Engels in het bacheloronderwijs van de Universiteit Utrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Engels in het bacheloronderwijs van de Universiteit Utrecht"

Transcriptie

1 Engels in het bacheloronderwijs van de Universiteit Utrecht Onderzoeksrapport I Stichting OER Januari 2013

2 Contactgegevens Adres Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport Achter Sint Pieter 25, kamer W HR Utrecht adres Website Facebook: Stichting OER Het 24 e bestuur van Stichting OER bestaat uit: Anne Heger Sharon den Outer voorzitter penningmeester, secretaris Dasja Broer onderzoekscoördinator 1 Lisa Orvini onderzoekscoördinator 2 1

3 Samenvatting Dit onderzoeksrapport doet verslag van een onderzoek omtrent Engels in het bacheloronderwijs aan de Universiteit Utrecht (UU). Als leidraad worden de drie aanbevelingen van de Onderwijsraad genomen, namelijk: 1. Ieder instellingsbestuur formuleert een duidelijke en gemotiveerde visie op internationalisering en het daaruit voortvloeiend gebruik van talen binnen zijn instelling en communiceert deze visie op een heldere wijze 2. Bevorder, handhaaf en bewaak de kwaliteit van het Engelstalige onderwijs 3. Zorg voor een beheersing van het Engels door studenten die recht doet aan academische eisen Het verslag start met een theoretisch onderzoek naar de mate waarin de universiteit voldoet aan de aanbevelingen. Vervolgens zal er verslag worden gedaan van het praktijkonderzoek naar de mening van studenten over de mate waarin de universiteit voldoet aan deze aanbevelingen. Het onderzoek is verricht door middel van afname van een vragenlijst bij 914 studenten verdeeld over de zes faculteiten: Bètawetenschappen, Diergeneeskunde, Geesteswetenschappen, Geowetenschappen, Sociale Wetenschappen en de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie. Resultaten onderzoek Het blijkt dat de UU wel een duidelijke en gemotiveerde visie heeft op internationalisering en het daaruit voortvloeiend gebruik van talen. De keuze om onderwijs in het Engels aan te bieden wordt gebaseerd op de aard van het onderwijs en de taal van het latere werkveld. Ondanks dat driekwart van de studenten niet op de hoogte is van dit beleid, wordt er wel naar gehandeld in de opleidingen. Over Engels als voertaal in het hoger onderwijs zijn de meningen verdeeld. Het blijkt dat studenten keuzevrijheid belangrijk vinden. Toch blijkt dat een derde van de studenten bij hun inschrijving niet op de hoogte was van de hoeveelheid Engels die in de opleiding wordt gebruikt. Het tweede punt betreft de kwaliteit van het Engelstalige onderwijs. Docenten blijken niet te worden getoetst op hun Engelse taalvaardigheden. Desondanks vindt meer dan de helft van de studenten dat docenten voldoende Engelse vaardigheden hebben om de cursusstof goed over te brengen. Dit is zeer positief nieuws, aangezien ook blijkt dat de kwaliteit van Engelse colleges ongeveer even afhankelijk is van de Engelse vaardigheden van de docent, als van de inhoud. Tot slot zijn de Engelse taalvaardigheden van studenten onderzocht. In veel opleidingen worden onderdelen, voornamelijk literatuur, in het Engels aangeboden. Het merendeel van de studenten vindt de Engelse taalvaardigheden voldoende om de opleiding te volgen, maar vindt daarentegen wel dat er onvoldoende begeleiding is bij de ontwikkeling van deze vaardigheden. Wanneer wordt gekeken naar welke begeleiding gewenst is, blijkt de meerderheid tegen verplichte begeleiding van 2

4 Engelse vaardigheden binnen de opleiding. Echter, een derde van de studenten heeft interesse in mogelijkheden die er zijn om de Engelse taalvaardigheden buiten de opleiding te verbeteren, zoals een cursus Academisch Engels. Toch blijkt driekwart van de studenten niet op de hoogte van deze bestaande mogelijkheden. Aanbevelingen aan de Universiteit Utrecht Naar aanleiding van het onderzoek wordt in dit rapport aanbevolen om het gebruik van Engels in de bacheloropleidingen beter te communiceren, zodat studenten een meer gefundeerde keuze kunnen maken voor een bepaalde opleiding. Dit dient plaats te vinden in de oriëntatiefase van aankomende studenten. Informatie rondom het gebruik van Engels in de opleidingen kan tijdens voorlichtingen worden gecommuniceerd, net zoals dit nu rondom matching gebeurt. Daarnaast wordt aanbevolen om de kwaliteit van de Engelse taalvaardigheden per bachelordocent te laten evalueren door studenten. Hierdoor kan het verband tussen de Engelse taalvaardigheden en de kwaliteit van het onderwijs in kaart worden gebracht. Het is belangrijk dat de kwaliteit van het Engelstalig bacheloronderwijs op academisch niveau is. Tot slot wordt afgeraden om begeleiding omtrent Engelse taalvaardigheden van studenten binnen de bacheloropleidingen te verplichten. Studenten dienen echter wel beter te worden geïnformeerd aangaande de mogelijkheden die er zijn om buiten hun opleiding de Engelse taalvaardigheden te verbeteren. N.B. Dit onderzoek maakt deel uit van een groter onderzoek naar het bachelor- en masteronderwijs van de Universiteit Utrecht. Dit rapport doet verslag van het onderzoek onder bachelorstudenten. In mei 2013 wordt het rapport gepubliceerd dat verslag doet van het onderzoek onder masterstudenten. 3

5 Inhoud Voorwoord 5 1. Inleiding 6 2. Theoretisch kader Aanbevelingen Onderwijsraad Ieder instellingsbestuur formuleert een duidelijke en gemotiveerde visie op internationalisering en het daaruit voortvloeiend gebruik van talen binnen zijn instelling en communiceert deze visie op een heldere wijze Bevorder, handhaaf en bewaak de kwaliteit van het Engelstalige onderwijs Zorg voor een beheersing van het Engels door studenten die recht doet aan academische eisen Onderzoeksopzet Onderzoeksvragen Belang van het onderzoek Onderzoeksmethoden Procedure Pretest Enquête Participanten Analyse Engels in het hoger onderwijs: resultaten voor aanbeveling Engelse vaardigheden van niet-engelse docenten: resultaten voor aanbeveling Engelse vaardigheden van studenten: resultaten voor aanbeveling Conclusie en discussie 46 Bijlage 1: Gedragscode Taal Universiteit Utrecht 53 Bijlage 2: Enquête 55 Bijlage 3: Tabellen en Figuren 58 4

6 Voorwoord Het 24 e bestuur van Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport (OER) presenteert u het eerste onderzoeksrapport van het academisch jaar Wij kunnen oprecht zeggen dat wij trots zijn op het resultaat. Het onderzoeksonderwerp Engels in de bachelorfase bleek veel los te maken onder zowel studenten als docenten. Het is een veel besproken onderwerp, niet alleen in het onderwijs maar ook in de huidige politieke debatten. Wij zijn verheugd dat wij de stem van de studenten kunnen vertolken middels dit onderzoek. Het 24 e bestuur heeft zich vanaf het begin van het academisch jaar ingezet om een goed en betrouwbaar eerste onderzoek op te zetten. Wij zijn ervan overtuigd dat dit is gelukt. Voorafgaand aan het onderzoek was ons niet geheel duidelijk welk beleid de UU voert omtrent het gebruik van Engels in de bacheloropleidingen. De hoeveelheid Engels verschilt aanzienlijk tussen de zes onderzochte faculteiten. Ook binnen een bacheloropleiding is de hoeveelheid lezen, spreken, luisteren en schrijven in het Engels niet voor iedere student gelijk. Wij vroegen ons daarom af in hoeverre de student eigenlijk zelf op de hoogte is van de beleidsvoering. Daarnaast vonden wij het belangrijk om te weten in hoeverre de Engelse taal in de bachelorfase een struikelblok vormt voor de student. Stichting OER streeft ernaar de kwaliteit van het onderwijs van de UU te bewaken en zo nodig aanbevelingen te doen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Goed onderwijs dient niet te worden belemmerd door een eventuele taalbarrière. Dit onderzoek had uiteraard niet tot stand kunnen komen zonder de hulp die wij hebben gekregen van een aantal mensen. Wij willen allereerst graag de 914 bachelorstudenten bedanken die de tijd hebben genomen om onze enquête in te vullen. Daarnaast willen wij de docenten bedanken die een paar minuten van hun lestijd wilden opofferen in het belang van dit onderzoek. Jullie enthousiasme voor ons onderzoek was zeer motiverend. Dan willen wij verder graag Felipe Salve bedanken die aan de basis stond van dit onderzoek. Dankzij zijn kundig advies heeft het 24 e bestuur op een prettige manier het jaar kunnen opstarten. Ook willen wij onze Raad van Advies, bestaande uit Daniëlle Fictorie, Arjen Segers en Iko Koevoets, hartelijk danken. Zij keken over onze schouder mee en gaven ons het nodige advies waarmee wij dit onderzoek tot een hoger niveau hebben kunnen tillen. Wij wensen u veel plezier bij het lezen van dit onderzoeksrapport. Dit onderzoek biedt een duidelijk overzicht omtrent de Engelse taal in de bachelorfase van de opleidingen van de UU en geeft inzicht in de behoeften van de Utrechtse student. Wij hopen met dit onderzoek een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de kwaliteit van het bacheloronderwijs. Anne Heger Voorzitter Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport

7 1. Inleiding In 1999 ondertekenden 31 ministers van Onderwijs in Bologna een akkoord over de hervorming van het Europese hoger onderwijs. Een belangrijk onderdeel van dit akkoord was de invoering van de bachelor-master structuur, welke in 2002 in Nederland is ingevoerd. Deze internationalisering van het onderwijs betekent in de praktijk dat Engels als instructie- en publicatietaal wordt gebruikt. Dit houdt in dat Nederlands als wetenschapstaal niet meer meetelt. De standaard is Engels geworden, waardoor anderstalige universiteiten moesten overstappen op het schrijven van Engelstalige publicaties (Draaisma, 2012). Dit heeft als gevolg dat het studiemateriaal en daarmee het onderwijs verengelst. In Nederland is de discussie over deze verengelsing al enige tijd bezig. Al in 1990 kwam het voorstel om Engels tot voertaal van Nederlandse universiteiten te maken van toenmalig minister van Onderwijs, Jo Ritzen. Om Nederland te laten participeren in de wetenschap, moest men volgens hem meegaan in de internationalisering. Een golf van verontwaardiging overviel hem en hij nam zijn woorden terug. Van 2003 tot 2011 is hij voorzitter geweest van het College van Bestuur van de Universiteit Maastricht (welke overigens in 2008 werd omgedoopt tot Maastricht University) waar negen van de 19 bachelor-opleidingen en op-één-na alle master-opleidingen inmiddels in het Engels worden aangeboden. Gelegen in het hart van Europa mag de UM [Universiteit Maastricht] zich met recht de meest internationale universiteit van Nederland noemen. Veel van het onderwijs vindt in het Engels plaats, het merendeel van de opleidingen wordt zelfs volledig in het Engels gegeven. Daarnaast richt zowel het onderwijs als het onderzoek zich vooral op internationale thema s, waarbij de Europese problematiek soms centraal staat. Bijna 45% van de studenten en meer dan 30% van de academisch staf aan de UM is afkomstig uit het buitenland. Samen vertegenwoordigen ze ongeveer zeventig landen. (Maastricht University, 2012). In de discussie over de verengelsing van het Nederlands hoger onderwijs staan voor- en tegenstanders lijnrecht tegenover elkaar. Voorstanders vinden dat Engels past binnen de internationale oriëntatie van het hoger onderwijs. Er ligt nadruk op de mogelijkheid om in het buitenland te kunnen studeren. Door Engelstalig onderwijs te bieden, krijgen Nederlandse studenten handvatten aangereikt om makkelijk een tijd in het buitenland te studeren. Tegelijkertijd is het voor buitenlandse studenten aantrekkelijk om te studeren in een land waar Engelstalig onderwijs de standaard is. Met Engelstalige opleidingen kan Nederland meedingen naar internationale studenten. Ook in de wetenschappelijke wereld is Engels de voertaal. Om internationaal onderzoek te kunnen verrichten is het noodzakelijk om de Engelse taal te beheersen. Tevens is het voor buitenlandse bedrijven aantrekkelijk om zich te vestigen in een land waar de hogeropgeleiden vloeiend Engels spreken. 6

8 Echter, er zijn ook tegenstanders. Al in 2009 diende PVV er Martin Bosma een motie in waardoor Plasterk, destijds minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), moest inventariseren hoeveel vakken aan universiteiten en hogescholen in het Engels worden gegeven en wat daarbij het taalniveau is. Aanleiding hiervoor was de zorg van Bosma over uitholling van de Nederlandse taal doordat het hoger onderwijs steeds meer Engels gebruikt (Transfer, 2012). Ook anderen geven aan dat de positie van de Nederlandse taal en het culturele erfgoed wankelt in het hoger onderwijs. Daarnaast beheersen sommige studenten en docenten de Engelse taal niet voldoende voor een volledig Engelstalige opleiding. De Nederlandse Taalunie heeft onderzoek gedaan naar de huidige stand van zaken (Nederlandse Taalunie, 2011). Uit dit onderzoek blijkt dat ongeveer twee-derde van de Nederlandse studenten voornamelijk les krijgt in het Nederlands. Iets minder dan 75 procent van de respondenten heeft voornamelijk Engels studiemateriaal. Het merendeel van de Nederlandse en Vlaamse studenten (54 procent) is het oneens met de stelling dat Engels de voertaal is of moet worden in het hoger onderwijs. Vierentwintig procent is het hier wel mee eens. Tot slot is 85 procent van de Nederlandse en Vlaamse studenten het eens met de stelling dat in Nederland en Vlaanderen hoger onderwijs in het Nederlands gevolgd kan worden. Zes procent is het (helemaal) oneens met deze stelling (Nederlandse Taalunie, 2011). Volgens de wet (Artikel 7.2 WHW-Taal, zie paragraaf 3.1.1) moet onderwijs in het Nederlands worden gegeven, tenzij er goede redenen zijn om dit niet te doen. Voorbeelden zijn dat er ook internationale studenten zijn die de opleiding volgen of omdat de lesstof alleen in het Engels kan worden gegeven. Tijdens een debat over de internationalisering van onderwijs op 20 juni 2012, gaf staatssecretaris Zijlstra (Hoger Onderwijs) aan dat het niet nodig is om in het Engels les te geven als deze redenen er niet zijn. Hij heeft de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) dan ook gevraagd om te toetsen of Engelstalige studies een internationaal karakter hebben en of buitenlandse studenten de opleiding volgen. Hiermee wil hij bereiken dat men zeker weet dat het Engels van de docenten goed is en dat er terecht in het Engels wordt lesgegeven (Volkskrant, 2012; CVN, 2012). Men lijkt op zoek naar een evenwicht tussen de behoefte aan Nederlandstalig hoger onderwijs en de wens tot verdere internationalisering. 7

