Brussel, COM(2016) 199 final PART 1/2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Brussel, 11.4.2016 COM(2016) 199 final PART 1/2"

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, COM(216) 199 final PART 1/2 MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET EUROPEES SOCIAAL EN ECONOMISCH COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EU-scorebord voor justitie 216 NL NL

2 1. INLEIDING Doeltreffende rechtsstelsels spelen een cruciale rol bij de handhaving van de rechtsstaat en de fundamentele waarden van de Unie. Zij vormen tevens een voorwaarde voor een investerings- en bedrijfsvriendelijk klimaat. Dat is de reden waarom een grotere doeltreffendheid van nationale rechtsstelsels een van de prioriteiten is van het Europees semester, de jaarlijkse cyclus van economische beleidscoördinatie van de EU. Het EU-scorebord voor justitie helpt lidstaten om deze prioritaire doelstelling te bereiken. De vierde editie van het scorebord ontwikkelt een uitgebreid nader overzicht van de werking van nationale rechtsstelsels: meer lidstaten hebben aan het verzamelen van gegevens deelgenomen; nieuwe kwaliteitsindicatoren zijn ingevoerd, bijvoorbeeld ten aanzien van normen, opleidingen, onderzoeken en rechtsbijstand; indicatoren inzake onafhankelijkheid zijn uitgebreid, onder andere met nieuwe Eurobarometerenquêtes; en in bepaalde gebieden, zoals elektronische communicatie, wordt dieper inzicht gegeven. Wat is het EU-scorebord voor justitie? Het EU-scorebord voor justitie is een informatie-instrument dat als doel heeft de EU en de lidstaten bij te staan in hun streven naar een meer doeltreffende justitie, door objectieve, betrouwbare en vergelijkbare gegevens te verstrekken over de kwaliteit, onafhankelijkheid en efficiëntie van rechtsstelsels in alle lidstaten. Het scorebord draagt bij tot het inventariseren van mogelijke tekortkomingen, verbeteringen en goede praktijken. Het geeft de ontwikkelingen in de loop der tijd in het functioneren van nationale rechtsstelsels weer. Het bevat niet één enkele algemene rangschikking, maar wel een overzicht van de werking van alle rechtsstelsels op basis van verschillende indicatoren die voor alle lidstaten van belang zijn. Uit het scorebord spreekt geen voorkeur voor een bepaald soort rechtsstelsel en alle lidstaten worden gelijk behandeld. Snelheid, onafhankelijkheid, betaalbaarheid en gebruiksvriendelijke toegang zijn enkele essentiële parameters van een doeltreffend nationaal rechtsstelsel, ongeacht de vorm ervan of de rechtstraditie waarin het verankerd is. Het scorebord is toegespitst op burgerlijke, bestuursrechtelijke en handelsrechtszaken. Het moet de lidstaten helpen bij het ontwikkelen van een investerings-, bedrijfs- en burgervriendelijker klimaat. Het scorebord is een instrument dat in overleg met de lidstaten en het Europees Parlement evolueert, met als doel de essentiële parameters van een doeltreffend rechtsstelsel vast te stellen. Het Europees Parlement heeft de Commissie opgeroepen om het toepassingsgebied van het scorebord geleidelijk uit te breiden; er wordt momenteel over nagedacht hoe dit moet gebeuren. Wat is de methode van het EU-scorebord voor justitie? Het scorebord maakt gebruik van verscheidene informatiebronnen. Een groot deel van de kwantitatieve gegevens wordt verstrekt door de Commissie voor efficiëntie in justitie van de Raad van Europa (CEPEJ), waarmee de Commissie een overeenkomst heeft gesloten om een specifieke jaarlijkse studie uit te voeren. 1 Deze gegevens betreffen de periode en zijn door de lidstaten verstrekt overeenkomstig de CEPEJ-methodologie. De studie bevat tevens nadere toelichtingen en landspecifieke informatieoverzichten die een bredere context geven en in samenhang met de grafieken moeten worden gelezen. 1 Beschikbaar op: 2

3 De andere gegevensbronnen zijn de groep van contactpersonen inzake de nationale rechtsstelsels 2, het Europees netwerk van de Raden voor de rechtspraak (ENCJ), het netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de EU, de Vereniging van Raden van State en Hoogste Administratieve Rechtscolleges van de Europese Unie (ACA), het Europees Concurrentienetwerk, de Raad van de balies van Europa (CCBE), het Comité voor communicatie, het Europees Waarnemingscentrum voor inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten, het samenwerkingsnetwerk voor consumentenbescherming, Eurostat, het Europees netwerk voor justitiële opleiding (EJTN), de Wereldbank en het Economisch Wereldforum. De methode voor het Scorebord voor 216 is verbeterd doordat de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels er sterker bij is betrokken. Hoe levert het EU-scorebord voor justitie informatie voor het Europees semester? Het scorebord geeft informatie over de werking van rechtsstelsels en helpt de impact van justitiële hervormingen te beoordelen. Indien een rechtsstelsel volgens het scorebord slecht presteert, moeten de redenen daarvoor altijd nader worden geanalyseerd. Deze landspecifieke evaluatie wordt in het kader van het Europees semester uitgevoerd door middel van een bilaterale dialoog met de betrokken autoriteiten en belanghebbenden. Bij deze evaluatie wordt rekening gehouden met de specifieke kenmerken van het rechtsstelsel en de context van de betrokken lidstaten. Dit kan ertoe leiden dat de Commissie de Raad voorstelt landspecifieke aanbevelingen te doen om nationale rechtsstelsels te verbeteren CONTEXT: VOORTDURENDE INSPANNINGEN OM RECHTSSTELSELS TE VERBETEREN Deze editie van het scorebord wordt gepubliceerd op een moment waarop een aantal lidstaten maatregelen aan het nemen is om hun rechtsstelsel te verbeteren. De onderstaande grafiek laat zien dat bijna alle lidstaten in 215 wijzigingen in hun rechtsstelsels hebben aangebracht of aangekondigd. Grafiek 1: Wet- en regelgevende activiteiten betreffende rechtsstelsels in 215 (vastgestelde maatregelen/aangekondigde initiatieven per lidstaat) (bron: Europese Commissie 4 ) Met het oog op de voorbereiding van het EU-scorebord voor justitie en om de uitwisseling van beste praktijken inzake de doeltreffendheid van rechtsstelsels van de lidstaten te bevorderen, verzocht de Commissie de lidstaten om twee contactpersonen aan te wijzen, één bij de rechterlijke macht en één bij het ministerie van Justitie. Deze informele groep komt regelmatig bij elkaar. De Commissie maakt de redenen voor de landspecifieke aanbevelingen jaarlijks bekend in afzonderlijke landenrapporten in de vorm van werkdocumenten van haar diensten, die beschikbaar zijn op: De gegevens zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels met betrekking tot 26 lidstaten. DE en UK hebben geen gegevens verstrekt. DE verklaarde bezig te zijn met een hervorming van het rechtsstelsel waarvan het doel en de omvang binnen de 16 deelstaten varieert. 3

4 BE BG DK EL ES FR HR IT CY LV LU HU MT AT PL PT RO SI SK BG CZ DK EE IE FR HR CY LV LT LU HU MT NL PL PT SI FI EE EL ES HR IT LV LT LU MT RO SK BE CZ DK EE IE EL ES FR HR LT LU MT NL AT RO SK FI EE EL ES FR IT LV LT HU MT PT CZ HR LV LT HU MT NL AT SI DK FR IT LV LU HU SI SK DK ES FR HR LT MT NL PL FI CY LT HU MT SI BE CZ DK EL FR LV LT HU MT NL BG DK EE FR HR SI BG DK EE FR LT HU RO SK BE EE ES LV MT AT CZ DK EL LT NL AT SI FI BG FR HR MT SI BG EE IE FR IT LV MT RO SK ES FR HR LV HU BE EE LT AT RO FI BG ES HR BG DK IE FR LV RO SI ES FR HR CY LV SK IE NL SE IE ES MT RO SK FI SE Goedgekeurd Aangekondigd Grafiek 1 geeft een feitelijk overzicht van "wie doet wat", zonder enige kwalitatieve beoordeling. Hieruit blijkt dat veel lidstaten op dezelfde gebieden actief zijn en derhalve van elkaar kunnen leren. Het laat ook een dynamiek van de justitiële hervormingen in de EU zien, aangezien een aantal lidstaten, naast de in 215 genomen maatregelen, verdere initiatieven heeft aangekondigd. Het doel, de omvang en de stand van zaken van deze initiatieven verschillen per lidstaat. Een groot aantal lidstaten heeft wijzigingen in het nationale procesrecht doorgevoerd of aangekondigd. Hun activiteiten bleven zich concentreren op informatie- en communicatietechnologieën (ICT), maar lidstaten hebben ook initiatieven genomen ten aanzien van juridische beroepen, methoden voor alternatieve geschillenbeslechting (ADR), rechtsbijstand, het beheer van rechterlijke instanties, griffierecht, de status van rechters, herziening van de gerechtelijke kaart, specialisaties van gerechten en raden voor de rechtspraak. Deze inspanningen maken deel uit van de structurele hervormingen die in het kader van het Europees semester worden aangemoedigd. De jaarlijkse groeianalyse 216 benadrukt dat "[d]e versterking van de kwaliteit, onafhankelijkheid en doelmatigheid van het rechtssysteem van lidstaten [...] een noodzakelijke voorwaarde voor een investering- en ondernemingsvriendelijk klimaat [is]. Er moeten snelle procedures komen, de gerechtelijke achterstand moet worden aangepakt, de garanties voor rechterlijke onafhankelijkheid moeten worden versterkt en de kwaliteit van de rechtspraak moet worden verbeterd, onder meer door beter ICT-gebruik in rechtbanken en het hanteren van kwaliteitsnormen." 5 Om dezelfde reden moeten op nationaal niveau onder andere ook de nationale rechtsstelsels worden verbeterd om het Investeringsplan voor Europa te flankeren. 6 Met de bevindingen van het scorebord voor 215 is, net als met een landspecifieke beoordeling van elke betrokken lidstaat, rekening gehouden bij het Europees semester. Het Europees semester van 215 laat zien dat sommige lidstaten nog steeds met bepaalde uitdagingen worden geconfronteerd. 7 In het bijzonder heeft de Raad op voorstel van de Commissie aan bepaalde lidstaten landspecifieke aanbevelingen gedaan waarin werd aangegeven hoe zij hun rechtsstelsels Jaarlijkse groeianalyse 216, Mededeling van de Commissie van 26 november 215 aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, de Europese Sociaal- Economische Raad en Sociaal Comité en het Comité van de regio's en de Europese Investeringsbank, (COM(215) 69 final, blz. 13). Werkdocument van de diensten van de Commissie "Member States Investment Challenges" van 18 december 215, SWD(215) 4 final/2. BE, BG, IE, ES, HR, IT, CY, LV, MT, PL, PT, RO, SI, SK. 4

5 doeltreffender kunnen maken. 8 Daarnaast wordt toezicht gehouden op justitiële hervormingen in andere lidstaten die met problemen worden geconfronteerd door middel van landenrapporten die tijdens het Europees semester worden gepubliceerd 9, en in de lidstaten zelf door middel van een economisch aanpassingsprogramma. 1 Voorts zijn in het kader van de derde pijler van het investeringsplan voor Europa de rechtsstelsels in negen lidstaten als problematisch voor investeringen aangemerkt. 11 Tussen 214 en 22 zal de EU via de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) tot 4,2 miljard EUR beschikbaar stellen voor de ondersteuning van justitiële hervormingen. 12 Veertien lidstaten 13 gaven in hun programmeringsdocumenten aan dat justitie moet worden ondersteund door de ESI-fondsen. De Commissie wijst op het belang van een resultaatgerichte aanpak bij de besteding van deze gelden: ook krachtens de verordening inzake de ESI-fondsen wordt deze aanpak vereist. De Commissie is in overleg met de lidstaten over de wijze waarop de impact van ESI-fondsen op de betrokken rechtsstelsels het best kan worden beoordeeld en geëvalueerd. De economische gevolgen van goed functionerende rechtsstelsels rechtvaardigen deze inspanningen. Doeltreffende rechtsstelsels zijn in de hele bedrijfscyclus essentieel om vertrouwen te scheppen. Als rechtsstelsels garanderen dat rechten worden gehandhaafd, zijn kredietverleners eerder geneigd leningen te verstrekken, worden bedrijven weerhouden van opportunistisch gedrag, nemen de transactiekosten af en zijn innovatieve ondernemingen, die dikwijls steunen op immateriële activa (zoals intellectuele-eigendomsrechten), eerder bereid om te investeren. Het belang van effectiviteit van nationale rechtsstelsels voor kmo's kwam naar voren in een enquête uit onder bijna 9 Europese kmo's op het gebied van innovatie en intellectueleeigendomsrechten. Uit de enquête bleek met name dat de kosten en buitensporige duur van rechterlijke procedures twee van de belangrijkste redenen waren om van een gerechtelijke procedure wegens inbreuk op een intellectueel-eigendomsrecht af te zien. De positieve impact van nationale rechtsstelsels op de economie wordt benadrukt in de literatuur en onderzoek 15, onder andere van het Internationaal Monetair Fonds 16, de Europese Centrale Bank 17, de OESO 18, het Economisch Wereldforum 19 en de Wereldbank 2. 8 HR, IT, LV, SI; zie aanbeveling van de Raad van 14 juli 215 over het nationale hervormingsprogramma 215 van Kroatië met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 215 van Kroatië (215/C 272/15); aanbeveling van de Raad van 14 juli 215 over het nationale hervormingsprogramma 215 van Italië en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 215 van Italië (215/C 272/16); aanbeveling van de Raad van 14 juli 215 over het nationale hervormingsprogramma 215 van Letland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 215 van Letland (215/C 272/17); aanbeveling van de Raad van 14 juli 215 over het nationale hervormingsprogramma 215 van Slovenië en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 215 van Slovenië (215/C 272/2). 9 De landenrapporten van 215 zijn beschikbaar op: 1 CY en EL. 11 BG, ES, HR, IT, MT, PL, RO, SK, SI; zie werkdocument van de diensten van de Commissie "Member States Investment Challenges" van 18 december 215, SWD(215) 4 final/2. 12 Verordening (EU) nr. 133/213 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 213 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 183/26 van de Raad (PB L 347 van ). 13 BG, CZ, EL, ES (alleen EFRO), HR, IT, LV, LT, MT, PL, PT, RO, SK, SI. 14 scorebord voor het midden- en kleinbedrijf inzake intellectuele eigendom 215, opgesteld ten behoeve van het Europees Waarnemingscentrum voor inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten (aangekondigd) 15 Alves Ribeiro Correia/Antas Videira "Troika's Portuguese Ministry of Justice Experiment: An Empirical Study on the Success Story of the Civil Enforcement Actions", in International Journal for Court Administration, Vol. 7, nr. 1, juli 215 geeft een beeld van de succesvolle hervormingen in Portugal. 16 IMF, "Fostering Growth in Europe Now", 18 juni

6 Dat de inzet van de lidstaten van belang is om hun rechtsstelsels doeltreffender te maken, wordt tevens bevestigd door de constant hoge werklast van rechterlijke instanties door de jaren heen, al verschilt de situatie per lidstaat, zoals uit onderstaande grafiek blijkt. Grafiek 2: Aantal binnenkomende burgerlijke, handels-, bestuurs- en andere zaken* (eerste aanleg/per 1 inwoners) (bron: CEPEJ onderzoek 21 ) * Volgens de CEPEJ-methodologie heeft deze grafiek betrekking op alle litigieuze en niet-litigieuze burgerlijke en handelszaken, niet-litigieuze kadastrale en handelsregisterzaken, andere register- en andere niet-litigieuze zaken, bestuurszaken en andere niet-strafrechtelijke zaken. IT: In 213 werd een andere indeling van burgerrechtelijke zaken ingevoerd, zodat een vergelijking van verschillende jaren tot onjuiste conclusies zou kunnen leiden. DK: dat rechterlijke instanties in elke aanleg minder zaken binnen hebben gekregen, wordt naar verluidt verklaard door een beter ondernemingsklimaat. Grafiek 3: Aantal binnenkomende litigieuze burgerlijke en handelszaken* (eerste aanleg/per 1 inwoners) (bron: CEPEJ-onderzoek) Beschikbaar op: Zie bijvoorbeeld: "What makes civil justice effective?", beleidsnota's van de Afdeling economische zaken van de OESO, nr. 18 juni 213 en "The Economics of Civil Justice: New Cross-Country Data and Empirics, werkdocument nr. 16 van de Afdeling economische zaken van de OESO. Economische Wereldforum, "The Global Competitiveness Report; ", beschikbaar op: Beschikbaar op: reports/~/media/giawb/doing%2business/documents/annual-reports/english/db14-chapters/db14- Enforcing-contracts.pdf. "215 Study on the functioning of judicial systems in the EU Member States", verricht voor de Commissie door het secretariaat van de CEPEJ, beschikbaar op: 6

7 * Litigieuze burgerlijke en handelszaken betreffen volgens de CEPEJ-methodologie geschillen tussen partijen, bijvoorbeeld geschillen over overeenkomsten. Daartegenover staan niet-litigieuze burgerlijke zaken (en handelszaken), die niet-contentieuze procedures betreffen, zoals onbetwiste betalingsopdrachten. Handelszaken worden in sommige landen behandeld door speciale handelsrechtbanken, en in andere landen door de gewone (burgerlijke) rechtbanken. ES: verschillen worden naar verluidt verklaard door de invoering van griffierecht voor natuurlijke personen tot maart 214 en de uitsluiting van betalingsopdrachten. EL: in 214 zijn methodologische veranderingen ingevoerd. IT: in 213 werd een andere indeling van burgerrechtelijke zaken ingevoerd, zodat een vergelijking van verschillende jaren tot onjuiste conclusies zou kunnen leiden. 3. BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN VAN HET EU-SCOREBORD VOOR JUSTITIE VAN 216 Efficiëntie, kwaliteit en de onafhankelijkheid zijn de belangrijkste parameters voor een doeltreffend rechtsstelsel, en het scorebord geeft indicatoren voor alle drie deze parameters. 3.1 Efficiëntie van rechtsstelsels De indicatoren die betrekking hebben op de efficiëntie van de procedure zijn: de duur van de procedure (beslissingstermijn), het afhandelingspercentage en het aantal aanhangige zaken Duur van de procedure De duur van de procedure is de tijd (in dagen) die naar schatting nodig is om een zaak voor de rechter te behandelen, met andere woorden de tijd die de rechter nodig heeft om een uitspraak te doen in eerste aanleg. De indicator "beslissingstermijn" is het aantal niet-afgehandelde zaken gedeeld door het aantal afgehandelde zaken aan het einde van een jaar, vermenigvuldigd met 365 (dagen). 22 Alle cijfers 23 hebben betrekking op procedures in eerste aanleg en vergelijken, voor zover beschikbaar, gegevens van 21, 212, 213 en Grafiek 4: tijd die nodig is voor de behandeling van burgerlijke, handels-, bestuurs- en andere zaken* (eerste aanleg/in dagen) (bron: CEPEJ-onderzoek) De duur van de procedure, het afhandelingspercentage en het aantal aanhangige zaken zijn standaard-indicatoren die door de CEPEJ zijn gedefinieerd: CEPEJ-gegevens over de procedures in tweede aanleg en voor het hooggerechtshof en voor specifieke categorieën zaken (bv. insolventie) zijn niet voor een voldoende aantal lidstaten beschikbaar. De gegevens bevatten aanpassingen die de CEPEJ heeft aangebracht na de publicatie van de onderzoeken die zij aan de Commissie heeft voorgelegd. 7

