Ouders aan het woord over de emotionele ontwikkeling van hun volwassen kind met een verstandelijke beperking

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ouders aan het woord over de emotionele ontwikkeling van hun volwassen kind met een verstandelijke beperking"

Transcriptie

1 Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Ouders aan het woord over de emotionele ontwikkeling van hun volwassen kind met een verstandelijke beperking Een exploratief onderzoek Masterproef ingediend tot het behalen van de graad van Master in de Pedagogische Wetenschappen, afstudeerrichting Orthopedagogiek door Nele Vermeulen Promotor: Prof. Dr. Geert Van Hove Begeleiding: Lien Claes

2

3 Ondergetekende, Nele Vermeulen, geeft toelating tot het raadplegen van de Masterproef door derden.

4

5 ABSTRACT In deze masterproef wordt het perspectief van ouders op de emotionele ontwikkeling van hun volwassen kind met een verstandelijke beperking belicht. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de vaststelling dat de aandacht voor het thema emotionele ontwikkeling nog grotendeels beperkt blijft tot het professioneel perspectief. Het ontwikkelingsdynamisch model van de emotionele ontwikkeling van Anton Došen (2007) enerzijds en Disability Studies, waarbinnen een centrale rol wordt toegekend aan het natuurlijk netwerk van mensen met een beperking, anderzijds, vormen de theoretische achtergrond. Via kwalitatieve interviews werd gepeild naar ervaringen van ouders met betrekking tot de emotionele ontwikkeling van hun zoon of dochter. Bijzondere aandacht ging hierbij uit naar hoe ouders over emoties spreken. Via een thematische analyse werden vervolgens gemeenschappelijke thema s in de verhalen van de ouders onderscheiden. Ouders voelen intuïtief goed aan hoe het gesteld is met de emotionele ontwikkeling van hun kind, maar spreken hier niet noodzakelijk op dezelfde manier over als professionelen. Verder vinden ze dat een inschaling op de Schaal voor Emotionele Ontwikkeling (Došen, 1990) houvast kan bieden voor de aanpak, maar willen ze niet dat hun kind hier op vastgepind wordt. Ouders ervaren emotionele ontwikkeling immers als iets dynamisch. Ze vinden het bovendien belangrijk dat professionelen een bottom-up benadering hanteren bij het praten over emotionele ontwikkeling, waarbij vertrokken wordt vanuit hun concrete situatie en verhaal. Ouders bieden een boeiend perspectief op het thema emotionele ontwikkeling. Een belangrijke uitdaging voor de toekomst is om zowel de theorie over de emotionele ontwikkeling, als de praktische toepassingen ervan, voor hen toegankelijk en vooral bruikbaar te maken. Bibliografische referentie Vermeulen, N. (2012). Ouders aan het woord over de emotionele ontwikkeling van hun volwassen kind met een verstandelijke beperking. Een exploratief onderzoek. Masterproef ingediend tot het behalen van de graad van Master in de Pedagogische Wetenschappen, afstudeerrichting Orthopedagogiek. Gent: Universiteit Gent. Trefwoorden Ouders, emotionele ontwikkeling, volwassenen, verstandelijke beperking, SEN-SEO project

6 s Avonds, als hij hier op vrijdagavond ligt te liggen en ik zit daar, dan zegt hij triest: Ik heb een stomme kop. Ik zeg dan: Zeg Victor, beledig me niet. Ik heb je vol liefde gemaakt en je bent de mooiste van dit huis. Je bent de mooiste van de hele wereld. Mama van Victor

7 WOORD VOORAF Met overwegend opluchting, maar zeker ook met enige trots en vreugde, kan ik u mijn masterproef voorleggen. Zoals de traditie het vraagt, wordt in het voorwoord een beetje paradoxaal, want meestal pas als laatste geschreven - het beginpunt van de masterproef geschetst. Mijn beginpunt situeert zich ergens in oktober 2010, toen Filip Morisse ons tijdens een gastles inleidde in het ontwikkelingsdynamisch kader van de emotionele ontwikkeling van professor Došen. Dit kader, dat de nadruk legt op het aankunnen van mensen met een verstandelijke beperking, wekte onmiddellijk mijn belangstelling. De beslissing dat ik hier iets mee wou doen in mijn masterproef was snel gemaakt. De daaropvolgende kans die ik kreeg om een bijdrage te leveren aan het SEN-SEO project, liet mijn belangstelling en affiniteit met het thema enkel verder aangroeien. Tijdens mijn stageperiode in Ons Erf in Brugge kon ik bovendien van dichtbij het belang en de meerwaarde van het thema emotionele ontwikkeling voor de concrete ondersteuningspraktijk van mensen met een verstandelijke beperking ervaren. Zoals de titel doet vermoeden, laat ik in deze masterproef ouders aan het woord. Dat ik net hun perspectief belicht, is iets wat voor mij opnieuw samengaat met affiniteit. Mijn oppaservaring bij kinderen met een beperking bracht heel wat mooie ontmoetingen met ouders met zich mee. Ontmoetingen die mij één voor één deden inzien hoe uniek ouderschap van een kind met een beperking is. Ouders hebben belangrijke dingen te vertellen, dit is de gedachte die ik in deze masterproef centraal wil stellen. Zonder de steun en hulp van een aantal mensen was deze masterproef er evenwel niet gekomen. Een oprechte dankjewel is hier dan ook op zijn plaats. Een eerste woord van dank gaat uit naar mijn promotor Prof. Dr. Van Hove. Ook mijn begeleidster Lien Claes verdient een welgemeende dankjewel voor de vele tips, steun en bemoedigende woorden. Een speciaal woord van dank gaat uit naar alle ouders die bereid waren om hun verhaal aan mij te vertellen. Zonder hen was het schrijven van deze masterproef simpelweg niet mogelijk geweest. Verder wil ik Els Ronsse en Evelyn De Baere bedanken voor de richtinggevende gesprekken die ik in de loop van mijn proces met hen had. Filip Morisse en Sylvie Carette waren bereid om mijn masterproef inhoudelijk na te lezen en te voorzien van waardevolle feedback, dankjewel! Daarnaast wil ik ook mijn mede-orthopedagogen-in-spe bedanken voor het delen van het thesisleed, maar vooral voor de leuke ontspanning tussendoor. Ook Herlinde, sinds jaar en dag een onmisbare vriendin, verdient een woord van dank. Dankjewel voor de onvoorwaardelijke steun en het geduldig aanhoren van mijn eindeloze betogen over het belang van mijn thesisonderwerp. Tot slot een laatste - maar daarom niet minder gemeende - dankjewel aan mijn ouders, Det en mijn broer Bregt. Bedankt, Bregt, om met je allerlaatste spellingscontrole de puntjes op de i van deze masterproef te zetten. Moeke, vake en Det, zonder jullie was niet enkel het schrijven van deze masterproef, maar ook mijn opleiding tout court, niet mogelijk geweest. Dankjewel voor de praktische hulp, maar vooral voor de eindeloze steun op de momenten waarop mijn eigen emotionele ontwikkeling een duwtje in de rug nodig had. i

8 Voor het citeren van auteurs en het refereren naar bronnen, worden in deze masterproef de APAnormen (American Psychological Association, 2001) als leidraad gehanteerd. De gebruikte literatuur is achteraan in de referentielijst te raadplegen. ii

9 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF... i INLEIDING Achtergrond van het onderzoek: het SEN-SEO project Opbouw... 3 DEEL 1: THEORETISCHE ACHTERGRONDEN Emotionele ontwikkeling Emotionele ontwikkeling: een definitie Het ontwikkelingsdynamisch model van de emotionele ontwikkeling door A. Došen Emotionele ontwikkeling bij volwassenen met een verstandelijke beperking Het verhaal van ouders De verschuivende positie van ouders doorheen de jaren Disability Studies en de huidige positie van ouders Ouders aan het woord DEEL 2: PROBLEEMSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN Probleemstelling Onderzoeksvragen Doelstelling DEEL 3: METHODOLOGIE Kwalitatief, interpretatief onderzoek De keuze voor kwalitatief, interpretatief onderzoek Exploratief onderzoek Kwalitatieve interviews Verloop van het onderzoek Literatuurstudie Samenstelling en rekrutering steekproef Verloop van de dataverzameling Analyse van de interviews Kwaliteitscriteria van het onderzoek Transparantie Systematiek iii

10 4.3. Credibility: member checks Ethische overwegingen DEEL 4: RESULTATEN Hoe spreken ouders over situaties en zaken die betrekking hebben op het thema emotionele ontwikkeling? Omschrijving van het begrip emotionele ontwikkeling Eigen emoties van de ouders Negatieve emoties en positieve emoties Vergelijken met de kinderleeftijd Taalgebruik afhankelijk van de vertrouwdheid met het thema Hoe ervaren ouders de emotionele ontwikkeling van hun (volwassen) kind? Belang van het thema emotionele ontwikkeling Emotionele ontwikkeling als iets dynamisch De inschaling op het vlak van de emotionele ontwikkeling Eigen invloed van ouders op de emotionele ontwikkeling Hoe ervaren ouders de eventuele discrepantie tussen de cognitieve en de emotionele ontwikkeling van hun kind? Ouders die een discrepantie ervaren Ouders die geen discrepantie ervaren Ouders die een omgekeerde discrepantie ervaren Hoe ervaren ouders de manier waarop ambulante ondersteuners omgaan met het thema emotionele ontwikkeling? Afstemming van professionelen op de emotionele ontwikkeling Belang van een partnerschap tussen ouders en professionelen Tips voor een gesprek over (de inschaling op het vlak van de) emotionele ontwikkeling 48 DEEL 5: DISCUSSIE Terugkoppeling van de resultaten Hoe spreken ouders over situaties en zaken die betrekking hebben tot het thema emotionele ontwikkeling? Hoe ervaren ouders de emotionele ontwikkeling van hun volwassen kind met een verstandelijke beperking? Hoe ervaren ouders de eventuele discrepantie tussen de cognitieve en de emotionele ontwikkeling van hun kind? Hoe ervaren ouders de manier waarop ambulante ondersteuners omgaan met het thema emotionele ontwikkeling? iv

11 2. Beperkingen van het onderzoek Aanbevelingen voor verder onderzoek Aanbevelingen voor de praktijk DEEL 6: CONCLUSIE REFERENTIELIJST BIJLAGEN BIJLAGE 1: SCHEMA: ONTWIKKELINGSDYNAMISCH MODEL A. DOŠEN BIJLAGE 2: VRAGEN TER VOORBEREIDING VAN DE INTERVIEWS BIJLAGE 3: REKRUTERINGSBRIEF OUDERS BIJLAGE 4: VOORSTELLING VAN DE OUDERS BIJLAGE 5: INLEIDENDE TEKST VOOR OUDERS OVER HET THEMA EMOTIONELE ONTWIKKELING BIJLAGE 6: BOOMSTRUCTUUR ONDERZOEKSVRAAG BIJLAGE 7: BOOMSTRUCTUUR ONDERZOEKSVRAAG BIJLAGE 8: BOOMSTRUCTUUR ONDERZOEKSVRAAG BIJLAGE 9: BOOMSTRUCTUUR ONDERZOEKSVRAAG BIJLAGE 10: FORMULIER INFORMED CONSENT v