9 2. Theoretisch kader 2.1 Aanbevelingen Onderwijsraad De Eerste Kamer heeft de Onderwijsraad verzocht om een advies te schrijven over het gebruik van Engels in het hoger onderwijs. De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege dat over hoofdlijnen van het beleid en de wetgeving op het gebied van het onderwijs adviseert. In oktober 2011 werd het advies, genaamd Weloverwogen gebruik van Engels in het hoger onderwijs, gepresenteerd aan de Voorzitter van de Eerste Kamer (Onderwijsraad, 2011). In dit advies staat de vraag centraal hoe instellingen in het onderwijs een evenwichtig taalbeleid kunnen voeren, waardoor enerzijds de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige Engelstalige opleidingen wordt bevorderd en anderzijds de positie van het Nederlands als taal van cultuur en wetenschap gewaarborgd blijft. Het rapport bevat vier aanbevelingen: 1. Ieder instellingsbestuur formuleert een duidelijke en gemotiveerde visie op internationalisering en het daaruit voortvloeiend gebruik van talen binnen zijn instelling en communiceert deze visie op een heldere wijze 2. Bevorder, handhaaf en bewaak de kwaliteit van het Engelstalige onderwijs 3. Zorg voor een beheersing van het Engels door studenten die recht doet aan academische eisen 4. Zorg voor een substantiële kennismaking van buitenlandse studenten en docenten met de Nederlandse taal en cultuur Stichting OER gebruikt deze aanbevelingen als leidraad voor het huidige onderzoek naar het bacheloronderwijs. Allereerst zal het theoretisch onderzoek naar internationalisering van de Universiteit Utrecht (UU) worden besproken en wordt antwoord gegeven op de vraag of de universiteit feitelijk voldoet aan de voorgenoemde aanbevelingen van de Onderwijsraad aan de Eerste Kamer. Vanaf Hoofdstuk 4 worden de resultaten van het praktijkonderzoek besproken waarmee bij bachelorstudenten is nagegaan of de UU volgens hen aan het advies van de Onderwijsraad voldoet. Binnen dit onderzoek wordt de vierde aanbeveling over de kennismaking van internationale studenten met de Nederlandse taal en cultuur buiten beschouwing gelaten. Hiervoor is gekozen omdat een onderzoek naar deze aanbeveling niet past bij de doelgroep van Stichting OER, namelijk de Utrechtse student, en daarmee niet aan de doelstelling van de stichting voldoet. 8

10 2.1.1 Ieder instellingsbestuur formuleert een duidelijke en gemotiveerde visie op internationalisering en het daaruit voortvloeiend gebruik van talen binnen zijn instelling en communiceert deze visie op een heldere wijze De Universiteit Utrecht is een vooraanstaande universiteit waarbij de internationale reputatie hoog in het vaandel staat. Dit is niet verwonderlijk aangezien de successen die er in de geschiedenis door de universiteit zijn behaald, prestaties van formaat zijn. Eén van deze prestaties is het wetenschappelijk onderzoek dat wordt uitgevoerd door de universiteit. Het aantal wetenschappelijke publicaties is in de afgelopen periode van vijf jaar onophoudelijk gestegen tot een totaal aantal van 7892 in 2011 (Universiteit Utrecht, 2011). De kwaliteit van deze publicaties bepaalt hoe vaak zij worden geciteerd in andere onderzoeken, wat leidt tot een citatie-index. Dit is één van de kenmerken die er aan bijdraagt dat de UU in meerdere ranglijsten als beste universiteit van Nederland wordt beoordeeld (e.g. ARWU, 2012; Times Higher Education, 2011). Uit het jaarverslag 2011 van de UU blijkt hoe belangrijk de internationale reputatie is: De gewenste reputatie als een internationaal vooraanstaande universiteit wordt mede gedragen door kernwaarden: ambitie, inspiratie, onafhankelijkheid, betrokkenheid. Als klassieke universiteit wenst de Universiteit haar reputatie te versterken van een vooraanstaande universiteit met uitstekend onderwijs, nationaal en internationaal. (Universiteit Utrecht, 2011, p. 3) De internationale oriëntatie van de UU is niet willekeurig tot stand gekomen. Internationale samenwerking draagt bij aan de kwaliteit en ontwikkeling van wetenschap. Ook op de website van de UU wordt internationale samenwerking genoemd onder missie en strategie : Voor de wetenschap is het speelveld per definitie internationaal. Studenten worden klaargestoomd om te opereren op een internationale arbeidsmarkt. Daarom is de versterking van de internationale oriëntatie een belangrijk onderdeel van onze strategie. (Universiteit Utrecht, 2012a) Het onderwerp Internationale samenwerking komt ook terug in het hoofdstuk Onderwijs van het jaarverslag (Universiteit Utrecht, 2011). Hierin wordt aangegeven hoe de universiteit internationale studenten wil aantrekken en de internationale samenwerking met bedrijven en organisaties en in het onderwijs wordt benadrukt. In de bijlage van het jaarverslag wordt een tabel gegeven met cijfers over de uitwisselingsprogramma s van de universiteit. Aangezien internationalisering door de UU als belangrijk wordt aangemerkt, valt te verwachten dat dit terug te vinden is in de inrichting van onderwijs. Naast het overnemen van de internationale bachelor-masterstructuur verzorgt de universiteit ook internationaal georiënteerde opleidingen. Internationaal georiënteerd leidt in de praktijk tot het gebruik van Engels binnen opleidingen. De UU biedt 4 van de 45 bachelor-opleidingen en 81 van de 169 masterprogramma s in het Engels aan. Tevens wordt er bij veel Nederlandstalige opleidingen van de universiteit gebruikgemaakt van 9

11 Engelstalige literatuur. Ook worden er colleges in het Engels gegeven en komt het voor dat wordt verwacht dat studenten essays en de thesis in het Engels schrijven. De regeling aangaande Engels in het hoger onderwijs is vastgelegd in artikel 7.2 sub c Wet hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Zie Kader 1 voor dit artikel. Kader 1 Artikel 7.2 WHW-Taal Het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen in het Nederlands. In afwijking van de eerste volzin kan een andere taal worden gebezigd: a. Wanneer het een opleiding met betrekking tot die taal betreft b. Wanneer het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege door een anderstalige docent gegeven wordt, of c. Indien de specifieke aard, de richting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door het instellingsbestuur vastgestelde gedragscode. Uit: Gedragscode Taal (Universiteit Utrecht, 2004) In sub c wordt genoemd dat het instellingsbestuur zelf een gedragscode kan vaststellen. Een dergelijke gedragscode vertaalt dit algemene wetsartikel naar de specifieke context van de instelling. De UU heeft in januari 2004 een Gedragscode Taal opgesteld (Universiteit Utrecht, 2004; zie Bijlage 1 voor de volledige Gedragscode Taal). Zie Kader 2 voor de preambule die deze context benoemt en de basis vormt voor interpretatie van de daaropvolgende artikelen. Met de preambule creëert de UU haar eigen vrijheid om de keuze voor Engels in het onderwijs te motiveren. In de preambule noemt de Universiteit het bevorderen van haar internationale karakter als reden voor het aanbieden van anderstalig onderwijs. Hiermee is een ruime marge gecreëerd voor de universiteit om haar onderwijs in een andere taal aan te bieden. De UU zou volgens de preambule iedere opleiding Engelstalig kunnen maken indien dit het internationale karakter van de UU bevordert. Uit navraag bij het International Office blijkt dat deze vrijheid ertoe leidt dat de afweging in de praktijk vaak wordt gemaakt op basis van de aard van het onderwijs en het toekomstige werkveld. Als het onderwijs bijvoorbeeld is gericht op onderzoek, zoals een research-master, wordt over het algemeen besloten dit in het Engels aan te bieden. Deze onderzoekswereld is namelijk per definitie internationaal. Als onderwijs is gericht op een Nederlandstalig werkveld wordt dit onderwijs ook in het Nederlands aangeboden. 10

12 Kader 2 Preambule De Universiteit Utrecht heeft een internationaal karakter, wat onder meer tot uitdrukking komt in: o De inrichting van haar onderwijs in een undergraduate fase en een graduate fase, in overeenstemming met de internationale praktijk; o Het wereldwijd werven van studenten voor bepaalde bachelor- en masteropleidingen; o Het streven naar een internationale aansluiting van, en mobiliteit binnen bachelor- en masteropleidingen; o Het streven naar een internationale aansluiting van masteropleidingen op promotietrajecten; o Het stimuleren van studenten en docenten van de Universiteit Utrecht om internationale ervaringen op te doen aan universiteiten in Europa en de rest van de wereld en van studenten en docenten van elders om in Utrecht dergelijke ervaring op te doen. Gezien het bovenstaande verzorgt de Universiteit enkele bachelor-opleidingen en een groot aantal masteropleidingen in andere talen dan de Nederlandse taal (hierna: vreemde talen ), indien dit het internationale karakter van de Universiteit Utrecht bevordert. Deze gedragscode vormt een uitwerking van de Richtlijn Uitvoering Bachelor-Master. Uit: Gedragscode Taal (Universiteit Utrecht, 2004) Terugkomend op de aanbeveling van de Onderwijsraad dat ieder instellingsbestuur een duidelijke en gemotiveerde visie op internationalisering en het daaruit voortvloeiend gebruik van talen moet formuleren kan gesteld worden dat met deze gedragscode wordt voldaan aan de aanbeveling. Of de Universiteit aan het tweede deel van de aanbeveling voldoet, namelijk het op een heldere wijze communiceren van deze visie kan betwist worden. De visie op internationalisering is over het algemeen vrij duidelijk terug te vinden op de website. Echter, de visie op het hieruit voortvloeiend gebruik van talen is minder helder gecommuniceerd. Toen ons de term Gedragscode Taal nog niet bekend was, is met de trefwoorden taalbeleid, taalbeleid UU, Engels onderwijs en taalbeleid Engels op de website gezocht. Hierbij werden geen relevante zoekresultaten gevonden. De betreffende Gedragscode Taal is met behulp van aanwijzingen van de Universiteit op de algemene medewerkerspagina van de website gevonden. Met de zoekmachine van de site wordt het document alleen gevonden wanneer met de term Gedragscode Taal wordt gezocht. Hiernaast is de Gedragscode Taal vastgesteld aan de hand van een wetsartikel en houdt ook een dergelijke structuur aan. De Gedragscode Taal is daardoor niet voor iedere student makkelijk te begrijpen. Dit impliceert dat er niet onomstotelijk aan het punt van heldere communicatie wordt voldaan. In het in dit verslag gepresenteerde onderzoek, uitgevoerd door Stichting OER, wordt geïnventariseerd of studenten op de hoogte zijn van de Gedragscode Taal, of anders tenminste op de hoogte zijn van de visie van de UU op het gebruik van talen. Tot slot zal worden nagegaan welke visie studenten hebben op het gebruik van talen binnen het onderwijs van de UU. 11

13 2.1.2 Bevorder, handhaaf en bewaak de kwaliteit van het Engelstalige onderwijs De tweede aanbeveling van de Onderwijsraad is gericht op de kwaliteit van Engelstalig onderwijs. De kwaliteit van docenten bepaalt de kwaliteit van het universitaire onderzoek en onderwijs. Deze kwaliteit wordt door Critici in twijfel getrokken. Pieter Muysken, hoogleraar taalwetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen geeft bijvoorbeeld aan dat er les wordt gegeven in steenkolenengels waardoor de schwung ontbreekt en docenten niet goed uit hun woorden kunnen komen. Hiernaast zouden studenten niet in het Engels kunnen denken waardoor ze hun mening en gedachten niet goed onder woorden kunnen brengen. Muysken is van mening dat er aandacht moet zijn voor de verbetering van het Engels taalgebruik als beleidsmakers deze taal vaker in het onderwijs willen zien. Deze aandacht ontbreekt nog regelmatig (NRC Handelsblad, 2009). Ook enkele medewerkers van het Centrum voor Onderwijs en Leren (het onderwijskundig instituut van de Universiteit Utrecht, voormalig IVLOS) pleiten ervoor om kwaliteitseisen op te nemen in de basis- en seniorkwalificaties voor docenten. Daarbij zou de nadruk niet zozeer moeten liggen op het toetsen van het taalvaardigheidsniveau, maar op de didactische vaardigheden om in het Engels te doceren, om studenten te begeleiden in de ontwikkeling van hun Engelse vaardigheden en om zich te redden in een interculturele context. De plannen van het College van Bestuur van de UU om een Engelse toets voor docenten op te nemen in de BKO (Basiskwalificatie Onderwijs) worden nu overgelaten aan de specifieke opleidingen zelf. Uitgangspunt daarbij is dat het niveau van de Engelse vaardigheden passend moet zijn bij de aard van de opleiding (DUB, 2010). De UU stelt eisen aan de kwalificaties van docenten, die zijn vastgesteld in de BKO (Basiskwalificatie Onderwijs) en SKO (Seniorkwalificatie Onderwijs). De SKO is vereist voor een functie met leidinggevende taken op het gebied van onderwijs. Voor een universitair docent volstaat de BKO. De inhoud van de BKO wordt door iedere faculteit apart opgesteld. Aangezien de keuze om onderwijs Engelstalig aan te bieden door de faculteiten zelf wordt gemaakt, wordt ook de kwaliteit van Engelstalig onderwijs bepaald door de decaan van een faculteit. In artikel 6 van de Gedragscode Taal wordt hierover het volgende gesteld: Artikel 6 De decaan draagt binnen zijn faculteit zorg voor een passend taalniveau van de medewerkers die belast zijn met het verzorgen van een bachelor- of masteropleiding in een vreemde taal. Uit: Gedragscode Taal (Universiteit Utrecht, 2004) 12

14 Niet bij elke faculteit zijn de eisen van de BKO s in te zien. In de wel beschikbare BKO s was het volgende terug te vinden: De universitair docent is in staat om zich mondeling en schriftelijk goed uit te drukken in de gangbare taal (Nederlands en/of Engels) : Faculteit Bètawetenschappen is in staat om zich mondeling en schriftelijk uitstekend uit te drukken in de gangbare taal - afhankelijk van het vakgebied- het Nederlands en/of Engels en/of andere taal : Faculteit Geesteswetenschappen kan zich mondeling en schriftelijk goed uitdrukken in de gangbare taal (Nederlands en/of Engels) : Faculteit Geneeskunde beheerst de Nederlandse en Engelse taal in voldoende mate om in die talen onderwijs te geven : Faculteit Geowetenschappen zich mondeling en schriftelijk goed uit te drukken in de gangbare taal (Nederlands en/of Engels) : Faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie (REBO) Hoe wordt getoetst of een docent in staat is om zich goed uit te drukken in de gangbare taal is onduidelijk. Uit navraag bij de toetsingscommissie van de faculteit Geesteswetenschappen wordt de volgende informatie verstrekt: Bij Geesteswetenschappen wordt de Engelse taalvaardigheid van docenten niet structureel getoetst. Ook de cursusevaluaties bevatten hierover geen standaardvragen. Wanneer docenten structureel in het Engels college geven, wordt verwacht dat ze daar in het BKOdossier op reflecteren. Uit de BKO s valt op te maken dat de toetsing van de Engelse taalvaardigheden van docenten vrij beperkt is. De docenten moeten weliswaar in hun dossier reflecteren op colleges die ze in het Engels geven, maar een concreet bewijs voor deze vaardigheden hoeven ze niet te geven en hier wordt ook niet op getoetst. Hypothetisch zou het kunnen voorkomen dat een docent aangeeft moeilijkheden te ervaren omtrent zijn Engelse taalvaardigheden en vertelt dat hij hieraan zal gaan werken. Dit zou in wezen een goede reflectie zijn. Echter draagt een dergelijke reflectie niet direct bij aan de kwaliteit van het (Engelstalige) onderwijs. De tweede aanbeveling van de Onderwijsraad luidt Bevorder, handhaaf en bewaak de kwaliteit van het Engelstalige onderwijs. Wanneer de toetsing van de toetsingscommissie van de faculteit Geesteswetenschappen vergelijkbaar is met andere faculteiten en deze als standaard wordt gebruikt bij de reactie op de aanbeveling, kan niet met overtuiging worden gesteld dat de universiteit hieraan voldoet. Grift, Meijer en Van Der Salm (2012) hebben het oordeel van studenten aan de Utrecht School of Economics (USE) over verschillende economiecursussen onderzocht. De USE biedt eenzelfde bachelorprogramma in de voertalen Nederlands en Engels aan. In de praktijk betekent dit dat de studiematerialen en colleges in het Engels worden aangeboden en de werkcolleges in het Engels of 13