8 * Volgens de CEPEJ-methodologie heeft deze grafiek betrekking op alle litigieuze en niet-litigieuze burgerlijke en handelszaken, niet-litigieuze kadastrale en handelsregisterzaken, andere register- en andere niet-litigieuze zaken, bestuurszaken en andere niet-strafrechtelijke zaken. Bij vergelijkingen is voorzichtigheid geboden, aangezien bepaalde lidstaten meedeelden het verzamelen of rubriceren van gegevens anders te hebben aangepakt (CZ, EE, HR, IT, CY, LV, HU, RO, SI, FI). CZ en SK delen mee dat het niet mogelijk is om het aantal aanhangige zaken in eerste aanleg vast te stellen, aangezien zaken als aanhangig worden beschouwd tot niet verder kan worden geprocedeerd. PT: er waren geen gegevens beschikbaar wegens technische beperkingen. Grafiek 5: tijd die nodig is voor de behandeling van litigieuze burgerlijke en handelszaken* (eerste aanleg/in dagen) (bron: CEPEJ-onderzoek) *Litigieuze burgerlijke zaken (en handelszaken) betreffen volgens de CEPEJ-methodologie geschillen tussen partijen, bijvoorbeeld geschillen over overeenkomsten. Daartegenover staan niet-litigieuze burgerlijke zaken (en handelszaken), die niet-contentieuze procedures betreffen, zoals onbetwiste betalingsopdrachten. Handelszaken worden in sommige landen behandeld door speciale handelsrechtbanken, en in andere landen door de gewone (burgerlijke) rechtbanken. Bij vergelijkingen is voorzichtigheid geboden, aangezien bepaalde lidstaten meldden het verzamelen of rubriceren van gegevens anders te hebben aangepakt (CZ, EE, EL, ES, HR, IT, CY, LV, LU, HU, RO, SI, FI) of een voorbehoud maakten ten aanzien van de volledigheid van gegevens, omdat wellicht niet alle deelstaten of gerechten waren meegeteld (DE, LU). CZ en SK vermelden dat het niet mogelijk is om het aantal aanhangige zaken in eerste aanleg vast te stellen, aangezien zaken als aanhangig worden beschouwd tot niet verder kan worden 8

9 geprocedeerd. NL gaf tot 214 een beslissingstermijn op die op meting berustte, maar deze is niet berekend door de CEPEJ. PT: Voor 214 zijn er geen gegevens beschikbaar wegens technische beperkingen. Grafiek 6: tijd die nodig is voor de behandeling van bestuurszaken* (eerste aanleg/in dagen) (bron: CEPEJ-onderzoek) * Bestuurszaken betreffen volgens de CEPEJ-methodologie geschillen tussen burgers en lokale, regionale of nationale autoriteiten. Bestuurszaken worden in sommige landen behandeld door speciale administratieve rechtbanken, en in andere landen door gewone (burgerlijke) rechtbanken. Bij vergelijkingen is voorzichtigheid geboden, aangezien bepaalde lidstaten meedeelden het verzamelen of rubriceren van gegevens anders te hebben aangepakt (HU, FI) of het bestuursrechtelijke stelsel te hebben gereorganiseerd (HR in 212) dan wel een voorbehoud maakten ten aanzien van de volledigheid van gegevens, omdat wellicht niet alle deelstaten of gerechten waren meegeteld (DE, LU). CZ en SK deelden mee dat het niet mogelijk is om het aantal aanhangige zaken in eerste aanleg vast te stellen, aangezien zaken als aanhangig worden beschouwd tot niet verder kan worden geprocedeerd. CY: verschillen worden naar verluidt verklaard door een toename van het aantal zaken met betrekking tot waarborgen en de gezamenlijke afhandeling daarvan. MT: verschillen worden naar verluidt verklaard door een toename van het aantal rechters Afhandelingspercentage Het afhandelingspercentage is de verhouding tussen het aantal afgehandelde zaken en het aantal binnenkomende zaken. Dit percentage meet of een rechtbank gelijke tred houdt met het aantal binnenkomende zaken. Wanneer het afhandelingspercentage ongeveer 1 % of meer bedraagt, betekent dit dat het rechtsstelsel ten minste evenveel zaken kan afhandelen als er binnenkomen. Ligt het afhandelingspercentage onder de 1 %, dan komen er meer zaken binnen dan er worden afgehandeld. 9

10 Grafiek 7: afhandelingspercentage burgerlijke, handels-, bestuurs- en andere zaken* (eerste aanleg/in % waarden boven 1 % geven aan dat meer zaken worden afgehandeld dan er binnenkomen, terwijl waarden onder 1 % aangeven dat er minder zaken worden afgehandeld dan er binnenkomen) (bron: CEPEJ-onderzoek) * Bij vergelijkingen is voorzichtigheid geboden, aangezien bepaalde lidstaten meedeelden het verzamelen of rubriceren van gegevens anders te hebben aangepakt (CZ, EE, IT, CY, LV, HU, FI, SI). Naar verluidt zijn verschillen in LT en SK toe te schrijven aan veranderingen in binnenkomende zaken. LV: in LV zijn bepaalde verschillen naar verluidt toe te schrijven aan externe en interne factoren, zoals nieuwe insolventieprocedures. PT: er zijn geen gegevens beschikbaar wegens technische beperkingen. Grafiek 8: afhandelingspercentage litigieuze burgerlijke en handelszaken* (eerste aanleg/in %) (bron: CEPEJ-onderzoek) * Bij vergelijkingen is voorzichtigheid geboden, aangezien bepaalde lidstaten meedeelden het verzamelen of rubriceren van gegevens anders te hebben aangepakt (CZ, EE, EL, IT, CY, LV, HU, SI, FI) of een voorbehoud maakten ten aanzien van de volledigheid van gegevens, omdat wellicht niet alle deelstaten of gerechten waren meegeteld (DE, LU). NL: NL gaf tot 214 een beslissingstermijn op die op meting berust en niet was berekend door de CEPEJ. LU: verschillen worden naar verluidt verklaard door de invoering van nieuwe statistische methoden. IE: de lage resultaten worden naar verluidt verklaard door historische praktijken bij de registratie van aanhangige burgerrechtelijke zaken. PT: voor 214 waren er geen gegevens beschikbaar wegens technische beperkingen. 1

11 Grafiek 9: afhandelingspercentage bestuurszaken* (eerste aanleg/in %) (bron: CEPEJonderzoek) * Bij vergelijkingen is voorzichtigheid geboden, aangezien bepaalde lidstaten meedeelden het verzamelen of rubriceren van gegevens anders te hebben aangepakt (HU, FI) of het bestuursrechtelijke rechtsstelsel te hebben gereorganiseerd (HR in 212), dan wel een voorbehoud maakten ten aanzien van de volledigheid van gegevens, omdat wellicht niet alle deelstaten of gerechten waren meegeteld (DE, LU). LT: verschillen worden naar verluidt verklaard door veranderingen in binnenkomende zaken. MT: verschillen worden naar verluidt verklaard door een toename van het aantal rechters Aanhangige zaken Het aantal aanhangige zaken is het aantal zaken waarin nog uitspraak moet worden gedaan aan het eind van een periode. Dit is ook van invloed op de beslissingstermijn. Grafiek 1: aantal aanhangige burgerlijke, handels-, bestuurs- en andere zaken* (eerste aanleg/per 1 inwoners) (bron: CEPEJ-onderzoek) * Bij vergelijkingen is voorzichtigheid geboden, aangezien bepaalde lidstaten meedeelden het verzamelen of rubriceren van gegevens anders te hebben aangepakt (CZ, EE, IT, CY, LV, HU, RO, SI, FI). CZ en SK deelden mee 11

12 dat het niet mogelijk is om het aantal aanhangige zaken in eerste aanleg vast te stellen, aangezien zaken als aanhangig worden beschouwd tot niet verder kan worden geprocedeerd. ES: verschillen worden naar verluidt verklaard door veranderingen in binnenkomende zaken. PT: er zijn geen gegevens beschikbaar wegens technische beperkingen. Grafiek 11: aantal aanhangige litigieuze burgerlijke en handelszaken* (eerste aanleg/per 1 inwoners) (bron: CEPEJ-onderzoek) * Bij vergelijkingen is voorzichtigheid geboden, aangezien bepaalde lidstaten meedeelden het verzamelen of rubriceren van gegevens anders te hebben aangepakt (CZ, EE, EL, IT, CY, LV, HU, RO, SI, FI) of een voorbehoud maakten ten aanzien van de volledigheid van gegevens, omdat wellicht niet alle deelstaten of gerechten waren meegeteld (DE, LU). Naar verluidt zijn verschillen in DK, EL en ES toe te schrijven aan veranderingen in binnenkomende zaken. CZ en SK delen mee dat het niet mogelijk is om het aantal aanhangige zaken in eerste aanleg vast te stellen, aangezien zaken als aanhangig worden beschouwd tot niet verder kan worden geprocedeerd. PT: Voor 214 zijn er geen gegevens beschikbaar wegens technische beperkingen. Grafiek 12: aantal aanhangige bestuurszaken* (eerste aanleg/per 1 inwoners) (bron: CEPEJ-onderzoek) *Bij vergelijkingen is voorzichtigheid geboden, aangezien bepaalde lidstaten meedeelden het verzamelen of rubriceren van gegevens anders te hebben aangepakt (HU, FI) of het bestuursrechtelijke rechtsstelsel te hebben gereorganiseerd (HR in 212), dan wel een voorbehoud maakten ten aanzien van de volledigheid van gegevens, 12

13 omdat wellicht niet alle deelstaten of gerechten waren meegeteld (DE, LU). In ES en CY worden verschillen naar verluidt verklaard door veranderingen in binnenkomende zaken. CZ en SK vermelden dat het niet mogelijk is om het aantal aanhangige zaken in eerste aanleg vast te stellen, aangezien zaken als aanhangig worden beschouwd tot niet verder kan worden geprocedeerd Efficiëntie op specifieke gebieden Dit gedeelte bevat nadere informatie over de tijd die rechterlijke instanties nodig hebben om geschillen op bepaalde rechtsgebieden af te handelen, en vult de algemene gegevens over de efficiëntie van de rechtsstelsels aan. De gebieden zijn geselecteerd op basis van hun relevantie voor de interne markt, de economie en het ondernemingsklimaat in het algemeen. Aan de hand van gegevens over de gemiddelde duur van procedures op deze specifieke rechtsgebieden wordt een meer genuanceerd inzicht geboden in de wijze waarop een nationaal rechtsstelsel werkt. Het scorebord voor 216 bouwt voort op eerder verzamelde gegevens en kijkt met name naar insolventie, mededingingsrecht, consumentenrecht, intellectuele-eigendomsrechten, wetgeving op het gebied van elektronische communicatie en openbare aanbestedingen. Daarbij is van bijzonder belang dat wordt gekeken naar het functioneren van rechterlijke instanties wanneer EU-recht op specifieke rechtsgebieden 25 wordt toegepast. Het EU-recht vormt een gemeenschappelijke basis voor de rechtsstelsels van de lidstaten en daarom zijn rechtszaken op grond van EU-recht bijzonder geschikt om vergelijkbare gegevens te verkrijgen. Bij de toepassing van EU-recht treden nationale rechters op als Unierechters en zorgen zij ervoor dat de rechten en verplichtingen uit hoofde van EU-recht daadwerkelijk worden gehandhaafd. Door specifieke gebieden van EU-recht nader te bekijken, wordt duidelijk hoe doeltreffend EU-recht ten uitvoer wordt gelegd. Langdurige gerechtelijke procedures kunnen negatieve gevolgen hebben voor de handhaving van uit het toepasselijke EU-recht voortvloeiende rechten, bijvoorbeeld indien er niet langer passende rechtsmiddelen beschikbaar zijn, of ernstige financiële schade niet meer kan worden verhaald. Grafiek 13: insolventie: de tijd die nodig is voor de behandeling van insolventiezaken* (in jaren) (bron: Wereldbank: Doing Business) * Termijn voor schuldeisers om hun vorderingen te innen. De termijn loopt vanaf het moment dat de onderneming in gebreke blijft tot de betaling van een deel of het geheel van het aan de bank te betalen bedrag. Mogelijke 25 Met betrekking tot bepaalde gebieden focust het scorebord op de gegevens van zaken in eerste aanleg in de eerste drie jaar (twee jaar voor elektronische communicatie). Gegevens over de tweede en, in voorkomend geval, derde aanleg zijn verzameld, maar worden in dit scorebord niet gepresenteerd, aangezien te weinig lidstaten gegevens hebben verstrekt. 13

14 vertragingsmanoeuvres, zoals het instellen van dilatoire beroepen of verzoeken om verlenging, zijn in aanmerking genomen. De gegevens zijn afkomstig uit enquêtes die werden voorgelegd aan lokale insolventiefunctionarissen, en gecontroleerd door bestudering van wet- en regelgeving en aan de hand van openbare informatie over insolventiesystemen. De gegevens zijn elk jaar in juni verzameld. Grafiek 14: mededinging: gemiddelde tijd die nodig is voor rechterlijke toetsing van besluiten van nationale mededingingsautoriteiten op grond van de artikelen 11 en 12 VWEU* 26 (in eerste aanleg/in dagen) (bron: Europese Commissie in samenwerking met het Europees Concurrentienetwerk) Een van de belangrijkste aspecten van een aantrekkelijk bedrijfsklimaat is dat het mededingingsrecht correct wordt toegepast. Dit is van essentieel belang om te garanderen dat ondernemingen op een gelijk speelveld concurreren. Rechterlijke toetsing van besluiten van nationale mededingingsautoriteiten in eerste aanleg lijkt meer tijd in beslag te nemen ten opzichte van de beslissingstermijn in bestuurszaken (zie grafiek 6) of in algemene burgerlijke, handels-, bestuurs- en andere zaken (zie grafiek 4). Deze resultaten vormen waarschijnlijk een indicatie van de complexiteit en het economische belang van de zaken waarin het EU-mededingingsrecht is toegepast. * In deze periode werden in BG, CY, EE, MT geen zaken geconstateerd. IE: het voor de verkrijging van de gegevens in deze grafiek vastgestelde scenario is niet van toepassing (de nationale mededingingsautoriteit is niet bevoegd om besluiten te nemen met toepassing van de artikelen 11 en 12 VWEU). AT: het scenario is niet rechtstreeks van toepassing; de gegevens omvatten alle door het Kartellgericht behandelde zaken betreffende schending van de artikelen 11 en 12 VWEU. De voor rechterlijke toetsing benodigde tijd werd berekend op basis van de duur van de zaken waarin in het referentiejaar een rechterlijke beslissing is genomen. De lidstaten zijn weergegeven op basis van de gewogen gemiddelde duur van de gerechtelijke procedure in deze drie jaar. 27 Het aantal relevante gevallen verschilt per lidstaat, maar in veel gevallen is dit een laag aantal (minder dan drie per jaar). Hierdoor heeft een uitzonderlijk lange of korte procedure grote invloed op de gemiddelde duur, en zijn er van jaar tot jaar grote verschillen (bv. BE, DE, PL, UK). In een aantal van de langste zaken was er sprake van een prejudiciële verwijzing naar het Hof van Justitie van de Europese Unie (bijvoorbeeld CZ). Grafiek 15: elektronische communicatie: gemiddelde tijd die nodig is voor rechterlijke toetsing van besluiten van nationale regelgevingsautoriteiten op grond van de EU-wetgeving inzake Zie Deze aanpak geeft een evenwichtiger beeld van de gemiddelde lengte van zaken, zodat rekening wordt gehouden met jaarlijkse schommelingen in de lidstaten die een klein aantal zaken hebben. 14

15 elektronische communicatie* (in eerste aanleg/in dagen) (bron: Europese Commissie in samenwerking met het Comité voor communicatie) Wetgeving inzake elektronische communicatie heeft tot doel de betrokken markten concurrerender te maken en investeringen, innovatie en groei te genereren. Doeltreffende handhaving van deze wetgeving is ook van essentieel belang om de doelstellingen van lagere prijzen voor de burgers, diensten van betere kwaliteit en meer transparantie te bereiken. In het algemeen lijkt de gemiddelde duur van rechterlijke toetsing in zaken betreffende wetgeving inzake elektronische communicatie 28 in eerste aanleg langer dan de gemiddelde duur van burgerlijke, handels-, bestuurs- en andere zaken (grafiek 4). Een vergelijking met wetgeving inzake mededinging (grafiek 14) en consumentenbescherming (grafiek 17) toont aan dat gemiddelde lengte binnen de groep zaken met betrekking tot elektronische communicatie grotere verschillen vertoont. Dit is waarschijnlijk te wijten aan de grotere verscheidenheid van zaken die onder deze categorie vallen, variërend van uitgebreide evaluaties van "marktanalyses" tot consumentgerichte vraagstukken. * In deze periode werden in LU en LV geen zaken geconstateerd, waren er in FI geen zaken in 213 en in IE en MT geen zaken in 214. Het aantal relevante gevallen van rechterlijke toetsing verschilt per lidstaat. In sommige gevallen (BE, EE, IE, CY, LW, UK) is het aantal relevante zaken zo beperkt, dat het gemiddelde door bijzonder langdurige zaken aanzienlijk kan oplopen. AT: in 213 moest de bevoegde rechtbank een ongewoon groot aantal complexe gevallen van marktanalyse behandelen. DK: een semi-rechterlijke instantie is bevoegd ten aanzien van verzoeken in eerste aanleg. In ES, AT, PL zijn verschillende rechtbanken bevoegd, afhankelijk van het voorwerp van de zaak. Grafiek16: gemeenschapsmerk: gemiddelde tijd die nodig is voor de behandeling van zaken met betrekking tot inbreuk op een Gemeenschapsmerk* (in eerste aanleg/in dagen) (bron: Europese Commissie in samenwerking met het Europees Waarnemingscentrum voor inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten) Intellectuele-eigendomsrechten zijn van essentieel belang om investeringen in innovatie te stimuleren. Zonder doeltreffende middelen om intellectuele-eigendomsrechten te handhaven, worden innovatie en creativiteit ontmoedigd en drogen investeringen op. Daarom toont grafiek De berekening vond plaats op basis van de duur van beroepszaken tegen besluiten van nationale regelgevingsautoriteiten op grond van nationale wetgeving ter uitvoering van het Regelgevingskader voor elektronische communicatie (Richtlijn 22/19/EG (Toegangsrichtlijn), Richtlijn 22/2/EG (Machtigingsrichtlijn), Richtlijn 22/21/EG (Kaderrichtlijn), Richtlijn 22/22/EG (Universeledienstrichtlijn), en andere relevante EU-wetgeving, zoals het programma voor radiospectrumbeleid, spectrumbeschikkingen van de Commissie, uitgezonderd Richtlijn 22/58/EG betreffende bescherming van de persoonlijke levenssfeer en elektronische communicatie). 15