12

13 INLEIDING 1. Achtergrond van het onderzoek: het SEN-SEO project Waar men zich vroeger bij het concept verstandelijke beperking vooral richtte op het IQ (intelligentiequotiënt), op cognitieve vaardigheden en op het aanpassingsvermogen, gaat er de laatste jaren meer aandacht naar het aspect van de emotionele ontwikkeling (Došen, 2007). Steeds meer mensen uit de praktijk zijn overtuigd van het belang van het inschatten van en het afstemmen op het emotionele ontwikkelingsniveau in functie van een adequate ondersteuning. Rekening houden met de emotionele ontwikkeling kan ons immers dichter brengen bij de innerlijke beleveniswereld van de betrokken persoon en kan ons beter doen begrijpen wat de basale psychische problemen van die persoon zijn (Vonk & Hosmar, 2009). Met zijn ontwikkelingsdynamische benadering en beschrijving van de verschillende fasen in de emotionele ontwikkeling, brengt Prof. Dr. Anton Došen (2007) dit thema sinds de jaren 70 onder de aandacht. Zijn ontwikkelingsdynamisch kader en Schaal voor Emotionele Ontwikkeling (SEO) (Došen, 1990), die ingezet kan worden om het emotioneel ontwikkelingsniveau te bepalen, bieden handvatten die wijd verspreid zijn en gebruikt worden in de ondersteuningspraktijk van mensen met een verstandelijke beperking in Nederland en Vlaanderen (Claes et al., 2011). Toch blijven in de praktijk nog veel vragen en vooral toepassingsmoeilijkheden met betrekking tot het thema emotionele ontwikkeling. Zo miste men tot voor kort een handleiding voor de SEO en leefden onder meer vragen rond het gebruik van gedragsvoorbeelden van babyleeftijd bij volwassen cliënten. Ook de transfer naar begeleiding en ondersteuning bleek niet altijd even makkelijk te maken (Claes et al., 2011). Bovendien blijft de emotionele ontwikkeling bij mensen met een beperking ook op wetenschappelijk vlak nog steeds een onderbelicht gebied en wordt er nog te weinig onderzoek verricht naar deze dimensie (Vonk & Hosmar, 2009). Om aan bovenstaande knelpunten tegemoet te komen, werd het SEN- SEO project opgericht. Het doel van dit project is om via het bundelen, uitdragen en verspreiden van bestaande knowhow over emotionele ontwikkeling, tegemoet te komen aan de vele vragen en noden die in het praktijkveld leven (Claes et al., 2011). In het SEN-SEO project worden verschillende deelprojecten rond de emotionele ontwikkeling van mensen met een verstandelijke beperking gebundeld. Zo werd de Schaal voor Emotionele Ontwikkeling (Došen, 1990) aangepast naar de SEO-R (Revised); werd een evaluatie-instrument ontwikkeld voor organisaties om de dimensie van emotionele ontwikkeling te verankeren; werd een leidraad opgesteld voor de transfer van de inschaling op de SEO-R naar de concrete ondersteuning; werd een vormingsmodule uitgewerkt volgens de methodiek van train de trainers en werd tot slot ook een conceptueel kader van emotionele ontwikkeling geschreven (Claes et al., 2011). Dit laatste deelproject werd uitgewerkt door de werkgroep conceptualisering. Het doel van deze werkgroep bestond erin om duidelijkheid te scheppen rond veelgebruikte, maar vaak vage begrippen zoals emoties, emotionele behoeften en emotionele ontwikkeling. Verder werd het begrip emotionele ontwikkeling in deze conceptualisering belicht vanuit verschillende perspectieven zoals de neuropsychiatrie en pscyhologie en de cognitieve neurowetenschappen. In het kader van mijn masterproef kreeg ik de kans om deel uit te maken van deze werkgroep. Op basis van een 1

14 uitgebreide literatuurstudie gingen we op zoek naar een duidelijke en begrijpbare omschrijving van een aantal begrippen die behoren tot het emotionele domein. Zo formuleerden we op basis van literatuur een definitie van het begrip emotionele ontwikkeling, in de hoop hiermee duidelijkheid en een gemeenschappelijke taal te bieden (Morisse & Ronsse, 2011). Vorig academiejaar kreeg ik niet enkel de kans om deel uit maken van de werkgroep conceptualisering, in kader van het vak Disability Studies woonde ik ook een aantal klankbordgroepen rond het deelproject Van inschatting naar ondersteuning bij. Het doel van deze klankbordgroepen was zicht krijgen op de ervaringen en bedenkingen van mensen uit de praktijk met betrekking tot de bruikbaarheid van dit deelproject. Samen met een andere studente kreeg ik de opdracht om twee van deze klankbordgroepen te leiden. Tijdens de klankbordgroepen die ik bijwoonde, werd duidelijk dat meer en meer ondersteuners ervan overtuigd zijn dat de emotionele ontwikkeling een onmisbaar aspect is binnen de beeldvorming en ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking. Het werd evenwel ook duidelijk dat diezelfde ondersteuners vaak terughoudend zijn om over dit thema met ouders (en het ruimer sociaal netwerk) in gesprek te gaan. De ervaring van een aantal mensen uit het werkveld leert immers dat het niet altijd evident is om met ouders het emotioneel ontwikkelingsprofiel van hun zoon of dochter te bespreken. Meerdere deelnemers aan de klankbordgroepen gaven aan het gevoel te hebben dat het vooral voor ouders van volwassenen met een lichte verstandelijke beperking confronterend kan zijn om te horen dat hun kind op een lager emotioneel ontwikkelingsniveau functioneert dan men verwacht had op basis van de cognitieve ontwikkeling. Eén ondersteuner, meer bepaald een medewerker van Pleegzorg West-Vlaanderen, verwoordde het als volgt: Wanneer ik met ouders het emotioneel ontwikkelingsprofiel van hun zoon of dochter bespreek, heb ik het gevoel dat ik een zoveelste label moet toekennen aan hun kind (persoonlijke communicatie, 22 november, 2010). In de klankbordgroepen werd bovendien duidelijk dat ondersteuners het niet altijd makkelijk vinden om duidelijkheid te scheppen rond het nogal vaag begrip emotionele ontwikkeling. Van daaruit worstelen ze dan ook met de vraag hoe ze een aanvaardbare vertaling van het emotioneel ontwikkelingsprofiel voor ouders kunnen maken en hoe ze op een constructieve manier met hen rond dit thema aan de slag kunnen gaan bij het opstellen van een ondersteuningsplan. Ik vond deze vraag heel boeiend en kwam op het idee om hier iets mee te doen in mijn masterproef. In het verlengde van mijn deelname aan het SEN-SEO project, woonde ik in februari 2011 een studiedag bij waar Prof. Dr. Anton Došen zijn feedback op het SEN-SEO project naar voor bracht. In verband met het deelproject Evaluatie-instrument: een kader om de dimensie emotionele ontwikkeling te verankeren in organisaties voor personen met een verstandelijke beperking stelde Došen (2011a) dat er nog een aantal toevoegingen moesten gebeuren. Hij was van mening dat bij dit kader een niveau ontbrak dat zich richt op de samenwerking met ouders. Het thuismilieu moet een plaats krijgen binnen zowel het micro- als het meso- en het macroniveau van de dimensie emotionele ontwikkeling binnen de ondersteuningspraktijk, aldus Došen. Nu verdwijnen ouders - en het natuurlijk netwerk in het algemeen - nog al te vaak uit beeld bij het bepalen van en het afstemmen op het emotioneel ontwikkelingsprofiel. Deze feedback gaf niet enkel voor de mensen van SEN-SEO aanleiding tot het uitbreiden van het Evaluatie-instrument met een extra niveau familie en (ruimer sociaal) netwerk, ikzelf vond er tevens bevestiging in voor het belang van mijn 2

15 onderzoeksonderwerp. De combinatie van de vraag vanuit de praktijk en de tip van professor Došen vormden aldus de aanleiding van dit onderzoek. Met deze masterproef wil ik een poging doen om tegemoet komen aan de vaststelling dat de aandacht voor het thema emotionele ontwikkeling nog grotendeels beperkt blijft tot het perspectief van professionals. Om de dimensie van emotionele ontwikkeling diepgaand te kunnen verankeren in de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking, lijkt samenwerking tussen het sociaal netwerk en professionelen mij evenwel onmisbaar. Zicht krijgen op en luisteren naar elkaars verhaal, kan volgens mij een eerste stap zijn in het tot stand brengen van een dergelijke samenwerking. Door in deze masterproef het perspectief van ouders op een exploratieve manier te belichten, hoop ik een steentje te kunnen bijdragen aan de samenwerking tussen ouders en professionelen bij het afstemmen op het emotioneel ontwikkelingsprofiel van mensen met een verstandelijke beperking. 2. Opbouw Deze masterproef is opgebouwd uit een aantal delen. Het eerste deel beschrijft de theoretische achtergronden van dit onderzoek: de theorie over emotionele ontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking enerzijds en inzichten over ouderschap van een kind met een verstandelijke beperking anderzijds. In het tweede deel komen de probleemstelling en onderzoeksvragen aan bod. Aansluitend wordt in het derde deel de methodologie van dit onderzoek uitvoerig beschreven. Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar de keuze voor kwalitatief, interpretatief onderzoek en de keuze voor het kwalitatief interview. Verder wordt het verloop van het onderzoek geschetst. Ook de kwaliteitscriteria worden in dit deel besproken. Als laatste vermeld ik een aantal ethische overwegingen die bij dit onderzoek van belang waren. Deel vier geeft de resultaten van de analyse van de interviews weer. Per onderzoeksvraag worden verschillende thema s besproken, telkens geïllustreerd met een aantal citaten. Het vijfde deel betreft de discussie. In deze discussie wordt gereflecteerd over de resultaten van de analyse en wordt dit waar mogelijk gekoppeld aan relevante literatuur. Verder komen de beperkingen van het onderzoek aan bod en worden een aantal aanbevelingen, zowel voor verder onderzoek als voor de praktijk, geformuleerd. In het laatste deel formuleer ik een algemene conclusie van dit masterproefonderzoek. 3

