerarenpoule Wie zitten er in de poule? De ruggengraat van het regionaal Professioneel Lerend Netwerk Utrecht wordt gevormd door de deskundige e-leraren. Dit zijn leraren die zich al verdiept hebben in Blended learning technieken, zoals bijvoorbeeld Flipping the Classroom. Zij zijn innovators en hebben behoefte aan kennisdeling. Een aantal van deze leraren heeft nu zitting in de leerwerkgroep. Zij zijn ook gedreven om hun ervaringen te delen met geïnteresseerde collega s. Hoe wordt de poule gevormd? De lerarenpoule wordt gerekruteerd uit de deelnemende scholen. Scholen die willen meedoen melden een aantal leraren aan, zowel deskundige e-leraren als belangstellende leraren. 2 M.Aslander & E. Witteveen (2010), Easycratie. De toekomst van werken en organiseren. Den Haag: SDU uitgevers. Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 11

12 Het lerarenbestand in de poule wordt actueel gehouden door de regiegroep. Regiegroep Een beperkt aantal leraren uit het netwerk heeft zitting in de regiegroep. Vooralsnog is dat de bestaande leerwerkgroep Blended Learning. De regiegroep komt vier maal per jaar bijeen om activiteitenagenda, lerarenbestand en nieuwe ontwikkelingen te bespreken. De regiegroep wordt begeleid door een expert van Instituut Archimedes, de lerarenopleiding van Hogeschool Utrecht. Lokale trekkers Deelnemende scholen benoemen twee leraren die als aanspreekpunt fungeren. Dit zijn de lokale trekkers. Een van hen zit in de regiegroep. Ze hebben contact met de webmaster over aankondigingen van activiteiten op hun school en ze overleggen met de schoolleiding over de activiteiten. Communicatie Website Om niet alleen tijdens fysieke ontmoetingen kennis uit te wisselen is een heel scala aan social media oplossingen beschikbaar, zoals twitter, whatsapp, en skype. Daarvoor hoeft niets ontwikkeld te worden. Er is wel een website noodzakelijk om een centraal overzicht van deelnemers, activiteiten en verzoeken te hebben. Het beheer wordt gevoerd door een professionele beheerder. Op de website wordt vermeld: 1. Lijst van leraren uit de lerarenpoule, met korte beschrijving van wat ze kunnen halen en brengen 2. Activiteitenkalender: overzicht van aankomende activiteiten, mogelijkheid tot inschrijven 3. Verslagen van voorbije activiteiten. (Links naar) filmopnames, prezi s, powerpoints, etc. Werving van scholen De regiegroep zet de werving van de deelnemende scholen op voor de zomer van Op dit moment is er een startgroep, namelijk de scholen die in deelnemen in de leerwerkgroep. Lokale trekkers De lokale trekkers op de scholen borgen de communicatie tussen de schoolleiding van de deelnemende scholen en het regionaal Professioneel Lerend Netwerk Utrecht. Zij organiseren de gezamenlijke bijeenkomsten. De lokale trekkers overleggen ook met de schoolleiding over de stand van zaken m.b.t. het netwerk. Deelnemende scholen Om deel te nemen aan het netwerk geldt voor een school een aantal randvoorwaarden Twee trekkers aanstellen die namens de school contact onderhouden met en / of zitting nemen in de regiegroep De trekkers en andere deelnemende leraren faciliteren in tijd om hun taken adequaat uit te kunnen voeren Minstens één activiteit per jaar organiseren die wordt opengesteld voor leraren van andere scholen Pilot Duits Er wordt een steeds groter beroep op kennis en vaardigheden van de leraar gedaan op het gebied van taal- en ICT-didactiek. Meer dan vroeger moet een leraar in staat zijn de leerzaamheid van het op internet aangeboden materiaal te beoordelen en materiaal zelf te ontwikkelen. Dat vereist een hogere graad van professionaliteit. Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 12

