Voedingsadviezen na anti-reflux operatie (laparoscopische Nissen) afdeling diëtetiek

Transcriptie

1 Voedingsadviezen na anti-reflux operatie (laparoscopische Nissen) afdeling diëtetiek

2 Deze brochure is geschreven voor patiënten die een refluxoperatie hebben ondergaan. In deze brochure vindt u informatie over de voeding na de operatie. Wat is reflux? Bij een reflux komt maagzuur vanuit de maag omhoog, in de slokdarm. De slokdarm is niet bestand tegen maagzuur, waardoor klachten kunnen ontstaan, zoals brandend maagzuur of pijn achter het borstbeen. Ernstige refluxklachten kunnen ontstaan door een breukje in het middenrif. Als gevolg van dit breukje wordt een gedeelte van de maag omhoog geduwd tot in de borstholte. Hierdoor kan de sluitspier tussen de slokdarm en de maag niet meer goed functioneren. Waarom een operatie? In een aantal gevallen wordt een anti-reflux operatie overwogen: Sommige patiënten blijven veel last houden van het omhoog komen van maagsap vermengd met voedsel. Door de maagzuurremmende medicijnen is dit maagsap minder brandend en minder zuur. Toch kan het terugstromen zo hinderlijk zijn, dat een operatie wordt overwogen. Sommige mensen, vooral jongeren, zien er erg tegenop hun hele leven medicijnen te moeten gebruiken. Zij geven de voorkeur aan een operatie. In enkele gevallen reageert de patiënt onvoldoende op de maagzuurremmende medicijnen. Hierdoor blijft de slokdarm geïrriteerd en ontstoken. Om complicaties te voorkomen, is een operatie noodzakelijk. Wat houdt de operatie in? De anti-reflux operatie die meestal wordt toegepast, is de zogenaamde Fundoplicatie volgens Nissen. Als er sprake is van een breukje in het middenrif, wordt allereerst het stukje maag dat in de borstholte ligt, teruggetrokken in de buikholte. Daarna wordt het bovenste deel van de maag als een soort manchet om de slokdarm gelegd en met een aantal hechtingen vastgezet. Deze operatie wordt via een kijkoperatie (laparoscopie) uitgevoerd. 1

3 Voedingsadviezen Ter bescherming van het manchet is het nodig om de eerste 6 weken na de operatie uw voedingspatroon aan te passen. De hechtingen van het manchet zijn daarna, als alles goed is gegaan, hersteld. algemene adviezen - gebruik ongeveer 6 kleine maaltijden per dag (3 hoofdmaaltijden en 3 tussenmaaltijden); - verdeel de maaltijden goed over de dag; - eet en drink rustig; - stop met eten of drinken zodra u een vol gevoel krijgt; - zorg voor een goede, (rechtop) zittende houding tijdens en vlak na het eten; - eet niet meer vanaf tenminste 2 uur voordat u gaat slapen; - probeer boeren, braken en oprispingen te vermijden, omdat hierdoor het herstel van het manchet belemmerd kan worden. Gebruik om die reden geen gasvormende voedingsmiddelen (koolsoorten, spruiten, prei, paprika, ui, knoflook, peulvruchten, koolzuurhoudende dranken en bier). - Eet geen droge voedingsmiddelen, zoals droog brood, draadjesvlees, kip en citrusvruchten. Deze voedingsmiddelen kunnen in de keel blijven hangen. - Drink geen koffie, scherpe vruchtensappen en/of alcohol; deze kunnen slokdarmkrampen veroorzaken. Na de operatie krijgt u vloeibare voeding. Wij adviseren u om ook thuis gedurende de eerste 6 weken na de operatie (in ieder geval tot het eerste polikliniekbezoek) vloeibare voeding te gebruiken. De arts bepaalt wanneer u mag uitbreiden naar zachte voeding. Vloeibare voeding Een vloeibare voeding is een voeding die glad (gemalen of gemixt) is, zonder klontjes, pitjes of velletjes. Deze voeding passeert gemakkelijk de slokdarm en de maag en zal zo het manchet zo min mogelijk belasten. Om voeding te malen, kunt u gebruikmaken van een staafmixer of blender. Door toevoeging van melk, jus, room en/of bouillon kunt u de voeding verdunnen. 2