16 4

17 DEEL 1: THEORETISCHE ACHTERGRONDEN In dit eerste deel schets ik de theoretisch achtergrond van deze masterproef. Deze achtergrond bestaat uit twee delen: de theorie over emotionele ontwikkeling enerzijds en inzichten over ouderschap van mensen met een verstandelijke beperking anderzijds. 1. Emotionele ontwikkeling In de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking gaat de laatste jaren meer en meer aandacht naar het aspect van de emotionele ontwikkeling. Het inzicht dat de emotionele ontwikkeling even belangrijk is als de cognitieve en sociale ontwikkeling wint steeds meer aan belang (Došen, 2011b). Dit is onder meer het gevolg van het werk van professor Anton Došen. Došen is kinderpsychiater en een pionier op het vlak van de kennis over de emotionele ontwikkeling. Sinds de jaren 70 brengt hij onder de aandacht dat veel mensen met een verstandelijke beperking een grotere kans hebben op het ontwikkelen van gedrags- en/of psychische problemen. Hij benadrukt hierbij het belang van de emotionele ontwikkeling. Omwille van de belangrijke rol die Došen gespeeld heeft in de aandacht voor de emotionele ontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking, heb ik me in deze literatuurstudie hoofdzakelijk gebaseerd op zijn werk Emotionele ontwikkeling: een definitie Vooraleer ik een definitie van het begrip emotionele ontwikkeling tracht te formuleren, is het belangrijk om de keuze voor deze term toe te lichten. Er bestaat immers enige discussie over het woordgebruik met betrekking tot dit thema. Waar sommigen spreken over sociaal-emotionele ontwikkeling, verkiezen anderen het begrip emotionele ontwikkeling. In aansluiting met het SEN- SEO project, kies ik er bewust voor om het in mijn masterproef te hebben over emotionele ontwikkeling. De keuze voor deze term is een louter strategische keuze, die zeker het belang van de sociale ontwikkeling op zichzelf, of de wisselwerking tussen beide, niet als minder waard wil afdoen (Morisse & Ronsse, 2011). Het voordeel van het begrip emotionele ontwikkeling is dat het specifiek focust op intrapsychische processen en op die manier vermijdt dat men het begrijpt als iets wat beperkt blijft tot sociale vaardigheden en sociale interactie. De missie van het SEN-SEO-project - en van professor Došen - is immers extra aandacht vragen voor het intrapsychische leven van personen met een verstandelijke beperking. Men hoopt een prioriteitswijziging teweeg te kunnen brengen in de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking: het tot stand brengen van een emotioneel evenwicht moet de eerste stap zijn in het ondersteuningsproces, pas als men hier in geslaagd is, kan men zich focussen op het leren en het ontwikkelen van (sociale) vaardigheden. Deze verschuiving qua prioriteit in de ondersteuning wil een tegengewicht bieden voor de chronische overschatting en overvraging van veel cliënten op basis van hun cognitieve en sociale ontwikkeling. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat de cognitieve, sociale en emotionele ontwikkeling dan wel onderscheiden begrippen zijn, maar zeker niet gescheiden mogen worden. Zo kan je de emotionele ontwikkeling niet loskoppelen van een sociale context. Bovendien is er - naast de emoties die je overkomen - ook denken over emoties, en zijn ook cognitie en emotie dus nauw met elkaar verbonden (Morisse & Ronsse, 2011). 5

18 Tot voor kort was er geen eenduidige en toereikende definitie van het begrip emotionele ontwikkeling te vinden en bleef de literatuur beperkt tot de omschrijving van afzonderlijke begrippen als ontwikkeling en emoties. Wanneer men het had over emotionele ontwikkeling, verwees men bijvoorbeeld naar de omschrijving van het emotionele systeem. Het emotionele systeem wordt gezien als een primair motivationeel en adaptief systeem (Izard & Harris, 1995) dat een wezenlijke rol speelt in de belevingswereld en het gedrag van een individu. Sommige auteurs (Collins & Depeu, 1992) zien het emotionele systeem zelfs als een wezenlijke component in de ontwikkeling van de persoonlijkheid. (Došen, 2007, p.49) Een belangrijk doel van de werkgroep conceptualisering was om tot een afgebakende en duidelijke definitie van het begrip emotionele ontwikkeling te komen. Op basis van literatuur formuleerden we uiteindelijk de volgende definitie: De emotionele ontwikkeling is het dynamisch proces van - voorspelbare veranderingen en groei - waarbij basale primaire emoties, die al van bij de geboorte aanwezig zijn (zoals genot, lust, boosheid, angst en interesse voor de omgeving en de ander), zich differentiëren en resulteren in meer geavanceerde emotionele kwaliteiten (zoals trots, liefde, verdriet, schaamte en schuld). - Deze veranderingen zijn zowel het gevolg van veranderingen in het organisme zelf, meer bepaald van de rijping van het zenuwstelsel en de verstandelijke ontwikkeling, - als van de omgang met anderen en de hieraan gekoppelde sociale ontwikkeling. (Morisse & Ronsse, 2011, p.14) Volgens het ontwikkelingsdynamisch model van Došen (2007), dat ik hieronder beschrijf, verloopt deze emotionele ontwikkeling in vijf fasen Het ontwikkelingsdynamisch model van de emotionele ontwikkeling door A. Došen. Voor een schematische voorstelling van dit model verwijs ik naar BIJLAGE Het ontwikkelingsdynamisch model Sinds de jaren 70 brengt Anton Došen onder de aandacht dat veel mensen met een verstandelijke beperking een grotere kans hebben op het ontwikkelen van gedrags- en/of psychische problemen en benadrukt hij het belang van de emotionele ontwikkeling hierbij. Došen stelt dat de gewone (categoriale) psychiatrische diagnoses vaak tekortschieten bij de doelgroep van mensen met een verstandelijke beperking (Vonk & Hosmar, 2009). Om hieraan tegemoet te komen, introduceerde hij de integratieve diagnose, waarbij men een holistisch zicht tracht te krijgen op het individu, zijn omgeving en de ontwikkelingsprocessen die tot het probleem geleid hebben (Došen, 2007). In deze context introduceerde hij ook zijn ontwikkelingsdynamisch model. In dit model brengt Došen, naast de bio-psycho-sociale dimensie, ook de ontwikkelingsdimensie in het spel. Deze ontwikkelingsdimensie besteedt aandacht aan de algemene ontwikkeling, waarbinnen veranderingen van alle drie 6

19 de andere dimensies plaatsvinden. Ten tweede wordt er aandachtig gekeken naar de ontwikkeling binnen iedere afzonderlijke dimensie (Morisse, 2006). Došen (1990) ontwikkelde tevens de Schaal voor Emotionele Ontwikkeling (SEO), als instrument om een inschatting van de emotionele ontwikkeling van een persoon met een verstandelijke beperking mogelijk te maken. Ondertussen bestaan ook een aantal andere instrumenten om het emotioneel ontwikkelingsniveau na te gaan, zoals de ESSEON (Hoekman, Miedema, Otten & Gielen, 2007) of de recente SEO-R (Claes et al., 2011). Vonk & Hosmar (2009) stellen dat Došen in zijn ontwikkelingsmodel van de emotionele ontwikkeling uitgaat van een ontwikkeling in fasen, zoals Piaget dat doet op het gebied van verstandelijke ontwikkeling. De fasen worden niet alleen doorlopen door de neurologische rijping van de hersenen, maar ook door een adequate gehechtheid en sociale aanpassing. Elke ontwikkelingsfase kan beschouwd worden als een voorbereiding voor de volgende fase. Hoe men een bepaalde fase beleeft en doorloopt, heeft gevolgen voor latere fasen. Došen (2007) spreekt van stagnatie of stilstand wanneer iemand om één of andere reden in een bepaalde fase blijft steken. Deze stagnatie kan leiden tot een vertraagde ontwikkeling. Hij spreekt verder van een harmonisch profiel als de verstandelijke, sociale en emotionele ontwikkeling in harmonie met elkaar zijn De vijf fasen in de emotionele ontwikkeling Volgens de theorie van Došen (2007) kan de emotionele ontwikkeling onderverdeeld worden in vijf fasen. Deze vijf fasen omschrijven hoe mensen zich emotioneel ontwikkelen tot de leeftijd van ongeveer 12 jaar. Došen beperkt zich in zijn model tot de eerste vijf fasen in de emotionele ontwikkeling omwille van praktische redenen: in de praktijk blijkt dat het emotioneel niveau van functioneren bij mensen met een verstandelijke beperking zelden hoger is dan twaalf jaar (Vonk & Hosmar, 2009). Het SEN-SEO project (Morisse & Ronsse, 2011) omschrijft het model van Došen als volgt: Fase 1: Adaptatiefase (0-6 maanden) Personen die zich in deze eerste fase bevinden, worden constant heen en weer geslingerd tussen enerzijds homeostase (innerlijk evenwicht, rust, veiligheid) en anderzijds disregulatie (overspoeld worden, zich verliezen t.g.v. vermoeidheid, pijn, honger, gespannen sfeer, te veel prikkels, ). In de adaptatiefase is men nog volop bezig met zich fysiek aan te passen aan de buitenwereld. Net zoals een pasgeboren baby zich moet aanpassen aan het leven buiten de baarmoeder en dus geconfronteerd wordt met een pak nieuwe sensaties, zijn ook volwassenen in deze fase hoofdzakelijk bezig met het verwerken van allerlei prikkels die op hen afkomen. In een situatie van disregulatie (onevenwicht) krijgen ze deze zintuiglijke prikkels niet meer geordend en worden ze overspoeld door chaos. Bij personen die zich in de adaptatiefase bevinden, merkt men dan ook vaak een lichamelijke ontregeling (koorts, hyperventilatie, epilepsie, ) wanneer ze zich in een situatie van disregulatie bevinden. Hiermee samengaand raakt het innerlijk spanningsniveau van personen in deze fase snel ontregeld. Er is vaak sprake van hypo- of hyperarousal. Voor hun gevoel van basisveiligheid zijn mensen die zich in de adaptatiefase bevinden bijna volledig aangewezen op hun omgeving. Alles wat bijvoorbeeld lichamelijk misgaat, lokt reactie uit en vraagt om rechtgetrokken te worden door de omgeving. In de ondersteuning van deze cliënten ligt de nadruk dan ook op het reguleren. Het is belangrijk dat de begeleiding oog heeft voor de kleine signalen die de cliënt geeft en, rekening houdend met 7

20 het eigene van elke cliënt, op zoek gaat naar manieren om de innerlijke spanning die hij/zij voelt te reduceren. Fase 2: Eerste socialisatiefase (6-18 maanden) In de eerste socialisatiefase, die ook wel de gehechtheidsfase wordt genoemd, staat alles in teken van de relatie met de belangrijke andere (vb. cliënt-begeleider). Dit is de fase waarin de hechting en het wederzijds sociaal contact tussen de persoon en zijn omgeving tot stand komt. Het centrale thema van deze fase is vertrouwen versus wantrouwen. Waar in de vorige fase alle energie ging in het verwerken van prikkels, gaat in deze fase alle energie in het bezig zijn met anderen. We zien dat personen die zich in de eerste socialisatiefase bevinden, nog in symbiose zitten, dat ze nog geen eigen ik hebben en nog niet goed kunnen functioneren zonder begeleider/ouder/ in de buurt. Aangezien de cliënt in deze fase zijn veiligheid nog steeds ontleent aan personen in zijn omgeving, is het belangrijk om in de ondersteuning heel bewust de relatie aan te gaan. Gezamenlijkheid (WEdentity) enerzijds en structuur en grenzen anderzijds, zijn de grote pijlers binnen de ondersteuning van personen in de eerste socialisatiefase. Testgedrag en de daarbij horende crisissen komen vaak voor in deze fase. Belangrijk hierbij is dat het niet gaat om een bewust uitdagen vanuit de cliënt, maar wel om het aftasten en het toetsen van de relatie. Testgedrag is in deze context dus eigenlijk geen juiste term. Vanuit het heen en weer geslingerd worden tussen vertrouwen en wantrouwen gaat een persoon in deze tweede fase gaan aftoetsen in welke mate de ander betrouwbaar en veilig is. Fase 3: Eerste individuatiefase (18-36 maanden) Het centrale thema in de eerste individuatiefase is autonomie versus afhankelijkheid. Wanneer de vorige fase goed doorlopen is, heeft de persoon een zeker gevoel van basisveiligheid kunnen ontwikkelen. Vanuit dit gevoel zal hij/zij steeds minder de onmiddellijke nabijheid en ondersteuning van de belangrijke andere nodig hebben en steeds meer zaken zelf durven en willen ondernemen. Zoals de naam van deze fase doet vermoeden, beseft de persoon steeds meer dat hij/zij een eigen persoon is en wordt hij/zij steeds meer een individu, een ik. In de ondersteuning is het belangrijk om rekening te houden met deze toegenomen nood aan autonomie. Daarnaast blijven duidelijke grenzen en een duidelijk kader noodzakelijk. De boodschap van een cliënt in deze fase is vaak: Ik kan het zelf! of Ik heb je niet (meer) (zo) nodig!. Vergelijkbaar met de koppigheidsfase die heel wat peuters meemaken, wordt in de eerste individuatiefase de eigen wil vaak op een negatieve en koppige manier duidelijk gemaakt. Hoewel de leefwereld van de cliënt in deze fase verruimt en de interesse voor anderen (vb. medecliënten) toeneemt, ligt er nog steeds veel nadruk op de relatie cliënt-ouder of cliënt-begeleider. In fase 3 kan de persoon al wat meer losgelaten worden, kan hij/zij al wat meer zelfstandig ondernemen. Het blijft echter van groot belang dat hij/zij nog steeds - zeker bij mislukkingen - kan terugvallen op de veiligheid van de ander. Fase 4: Identificatiefase (3-7 jaar) Het centrale thema van de identificatiefase is initiatief versus geremdheid. In deze fase groeit men naar een grotere zelfredzaamheid en begint men veel belang te hechten aan het oordeel van belangrijke anderen. In fase 3 lag de nadruk op wie mag ik zijn? en ging dit 8