13 De deelnemers aan de pilot Duits hebben gekozen voor gemeenschappelijke verrijking van het digitale leermateriaal van een van de deelnemende scholen en plaatsing van het materiaal op de website van het project ten behoeve van de deelnemende scholen. Via deze aanpak krijgen alle deelnemers inzicht waar en hoe ICT aanvullend en versterkend in hun lespraktijk ingezet kan worden. Zowel het proces van de pilot als de inhoud worden begeleid door een expert van Instituut Archimedes, de lerarenopleiding van Hogeschool Utrecht. De pilot wordt in uitgebreid met leraren van andere scholen. De pilot wordt aan het eind van het komend schooljaar afgerond en geëvalueerd Plan van Aanpak fase 1 april - juli 2013 Opzetten van het regionaal Professioneel Lerend Netwerk Utrecht - Formeren van de regiegroep - Werven van scholen - Werven van communicator per school - Werven van innovator per school - Werven van deelnemende leraren per school Bouwen van de website en inrichten van functionaliteiten Resultaten Plan van Aanpak op Deelproject 2 Regionaal Professioneel Lerend Netwerk Website die gebouwd en ingericht is Inzet binnen de scholen is vastgesteld voor het schooljaar Vier scholen werken aan de hand van een methodegebonden thema met ICT in hun les in het vak Duits 4.2 Plan van Aanpak Activiteiten Opzetten en uitvoeren van een evaluatief onderzoek Mogelijke onderzoeksvragen: - worden deelnemende scholen aantrekkelijker voor potentiële en zittende leraren door deelname aan het lerend netwerk? - welke invloed heeft deelname aan het lerend netwerk op het werk in de klas? Leren leerlingen meer? Het evaluatief onderzoek levert informatie t.b.v. verbetering van de aanpak van het professioneel lerend netwerk. Website Beheren van de website (modereren, monitoren, onderhouden, actualiseren, veiligheid waarborgen, inschrijving voor studiedagen regelen ) Taken Regiegroep (innovators; 1 per school) Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 13

14 - Het professioneel lerend netwerk uitbreiden met meer scholen - Evalueren van het professioneel lerend netwerk - Plan van aanpak opzetten voor implementatie van Blended Leren binnen de school - Werven van deskundige e-leraren en deelnemers per school - Training opzetten en uitvoeren voor communicators De begeleider van de regiegroep fungeert in de praktijk als deelprojectleider Blended Learning Taken communicators (1 per school) - Studiedagen organiseren op de deelnemende scholen; minimaal 1 studiedag per school - Format voor de opzet van een studiedag maken - Werving en enthousiasmering deskundige e-docenten en deelnemers per school - Zorgdragen dat de studiedagen een variatie in thema's kennen - Verbinding regelen tussen de activiteiten in het professioneel lerend netwerk en de school - Gesprekspartner voor schoolleiding - Organisator studiedagen op school Resultaten Uitvoering regionaal Professioneel Lerend Netwerk Utrecht Uitvoering pilot Duits Tussenrapport resultaten regionaal Professioneel Lerend Netwerk Eindrapport pilot Duits Inzet binnen de scholen vastgesteld voor het schooljaar leraren per deelnemende school (afhankelijk van de schoolgrootte) ervaren meerwaarde van het professioneel lerend netwerk (bezoeken bijeenkomsten, nemen deel aan online discussies, hebben een profiel aangemaakt op de website0 Pilot Duits - Leraren zetten ICT aanvullend en versterkend in hun lespraktijk in vanuit een gedeelde visie - Leraren geven in een digitale omgeving efficiënt feedback aan leerlingen Resultaten Uitvoering 2 e ronde regionaal Professioneel Lerend Netwerk Utrecht Eindrapport regionaal Professioneel Lerend Netwerk Utrecht Afspraken over continuering gebruik ICT in de regio Utrecht Op basis van de evaluatie en implementatie binnen de scholen IS een plan van aanpak gemaakt voor het borgen van het professioneel lerend netwerk netwerk en de opbrengsten binne het Regionaal Platform Onderwijsarbeidsmarkt Utrecht vo/mbo Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 14