16 de gegevens over de tijd die nationale rechterlijke instanties nodig hebben voor besluiten in zaken die betrekking hebben op inbreuken op de meest voorkomende intellectuele eigendom van de EU: het Gemeenschapsmerk. EU-wetgeving inzake Gemeenschapsmerken 29 kent een belangrijke rol toe aan nationale rechterlijke instanties, die als Uniegerechten optreden en beslissingen nemen die de hele interne markt raken. De gegevens laten zien dat de gemiddelde lengte van deze zaken in de diverse lidstaten verschilt, wat gevolgen kan hebben voor de houders van een Gemeenschapsmerk die in geval van een vermeende inbreuk een rechtszaak aanspannen. * HR: in deze periode werden geen zaken geconstateerd. In LU en IE werden in 212, in LT in 213 en in EE en FI in 214 geen zaken geconstateerd. De gemiddelde lengte van zaken is berekend op basis van statistische gegevens, voor zover beschikbaar, of steekproeven van zaken. De lidstaten zijn ingedeeld op basis van de gewogen gemiddelde duur van de gerechtelijke procedure in deze drie jaar. DK: de voor 212 en 213 verstrekte gegevens omvatten alle zaken inzake handelsmerken. EL: de gegevens voor 214 zijn een gemiddelde dat op basis van gegevens van verschillende gerechten is berekend. In DE, ES, PT, SE werden voor de gegevens ramingen van rechterlijke instanties gebruikt. Het aantal relevante zaken per lidstaat verschilt. Het aantal relevante zaken was beperkt (minder dan vijf) in LT in 212, in EE en FI in 212 en 213, in IE en LU in 213 en 214 en in HU in 212 en 214. Hierdoor heeft een uitzonderlijk lange of korte procedure grote invloed op de gemiddelde duur, en zijn er van jaar tot jaar grote verschillen. Grafiek 17: consumentenbescherming: gemiddelde tijd die nodig is voor rechterlijke toetsing van besluiten van consumentenbeschermingsautoriteiten op grond van EU-wetgeving* (in eerste aanleg/in dagen) (bron: Europese Commissie in samenwerking met het samenwerkingsnetwerk voor consumentenbescherming) De doeltreffende handhaving van EU-wetgeving 3 inzake consumentenbescherming garandeert dat consumenten hun rechten kunnen uitoefenen en dat ondernemingen die inbreuk maken op consumentenvoorschriften geen oneerlijke voordelen verkrijgen. Consumentenbeschermingsautoriteiten en rechterlijke instanties spelen een cruciale rol bij de handhaving van EU-consumentenrecht. Het onderstaande scenario heeft betrekking op lidstaten waar de consumentenbeschermingsautoriteiten bevoegd zijn om inbreuken op consumentenrecht 29 Verordening inzake het Gemeenschapsmerk (27/29/EG) 3 De grafiek toont de gemiddelde lengte van de beroepen tegen besluiten van consumentenbeschermingsautoriteiten in gerechtelijke procedures betreffende de richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (93/13/EEG), de richtlijn betreffende de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen (1999/44/EG), de richtlijn oneerlijke handelspraktijken (25/29/EG), de richtlijn consumentenrechten (211/83/EG) en de nationale uitvoeringsbepalingen daarvan. 16

17 vast te stellen. 31 Door consumentenbeschermingsautoriteiten behandelde zaken betreffen vaak belangrijke consumentenvraagstukken. Door langdurige rechterlijke toetsing kan het lang duren voordat een mogelijke inbreuk op consumentenrecht wordt afgehandeld, hetgeen grote nadelen kan hebben voor consumenten en bedrijven. * Het scenario is niet van toepassing op BE, LU, AT, FI, SE, UK. In de periode waarover gegevens beschikbaar zijn, zijn in IE, CY, MT geen relevante zaken geconstateerd. DE: de bestuurlijke autoriteiten zijn uitsluitend bevoegd om in grensoverschrijdende gevallen besluiten te nemen, en in deze periode zijn geen relevante grensoverschrijdende zaken geconstateerd. FR: het aantal beroepszaken is marginaal en er waren alleen gegevens voor 213 beschikbaar. ES: de gegevens tonen het gemiddelde van vier autonome gemeenschappen per jaar en het gemiddelde kan voor andere autonome gemeenschappen verschillen. In DK, EE, FR, HR, LT, NL, SI is het aantal zaken in de betrokken periode gering, hetgeen betekent dat een zeer lange of korte procedure grote invloed heeft op het gemiddelde en er van jaar tot jaar grote verschillen kunnen zijn. Sommige lidstaten hebben een raming gegeven (IT, PL, RO voor 213). In het algemeen hebben de gegevens geen betrekking op financiële diensten en producten. De gemiddelde lengte wordt berekend in kalenderdagen, te rekenen vanaf de dag waarop een vordering of hoger beroep bij het gerecht is ingediend tot de dag waarop het gerecht de eindbeslissing heeft genomen. Andere specifieke gebieden In 215 heeft de Commissie samen met ACA-Europe (de Vereniging van Raden van State en Hoogste Administratieve Rechtscolleges van de EU op het gebied van overheidsopdrachten) onderzocht op welke wijze gegevens kunnen worden verzameld. De EU-wetgeving inzake overheidsopdrachten 32 is in economisch opzicht belangrijk, aangezien zij bestaande en potentiële inschrijvers die de toekenning van een overheidsopdracht aanvechten snelle en doeltreffende rechtsmiddelen biedt. Uit gegevens van 17 lidstaten blijkt dat bodemprocedures in openbareaanbestedingszaken bij gerechten in laatste aanleg 33 binnen de EU in gemiddeld minder dan een jaar duurden (268 dagen). 34 Een doeltreffende rechterlijke toetsing garandeert dat In BE, AT, FI, SE, UK zijn bepaalde bestuurlijke consumentenbeschermingsautoriteiten niet bevoegd om een inbreuk op het betrokken consumentenrecht vast te stellen en wordt het scenario in Grafiek 17 niet van toepassing geacht. De bevoegdheden van bepaalde consumentenbeschermingsautoriteiten omvatten slechts delen van de toepasselijke EU-consumentenwetgeving (bijvoorbeeld de gegevens voor PT hebben uitsluitend betrekking hebben op Richtlijn 25/29/EG en Richtlijn 99/44/EG). Richtlijn 89/665/EEG en Richtlijn 92/13/EEG (rechtsmiddelenrichtlijnen), zoals gewijzigd bij latere wetgeving, met name Richtlijn 27/66/EG. Deze gegevens hebben geen betrekking op de duur van procedures bij lagere rechters vóór het instellen van beroep. BE, BG, CZ, EL, ES, IE, FR, HR, CY, LV, LT, HU, NL, AT, SI, FI, SE. De gegevens hebben betrekking op de duur van bodemprocedures in openbare-aanbestedingszaken bij hooggerechtshoven voor bestuurszaken en 17

18 inschrijvers kunnen profiteren van het volledige scala aan rechtsmiddelen dat het EU-recht inzake rechtsmiddelen met betrekking tot openbare aanbestedingen biedt, en dat de samenleving als geheel geen hinder ondervindt door de vertraagde uitvoering van overheidsopdrachten Samenvatting inzake de efficiëntie van rechtsstelsels Voor een goede werking van rechtsstelsels is het van essentieel belang dat rechterlijke beslissingen snel worden genomen. De belangrijkste parameters die het scorebord hanteert om de efficiëntie van de rechtsstelsels te beoordelen zijn de duur van de procedure (de geschatte tijd in dagen die nodig is om een zaak af te handelen), het afhandelingspercentage (de verhouding tussen het aantal afgehandelde zaken en het aantal inkomende zaken) en het aantal aanhangige zaken (die aan het einde van een jaar nog moeten worden behandeld). Het scorebord voor 216 laat enkele positieve signalen zien. In vergelijking met de vorige editie van het scorebord tonen de gegevens dat: In het algemeen de duur van litigieuze burgerlijke en handelszaken is afgenomen (grafiek 5). Voor de brede categorie "alle zaken" 35 (grafiek 4) en bestuurszaken (grafiek 6) is de duur van de procedure in meer landen eerder toegenomen dan afgenomen. In de meeste lidstaten waarvan gegevens beschikbaar zijn, hebben gerechten afhandelingspercentages van meer dan 1 % in de categorie "alle zaken" (grafiek 7) en voor de litigieuze burgerlijke en handelszaken (grafiek 8). Dit betekent dat zij op deze rechtsgebieden in staat zijn om alle binnenkomende zaken af te handelen. Wat bestuurszaken betreft (grafiek 9), ligt het afhandelingspercentage in de meeste lidstaten evenwel onder de 1 %, hetgeen aangeeft dat zij bij de afhandeling van binnenkomende zaken moeilijkheden ondervinden. Met betrekking tot aanhangige zaken is de situatie in het algemeen stabiel, maar er zijn verbeteringen geconstateerd in meerdere lidstaten die problemen ondervonden met een groot aantal aanhangige zaken, zowel in de categorie "alle zaken" (grafiek 1) als in die van bestuurszaken (grafiek 12). Uit gegevens door de jaren heen blijkt dat: de resultaten een zekere volatiliteit vertonen, en in lidstaten van jaar tot jaar kunnen verbeteren of verslechteren. Deze variatie kan worden verklaard door contextuele factoren, zoals een plotselinge stijging van het aantal binnenkomende zaken variaties in binnenkomende zaken van meer dan 1 % zijn niet ongebruikelijk. Variërende resultaten kunnen ook het gevolg zijn van systemische tekortkomingen, zoals een gebrek aan flexibiliteit en reactievermogen van het rechtsstelsel, onvoldoende capaciteit om op veranderingen in te kunnen spelen of inconsistenties in het hervormingsproces. Waar tendensen in de afgelopen drie jaar kunnen worden vastgesteld, lijkt de duur van procedures in litigieuze burgerlijke en handelszaken en in de categorie "alle zaken" in meer landen eerder te zijn afgenomen dan toegenomen. Ten aanzien van bestuurszaken is de situatie daarentegen verslechterd. In landen waar het afhandelingspercentage onder de 1 % ligt, kunnen voor alle zaken in het algemeen eerder negatieve dan positieve 35 gerechten in laatste aanleg berekend in werkdagen van de dag waarop het beroep wordt ingesteld tot de dag waarop uitspraak wordt gedaan. Alle litigieuze en niet-litigieuze burgerlijke en handelszaken, niet-litigieuze kadastrale en handelsregisterzaken, andere register- en andere niet-litigieuze zaken, bestuurszaken en andere niet-strafrechtelijke zaken, volgens de CEPEJ-methodologie. 18

19 tendensen worden waargenomen. Wat aanhangige zaken betreft, is er een algehele lichte afname in alle categorieën zaken. Gegevens voor specifieke gebieden geven dieper inzicht in de duur van procedures in bepaalde situaties waarin EU-recht een rol speelt (bijvoorbeeld wetgeving inzake mededinging, elektronische communicatie, consumentenrechten en intellectuele eigendom). Deze cijfers strekken ertoe een betere afspiegeling van de werking van rechtsstelsels in specifieke soorten bedrijfsgerelateerde geschillen te geven, ook al brengen de smalle scenario's die voor de verkrijging van de gegevens zijn gebruikt met zich dat bij het trekken van conclusies enige voorzichtigheid is geboden. Uit de cijfers blijkt dat: De duur van procedures in binnen lidstaten aanzienlijk kan verschillen naar gelang het betrokken rechtsgebied. Ook blijkt dat sommige lidstaten het op deze specifieke gebieden minder goed doen dan in de hierboven vermelde bredere categorieën van zaken. Dit kan worden verklaard door de complexiteit van het onderwerp, specifieke procedurele stappen of door het feit dat enkele ingewikkelde zaken invloed kunnen hebben op de gemiddelde duur. Rechtszaken tussen particulieren duren gemiddeld korter dan rechtszaken tegen overheidsinstanties. Zo zal rechterlijke toetsing in eerste aanleg van besluiten van nationale autoriteiten op grond van EU-wetgeving (bijvoorbeeld mededingingsautoriteiten, consumentenbeschermingsautoriteiten of autoriteiten op het gebied van elektronische communicatie) in maar weinig lidstaten gemiddeld minder dan één jaar in beslag nemen. Deze bevinding toont aan hoe belangrijk het voor ondernemingen en consumenten is dat de volledige handhavingsketen van EU-wetgeving soepel werkt, van de bevoegde autoriteit tot en met de rechter in laatste aanleg. Dit bevestigt eveneens hoe belangrijk de rechterlijke macht is voor de doeltreffendheid van EU-recht en economisch bestuur. 3.2 Kwaliteit van rechtsstelsels Doeltreffende rechtsstelsels vergen niet alleen tijdige beslissingen, maar ook kwaliteit. Een gebrek aan kwaliteit kan leiden tot een toename van de bedrijfsrisico's voor grote ondernemingen en kmo's en de keuzes van de consument beïnvloeden. Er bestaat geen algemeen aanvaard systeem om de kwaliteit van rechtsstelsels te meten. Het scorebord concentreert zich daarom op een aantal factoren die over het algemeen als relevant worden aangemerkt 36 en kunnen bijdragen tot een betere kwaliteit van de rechtspleging. Deze zijn ingedeeld in vier categorieën: 1) de toegankelijkheid van justitie voor burgers en bedrijven; 2) toereikende materiële en personele middelen; 3) de invoering van evaluatie-instrumenten; en 4), toepassing van kwaliteitsnormen Toegankelijkheid In de hele justitieketen is toegankelijkheid vereist om informatie te kunnen verkrijgen over het rechtsstelsel, over de wijze waarop een vordering wordt ingediend en de financiële aspecten daarvan, alsmede over de stand van zaken tot aan het einde van de procedure zodat snelle online toegang tot de beslissing mogelijk is. Informatieverstrekking over het rechtsstelsel 36 Zie bijvoorbeeld de CEPEJ-checklist voor bevordering van de kwaliteit van de rechtspleging en de gerechten, en advies nr. 6 (24) van de adviesraad van de Europese Rechters (CCJE) te vinden op: 19

20 De basis voor toegang tot justitie is de informatie over algemene aspecten van het rechtsstelsel die aan burgers en ondernemingen wordt verstrekt. Grafiek 18: beschikbaarheid van online informatie over het rechtsstelsel voor het grote publiek* (bron: Europese Commissie 37 ) * In sommige lidstaten (SI, RO) wordt informatie over de samenstelling van proceskosten ter beschikking gesteld door de wetgeving die de relevante informatie bevat te publiceren. BG: niet elke website van elk gerecht biedt informatie over het rechtsstelsel, het starten van een procedure, rechtsbijstand en de samenstelling van de proceskosten. CZ: informatie over het starten van een procedure is beschikbaar op de website van het hooggerechtshof, het hooggerechtshof voor bestuurszaken en het constitutionele hof. DE: in elke deelstaat en op federaal niveau wordt bepaald welke informatie online wordt verstrekt. Rechtsbijstand "Rechtsbijstand wordt verleend aan diegenen die niet over toereikende financiële middelen beschikken, voor zover die bijstand noodzakelijk is om de daadwerkelijke toegang tot de rechter te waarborgen." (Handvest van de grondrechten van de EU, artikel 47, lid 3). Grafiek 19 toont per lidstaat de begrotingsmiddelen die per inwoner worden toegewezen voor rechtsbijstand. Alle lidstaten deelden mee dat begrotingsmiddelen worden toegewezen. Grafiek 19: jaarlijkse overheidsbegroting voor rechtsbijstand* (in EUR per inwoner) (bron: CEPEJ-onderzoek) 37 Gegevens hebben betrekking op 215 en zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels. 2

21 * In sommige lidstaten kunnen beoefenaars van juridische beroepen de rechtsbijstand ook voor een deel dekken, maar dat komt niet in bovenstaande cijfers tot uitdrukking. Grafiek 2: inkomensgrens voor rechtsbijstand in een specifieke consumentenzaak* (verschillen in % tussen armoedegrens Eurostat en inkomensdrempel) (bron: Europese Commissie in samenwerking met de Raad van de balies van Europa (CCBE) 38 ) Bij de vergelijking van de begrotingen voor rechtsbijstand wordt geen rekening gehouden met de verschillende macro-economische omstandigheden die in de gehele Unie bestaan. Om tot een betere vergelijking te komen, is met de CCBE een specifiek beperkt scenario van een consumentengeschil onderzocht om na te gaan welke personen in de context van de inkomens- en leefomstandigheden van elke lidstaat voor rechtsbijstand in aanmerking komen. De gegevens in grafiek 2 hebben betrekking op dit specifieke scenario. Gezien de complexiteit van de regelgeving inzake rechtsbijstand van lidstaten is bij vergelijkingen voorzichtigheid geboden en mag niet worden gegeneraliseerd. 39 De meeste lidstaten verlenen rechtsbijstand op basis van het inkomen van de aanvrager. 4 Grafiek 2 hieronder vergelijkt in % de inkomensdrempels voor de toekenning van rechtsbijstand 41 met de armoederisicogrens van Eurostat (Eurostat-drempel). 42 Indien de grens De gegevens hebben betrekking op 215 en zijn verzameld via de antwoorden van CCBE-leden op een vragenlijst die was gebaseerd op het volgende specifieke scenario: rechtszaak van een natuurlijke persoon tegen een bedrijf (de waarde van de vordering is 3 EUR). Aangezien de voorwaarden voor rechtsbijstand afhangen van de persoonlijke situatie, is het volgende scenario gebruikt: een werkende alleenstaande van 35 jaar zonder gezinslasten met regelmatige inkomsten en een huurwoning. De lidstaten gebruiken verschillende methoden om de voorwaarden voor rechtsbijstand vast te stellen, bijvoorbeeld verschillende referentieperioden (maand-/jaarinkomen). Ongeveer de helft van de lidstaten past naast een inkomstendrempel verschillende financiële en niet-financiële kapitaaldrempels toe. De door de lidstaten vastgestelde kapitaaldrempels zijn niet in aanmerking genomen. In het rechtsbijstandsstelsel van sommige lidstaten wordt de toegekende rechtsbijstand met terugwerkende kracht teruggevorderd indien het inkomen/kapitaal van de begunstigde binnen een bepaald aantal jaren nadat rechtsbijstand is verleend een bepaalde limiet overschrijdt. In BE, BG, IE, ES, FR, HR, LV, LT, LU, MT, NL, PL, PT, RO, en UK (SC) hebben bepaalde categorieën personen (bijvoorbeeld personen die een werkloosheids-, arbeidsongeschiktheids- of ziektewetuitkering ontvangen) automatisch recht op rechtsbijstand in burgerlijke en handelsgeschillen, zonder dat zij bewijs hoeven te leveren van hun financiële middelen. Aanvullende criteria die de lidstaten kunnen hanteren voor toekenning van rechtsbijstand aan personen, zoals de grond van de zaak, zijn niet in dit scenario weerspiegeld. De gegevens hebben betrekking op inkomensdrempels die in 215 golden. 21