21 gepaard met het aftasten van grenzen. De centrale vraag in fase 4 is veeleer wat kan ik?, wat leidt tot zoeken naar positieve bevestiging. Waar in de vorige fases nog hooguit sprake was van een beginnend ik, ontwikkelt de cliënt in deze fase steeds duidelijker een identiteit (I-dentity i.p.v. WE-dentity). In de identificatiefase maakt men een aantal belangrijke ontwikkelingen door: van (nood aan) extern geweten naar (beginnend) geïnternaliseerd geweten; van naast elkaar spelen/werken tot samen spelen/werken en een gevoel van samenhorigheid; van gebrek aan empathie naar beginnend aanvoelen van emoties bij de ander; van magisch denken en fantaseren naar een beter realiteitsbesef en van erg impulsief handelen naar beginnend overzien en afwegen van consequenties. In de identificatiefase gaat men zich ook meer en meer identificeren met de ander. De voorbeeldfunctie van ondersteuners en andere personen is op dit vlak erg belangrijk. Deze mensen vervullen immers de rol van rolmodel, van identificatiefiguur. Hun feedback en ondersteuning is voor personen die zich in deze eerste fase bevinden vaak erg belangrijk. Vertrouwensrelaties met belangrijke anderen zijn in deze context van groot belang. Fase 5: Realiteitsbewustwordingsfase (7-12 jaar) In deze fase staat het thema zelfvertrouwen versus minderwaardigheid centraal. Personen die zich in de realiteitsbewustwordingsfase bevinden, vinden het belangrijk om erbij te horen en tonen graag dat ze het (goed) kunnen. Er is sprake van een zekere geldingsdrang. Wanneer men in de vorige fases een onvoldoende veilige basis kon opbouwen en/of wanneer de omgeving te veel eisen stelt en te weinig positieve stimulansen biedt, komen in deze fase vaak gevoelens van minderwaardigheid naar voor. In de realiteitsbewustwordingsfase raakt men verder steeds meer gericht op het verkennen van de buitenwereld en hecht men veel belang aan een ondersteunend netwerk van vrienden, leeftijdsgenoten, familie, collega s, De leefwereld van de persoon kan opnieuw wat meer gaan verruimen. Ondersteuning kan ook steeds meer ingevuld worden als voorwaardenscheppend en op een afstand, met een veilige terugvalbasis bij onverwachte vragen of problemen. In deze fase vinden opnieuw heel wat evoluties plaats: van een beginnend naar een bijna volledig geïnternaliseerd geweten; van beginnende samenwerking met leeftijdsgenoten, vrienden, collega s, naar sterkere samenwerking en oprechte vriendschappen; van beginnend inzicht in oorzaak en gevolg naar toegenomen inzicht en de mogelijkheid tot reflecteren over het eigen aandeel en de gevolgen voor anderen (empathie); van toegenomen verbaliteit naar de mogelijkheid om de persoonlijke toekomst, wensen en verwachtingen te bespreken en tot slot van een nog onrealistisch naar een realistischer zelfbeeld. (Het bovenstaande werd gebaseerd op: Morisse & Ronsse, 2011) Deze indeling in vijf fasen kan de indruk wekken dat het kader van Došen mensen in hokjes wil onderbrengen. Een belangrijke kanttekening hierbij is evenwel dat de fasen te zien zijn als een dynamisch continuüm waarbinnen mensen zich bewegen. Marrecau & De Neve (2011) stellen dat het in het merendeel van de gevallen niet zo is dat een persoon volledig in één fase onder te brengen is. De werkelijkheid is heel wat complexer. Heel wat personen zullen zich voor bepaalde domeinen in één fase bevinden, terwijl ze zich voor andere domeinen in een andere fase bevinden. Het komt ook vaak voor dat een persoon zich over het algemeen in een bepaalde fase bevindt, maar op momenten van hoge stress of spanning terugvalt naar een lagere fase. De emotionele ontwikkeling is dus een 9

22 dynamisch gegeven: mensen kunnen schommelen in hun kunnen en aankunnen. Ze kennen mindere periodes van tegenslag, maar kennen ook goeie periodes waarin ze groeien en zich verder ontwikkelen. Een globale benadering waarbij een persoon in één enkele fase gesitueerd wordt, kan dus een te grote vereenvoudiging van de werkelijkheid zijn (Marrecau & De Neve, 2011). Bovendien is het belangrijk op te merken dat sommige fasen een brede range qua leeftijd omvatten. Zo kan er een groot verschil zijn tussen het functioneren van een persoon die zich in het begin van de individuatiefase bevindt (en dus een emotionele ontwikkelingsleeftijd heeft van ongeveer 18 maand) en een persoon die zich eerder op het einde van deze fase bevindt (ongeveer 36 maand). Hoewel beide personen in dezelfde fase ingeschaald zouden worden, kan hun functioneren en hun emotionele draagkracht enorm verschillen. Laat het kortom duidelijk zijn dat het niet zinvol is om het model van Došen op een statische manier te benaderen, maar dat het veeleer als een dynamisch denkkader ingezet kan worden. Er moet steeds een individuele vertaling voor elke unieke cliënt gemaakt worden, vanuit het besef dat men nooit iemand zomaar op één fase kan vastpinnen (Marrecau & De Neve, 2011). Došen (2007) verwoordt dit zelf als volgt: De kritiek op het concept van het fasisch verloop van de ontwikkeling is ons bekend en betrekkelijk aannemelijk. Toch kiezen we in ons model voor een fasische benadering omdat bepaalde stadia van de ontwikkeling zich onderscheiden van elkaar door verschillende fysiologische en psychosociale kenmerken en omdat de indeling in fases, ondanks de simplificatie, deze complexe materie makkelijker en overzichtelijker maakt. (p.52) 1.3. Emotionele ontwikkeling bij volwassenen met een verstandelijke beperking Mensen met een verstandelijke beperking Voor de definiëring van het begrip verstandelijke beperking baseer ik me op de beschrijving van de American Association on Intellectual and Developmental Disabilities (AAIDD) (Schalock et al., 2010) De AAIDD hanteert daarbij drie criteria: - Een significante beperking in het intellectueel functioneren of de intelligentie (meer dan twee standaarddeviaties beneden het populatiegemiddelde); - Gelijktijdig optredend met een significante beperking in het adaptieve gedrag (meer dan twee standaarddeviaties beneden het populatiegemiddelde). Dit komt tot uiting in beperkte conceptuele (vb. omgaan met tijd), sociale (vb. sociale verantwoordelijkheid) en praktische adaptieve (vb. in staat zijn om de eigen veiligheid te garanderen) vaardigheden. - Het optreden van deze beperkingen vóór het 18 e levensjaar. Deze drie criteria worden door Schalock et al. (2010) vooropgesteld bij het bepalen of iemand een verstandelijke beperking heeft. De AIDD benadrukt hierbij dat kwetsbaarheden en beperkingen van een persoon steeds samengaan met sterktes. Een ondersteuning die rekening houdt met en afgestemd is op deze sterktes, zal het functioneren van de persoon wellicht doen verbeteren. Došen (2011b) betreurt dat de emotionele ontwikkeling volledig ontbreekt in deze definitie. Hij stelt dat de cognitieve cultuur nog steeds overheerst in onze westerse samenleving en dat de emotionele 10

23 ontwikkeling nog te weinig aandacht krijgt. Dat verstandelijke beperking gedefinieerd wordt als een beperking in de cognitieve ontwikkeling en het adaptieve gedrag en hierbij niets gezegd wordt over de emotionele ontwikkeling, is voor hem een illustratie van deze cognitieve cultuur Emotionele ontwikkeling bij volwassenen met een verstandelijke beperking Volgens verschillende onderzoeken (Došen, 2005; Greenspan & Wieder, 1998; Whitman, O Callaghan & Sommer, in La Malfa, Lassi, Bertelli, Albertini & Došen, 2009), is er niet enkel op cognitief vlak een verschil op te merken tussen mensen met en zonder verstandelijke beperking, maar valt ook op emotioneel vlak een specifieke kwetsbaarheid vast te stellen bij deze eerste groep. Bij het beschrijven van zijn ontwikkelingsdynamisch model, gaat Došen uit van een normale ontwikkeling. Vanuit dit model maakt een kind met een verstandelijke beperking dezelfde emotionele ontwikkelingsfasen door als een normaal begaafd kind. Het verloop van deze ontwikkeling is echter vaak vertraagd en/of bereikt sneller een plafond (Vonk & Hosmar, 2009). Zo zouden, volgens het kader van Došen, mensen met een diepe verstandelijke beperking in hun emotionele ontwikkeling niet verder komen dan de fase van de adaptatie en zouden mensen met een ernstige of matige verstandelijke beperking vaak blijven steken in de eerste individuatie (Morisse, 2006). Dit betekent evenwel niet dat een persoon met een ernstige verstandelijke beperking globaal gezien functioneert op het niveau van een peuter. Wat men wel vaststelt, is dat een dergelijk persoon bij een verandering van de situatie en/of bij situaties die stress met zich meebrengen, kan terugvallen op het gedrag van een kind van drie jaar (Došen, 1988). Bij het inschatten van het emotioneel ontwikkelingsniveau is het dan ook belangrijk om te kijken naar de zwakste momenten, naar het niveau van functioneren onder stress (Morisse, 2006). Een patroon dat verder vaak vastgesteld wordt bij mensen met een verstandelijke beperking, is dat door het feit dat de emotionele ontwikkeling gestagneerd is, er een discrepantie ontstaat tussen het cognitief en het emotioneel ontwikkelingsniveau. Došen (2007) spreekt in dat geval van een disharmonisch ontwikkelingsprofiel. De verschillende aspecten van de ontwikkeling zijn immers niet in balans of harmonie met elkaar. De emotionele ontwikkeling, die de draagkracht illustreert, is hierbij veelal minder goed ontwikkeld dan het cognitieve niveau, dat eerder gekoppeld is aan capaciteiten en vaardigheden (Morisse & Ronsse, 2011). Deze discrepantie wordt ook wel benoemd als het verschil tussen kunnen (het cognitieve aspect) en aankunnen (het emotionele aspect) (Braems, 2009). Het verschil tussen kunnen en aankunnen kan iemand emotioneel kwetsbaar maken. Vaak focust de omgeving immers eerder op het cognitieve niveau en wordt er te weinig rekening gehouden met de emotionele draagkracht en de basale emotionele behoeften van de persoon. Morisse & Ronsse (2011) omschrijven basale emotionele behoeften als: behoeften die te maken hebben met de psychosociale ontwikkeling, het sociale gedrag en de subjectief psychische toestand van het individu (p.35). Als er vanuit de omgeving een gepast antwoord komt op deze behoeften, wordt de emotionele ontwikkeling verder gestimuleerd en kan van daaruit adaptief gedrag ontstaan. Wanneer de ondersteuning echter niet afgestemd is op deze behoeften, kan moeilijk verstaanbaar gedrag en/of probleemgedrag ( maladaptief gedrag ) tot zelfs psychiatrisch klinische beelden ontstaan. Meestal gaat het hierbij dan om een overvraging of ondervraging van de persoon (Morisse & Ronsse, 2011). 11