15 Nederlands, afhankelijk van het gekozen programma. De ene helft van de onderzoeksgroep werd in het Nederlands onderwezen en de andere helft in het Engels. Hierbij werd de mening van studenten gevraagd over hun eigen taalvaardigheden en de taal- en didactische vaardigheden van docenten. Er werd in beide groepen een positief verband gevonden tussen didactische vaardigheden van docenten en waardering van de cursus. Er werd geen verband gevonden tussen waardering van de cursus en de taalvaardigheden van de student zelf en de docenten. Dit betekent dat studenten het mogelijk belangrijker vinden dat de docent het materiaal goed uit kan leggen en hun interesse kan wekken over het vakgebied, dan dat hij goed Engels spreekt. Echter, er werd wel een verband gevonden tussen taalvaardigheden en didactische vaardigheden. Dit kan betekenen dat het toch lastig is om deze twee vaardigheden van elkaar te scheiden. Het door Stichting OER uitgevoerde onderzoek inventariseert de mening van studenten over de kwaliteit van Engelstalig onderwijs. Hierbij zal de kwaliteit van Engelstalige colleges en van de taalvaardigheden van docenten aan bod komen. 14

16 2.1.3 Zorg voor een beheersing van het Engels door studenten die recht doet aan academische eisen De Universiteit Utrecht stelt strenge kwaliteitseisen aan haar onderwijs. Ook van studenten wordt betrokkenheid, een actieve instelling en ambitie verwacht. Gezien de internationale oriëntatie van de universiteit lijkt zij een behoorlijke Engelse taalvaardigheid van studenten te verwachten. Een eerste vraag die hier logischerwijs uit voortkomt, is de vraag hoe het gesteld is met de Engelse taalvaardigheid van de Utrechtse student. Op de site van de UU wordt een tabel van taalvaardigheidseisen per masterprogramma geboden (Universiteit Utrecht, 2012b). Zie Tabel voor de taalvaardigheden per masterprogramma. Tabel Taalvaardigheden per masterprogramma en vooropleiding. Vooropleiding Nederlandstalig programma Engelstalig programma Universiteit in Nederland Geen bewijs nodig. Geen bewijs nodig. Hbo in Nederland Geen bewijs nodig. Bewijs van Engelse taalvaardigheid nodig. Buitenlandse Bewijs van Nederlandse én Engelse Bewijs van Engelse taalvaardigheid vooropleiding taalvaardigheid nodig. nodig. Wat betreft de taalvaardigheidseisen voor bachelorstudenten is de UU van mening dat een vwodiploma volstaat. Het niveau van Engels op het vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) is per 1 augustus 2012 aangescherpt. Leerlingen mogen voor de basisvakken Nederlands, Engels en Wiskunde hoogstens één vijf als eindcijfer halen, de overige vakken moeten voldoende worden afgesloten (Rijksoverheid, 2012). Dit betekent dat een student zich voor een universitaire opleiding kan inschrijven, ondanks een vijf voor Engels op zijn eindlijst. Het is daarbij de vraag of de aankomende student voldoende is voorbereid op het niveau van academisch Engels dat in sommige bachelors wordt geëist. Zo is columniste Karin Prummel van DUB (Digitaal Universiteitsblad) van mening dat de Engelse taalvaardigheid bij studenten onvoldoende wordt getraind (DUB, 2012). Momenteel is het zo dat de universiteit extra-curriculair enkele mogelijkheden biedt aan studenten om hun Engelse vaardigheden te ontwikkelen. Voorbeelden hiervan zijn een cursus Academisch Engels bij Babel (het voormalige James Boswell Instituut) à 275,-, een (gratis) cursus Academisch Engels aan de faculteit Geesteswetenschappen of een cursus Juridisch Academisch Engels aan de faculteit Rechtsgeleerdheid à 35,-. In het onderzoek wat in dit rapport wordt gepresenteerd is de mening van studenten gevraagd over het niveau van hun Engelse taalvaardigheden. Verder is er gevraagd of zij hier voldoende in worden begeleid en of zij op de hoogte zijn van de huidige te benutten extra-curriculaire mogelijkheden. 15

17 2.2 Onderzoeksopzet Onderzoeksvragen Zoals uit het voorgaande is gebleken, zijn er enkele vragen over Engels in het bacheloronderwijs van de UU. Samenvattend komen er drie hoofdvragen met bijbehorende subvragen naar voren: Vinden bachelorstudenten dat de UU een duidelijke en gemotiveerde visie heeft op internationalisering en het daaruit voortvloeiend gebruik van talen binnen de instelling en vinden studenten dat zij deze visie op een heldere wijze communiceert? Zo ja: o Is deze visie bekend bij bachelorstudenten? Zo ja: o Zijn ze het met deze visie eens? Vinden bachelorstudenten dat de UU de kwaliteit van het Engelstalige onderwijs bevordert, handhaaft en bewaakt? o Vinden bachelorstudenten de kwaliteit van het Engelstalige onderwijs voldoende? o Beoordelen bachelorstudenten het niveau van de Engelse vaardigheden van de docenten als voldoende? Vinden bachelorstudenten dat de UU zorgt voor een beheersing van het Engels door bachelorstudenten die recht doet aan academische eisen? o Vinden bachelorstudenten dat zij Engels beheersen op niveau van academische eisen? o Vinden bachelorstudenten dat zij meer of minder training zouden moeten krijgen voor de ontwikkeling van hun Engelse taalvaardigheden? o Zijn bachelorstudenten op de hoogte van de huidige mogelijkheden om hun Engelse taalvaardigheid te ontwikkelen? o Zouden bachelorstudenten Engelse training op eigen initiatief willen volgen, dus zonder dat het een verplicht onderdeel wordt van de eigen opleiding? Belang van het onderzoek Voor de UU is het van groot belang attent te zijn op de kwaliteit van het onderwijs, waarbij verschillende factoren een bedreiging kunnen vormen. In dit onderzoek komt aan de orde of de factor Engelse taalvaardigheid hier een van is. Dit onderzoek peilt de mening van studenten over hun eigen Engelse taalvaardigheden in relatie tot het onderwijs dat ze volgen in hun specifieke bacheloropleiding. Bovendien wordt gevraagd naar een oordeel omtrent de Engelse taalvaardigheden van de docenten in het algemeen. Hierdoor wordt voor de UU niet alleen duidelijk of de student behoefte heeft aan een verbetering van zijn Engelse taalvaardigheden, maar wordt ook duidelijk of er vanuit het oogpunt van de student iets gedaan moet worden aan de kwaliteit van de docenten in het algemeen. De UU is gebaat bij een gedegen niveau van Engelse taalvaardigheden in haar (bachelor)opleidingen, met name vanwege het streven naar een internationaal karakter en het streven naar een hoge kwaliteit van het onderwijs. Aan de hand van dit onderzoek kan de universiteit vaststellen welk beleid er moet worden gevoerd om de gewenste kwaliteit te bereiken. 16

18 3. Onderzoeksmethoden Procedure Allereerst is er aan de hand van cijfers over de studentenaantallen een schema opgesteld van de werkelijke verhouding in studentaantallen tussen de verschillende faculteiten. Dit schema is omgezet naar een verhouding binnen de beoogde onderzoeksgroep van 1000 respondenten. Vervolgens is gekeken welke studies per faculteit konden worden bezocht en ook hier is rekening gehouden met de grootte van de verschillende opleidingen. Hierdoor werd voorkomen dat een relatief kleine opleiding een groot deel zou uitmaken van de respondenten van een faculteit. Via Osiris zijn de roosters van de opleidingen opgezocht en werd er gepland bij welke colleges er geënquêteerd werd. Vervolgens werd is er per contact opgenomen met de contactpersoon van de cursussen om af te stemmen op welk tijdstip het college bezocht kon worden. Het is niet bij iedere opleiding gelukt om dit contact voorafgaand aan het college te leggen, dit heeft er bij één college voor gezorgd dat er geen toestemming verleend werd. Helaas wilde de faculteit Geneeskunde (met de opleidingen Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen) geen medewerking verlenen aan het onderzoek, deze gegevens ontbreken dan ook in de resultaten. Om deze reden is de verhouding tussen de faculteiten in het onderzoek lichtelijk anders dan de werkelijke verhoudingen en heeft de uiteindelijke steekproef geen grootte van 1000 maar 914 respondenten Pretest Er is een pretest afgenomen onder 10 respondenten waarbij alle faculteiten vertegenwoordigd waren. Ook is de oorspronkelijke vragenlijst besproken met de Raad van Advies. Op basis van het verkregen commentaar zijn enkele aanpassingen gedaan, zoals de volgorde van de onderwerpen en toevoegen van een ruimte voor extra opmerkingen Enquête De enquête werd geopend met vragen naar enkele demografische gegevens, namelijk geslacht, leeftijd, opleiding, het aantal behaalde EC (studiepunten) en het eindcijfer voor Engels op de middelbare school. Om de drie aanbevelingen van de Onderwijsraad te kunnen onderzoeken bevatte de enquête drie onderwerpen. Het eerste onderwerp Engels in het hoger onderwijs bevat stellingen die aangeven hoe belangrijk Nederlands en Engels in de opleiding en in het latere werk zijn, hoe studenten denken over het gebruik van talen in de opleiding en of ze op de hoogte zijn van het beleid van de Universiteit Utrecht. Het tweede onderwerp Engelse vaardigheden van niet- Engelse docenten betrof stellingen over het belang van Engelse vaardigheden van docenten en de invloed daarvan op de kwaliteit van het onderwijs. Het derde onderwerp Engelse vaardigheden van studenten betrof stellingen over de eigen Engelse vaardigheden, de huidige en gewenste begeleiding hierbij en interesse in mogelijkheden om deze vaardigheden te verbeteren. Tot slot konden studenten nog aanvullende opmerkingen opschrijven en aangeven of ze op de hoogte gebracht wilden worden van de resultaten. Indien zij dit wilden, werd om het adres gevraagd. De adressen zijn apart van de antwoorden verwerkt en werden dus niet gekoppeld aan elkaar. Zie voor de volledige enquête Bijlage 2. 17

19 3.1.4 Participanten Het onderzoek is uitgevoerd onder 914 participanten, waarvan 605 vrouwen (66.20%), 285 mannen (31.20%) en 24 onbekend (2.60%). De leeftijd varieerde tussen 17 en 39 jaar (M=20.32, SD=2.14). Gemiddeld heeft men EC behaald (SD=52.82) en was het gemiddelde eindcijfer voor Engels op de middelbare school een 7.20 (SD=0.59). Zie Tabel 3.1 in Bijlage 3 voor een schematische weergave van alle cijfers. Het merendeel van de participanten heeft Nederlands als moedertaal (92.70%), een combinatie van Nederlands en Engels (1.40%), alleen Engels (0.40%) of anders (5.30%). Zie Figuur 3.1 in Bijlage 3 voor de grafische weergave. Binnen de steekproef is getracht de verhouding van het werkelijke aantal studenten per faculteit te behouden. Dit zijn de faculteiten Bètawetenschappen, Diergeneeskunde, Geesteswetenschappen, Geowetenschappen, Recht, Economie, Bestuur en Organisatie (REBO) en Sociale Wetenschappen. De verhoudingen binnen het onderzoek komen vrijwel overeen met de werkelijke verhoudingen wanneer de faculteit Geneeskunde buiten beschouwing wordt gelaten. Zie Figuur 3.2 voor de grafische weergave van het percentage studenten per faculteit en zie Tabel 3.2 in Bijlage 3 voor de aantallen en percentages voor de samenstelling van de steekproef. Zie Tabel 3.3 in Bijlage 3 voor een overzicht van welke specifieke bacheloropleidingen de participanten volgden Werkelijke verhouding Gewenste verhouding (zonder Geneeskunde) Uiteindelijke verhouding Figuur 3.2 Grafische weergave van de gewenste en uiteindelijke verhouding studentaantallen tussen faculteiten, uitgedrukt in percentages (N=912). 18

20 4. Analyse 4.1 Engels in het hoger onderwijs: resultaten voor aanbeveling 1 De eerste onderzoeksvraag was of studenten vinden dat de Universiteit Utrecht een duidelijke en gemotiveerde visie heeft op internationalisering en het daaruit voortvloeiende gebruik van talen binnen de instelling. Tevens werd onderzocht of deze visie op een heldere wijze wordt gecommuniceerd. Allereerst worden de resultaten over het beleid van de UU besproken. Vervolgens wordt besproken hoe studenten denken over Engels in het hoger onderwijs. Het beleid van de Universiteit Utrecht omtrent Engelse taal in het onderwijs Om het antwoord op deze vraag te kunnen geven, werd er eerst gecontroleerd of studenten op de hoogte zijn van de visie. Dit werd gedaan met de stelling Ik ben op de hoogte van het beleid van de Universiteit Utrecht over het gebruik van Engels in het onderwijs. Het bleek dat de meerderheid van de studenten (74.10%) hier Helemaal oneens of Oneens op heeft geantwoord. Zie Figuur voor de grafische weergave. Figuur Verhouding van gegeven antwoorden op de stelling Ik ben op de hoogte van het beleid van de Universiteit Utrecht over het gebruik van Engels in het onderwijs (N=889, 95% betrouwbaarheidsinterval). Ondanks dat de meerderheid van de studenten niet op de hoogte is van het beleid, kon wel worden onderzocht of binnen opleidingen naar het beleid wordt gehandeld. Het International Office van de Universiteit heeft aangegeven dat het gebruik van Engels mede wordt bepaald door het toekomstig werkveld. Om te na te gaan of studenten deze uitspraak konden bevestigen, werd er onderzocht of er een verband is tussen het belang van Engels in de opleiding en Engels in het latere werkveld. 19