22 RECHTSBIJSTAND NIET VAN TOEPASSING om voor rechtsbijstand in aanmerking te komen bijvoorbeeld 2 % is, betekent dit dat iemand met een inkomen dat 2 % boven de Eurostat-drempel ligt, voor rechtsbijstand in aanmerking kan komen. Indien echter de grens om voor rechtsbijstand in aanmerking te komen -2 % is, betekent dit dat de inkomensgrens voor rechtsbijstand 2 % onder de Eurostat-drempel ligt. Dit biedt een vergelijkend overzicht van de inkomensdrempels die lidstaten hanteren bij de toekenning van rechtsbijstand in dit specifieke scenario Sommige lidstaten hanteren een rechtsbijstandsstelsel dat de kosten in verband met rechtszaken 1 % dekt (volledige rechtsbijstand), aangevuld met een systeem dat delen van de kosten dekt (gedeeltelijke rechtsbijstand). Sommige lidstaten werken alleen met volledige of alleen met gedeeltelijke rechtsbijstand. 4% 3% 2% 1% % BE DK DE IE EL ES FR IT HU LU LV LT MT NL PT RO SI SK FI SE UK (SC) CY UK (EN+ WL) DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID RECHTEN GEEN GEGEVENS BG CZ EE PL HR AT UK (NI) -1% -2% -3% Rechtsbijstand dekt 1 % van de kosten Rechtsbijstand dekt een deel van de kosten * De meeste lidstaten stellen de drempel om voor rechtsbijstand in aanmerking te komen vast op grond van het beschikbare inkomen, met uitzondering van DK, FR, NL, PT, waar het bruto-inkomen wordt gehanteerd. BG: rechtsbijstand die 1 % van de kosten dekt, wordt verleend aan personen die in aanmerking komen voor maandelijkse socialebijstandsuitkeringen; DE: de inkomensgrens is gebaseerd op de Prozesskostenhilfebekanntmachung 215 en op de gemiddelde jaarlijkse huisvestingskosten in DE in 213 (SILC); IE: naast het inkomen moet de aanvrager kunnen aantonen dat hij door betaling van een financiële bijdrage in te grote moeilijkheden zou komen. LV: een inkomens tussen 128,6 en 32 EUR, afhankelijk van de woonplaats van de aanvrager. Het tarief is gebaseerd op het rekenkundige gemiddelde. FI: de inkomensgrens is gebaseerd op de drempel voor beschikbare middelen van een persoon zonder gezinslasten en op de gemiddelde jaarlijkse kosten voor huisvesting in FI in 213 (SILC). UK (SC): de waarde van de zaak (3 EUR) zou vallen onder procedures voor geringe vorderingen waarvoor geen volledige rechtsbijstand mogelijk is. Online een vordering indienen Elektronische indiening van vorderingen en elektronische communicatie tussen rechters en advocaten vormt een andere bouwsteen voor een eenvoudigere toegang tot justitie, minder vertraging en lagere kosten. Ook bij de grensoverschrijdende samenwerking tussen justitiële autoriteiten spelen ICT-systemen in rechtbanken een steeds belangrijkere rol. Ze vergemakkelijken daardoor de tenuitvoerlegging van EU-wetgeving. Grafiek 21: elektronische indiening van vorderingen* ( = beschikbaar in % van de rechtbanken; 4 = beschikbaar in 1 % van de rechtbanken 43 ) (bron: CEPEJ-onderzoek) Bron: European Survey on Income and Living Conditions, Eurostat-tabel ilc_li1, De gegevens hebben betrekking op 214. De uitrustingsgraad, variërend van 1 % (apparatuur volledig ingezet) tot % (geen apparatuur voorhanden), geeft de functionele aanwezigheid aan van apparatuur in rechtbanken, die in de grafiek wordt weergegeven volgens de volgende schaal: (1 % = 4 punten indien van toepassing op alle 22

23 * PL: uitsluitend in geval van rechterlijke betalingsbevelen kan een verzoek elektronisch worden ingediend. RO: een zaak kan eventueel per aanhangig worden gemaakt. Deze wordt vervolgens afgedrukt en aan het dossier toegevoegd. Grafiek 22: benchmarking van online procedures voor geringe vorderingen (bron: 13e egovernment Benchmarking Report, onderzoek dat wordt uitgevoerd voor de Europese Commissie en het directoraat-generaal Communicatienetwerken, Inhoud en Technologie) 44 Een eenvoudige procedure voor geringe vorderingen op nationaal of Europees niveau is van essentieel belang om burgers betere toegang tot justitie te bieden en de uitoefening van hun consumentenrechten te vergemakkelijken. Als gevolg van grensoverschrijdende elektronische handel neemt ook het belang van grensoverschrijdende online procedures voor geringe vorderingen toe. Als een van haar beleidsdoelen wil de Europese Commissie daarom de procedures voor geringe vorderingen vereenvoudigen en verkorten door betere communicatie tussen de gerechtelijke autoriteiten en slimmer gebruik van ICT. Uiteindelijk moet dit leiden tot minder administratieve lasten voor alle groepen gebruikers: gerechten, justitiële actoren en eindgebruikers. In het 13e egovernment-benchmarking Report, dat in opdracht van de Europese Commissie is opgesteld, werd de procedure voor geringe vorderingen beoordeeld door een groep onderzoekers (zogenoemde "mysteryshoppers") 45. De bedoeling was om na te gaan of de online voorzieningen van overheidsdiensten zijn opgezet zijn met de behoeften van de gebruikers voor ogen rechtsgebieden / 1,33 punten per rechtsgebied; 5-99 % = 3 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 1 punt per rechtsgebied; 1-49 % = 2 indien van toepassing op alle rechtsgebieden /,66 punt per rechtsgebied; 1-9 % = 1 indien van toepassing op alle rechtsgebieden /,33 punt per rechtsgebied. Het rechtsgebied betreft het soort geschil dat wordt behandeld (burgerlijk recht/handelsrecht, strafrecht, bestuursrecht of anders). De gegevens hebben betrekking op 215. Publicatie vindt plaats op: Mysteryshoppers zijn opgeleid en geïnstrueerd om een (overheids)proces te observeren, te ervaren, en te meten door zich als een potentiële gebruiker voor te doen. Elke onderzoeker gedroeg zich daartoe als een normale burger, en zijn of haar "reis" was in de tijd beperkt: elke mysteryshopper had één dag de tijd om een bepaalde reële gebeurtenis te beoordelen. Dit houdt in dat wanneer een bepaald aspect niet binnen die tijd werd gevonden, dat negatief werd beoordeeld. 23

24 * Lidstaten kregen alleen 1 punten per categorie wanneer de dienst volledig online beschikbaar was via een centraal portaal. Wanneer alleen informatie over de dienst als zodanig online beschikbaar was, kregen zij 5 punten. In vergelijking met de cijfers van het voorgaande jaar laat de grafiek een verbeterde beschikbaarheid zien in alle zeven categorieën. Negentien lidstaten vertoonden verbeteringen ten opzichte van het vorig jaar, terwijl geen enkele lidstaat slechter scoorde. Communicatie tussen rechters en advocaten Grafiek 23: elektronische communicatie ( = beschikbaar in % van de rechterlijke instanties; 4 = beschikbaar in 1 % van de rechterlijke instanties 47 ) (bron: CEPEJ-onderzoek) Communicatie met de media 47 De gegevens hebben betrekking op 214. De uitrustingsgraad, variërend van 1 % (apparatuur volledig ingezet) tot % (geen apparatuur voorhanden), geeft de functionele aanwezigheid aan van apparatuur in rechtbanken, die in de grafiek wordt weergegeven volgens de volgende schaal: (1 % = 4 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 1,33 punten per rechtsgebied; 5-99 % = 3 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 1 punt per rechtsgebied; 1-49 % = 2 indien van toepassing op alle rechtsgebieden /,66 punt per rechtsgebied; 1-9 % = 1 indien van toepassing op alle rechtsgebieden /,33 punt per rechtsgebied. Het rechtsgebied betreft het soort geschil dat wordt behandeld (burgerlijk recht/handelsrecht, strafrecht, bestuursrecht of anders). 24

25 Door informatie te ontvangen en daarvan begrijpelijk en snel verslag te doen, vormen de media een kanaal dat bijdraagt tot de toegankelijkheid van rechtsstelsels en gerechtelijke werkzaamheden. Grafiek 24: betrekkingen tussen de gerechten en de pers/media* (Bron: Europese Commissie 48 ) * Voor elke instantie (eerste, tweede en derde aanleg) kunnen twee punten worden toegekend indien zowel burgerlijke en handelszaken als bestuurszaken worden behandeld. Als slechts één van deze categorieën zaken (d.w.z. burgerlijke en handelszaken of bestuurszaken) wordt behandeld, wordt slechts één punt toegekend. DE: elke deelstaat heeft eigen richtsnoeren voor rechters met betrekking tot de communicatie met de pers en de media. SE: rechters worden actief aangemoedigd om hun beslissingen aan de media mee te delen. Verder is er een mediagroep opgezet die bestaat uit rechters van alle drie de instanties. Toegang tot gerechtelijke beslissingen De online-toegankelijkheid van rechterlijke beslissingen draagt bij tot grotere transparantie en groter begrip van het rechtsstelsel en helpt burgers en bedrijven weloverwogen beslissingen te nemen wanneer zij toegang tot justitie zoeken. Het zou ook kunnen bijdragen aan een grotere samenhang van de jurisprudentie. Grafiek 25: toegang tot online gepubliceerde rechterlijke uitspraken* (burgerlijke en handelszaken en bestuurszaken, alle instanties) (bron: Europese Commissie 49 ) De gegevens hebben betrekking op 215 en zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels. De gegevens hebben betrekking op 215 en zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels. 25

26 * Voor burgerlijke/handelszaken en bestuurszaken is één punt toegekend voor elke instantie waarin uitspraken van alle gerechten online beschikbaar zijn voor het grote publiek (,5 punt indien uitspraken van slechts een aantal gerechten beschikbaar zijn). Indien een lidstaat slechts twee instanties heeft, zijn punten toegekend voor drie instanties door de betrokken hogere aanleg in de niet-bestaande aanleg te weerspiegelen. Indien een lidstaat bijvoorbeeld alleen de eerste en een hoogste instantie heeft en de hoogste instantie twee punten krijgt, werden aan de tweede (niet-bestaande) instantie eveneens twee punten toegekend. Bij lidstaten die geen onderscheid maken tussen bestuurszaken en burgerlijke/handelszaken werd aan beide rechtsgebieden hetzelfde aantal punten toegekend. In een aantal lidstaten worden niet alle rechterlijke beslissingen online beschikbaar gesteld. CZ: sommige bestuursrechtelijke uitspraken in eerste aanleg worden beschikbaar gesteld op de website van het hooggerechtshof voor bestuurszaken. DE: in elke deelstaat en op federaal niveau wordt besloten of rechterlijke beslissingen van de respectieve gerechten online beschikbaar worden gesteld. IT: vonnissen in eerste en tweede aanleg in burgerlijke/handelszaken zijn uitsluitend voor de betrokken partijen online beschikbaar. SE: het publiek mag alle uitspraken en beslissingen lezen, voor zover zij niet als vertrouwelijk zijn aangemerkt. RO: rechterlijke beslissingen zijn met ingang van december 215 online beschikbaar voor het publiek. Grafiek 26: regelingen voor de online publicatie van uitspraken in alle instanties* burgerlijke/handels- en bestuurszaken (bron: Europese Commissie 5 ) 5 De gegevens hebben betrekking op 215 en zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels. 26

27 * Voor elke aanleg (eerste, tweede en derde) kunnen twee punten worden gegeven wanneer deze zowel burgerlijke/handelszaken als bestuurszaken bestrijkt. Wanneer slechts één categorie zaken wordt bestreken (bijvoorbeeld òf burgerlijke/handelszaken òf bestuurszaken) wordt slechts één punt per aanleg gegeven. In sommige lidstaten (IE, MT, EE) beslissen rechters over de anonimisering van vonnissen. IE: in procedures inzake familierecht en kinderbescherming en in bepaalde andere procedures waarvoor dat wettelijk is verplicht, worden uitspraken geanonimiseerd. MT: alle familiezaken worden geanonimiseerd. DE: online publicatie van bepaalde uitspraken in de meeste deelstaten, tagging van uitspraken met trefwoorden in sommige deelstaten, ECLI-systeem in het Bundesverfassungsgericht, het Bundesverwaltungsgericht en het Bundesarbeitsgericht. IT: rechterlijke beslissingen in eerste en tweede aanleg in burgerlijke/handelszaken zijn uitsluitend voor de betrokken partijen online toegankelijk. RO: rechterlijke beslissingen zijn met ingang van december 215 beschikbaar voor het grote publiek en beslissingen tot aan 27 worden geleidelijk geüpload. Toegang tot alternatieve geschillenbeslechting Toegang tot justitie is niet beperkt tot de rechterlijke instanties, maar ziet ook op buitengerechtelijke wegen. Alle lidstaten die gegevens hebben verstrekt, hebben methoden voor alternatieve geschillenbeslechting ingevoerd. Maatregelen ter bevordering van het vrijwillig gebruik van alternatieve geschillenbeslechting, zodat het publiek over deze mogelijkheid is geïnformeerd en zich er meer bewust van is, dragen bij tot een betere toegang tot justitie. Grafiek 27 heeft betrekking op elke methode voor geschillenbeslechting anders dan via de rechter. Bemiddeling, verzoening en arbitrage zijn de meest voorkomende vormen van alternatieve geschillenbeslechting. Grafiek 27: maatregelen ter bevordering van het gebruik van methoden voor alternatieve geschillenbeslechting* (bron: Europese Commissie 51 ) 51 De gegevens hebben betrekking op 215 en zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels. 27

28 * Geaggregeerde indicatoren gebaseerd op de volgende indicatoren: 1) websites met informatie over alternatieve geschillenbeslechting; 2) voorlichtingscampagnes in de media; 3) brochures voor het grote publiek; 4) specifieke voorlichtingsbijeenkomsten over alternatieve geschillenbeslechting die gerechten op verzoek organiseren, 5) aanwezigheid coördinator voor alternatieve geschillenbeslechting/mediation bij gerechten; 6) publicatie evaluaties van het gebruik van alternatieve geschillenbeslechting, 7) publicatie statistieken over het gebruik van alternatieve geschillenbeslechting; 8) rechtsbijstand dekt (geheel of gedeeltelijk) de kosten van alternatieve geschillenbeslechting; 9) volledige of gedeeltelijke terugbetaling van gerechtskosten, ook zegelrecht, als de alternatieve geschillenbeslechting succes heeft; 1) geen advocaat vereist voor de alternatieve geschillenbeslechtingsprocedure; 11) de rechter kan als mediator optreden; 12) overig. Voor elk van deze 12 indicatoren werd één punt toegekend. Voor elk rechtsgebied konden maximaal 12 punten worden gegeven. In sommige lidstaten (ES, FR, LT) moet in arbeidsgeschillen alvorens een gerechtelijke procedure in te leiden eerst een bemiddelingsprocedure worden gevolgd. In ES is zodra de gerechtelijke procedure is begonnen tevens bemiddeling verplicht. IE: bevordering en stimuleringsmaatregelen betreffen uitsluitend familierechtelijke procedures. IT: rechters kunnen in een procedure als bemiddelaar optreden, en in dat geval kunnen partijen tot bemiddeling worden verplicht. LV: in arbeidsgeschillen wordt geen griffierecht geheven Middelen Voor een goede werking van het rechtsstelsel en om te zorgen voor de juiste voorwaarden in gerechten en de aanwezigheid van goed gekwalificeerd personeel, zijn toereikende middelen vereist. Zonder een toereikend aantal functionarissen met de vereiste kwalificaties en vaardigheden en toegang tot permanente opleiding kan de kwaliteit van de procedures en beslissingen in het gedrang komen. Financiële middelen De onderstaande cijfers laten zien hoeveel begrotingsmiddelen daadwerkelijk aan rechtspleging zijn uitgegeven, eerst per inwoner (grafiek 28) en vervolgens als percentage van het bruto binnenlands product (grafiek 29) Bron: de totale (werkelijke) overheidsuitgaven voor het beheer, de werking en de ondersteuning van adminstratieve, civiele en strafrechtbanken en het rechtsstelsel, met inbegrip van de afdwinging van boetes en de handhaving van juridische regelingen die door de rechter zijn opgelegd en de werking van systemen voor voorwaardelijke invrijheidstelling en rechtsbijstand - juridische vertegenwoordiging en juridisch advies van overheidswege of namens anderen, door de overheid gefinancierd of in de vorm van diensten verstrekt; met uitzondering van gevangeniswezen (gegevens van de nationale rekeningen, classificatie van overheidsfuncties (COFOG), groep 3.3), Eurostat-tabel gov_1a_exp, 28

29 Grafiek 28: totale algemene overheidsuitgaven voor rechtspleging* (in EUR per inwoner) (bron: Eurostat) * De gegevens met betrekking tot ES, LT, LU, NL, en SK zijn voorlopig. Grafiek 29: totale algemene overheidsuitgaven voor rechtspleging* (als percentage van het bruto binnenlands product) (bron: Eurostat) * De gegevens met betrekking tot ES, LT, LU, NL, en SK zijn voorlopig. Personele middelen Personele middelen zijn van groot belang voor het rechtsstelsel. Genderbalans tussen mannelijke en vrouwelijke rechters zorgt voor complementaire kennis, vaardigheden en ervaring en geeft een afspiegeling van de samenleving. Grafiek 3: aantal rechters* (per 1 inwoners) (bron: CEPEJ-onderzoek) 29

30 * Volgens de CEPEJ-methodologie bestaat deze categorie uit voltijds werkende rechters. Rechtspfleger/griffiers, die in slechts enkele lidstaten voorkomen, zijn er niet in opgenomen. EL: in de getoonde jaren worden voor het totaal aantal beroepsrechters verschillende categorieën in aanmerking genomen, hetgeen de variatie van de cijfers deels verklaart. Grafiek 31: percentage vrouwelijke beroepsrechters in eerste en tweede aanleg en bij hooggerechtshoven (bron: Europese Commissie (hoogste rechterlijke instanties) 53 en CEPEJonderzoek (eerste en tweede instantie)) Zeven lidstaten melden een goede genderbalans 54 onder rechters in beide instanties, en 14 lidstaten melden dat er in ten minste een van de twee instanties meer vrouwelijke dan mannelijke rechters zijn. 19 lidstaten meldden evenwel dat het percentage vrouwelijke beroepsrechters bij hooggerechtshoven in sommige gevallen ver onder de 4 % ligt. 53 Bron voor data inzake hoogste rechterlijke instanties: Europese Commissie, databank van de Europese Commissie inzake vrouwen en mannen in de besluitvorming, te vinden op: 54 Er is sprake van een goede genderbalans indien van elk geslacht 4-6 % is vertegenwoordigd. Europese Commissie, Strategisch engagement voor gendergelijkheid , SWD(215) 278 final, 3 december 215, te vinden op: 3

31 Grafiek 32: variatie in het percentage vrouwelijke beroepsrechters bij gerechten van eerste en tweede aanleg tussen 21 en 214 en bij hooggerechtshoven tussen 21 en 215* (verschil in procentpunten) (bron: Europese Commissie (hoogste rechterlijke instanties) 55 en CEPEJ-onderzoek (eerste en tweede instantie)) * LU: het percentage vrouwelijke beroepsrechters bij het hooggerechtshof is teruggelopen van 1 % in 21 tot 5 % in 215. Grafiek 33: aantal advocaten* (per 1 inwoners) (bron: CEPEJ-onderzoek) 55 Bron van gegevens inzake hooggerechtshoven: Europese Commissie, databank van de Europese Commissie inzake vrouwen en mannen in de besluitvorming, te vinden op: 31

32 * Een advocaat is een persoon die overeenkomstig het nationale recht gekwalificeerd en bevoegd is om namens zijn of haar cliënt te pleiten en te handelen, het recht te beoefenen, voor rechtbanken op te treden of zijn of haar cliënt te vertegenwoordigen en te adviseren in juridische aangelegenheden (Aanbeveling Rec(2)21 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa inzake de vrije uitoefening van het beroep van advocaat). Opleiding De bevordering van opleiding, als onderdeel van personeelsbeleid, is een noodzakelijk instrument om de kwaliteit van de rechtsstelsels te handhaven en te verbeteren. Justitiële opleidingen, ook op het gebied van juridische vaardigheden, dragen ook in belangrijke mate bij aan de kwaliteit van rechterlijke beslissingen en de rechtsbedeling aan burgers. De onderstaande gegevens betreffen justitiële opleidingen op een breed scala van gebieden, waaronder communicatie met partijen en met de pers. Grafiek 34: verplichte opleiding voor rechters* (bron: CEPEJ-onderzoek 56 ) 56 De gegevens hebben betrekking op