24 De afname van de Schaal voor Emotionele Ontwikkeling (Došen, 1990), waarbij de emotionele ontwikkeling en de eventuele discrepantie met de cognitieve ontwikkeling in kaart gebracht wordt, kan gezien worden als een poging om dit risico op onder- en overbevraging, als bedreiging van de Quality of Life van de persoon, te ondervangen en/of te voorkomen. 2. Het verhaal van ouders In deze masterproef tracht ik een blik te werpen op de ervaringen en het perspectief van ouders met betrekking tot de emotionele ontwikkeling van hun zoon of dochter met een verstandelijke beperking. De Belie en Van Hove (2005) stellen dat ervaringen van ouders nooit een louter persoonlijk gegeven zijn, maar dat ze steeds gesitueerd zijn binnen en gekleurd worden door een sociaalhistorische context. In deze sociaalhistorische context spelen zowel invloeden uit het verleden als invloeden uit de huidige maatschappelijke context een rol. In wat volgt, schets ik daarom hoe de positie van ouders van een kind met een verstandelijke beperking in het verleden is geëvolueerd. Daarna ga ik in op de positie die deze ouders innemen binnen de recente visie van Disability Studies De verschuivende positie van ouders doorheen de jaren Vaders en moeders van kinderen met een beperking hebben in de geschiedenis van de zorg altijd een unieke en soms zelf controversiële positie ingenomen (Van Hove et al., 2009). Waar vaders over het algemeen weinig in beeld komen in deze geschiedenis, kregen moeders doorheen de jaren verschillende posities toegeschreven. Sommige moeders werden ervan beschuldigd overbeschermend te zijn en een symbiotische relatie aan te gaan met hun kind met een beperking. Binnen deze symbiotische relatie werd het kind klein gehouden en gingen moeders te veel voor hun kind spreken in plaats van ruimte te laten voor de eigen stem van het kind (Van Hove et al., 2009). Andere moeders werden dan weer omschreven als ijskastmoeders : koele moeders die niet in staat waren om een emotionele relatie aan te gaan met hun kind. Dit gebrek aan moederlijke warmte werd zelfs even als een mogelijke oorzaak van autisme beschouwd (Roeyers, 2008). Het vroege denken over ouderschap van een kind met een beperking werd gedomineerd door de kwetsbaarheid en onmogelijkheid van deze ouders om hun kind op een goede manier op te voeden (Ferguson, 2001). Dit denken sluit aan bij het medisch model op handicap, waarbij de nadruk vooral ligt op de kwetsbaarheden en tekorten van mensen met een beperking. Het gevolg van deze visie was dat de zorg voor kinderen met een beperking gedurende de 19 de en 20 ste eeuw grotendeels door professionelen werd overgenomen (De Belie & Van Hove, 2005). Kinderen moesten als het ware voor de onkunde van hun ouders beschermd worden en professionals kregen vanuit hun kennis en expertise de taak om de ouderlijke rol grotendeels over te nemen. Niet enkel de kinderen met een beperking, maar ook hun ouders, werden onderwerp van professionele bevoogding en beoordeling (De Belie & Van Hove, 2005). Halfweg de jaren 90 van de vorige eeuw kwam er een verschuiving in het denken over ouderschap van een kind met een beperking. Ferguson (2001) benoemt dit als een verschuiving van de schuld. Waar de nadruk voordien vooral lag op de negatieve invloed van ouders en vooral moeders op het kind met een beperking, gingen professionelen geleidelijk aan meer focussen op de negatieve impact van het kind op het gezin. Families van een kind met een beperking werden beschouwd als gehandicapte families die een moeilijk verwerkingsproces doormaakten (Ferguson, 2001). Zo wezen 12

25 verschillende onderzoekers erop dat ouders van kinderen met een beperking meer stress ervaren en meer depressieve kenmerken vertonen (Cummins, 2001; Dyson, 1997; Kazak & Marvin, 1984; Miller, Gordon, Daniele & Diller, 1992). Ook binnen deze visie was professionele ondersteuning voor ouders onmisbaar. Verschillende generaties hulpverleners werden dan ook opgeleid tot het ondersteunen van gezinnen vanuit omschrijvingen van ouders als neurotisch, lijdend, dysfunctioneel, machteloos, enzovoort (Van Hove et al., 2009). Onderzoek naar ouderschap van een kind met een beperking bestond in die context vooral uit het in kaart brengen van de schade die ouders oplopen en het zoeken naar effectieve interventies om ouders hierbij te ondersteunen. Er lag in het onderzoek aldus een eenzijdige nadruk op het negatieve (Scorgie & Sobsey, 2000; Sloper & Turner, 1993), opnieuw vanuit een deficit-model op handicap (Kazak & Marvin, 1984). Deze verschuiving van schuld bracht bovendien met zich mee dat het medisch model van handicap niet meer enkel van toepassing was op het kind met een beperking, maar verruimd werd naar de gehele familie (Ferguson, 2001). Beide historische benaderingen hebben met elkaar gemeen dat ze, aansluitend bij het deficit-model, uitgaan van een negatieve kijk op ouderschap van een kind met een beperking. De geboorte van een kind met een beperking gaat binnen deze benaderingen inherent samen met tragiek en negatieve consequenties (Ferguson, 2001). Het hebben van verdriet, coping en overleven worden vaak vermeld als sleutelwoorden in de ervaring van ouders (Van Hove et al., 2009). Op die manier wordt evenwel tekort gedaan aan de rijke ervaringen die ouderschap van een kind met een beperking vaak met zich meebrengt, aan de complexe betekenisverlening en aan de veerkracht van ouders. Beide visies lijken er bovendien van uit te gaan dat tussenkomst door professionelen nodig en wenselijk is in de opvoeding van een kind met een beperking. In de eerste visie om ervoor te zorgen dat er minder negatieve consequenties zijn vanuit de ouders op het kind, in de tweede visie om de negatieve consequenties voor de ouders en het gezin zelf te beperken. Het verhaal van de ouders blijft in beide gevallen beperkt tot een verhaal van problemen, stress en negatieve effecten. Hoewel deze manier van denken waarschijnlijk nog steeds de visie op ouders beïnvloedt, kwam er, dankzij onder meer de opkomst van Disability Studies, een verschuiving naar een meer positieve kijk op ouderschap van een kind met een beperking Disability Studies en de huidige positie van ouders Sinds de jaren 80 is het tij geleidelijk aan het keren en komen er nieuwe inzichten met betrekking tot ouderschap van een kind met een beperking (Dauw, 2009). Deze nieuwe inzichten vallen onder meer te kaderen binnen de opkomst van Disability Studies. Dit recente paradigma wil een tegengewicht bieden voor de visie die de heersende traditionele disciplines (zoals het medische, wetenschappelijke en psychologische model) hadden over disability en het beeld dat zij creëerden van mensen met een beperking. Disability werd binnen de traditionele paradigma s gezien als een meetbaar probleem, als een pathologie, iets wat niet wenselijk is en hersteld moet worden door mensen te normaliseren (Mertens & Van den Vreken, 2009). In een reactie tegen deze puur medische/individugerichte manier om naar het fenomeen disability te kijken, werd binnen de vroege Disability Studies het sociaal model van disability voorop gesteld (Van Hove, 2009). Binnen dit model wordt disability gezien als een sociaal construct dat onvermijdelijk verbonden is met omgevingsfactoren (Bayliss, 1998; Van Hove, Van Loon & De Cuypere, 2001). Oliver (1996) één van de belangrijkste grondleggers van Disability Studies, zegt het volgende over het sociaal model: 13

Agressiebeheersing vanuit het emotionele ontwikkelingsprofiel 28/04/2015 EMOTIONELE ONWIKKELING. buitenkant versus binnenkant

Agressiebeheersing vanuit het emotionele ontwikkelingsprofiel 28/04/2015 EMOTIONELE ONWIKKELING. buitenkant versus binnenkant Agressiebeheersing vanuit het emotionele ontwikkelingsprofiel Dr. Iris Van den Brandei.o. SEN vzw Centrum voor Therapie en Welzijn Balans EMOTIONELE ONWIKKELING buitenkant versus binnenkant intrapsychisch

Nadere informatie

Basisvorming Emotionele Ontwikkeling. Een introductie in het kader van Došen: een bril om ook naar jouw leerlingen te kijken!

Basisvorming Emotionele Ontwikkeling. Een introductie in het kader van Došen: een bril om ook naar jouw leerlingen te kijken! Basisvorming Emotionele Ontwikkeling Een introductie in het kader van Došen: een bril om ook naar jouw leerlingen te kijken! Agenda Korte voorstelling Waarom emotionele ontwikkeling? De theorie: 5 fases

Nadere informatie

Van inschatting naar ondersteuning : introductie emotionele ontwikkeling. Lore Goethals Vzw Nieuwland

Van inschatting naar ondersteuning : introductie emotionele ontwikkeling. Lore Goethals Vzw Nieuwland Van inschatting naar ondersteuning : introductie emotionele ontwikkeling Lore Goethals Vzw Nieuwland Uitgangspunten Sociaal emotionele ontwikkeling is aanknopingspunt bij begrijpen van probleemgedrag probleemgedrag

Nadere informatie

1. Welke fases binnen de sociaal-emotionele ontwikkeling zijn er?

1. Welke fases binnen de sociaal-emotionele ontwikkeling zijn er? 1. Welke fases binnen de sociaal-emotionele ontwikkeling zijn er? 2. Wat staat er centraal in elke fase en welke begeleidingsbehoefte heeft het kind in deze fase? 3. Waar steek je op in als er een discrepantie

Nadere informatie

Het is alleen maar een gevoel, SEO in de praktijk. Els Ronsse www.psysense.be

Het is alleen maar een gevoel, SEO in de praktijk. Els Ronsse www.psysense.be Het is alleen maar een gevoel, SEO in de praktijk Els Ronsse www.psysense.be Van alle tijden, en van alle mensen EO is behoorlijk universeel: wij, VB, NB, autisme, VB én autisme, NB en autisme Emotionele

Nadere informatie

SENSEO VERTAALSLAG. Van inschatting op de SEO naar dagelijkse begeleiding van cliënten

SENSEO VERTAALSLAG. Van inschatting op de SEO naar dagelijkse begeleiding van cliënten SENSEO VERTAALSLAG Van inschatting op de SEO naar dagelijkse begeleiding van cliënten FASE 1: EERSTE ADAPTATIE (0 6 MAANDEN) 1. Omschrijving Algemene kenmerken In deze fase is men nog volop bezig zich