15 4.2.4 Begroting ANDERS LEREN ANDERS DOCEREN aantal uur- lerendnetwerk school expert docenten dag tarief FASE2A FASE2B FASE2C regiegroep coordinatie website inrichten, beheren communicator organisatie expert begeleiden netwerk deelnemers aan activiteiten docenten* eigen inzet trainer IIO trainen communicatoren eigen inzet onderzoek onderzoeker evaluatief onderzoek pilot Duits docenten pilot uitvoeren expert begeleiden docenten SUBTOTAAL * 10 deelnemers per school die meedraaien in het lerend netwerk worden betaald uit de professionaliseringsgelden van de school Advies: 40 uur per deelnemer. Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 15

16 5. Deelproject 3: Schoolnabij opleiden Sinds 2000 onderneemt de regio Utrecht activiteiten om via opleidingstrajecten leraren aan scholen te binden. Versterking en verbreding van deze activiteiten is gewenst. Dit deelproject heeft twee doelstellingen Scholen aantrekkelijker maken door opleidingen schoolnabij te organiseren; hierdoor wordt de school als werkomgeving verrijkt Het potentieel aan aspirant-leraren uitbreiden door de opleidingen te diversifiëren. Aan deze doelstelling wordt beantwoord als scholen er gemakkelijker in slagen om vacatures te vervullen Ambities om te realiseren in 2015 Alle scholen van het regionaal platform zijn opleidingsschool Tweedegraads leraren participeren in het modulaire aanbod van eerstegraads opleidingen van de HU Via zij-instroom worden leraren gerecruteerd Leraren uit PO gaan werken in VO en leraren uit VO gaan werken in PO Eigen leerlingen van de scholen kiezen voor de lerarenopleiding In hoeverre deze ambities waar te maken zijn, welke acties daarbij horen en welke aantallen (aspirant) leraren hierin betrokken kunnen worden, wordt onderzocht in het schooljaar Dan zal ook het overleg met de schoolbesturen PO plaatsvinden om te bezien in hoeverre uitwisseling van leraren wenselijk en mogelijk is. Op grond hiervan volgt een plan van aanpak in juni 2014 met daarbij gepreciseerde ambities voor : TweedegraadsPLUS Activiteiten In het kader van het deelproject Schoolnabij Opleiden kunnen leraren deelnemen aan het traject Tweedegraads PLUS. Dit traject bestaat uit twee algemene modulen op masterniveau van elk 140 studiebelastingsuren. In september 2013 start de module Praktijkgericht onderzoek en in januari 2014 de module Toetsen en beoordelen. Beide modulen zijn gericht op de dagelijkse praktijk van het onderwijs en leraren die deelnemen kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan de kwaliteitsontwikkeling van het onderwijs op hun school. Valide toetsing bijvoorbeeld, draagt bij aan een betere determinatie van de leerlingen en verkleint de verschillen tussen het schoolexamen en het centraal examen. Leraren die weten hoe zij onderzoek op de eigen school kunnen uitvoeren, leveren een belangrijke bijdrage aan de keuze van de juiste interventies om kwaliteitsverbeteringen te realiseren. Het werk in de teams, vakgroepen en secties zal erdoor aan kwaliteit winnen. Instituut Archimedes van Hogeschool Utrecht is verantwoordelijk voor de uitvoering en de begeleiding. De modulen worden gegeven volgens het principe van blended learning, speciaal ontwikkeld om werken en leren te combineren. Het is een mix van contactonderwijs, werkplekleren en zelfstudie in een digitale leeromgeving. Ook de school levert een bijdrage door een eerstegraads leraar die hetzelfde vak geeft aan te stellen als mentor van de deelnemers. Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 16