33 * De volgende lidstaten bieden geen opleiding in bepaalde categorieën: MT (basisopleiding); DK (gespecialiseerde functies); EL, IE, ES, MT (managementfuncties); BG, EE, MT (gebruik van informaticavoorzieningen). In alle andere gevallen kan de opleiding wel worden geboden, maar is zij facultatief. Grafiek 35: rechters die deelnemen aan activiteiten voor permanente opleiding op het gebied van EU-recht of van het recht van een andere lidstaat* (als percentage van het totale aantal rechters) (bron: Europese Commissie, de Europese justitiële opleiding ) * In enkele door lidstaten gemelde gevallen bedraagt het percentage deelnemers in verhouding tot het aantal beoefenaars van een bepaald juridisch beroep meer dan 1 %, hetgeen betekent dat de deelnemers meer dan één opleidingsactiviteit op het gebied van EU-recht hebben gevolgd. 57 De Europese Commissie stelde in 211 als doel dat ten minste de helft van alle beoefenaars van juridische beroepen in de EU in 22 een opleiding over Europees recht of het recht van een andere lidstaat moet hebben gevolgd, hetgeen neerkomt op gemiddeld 5 % per jaar. In het Rapport inzake justitiële training van 215 (beschikbaar op: wordt de voortgang naar dit doel beschreven. De gegevens hebben betrekking op

34 Grafiek 36: percentage permanente justitiële opleidingsactiviteiten voor verschillende soorten rechterlijke vaardigheden* (bron: Europese Commissie 58 ) * De tabel toont de verdeling van permanente justitiële opleidingsactiviteiten (d.w.z. die plaatsvinden na de basisopleiding voor rechters) op elk van de vier gebieden als percentage van het totaal. Juridische opleidingsactiviteiten zijn niet in aanmerking genomen. De autoriteiten voor de justitiële opleidingen in DK, LU, UK (NI) boden geen specifieke opleidingsactiviteiten voor de geselecteerde vaardigheden. Grafiek 37: beschikbaarheid van opleidingen voor rechters inzake communicatie met partijen en met de pers (bron: Europese Commissie 59 ) De gegevens hebben betrekking op 214 en zijn verzameld in samenwerking met het Europees netwerk voor justitiële opleiding, dat de EU-instellingen op het gebied van justitiële opleidingen vertegenwoordigt. Permanente opleiding inzake rechterlijke vaardigheden omvat activiteiten als het houden van een hoorzitting, het opstellen van uitspraken of oefening in retoriek. De gegevens hebben betrekking op 215 en zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels. 34

35 3.2.3 Beoordelingsinstrumenten Om de kwaliteit van de rechtsstelsels te verbeteren, zijn instrumenten nodig om hun werking te beoordelen. Het monitoren en evalueren van activiteiten van rechterlijke instanties draagt bij tot een verbetering van hun prestaties doordat gebreken en behoeften worden vastgesteld, en het rechtssysteem beter kan reageren op bestaande en toekomstige uitdagingen. Toereikende ICTinstrumenten maken realtime dossierbeheer, gestandaardiseerde statistieken van rechterlijke instanties, beheer van achterstanden, en geautomatiseerde systemen voor vroegtijdige waarschuwing mogelijk. Onderzoeken zijn ook onmisbaar om te beoordelen hoe de rechtsstelsels vanuit het oogpunt van beoefenaars van juridische beroepen en gebruikers opereren. In aanvulling op het enkel uitvoeren van enquêtes, is het scorebord voor justitie voor 216 dieper ingegaan op de onderwerpen en de follow-up van enquêtes die onder gebruikers of beoefenaars van juridische beroepen zijn uitgevoerd. Grafiek 38: beschikbaarheid van monitoring en evaluatie van activiteiten van gerechten* (bron: CEPEJ-onderzoek 6 ) * Monitoringsystemen beoordelen de dagelijkse activiteiten van de gerechten, met name door het verzamelen van gegevens en statistische analyse. Het evaluatiesysteem heeft betrekking op de prestaties van de gerechtssystemen en maakt gebruik van indicatoren en streefcijfers. In 214 meldden alle lidstaten over een systeem te beschikken waarmee zij toezicht kunnen houden op het aantal binnenkomende zaken en het aantal uitspraken, zodat deze categorieën niet ter zake doen. Op vergelijkbare wijze heeft grondig werk in 215 de loutere verwijzing naar kwaliteitsnormen als beoordelingscategorie overbodig gemaakt. Hierdoor konden de overige categorieën worden samengevoegd in één enkele grafiek voor monitoring en evaluatie. Gegevens over "andere elementen" betreffen bijvoorbeeld zaken in hoger beroep (EE, ES, LV), hoorzittingen (SE), of het aantal zaken dat binnen een bepaald tijdsbestek is afgehandeld (DK). Grafiek 39: ICT wordt gebruikt voor dossierbeheer en voor statistieken inzake de activiteiten van gerechten* (gewogen indicator, min. =, max. = 4 61 ) (bron: CEPEJ-onderzoek) 6 De gegevens hebben betrekking op De gegevens hebben betrekking op 214. Een uitrustingsgraad van 1 % (apparatuur volledig ingezet) tot % (geen apparatuur voorhanden) wijst op de functionele aanwezigheid van apparatuur in rechtbanken, die in de grafiek wordt weergegeven volgens de volgende schaal: (1 % = 4 punten indien van toepassing op alle 35

36 BG CZ EE ES LV LT HU MT NL AT RO SI FI SE DK IE PT EL DE HR PL FR SK IT BE LU CY UK Dossierbeheersystemen Instrument om statistieken van gerechtelijke activiteiten te produceren * IE: elektronische indiening is verplicht voor gevallen van persoonlijke insolventie anders dan faillissement, en is optioneel voor elke geringe vordering. Grafiek 4: onderwerpen van enquêtes uitgevoerd onder gebruikers van rechtbanken en beoefenaars van juridische beroepen* (bron: Europese Commissie 62 ) G E E N G E G E V E N S GEEN ENQUETES IN 214 GEEN GEGEVENS DE RO SI FI LT NL BE HU ES FR DK EE LV AT SE BG CZ IE EL HR IT CY LU MT PT SK PL UK Toegankelijkheid van de gerechtelijke dienst Verloop van de zitting Door de advocaat verleende dienst Overige onderwerpen Klantenservice van het gerecht Uitspraak/beslissing van het gerecht Algemene mate van vertrouwen in het rechtsstelsel * Sommige lidstaten die in 214 geen enquêtes hebben uitgevoerd, hebben dat in 215 gedaan of voor 216 gepland (IE). Grafiek 41: follow-up van enquêtes uitgevoerd onder gebruikers van rechtbanken en beoefenaars van juridische beroepen* (bron: Europese Commissie 63 ) rechtsgebieden / 1,33 punten per rechtsgebied; 5-99 % = 3 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 1 punt per rechtsgebied; 1-49 % = 2 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden /,66 punt per rechtsgebied; 1-9 % = 1 punt indien van toepassing op alle rechtsgebieden /,33 punt per rechtsgebied. Het rechtsgebied betreft het soort geschil dat wordt behandeld (burgerlijk recht/handelsrecht, strafrecht, bestuursrecht of anders). De gegevens hebben betrekking op 214 en zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels. De gegevens hebben betrekking op 214 en zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels. 36

37 G E E N O P V O L G I N G GEEN ENQUETES IN 214 GEEN GEGEVENS DK DE HU SI EE LT NL FI RO LV BE FR AT SE ES BG CZ IE EL HR IT CY LU MT PT SK PL UK Andere specifieke follow-up Gebruikt voor de vaststelling van opleidingsbehoeften van rechters en gerechtelijk personeel Gebruikt voor wijziging/verbetering van de werking van bepaalde gerechten Gebruikt als input voor een evaluatie van het rechtsstelsel of om de behoefte aan wetswijzigingen vast te stellen Gebruikt als input voor jaarlijkse/specifieke verslagen op lokaal of nationaal niveau Resultaten volledig openbaar toegankelijk 37

38 EUROPESE COMMISSIE Brussel, COM(216) 199 final PART 2/2 MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET EUROPEES SOCIAAL EN ECONOMISCH COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EU-scorebord voor justitie 216 NL NL

39 3.2.4 Kwaliteitsnormen Normen kunnen de kwaliteit van de rechtsstelsels opschroeven. 1 In 215 begon de Commissie samen met de groep contactpersonen specifiek aan normen voor het functioneren van rechtsstelsels te werken. De kwaliteitsnormen hebben betrekking op een breed scala aan onderwerpen betreffende de wijze waarop de rechtsstelsels zijn opgezet en functioneren. Meerdere actoren kunnen bij de vaststelling van dergelijke normen een rol spelen. 2 Grafiek 42 geeft een algemeen overzicht van bestaande normen. Hieruit blijkt dat in een groot aantal lidstaten normen voor diverse aspecten van het rechtsstelsel zijn vastgesteld. Uit de verzamelde informatie blijkt ook dat normen hoofdzakelijk in wetgeving zijn vastgelegd. Kwesties die rechtstreeks verband houden met de operationele werking van gerechten worden echter hoofdzakelijk op het niveau van het betreffende gerecht geregeld, onder meer aan de hand van vaste rechtspraktijken. Dit betreft met name het beheer van achterstanden, monitoren van dossiers, werkbelasting van gerechten, diensten voor gebruikers van gerechten, gerechtelijke voorzieningen en informatie aan partijen. Grafiek 42: vastgestelde normen inzake aan het rechtsstelsel gerelateerde aspecten* (Bron: Europese Commissie 3 ) 1. Duur/tijd afhandeling civiele en handelszaken 2. Duur/tijd afhandeling bestuursrechtelijke zaken 3. Duur/tijd afhandeling tussen eerste registratie van de zaak en de eerste hoorzitting 4. Duur/tijd afhandeling tussen laatste hoorzitting en het geven van de rechterlijke beslissing 5. Beheer van achterstanden 6. Verzameling van gegevens over procedure in civiele en handelszaken 7. Verzameling van gegevens over procedure in bestuursrechtelijke zaken 8. Onderlinge koppeling van IT-dossierbeheerssytemen ten behoeve van landelijke verzameling van gegevens 9. Onderlinge koppeling van IT-dossierbeheerssytemen ten behoeve van samenwerking tussen nationale gerechten 1. Actieve monitoring van voortgang zaken 11. Werkdruk gerechten 12. Raadpleging inzake wetsontwerpen met betrekking tot het rechtsstelsel 13. Aan gebruikers gerecht verleende diensten 14. Gerechtsfaciliteiten en toegankelijkheid gerechtsgebouwen 15. Informatie aan partijen over voortgang van hun zaak 16. Planning en organisatie van hoorzittingen 17. Afhandeling van klachten van gebruikers gerechten in verband met functioneren gerecht 18. Duidelijkheid/motivering of andere aspecten betreffende de uitspraak 19. Publicatie van uitspraken 2. Opleiding van rechters 21. Opleiding van gerechtelijk personeel 22. Toewijzing van personele middelen voor gerechten 23. Toewijzing van materiële middelen voor gerechten 24. Genderdiversiteit binnen de rechterlijke macht 25. Andere normen * Indien er in normen betreffende bestuursrechtzaken velden leeg zijn, kan het zijn dat er geen specifieke categorie "bestuurszaken" is (bijvoorbeeld IE). PL en het UK hebben geen gegevens over normen verstrekt. In het geval van de gemarkeerde velden zijn normen hoofdzakelijk vastgesteld door gerechten, onder meer aan de hand van vaste rechtspraktijken. In alle andere velden zijn normen hoofdzakelijk vastgesteld door de wet. 1 De jaarlijkse groeianalyse van 216 (zie COM(215) 69 final) vermeldt dat de kwaliteit van de rechtspraak moet worden verbeterd, "onder meer door [...] het hanteren van kwaliteitsnormen". 2 Normen kunnen worden vastgesteld in de wet, door gerechten (onder meer aan de hand van vaste rechtspraktijken), door de Raad voor de Rechtspraak (of een andere onafhankelijke instantie) of anderszins (in CZ worden normen bijvoorbeeld meestal door het Ministerie van Justitie geformuleerd). 3 De gegevens hebben betrekking op 215 en zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels. 39

40 Grafiek 43 hieronder onderzoekt zes specifieke aspecten: de procesduur (tijdslimieten 4 en termijnen 5 ), beheer van achterstanden, actief monitoren van zaken, informatie aan partijen, rechterlijke uitspraken en toewijzing van personeel. Hieruit blijkt dat hoewel de gebieden waarop de normen van toepassing zijn in de meeste lidstaten hetzelfde lijken, zij inhoudelijk aanzienlijk kunnen verschillen. Zo voorziet het beheer van achterstanden in een beperkt aantal lidstaten in een tijdslimiet voor aanhangige zaken of corrigerende maatregelen voor achterstanden 6. Normen op het gebied van informatie aan partijen variëren van informatieverstrekking aan partijen over hun zaak in de gerechtsgebouwen tot online toegang tot of automatische verstrekking van deze informatie. 7 Monitoring- en systemen voor vroegtijdige waarschuwing zijn zelden geautomatiseerd, hoewel verstrekking van realtime-informatie door middel van dossierbeheersystemen in de meeste lidstaten technisch wel mogelijk is. In een aantal lidstaten hebben rechters de beschikking over gestandaardiseerde elektronische modellen, uiteenlopend van eenvoudige formele modellen tot nader uitgewerkt materiaal dat tot doel heeft de formulering van besluiten te vereenvoudigen. Tot slot blijkt dat sommige normen landelijk zijn vastgesteld en uitgevoerd, terwijl andere slechts van toepassing zijn op bepaalde gerechten of gebieden of op bepaalde soorten zaken of rechtsgebieden. 8 Grafiek 43: specifieke normen inzake bepaalde aan het rechtsstelsel gerelateerde aspecten* (bron: Europese Commissie 9 ) Tijdslimieten zijn kwantitatieve procedurele termijnen voor bepaalde soorten zaken of procedurele stappen, die doorgaans in het procesrecht zijn vastgelegd. Termijnen zijn meetbare streefdoelen/praktijken ter bevordering van een snelle afhandeling van gerechtelijke procedures, bijvoorbeeld als rechters in eerste aanleg bij aanvang van een procedure de duur van de procedure moeten inschatten, gerechten en het ministerie van Justitie in onderling overleg termijnen vaststellen, rechtbanken voor verschillende categorieën zaken tijdnormen vaststellen. Zo kunnen in bepaalde lidstaten aanhangige zaken waarin partijen in drie jaar geen actie hebben ondernomen van de rol worden geschrapt, of worden zaken die meer dan twee jaar aanhangig zijn als oud aangemerkt en nauwlettend gevolgd. Corrigerende maatregelen kunnen onder meer inhouden dat een speciale eenheid rechters tijdelijk assistentie verleent. Zo kunnen partijen informatie over hun zaken verkrijgen via informatiecentra bij gerechten, of automatisch over relevante ontwikkelingen worden geïnformeerd via , sms, of een geautomatiseerd proces voor gebruikers van het elektronische- dossiersysteem. In Duitsland houden de gerechten partijen op de hoogte ook zonder dat daarom is verzocht. Zo is de online toegang tot gegevens in sommige lidstaten beperkt tot bepaalde soorten zaken of gerechten of wordt deze niet consistent uitgevoerd. De gegevens hebben betrekking op 215 en zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels. 4

41 BG, DK, DE, EL, ES, HR, IT, LV, LT, MT, NL, PT, RO, SI, FI, SE DE, EE, FR, IT, LV, NL, AT, RO, SI, FI, SE BG, CZ, DE, EE, EL, HR, IT, LV, LT, MT, NL, AT, PT, RO, SI, FI, SE BE, BG, EE, IT, LT, SI, BE, BG, DE, EE, FR, HR, IT, LV, LT, AT, RO, SE BG, DK, EE, EL, ES, HR, IT, LV, LT, AT, PT, RO, SI, FI, SE BG, DK, FR, HR, AT, RO, SI, FI, SE BG, CZ, EE, EL, ES, FR, HR, IT, LV, LT, MT, RO, SI BG, DK, EE, ES, FR, HR, LT, MT, NL, PT, RO, SE DK, DE, FR, HR, LV, LU, AT, RO, SI, SK, SE BG, CZ, DK, DE, EE, EL, ES, HR, IT, LV, LT, LU, AT, PT, RO, SI, SK, FI, SE BG, DK, DE, EE, ES, FR, HR, LV, LT, AT, SI, SE BG, DK, DE, EE, ES, IT, LV, NL, AT, BG, CZ, DK, DE, EE, EL, ES, FR, HR, IT, LV, LU, NL, AT, PT, RO, SI, SK, FI, SE BE, CZ, DK, EE, FR, HR, IT, LT, MT, NL, PT, RO, SI, FI, 25 Duur afhandeling zaken Beheer achterstanden Actieve monitoring zaken Informatie aan Uitspraken Personele middelen partijen over hun zaak Normen inzake specifieke aspecten Normen inzake algemeen gebied * CY, IE hebben inzake de geselecteerde gebieden geen normen vermeld. PL, UK hebben geen informatie over normen verstrekt. DE: gedecentraliseerde structuren houden in dat normen per deelstaat en per gerecht kunnen verschillen. De lichtgekleurde kolom komt overeen met het totale aantal lidstaten dat inzake de geselecteerde gebieden andere normen heeft vastgesteld. Normen over termijnen voor de behandeling van zaken omvatten burgerlijke, handels- en bestuurszaken. 41