Nadere informatie

26/04/2018. Verstandelijke beperking (h)erkennen. Evelien Neirynck. Impulsdag Middelengebruik Antwerpen. Raak uit de knoop. Verbind vanuit je passie

26/04/2018. Verstandelijke beperking (h)erkennen. Evelien Neirynck. Impulsdag Middelengebruik Antwerpen. Raak uit de knoop. Verbind vanuit je passie Verstandelijke beperking (h)erkennen Impulsdag Middelengebruik Antwerpen www.konekt.be 26 april 2018 Evelien Neirynck Raak uit de knoop Verbind vanuit je passie Werk vanuit je talent Maak de wereld inclusief

Nadere informatie

4. Verantwoordelijkheid

4. Verantwoordelijkheid 4. Verantwoordelijkheid Geef kinderen meer verantwoordelijkheid Kinderen ontwikkelen zich door belangrijk te mogen zijn. Kinderen kunnen in toenemende mate al veel zelf en het is voor hen belangrijk dat

Nadere informatie

Negatieve factoren bij het ontstaan van onveilige hechting en faalangst

Negatieve factoren bij het ontstaan van onveilige hechting en faalangst Negatieve factoren bij het ontstaan van onveilige hechting en faalangst. I Kind - afwezig ontmoediging van eigen initiatief - onvoorspelbaar cognitie wordt vertraagd - onverschillig minder lust aan eigen

Nadere informatie

Emotionele ontwikkeling van personen met een verstandelijke beperking

Emotionele ontwikkeling van personen met een verstandelijke beperking Emotionele ontwikkeling van personen met een verstandelijke beperking Een vormingspakket van SEN vzw ontwikkeld in samenwerking met regiegroep SEN-SEO Emotionele ontwikkeling van personen met een verstandelijke

Nadere informatie

De hermeneutische cirkel

De hermeneutische cirkel De hermeneutische cirkel Over beeldvorming en het formuleren van passende ondersteuningsvragen. Esther Keller, kennisdag D-SH/ CMB 1 december 2016 Beeldvorming 2 2 Beeldvorming is niet alleen de ontwikkelingsgebieden

Nadere informatie

Tips bij het in gesprek gaan met een burger met een licht verstandelijke beperking

Tips bij het in gesprek gaan met een burger met een licht verstandelijke beperking Tips bij het in gesprek gaan met een burger met een licht verstandelijke beperking S.N. Kuik (2014, ongepubliceerd) Inleiding Het in Gesprek gaan met iemand met een LVB vergt nogal wat van Gespreksvoerders.

Nadere informatie

Verstandelijke beperking (h)erkennen

Verstandelijke beperking (h)erkennen Verstandelijke beperking (h)erkennen Impulsdag Middelengebruik Vlaams - Brabant www.konekt.be 20 november 2018 Evelien Neirynck Evelien.neirynck@konekt.be Konekt vzw Wat kunnen jullie verwachten? Handvaten

Nadere informatie

Delen is Helen. Wat kan je doen bij verlies van relatie, werk, geliefde of gezondheid

Delen is Helen. Wat kan je doen bij verlies van relatie, werk, geliefde of gezondheid Delen is Helen Wat kan je doen bij verlies van relatie, werk, geliefde of gezondheid Rouw Is een natuurlijk proces, waarbij verdriet en eenzaamheid voorkomende gevoelens kunnen zijn. Verlies van gezondheid

Nadere informatie

Een eerste blik op de SEO-V(erkort) Filip Morisse Emilie Vandeputte Celine Lefere Edda Janssens

Een eerste blik op de SEO-V(erkort) Filip Morisse Emilie Vandeputte Celine Lefere Edda Janssens Een eerste blik op de SEO-V(erkort) Filip Morisse Emilie Vandeputte Celine Lefere Edda Janssens Programma Snel door het model Achtergrond SEO-V De schaal van dichtbij Vergelijking en complementariteit

Nadere informatie

Zoeken naar evenwicht tussen autonomie en verbondenheid bij (jong)volwassenen met een beperking

Zoeken naar evenwicht tussen autonomie en verbondenheid bij (jong)volwassenen met een beperking Zoeken naar evenwicht tussen autonomie en verbondenheid bij (jong)volwassenen met een beperking Workshop Studiedag Balanceren tussen autonomie en verbondenheid Spreker: Veerle Daniels - OPZ Geel CC. De

Nadere informatie

Mijn kind heeft een LVB

Mijn kind heeft een LVB Mijn kind heeft een LVB Wat betekent een licht verstandelijke beperking nu precies? Informatie voor ouders van kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking in de leeftijd van 6 tot 23 jaar

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Thema Kernelementen Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Tips voor de trainer: Werken met mensen is werken met emotie. Leer emoties als signaal te herkennen, maar niet als leidraad te

Nadere informatie

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Cecile Blansjaar: orthopedagoog/autisme specialist Gedragskundige Stichting de Waerden Mede oprichter De Sociale Bron Wat is Autisme? In Nederland

Nadere informatie

Toelichting zeven dimensies

Toelichting zeven dimensies Toelichting zeven dimensies Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs December 2009 ZIEN! is een product van, in samenwerking met ParnasSys Inhoudsopgave Zeven dimensies 3 1. De kwaliteitsdimensies

Nadere informatie

Dienst Ambulante Begeleiding. Communicatie bij personen met een verstandelijke beperking.

Dienst Ambulante Begeleiding. Communicatie bij personen met een verstandelijke beperking. Dienst Ambulante Begeleiding Communicatie bij personen met een verstandelijke beperking. Voorstelling DAB ambulante en mobiele dienst voor gezinnen met kind, jongere of volwassene met een verstandelijke

Nadere informatie

Verstandelijke beperkingen

Verstandelijke beperkingen 11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking

Nadere informatie

Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van. Master in de Pedagogische Wetenschappen: Orthopedagogiek. Promotor: Prof.

Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van. Master in de Pedagogische Wetenschappen: Orthopedagogiek. Promotor: Prof. Academiejaar 2014-2015 Tweedekansexamenperiode Het betrekken van ouders bij het in kaart brengen van de emotionele ontwikkeling van personen met een verstandelijke beperking: een kwalitatief onderzoek.

Nadere informatie

Kindermishandeling; Wel of geen diagnose? Drs. A van Dijke Drs. M. Reijns

Kindermishandeling; Wel of geen diagnose? Drs. A van Dijke Drs. M. Reijns Kindermishandeling; Wel of geen diagnose? Drs. A van Dijke Drs. M. Reijns Impact afhankelijk van aantal factoren: Eigenschappen van trauma zelf Eigenschappen van het kind Eigenschappen van omgeving Eigenschappen

Nadere informatie

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte.

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Bespreking artikel Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Auteurs: P.C. Van der Ende, MSc, J.T. van Busschbach, phd, J. Nicholson, phd, E.L.Korevaar, phd & J.van Weeghel,

Nadere informatie

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als 1 Temperament van het kind en (adoptie)ouderschap Sara Casalin Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als verlegen, blij, impulsief, zenuwachtig, druk, moeilijk, koppig,

Nadere informatie

Overschatting en overvraging van patiënten in de psychiatrie. Maartje Brink Verpleegkundige in opleiding tot specialist GGZ Parnassia Groep

Overschatting en overvraging van patiënten in de psychiatrie. Maartje Brink Verpleegkundige in opleiding tot specialist GGZ Parnassia Groep Overschatting en overvraging van patiënten in de psychiatrie Maartje Brink Verpleegkundige in opleiding tot specialist GGZ Parnassia Groep Inhoud Casusbeschrijving Disharmonisch intelligentieprofiel Emotionele

Nadere informatie

Inhoud. Woord vooraf 11

Inhoud. Woord vooraf 11 Inhoud Woord vooraf 11 Inleiding 15 Deel 1 21 Hoofdstuk 1 Personen met een verstandelijke beperking en geestelijke gezondheidsproblemen 23 1. Inleiding 23 2. Definiëring 24 3. Prevalentie 26 4. Typering

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie bij autisme

Cognitieve gedragstherapie bij autisme Cognitieve gedragstherapie bij autisme Caroline Schuurman, gz-psycholoog Centrum Autisme Rivierduinen Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van autisme bij volwassenen Utrecht, 14 juni 2011 CGT bij autisme

Nadere informatie

Verkennen van de vele kanten van een mens met een psychiatrische aandoening. Birgit Bongaerts

Verkennen van de vele kanten van een mens met een psychiatrische aandoening. Birgit Bongaerts Verkennen van de vele kanten van een mens met een psychiatrische aandoening Birgit Bongaerts 15/6/2012 Congres Vlaams ondersteuningscentrum oudermis(be)handeling 2012, 10 Jaar Vlaams meldpunt Bijzondere

Nadere informatie

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen)

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen) 1 International Classification of Functioning, Disability and Health Het ICF-Schema ICF staat voor; International Classification of Functioning, Disability and Health. Het ICF-schema biedt een internationaal

Nadere informatie

Ouder zijn en blijven na een moeilijke echtscheiding

Ouder zijn en blijven na een moeilijke echtscheiding Ouder zijn en blijven na een moeilijke echtscheiding Voorwoord Erger je je ook wel eens blauw als je net je kind bent gaan halen bij je ex-partner? Voel je je ook machteloos als hij of zij beslissingen

Nadere informatie

Gehechtheid in de klas

Gehechtheid in de klas Gehechtheid in de klas Corinne Verheule SAV Kennismiddag Adoptie 4 november 2016 Adoptiekind in de klas Kijken door een hechtingsbril 2 Gehechtheid Een duurzame, emotionele en wederkerige band tussen een

Nadere informatie

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme Deel VI Inleiding Wat zijn de mogelijkheden van EMDR voor cliënten met een verstandelijke beperking en voor cliënten met een autismespectrumstoornis (ASS)? De combinatie van deze twee in een en hetzelfde

Nadere informatie

RUZIE MET VRIENDEN, LIEFDESVERDRIET EN DE RELATIE TOT DE OUDERS AAN DE LIJN OF OP HET SCHERM BIJ AWEL.

RUZIE MET VRIENDEN, LIEFDESVERDRIET EN DE RELATIE TOT DE OUDERS AAN DE LIJN OF OP HET SCHERM BIJ AWEL. RUZIE MET VRIENDEN, LIEFDESVERDRIET EN DE RELATIE TOT DE OUDERS AAN DE LIJN OF OP HET SCHERM BIJ AWEL. HALLO Hallo. Ik ben een meisje van 12, mijn ouders zijn gescheiden en mijn moeder heeft nu een nieuwe

Nadere informatie

Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP. Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen

Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP. Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen Ontwikkelingsfasen bij kinderen. 3 Basisbehoeften van kinderen.