17 Op dinsdag 23 april 2013 is een eerste informatieve bijeenkomst voor geïnteresseerde leraren gehouden. Op 12 juni 2013 volgt een tweede informatiebijeenkomst Plan van Aanpak fase 1 ( ) Communicatie over informatiebijeenkomst van 23 april Besluitvorming in het regionaal platform op 28 maart - Aparte mailings naar directies, P&O functionarissen, teamleiders en leraren (29 maart) - Posters naar scholen (begin april) - Nieuwsbrief naar maillist van project (begin april) - Vermelding op en aanmelding via (begin april) Communicatie over informatiebijeenkomst van 12 juni Digitale oproep aan de leden van het regionaal platform om TweedegraadsPLUS te bespreken in het managementoverleg (begin mei) - Aparte mailings naar directies, P&O functionarissen, teamleiders en leraren (begin mei) - Posters naar scholen (medio mei) - Nabellen van de P&O functionarissen (medio mei) Resultaten Voldoende aanmeldingen eind juni om in september 2013 te starten met een groep Kosten Voor het ontwikkelen van het traject zijn geen kosten gemaakt, omdat het project, op uitnodiging van OCW, aansluit bij het initiatief van De Rode Loper (VO Den Haag) Kosten voor communicatie vallen binnen het budget voor communicatie 5.2 Plan van Aanpak TweedegraadsPLUS September 2013: uitvoering blended module Praktijkgericht onderzoek Januari 2014: uitvoering blended module Toetsen en beoordelen Januari 2014: aanbieden van blended verdiepingsmodulen in acht vakmasters en de overige masters van de Faculteit Educatie van Hogeschool Utrecht September 2014 en 2015: uitvoering blended modulen Praktijkgericht onderzoek en Toetsen en beoordelen Januari tot juni 2014 en 2015: aanbieden van blended verdiepingsmodulen in acht vakmasters en de overige masters van de Faculteit Educatie van Hogeschool Utrecht Alle scholen opleidingsschool volgens het Utrechts Model Hiermee wordt bereikt dat de begeleiding van studenten op een goed niveau plaatsvindt en dat de opleiding voor een bepaald deel expliciet binnen de school plaatsvindt. Dit betreft tot nu toe met name de initiële opleidingen van de lerarenopleidingen van Hogeschool Utrecht en Universiteit Utrecht Bevorderen zijinstroom Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 17

18 De zijinstroom-regeling is opnieuw van kracht. Het is de kunst om in een goed samenspel tussen de scholen en de lerarenopleidingen enerzijds de juiste kandidaten te werven en anderzijds een opleiding op maat aan te bieden. De regeling is op geplaatst Instroom vanuit primair onderwijs naar voortgezet onderwijs en omgekeerd De overstapmogelijkheden tussen basis- en voortgezet onderwijs zijn bescheiden. De behoefte is er wel, en zal naar het zich laat aanzien- in de toekomst groter worden. Zo is er in het vmbo en het praktijkonderwijs belangstelling voor leraren die naast een tweedegraads opleiding ook ervaring hebben in het basisonderwijs: deze leraren kunnen hun expertise vanuit het basisonderwijs aanwenden voor een soepeler overgang naar het voortgezet onderwijs en vaak ook meerdere vakken doceren. Omgekeerd stijgt in het basisonderwijs de behoefte aan vakleerkrachten, zoals voor bijvoorbeeld Engels. In samenwerking met scholen en schoolbesturen in het basisonderwijs wordt nagaan of er mogelijkheden geschapen kunnen worden voor leraren uit het PO om (ook) in het VO te gaan werken en omgekeerd. Bij- en nascholing zal hierbij uiteraard noodzakelijk zijn. Hier wordt samengewerkt met het door het Arbeidsmarktplatform po en VOiON gezamenlijk beoogde project op dit terrein Eigen leerlingen interesseren voor de lerarenopleiding Onder de leerlingen van de vo-scholen in de regio bevinden zich potentiële toekomstige leraren. Hoe komen deze toekomstige collega s in beeld en hoe kan de verbinding met hen gelegd worden, zodat ze tijdens en na het afronden van hun opleiding op onze scholen (willen) gaan werken? Leerlingen weten als geen ander wat iemand tot een goede leraar maakt. Inspirerende leraren kunnen leerlingen duidelijk maken wat het beroep van leraar aantrekkelijk maakt, wat de voordelen zijn en natuurlijk ook de mindere kanten van het vak. Zij kunnen duidelijk maken dat een goede stageplaats hen helpt