42 3.2.5 Samenvatting van de kwaliteit van rechtsstelsels Eenvoudige toegang, toereikende middelen, doeltreffende beoordelingsinstrumenten en passende normen dragen in hoge mate bij aan de kwaliteit van de rechtsstelsels. Het scorebord voor 216 bevestigt dat de situatie binnen de EU sterk uiteenloopt, maar ook dat veel lidstaten op dit gebied bijzondere inspanningen leveren. Toegankelijkheid Het scorebord onderzoekt de toegankelijkheid van rechtsstelsels in de hele justitieketen en laat het volgende zien: Online informatie over het rechtsstelsel is in alle lidstaten beschikbaar. In een aantal lidstaten is informatie over het starten van een gerechtelijke procedure en de samenstelling van proceskosten evenwel nog steeds niet beschikbaar (grafiek 18). Bepaalde lidstaten hebben op dit gebied geavanceerde gebruikersvriendelijke oplossingen ontwikkeld, bijvoorbeeld door te voorzien in een interactief online instrument waarmee aanvragers van rechtsbijstand kunnen berekenen hoe waarschijnlijk het is dat zij voor rechtsbijstand in aanmerking komen. Rechtsbijstand is essentieel om gelijke toegang tot de rechter te verzekeren. Ten opzichte van 21 blijkt dat meer lidstaten het budget voor rechtsbijstand eerder hebben verhoogd dan verlaagd (grafiek 19). Bij een vergelijking van de financiële voorwaarden om in het specifieke scenario van een consumentengeschil voor rechtsbijstand in aanmerking te komen, ligt de inkomensgrens voor rechtsbijstand die ten minste een deel van de kosten dekt in de meeste lidstaten boven de betreffende armoededrempel van Eurostat (grafiek 2). Sommige lidstaten hebben een systeem dat een jaarlijkse herziening en eventueel een aanpassing van de inkomensgrens voor rechtsbijstand voorschrijft. Elektronische indiening van schuldvorderingen is niet in alle lidstaten ingevoerd (grafiek 21). De kwaliteit van de onlineprocedure voor geringe vorderingen, bijvoorbeeld de verkrijging van informatie over de behandeling van de zaak of de mogelijkheid om beroep tegen beslissingen in te dienen, is sinds 213 evenwel verbeterd (grafiek 22). Dit is een teken dat de lidstaten zich hebben ingespannen om tegemoet te komen aan de behoeften van burgers en ondernemingen die gebruik maken van het rechtsstelsel. Elektronische communicatie tussen de gerechten en partijen is in sommige lidstaten nog steeds niet mogelijk (grafiek 23). Het ontbreken van ICT-instrumenten maakt gerechtelijke procedures moeilijker en duurder, zowel voor de gerechten als voor de partijen. Zo heeft een hervorming waardoor gerechten documenten op elektronische wijze aan partijen en advocaten kunnen verstrekken in 215 een lidstaat een besparing opgeleverd van meer dan 4,2 miljoen EUR (meer dan 2 % van de begroting voor rechtspleging). Online beschikbaarheid van rechterlijke beslissingen in burgerlijke, handels- en bestuurszaken kan worden verbeterd (grafiek 25). Na de publicatie van de cijfers over dit onderwerp in het scorebord voor 215 zijn sommige lidstaten begonnen maatregelen voor een betere beschikbaarheid van rechterlijke beslissingen, ook in eerste aanleg, ten uitvoer te leggen. Het vrijwillige gebruik van methoden voor alternatieve geschillenbeslechting (Alternative Dispute Resolution - ADR) (bemiddeling, verzoening) wordt in alle lidstaten aangemoedigd en gestimuleerd. Dit geldt vaak meer voor burgerlijke en handelsgeschillen dan voor arbeids- en consumentengeschillen (grafiek 27). Deze positieve ontwikkeling toont aan dat er middelen zijn om vrijwillig gebruik van alternatieve geschillenbeslechting aan te moedigen zonder dat dit ten koste gaat van het grondrecht op een doeltreffende voorziening in rechte. Het gebruik van alternatieve geschillenbeslechting tussen consumenten en handelaren zal naar verwachting 42

43 toenemen wanneer in 216 de richtlijn ADR voor consumenten en de verordening onlinegeschillenbeslechting in werking treden. 1 Hulpbronnen Rechtsbedeling van hoge kwaliteit vereist toereikende financiële en personele middelen, passende opleidingen en genderbalans onder rechters. Het scorebord toont het volgende: Wat de financiële middelen betreft, tonen de gegevens dat de uitgaven voor het gerechtelijk apparaat in de meeste lidstaten vrij stabiel blijven (grafiek 28). Bij de vaststelling van de financiële middelen voor het gerechtelijk apparaat houden slechts enkele lidstaten bij de evaluatie van gemaakte kosten rekening met actuele gegevens over het aantal inkomende of afgehandelde zaken (grafiek 51). De genderbalans onder rechters in eerste en/of tweede aanleg is in het algemeen goed. In de meeste lidstaten is van elk geslacht 4 tot 6 % vertegenwoordigd. De meeste lidstaten bewegen zich richting een genderbalans, maar in hooggerechtshoven in een aantal lidstaten blijft deze ontwikkeling achter (grafiek 32). Wat de opleiding van rechters betreft, erkennen lidstaten weliswaar het belang van een permanente en verplichte basisopleiding (grafiek 34), maar zijn er toch inspanningen nodig om het scala aan aangeboden opleidingen te vergroten, met name wat juridische vaardigheden betreft. Niet in alle lidstaten bestaan er permanente opleidingen op het gebied van rechterlijke vaardigheden, IT-vaardigheden, rechtbankbeheer en rechtsethiek, en waar zij wel bestaan, dekken de opleidingen vaak niet al deze vaardigheden (grafiek 36). Bovendien voorzien sommige lidstaten niet in opleidingen voor communicatie met partijen en de pers (grafiek 37), een cruciaal aspect voor eindgebruikers en om het vertrouwen in het rechtsstelsel te vergroten. Beoordelingsinstrumenten De meeste lidstaten beschikken over monitoring- en evaluatie-instrumenten om de werking van rechtsstelsels te beoordelen (grafiek 38). De monitoringprocessen voor achterstanden of systemen voor vroegtijdige waarschuwing zijn evenwel zelden geautomatiseerd (grafiek 43). Bovendien bieden niet alle systemen voor gegevensverzameling voldoende informatie over de werking van het systeem, met name in tweede en hogere instantie en voor specifieke categorieën, zoals insolventie. In bepaalde lidstaten zijn nieuwe generaties ICT-hulpmiddelen flexibel genoeg om aan nieuwe behoeften te voldoen of om gegevens over de effecten van specifieke hervormingen te verzamelen; zo heeft een lidstaat na de hervorming van zijn wetgeving inzake alternatieve geschillenbeslechting speciaal elk kwartaal gegevens verzameld om de impact daarvan te beoordelen. ICT-systemen voor dossierbeheer moeten in tal van lidstaten nog worden verbeterd om verschillende doelen te kunnen dienen en consequent in het hele rechtssysteem te worden uitgevoerd (grafiek 39). In sommige lidstaten is het nog steeds niet mogelijk om landelijke gegevens over alle rechtsgebieden te verzamelen. In sommige lidstaten is het met de ICTinstrumenten niet mogelijk om de voortgang van de behandeling van zaken realtime te monitoren of achterstanden te beheren, of bijzonder oude zaken op te sporen. Andere lidstaten hebben daarentegen systemen voor vroegtijdige waarschuwing om disfunctioneren te detecteren of aan normen voor de behandeling van zaken te voldoen, zodat er sneller 1 De richtlijn ADR voor consumenten garandeert dat consumenten en ondernemers zich tot een ADR-entiteit kunnen wenden voor al hun contractuele geschillen in vrijwel alle economische sectoren, ongeacht waar (binnenlands of grensoverschrijdend) en op welke wijze (online/offline) de aankoop is verricht. De verordening onlinegeschillenbeslechting beoogt het gebruik van ADR voor geschillen die uit het online-aankopen voortvloeien, te vereenvoudigen. 43

44 oplossingen kunnen worden gevonden. Het regelmatig uitvoeren van enquêtes is belangrijk om de meningen van gebruikers en beroepsbeoefenaren over het rechtsstelsel beter te begrijpen. Enquêtes zijn echter nog lang niet in alle lidstaten gebruikelijk (grafiek 4). Daar komt nog bij dat wanneer enquêtes worden uitgevoerd, slechts enkele lidstaten een systematische follow-up hebben, bijvoorbeeld om de opleidingsbehoeften van rechters en rechtbankpersoneel vast te stellen of de werking van bepaalde gerechten te verbeteren (grafiek 41). In één lidstaat worden enquêtes bijvoorbeeld gebruikt voor de evaluatie van het vierjarige werkprogramma van de rechterlijke macht en worden de resultaten in aanmerking genomen bij de opstelling van het programma voor de volgende vier jaar. Normen Het gebruik van normen is belangrijk om de kwaliteit van de rechtsstelsels op te schroeven. Het scorebord voor 216 biedt een eerste algemeen overzicht van normen in lidstaten inzake de werking van rechtsstelsels, waaruit het volgende blijkt: De meeste lidstaten hebben normen voor vergelijkbare aspecten van hun rechtsstelsels. Zo hebben de meeste lidstaten normen over de wijze waarop gerechtelijke procedures moeten worden gevoerd, over de wijze waarop partijen moeten worden geïnformeerd of de wijze waarop de beslissingen moeten worden opgesteld (grafiek 42). Er zijn echter nog steeds aanzienlijke verschillen ten aanzien van inhoud van deze normen en het kwaliteitsniveau dat zij vaststellen (grafiek 43). Bovendien worden normen op verschillende wijze ten uitvoer gelegd; sommige zijn landelijk vastgesteld, terwijl andere slechts van toepassing zijn op bepaalde rechterlijke instanties of jurisdicties of bepaalde soorten zaken of rechtsgebieden. Wat de normen inzake het beheer van dossiers en achterstanden betreft, voorziet minder dan de helft van de lidstaten in normen inzake maatregelen om achterstanden weg te werken, en hebben nog minder lidstaten een tijdslimiet voor aanhangige zaken vastgesteld. Enkele lidstaten hebben normen inzake termijnen voor procedures en systemen voor vroegtijdige waarschuwing, zoals automatische berichten voor oude of urgente zaken of zaken die anderszins speciale aandacht vereisen. De meeste lidstaten hebben normen inzake kennisgeving aan partijen over hun zaken. In slechts enkele daarvan worden partijen automatisch geïnformeerd of hebben zij online toegang tot deze informatie. Zo ontvangen partijen in sommige lidstaten automatisch berichten via het elektronische dossiersysteem of worden zij via sms aan de datum van terechtzittingen herinnerd. In een aantal lidstaten bestaan er normen inzake de formulering van rechterlijke beslissingen, met name met betrekking tot specifieke eisen voor de structuur. In veel lidstaten hebben rechters ook de beschikking over gestandaardiseerde elektronische modellen. Deze lopen uiteen van eenvoudige modellen tot meer geavanceerd materiaal en hebben tot doel de formulering van besluiten te vereenvoudigen. In een kleiner aantal lidstaten voorziet het procesrecht in algemene vereisten van duidelijkheid en beknoptheid, en sommige hebben zelfs een specifiek beleid voor duidelijk taalgebruik in schriftelijke en mondelinge communicatie van gerechten ontwikkeld. Normen inzake de toewijzing van personele middelen zijn in de meeste lidstaten gekoppeld aan de werkbelasting. Hoewel aanpassingen in sommige landen niet vaak voorkomen, hebben andere juist een flexibeler toewijzingssysteem waardoor zij zich elk jaar aan veranderingen kunnen aanpassen of met verwachte behoeften rekening kunnen houden. 44

45 3.3 Onafhankelijkheid Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is een vereiste dat voortvloeit uit het recht op een doeltreffende voorziening in rechte dat is neergelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (artikel 47). 11 Deze onafhankelijkheid is ook van belang om een aantrekkelijk investeringsklimaat te creëren, omdat zo de eerlijkheid, voorspelbaarheid, en zekerheid van het rechtsstelsel waarin ondernemingen werken, gewaarborgd wordt. Naast informatie over de perceptie van de rechterlijke onafhankelijkheid, toont het scorebord de manier waarop de nationale rechtsstelsels zijn georganiseerd om gerechtelijke onafhankelijkheid te beschermen in bepaalde soorten situaties waarin die in het gedrang kan komen. Dankzij de samenwerking met de Europese justitiële netwerken, met name het Europees netwerk van raden voor de rechtspraak (ENCJ), toont het scorebord voor 216 recente gegevens over structurele onafhankelijkheid. 12 Voor het eerst presenteert het scorebord de resultaten van Eurobarometerenquêtes over de perceptie van rechterlijke onafhankelijkheid vanuit het oogpunt van burgers en het bedrijfsleven Perceptie van rechterlijke onafhankelijkheid Grafiek 44: perceptie van onafhankelijkheid van gerechten en rechters bij het grote publiek (bron: Eurobarometer 13 ) 1% 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% % DK FI SE AT IE LU NL UK DE EE BE CY FR RO HU LT CZ EL PL MT LV PT ES SI HR IT BG SK Zeer goed Tamelijk goed Tamelijk slecht Zeer slecht Geen mening Grafiek 45: voornaamste redenen voor de perceptie bij het grote publiek van een gebrek aan onafhankelijkheid De cijfers zijn gebaseerd op de ENCJ Guide en antwoorden op een vragenlijst die de Commissie in nauwe samenwerking met het ENCJ heeft opgesteld. Antwoorden op de vragenlijst van lidstaten die geen raden voor de rechtspraak hebben of geen lid zijn van het ENJC (CZ, DE, EE, EL, CY, LU, AT en FI) zijn verkregen in samenwerking met het Netwerk van voorzitters van de hoge rechtscolleges van de Europese Unie. Zie de Guide to the European Network of Councils for the Judiciary, oktober 215, beschikbaar op: 13 Eurobarometer-enquête FL435, uitgevoerd tussen 24 en 25 februari 216; antwoorden op de vraag: "Voor zover u op de hoogte bent, hoe zou u het rechtsstelsel in (ons land) beoordelen wat betreft de onafhankelijkheid van gerechten en rechters? Zou u het zeer goed, tamelijk goed, tamelijk slecht of zeer slecht noemen?", te vinden op: 45

46 (percentage van alle respondenten hogere waarde wijst op meer invloed) (bron: Eurobarometer 14 ) Deze grafiek geeft de voornaamste redenen weer voor de perceptie van een gebrek aan onafhankelijkheid van gerechten en rechters. De respondenten onder het algemene publiek die de onafhankelijkheid van het rechtsstelsel als "tamelijk slecht" of "zeer slecht" beoordeelden, konden als verklaring voor die beoordeling uit drie redenen kiezen. De lidstaten zijn in dezelfde volgorde vermeld als in grafiek 44. 6% 5% 4% 3% 2% 1% % DK FI SE AT IE LU NL UK DE EE BE CY FR RO HU LT CZ EL PL MT LV PT ES SI HR IT BG SK De status en positie van rechters zijn onvoldoende waarborg voor hun onafhankelijkheid Inmenging of druk vanwege economische of andere specifieke belangen Inmenging of druk van regering en politici Van de respondenten onder het algemene publiek die de onafhankelijkheid van het rechtsstelsel als "zeer goed" of "tamelijk goed" beoordeelden, gaf bijna drie vierde (overeenkomend met 39 % van alle respondenten) de waarborgen die de status en de positie van rechters bieden als een reden voor hun beoordeling op. 15 Grafiek 46: perceptie van onafhankelijkheid van gerechten en rechters bij ondernemingen (bron: Eurobarometer 16 ) 14 Eurobarometer-enquête FL435; antwoorden op de vraag: "Kunt u zeggen in hoeverre elk van de volgende redenen uw evaluatie van de onafhankelijkheid van het rechtsstelsel in (ons land) verklaart: in hoge mate, enigszins, niet echt, in het geheel niet?". 15 Eurobarometer-enquête FL Eurobarometer-enquête FL436, uitgevoerd tussen 25 februari en 4 maart 216; antwoorden op de vraag: "Voor zover u op de hoogte bent, hoe zou u het rechtsstelsel in (ons land) beoordelen wat betreft de onafhankelijkheid van gerechten en rechters? Zou u het zeer goed, tamelijk goed, tamelijk slecht of zeer slecht noemen?", te vinden op: 46

47 1% 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% % DK FI SE AT IE LU NL UK DE EE BE CY FR RO HU LT CZ EL PL MT LV PT ES SI HR IT BG SK Zeer goed Tamelijk goed Tamelijk slecht Zeer slecht Geen mening Grafiek 47: voornaamste redenen voor de perceptie bij ondernemingen van een gebrek aan onafhankelijkheid (percentage van alle respondenten hogere waarde wijst op meer invloed) (bron: Eurobarometer 17 ) Deze grafiek geeft de voornaamste redenen weer voor de perceptie van een gebrek aan onafhankelijkheid van gerechten en rechters. De respondenten onder de ondernemingen die de onafhankelijkheid van het rechtsstelsel als "tamelijk slecht" of "zeer slecht" beoordeelden, konden als verklaring voor die beoordeling uit drie redenen kiezen. De lidstaten zijn in dezelfde volgorde vermeld als in grafiek 46. 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% % FI DK LU IE NL UK DE EE MT SE AT RO FR BE CY LT EL CZ PL PT LV HU ES SI HR IT BG SK De status en positie van rechters bieden onvoldoende waarborg voor hun onafhankelijkheid Inmenging of druk vanwege economische of andere specifieke belangen Inmenging of druk van regering en politici Van de ondernemingen die de onafhankelijkheid van het rechtsstelsel als "zeer goed" of "tamelijk goed" beoordeelden, gaf drie vierde (overeenkomend met 39 % van alle responderede ondernemingen) de waarborgen die de status en de positie van rechters bieden als een reden voor hun beoordeling op Eurobarometer-enquête FL436; antwoorden op de vraag: "Kunt u zeggen in hoeverre elk van de volgende redenen uw evaluatie van de onafhankelijkheid van het rechtsstelsel in (ons land) verklaart: in hoge mate, enigszins, niet echt, in het geheel niet?" 18 Eurobarometer-enquête FL

48 Grafiek 48: Economisch wereldforum: perceptie van onafhankelijkheid van de rechterlijke macht bij het bedrijfsleven (perceptie hogere waarde wijst op betere perceptie) (bron: Economisch Wereldforum 19 ) 7 6 (2) (5) (7) (8) (9) (1) (14) (17) (16) (21) 5 (27) (29) (37) (42) (43) 4 3 (5) (54) (55) (66) (68) (7) (79) (81) (84) (85) (99) (116) (125) 2 1 FI DK NL IE LU UK SE BE DE EE AT FR MT CY PT CZ PL LV RO LT EL HU IT ES SI HR BG SK * Het cijfer tussen haakjes is de meest recente rangorde onder 14 deelnemende landen in de hele wereld Structurele onafhankelijkheid Structurele onafhankelijkheid vereist wettelijke waarborgen. De meeste lidstaten hebben een raad voor de rechtspraak die als taak heeft de rechterlijke onafhankelijkheid te waarborgen. De grafieken 49 en 5 geven een uitgebreide recente vergelijking van de samenstelling (door middel van benoeming) en de belangrijkste bevoegdheden van bestaande raden voor de rechtspraak in de EU. Dit vergelijkend overzicht kan de lidstaten helpen bij het vaststellen van hervormingen die de doeltreffende werking van hun raad voor de rechtspraak kunnen waarborgen, zodat deze als onafhankelijke nationale instelling de eindverantwoordelijkheid kan dragen voor de ondersteuning van de rechterlijke macht bij de onafhankelijke rechtsbedeling, met inachtneming van de tradities en bijzonderheden van het nationale rechtsstelsel. Ook onderzoekt het scorebord hoe rechtsstelsels zijn georganiseerd om rechterlijke onafhankelijkheid te waarborgen in bepaalde situaties waar de onafhankelijkheid in gevaar kan komen. De vier indicatoren tonen waarborgen in dergelijke situaties: de waarborgen betreffende de onvrijwillige overplaatsing van rechters (grafiek 52), het ontslag van rechters (grafiek 53), de toewijzing van binnenkomende zaken binnen een gerecht (grafiek 54), en de verschoning en wraking van rechters (grafiek 55). De 21 Council of Europe Recommendation on judges: independence, efficiency and responsibilities (hierna "de Aanbeveling" genoemd) voorziet in normen ter waarborging van de rechterlijke onafhankelijkheid in dergelijke situaties. 2 De grafieken zijn geactualiseerd indien het rechtskader of de praktijk in een lidstaat na de publicatie van het scorebord van 215 is gewijzigd. Zij geven een overzicht van juridische waarborgen in 19 2 De indicator van het Economisch Wereldforum is gebaseerd op antwoorden op een enquête waarin de vraag werd gesteld: "In hoeverre is het gerechtelijk apparaat in uw land onafhankelijk van invloeden van de overheid, personen of ondernemingen? [1 = volstrekt niet onafhankelijk; 7 = volstrekt onafhankelijk]?"de enquête werd beantwoord door steekproefsgewijs geselecteerde representatieve ondernemingen uit alle landen, die de voornaamste sectoren van de economie (landbouw, verwerkende industrie, niet-verwerkende industrie en diensten) vertegenwoordigen. Het onderzoek is op verschillende wijzen uitgevoerd, onder andere door persoonlijke of telefonische interviews met directeuren, door middel van via verzonden formulieren en online enquêtes, beschikbaar op: Recommendation CM/Rec(21)12 of the Committee of Ministers to member states on judges: independence, efficiency and responsibilities. 48