Nadere informatie

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Doelgroep s Heeren Loo, Almere: Alle leeftijden: kinderen, jongeren & volwassenen (0 100 jaar) Alle niveaus van verstandelijke

Nadere informatie

Instrument Netwerk-analyse

Instrument Netwerk-analyse Netwerk-analyse In begeleiding die gericht is op competentievergroting is er altijd aandacht voor het versterken, uitbreiden en activeren van het sociale netwerk van de cliënt. Deze investering in beschermende

Nadere informatie

Leen Poppe & Clara De Ruysscher 4 december 2015

Leen Poppe & Clara De Ruysscher 4 december 2015 Leen Poppe & Clara De Ruysscher 4 december 2015 Onderzoek naar de inbedding van emotionele ontwikkeling in de ondersteuning van personen met een verstandelijke beperking en de impact hiervan op de geestelijke

Nadere informatie

DE OUDER-KIND RELATIE EEN KWALITATIEVE ANALYSE VAN GESPREKKEN MET AWEL

DE OUDER-KIND RELATIE EEN KWALITATIEVE ANALYSE VAN GESPREKKEN MET AWEL DE OUDER-KIND RELATIE EEN KWALITATIEVE ANALYSE VAN GESPREKKEN MET AWEL HALLO Hallo. Ik ben een meisje van 12, mijn ouders zijn gescheiden en mijn moeder heeft nu een nieuwe man en ik kan hem niet goed

Nadere informatie

8/05/2017. Hoe kijk je naar gedrag? Hulpvraag van de cliënt centraal. Waarop moet ik letten?

8/05/2017. Hoe kijk je naar gedrag? Hulpvraag van de cliënt centraal. Waarop moet ik letten? Hoe kijk je naar gedrag? Moeilijk te begrijpen? Een serieus probleem? Een beetje vervelend? Soms willen ze echt niet mee werken?! Ze kunnen het & toch doen ze het niet!? Wat met de invloed van jullie houding

Nadere informatie

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie?

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? De externe omgeving wordt voor meer en meer organisaties een onzekere factor. Het is een complexe oefening voor directieteams om

Nadere informatie

Het pleegkind in beeld

Het pleegkind in beeld Het pleegkind in beeld Workshop pleegzorgsymposium 19 juni 2014 Petra de Vries (De Rading) Anny Havermans (SAV) 1 Programma Welkom Project gehechtheid in beeld bij pleegzorg Inleiding op gehechtheid en

Nadere informatie

Enquête noden van de scholen. Eerste verwerking

Enquête noden van de scholen. Eerste verwerking Enquête noden van de scholen Eerste verwerking Verwerking van formulieren ingediend op 27/9/16 46 enquêtes werden ingediend/verwerkt Achtergrond mooi verspreid over de 4 componenten van STEM Man/vrouw

Nadere informatie

Onderlegger Licht Diagnostisch Instrument tbv bepaling van het gezinsprofiel. 1. Psychische en/of psychiatrische problemen van de ouder(s)

Onderlegger Licht Diagnostisch Instrument tbv bepaling van het gezinsprofiel. 1. Psychische en/of psychiatrische problemen van de ouder(s) A. Ouderfactoren: gegeven het feit dat de interventies van de gezinscoach en de nazorgwerker gericht zijn op gedragsverandering van de gezinsleden, is het zinvol om de factoren te herkennen die (mede)

Nadere informatie

https://dementie.nl/dagbesteding/tijdelijke-opvang-respijtzorg-regelen

https://dementie.nl/dagbesteding/tijdelijke-opvang-respijtzorg-regelen 1 2 Odensehuis Hoeksche Waard: Odensehuizen landelijk platform: Dementie.nl: Dementie winkel: Doorleven: Fotofabriek: Handen in huis: Samen Dementievriendelijk: Stichting Alzheimer Nederland: http://odensehuishw.nl

Nadere informatie

Stageopdracht gehandicaptenzorgeriatrie. Werkgroep vanuit stageteam

Stageopdracht gehandicaptenzorgeriatrie. Werkgroep vanuit stageteam Stageopdracht gehandicaptenzorgeriatrie Werkgroep vanuit stageteam Inhoudsopgave 1 Beknopte voorstelling 2 Beschrijf het netwerk van de zorgvrager 3 Jouw rol als zorgverlener 4 Literatuurlijst Inleiding

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

VISIE: DE EMOTIONEEL BESCHIKBARE BEGE- LEIDER ALS PEDAGOGISCHE BASISHOUDING

VISIE: DE EMOTIONEEL BESCHIKBARE BEGE- LEIDER ALS PEDAGOGISCHE BASISHOUDING VISIE: DE EMOTIONEEL BESCHIKBARE BEGE- LEIDER ALS PEDAGOGISCHE BASISHOUDING Inhoud VISIE: DE EMOTIONEEL BESCHIKBARE BEGELEIDER... 1 1. INLEIDING... 2 2. EMOTIONEEL BEGRIJPEN ÉN EMOTIONEEL AFSTEMMEN...

Nadere informatie

CLIËNTGERICHT WERKEN BIJ MENSEN MET EEN

CLIËNTGERICHT WERKEN BIJ MENSEN MET EEN DONDERDAG 22 JUNI 2017 CLIËNTGERICHT WERKEN BIJ MENSEN MET EEN STUDIEDAG VERSTANDELIJKE BEPERKING ERGOTHERAPIE HOE STEMMEN WE ONZE ONDERSTEUNING ECHT AF OP HUN VRAAG? BIJ ROUW EN PALLIATIEVE ZORG 27 NOVEMBER

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Herkennen van signalen op de werkvloer... Wat kun je ermee?

Herkennen van signalen op de werkvloer... Wat kun je ermee? Herkennen van signalen op de werkvloer... Wat kun je ermee? Wie zijn wij? Samantha van Engeland & Marianne Stevens Even voorstellen... Maar dan net even anders... Knelpunten voor mensen met een licht verstandelijke

Nadere informatie

De e-learning van Gastouderland

De e-learning van Gastouderland De e-learning van Gastouderland Ook voor gastouders is het belangrijk te blijven ontwikkelen. Daarom bieden wij diverse modules aan die speciaal ontwikkeld zijn voor de kinderopvang. Gastouderland werkt

Nadere informatie

Inhoud 20-10-2011. Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg

Inhoud 20-10-2011. Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg 1 Inhoud Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg Praktijk: Tineke Pilon Consequenties voor praktijk: alles is liefde 2 Definitie Gehechtheidsband Met

Nadere informatie

Ont - moeten. www.psysense.be

Ont - moeten. www.psysense.be Ont - moeten www.psysense.be Definitie van relatie Een relatie is iets waarbij je geeft en neemt, je streeft naar een win/win situatie. Je toont een relatie in een gebaar. De gebaren zijn vaak oprechter

Nadere informatie

Kwetsbaarheid Sociaal - Emotioneel versus Cognitief

Kwetsbaarheid Sociaal - Emotioneel versus Cognitief Kwetsbaarheid Sociaal - Emotioneel versus Cognitief Ingrid ten Westeneind, GZ-psycholoog i.tenwesteneind@dimence.nl Ellen Pinkert, senior psychiatrisch verpleegkundige e.pinkert@dimence.nl Dimence Specialistisch

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

29/11/2016. De wereld van dementie. PERSOON met dementie. Expertisecentrum Dementie Paradox. Besef en beleving. Dementerenden.

29/11/2016. De wereld van dementie. PERSOON met dementie. Expertisecentrum Dementie Paradox. Besef en beleving. Dementerenden. De wereld van dementie Frederix Nelle Expertisecentrum Dementie Paradox We spreken niet meer over Dementen Dementerenden Maar : PERSOON met dementie Elke persoon met dementie is UNIEK! Besef en beleving

Nadere informatie

Reflectie op besluitvorming en handelen

Reflectie op besluitvorming en handelen Reflectie op besluitvorming en handelen Methodiek Omschrijving: De kwaliteit van besluitvorming heeft een invloed op de kwaliteit van de hulpverlening en het gevoel van effectiviteit. Dit is een belangrijk

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan. Kid@home

Pedagogisch beleidsplan. Kid@home Pedagogisch beleidsplan Kid@home Pedagogisch beleidsplan Inhoud: 1. Inleiding 2. Pedagogische visie 3. Verzorging 4. Emotionele veiligheid 5. Persoonlijke competenties 6. Sociale competenties 7. Normen

Nadere informatie

Algemeen. Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren. Leen De Schuymer

Algemeen. Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren. Leen De Schuymer Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren Leen De Schuymer Algemeen Deze resultatenbundel is gebaseerd op het doctoraatsonderzoek van Leen De Schuymer. Dit

Nadere informatie

Slecht nieuws goed communiceren

Slecht nieuws goed communiceren Slecht nieuws goed communiceren M A N U K E I R S E F A C U L T E I T G E N E E S K U N D E, K U L E U V E N Waarheid is een van de meest krachtige medicamenten waarover men beschikt, maar men moet nog

Nadere informatie

opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK

opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK Bij het begin van de jaren 70 zoeken enkele ouders een dagcentrum voor hun volwassen gehandicapt kind. Voordien was het bijna evident

Nadere informatie

Studiedag 16 maart 2018

Studiedag 16 maart 2018 Studiedag 16 maart 2018 U bekend? https://www.youtube.com/watch?v=mzg8e31ju2q Wat is ouderschap? Uit JOnG! Ouderschapsbelevingen uit Jong raken moeders Uit literatuuroverzicht het overweldig zijn als overkoepelend

Nadere informatie

Ondersteuning en ondersteuningsplan.

Ondersteuning en ondersteuningsplan. Definitieve versie. Mei 2011. Emoties en hersenletsel horen bij elkaar. Het hebben van niet aangeboren hersenletsel roept emoties op. Emoties als woede, verdriet en angst. Cliënten van de Mantelmeeuw moeten

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Een blik op de emotionele ontwikkeling. Is een inschaling ook nuttig bij autisme en een normale begaafdheid?

Een blik op de emotionele ontwikkeling. Is een inschaling ook nuttig bij autisme en een normale begaafdheid? AUTISME CENTRAAL 2015/01 32 DEEL 1 Een blik op de emotionele ontwikkeling Is een inschaling ook nuttig bij autisme en een normale begaafdheid? Els Ronsse klinisch psycholoog bij Psysense De emotionele

Nadere informatie

Pedagogische nazorg. Nazorg folder voor ouder(s)/verzorger(s) en kinderen na een ziekenhuisopname

Pedagogische nazorg. Nazorg folder voor ouder(s)/verzorger(s) en kinderen na een ziekenhuisopname Pedagogische nazorg Nazorg folder voor ouder(s)/verzorger(s) en kinderen na een ziekenhuisopname 1 Pedagogische nazorg Inhoudsopgave (Klik op het onderwerp om verder te lezen) Weer thuis 2 Algemene adviezen

Nadere informatie

SOCIALE VEERKRACHT OUDEREN. Jenneke van Pijpen Tot stand gekomen met Ben Sajetcentrum en Vilans

SOCIALE VEERKRACHT OUDEREN. Jenneke van Pijpen Tot stand gekomen met Ben Sajetcentrum en Vilans SOCIALE VEERKRACHT OUDEREN Jenneke van Pijpen Tot stand gekomen met Ben Sajetcentrum en Vilans EVEN VOORSTELLEN JENNEKE VAN PIJPEN v In veel verschillende rollen betrokken bij de ouderenzorg. v Tot 1 januari

Nadere informatie

Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505

Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505 Door Machteld Muller & Linda Stoutjesdijk www.phorosadvies.nl 06-10508273/06-12987505 Lichamelijk: pijn, fysieke beperkingen, afweging behandeling vs bijwerkingen Angst en onzekerheid: verloop ziekte,

Nadere informatie

DE DRAAD TUSSEN KIND EN OUDER

DE DRAAD TUSSEN KIND EN OUDER 1 DE DRAAD TUSSEN KIND EN OUDER Gerrit Vignero De metafoor de draad wil aan de hand van een aantal draden de sociaal emotionele ontwikkeling verhelderen. De draad is een beeld om deze complexe realiteit

Nadere informatie

30/05/2018. ASS en gedrag WELKOM. Kennismaking en verwachtingen. Studiedag Kansrijk Onderwijs dinsdag 29 mei 2018

30/05/2018. ASS en gedrag WELKOM. Kennismaking en verwachtingen. Studiedag Kansrijk Onderwijs dinsdag 29 mei 2018 ASS en gedrag Studiedag Kansrijk Onderwijs dinsdag 29 mei 2018 Een poging tot sensibilisering Nadja Vandenbroeck WELKOM Vandaag: - Kennismaking en verwachtingen - Die fameuze ijsberg - Small talk - DSM-5,

Nadere informatie

Ontwikkelingsrisico s bij het opgroeien met triple X

Ontwikkelingsrisico s bij het opgroeien met triple X Ontwikkelingsrisico s bij het opgroeien met triple X Hanna Swaab Sophie van Rijn Suus van Rijn Hanna, Sophie en Suus werken op de afdeling orthopedagogiek van de universiteit Leiden en op het Ambulatorium.