21 Er bleek inderdaad een verband te zijn tussen de beoordeling van de stellingen Het is in mijn studie belangrijk om Engels goed te beheersen en Ik verwacht dat het belangrijk is in mijn latere werk het Engels goed te beheersen 1. Dit betekent dat Engels in de opleiding belangrijker is, naarmate de verwachting over het belang van Engels in het latere werkveld groter is. Ook bleek er een verband te zijn tussen het belang van Nederlands in de opleiding en het belang van Nederlands in het latere werk 2. Er werd geen verband gevonden tussen het belang van Engels in de opleiding en de stelling Ik verwacht dat het belangrijk is in mijn latere werk het Nederlands goed te beheersen. Dit houdt in dat het belang van Engels in de opleiding los staat van de verwachting over het belang Nederlands in het latere werk. Zie Tabel in Bijlage 3 voor de gemiddelden en de correlaties tussen de stellingen. Vervolgens is onderzocht of het verband tussen taal in de opleiding en taal in het latere werk bij alle faculteiten is terug te vinden. Dit bleek alleen bij Geowetenschappen niet het geval. Engels in het hoger onderwijs Naast het beleid van de UU is ook nagegaan hoe studenten denken over het gebruik van Engels in het hoger onderwijs. Ten eerste is de stelling Ik vind het belangrijk dat Engels de voertaal is of wordt in het hoger onderwijs voorgelegd. De studenten waren verdeeld over deze stelling. Zie Figuur voor de grafische weergave van de gegeven antwoorden. Figuur Verhouding van gegeven antwoorden op de stelling Ik vind het belangrijk dat Engels de voertaal is of wordt in het hoger onderwijs (N=911, 95% betrouwbaarheidsinterval). 1 Pearson r=.17, p=.00. Doordat de onderzoeksgroep groot is, wordt voldaan aan de assumptie van normale verdeling en is de Pearson r van toepassing. Dit geldt voor alle berekende Pearson correlatiecoëfficiënten. 2 Pearson r=.47, p=

22 Aangezien studenten verschillen in de hoeveelheid Engelse onderdelen die zij krijgen aangeboden in hun opleiding is het zinvol om te onderzoeken welk verband er is tussen de beoordeling van de stellingen en de hoeveelheid Engels die een student in zijn opleiding heeft. De studenten hebben een schatting gemaakt van hoeveel procent van de onderwijsonderdelen in hun opleiding in het Engels wordt aangeboden. Hieruit bleek dat voornamelijk literatuur in het Engels wordt aangeboden. Met alle onderdelen (hoorcolleges, werkcolleges, literatuur, schrijfopdrachten en presentatie-opdrachten) is een totaalscore berekend van de hoeveelheid Engelse onderdelen. Hoe meer Engelse onderdelen een student krijgt aangeboden, hoe hoger de totaalscore. Zie Figuur voor de gemiddelde hoeveelheid Engelse onderdelen per faculteit. Zie Figuur tot Figuur en Tabel in Bijlage 3 voor de gemiddelde hoeveelheid gedifferentieerd naar de vijf onderwijsonderdelen voor de gehele onderzoeksgroep en per faculteit. Figuur Gemiddelde hoeveelheid Engelse onderdelen per faculteit. Scoreverdeling: 1=0-20%, 2=20-40%, 3=40-60%, 4=60-80%, 5=80-100% (N=908, 95% betrouwbaarheidsinterval). De hoeveelheid Engelse onderdelen in de opleiding bleek gerelateerd aan hoe door de gehele onderzoeksgroep werd gedacht over het gebruik van talen in het onderwijs. Hoe meer onderdelen studenten in het Engels kregen aangeboden, hoe meer zij het eens waren met de stelling Ik vind het belangrijk dat Engels de voertaal is of wordt in het hoger onderwijs 3. Wanneer per faculteit werd gekeken, bleek dat studenten van Bètawetenschappen en Geowetenschappen dit belangrijker vonden dan studenten van de overige faculteiten 4. Deze twee faculteiten bieden ook het meeste onderwijs in het Engels aan 5. Diergeneeskunde beoordeelde de stelling het laagst in vergelijking met de overige faculteiten 4. Deze faculteit gebruikt ook het minste Engels in het onderwijs 5. 3 Pearson r=.26, p= Eenweg-ANOVA: F(5,907)=13.52, p=.00, met Bonferroni post hoc analyse. 5 Eenweg-ANOVA: F(5,904)=16.39, p=.00, met Bonferroni post hoc analyse. 21

23 Tevens is de stelling Ik vind het belangrijk dat hoger onderwijs in het Nederlands gevolgd kan worden voorgelegd. Hier bleek het merendeel van de gehele onderzoeksgroep het mee Eens (47.08%) en 28.67% was het Helemaal eens met de stelling. Zie Figuur voor de grafische weergave van de gegeven antwoorden. Ook bij deze stelling bleek dat studenten het minder eens waren naarmate ze meer onderwijs in het Engels kregen 6. Deze stelling werd lager beoordeeld door studenten van Bètawetenschappen en Geowetenschappen dan de overige faculteiten 7. Figuur Verhouding van gegeven antwoorden op de stelling Ik vind het belangrijk dat hoger onderwijs in het Nederlands gevolgd kan worden (N=907, 95% betrouwbaarheidsinterval). Tot slot is er onderzocht of studenten bij hun inschrijving op de hoogte waren van de hoeveelheid Engels die in hun opleiding gebruikt wordt. Ook hier bleken studenten verdeeld: 29.41% was het Eens met de stelling en 28.62% was het Oneens. Zie Figuur voor de grafische weergave van de gegeven antwoorden. Naarmate studenten meer Engels onderwijs krijgen, waren zij ook bij hun inschrijving beter op de hoogte van de hoeveelheid Engels 8. Ondanks dat de faculteiten verschillen in de hoeveelheid Engelse onderwijs die zij aanbieden, verschilden ze onderling niet in de mate waarin de studenten bij hun inschrijving op de hoogte waren van de hoeveelheid Engels in hun opleiding. 6 Pearson r=-.17, p=.00 7 Eenweg-ANOVA: F(5,903)=15.19, p=.00, met Bonferroni post hoc analyse. 8 Pearson r=.14, p=

24 Figuur Verhouding van gegeven antwoorden op de stelling Ik was bij mijn inschrijving op de hoogte van de hoeveelheid Engels die in mijn opleiding wordt gebruikt (N=891, 95% betrouwbaarheidsinterval). 23

25 4.2 Engelse vaardigheden van niet-engelse docenten: resultaten voor aanbeveling 2 De tweede onderzoeksvraag was of studenten vinden dat de Universiteit Utrecht de kwaliteit van het Engelstalige onderwijs bevordert, handhaaft en bewaakt. Er is voornamelijk gekeken naar de samenhang tussen de Engelse vaardigheden van niet-engelse docenten en de kwaliteit van onderwijs. Ook is onderzocht of de beoordeling van de Engelse vaardigheden van de docent gerelateerd was aan de hoeveelheid Engels die een student in zijn opleiding krijgt en het niveau van de Engelse vaardigheden van de student. Met de stelling De niet-engelse docent heeft voldoende Engelse vaardigheden om de cursusstof op mij over te brengen is 54.99% het Eens of Helemaal eens % is het Oneens of Helemaal oneens en 27.69% is neutraal. Met de stelling Engelse vaardigheden van de niet-engelse docent leiden mij tijdens het college af van de inhoud bleek 40.03% het Eens of Helemaal eens te zijn, 32.62% Oneens of Helemaal mee oneens, en 27.36% neutraal. De derde stelling De kwaliteit van de Engelse colleges is afhankelijk van de Engelse vaardigheden van de docent was 67.32% het Eens of Helemaal eens, 11.28% was het Oneens of Helemaal oneens en 21.50% was neutraal. Tot slot bleek dat met de stelling De kwaliteit van mijn Engelse colleges is afhankelijk van de inhoud van het college 61.44% het Eens of Helemaal eens was, 10.24% Oneens of Helemaal oneens en 28.31% was neutraal. Zie Figuur tot Figuur voor de grafische weergave van deze resultaten.. Figuur Verhouding van gegeven antwoorden op de stelling De niet-engelse docent heeft voldoende Engelse vaardigheden om de cursusstof goed op mij over te brengen (95% betrouwbaarheidsinterval). 24

26 Figuur Verhouding van gegeven antwoorden op de stelling Engelse vaardigheden van de niet-engelse docent leiden mij tijdens college af van de inhoud (95% betrouwbaarheidsinterval). Figuur Verhouding van gegeven antwoorden op de stelling De kwaliteit van mijn Engelse colleges is grotendeels afhankelijk van de Engelse vaardigheden van de docent (95% betrouwbaarheidsinterval). 25

27 Figuur Verhouding van gegeven antwoorden op de stelling De kwaliteit van mijn Engelse colleges is afhankelijk van de inhoud van het college (95% betrouwbaarheidsinterval). In het algemeen bleek dat de kwaliteit van het college meer afhankelijk wordt van de inhoud naarmate de docent meer voldoende Engelse vaardigheden heeft om de cursusstof goed over te brengen 9. Naarmate de Engelse vaardigheden van een docent slechter zijn, leiden ze meer af 10 en wordt de kwaliteit van het college meer afhankelijk van de Engelse vaardigheden 11. Aangezien de studenten verschillen in de hoeveelheid Engels die in hun opleiding wordt gebruikt, is onderzocht of de beoordeling van de Engelse vaardigheden van de docent gerelateerd is aan de hoeveelheid Engels in de opleiding. Ook werd er gekeken naar het verschil tussen faculteiten. Hierbij is het belangrijk om te weten dat Bètawetenschappen, Geowetenschappen en REBO de meeste Engelse hoorcolleges bieden, gevolgd door Geesteswetenschappen en Sociale Wetenschappen die hier minder gebruik van maken en tot slot Diergeneeskunde die de minste Engelse hoorcolleges aanbiedt. Er was geen verband tussen de hoeveelheid Engels die een student krijgt en de beoordeling van de stelling De niet-engelse docent heeft voldoende Engelse vaardigheden om de cursusstof goed op mij over te brengen. Dit betekent dat studenten die veel of weinig Engels in hun opleiding krijgen, de stelling hetzelfde beoordelen. De studenten van Bètawetenschappen, Geesteswetenschappen, REBO en Sociale Wetenschappen beoordeelden de stelling De niet-engelse docent heeft voldoende Engelse vaardigheden om de cursusstof goed op mij over te brengen hetzelfde. De studenten van Geowetenschappen en Diergeneeskunde beoordeelden de stelling lager. Dit betekent dat de studenten van Geowetenschappen en Diergeneeskunde Engelse vaardigheden van de niet-engelse 9 Pearson r=.13, p< Pearson r=-.54, p= Pearson r=-.21, p=.00 26

28 docent om cursusstof goed over te brengen minder goed vinden dan de overige faculteiten. Zie Figuur Figuur voor de grafische weergave van deze resultaten 12. Figuur Gemiddelde score per faculteit op de stelling De niet-engelse docent heeft voldoende Engelse vaardigheden om de cursusstof op mij over te brengen (95% betrouwbaarheidsinterval). Er was wel een verband tussen de hoeveelheid Engels onderwijs en de mate waarin de vaardigheden van niet-engelse docenten afleiden tijdens college 13. Studenten die meer Engels in hun opleiding krijgen, zijn ook meer afgeleid door de Engelse vaardigheden van niet-engelse docenten. Ook waren er verschillen tussen de faculteiten 14. De studenten van Geowetenschappen en Diergeneeskunde beoordeelden de stelling het hoogst. De studenten van Bètawetenschappen, Geesteswetenschappen, REBO en Sociale Wetenschappen beoordeelden de stelling alle vier hetzelfde, maar lager dan de eerste twee faculteiten. Dit betekent dat bij studenten van Diergeneeskunde en Geowetenschappen de Engelse vaardigheden van de niet-engelse docent het meest afleiden. Zie Figuur Figuur voor de grafische weergave van deze resultaten. 12 Eenweg-ANOVA: F(5,758)=12.12, p=.00, met Games-Howell post hoc analyse i.v.m. ongelijke varianties. 13 Pearson r=.11, p< Eenweg-ANOVA: F(5,739)=7.92, p=.00, met Games-Howell post hoc analyse i.v.m. ongelijke varianties. 27

29 Figuur Gemiddelde score per faculteit op de stelling Engelse vaardigheden van de niet- Engelse docent leiden mij tijdens college af van de inhoud (95% betrouwbaarheidsinterval). Er was geen verband tussen de hoeveelheid Engels en de beoordeling van de stelling De kwaliteit van mijn Engelse colleges is grotendeels afhankelijk van de Engelse vaardigheden van de docent. Studenten die veel of weinig Engels in hun opleiding krijgen, beoordelen de mate waarin de kwaliteit van een college afhankelijk is van de Engelse vaardigheden hetzelfde. Er was wel een verschil tussen de faculteiten 15. De studenten van Diergeneeskunde en Geowetenschappen beoordeelden de stelling het hoogst. Geowetenschappen beoordeelde de stelling significant hoger dan Bètawetenschappen en Geesteswetenschappen. De overige faculteiten beoordeelden de stelling lager en vergelijkbaar. Zie Figuur Figuur voor de grafische weergave van deze resultaten. 15 Eenweg-ANOVA: F(5,661)=3.13, p<.01, met Games-Howell post hoc analyse i.v.m. ongelijke varianties. 28

30 Figuur Gemiddelde score per faculteit op de stelling De kwaliteit van mijn Engelse college is grotendeels afhankelijk van de Engelse vaardigheden van de docent (95% betrouwbaarheidsinterval). Er was geen verband tussen de hoeveelheid Engels en de beoordeling van de stelling De kwaliteit van mijn Engelse colleges is afhankelijk van de inhoud van het college. Ook waren er geen verschillen tussen de faculteiten. Dit betekent dat studenten hetzelfde dachten over de mate waarin kwaliteit van een Engels college afhankelijk is van de inhoud van het college. Zie Figuur Figuur voor de grafische weergave van deze resultaten Eenweg-ANOVA: F(5,660)=2.45, p<.05, met Bonferroni post hoc analyse. 29

31 Figuur Gemiddelde score per faculteit op de stelling De kwaliteit van mijn Engelse college is afhankelijk van de inhoud van het college (95% betrouwbaarheidsinterval). Tot slot werd onderzocht of de beoordeling van de Engelse vaardigheden van docenten gerelateerd was aan de Engelse vaardigheden van de student zelf. Dit bleek niet zo te zijn. 30

32 4.3 Engelse vaardigheden van studenten: resultaten voor aanbeveling 3 De derde onderzoeksvraag was of de Universiteit Utrecht zorgt voor een goede beheersing van het Engels bij studenten die recht doet aan academische eisen. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, werden studenten gevraagd naar de beoordeling van hun eigen Engelse vaardigheden en de beoordeling over de huidige en gewenste begeleiding. Hiernaast werd onderzocht of studenten op de hoogte zijn van de mogelijkheden die er zijn om Engelse vaardigheden te ontwikkelen zoals een cursus Academisch Engels aan de UU of aan taalinstituut Babel. Tot slot werd onderzocht of studenten interesse zouden hebben in deze mogelijkheden. Ten eerste zijn drie stellingen voorgelegd, namelijk Mijn Engelse vaardigheden zijn toereikend genoeg om mijn opleiding te volgen, Ik word momenteel voldoende begeleid bij de ontwikkeling van mijn Engelse vaardigheden en Ik zou graag (extra) training voor mijn Engelse vaardigheden krijgen binnen mijn opleiding (dus verplicht). In deze stellingen werd onderscheid gemaakt tussen de vaardigheden lezen, schrijven, spreken en luisteren. De stellingen zullen afzonderlijk besproken worden. Zie Tabel in Bijlage 3 voor de verhouding van de gegeven antwoorden in percentages. Mijn Engelse vaardigheden zijn toereikend genoeg om mijn opleiding te volgen De stelling werd over het algemeen hoog beoordeeld. Voor iedere vaardigheid was het merendeel van de studenten het Eens of Helemaal eens. Zie Figuur tot Figuur voor de grafische weergave van de gegeven antwoorden per taalvaardigheid. Figuur Verhouding gegeven antwoorden op de stelling Mijn Engelse vaardigheden zijn toereikend genoeg om mijn opleiding te volgen voor de vaardigheid lezen (N=898, 95% betrouwbaarheidsinterval). 31