4 Zo kunt u van de warme maaltijd een mixmaaltijd maken, waarbij u bijvoorbeeld de aardappelen, groenten en vlees door elkaar mengt. vervangingsmogelijkheden voor de broodmaaltijd: gladde pap Als bindmiddel kunt u custard, maïzena of rijstebloem gebruiken. Bij gebruik van vezelrijke bindmiddelen zoals Brinta, Bambix, havermout, rijst of gort kunt u met behulp van een staafmixer een gladde pap maken. vla, yoghurt of kwark, zo nodig verdund met melk, karnemelk, room, vruchtensap of limonadesiroop. vervangingsmogelijkheden voor de warme maaltijd: bouillon of soep U kunt soep (alle soorten: zelfgemaakt, uit pak of blik) door een roerzeef draaien of mixen met een staafmixer, verdunnen met bouillon en/of melk, room, crème fraîche en zo nodig zeven. gemalen warme maaltijd Gebruik gemalen vlees, gepureerde groenten en aardappelpuree. Als extra energie gewenst is, kunt u room, crème fraîche, boter of margarine toevoegen. tussendoor - thee (met suiker) - yoghurtdrank (ook kant-en-klaar te koop), drink- en fruitontbijt - (volle)melk, karnemelk, (volle)chocolademelk - bouillon, soep - vruchtensap, vruchtendrank, vruchtenmoes - groentesap, tomatensap - limonade, frisdrank Zachte voeding Een zachte voeding is een voeding zonder harde stukjes, vellen of pitten. Het is belangrijk om rustig te eten en het voedsel goed te kauwen. De volgende voedingsmiddelen vallen onder een zachte voeding: - vloeibare voedingsmiddelen (zoals pap, vla, drinkontbijt, etc.); - brood zonder korst (zonder pitten en zaden), beschuit; - halvarine, margarine en boter; 3

5 - beleg: smeerbaar beleg zonder stukjes (bijv. jam, smeerkaas of pindakaas zonder stukjes noot), zachte vleeswaren (bijvoorbeeld paté, filet americain of smeerworst), kaas en ei; - aardappelen, rijst en pasta met eventueel saus; - goed gaar gekookte groenten met eventueel een klontje boter of een sausje; - zacht vlees, niet te droog met eventueel jus of saus; - zacht fruit zonder schil (geen citrusvruchten); - tussendoortjes: biscuitje, kaneelbeschuitje, lange vinger, boterkoek, eierkoek, naturel cake/ontbijtkoek, snoep en chocolade (dit kunt u in de mond laten smelten). Als een zachte voeding geen klachten geeft, kunt u stap voor stap overgaan op een gewone voeding. Als u langere tijd niet voldoende kunt eten en/of afvalt, neem dan contact op met uw arts. Hij/zij kan u dan doorverwijzen naar een diëtist. Tot slot Vragen Denkt u eraan bij ieder bezoek aan het ziekenhuis een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs) en uw zorgverzekeringspas mee te nemen. Zijn uw gegevens (verzekering, huisarts, etc.) gewijzigd, meldt u dit dan aan de balie van de afdeling/polikliniek waar u onder behandeling bent. Wij stellen het op prijs als u zich tijdig meldt voor de afspraak. Heeft u nog vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze brochure, stelt u deze dan aan de diëtist van Rijnland Ziekenhuis. De diëtist is voor beide locaties te bereiken via T

6 Rijnland Ziekenhuis locaties: postadres: Meteoorlaan 4 Simon Smitweg 1 postbus WC Alphen aan den Rijn 2353 GA Leiderdorp 2350 CC Leiderdorp T T I ed.01 09_14 Rijnland Zorggroep Tot Rijnland Zorggroep behoren: Rijnland Ziekenhuis locaties Alphen aan den Rijn en Leiderdorp en Rijnland Verpleging en Verzorging (Verpleeghuis Leythenrode en Verpleeghuis Oudshoorn). Rijnland Zorggroep biedt in een veilige omgeving mensgerichte en deskundige zorg op het gebied van care én cure. Sinds 2009 is het zorgmodel Planetree onze leidraad. Planetree is een totaalconcept gericht op het voortdurend verhogen van de kwaliteit van de zorgverlening die wij bieden. Dit doen wij op basis van respectvolle bejegening en persoonlijke aandacht in een prettige, rustgevende omgeving. I KvK