Nadere informatie

Richtlijn Effectieve Interventies LVB. Jolanda Douma Onderzoekscoördinator Landelijk Kenniscentrum LVG. Focus op Onderzoek 1 december 2011

Richtlijn Effectieve Interventies LVB. Jolanda Douma Onderzoekscoördinator Landelijk Kenniscentrum LVG. Focus op Onderzoek 1 december 2011 2 Richtlijn Effectieve Interventies LVB Jolanda Douma Onderzoekscoördinator Landelijk Kenniscentrum LVG Focus op Onderzoek 1 december 2011 Achtergrond Weinig interventies ontwikkeld voor jeugdigen met

Nadere informatie

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen? Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

Bewonersbespreking bij Ruitersbos. Inhoud:

Bewonersbespreking bij Ruitersbos. Inhoud: Bewonersbespreking bij Ruitersbos Inhoud: 1. Overzicht van bewoners en contactverzorgenden. 2. Planning. 3. Voorbereiding. 4. Leidraad bewonersbespreking. 5. Na de bewonersbespreking. 6. Notulen. 7. Toelichting:

Nadere informatie

Psychische kwetsbaarheid bij thuiswonende ouderen. dra. Lieve Hoeyberghs promotor: Prof. dr. Nico De Witte

Psychische kwetsbaarheid bij thuiswonende ouderen. dra. Lieve Hoeyberghs promotor: Prof. dr. Nico De Witte Psychische kwetsbaarheid bij thuiswonende ouderen dra. Lieve Hoeyberghs promotor: Prof. dr. Nico De Witte Inhoud 1. Achtergrond 2. Psychische kwetsbaarheid: sociodemografisch profiel 3. Kwetsbaarheid i.d.

Nadere informatie

Of je hart nu breekt of scheurt, kapot is kapot.

Of je hart nu breekt of scheurt, kapot is kapot. Of je hart nu breekt of scheurt, kapot is kapot. Rouw van naastbestaanden van personen met dementie Gerke VERTHRIEST Een pluim voor jou, mantelzorger! We staan stil bij: - Rouwen als iemand nog niet dood

Nadere informatie

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam Inleiding: ATB de Springplank, een algemeen toegankelijke basisschool en Vlietkinderen, maatwerk in kinderopvang, beiden gehuisvest

Nadere informatie

Au-tomutilatie. Een groot probleem, een grote uitdaging. Carmen van Bussel Orthopedagoog/GZ-psycholoog

Au-tomutilatie. Een groot probleem, een grote uitdaging. Carmen van Bussel Orthopedagoog/GZ-psycholoog Au-tomutilatie Een groot probleem, een grote uitdaging Carmen van Bussel Orthopedagoog/GZ-psycholoog Inhoud Waarom verwonden cliënten zichzelf? Handelingsverlegenheid en machteloosheid bij begeleiders

Nadere informatie

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken 1 Foto: halfpoint. 123rf.com methodisch werken Methodisch werken 1 Als zorgprofessional doe je nooit zomaar iets. Je werkt volgens bepaalde methodes en procedures. In dit hoofdstuk leer je wat methodisch

Nadere informatie

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin a. Situering Jonge kinderen (0-6 jaar) groeien op in diverse contexten: thuis, eventueel in de kinderopvang, en in de kleuterschool.

Nadere informatie

Tanja Gouverneur 21 maart 2012

Tanja Gouverneur 21 maart 2012 Tanja Gouverneur 21 maart 2012 1. What s in a name? 2. Meerwaarde hersteldeskundigheid 3. Hersteldeskundigen in een zorgteam 4. Deskundigheid in de GGZ 5. Rol van de zorgkundige in de GGZ 6. Valkuilen

Nadere informatie

Portfolio voor medewerkers Natuurlijk leren Parels ontstaan door schuring

Portfolio voor medewerkers Natuurlijk leren Parels ontstaan door schuring Portfolio voor medewerkers Natuurlijk leren Parels ontstaan door schuring Authentiek leiderschap Pedagogische tact Ruimte geven Hoge verwachtingen Authentiek contact! Ik heb zelfvertrouwen. Ik heb hoge

Nadere informatie

Aan het einde van het tweede semester vier werkdagen voor het driehoeksgesprek in mei of juni.

Aan het einde van het tweede semester vier werkdagen voor het driehoeksgesprek in mei of juni. HOE WORDT DE STUDENT BEGELEID EN BEOORDEELD? Studenten doen clusters van onderzoeksdagen en eindigen met een langere stage. Tijdens het praktijktraject worden studenten begeleid door de mentor, de leergroepbegeleider

Nadere informatie

Pedagogische Visie en Beleid

Pedagogische Visie en Beleid Pedagogische Visie en Beleid Inleiding Voor ouders, medewerkers en alle anderen die betrokken zijn bij, en geïnteresseerd zijn in onze kinderopvang. Voor verantwoorde kinderopvang is veel nodig, om te

Nadere informatie

Kennis rond dementie, familierelaties en verlieservaringen is onontbeerlijk.

Kennis rond dementie, familierelaties en verlieservaringen is onontbeerlijk. COMPETENTIEPROFIEL COACH BEGELEIDING MODULES PSYCHO-EDUCATIEPAKKET DEMENTIE EN NU De coach van Dementie en nu is hij/zij die de vormingssessies begeleidt voor een groep mantelzorgers van personen met dementie.

Nadere informatie

Koffieochtend 20 oktober 2016 OPVOEDING IN DE FAMILIE

Koffieochtend 20 oktober 2016 OPVOEDING IN DE FAMILIE Koffieochtend 20 oktober 2016 OPVOEDING IN DE FAMILIE Voorstelronde Mesut Cifci, onderwijsondersteuner/oudercontactpersoon Welke ouders zijn er vandaag aanwezig? Samen met en van elkaar leren! Het belang

Nadere informatie

Hoe ontstaat handelingsverlegenheid bij leraren & complicaties bij complex onderzoek. Jan Bijstra, Niels Strolenberg, Jan Hoving & Wilfred Hofstetter

Hoe ontstaat handelingsverlegenheid bij leraren & complicaties bij complex onderzoek. Jan Bijstra, Niels Strolenberg, Jan Hoving & Wilfred Hofstetter Hoe ontstaat handelingsverlegenheid bij leraren & complicaties bij complex onderzoek Jan Bijstra, Niels Strolenberg, Jan Hoving & Wilfred Hofstetter Programma Handelingsverlegenheid: wat is dat? Onze missie:

Nadere informatie

Pedagogisch Beleidsplan CKO De Herberg

Pedagogisch Beleidsplan CKO De Herberg Pedagogisch Beleidsplan CKO De Herberg Hoofdstuk 1: Missie, visie en doelstellingen Voorwoord Onze Missie en Identiteit Onze Visie Pedagogische hoofddoelstellingen Een goed pedagogisch klimaat Hoofdstuk

Nadere informatie

ECTS-fiche. Graduaat Orthopedagogie Module Categoriaal Werken 5

ECTS-fiche. Graduaat Orthopedagogie Module Categoriaal Werken 5 ECTS-fiche Opzet van de ECTS-fiche is om een uitgebreid overzicht te krijgen van de invulling en opbouw van de module. Er bestaat slechts één ECTS-fiche voor elke module. 1. Identificatie Opleiding Graduaat

Nadere informatie

Inhoud van de presentatie

Inhoud van de presentatie De overgang van het basis- naar het secundair onderwijs vanuit ontwikkelingspsychologisch perspectief Annelies Somers i.s.m. Prof. Hilde Colpin Prof. Karine Verschueren ~ Centrum voor Schoolpsychologie

Nadere informatie

Voor informatie over Meer Mens: meermens@prismanet.nl 06-21 86 47 70. Meer info? 0800-2357747 www.prismanet.nl

Voor informatie over Meer Mens: meermens@prismanet.nl 06-21 86 47 70. Meer info? 0800-2357747 www.prismanet.nl Voor informatie over Meer Mens: meermens@prismanet.nl 06-21 86 47 70 Meer info? 0800-2357747 www.prismanet.nl Meer Mens Zorg voor kwaliteit van leven In de zorgsector wordt een breed pakket aan zorg- en

Nadere informatie

Missie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging.

Missie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging. Missie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging. Wij zijn een katholieke school en daarom vinden het belangrijk

Nadere informatie

De Sensatie van een Goed Leven Workshop Zonder gelijkwaardigheid geen communicatie

De Sensatie van een Goed Leven Workshop Zonder gelijkwaardigheid geen communicatie 31-01-2019 De Sensatie van een Goed Leven Workshop Zonder gelijkwaardigheid geen communicatie Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met

Nadere informatie

WANNEER VERTEL JE HET AAN JE KINDEREN? Als de beslissing om te gaan scheiden eenmaal genomen is, dan kun je dit het beste zo snel mogelijk aan de

WANNEER VERTEL JE HET AAN JE KINDEREN? Als de beslissing om te gaan scheiden eenmaal genomen is, dan kun je dit het beste zo snel mogelijk aan de OVER EN UIT OVER EN UIT Welkom bij de e-training Over en uit. In deze training leer je beter om te gaan met je scheiding. Je leert hoe je het beste het nieuws van de scheiding aan je kind kan vertellen,

Nadere informatie

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x Jaarplan GESCHIEDENIS Algemene doelstellingen Eerder gericht op kennis en inzicht 6 A1 A2 A3 A4 A5 Kunnen hanteren van een vakspecifiek begrippenkader en concepten, nodig om zich van het verleden een wetenschappelijk

Nadere informatie

Verslag 9 januari 2013 Aanwezigen: Verontschuldigd: Kadering project

Verslag 9 januari 2013 Aanwezigen: Verontschuldigd: Kadering project Verslag 9 januari 2013 Aanwezigen: David Dol, Kurt Kerkaert, Tina van de Loo, Sigrid Appeltans, Johan Neyt en Els Peters Verontschuldigd: Rik Loenders, Sara Kadering project Verduidelijking van de rol

Nadere informatie

Training Omgaan met Agressie en Geweld

Training Omgaan met Agressie en Geweld Training Omgaan met Agressie en Geweld 2011 Inleiding In veel beroepen worden werknemers geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag, waaronder agressie. Agressie wordt door medewerkers over het algemeen

Nadere informatie