33 Figuur Verhouding gegeven antwoorden op de stelling Mijn Engelse vaardigheden zijn toereikend genoeg om mijn opleiding te volgen voor de vaardigheid schrijven (N=872, 95% betrouwbaarheidsinterval). Figuur Verhouding gegeven antwoorden op de stelling Mijn Engelse vaardigheden zijn toereikend genoeg om mijn opleiding te volgen voor de vaardigheid spreken (N=861, 95% betrouwbaarheidsinterval). 32

34 Figuur Verhouding gegeven antwoorden op de stelling Mijn Engelse vaardigheden zijn toereikend genoeg om mijn opleiding te volgen voor de vaardigheid luisteren (N=878, 95% betrouwbaarheidsinterval). Ik word momenteel voldoende begeleid bij de ontwikkeling van mijn Engelse vaardigheden Deze stelling werd voor alle vaardigheden vrij laag beoordeeld. Veel studenten waren het oneens met de stelling voor de vaardigheden schrijven, spreken en luisteren. Voor de vaardigheid lezen waren de meningen meer verdeeld. Zie Figuur tot Figuur voor de grafische weergave van de gegeven antwoorden. 33

35 Figuur Verhouding gegeven antwoorden op de stelling Ik word momenteel voldoende begeleid bij de ontwikkeling van mijn Engelse vaardigheden voor de vaardigheid lezen (N=738, 95% betrouwbaarheidsinterval). Figuur Verhouding gegeven antwoorden op de stelling Ik word momenteel voldoende begeleid bij de ontwikkeling van mijn Engelse vaardigheden voor de vaardigheid schrijven (N=711, 95% betrouwbaarheidsinterval). 34

36 Figuur Verhouding gegeven antwoorden op de stelling Ik word momenteel voldoende begeleid bij de ontwikkeling van mijn Engelse vaardigheden voor de vaardigheid spreken (N=706, 95% betrouwbaarheidsinterval). Figuur Verhouding gegeven antwoorden op de stelling Ik word momenteel voldoende begeleid bij de ontwikkeling van mijn Engelse vaardigheden voor de vaardigheid luisteren (N=707, 95% betrouwbaarheidsinterval) 35

37 Ik zou graag (extra) training voor mijn Engelse vaardigheden krijgen binnen mijn opleiding (dus verplicht Op deze stelling werd zeer wisselend gereageerd door studenten. Verplichte training binnen de opleiding bleek niet voor iedereen wenselijk. Alleen voor de vaardigheid lezen lijkt de meerderheid training binnen de opleiding wenselijk te vinden. Zie Figuur tot Figuur voor de grafische weergave. Figuur Verhouding gegeven antwoorden op de stelling Ik zou graag (extra) training voor mijn Engelse vaardigheden krijgen binnen mijn opleiding (dus verplicht) voor de vaardigheid lezen (N=884, 95% betrouwbaarheidsinterval). 36

38 Figuur Verhouding gegeven antwoorden op de stelling Ik zou graag (extra) training voor mijn Engelse vaardigheden krijgen binnen mijn opleiding (dus verplicht) voor de vaardigheid schrijven (N=874, 95% betrouwbaarheidsinterval). Figuur Verhouding gegeven antwoorden op de stelling Ik zou graag (extra) training voor mijn Engelse vaardigheden krijgen binnen mijn opleiding (dus verplicht) voor de vaardigheid spreken (N=872, 95% betrouwbaarheidsinterval). 37

39 Figuur Verhouding gegeven antwoorden op de stelling Ik zou graag (extra) training voor mijn Engelse vaardigheden krijgen binnen mijn opleiding (dus verplicht) voor de vaardigheid luisteren (N=873, 95% betrouwbaarheidsinterval) Ook zijn er twee negatief geformuleerde stellingen voorgelegd omtrent de Engelse vaardigheden. Met de stelling Ik heb moeite met het begrijpen van Engelse onderdelen in mijn opleiding was 11.20% het Eens of Helemaal eens. Met de stelling Ik voldoe naar mijn idee niet aan het niveau van Engelse taalvaardigheid om mijn opleiding af te kunnen ronden is 13.20% het Eens of Helemaal eens. Verder is onderzocht of studenten op de hoogte zijn van mogelijkheden van begeleiding buiten de opleiding met de stelling Ik ben op de hoogte van de mogelijkheden die de UU biedt waarbij ik zelf kan kiezen om naast mijn opleiding mijn Engelse vaardigheden te verbeteren. Van de studenten was 76.20% het Oneens of Helemaal oneens met de stelling, 12.50% was neutraal en 11.30% was het Eens of Helemaal eens. Zie Figuur voor de grafische weergave van deze percentages. 38

40 Figuur Percentages van gegeven antwoorden op de stelling Ik ben op de hoogte van mogelijkheden die de UU biedt waarbij ik zelf kan kiezen om naast mijn opleiding mijn Engelse vaardigheden te verbeteren (N=879, 95% betrouwbaarheidsinterval). Het bleek dat naarmate iemand meer moeite heeft met de Engelse onderdelen in zijn opleiding, minder tevreden is over de begeleiding bij Engels binnen de opleiding 17. De moeite die iemand heeft met de Engelse onderdelen was niet gerelateerd aan de mate waarin hij op de hoogte is van mogelijkheden die de UU biedt om de Engelse vaardigheden te verbeteren. Er bleek wel een verband te zijn tussen de mate waarin iemand op de hoogte is van mogelijkheden en de beoordeling van de stelling Ik voldoe naar mijn idee niet aan het niveau van Engelse taalvaardigheid om mijn opleiding af te kunnen ronden 18. Samengevat betekent dit dat naarmate iemand meer moeite heeft met de Engelse onderdelen hij niet beter op de hoogte is van de mogelijkheden om de Engelse vaardigheden te verbeteren. Pas wanneer iemand het idee heeft niet te voldoen aan het niveau dat de opleiding vereist, is iemand wel beter op de hoogte van de mogelijkheden. Ongeacht of de studenten op de hoogte zijn van welke mogelijkheden er zijn om de Engelse vaardigheden naast hun opleiding te verbeteren, is onderzocht of zij interesse zouden hebben in dergelijke mogelijkheden. Dit werd gemeten met de vraag Ben je geïnteresseerd in mogelijkheden om je Engelse vaardigheden te verbeteren?. Het antwoord Ja, ik maak er gebruik van werd door 1.00% gegeven, Ja, ik wil graag extra training werd door 28.40% gegeven, Ja, want (met extra invulmogelijkheid voor de specifieke reden, zoals Ik loop tegen het begrijpen van de Engelse teksten aan en Ik wil mijn Engelse vaardigheden nog meer verbeteren en perfectioneren ) werd 17 Pearson r=-.16, p= Pearson r=.08, p<

41 door 5.90% gegeven. Het antwoord Nee, ik heb hier al gebruik van gemaakt werd door 2.40% gegeven, Nee, ik heb geen extra training nodig werd door 53.80% gegeven en Nee, want (met extra invulmogelijkheid voor de specifieke reden werd door 8.50% gegeven (zoals Daar heb ik geen tijd voor naast mijn studie, anders had ik het misschien wel gedaan en Ik heb nog geen problemen ondervonden met mijn niveau van Engels ). Zie Figuur voor de grafische weergave van de gegeven antwoorden. Deze groepen verschillen onderling niet op het aantal EC, dus naarmate een student verder gevorderd is in de opleiding is de trainingsbehoefte niet anders 19. Figuur Verhouding van gegeven antwoorden op de vraag Ben je geïnteresseerd in mogelijkheden om je Engelse vaardigheden te verbeteren? (N=870, 95% betrouwbaarheidsinterval). Vervolgens is gekeken naar het effect van training op de beoordeling van Engelse vaardigheden. Wanneer de groepen werden vergeleken in hun beoordeling van de Engelse vaardigheden, bleek er een significant verschil te zijn tussen de groepen 20. Het bleek dat de groep die interesse in training heeft de Engelse vaardigheden significant lager beoordeelt dan de groep die geen training nodig heeft of om een andere reden geen interesse heeft. De groep die geen interesse heeft in training om een zelf opgegeven reden beoordeelde de Engelse vaardigheden lager dan de groep die geen training nodig heeft. Opvallend is dat de groep die al training heeft gehad de Engelse vaardigheden niet hoger of lager beoordeelt dan de groepen die interesse hebben in training of er momenteel gebruik van maken. Zie Figuur voor de grafische weergave van de groepsverschillen en Tabel in Bijlage 3 voor alle resultaten eenweg-anova: F(5,781)=1.23, p= eenweg-anova: F(5,855)=26,65, p= verkregen met een LSD post hoc test 40

42 Figuur Gemiddelde op de stelling Mijn Engelse vaardigheden zijn toereikend genoeg om mijn opleiding te kunnen volgen (N=900, 95% betrouwbaarheidsinterval, Minimum=4, Maximum=20). Er zijn geen groepsverschillen gevonden in de mate waarin men op de hoogte is van mogelijkheden om Engelse vaardigheden buiten hun opleiding te verbeteren 22. Tot slot correleert de wens voor extra verplichte begeleiding binnen de opleiding negatief met de hoogte van het eindcijfer voor Engels 23. Het aantal behaalde EC heeft een positief verband met de mate waarin iemand zijn eigen Engelse vaardigheden voldoende vindt om de opleiding te volgen 24 maar ook met de wens voor verplichte begeleiding binnen de opleiding 25. Hoe hoger het eindcijfer voor Engels, hoe lager de wens voor verplichte begeleiding 26. Resultaten van afzonderlijke faculteiten De Engelse vaardigheden werden gemiddeld het hoogst beoordeeld door de studenten van Bètawetenschappen, gevolgd door Geesteswetenschappen. Sociale Wetenschappen beoordeelde de Engelse vaardigheden het laagst van alle faculteiten, en significant lager dan Bètawetenschappen en Geesteswetenschappen 27. Zie Figuur voor de grafische weergave. 22 eenweg-anova: F(5,836)=3.39, p<.01, Games-Howell post hoc analyse was niet significant 23 r=-.29, p= (r=.15, p= r=.07, p< r=-.29, p= Eenweg-ANOVA: F(5,896)=4.39, p<.01, met Games-Howell post hoc analyse i.v.m. ongelijke varianties. 41

43 Figuur Gemiddelde per faculteit op de stelling Mijn Engelse vaardigheden zijn toereikend genoeg om mijn opleiding te kunnen volgen (N=900, 95% betrouwbaarheidsinterval, Minimum=4, Maximum=20). De begeleiding werd tussen faculteiten vergelijkbaar beoordeeld. Alleen Sociale Wetenschappen beoordeelde de begeleiding significant lager dan Bètawetenschappen 28. Zie Figuur voor de grafische weergave. 28 Eenweg-ANOVA: F(5,739)=2.94, p<.05, met Bonferroni post hoc analyse. 42

44 Figuur Gemiddelde per faculteit op de stelling Ik word momenteel in mijn opleiding voldoende begeleid bij de ontwikkeling van mijn Engelse vaardigheden (N=742, 95% betrouwbaarheidsinterval, Minimum=4, Maximum=20). Ook de wens voor verplichte begeleiding verschilde per faculteit 29. De studenten van Bètawetenschappen beoordeelde deze stelling lager dan de overige faculteiten, met uitzondering van Geowetenschappen. Zie Figuur voor de grafische weergave. 29 Eenweg-ANOVA: F(5,882)=7.28, p=.00, met Bonferroni post hoc analyse. 43

45 Figuur Gemiddelde per faculteit op de stelling Ik zou graag (extra) training voor mijn Engelse vaardigheden krijgen binnen mijn opleiding (dus verplicht) (N=886, 95% betrouwbaarheidsinterval, Minimum=4, Maximum=20). Er werden ook verschillen tussen faculteiten gevonden in de mate waarin studenten op de hoogte waren van welke mogelijkheden ze zelf hadden 30. Bètawetenschappen en Geowetenschappen beoordeelden de stelling significant lager dan Geesteswetenschappen en REBO. Geowetenschappen beoordeelde de stelling ook significant lager dan Sociale Wetenschappen. Zie Figuur voor de grafische weergave. 30 Eenweg-ANOVA: F(5,875)=5.62, p=.00, met Games-Howell post hoc analyse i.v.m. ongelijke varianties. 44

46 Figuur Gemiddelde per faculteit op de stelling Ik ben op de hoogte van de mogelijkheden die de UU biedt waarbij ik zelf kan kiezen om naast mijn opleiding mijn Engelse vaardigheden te verbeteren (N=879, 95% betrouwbaarheidsinterval). Interesse in training per faculteit Het bleek dat studenten van de faculteit Sociale Wetenschappen de meeste interesse hebben in training van hun Engelse taalvaardigheden, namelijk 44.90%. Deze faculteit wordt gevolgd door de faculteit Diergeneeskunde waar 42.90% van de studenten aangeeft geïnteresseerd te zijn in training. Deze faculteit heeft ook de meeste studenten die al gebruik hebben gemaakt van extra training, namelijk 4.30%. Bij de faculteit REBO heeft 40.00% van de studenten interesse in extra training. Dit wordt gevolgd door Geowetenschappen (32.90%) en Geesteswetenschappen (31.30%). De faculteit met het kleinste percentage studenten dat interesse heeft in training is Bètawetenschappen. Hier geeft 21.40% geïnteresseerd te zijn. 45