bij het leren van de juiste competenties als leraar. Een goede stageplaats helpt ook te onderzoeken of het onderwijs echt iets voor hen is, nu of in de toekomst. Het is veilig om in een vertrouwde omgeving te starten, maar het is ook goed om op meerdere scholen ervaring op te doen. Het is prettig als de ervaringen op de ene school input leveren op de volgende en dat de begeleiding van stagiaires kwalitatief vergelijkbaar is ingericht. Voor een aantal leerlingen zal de eigen school wellicht te dichtbij zijn en kan daar stage lopen juist afschrikken. Regionale samenwerking maakt het mogelijk voor hen een geschikte plaats op een andere school te vinden. Onder andere het samenwerkingsverband Perspectief heeft hier goede ervaringen mee Begroting SCHOOLNABIJ OPLEIDEN FASE 2 A FASE 2B FASE 2C SUBTOTAAL stelpost De activiteiten in deelproject 3 worden binnen de lopende regionale samenwerking voortgezet. Hiervoor zijn binnen het project geen additionele middelen voorzien. Voor deelproject 3 wordt daarom vooralsnog alleen een stelpost voor TweedegraadsPLUS begroot. Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 18

19 6. Deelproject 4: Ontfuiken Het deelproject Ontfuiken beoogt meer mensen uit andere beroepen te interesseren voor het beroep van leraar en leraren de mogelijkheid te bieden zich te verbreden richting andere beroepen. Het deelproject kenmerkt zich door een sterke regionale aanpak en een persoonlijk contact tussen de bedrijven, instellingen, lerarenopleidingen en scholen. Het gaat om een samenwerking tussen het onderwijs, lerarenopleidingen, bedrijven en instellingen in de regio Utrecht, waarbij er wordt voortgebouwd op de bestaande contacten en netwerken van onderwijsinstellingen en het regionale bedrijfsleven. Hoofddoel is het onderwijs aantrekkelijk te maken voor potentiële en zittende leraren en het bereiken van een meer open onderwijsarbeidsmarkt. In beeldvorming en in de praktijk blijkt het onderwijs nog te veel als een fuik te werken. Het project speelt in op de behoefte aan meer en betere leraren voor de klas, die ook inzetbaar zijn in andere sectoren. Gelet op de grote concentratie van onderwijsinstellingen en bedrijven is er waarschijnlijk sprake van een aanzienlijk onbenut potentieel in de Utrechtse regio. Binnen het deelproject worden twee activiteiten ontwikkeld Talent in het Onderwijs Programma (TOP) Het deelproject richt zich met name op excellente HBO- en WO- afgestudeerde bachelors. Zij volgen in beginsel een tweejarig opleidingstraject en leiderschapsprogramma waarmee ze een tweedegraads lesbevoegdheid halen en een goede start kunnen maken in het bedrijfsleven. Deelnemers zijn breed inzetbaar in en buiten het onderwijs en kunnen de verbinding leggen tussen onderwijs en bedrijfsleven die met name voor leerlingen in het (v)mbo belangrijk is. Dit traject levert betere docenten op, omdat ze kunnen aansluiten bij de toekomstige beroepscontext van hun leerlingen. Deze activiteit vertoont enige gelijkenis met Eerst de Klas, een programma dat inzet op meer en betere leraren én op meer en betere leiders. Eerst de Klas richt zich uitsluitend op excellente universitaire masterstudenten. Er zal overlegd worden met OCW, de VO-raad en Eerst de Klas om dubbelingen te voorkomen. In de definitie van excellente student wordt in dit deelproject aangesloten bij het in de HU ontwikkelde profiel van een excellente beroepsbeoefenaar en het in de UU ontwikkelde profiel van een excellente honours student Gecombineerde opleidingen Onderzocht wordt of het mogelijk is om voor nader te omschrijven doelgroepen bachelorstudenten twee diploma s tegelijk te behalen: een lesbevoegdheid in een vak en een gerelateerde opleiding. De achterliggende gedachte is dat een gecombineerde opleiding docenten en werknemers meer mogelijkheden biedt in een open arbeidsmarkt Activiteiten Formeren van een denktank (oktober 2012-februari 2013) - eerste concretisering van concept - opstellen van de opdracht voor een kwartiermaker Werving van een kwartiermaker (begin april 2013) Kwartiermaker stelt een plan van aanpak op (april-mei 2013) Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 19