49 bepaalde soorten situaties. Zij geven echter geen beoordeling en evenmin kwantitatieve gegevens over de doeltreffendheid van de waarborgen en de aanwezigheid van meer waarborgen garandeert op zich niet dat een rechtsstelsel effectief is. 21 Er moet ook op worden gewezen dat de uitvoering van beleid en praktijken ter bevordering van intregriteit en ter voorkoming van corruptie binnen de rechterlijke macht ook van wezenlijk belang is om de rechterlijke onafhankelijkheid te waarborgen. Grafiek 49: samenstelling van de raden voor de rechtspraak volgens benoemingsmethode* 22 In de grafiek wordt de samenstelling weergegeven van de raden voor de rechtspraak 23 die lid zijn van het ENCJ, volgens de benoemingsmethode: de leden van de raad zijn rechters/aanklagers die door hun ambtsgenoten worden gekozen of aangesteld/voorgesteld, of worden benoemd door de uitvoerende of de wetgevende macht, of worden benoemd door andere instanties of autoriteiten. Ten minste de helft van de leden van de raden voor de rechtspraak moeten rechters zijn die door hun ambtsgenoten uit alle niveaus van de rechterlijke macht zijn gekozen, met inachtneming van het pluralisme binnen het gerechtelijk apparaat. 24 1% 5% % BE BG DK IE ES FR HR IT CSM Rechters (gekozen door ambtsgenoten) Presidenten van gerechten (ambtshalve) Procureur-generaal (ambtshalve) Gekozen/benoemd door parlement Benoemd/voorgedragen door andere instanties/autoriteiten IT CPGA LV LT HU MT NL PL PT RO SI SK UK (EN + Rechters (benoemd of voorgesteld door ambtsgenoten) WL) Openbare aanklagers (gekozen door ambtsgenoten) UK (NI) Benoemd door verenigingen van advocaten/beoefenaars van juridische beroepen Benoemd door staatshoofd / eerste minister / overheid / minister van Justitie Minister van Justitie (ambtshalve) UK (SC) *BE: de justitiële leden zijn rechters of aanklagers. BG: bij de categorie aanklagers is één verkozen onderzoeksmagistraat inbegrepen. DK: alle leden worden formeel benoemd door de minister van Justitie. Onder de categorie "benoemd/aangewezen door andere instanties/autoriteiten" vallen twee vertegenwoordigers van gerechten die zijn aangewezen door de vakbond voor administratief personeel en de politievakbond. ES: de leden van de raad die uit de rechterlijke macht afkomstig zijn, worden benoemd door het parlement. De Raad deelt het parlement de lijst mee van kandidaten die zijn voorgedragen door een rechtersvereniging of door 25 rechters. FR: de raad heeft twee formaties een die bevoegd is voor rechters en een die bevoegd is voor aanklagers. In de raad zit onder andere één lid van de Conseil d'état, dat door de algemene vergadering van de Conseil d'état is verkozen. IT-CSM: Consiglio Superiore della Magistratura (civiele en strafgerechten). Van deze categorie rechters maken twee magistraten (rechters en/of aanklagers) deel uit die gekozen worden uit het hooggerechtshof; IT-CPGA: Consiglio di presidenza della giustizia amministrativa (administratieve gerechten). MT: de oppositieleider benoemt één lekenlid. NL: de leden worden formeel benoemd bij Koninklijk Besluit, op voorstel van de minister van Veiligheid en Justitie. RO: de gekozen magistraten worden bekrachtigd door de senaat. SI: de leden worden verkozen door de nationale vergadering, op voorstel van de president van de Republiek. 21 Dit overzicht toont hoe de rechtsstelsels zijn georganiseerd. Het is niet bedoeld om de complexiteit en de details daarvan weer te geven. 22 Op basis van de ENCJ-Guide, oktober Raden voor de rechtspraak zijn onafhankelijke instanties die bij wet of krachtens de grondwet zijn ingesteld en wier taak erin bestaat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en van afzonderlijke rechters te waarborgen en zo de doeltreffende werking van het rechtsstelsel te bevorderen. Alle drie de raden van het UK zijn in het overzicht opgenomen: UK (EN+WL) - Judges' Council of England and Wales, UK (NI) - Judges' Council for Northern Ireland, en UK (SC) - Judicial Council for Scotland. 24 Zie Aanbeveling, punten

50 5

51 Grafiek 5: Bevoegdheden van de raden voor de rechtspraak* 25 Deze grafiek toont een aantal van de belangrijkste bevoegdheden van de raden voor de rechtspraak die lid zijn van het ENCJ, zoals bevoegdheden betreffende de benoeming van rechters en bevoegdheden die van invloed zijn op hun loopbaan. De grafiek is zodanig uitgebreid dat ook de bevoegdheid om rechters te beoordelen en bepaalde beheersbevoegdheden zijn inbegrepen, zoals de bevoegdheid om het aantal personeelsleden vast te stellen, begrotingsmiddelen aan bepaalde gerechten toe te wijzen en het gebruik van ICT in gerechten te bepalen. BE BG DK IE ES FR HR IT LV LT MT HU NL PL PT RO SI SK UK (EN Voordracht van kandidaten voor benoeming tot rechter (gerechten van eerste aanleg) Voorstel tot afzetting rechters (gerechten van eerste aanleg) Benoeming rechters (gerechten 1e aanleg) Afzetting van rechters (gerechten van eerste aanleg) + WL) Overplaatsing van rechters (zonder hun instemming) Vaststelling ethische normen Adviesorgaan / rechtbankbeheer Beslissingen over het aantal gerechtelijke personeelsleden bij bepaalde gerechten Beslissingen over implementatie en gebruik van ICT in gerechten Tuchtrechtelijke beslissingen t.a.v. rechters Promotie van een rechter Beslissingen inzake evaluatie van een rechter Toewijzing begroting aan bepaalde gerechten * De grafiek toont niet alle bevoegdheden en is niet exhaustief. De raden voor de rechtspraak hebben nog andere bevoegdheden die hier niet zijn vermeld. IT: de kolom toont de bevoegdheden van beide raden, de CSM (civiele en strafgerechten) en de CPGA (administratieve gerechten); alleen de CPGA heeft bevoegdheden ten aanzien van ICT in gerechten en is een adviesorgaan. LV: bepaalde bevoegdheden, bijvoorbeeld betreffende tuchtrechtelijke en ethische vraagstukken, worden door andere zelfbesturende rechterlijke organen uitgeoefend. In sommige landen is de uitvoerende macht bij wet of in de praktijk verplicht om voorstellen van de raad voor de rechtspraak tot ontslag van een rechter te volgen (bv. ES). Grafiek 51: criteria voor de vaststelling van de financiële middelen van de rechterlijke macht* 26 De grafiek toont welke tak van het staatsbestel (rechterlijke, wetgevende of uitvoerende macht) de criteria vaststelt voor de vaststelling van de financiële middelen die voor het gerechtelijk apparaat worden uitgetrokken. Ook worden de volgende criteria per land aangegeven: toewijzing op basis van de historische/werkelijke kosten (het meest voorkomende criterium), ofwel (minder vaak) op basis van het aantal inkomende/behandelde zaken, de geraamde kosten of behoeften/verzoeken van de gerechten. UK (NI) UK (SC) Op basis van de ENCJ-Guide, oktober 215. Gegevens verzameld aan de hand van een geactualiseerde vragenlijst die de Commissie in nauwe samenwerking met het ENJC heeft opgesteld. Antwoorden van lidstaten die geen raden voor de rechtspraak hebben, werden verkregen in samenwerking met het netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de Europese Unie. De lidstaten zijn gerangschikt in de alfabetische volgorde van hun geografische benaming in de oorspronkelijke taal. De hoogte van de kolommen geeft niet noodzakelijkerwijze de doeltreffendheid van de waarborgen weer. 51

52 BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR HR IT CY LV LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK (EN Rechterlijke macht stelt criteria vast Uitvoerende macht stelt criteria vast Bedrag gebaseerd op historische/gemaakte kosten Aant. in aanmerking genomen afgehandelde zaken Behoeften/verzoeken van gerechten Parlement stelt criteria vast Andere instantie stelt criteria vast Aant. in aanmerking genomen binnenkomende zaken Verwachte kosten van projecten, investeringen * EL en CY: informatie uit scorebord 215. DK: er wordt rekening gehouden met het aantal inkomende en behandelde zaken in eerste aanleg. DE: alleen voor de begroting van het Bundesgerichtshof - wat de gerechten in eerste en tweede aanleg betreft verschillen rechtsstelsels per deelstaat. EE: aantal inkomende en behandelde zaken in eerste en tweede aanleg. FR: aantal inkomende en behandelde zaken in alle instanties. IT: het ministerie van Justitie stelt criteria voor civiele en strafgerechten vast, terwijl de Raad voor de rechtspraak (CPGA) criteria voor administratieve gerechten vaststelt. HU: volgens de wet wordt de bezoldiging van rechters bepaald in de wet betreffende de nationale begroting, met dien verstande dat het bedrag niet lager mag zijn dan in het voorgaande jaar. NL: er wordt rekening gehouden met het aantal behandelde zaken, op basis van een evaluatie van de gerechtskosten. Grafiek 52: waarborgen in verband met de onvrijwillige overplaatsing van rechters* (onafzetbaarheid van rechters) 27 De grafiek toont of onvrijwillige overplaatsing van rechters mogelijk is, en zo ja, welke autoriteiten daarover beslissen, wat de redenen voor overplaatsing kunnen zijn, en of beroep tegen de beslissing mogelijk is. De cijfers geven aan hoeveel rechters om organisatorische, tuchtrechtelijke of andere redenen in 214 onvrijwillig zijn overgeplaatst, en hoeveel rechters beroep tegen de beslissing hebben ingesteld (indien cijfers ontbreken zijn er geen gegevens beschikbaar) WL) UK (NI) UK (SC) 27 Gegevens verzameld aan de hand van een geactualiseerde vragenlijst die de Commissie in nauwe samenwerking met het ENJC heeft opgesteld. Antwoorden van lidstaten die geen raden voor de rechtspraak hebben, werden verkregen in samenwerking met het netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de Europese Unie. De lidstaten zijn gerangschikt in de alfabetische volgorde van hun geografische benaming in de oorspronkelijke taal. De hoogte van de kolommen geeft niet noodzakelijkerwijze de doeltreffendheid van de waarborgen weer. 28 Punt 52 van de Aanbeveling bevat waarborgen inzake de onafzetbaarheid van rechters. Rechters mogen niet zonder hun instemming naar een andere gerechtelijke dienst worden overgeplaatst, tenzij er sprake is van tuchtrechtelijke sancties of een reorganisatie van de rechterlijke macht. 52

53 NOT ALLOWED NOT ALLOWED NOT ALLOWED BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR HR IT CY LV LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK (EN Herziening van overplaatsing voor een gerecht / raad voor de rechtspraak / ander lichaam + WL) Overplaatsing om andere redenen Overplaatsing om tuchtrechtelijke redenen Overplaatsing om organisatorische redenen (bv. sluiting gerecht, reorganisatie) Overplaatsing besloten door minister van Justitie / overheid / staatshoofd / parlement / ander lichaam Overplaatsing besloten door raad voor de rechtspraak / gerecht / president gerecht * BE: overplaatsing om organisatorische redenen uitsluitend binnen een gerecht. CZ: een rechter kan slechts worden overgeplaatst naar een gerecht van dezelfde aanleg, dan wel één aanleg hoger of lager (binnen eenzelfde arrondissement). DE: overplaatsing voor de duur van ten hoogste drie maanden, en alleen indien er sprake is van vertegenwoordiging. FR: de minister van justitie kan een rechter om organisatorische reden overplaatsen in uitzonderingsgevallen, zoals de sluiting van een gerecht, of om juridische redenen, zoals een vaste benoeming (van de president van een gerecht of een gespecialiseerde rechter). IT: zes rechters zijn overgeplaatst door de CSM (raad voor burgerlijke en strafrechtspraak), waartegen drie van hen beroep hebben ingesteld; de twee rechters die door de CPGA (raad voor administratieve rechtspraak) zijn overgeplaatst hebben daartegen beroep ingesteld. LT: dringende tijdelijke overplaatsing i.v.m. de goede werking van de rechtbank. RO: uitsluitend tijdelijke overplaatsingen (voor ten hoogste een jaar) om tuchtrechtelijke redenen. FI: overplaatsing in geval van reorganisatie van functies van overheidsdiensten. Grafiek 53: ontslag van rechters bij de gerechten van eerste en tweede aanleg* 29 Deze grafiek geeft aan welke autoriteiten bevoegd zijn om voorstellen te doen en te beslissen over het ontslag van rechters in gerechten van eerste en tweede aanleg. 3 In het bovenste gedeelte van elke kolom wordt aangegeven welke autoriteit de eindbeslissing 31 neemt en in het onderste gedeelte - in voorkomend geval - welke autoriteit het ontslag voorstelt of wie moet worden geraadpleegd voordat een besluit wordt genomen. De cijfers laten zien hoeveel rechters (ongeacht de instantie) in 214 door een bepaald orgaan werden afgezet en hoeveel rechters daartegen beroep hebben ingesteld (indien cijfers ontbreken zijn er geen gegevens beschikbaar). UK (NI) UK (SC) Gegevens verzameld met een geactualiseerde vragenlijst die de Commissie in nauwe samenwerking met het ENJC heeft opgesteld. Antwoorden van lidstaten die geen raden voor de rechtspraak hebben, werden verkregen in samenwerking met het netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de Europese Unie. De lidstaten zijn gerangschikt in de alfabetische volgorde van hun geografische benaming in de oorspronkelijke taal. De hoogte van de kolommen geeft niet noodzakelijkerwijze de doeltreffendheid van de waarborgen weer. Volgens de punten 46 en 47 van de Aanbeveling dienen nationale stelsels te voorzien in waarborgen betreffende het ontslag van rechters. Het kan gaan om één of twee verschillende organen, afhankelijk van de reden voor het ontslag of het soort rechter (bv. president). 53

54 BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR HR IT CY LV LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK (EN Herziening van de afzetting voor een gerecht / constitutioneel hof / ander onafhankelijk lichaam Beslissing van de raad voor de rechtspraak / van een gerecht Besluit van het parlement Besluit van het ministerie van Justitie / eerste minister / staatshoofd Voorstel van de rechterlijke macht (raad voor de rechtspraak / gerecht), danwel een ander onafhankelijk orgaan Voorstel van het ministerie van Justitie / eerste minister / staatshoofd / justitieombudsman Voorstel van het parlement Voorstel van parlement / onafhankelijk lichaam / ministerie van justitie / gerecht mogelijk * IT: CSM (raad voor civiele en strafrechtspraak): drie rechters afgezet, die daartegen beroep hebben ingesteld; de CPGA (raad voor administratieve rechtspraak) heeft geen rechters afgezet. PT: er werden geen rechters afgezet, maar de drie rechters die verplicht werden met pensioen te gaan, hebben daartegen beroep ingesteld. SE: beroep betrof een beslissing van een districtsrechtbank waarbij een beslissing van de nationale tuchtcommissie uit 211 werd herzien. UK (EN + WL): er werden geen voltijd- maar wel deeltijdrechters (met dagvergoeding) afgezet, te weten één rechter bij een tribunaal, vijf bij een gerechtshof en tien (leken)magistraten. In sommige landen is de uitvoerende macht bij wet of in de praktijk verplicht om voorstellen van de raad voor de rechtspraak tot ontslag van een rechter te volgen (bv. ES, LT). Grafiek 54: toewijzing van zaken binnen een rechtbank 32 De grafiek toont op welk niveau de criteria voor de toewijzing van zaken binnen een gerecht worden vastgesteld, hoe zaken worden toegewezen, en welke autoriteit daarop toeziet. 33 De wijze waarop systemen als de aselecte toewijzing van zaken in de praktijk worden uitgevoerd, is ook van wezenlijk belang WL) UK (NI) UK (SC) Gegevens verzameld met een geactualiseerde vragenlijst die de Commissie in nauwe samenwerking met het ENJC heeft opgesteld. Antwoorden van lidstaten die geen raden voor de rechtspraak hebben, werden verkregen in samenwerking met het netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de Europese Unie. De lidstaten zijn gerangschikt in de alfabetische volgorde van hun geografische benaming in de oorspronkelijke taal. De hoogte van de kolommen geeft niet noodzakelijkerwijze de doeltreffendheid van de waarborgen weer. Punt 24 van de Aanbeveling bepaalt dat de systemen voor de toewijzing van zaken binnen een rechtbank op objectieve, vooraf bepaalde criteria moeten gebaseerd zijn, teneinde het recht op een onafhankelijke en onpartijdige rechter te waarborgen. Zo werd Bulgarije in het meest recente verslag over de vooruitgang in Bulgarije met betrekking tot het mechanisme voor samenwerking en toetsing uitgenodigd tot het "[o]pzetten van capaciteit binnen de Hoge Raad van Justitie en het gerechtelijke inspectoraat om toe te zien op de toepassing en de veiligheid van het nieuwe systeem voor de lukrake toewijzing van rechtszaken. Deze instellingen moeten transparant zijn met betrekking tot de uitkomst van inspecties en de follow-up van geconstateerde problemen." COM(216) 4 final, te vinden op: 54

55 BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR HR IT CY LV LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK (EN Toezicht op toewijzing door het ministerie van Justitie + WL) Toezicht op toewijzing door president gerecht / raad voor de rechtspraak / ander onafh. lichaam / recht. macht inspectie / gerechtelijk personeel Toewijzing door president gerecht / gerechtelijk personeel Toewijzing aselect /vaste volgorde (bv. alfabetisch, rechtsgebied) Criteria vastgesteld in besluit van een gerecht / raad voor de rechtspraak, of in de vaste rechtspraktijk Criteria vastgesteld in de wet / uitvoeringsregelingen UK (NI) UK (SC) Grafiek 55: verschoning en wraking van een rechter 35 De grafiek geeft weer of aan rechters sancties kunnen worden opgelegd wanneer zij zich niet houden aan de verplichting zich op het verschoningsrecht te beroepen in zaken waarin hun onpartijdigheid in twijfel wordt getrokken of in het gedrang komt of wanneer er sprake is van een redelijke perceptie van vooringenomenheid. De grafiek geeft ook weer welke autoriteit 36 bevoegd is om een besluit op een verzoek tot wraking van een rechter te nemen. 37 BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR HR IT CY LV LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK (EN Beroep tegen wrakingsbeslissing bij een hoger / hoogste gerecht of president daarvan Op wrakingsverzoeken beslist hoogste / hoger / ander gerecht of president daarvan / ander onafhankelijk lichaam Op wrakingsverzoeken beslist president gerecht / andere rechter/kamer bij hetzelfde gerecht Over wrakingsverzoeken beslist de rechter / kamer die dezelfde zaak behandelt Aan rechter die niet om verschoning verzoekt kan een (bv. tuchtrechtelijke) sanctie worden opgelegd + WL) UK (NI) UK (SC) Gegevens verzameld met een geactualiseerde vragenlijst die de Commissie in nauwe samenwerking met het ENJC heeft opgesteld. Antwoorden van lidstaten die geen raden voor de rechtspraak hebben, werden verkregen in samenwerking met het netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de Europese Unie. De lidstaten zijn gerangschikt in de alfabetische volgorde van hun geografische benaming in de oorspronkelijke taal. De hoogte van de kolommen geeft niet noodzakelijkerwijze de doeltreffendheid van de waarborgen weer. Soms kan meer dan één autoriteit een dergelijk besluit nemen, afhankelijk van de aanleg van het gerecht waartoe de gewraakte rechter behoort. De punten 59, 6 en 61 van de Aanbeveling bepalen dat rechters alle zaken onafhankelijk en onpartijdig moeten behandelen, en zich op hun verschoningsrecht dienen te beroepen indien daartoe bij wet vastgestelde gegronde redenen bestaan, en niet in andere gevallen. 55