47 5. Conclusie en discussie In deze conclusie wordt teruggegrepen op de drie aanbevelingen van de Onderwijsraad. Er zal per aanbeveling worden besproken of de Universiteit Utrecht voldoet aan de criteria. Daarbij wordt besproken of dit beeld wordt herkend door studenten en hoe zij het Engelstalig bacheloronderwijs beoordelen. Tevens wordt er per aanbeveling besproken welke implicaties er zijn voor de praktijk. Er worden enkele aanbevelingen gedaan aan de UU en tot slot zullen de beperkingen van het onderzoek worden besproken. 1. Ieder instellingsbestuur formuleert een duidelijke en gemotiveerde visie op internationalisering en het daaruit voortvloeiend gebruik van talen binnen zijn instelling en communiceert deze visie op een heldere wijze De Universiteit Utrecht heeft een duidelijke en gemotiveerde visie op internationalisering, zoals te lezen is in de Gedragscode Taal (Universiteit Utrecht, 2004). Er wordt bij het gebruik van Engels in het onderwijs gelet op de aard van het onderwijs en op de taal van het toekomstig werkveld. Driekwart van de bachelorstudenten geeft aan niet van dit beleid op de hoogte te zijn, maar desondanks bevestigt het onderzoek onder studenten wel dat er binnen de opleidingen naar het beleid wordt gehandeld. Als wordt verwacht dat in het latere werkveld een goede beheersing van Engels nodig is, is Engels ook belangrijk in de opleiding. Als wordt verwacht dat Nederlands in het werk belangrijk is, is Engels minder belangrijk in de opleiding. Deze resultaten werden ook voor de faculteiten gevonden, met uitzondering van de faculteit Geowetenschappen. Hier werd geen verband gevonden tussen het gebruik van Engels in de opleiding en Engels in het latere werkveld. Naast het beleid van de UU is ook onderzocht hoe studenten in het algemeen denken over het gebruik van talen in de bacheloropleiding. Studenten denken zeer wisselend over de wenselijkheid van Engels als voertaal van het hoger bacheloronderwijs. Ongeveer een derde is het Eens of Helemaal eens, een derde is Neutraal en een derde is het Oneens of Helemaal oneens met de stelling. Het blijkt dat studenten die meer Engels in hun opleiding krijgen het ook meer eens zijn met Engels als voertaal. Driekwart van de bachelorstudenten vindt het belangrijk dat hoger onderwijs in het Nederlands gevolgd kan worden. Hier geldt het verband dat studenten die meer onderwijs in het Engels krijgen het minder belangrijk vinden dat hoger onderwijs in het Nederlands gevolgd kan worden. Voor studenten blijkt het belangrijk zijn om zelf een keuze te kunnen maken tussen Engels en Nederlands als voertaal. Dit wetende, is heldere communicatie over het beleid omtrent talen binnen het onderwijs van groot belang. Een student kan met die informatie een gefundeerde keuze maken voor een bacheloropleiding. Echter, uit het onderzoek blijkt dat een derde van de studenten voor hun inschrijving niet op de hoogte was van de hoeveelheid Engels die in hun bacheloropleiding wordt gebruikt. Dit is een relatief klein deel, maar hier valt nog wel winst te behalen. Wanneer studenten meer realistische verwachtingen hebben van de hoeveelheid Engelse taal in hun opleiding, zal hun keuze beter gefundeerd zijn en kunnen ze zich eventueel voorbereiden. Dit is in 46

48 het belang van de student, maar ook van de Universiteit aangezien dit het risico ook uitval kan verminderen. De aanbeveling aan de Universiteit Utrecht is dan ook om niet het beleid te veranderen, maar de communicatie hierover naar de student. Het gaat hierbij niet zozeer om de verantwoording van het gebruik van talen, aangezien dit volgens Stichting OER niet van groot belang is voor de kwaliteit van onderwijs. Het is met name belangrijk dat de student bij zijn inschrijving op de hoogte is van de hoeveelheid Engels die in de bacheloropleiding gebruikt wordt. Dit kan al in de oriëntatiefase van aankomende studenten gebeuren. Zij kunnen worden geïnformeerd zoals nu bij de communicatie rondom matching gebeurt. Hierdoor kan de student de afweging gefundeerd maken en heeft hij eventueel nog de mogelijkheid om zijn Engelse vaardigheden te trainen en hiermee voorbereid aan de opleiding kan beginnen. Dit is niet alleen in het belang van de student, maar ook van de UU: het risico op uitval kan verkleinen waardoor de Universiteit de doelstellingen kan behalen en prestatie-afspraken worden nageleefd. 2. Bevorder, handhaaf en bewaak de kwaliteit van het Engelstalige onderwijs Uit het onderzoek blijkt dat de niet-engelse docent volgens de meerderheid van de bachelorstudenten (55.00%) voldoende vaardigheden heeft om de cursusstof op ze over te brengen. Slechts een minderheid (17.30%) vindt dat de vaardigheden onvoldoende zijn. Dit resultaat bleek niet gerelateerd aan de vaardigheden van de student zelf of van de hoeveelheid Engels onderwijs die hij in zijn opleiding krijgt. Er kan geconcludeerd worden dat het niveau van Engelse taalvaardigheid over het algemeen voldoet aan de normen van de student. Dit is zeer positief nieuws. Dit resultaat is tevens onverwacht, omdat er momenteel geen Engelse taalvaardigheidstoets voor docenten is opgenomen in de BKO (Basiskwalificatie Onderwijs). Het uitvoeren van een dergelijke toetsing wordt nu overgelaten aan de specifieke opleidingen. Uitgangspunt daarbij is dat het niveau van de Engelse vaardigheden passend moet zijn bij de aard van de opleiding (DUB, 2010). De resultaten van dit onderzoek kunnen over het algemeen bevestigen dat dit systeem werkt. Voor de beoordeling van de kwaliteit van Engelstalige colleges blijken Engelse taalvaardigheden van de docent even belangrijk als de inhoud van het college. De meningen zijn verdeeld over de mate waarin Engelse taalvaardigheden van niet-engelse docenten zouden afleiden van de inhoud. Hoewel niet verrassend, blijkt dat Engelse taalvaardigheden meer afleiden van de inhoud naarmate de docent slechtere Engelse vaardigheden heeft om de cursusstof goed over te brengen. Een beperking van dit onderzoek is dat er niet onderscheiden kon worden naar verschillende docenten. Hierdoor is de beoordeling over de Engelse taalvaardigheden van docenten samengesteld uit docenten met goede en slechte Engelse taalvaardigheid. Een suggestie voor vervolgonderzoek is dan ook om specifieke colleges te laten evalueren door studenten om het verband tussen Engelse taalvaardigheden van de docent en de kwaliteit van onderwijs te kunnen analyseren. Op basis van dit onderzoek van Stichting OER kunnen alleen algemene conclusies getrokken worden. 47

49 De aanbeveling aan de Universiteit Utrecht is om de Engelse taalvaardigheden van de niet-engelse docent steekproefsgewijs te laten evalueren door studenten. Hierdoor krijgt men een goed beeld van het verband tussen de kwaliteit van het onderwijs en het niveau van de taalvaardigheden. Nu vindt 55 procent van de bachelorstudenten het niveau van de Engelse taalvaardigheden van docenten voldoende, mogelijk wordt dit percentage dan nog hoger. 3. Zorg voor een beheersing van het Engels door studenten die recht doet aan academische eisen Studenten beoordelen hun Engelse vaardigheden over het algemeen als toereikend voor het volgen van hun bacheloropleiding. Dit is in principe positief nieuws, echter, de begeleiding binnen de opleiding wordt als onvoldoende beoordeeld. Studenten vinden het over het algemeen niet wenselijk dat begeleiding binnen de opleiding verplicht wordt, hoewel verplichte begeleiding voor schrijven op meer voor- dan tegenstanders kan rekenen. Daarentegen is een behoorlijk deel van de bachelorstudenten geïnteresseerd in mogelijkheden naast de opleiding om de Engelse vaardigheden te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn een cursus Academisch Engels van de Universiteit Utrecht zelf of van taleninstituut Babel. Het blijkt dat één procent momenteel gebruik maakt van deze mogelijkheden en 34 procent heeft hier interesse in. Ondanks deze redelijke interesse in mogelijkheden om de Engelse vaardigheden geeft driekwart van de bachelorstudenten aan niet op de hoogte te zijn van welke mogelijkheden er zijn om zelf aan de Engelse vaardigheden te werken. Dit is een bijzonder hoog aantal en Stichting OER adviseert de Universiteit Utrecht dan ook met klem om dit aantal drastisch te verlagen. Ongeveer een tiende van de bachelorstudenten geeft aan moeite te hebben met de Engelse onderdelen in het onderwijs. Iets meer bachelorstudenten (13 procent) geeft aan niet te voldoen aan het niveau van Engelse taalvaardigheid dat vereist is om de opleiding af te ronden. Uit het onderzoek blijkt dat mensen die aangeven moeite te hebben, niet meer of minder op de hoogte zijn van mogelijkheden om de Engelse vaardigheden te verbeteren dan de gemiddelde student. Pas wanneer men aangeef ontoereikende vaardigheden te hebben, blijkt men wel beter op de hoogte te zijn van deze mogelijkheden. Deze resultaten impliceren dat de informatie omtrent bijscholing en begeleiding de bachelorstudenten pas bereikt op het moment dat de student vastloopt door ontoereikende vaardigheden. Op dit punt valt nog veel te verbeteren. Wanneer studenten beter op de hoogte zijn van mogelijkheden die ze zelf hebben, zullen zij eerder kunnen ingrijpen als ze dreigen vast te lopen. Een cursus Academisch Engels levert op de korte termijn tijd kosten op voor de student, maar het kan op de lange termijn zorgen voor een beter studierendement. Opvallend is dat de groep die al training heeft gehad de Engelse vaardigheden niet hoger of lager beoordeelt dan de groepen die interesse hebben in training of er momenteel gebruik van maken. Echter, deze groep verschilt ook niet van de groep die aangeeft geen extra training nodig te hebben. Dit resultaat zou verklaard 48

50 kunnen worden door de zeer afwijkende groepsgroottes, dus nader onderzoek is geïndiceerd om de effectiviteit van training te kunnen vaststellen. De mogelijkheden voor verbetering van de Engelse taalvaardigheden kunnen laagdrempelig en kosteloos worden gepromoot. Nieuw instromende bachelorstudenten kunnen door de tutor op de hoogte worden gebracht, maar ook bij aanvang van een cursus kan de docent de studenten informeren over wat ze kunnen doen als ze moeite hebben met de Engelse taal. Juist doordat promotie van de mogelijkheden zo laagdrempelig is, adviseert Stichting OER aan de Universiteit Utrecht om dit op korte termijn te doen. Ook hier geldt dat verbetering op dit vlak niet alleen in het belang is van de student, maar ook van de UU. Als bachelorstudenten al vroeg kunnen worden begeleid en getraind in hun Engelse taalvaardigheid zal dit studievertraging of zelfs uitval kunnen voorkomen. Om terug te komen op de onderzoeksvraag Vinden studenten dat de Universiteit Utrecht zorgt voor een beheersing van het Engels door studenten die recht doet aan academische eisen wordt aanbevolen aan de Universiteit Utrecht om begeleiding bij de Engelse vaardigheden binnen de opleidingen niet verplicht te maken. Een groot deel van de studenten geeft aan dit niet wenselijk te vinden. Daarbij is een derde van de bachelorstudenten geïnteresseerd in training buiten de opleiding, dus er wordt aanbevolen om de mogelijkheden voor het verbeteren van Engelse vaardigheden beter bekend en beschikbaar te maken. Dit kan gebeuren via eerder genoemde kanalen. Verschillen tussen faculteiten Wanneer de verschillen tussen faculteiten worden samengevat, blijken de studenten van Bètawetenschappen en Geowetenschappen het meeste Engelstalig onderwijsaanbod te krijgen. De studenten van deze faculteiten vinden het ook belangrijker dan studenten van andere faculteiten dat Engels de voertaal wordt binnen het hoger onderwijs. Ook vinden ze het minder belangrijk dat hoger onderwijs in het Nederlands gevolgd kan worden. Wat betreft de kwaliteit van het Engelstalig onderwijs beoordelen de studenten van Diergeneeskunde en Geowetenschappen deze het laagst. Bij de faculteit Diergeneeskunde is deze uitkomst niet van groot belang aangezien dit ook de faculteit is met het minste Engelstalige onderwijsaanbod. Echter, Geowetenschappen is één van de faculteiten met het meeste Engelstalige onderwijsaanbod. Bij deze faculteit is het daarom van groot belang dat extra aandacht uitgaat naar de waarborging van de kwaliteit van onderwijs. Tot slot blijken de faculteiten ook te verschillen in de beoordeling van de eigen Engelse taalvaardigheden en de wens voor extra begeleiding. Studenten van Sociale Wetenschappen beoordelen de Engelse taalvaardigheden het laagst en hier is dan ook de grootste interesse in mogelijkheden om deze vaardigheden buiten de opleiding te verbeteren. Het blijkt dat Bètawetenschappen en Geowetenschappen het minst op de hoogte zijn van deze mogelijkheden, maar dit zijn ook de faculteiten die, samen met Geesteswetenschappen, de minste interesse 49

51 hebben in mogelijkheden om hun Engelse taalvaardigheid te verbeteren. Dit lijkt in de praktijk dus weinig problemen op te leveren. Waar wel een probleem kan ontstaan, is bij de faculteit Diergeneeskunde. Studenten van deze faculteit zijn niet goed op de hoogte van mogelijkheden om hun Engelse taalvaardigheden te verbeteren, maar het is één van de faculteiten met de meeste interesse in deze mogelijkheden. Stichting OER adviseert de faculteit Diergeneeskunde dan ook om informatie aan haar studenten te verstrekken over welke mogelijkheden studenten hebben. Beperkingen van dit onderzoek Het onderzoek kende enkele beperkingen. Een eerste beperking is dat de steekproef niet volledig is door het ontbreken van de faculteit Geneeskunde. Hierdoor kunnen de onderzoeksresultaten niet gegeneraliseerd worden naar de gehele Universiteit Utrecht. De tweede beperking is gelegen in de grootte van de enquête. Met het oog op afnametijd en aantrekkelijkheid van de enquête om in te vullen, is besloten om de enquête niet groter te maken dan twee pagina s. Hierdoor konden de drie onderwerpen algemeen worden gemeten, maar was er met name bij de onderwerpen Engels in het hoger onderwijs en De Engelse vaardigheden van de niet-engelse docent geen ruimte voor meer gedetailleerde vragen. Dit leidt ertoe dat de aanbevelingen zijn gebaseerd op de algemene mening van de student. Om deze reden zijn er suggesties gedaan voor vervolgonderzoek om de onderwerpen specifieker te onderzoeken, zoals een evaluatie van Engelse vaardigheden per docent. Het onderwerp Engelse vaardigheden van studenten is het meest uitgebreid aan bod gekomen en hier ligt dan ook het zwaartepunt van het onderzoek. 50

52 Literatuur ARWU (2012).Academic Ranking of World Universities Geraadpleegd op 21 oktober 2012 BBC (2012).Italian university switches to English. Geraadpleegd op 4 oktober 2012 CVN, Vlaamse en Nederlandse politici presenteren visie op het gebruik van het Engels in het hoger onderwijs. Geraadpleegd op 4 oktober 2012 Draaisma, D. (2012). Het verdriet van de kosmopoliet. Oratie ter gelegenheid van de aanvaarding van het Bijzonder Hoogleraarschap in de Geschiedenis van de Cognitieve Psychologie. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen. Geraadpleegd op 4 oktober 2012 DUB (2010). Universiteit gaat gemakzuchtig om met Engelstalig onderwijs. Door X. Bronkhorst. Geraadpleegd op 4 oktober 2012 DUB (2012).Train Engels in de bachelor. Door K. Prummel. Geraadpleegd op 4 oktober 2012 Grift, Y., Meijer, A., & Van Der Salm, F. (2012).The impact of the language of instruction: How Economics students in the Netherlands evaluate an English-taught undergraduate programme. Tjalling C. Koopmans Research Institute, Utrecht University. Maastricht University (2012). Geraadpleegd op 5 oktober 2012 Nederlandse Taalunie (2011). Engels in het hoger onderwijs. 10rapportage_Engels_in_het_hoger_onderwijs.pdf Geraadpleegd op 4 oktober 2012 NRC Handelsblad (2009). Nederlandse studenten kunnen in het Engels niet denken. els_niet_denken) Geraadpleegd op 27 september 2012 Onderwijsraad (2011). Weloverwogen gebruik van Engels in het hoger onderwijs. Geraadpleegd op 4 oktober 2012 Rijksoverheid (2012). Wanneer ben ik geslaagd voor het eindexamen havo of vwo? Geraadpleegd op 21 oktober 2012 Times Higher Education (2011). World University Rankings Geraadpleegd op 21 oktober 2012 Transfer (2012). Onderzoek naar gebruik Engels in hoger onderwijs. Geraadpleegd op 4 oktober 2012 Universiteit Utrecht (2004). Gedragscode Taal. Geraadpleegd op 10 oktober 2012 Universiteit Utrecht (2011). Jaarverslag Geraadpleegd op 5 oktober 2012 Universiteit Utrecht (2012a). Internationale Samenwerking. ionalesamenwerking.aspx 51