20 Besluitvorming over financiering van oriëntatiefase door VOiON (mei 2013) Vaststelling plan van aanpak door de Stuurgroep (6 juni 2013) Opdracht Kwartiermaker Ontfuiken Talent in het Onderwijs Programma o Onderzoeken of er animo is onder afgestudeerde HBO- en WO-afgestudeerde bachelors voor deelname aan TOP o Onderzoeken of er interesse is voor een honoursprogramma voor excellente universitaire bachelors tijdens hun bacheloropleiding o Voorstel doen om te kiezen voor het regionaal uitwerken van TOP Gecombineerde opleidingen o Onderzoek doen naar de mogelijkheid voor een nader te omschrijven doelgroep om twee bachelordiploma s tegelijk te halen: een lesbevoegdheid in een vak en een gerelateerde opleiding o Verkenning of er in de regio bij scholen, bedrijfsleven en andere organisaties buiten het onderwijs draagvlak is voor het bereiken van een open onderwijsarbeidsmarkt. Verkennen welke opleidingen hiertoe aanknopingspunten bieden aansluitend bij bestaande initiatieven als de ALPO en de minor Ingenieur en docent. Marktonderzoek doen onder potentiële studenten, geïnteresseerde bedrijven en scholen Opstellen van een plan van aanpak Ontfuiken voor 26 mei Resultaten Kosten Plan van aanpak Ontfuiken De kosten voor de kwartiermaker zijn begroot op ,00 (30 dagen x 80 euro per uur) Naar verwachting besluit het bestuur van VOION in haar meivergadering tot een subsidie ter grootte van , Activiteiten De activiteiten die in de periode worden ondernomen vloeien rechtstreeks voort uit het plan van aanpak dat op 6 juni 2013 wordt vastgesteld door de Stuurgroep Begroting ONTFUIKEN expert dag uurtarief FASE2A FASE2B deelprojectleider uitvoeren PvA SUBTOTAAL Het Plan van Aanpak Ontfuiken wordt op 6 juni 2013 vastgesteld door de Stuurgroep Aantrekkelijker Scholen. Voor de deelprojectleider Ontfuiken is een bedrag van ,00 (60 dagen x 80 euro per uur) per jaar begroot. Het bestuur van VOION besluit naar verwachting in mei 2013 tot een subsidie van ,00 euro ten behoeve van de werkzaamheden van de kwartiermaker. Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 20

21 7. Borging: binnen scholen, regionale inbedding en verdere disseminatie Na de projectperiode worden de succesvol gebleken elementen uit de hiervoor beschreven deelprojecten gecontinueerd. Hoe wordt daarvoor gezorgd? In de eerste plaats worden er per deelproject rapporten opgeleverd die de tussenresultaten en de eindresultaten beschrijven. Deze worden zo opgezet, bijvoorbeeld in de vorm van een handboek of een website, dat zij ook direct voor andere scholen bruikbaar zijn. Verder is het streven bij de inrichting van de projecten naar een zo direct mogelijke impact op de betrokken scholen. Door bijvoorbeeld de vorming van leerwerkgroepen wordt de expertise binnen de scholen verrijkt met input vanuit andere scholen op docentniveau. Deze docenten kunnen binnen hun scholen functioneren als trekker voor verdere vernieuwingen. Disseminatie vindt verder plaats via nieuwsbrieven van het project, nieuwsbrieven van o.a. VOiON en het beoogde landelijke netwerk van P&O-ers en bestuurders uit actieve regionale platforms. Verder leiden de onderzoeken in het kader van de deelprojecten tot publicaties in relevante vakbladen. Tenslotte worden er conferenties gepland waarin resultaten worden samengevat en doorgegeven. In ieder geval worden een mini-conferentie over inductie (30 mei 2013) en een slotconferentie (najaar 2015) georganiseerd. Bij het bespreken en verspreiden van de succesvolle elementen uit de projecten