53 Geraadpleegd op 27 september 2012 Universiteit Utrecht (2012b). Taalvaardigheidseisen per masterprogramma. AARDIGHEIDSEISEN/Pages/default.aspx Geraadpleegd op 11 oktober 2012 Volkskrant, Zijlstra kritischer op master in het Engels. onderwijs/article/detail/ /2012/05/30/zijlstra-kritischer-op-master-in-het- Engels.dhtml Geraadpleegd op 4 oktober

54 Bijlage 1: Gedragscode Taal Universiteit Utrecht Deze Gedragscode Taal is vastgesteld op grond van artikel 7.2 sub c Wet hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Artikel 7.2 WHW-Taal Het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen in het Nederlands. In afwijking van de eerste volzin kan een andere taal worden gebezigd: a. Wanneer het een opleiding met betrekking tot die taal betreft b. Wanneer het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege door een anderstalige docent gegeven wordt, of c. Indien de specifieke aard, de richting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door het instellingsbestuur vastgestelde gedragscode. Preambule o De inrichting van haar onderwijs in een undergraduate fase en een graduate fase, in overeenstemming met de internationale praktijk; o Het wereldwijd werven van studenten voor bepaalde bachelor- en masteropleidingen; o Het streven naar een internationale aansluiting van, en mobiliteit binnen bachelor- en masteropleidingen; o Het streven naar een internationale aansluiting van masteropleidingen op promotietrajecten; o Het stimuleren van studenten en docenten van de Universiteit Utrecht om internationale ervaringen op te doen aan universiteiten in Europa en de rest van de wereld en van studenten en docenten van elders om in Utrecht dergelijke ervaring op te doen. Gezien het bovenstaande verzorgt de Universiteit enkele bacheloropleidingen en een groot aantal masteropleidingen in andere talen dan de Nederlandse taal (hierna: vreemde talen ), indien dit het internationale karakter van de Universiteit Utrecht bevordert. Deze gedragscode vormt een uitwerking van de Richtlijn Uitvoering Bachelor-Master. Artikel 1 De decaan kan bepalen dat een of meer bachelor- of masteropleidingen binnen zijn faculteit geheel of gedeeltelijk worden verzorgd in een vreemde taal op de volgende gronden: a. Er is sprake van een situatie als bedoeld in artikel 7.2 aanhef, onder sub a en/of b WHW. b. Indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs, dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt, overeenkomstig het internationale karakter van de Universiteit Utrecht zoals omschreven in de preambule van deze gedragscode. 53

55 Artikel 2 Indien het onderwijs van een bachelor- of masteropleiding geheel of gedeeltelijk wordt verzorgd in een vreemde taal regelt de onderwijs- en examenregeling van deze opleiding het volgende: a. De taal of talen waarin het onderwijs wordt verzorgd; b. De vooropleidingseisen voor de bachelor- of masteropleiding, of bepaalde onderdelen daarvan, die verband houden met de verzorging van deze opleiding in de vreemde taal, met inachtneming van artikel 5; c. De wijze waarop deze vooropleidingseisen die verband houden met de verzorging van de bachelor- of masteropleiding in de vreemde taal worden getoetst. Artikel 3 Indien een bachelor- of masteropleiding geheel of gedeeltelijk in een vreemde taal wordt verzorgd dienen het studentenstatuut en de onderwijs- en examenregeling van deze opleiding zowel in deze taal als in de Nederlandse taal beschikbaar te zijn. Artikel 4 Lid 1 Het geheel of gedeeltelijk verzorgen van een bachelor- of masteropleiding in een vreemde taal leidt niet tot een verhoging van het aantal studiepunten van deze opleiding. Lid 2 Wijzigingen van de taal van een bachelor- of masteropleiding vindt op een tijdstip plaats waarop deze wijziging de belangen van de studenten van deze opleiding niet onevenredig schaadt. Artikel 5 De vooropleidingseisen voor een bacheloropleiding, die verband houden met de hele of gedeeltelijke verzorging van deze bacheloropleiding in een vreemde taal, zijn niet zwaarder dan de wettelijk bepaalde vooropleidingseisen voor deze bacheloropleiding. Artikel 6 De decaan draagt binnen zijn faculteit zorg voor een passend taalniveau van de medewerkers die belast zijn met het verzorgen van een bachelor- of masteropleiding in een vreemde taal. Vastgesteld door het college van bestuur van de Universiteit Utrecht op 20 januari

56 Helemaal oneens Oneens Neutraal Eens Helemaal eens Niet van toepassing Bijlage 2: Enquête N.B. De originele enquête besloeg 2 pagina s door middel van aangepaste marges. Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport (OER) doet elk jaar onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs van de Universiteit Utrecht. Met deze enquête willen we inzicht krijgen in de mening van studenten over het gebruik van Engels in het onderwijs. Alvast bedankt voor je medewerking. Vul onderstaande enquête in voor het onderwijs dat je aan de Universiteit Utrecht volgt. Geslacht: m / v Leeftijd: Moedertaal (/talen): Welke opleiding volg je? Hoeveel ECTS heb je tot nu toe behaald? Wat was je eindcijfer voor Engels op je middelbare schooldiploma? Geef een schatting hoeveel procent van de hiernaast genoemde onderdelen in jouw opleiding in het Engels worden aangeboden Hoorcolleges O O O O O Werkcolleges O O O O O Literatuur O O O O O Schrijfopdrachten O O O O O Presentatie-opdrachten O O O O O Engels in het hoger onderwijs Geef voor onderstaande stellingen weer in hoeverre je het ermee eens bent. Het is in mijn studie belangrijk om Nederlands goed te beheersen. O O O O O O Het is in mijn studie belangrijk om Engels goed te beheersen. O O O O O O Ik verwacht dat het belangrijk is in mijn latere werk het Nederlands goed te beheersen. Ik verwacht dat het belangrijk is in mijn latere werk het Engels goed te beheersen. Ik vind het belangrijk dat Engels de voertaal is of wordt in het hoger onderwijs. Ik vind het belangrijk dat hoger onderwijs in het Nederlands gevolgd kan worden. Ik zou meer Engelse onderdelen (colleges, studiemateriaal, opdrachten) in mijn opleiding willen hebben. O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O 55

57 Helemaal oneens Oneens Neutraal Eens Helemaal eens Niet van toepassing Helemaal oneens Oneens Neutraal Eens Helemaal eens Niet van toepassing Ik zou meer Nederlandse onderdelen (colleges, studiemateriaal, opdrachten) in mijn opleiding willen hebben. Ik ben op de hoogte van het beleid van de Universiteit Utrecht over het gebruik van Engels in het onderwijs. O O O O O O O O O O O O Engelse vaardigheden van niet-engelse docenten Geef voor onderstaande stellingen weer in hoeverre je het ermee eens bent. De niet-engelse docent heeft voldoende Engelse vaardigheden om de cursusstof goed op mij over te brengen. Engelse vaardigheden van de niet-engelse docent leiden mij tijdens college af van de inhoud. De kwaliteit van mijn Engelse colleges is grotendeels afhankelijk van de Engelse vaardigheden van de docent. De kwaliteit van mijn Engelse colleges is afhankelijk van de inhoud van het college. O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O Engelse vaardigheden van studenten Geef voor onderstaande stellingen weer in hoeverre je het ermee eens bent. Mijn Engelse vaardigheden zijn toereikend genoeg om mijn opleiding te volgen: - Lezen O O O O O O - Schrijven O O O O O O - Spreken O O O O O O - Luisteren O O O O O O Ik word momenteel in mijn opleiding voldoende begeleid bij de ontwikkeling van mijn Engelse vaardigheden: - Lezen O O O O O O - Schrijven O O O O O O - Spreken O O O O O O - Luisteren O O O O O O Ik zou graag (extra) training voor mijn Engelse vaardigheden krijgen binnen mijn opleiding (dus verplicht): - Lezen O O O O O O - Schrijven O O O O O O - Spreken O O O O O O - Luisteren O O O O O O Ik heb voldoende Engelse vaardigheden om Engels studiemateriaal te begrijpen. Ik heb voldoende Engelse vaardigheden om Engelse colleges goed te volgen. Ik was bij mijn inschrijving op de hoogte van de hoeveelheid Engels die in mijn opleiding wordt gebruikt. Ik voldoe naar mijn idee niet aan het niveau van Engelse taalvaardigheid om mijn opleiding af te kunnen ronden. Ik heb moeite met het begrijpen van Engelse onderdelen in mijn opleiding. O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O 56

58 Ik ben bereid een Engelstalig vak te volgen als de inhoud me aanspreekt. Ik ben op de hoogte van de mogelijkheden die de UU biedt waarbij ik zelf kan kiezen om naast mijn opleiding mijn Engelse vaardigheden te verbeteren. O O O O O O O O O O O O Kun je een mogelijkheid noemen of bedenken? Ben je geïnteresseerd in mogelijkheden om je Engelse vaardigheden te verbeteren? O Ja, ik maak er al gebruik van. O Ja, ik wil graag extra training ontvangen. O Ja, want (andere mogelijkheid) O Nee, ik heb hier al gebruik van gemaakt. O Nee, ik heb geen extra training nodig. O Nee, want (andere mogelijkheid) Heb je in aanvulling op deze vragenlijst nog opmerkingen? Wij horen ze graag! Erg bedankt voor je medewerking! Bij interesse kun je een of meerdere mogelijkheden aanvinken. Vul dan ook je adres in. o o o Ik wil op de hoogte worden gebracht van de resultaten van dit onderzoek. Ik wil me aanmelden voor de maandelijkse nieuwsbrief van Stichting OER. Ik wil op de hoogte worden gebracht als Stichting OER nieuwe parttime bestuursleden zoekt. Mijn adres is: N. B. De antwoorden op de vragen worden anoniem verwerkt, dus deze worden niet gekoppeld aan je adres. Wil je meer weten over Stichting OER? Kijk dan op 57

59 Bijlage 3: Tabellen en Figuren Tabellen en Figuren bij Onderzoeksmethoden Tabel 3.1 Gemiddelde, standaardafwijking en minimale en maximale waarde voor Leeftijd, ECTS en Eindcijfer (N=910). M SD Min Max Leeftijd ECTS Eindcijfer Tabel 3.2 Schematische weergave van de gewenste en uiteindelijke verhouding per faculteit. Gewenste verhouding Gewenste verhouding (zonder Geneeskunde) Uiteindelijke verhouding N % N % N % Bètawetenschappen Diergeneeskunde Geesteswetenschappen Geneeskunde Geowetenschappen REBO Sociale Wetenschappen Totaal Tabel 3.3 Deelgenomen opleidingen en bijbehorende studentenaantallen per faculteit. Faculteit Opleiding Aantal studenten in de onderzoeksgroep Bètawetenschappen Biologie Farmacie Informatica Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Anders Diergeneeskunde Diergeneeskunde 76 Geesteswetenschappen Geowetenschappen REBO Sociale Wetenschappen (Cognitieve) Kunstmatige Intelligentie Communicatie- en Informatiewetenschappen Engels Geschiedenis Keltisch Kunstgeschiedenis Liberal Arts and Sciences Literatuurwetenschappen Nederlands Taal- en Cultuurstudies Aardwetenschappen Milieu- en Natuurwetenschappen Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Sociale Geografie Werktuigbouwkunde Bestuur en Organisatie Economie Rechten Algemene Sociale Wetenschappen Culturele Antropologie Onderwijskunde Pedagogische Wetenschappen Psychologie Sociologie Anders

60 Figuur 3.1 Percentuele verdeling van moedertaal. 59

61 Tabellen en Figuren bij Engels in het hoger onderwijs Tabel Beschrijvingen en correlaties voor vier items van de schaal Engels in het hoger onderwijs. Beschrijvingen Correlaties M SD Min Max Het is in mijn studie belangrijk om Nederlands goed te beheersen. 2. Het is in mijn studie belangrijk om Engels goed te beheersen. 3. Ik verwacht dat het belangrijk is in ** -.07* - mijn latere werk het Nederlands goed te beheersen. 4. Ik verwacht dat het belangrijk is in ** -.08* - mijn latere werk het Engels goed te beheersen. * p <.05. ** p <.01. *** p <.001. Tabel Percentages van de gegeven antwoorden op de vraag Geef een schatting hoeveel procent van de hiernaast genoemde onderdelen in jouw opleiding in het Engels worden aangeboden Hoorcolleges Totaal Bètawetenschappen Diergeneeskunde Geesteswetenschappen Geowetenschappen REBO Sociale Wetenschappen Werkcolleges Totaal Bètawetenschappen Diergeneeskunde Geesteswetenschappen Geowetenschappen REBO Sociale Wetenschappen Literatuur Totaal Bètawetenschappen Diergeneeskunde Geesteswetenschappen Geowetenschappen REBO Sociale Wetenschappen Schrijfopdrachten Totaal Bètawetenschappen Diergeneeskunde Geesteswetenschappen Geowetenschappen REBO Sociale Wetenschappen Presentatie-opdrachten Totaal Bètawetenschappen Diergeneeskunde Geesteswetenschappen Geowetenschappen REBO Sociale Wetenschappen

62 Hoorcolleges Werkcolleges Literatuur Schrijfopdrachten Presentatie-opdrachten Figuur Percentages gegeven antwoorden op de vraag Geef een schatting hoeveel procent van de hiernaast genoemde onderdelen in jouw opleiding in het Engels worden aangeboden (N 894) Hoorcolleges Werkcolleges Literatuur Schrijfopdrachten Presentatie-opdrachten Figuur Percentages gegeven antwoorden faculteit Bètawetenschappen op de vraag Geef een schatting hoeveel procent van de hiernaast genoemde onderdelen in jouw opleiding in het Engels worden aangeboden (129 N 131). 61

Engels taalgebruik in het masteronderwijs van de Universiteit Utrecht

Engels taalgebruik in het masteronderwijs van de Universiteit Utrecht Engels taalgebruik in het masteronderwijs van de Universiteit Utrecht nderzoeksrapport II Stichting ER 2012 2013 Mei 2013 Contactgegevens Adres Stichting nderwijs Evaluatie Rapport Achter Sint Pieter 25,

Nadere informatie

samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak

samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak In de afgelopen jaren zijn steeds meer opleidingen in het Nederlands hoger onderwijs geheel of gedeeltelijk Engelstalig geworden. Deze ontwikkeling is het sterkst

Nadere informatie

Nota Universiteitsraad

Nota Universiteitsraad Nota Universiteitsraad UR nummer 15/073 Aan : College van Bestuur Van : Universiteitsraad Onderwerp : Engelse spreekvaardigheid van docenten Status : Ter bespreking Behandeling in : Commissie OOS, 9 juni

Nadere informatie

Brief Verbetering van de Criteria van Onderwijs in het Engels en Nederlands

Brief Verbetering van de Criteria van Onderwijs in het Engels en Nederlands Dhr. prof. dr. F.P. Weerman Kloveniersburgwal 48 1012 CX Amsterdam Spuistraat 134 1012 VB Amsterdam (020) 525 3278 fsr-fgw@uva.nl studentenraad.nl/fgw Datum 6 december 2016 Ons kenmerk 16fgw043 Contactpersoon

Nadere informatie

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. ONDERWIJSVISIE OP HO OFDLIJNEN Geachte collega s, 1 Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. We

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 2 4 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

Handleiding Honours Programma Wiskunde

Handleiding Honours Programma Wiskunde Handleiding Honours Programma Wiskunde Deze handleiding beschrijft inhoud en organisatie van het honours programma (HP) van de bacheloropleiding Wiskunde en Wiskunde en Toepassingen aan de Universiteit

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-1 5 9 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl - 2 - Voorwoord

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Het taalbeleid aan de Universiteit Gent 2009-2011: resultaten en bevindingen

Het taalbeleid aan de Universiteit Gent 2009-2011: resultaten en bevindingen . Taalbeleid hoger onderwijs Ronde 8 Sibo Kanobana Universiteit Gent Contact: sibo.kanobana@ugent.be Het taalbeleid aan de Universiteit Gent 2009-2011: resultaten en bevindingen 1. Inleiding In deze bijdrage

Nadere informatie

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING Opzet en structuur De sjabloon van het aanvraagdossier

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

Masterkeuze: de invloeden. Onderzoeksrapport 2

Masterkeuze: de invloeden. Onderzoeksrapport 2 Masterkeuze: de invloeden Onderzoeksrapport 2 Stichting OER 2010-2011 Mei 2011 1 Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport Achter Sint Pieter 25, kamer W206 3512 HR Utrecht www.stichting-oer.nl info@stichting-oer.nl

Nadere informatie

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten Subgroep Informatievaardigheden van de UKB werkgroep Learning Spaces Anneke Dirkx (UL) Marjolein

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 0 5 5

U I T S P R A A K 1 3 0 5 5 U I T S P R A A K 1 3 0 5 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

Datum 28 juni 2019 Onderzoek Inspectie naar international campus van NHL Stenden in Qatar

Datum 28 juni 2019 Onderzoek Inspectie naar international campus van NHL Stenden in Qatar >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Adviesstuk Engelstalige bacheloropleiding Wiskunde OLC Wiskunde

Adviesstuk Engelstalige bacheloropleiding Wiskunde OLC Wiskunde Adviesstuk Engelstalige bacheloropleiding Wiskunde OLC Wiskunde 2015 2016 Zowel op facultair als op universitair niveau wordt er gesproken over een taalverandering van alle bachelors naar het Engels. Op

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Commissie bachelor-master. Robel Michael

Onderzoeksrapport. Commissie bachelor-master. Robel Michael Onderzoeksrapport Commissie bachelor-master Robel Michael 1 Rogier Butter Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. KNMG Studentenplatform 3. Methode 4. Resultaten 4.1. Enquête algemeen 4.2. Bachelor-master: Wisselen

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3-0 3 0 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 1 4 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Deficiënties. bij de overstap van vwo naar universiteit voor de opleidingen Geneeskunde Tandheelkunde Diergeneeskunde.

Deficiënties. bij de overstap van vwo naar universiteit voor de opleidingen Geneeskunde Tandheelkunde Diergeneeskunde. 1 Deficiënties bij de overstap van vwo naar universiteit voor de opleidingen Geneeskunde Tandheelkunde Diergeneeskunde Januari 2005 Uitgave VSNU Informatiecentrum Aansluiting vwo-wo, in samenwerking met

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008 Feiten en cijfers Studenttevredenheids onderzoek 2008 juni 2008 Feiten en cijfers 2 Studenttevreden heids - onderzoek 2008 Inleiding In maart 2008 hebben 27 hogescholen dezelfde vragenlijst voorgelegd

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 1 6 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

Vrijstellingsregels Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling

Vrijstellingsregels Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling U2014/4637-1 Vrijstellingsregels 2014-2015 Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling Deze procedure voor het verlenen van vrijstelling van het afleggen van een of meer tentamens en/of

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO examen 5. Het schakelprogramma 6. INHOLLAND met doorstroomminor 8. Studeren in deeltijd 9

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO examen 5. Het schakelprogramma 6. INHOLLAND met doorstroomminor 8. Studeren in deeltijd 9 INHOUD Inleiding 2 Het toelatingsexamen 3 NVO examen 5 Het schakelprogramma 6 INHOLLAND met doorstroomminor 8 Studeren in deeltijd 9 1 INLEIDING Het Instituut Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO-examen 5. Het Pre-masterprogramma 6. Studeren in deeltijd 8

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO-examen 5. Het Pre-masterprogramma 6. Studeren in deeltijd 8 INHOUD Inleiding 2 Het toelatingsexamen 3 NVO-examen 5 Het Pre-masterprogramma 6 Studeren in deeltijd 8 1 INLEIDING Het Instituut Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit Leiden biedt de eenjarige

Nadere informatie

Koen Van Riet VTK Didactiek

Koen Van Riet VTK Didactiek Koen Van Riet VTK Didactiek 395 masterstudenten Deze enquete: enkel globaal overzicht Resultaten per richting / fase: excels Ook enquete bij de Bachelor Niet opgenomen (wel beschikbaar) Voor CIT hebben

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 5 1 0 5

U I T S P R A A K 1 5 1 0 5 U I T S P R A A K 1 5 1 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Bestuursraad van het ICLON, verweerder 1. Ontstaan en

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3-0 87

U I T S P R A A K 1 3-0 87 U I T S P R A A K 1 3-0 87 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

REGLEMENT SELECTIE BACHELOR DIERGENEESKUNDE Collegejaar Zoals vastgesteld door de decaan op 31 juli 2017

REGLEMENT SELECTIE BACHELOR DIERGENEESKUNDE Collegejaar Zoals vastgesteld door de decaan op 31 juli 2017 REGLEMENT SELECTIE BACHELOR DIERGENEESKUNDE Collegejaar 2018-2019 Zoals vastgesteld door de decaan op 31 juli 2017 Artikel 1. Algemene bepalingen 1. De bepalingen in dit reglement zijn aanvullend op de

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Nie uwsb rie f Stichting OE R S T I C H T I N G O N D E R W I J S E V A L U A T I E R A P P O R T J A A R G A N G 4, NR. 3 ( M A A R T 2 0 1 1 )

Nie uwsb rie f Stichting OE R S T I C H T I N G O N D E R W I J S E V A L U A T I E R A P P O R T J A A R G A N G 4, NR. 3 ( M A A R T 2 0 1 1 ) Nie uwsb rie f Stichting OE R S T I C H T I N G O N D E R W I J S E V A L U A T I E R A P P O R T J A A R G A N G 4, NR. 3 ( M A A R T 2 0 1 1 ) Nieuwsbrief Stichting OER Stichting Onderwijs Evaluatie

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van

Nadere informatie

COLLOQUIUM DOCTUM REGELING FACULTY OF PSYCHOLOGY AND NEUROSCIENCE

COLLOQUIUM DOCTUM REGELING FACULTY OF PSYCHOLOGY AND NEUROSCIENCE COLLOQUIUM DOCTUM REGELING FACULTY OF PSYCHOLOGY AND NEUROSCIENCE 2017-2018 Regeling voor het toelatingsonderzoek ex art. 7.29 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) voor

Nadere informatie

2017D29174 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D29174 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D29174 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de

Nadere informatie

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl Voorwoord De Onderwijs-

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Archiveren toetsen. Toetsadviescommissie, Johan Jeuring Faculteit Bètawetenschappen Januari 2012

Archiveren toetsen. Toetsadviescommissie, Johan Jeuring Faculteit Bètawetenschappen Januari 2012 Archiveren toetsen Toetsadviescommissie, Johan Jeuring Faculteit Bètawetenschappen Januari 2012 Moeten we toetsen archiveren? Welke onderdelen? Waarom moeten we dat doen? Hoe lang moeten we dat doen? Wie

Nadere informatie

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen (Raad van Bestuur, 23 april 2013, 27 mei 2014, 31 maart 2015, 12 april 2016, 28 maart 2017 en 27 maart 2018) UITGANGSPUNTEN De Universiteit Antwerpen wenst

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding Decretale context De aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- of masteropleiding

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Hebreeuwse en Joodse studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Bindend studieadvies. Een onderzoek naar de meningen en ervaringen van eerstejaars bachelorstudenten aan de Universiteit Utrecht

Bindend studieadvies. Een onderzoek naar de meningen en ervaringen van eerstejaars bachelorstudenten aan de Universiteit Utrecht Bindend studieadvies Een onderzoek naar de meningen en ervaringen van eerstejaars bachelorstudenten aan de Universiteit Utrecht Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport Utrecht, juli 2007 1 2 Bindend studieadvies

Nadere informatie

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017 Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience Leiden, 17 januari 2017 Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op vwo-niveau:

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Geschiedenis Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de Wet

Nadere informatie

Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde

Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde Internationalisering Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde Minor algemeen Alle studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) volgen in het derde Bachelorjaar

Nadere informatie

De Politieke Barometer Onderwijs 2011

De Politieke Barometer Onderwijs 2011 De Politieke Barometer Onderwijs (meting september 2011) Utrecht, september 2011 DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven drs. Marjan den Ouden Cécile Mutgeert MEd Postbus 6813 500 AR Utrecht telefoon:

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8 0 5 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Naaldwijk, appellante tegen de Facultaire Examencommissie

Nadere informatie

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO-examen 6. Het Pre-masterprogramma 7. Studeren in deeltijd 9

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO-examen 6. Het Pre-masterprogramma 7. Studeren in deeltijd 9 INHOUD Inleiding 2 Het toelatingsexamen 3 NVO-examen 6 Het Pre-masterprogramma 7 Studeren in deeltijd 9 1 INLEIDING Het Instituut Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit Leiden biedt de eenjarige

Nadere informatie

Visiedocument FSR FNWI

Visiedocument FSR FNWI Visiedocument Jan Martens (Voorzitter) Rachel Mijdam (Vicevoorzitter) Luc van Keulen (Secretaris) Beate Stevens (Algemeen lid) Stijn van Uffelen (Algemeen lid) Ahmed Avci (Algemeen lid) Voorwoord Voor

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2-0 1 3 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk Naar transparanter hoger onderwijs Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk Samenvatting van het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk hoger onderwijs Toegang vanuit [1] Eerste cyclus Tweede

Nadere informatie

Rapport onderzoek voorlichting websites

Rapport onderzoek voorlichting websites Rapport onderzoek voorlichting websites 2013 Landelijke Commissie Gedragscode Hoger Onderwijs Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Inleiding...3 Hoofdstuk 1 Onderzoeksaanpak...5 Onderzoeksdoelen...5 Achtergrond

Nadere informatie

15 16 Evaluatie Docentencursus Zuyd, juni Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

15 16 Evaluatie Docentencursus Zuyd, juni Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1 15 16 Evaluatie Docentencursus Zuyd, juni 2016 Inhoudsopgave 1...1 2 Hoofdsectie...2 1 Geef bij de onderstaande stellingen aan of u ermee zeer mee oneens/oneens/eens/zeer mee eens bent, dan wel neutraal

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Voor de Bacheloropleidingen Bio-exact Natuurkunde en Sterrenkunde, Scheikunde, Wiskunde

Nadere informatie

Transnationaal programma in gespecialiseerde vertaling: optie literair vertalen

Transnationaal programma in gespecialiseerde vertaling: optie literair vertalen Transnationaal programma in gespecialiseerde vertaling: optie literair vertalen Welkom aan de KU Leuven, een van de grootste en oudste universiteiten van Europa. Met meer dan 250 masteropleidingen aan

Nadere informatie

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Aansluiting mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt gev16-0731mr/bes_alg 1 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond onderzoek Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving De relatie tussen leesvaardigheid en de ervaringen die een kind thuis opdoet is in eerder wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ouders hebben een grote invloed

Nadere informatie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2 0 8 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs universitair onderwijscentrum groningen hoger onderwijs Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs 2008-2009 september 2008 Basiskwalificatie onderwijs 2 Wat is de basiskwalificatie onderwijs (BKO)? De basiskwalificatie

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences Opleidingsspecifiek deel bij de OER 2016-2017 Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences art. 2.1 Toelating 1. Naast de in de wet genoemde diploma s die

Nadere informatie

Transnationaal programma in gespecialiseerde vertaling: optie literair vertalen

Transnationaal programma in gespecialiseerde vertaling: optie literair vertalen Transnationaal programma in gespecialiseerde vertaling: optie literair vertalen Vanaf academiejaar 2013-2014 bieden de KU Leuven en de Universiteit Utrecht (UU) je de gelegenheid om in een internationale

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0 0 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 30 079 VMBO Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 oktober

Nadere informatie

Handleiding Honours Programma Wiskunde

Handleiding Honours Programma Wiskunde Handleiding Honours Programma Wiskunde Deze handleiding beschrijft inhoud en organisatie van het honours programma (HP) van de bacheloropleiding Wiskunde en Wiskunde en Toepassingen aan de Universiteit

Nadere informatie

Masterkeuze: de invloeden. Onderzoeksrapport 2

Masterkeuze: de invloeden. Onderzoeksrapport 2 Masterkeuze: de invloeden Onderzoeksrapport 2 Stichting OER 2010-2011 Mei 2011 1 Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport Achter Sint Pieter 25, kamer W206 3512 HR Utrecht www.stichting oer.nl info@stichting

Nadere informatie

Digitale examens wiskunde VMBO 2018

Digitale examens wiskunde VMBO 2018 Digitale examens wiskunde VMBO 2018 In mijn besprekingen van de vmbo examens uit 2017 vergeleek ik de twee openbaar gemaakte digitale examens met de openbaar gemaakte schriftelijke examens uit 2017. Voor

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

Pakket Versneld Studeren voor aanvang studie. Instituut Archimedes. Samenstelling René Karman Portefeuillehouder onderwijs Instituut Archimedes FE

Pakket Versneld Studeren voor aanvang studie. Instituut Archimedes. Samenstelling René Karman Portefeuillehouder onderwijs Instituut Archimedes FE Samenstelling René Karman Portefeuillehouder onderwijs Instituut Archimedes FE Pakket Versneld Studeren voor aanvang studie Versie definitief Instituut Archimedes Datum 20 mei 2015 Hogeschool Utrecht Bronvermelding

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4 1 6 3

U I T S P R A A K 1 4 1 6 3 U I T S P R A A K 1 4 1 6 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans

Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans Luuk Dijkstra (l.dijkstra@uu.nl) Bachelorvoorlichtingsdagen november 2015 Opbouw presentatie Inleiding Kenmerken van de opleiding De studie

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+

Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+ Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+ juli 2014 ingangsdatum 1 september 2014 Algemeen Het verplichte keuzeonderwijs beslaat 10 ec in studiejaar 2 (keuzevakken) en 10

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

Reactie Concept Notitie Taalbeleid binnen de FGw: naar een Tweetalige Faculteit

Reactie Concept Notitie Taalbeleid binnen de FGw: naar een Tweetalige Faculteit Dhr. prof. dr. F.P. Weerman Kloveniersburgwal 48 1012 CX Amsterdam Spuistraat 134 1012 VB Amsterdam (020) 525 3278 Fsr-fgw@uva.nl studentenraad.nl/fgw Datum 29 januari 2016 Ons kenmerk 17fgw006 Contactpersoon

Nadere informatie