wordt geprofiteerd van de wijze waarop het Regionaal Platform Onderwijsarbeidsmarkt Utrecht VO/MBO thans werkt. Het Regionaal Platform Onderwijsarbeidsmarkt Utrecht VO/MBO vertegenwoordigt het overgrote deel van de scholen VO en MBO in de provincie Utrecht met enige uitbreiding richting t Gooi, Gelderland en Zuid-Holland. De 23 besturen hebben de afgelopen jaren intensief onderzoek verricht en laten verrichten naar de kwalitatieve en kwantitatieve tekorten die in deze regio te verwachten zijn. Mede dankzij het project Utrechtse Kansen voor de stad Utrecht konden ook al enige activiteiten worden beproefd om te komen tot aantrekkelijker scholen en professioneler docenten. In het regionaal platform participeren ook de belangrijkste instituten voor lerarenopleidingen in Utrecht: Hogeschool Utrecht en Universiteit Utrecht. Ook VOiON participeert. Binnen het regionaal platform functioneert het regionaal netwerk P&O. Een vertegenwoordiging neemt deel aan de vergaderingen van het regionaal platform. Hiermee worden de initiatieven vanuit het regionaal platform snel concreet vertaald. Via het regionaal platform worden ook snel verbindingen tussen scholen gelegd, zodat waardevolle initiatieven gemakkelijk worden overgenomen. Daarnaast zet het regionaal platform zich in om de behaalde resultaten ook voor andere platforms in Nederland beschikbaar te stellen. Met een aantal andere knelpuntenregio s bestaat intensief contact. Dezelfde aanpak wordt gehanteerd bij de vier deelprojecten van Aantrekkelijker Scholen. De resultaten worden in eerste instantie gedeeld met de scholen binnen het regionaal platform; vervolgens worden ze ook beschikbaar gesteld aan andere belangstellenden, onder andere via de website Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 21

22 8. Begroting De begroting is als volgt opgebouwd Schooljaar (fase 1) is een startjaar, waarin de plannen zijn voorbereid, afspraken zijn gemaakt met alle betrokkenen over de uitvoering, de projectorganisatie is ingericht en eerste onderzoek (waaronder een nulmeting) is uitgevoerd rond inductie. Voor de volledigheid wordt de begroting meegestuurd met deze tussenrapportage De schooljaren (fase 2A) en (fase 2B) zijn de uitvoeringsjaren. Het najaar van 2015 (fase 2C) is bestemd voor de eindmeting bij deelproject 1 Inductie, een opbrengstconferentie en het afronden van de eindrapportage. Deze tussenrapportage wordt uitegbracht in de vorm van een Plan van Aanpak Op basis van de uitgevoerde activiteiten in is de begroting voor de tweede fase bijgesteld. Dit geeft de mogelijkheid voor een GO NO GO-beslissing voor de tweede fase. Zoals in de tekst bij deelproject 3 is gesteld, is in de begroting een stelpost opgenomen voor een eventuele bijdrage aan de mogelijkheid om tweedegraads docenten modulair verder op te leiden (zie deelproject 3). De laatste paragraaf van elk deelproject eindigt met de begroting van dat deelproject. De begroting in dit hoofdstuk 8 is de totaalbegroting , inclusief de overall bedragen voor management, afstemming overall onderzoek en materieel. In de begroting is uitgegaan van een bedrag van 60 per uur voor docenten en 40 per uur voor ondersteuning. Dit betreft de kale personeelslasten van de betrokken scholen en besturen. Daarnaast is een bedrag van 80 per uur berekend voor werkzaamheden vanuit P&O. Hierin zijn ook de kosten voor de administratieve ondersteuning verdisconteerd. Deze bedragen zijn met OCW afgesproken bij de opstelling en de goedkeuring van het projectplan Aantrekkelijker Scholen in augustus Tenslotte zijn er kosten opgevoerd voor lectoren, trainers, experts en een projectleider vanuit Hogeschool Utrecht en een hoogleraar van de Universiteit Utrecht. Deze betreffen dus inhuur van buiten de scholen. Projectsecretariaat: Postbus 1415 I 3500 BK Utrecht I T I E slin@nuovo.eu 22