Brussel, COM(2015) 116 final PART 1/2

Brussel, COM(2015) 116 final PART 1/2 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.3.215 COM(215) 116 final PART 1/2 MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN

Nadere informatie

Brussel, COM(2017) 167 final

Brussel, COM(2017) 167 final EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.4.217 COM(217) 167 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ

Nadere informatie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2117(INI)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2117(INI) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 2.10.2013 2013/2117(INI) ONTWERPVERSLAG over het EU-scorebord voor justitie civiel en bestuursrecht in de lidstaten (2013/2117(INI)) Commissie juridische

Nadere informatie

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT Presentatie door J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 9 December 2011 De context van het Euro Plus-pact 1 Europa 2020 Procedure macro-onevenwichtigheden

Nadere informatie

Op 19 juni 2012 deed het Hof uitspraak in zaak C-307/10 IP Translator en gaf daarbij de volgende antwoorden op de prejudiciële vragen:

Op 19 juni 2012 deed het Hof uitspraak in zaak C-307/10 IP Translator en gaf daarbij de volgende antwoorden op de prejudiciële vragen: Gemeenschappelijke mededeling over de tenuitvoerlegging van IP Translator v1.2, 20 februari 2014 1 Op 19 juni 2012 deed het Hof uitspraak in zaak C-307/10 IP Translator en gaf daarbij de volgende antwoorden

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 12.6.2018 COM(2018) 390 final ANNEXES 1 to 5 BIJLAGEN bij Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012D0226 NL 13.12.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN - SAMENVATTEND VERSLAG. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN - SAMENVATTEND VERSLAG. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.5.2018 SWD(2018) 158 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN - SAMENVATTEND VERSLAG bij Verslag van de Commissie aan het Europees

Nadere informatie

Breedbandinternet voor alle Europeanen: de Commissie geeft het startsein voor een debat over de toekomst van universele diensten

Breedbandinternet voor alle Europeanen: de Commissie geeft het startsein voor een debat over de toekomst van universele diensten IP/08/1397 Brussel, 25 september 2008 Breedbandinternet voor alle Europeanen: de Commissie geeft het startsein voor een debat over de toekomst van universele diensten Hoe kan de EU bereiken dat alle Europeanen

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE 13.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 334/37 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2013 tot wijziging van Besluit 2012/226/EU betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van 10.6.2015

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van 10.6.2015 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.6.2015 C(2015) 3759 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 10.6.2015 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.5.2015 COM(2015) 195 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 789/2004 betreffende de overdracht

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2016 COM(2016) 414 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD met de beoordeling zoals vereist op grond van artikel 24, lid 3, en artikel 120,

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.7.2016 C(2016) 4164 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.7.2016 betreffende de herziening van de vergoedingstabellen van dienstreizen voor ambtenaren

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 maart 2010 (17.03) (OR. en) 6792/10. Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 maart 2010 (17.03) (OR. en) 6792/10. Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 maart 2010 (17.03) (OR. en) PUBLIC Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) 6792/10 LIMITE JUSTCIV 34 CODEC 142 NOTA van: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Representatieve resultaten in de 2 lidstaten van de Europese Unie Pakket bevat de resultaten van de EU2 én van België Ontwerp Opiniepeiling

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Barometer van de informatiemaatschappij (2017) Juli Barometer van de informatiemaatschappij

Barometer van de informatiemaatschappij (2017) Juli Barometer van de informatiemaatschappij Barometer van de informatiemaatschappij INHOUD 1. Pijlers van het plan Digital Belgium 2. Hoofdstukken van de barometer 3. Indicatoren (5 pijlers) 4. Sterk stijgende indicatoren 5. Besluit FOD Economie,

Nadere informatie

Het GLB Gezamenlijke Staten Noord-Nederland 15 februari Monique Remmers Directie Europees Landbouwbeleid en voedselzekerheid

Het GLB Gezamenlijke Staten Noord-Nederland 15 februari Monique Remmers Directie Europees Landbouwbeleid en voedselzekerheid Het GLB 2014-2020 Gezamenlijke Staten Noord-Nederland 15 februari 2012 Monique Remmers Directie Europees Landbouwbeleid en voedselzekerheid GLB-uitgaven in constante prijzen 2007 70 miljard euro % van

Nadere informatie

Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan

Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan MEMO/08/740 Brussel, 26 november 2008 Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan Wat is de rol van het

Nadere informatie

EUROPESE UNIE VERZOEK TOT OPTREDEN

EUROPESE UNIE VERZOEK TOT OPTREDEN EUROPESE UNIE VERZOEK TOT OPTREDEN 1 1. Aanvrager Voor intern gebruik van de douane Datum van ontvangst Registratienummer voor de aanvraag KOPIE VOOR DE BEVOEGDE DOUANEDIENST EORI-nummer: INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN

Nadere informatie

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie

Onderzoek naar e-gezondheidszorg in Europa: artsen moeten meer gebruik maken van ICT

Onderzoek naar e-gezondheidszorg in Europa: artsen moeten meer gebruik maken van ICT IP/08/641 Brussel, 25 april 2008 Onderzoek naar e-gezondheidszorg in Europa: artsen moeten meer gebruik maken van ICT De Europese Commissie heeft vandaag de resultaten bekendgemaakt van een pan-europees

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 29.10.2014. tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 29.10.2014. tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.10.2014 C(2014) 8190 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 29.10.2014 tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België CCI 2014BE16M8PA001

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.6.2017 COM(2017) 341 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de uitwisseling via het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS)

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad. betreffende het Europees burgerinitiatief

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad. betreffende het Europees burgerinitiatief EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.9.2017 COM(2017) 482 final ANNEXES 1 to 7 BIJLAGEN bij het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees burgerinitiatief {SWD(2017)

Nadere informatie

Een pensioenhervorming in het teken van defined ambition? Frank Vandenbroucke Jaarevent Alumni & Friends, Actuariaat Leuven 28 september 2015

Een pensioenhervorming in het teken van defined ambition? Frank Vandenbroucke Jaarevent Alumni & Friends, Actuariaat Leuven 28 september 2015 Een pensioenhervorming in het teken van defined ambition? Frank Vandenbroucke Jaarevent Alumni & Friends, Actuariaat Leuven 28 september 2015 Documentatie European Commission, The 2015 Ageing Report, European

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 22.7.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 189/19 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 19 juli 2010 inzake gemeenschappelijke veiligheidsdoelen, zoals vermeld in artikel 7 van Richtlijn 2004/49/EG van het

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.12.2017 COM(2017) 769 final 2017/0347 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EU) nr. 256/2014 van het Europees

Nadere informatie

Brussel, COM(2013) 160 final

Brussel, COM(2013) 160 final EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.3.213 COM(213) 16 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ

Nadere informatie

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en -gezondheid

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en -gezondheid Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en -gezondheid Resultaten in Europa en Nederland - Mei 2013 Representatieve resultaten in 31 deelnemende Europese landen voor het Europees Agentschap voor

Nadere informatie

Pan-Europese. opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid. Representatieve resultaten in de 27 lidstaten van de Europese Unie

Pan-Europese. opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid. Representatieve resultaten in de 27 lidstaten van de Europese Unie Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Representatieve resultaten in de 2 lidstaten van de Europese Unie Pakket bevat de resultaten van de EU2 én van Nederland Ontwerp Opiniepeiling

Nadere informatie

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS De tabellen hieronder tonen basisstatistieken met betrekking tot verschillende gebieden van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), namelijk: de vissersvloten van de

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 8.3.2016 SWD(2016) 53 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

Open Data laten stromen Nederland in Europees perspectief

Open Data laten stromen Nederland in Europees perspectief Open Data laten stromen Nederland in Europees perspectief Sem Enzerink (Capgemini Consulting) Gebruikersbijeenkomst data.overheid.nl, 16 maart 2018, Den Haag Wij zijn de open data vindplaats van publieke

Nadere informatie

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING L 82/56 2.6.204 REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING REGLEMENT VAN ORDE VAN DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK, Gezien

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.8.2014 COM(2014) 527 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ over de EU-strategie en het actieplan

Nadere informatie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2151(INI) 5.2.2015

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2151(INI) 5.2.2015 EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie juridische zaken 2014/2151(INI) 5.2.2015 ONTWERPVERSLAG over "Naar een hernieuwde consensus over de handhaving van intellectueleeigendomsrechten: een EU-actieplan"

Nadere informatie

Brussel, 11 december 2013 (OR. nl) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 17633/13 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2013/0408 (COD)

Brussel, 11 december 2013 (OR. nl) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 17633/13 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2013/0408 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 december 2013 (OR. nl) Interinstitutioneel dossier: 2013/0408 (COD) 17633/13 ADD 2 DROIPEN 159 COPEN 236 CODEC 2930 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

Betalingsachterstand bij handelstransacties

Betalingsachterstand bij handelstransacties Betalingsachterstand bij handelstransacties 13/05/2008-20/06/2008 408 antwoorden 0. Uw gegevens Land DE - Duitsland 48 (11,8%) PL - Polen 44 (10,8%) NL - Nederland 33 (8,1%) UK - Verenigd Koninkrijk 29

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 mei 2017 (OR. en) 9046/17 ADD 1 EF 97 ECOFIN 351 AGRIFIN 50 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 8 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2017 SWD(2017) 479 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij het. voorstel voor maatregelen

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij het. voorstel voor maatregelen EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.11.2013 SWD(2013) 479 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij het voorstel voor maatregelen inzake de versterking van

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

NL 1 NL BIJLAGE I KENNISGEVING VAN INSOLVENTIEPROCEDURE

NL 1 NL BIJLAGE I KENNISGEVING VAN INSOLVENTIEPROCEDURE BIJLAGE I KENNISGEVING VAN INSOLVENTIEPROCEDURE (Artikel 54, lid 3, van Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures PB L 141 van 5.6.2015,

Nadere informatie

Brussel, COM(2014) 155 final

Brussel, COM(2014) 155 final UROPS COMMISSI Brussel, 17.3.2014 COM(2014) 155 final MDDLIN VAN D COMMISSI AAN HT UROPS PARLMNT, D RAAD, D UROPS CNTRAL BANK, HT UROPS CONOMISCH N SOCIAAL COMITÉ N HT COMITÉ VAN D RIO'S Het U-scorebord

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 17.12.2014

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 17.12.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.12.2014 C(2014) 10125 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 17.12.2014 tot goedkeuring van bepaalde elementen van het samenwerkingsprogramma "Interreg V-A Vlaanderen-Nederland"

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 20.1.2014 2014/2006(INI) ONTWERPVERSLAG over evaluatie van de rechtspleging met betrekking tot het strafrecht

Nadere informatie

Europese feestdagen 2019

Europese feestdagen 2019 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 01-02

Nadere informatie

van Nice v1.2, 28 oktober 2015

van Nice v1.2, 28 oktober 2015 Gemeenschappelijke mededeling over de gemeenschappelijke praktijk inzake de algemene benamingen van de hoofdklassen van de classificatie 1 van Nice v1.2, 28 oktober 2015 Op 19 juni 2012 deed het Hof uitspraak

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.8.2017 C(2017) 5825 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 29.8.2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2195 van de Commissie tot

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER Brussel, 27 februari 2018 Rev1 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD

Nadere informatie

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING NR. 6 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2015

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING NR. 6 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2015 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.7.2015 COM(2015) 351 final ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING NR. 6 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2015 EIGEN MIDDELEN TRUSTFONDSEN VAN DE UNIE VOOR EXTERNE ACTIES BUREAU VAN HET

Nadere informatie

Europese feestdagen 2018

Europese feestdagen 2018 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03

Nadere informatie

GROEI EN BANEN: DE VOLGENDE STAPPEN

GROEI EN BANEN: DE VOLGENDE STAPPEN GROEI EN BANEN: DE VOLGENDE STAPPEN Presentatie door J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, aan de informele Europese Raad van 30 januari 2012 De "vicieuze cirkels" in Europa doorbreken Europa

Nadere informatie

8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de crisis

8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de crisis Directoraat-generaal voorlichting AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE Brussel, 26 februari 2013 8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij het VERSLAG VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij het VERSLAG VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel,.3.5 COM(5) 8 final ANNEXES to 3 BIJLAGEN bij het VERSLAG VAN DE COMMISSIE Solidariteitsfonds van de Europese Unie Jaarverslag 3 NL NL BIJLAGE I: EU-SOLIDARITEITSFONDS - IN 3

Nadere informatie

Barometer van de informatiemaatchappij (2018) Oktober Barometer van de informatiemaatschappij

Barometer van de informatiemaatchappij (2018) Oktober Barometer van de informatiemaatschappij Barometer van de informatiemaatschappij INHOUD 1. Pijlers van het plan Digital Belgium 2. Hoofdstukken van de barometer 3. Indicatoren (5 pijlers) 4. Sterk stijgende indicatoren 5. Besluit FOD Economie,

Nadere informatie

EU fiscale controle en investeringen. Thomas BERNHEIM

EU fiscale controle en investeringen. Thomas BERNHEIM EU fiscale controle en investeringen Thomas BERNHEIM Overzicht Het EU kader voor economische hervormingen De investeringsuitdagingen voor België Flexibiliteit in de fiscale regels van het SGP Bemerkingen

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij het VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGEN. bij het VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6..5 COM(5) 5 final ANNEXES to 4 BIJLAGEN bij het VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Solidariteitsfonds van de Europese Unie Jaarverslag 4 NL NL

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Brussel, 4 februari 2009 (OR. en) 2008/0026 (COD) PE-CO S 3706/08 STATIS 156 CODEC 1456 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING VAN HET

Nadere informatie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 19.5.2016 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van de Poolse Sejm inzake het voorstel

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen EIOPA-BoS-12/069 NL Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringsondernemingen 1/8 1. Richtsnoeren Inleiding 1. Artikel 16 van de Eiopa-verordening 1 (European Insurance and Occupational

Nadere informatie

Europese feestdagen 2017

Europese feestdagen 2017 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03 Denemarken

Nadere informatie

Boordtabel van het Concurrentievermogen van de Belgische economie. 25 november 2015

Boordtabel van het Concurrentievermogen van de Belgische economie. 25 november 2015 Boordtabel van het Concurrentievermogen van de Belgische economie 25 november 2015 1 Sprekers M. Kris Peeters Vice-Eerste Minister en federaal Minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen EIOPA(BoS(13/164 NL Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen EIOPA WesthafenTower Westhafenplatz 1 60327 Frankfurt Germany Phone: +49 69 951119(20 Fax: +49 69 951119(19

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 30 mei 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0148 (COD) 9565/16 ADD 1 VOORSTEL van: ingekomen: 26 mei 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: CONSOM 126 MI 393 COMPET

Nadere informatie

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau 01.06.2004-30.09.2004 Deel I Achtergrondinformatie Land AT - Oostenrijk 1 (1.4)

Nadere informatie

Barometer van de informatiemaatschappij (2016) Barometer van de informatiemaatschappij

Barometer van de informatiemaatschappij (2016) Barometer van de informatiemaatschappij Barometer van de informatiemaatschappij INHOUD 1. Pijlers van het plan Digital Belgium 2. Structuur van de barometer 3. Indicatoren (5 pijlers) 4. Sterk stijgende indicatoren 5. Besluit FOD Economie, KMO,

Nadere informatie

Convergentie. Vaak gestelde vragen (FAQ) over de gemeenschappelijke praktijk CP4 Mate van bescherming van zwart-witmerken

Convergentie. Vaak gestelde vragen (FAQ) over de gemeenschappelijke praktijk CP4 Mate van bescherming van zwart-witmerken EN NL Convergentie Vaak gestelde vragen (FAQ) over de gemeenschappelijke praktijk CP4 Mate van bescherming van zwart-witmerken 1. Als de merken niet gelijk (identiek) zijn, kunnen zij dan niettemin met

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 16 september 2008 Betreft: Voorstel voor een Verordening (EG)

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.3.2019 C(2019) 2082 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 14.3.2019 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1799 wat betreft de vrijstelling

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.12.2015 C(2015) 8766 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 2.12.2015 tot goedkeuring van het operationele programma "Vooruitziend en voortvarend" met het oog op steunverlening

Nadere informatie

GLB-akkoord en nationale invulling. Reutum, 26 november 2013

GLB-akkoord en nationale invulling. Reutum, 26 november 2013 GLB-akkoord en nationale invulling Reutum, 26 november 2013 Gerbrand van t Klooster Coordinator beleidsteam omgeving LTO Nederland Natuur : Water: Ruimte: Flora en fauna: Schaderegelingen: GLB EHS, Natura

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194 VERSLAG van: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) aan: de Raad EPSCO Nr. vorig doc.: 9081/08

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie

De Commissie start raadpleging over leidinggevende rol die Europa kan spelen bij de overschakeling naar Web 3.0

De Commissie start raadpleging over leidinggevende rol die Europa kan spelen bij de overschakeling naar Web 3.0 IP/08/1422 Brussel, 29 september 2008 De Commissie start raadpleging over leidinggevende rol die Europa kan spelen bij de overschakeling naar Web 3.0 Europa zou het voortouw kunnen nemen bij de invoering

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.7.2010 COM(2010)381 definitief 2010/0205 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende wijziging van Richtlijn 2008/9/EG tot vaststelling van nadere voorschriften

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.7.2015 C(2015) 4538 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 8.7.2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 juni 2011 (14.06) (OR. en) 10641/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0380 (COD) SOC 437 CODEC 895

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 juni 2011 (14.06) (OR. en) 10641/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0380 (COD) SOC 437 CODEC 895 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 juni 2011 (14.06) (OR. en) 10641/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0380 (COD) SOC 437 CODEC 895 VERSLAG van: de Groep sociale vraagstukken aan: het Comité van permanente

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

BIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

BIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 25.10.2016 COM(2016) 710 final ANNEX 2 BIJLAGE bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 29.11.2013 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0570/2012, ingediend door Maria Teresa Magnifico (Italiaanse nationaliteit), over erkenning

Nadere informatie

Convergentie Veelgestelde vragen over de gemeenschappelijke praktijk CP 3. Onderscheidend vermogen beeldmerken met beschrijvende/niet-onderscheidende

Convergentie Veelgestelde vragen over de gemeenschappelijke praktijk CP 3. Onderscheidend vermogen beeldmerken met beschrijvende/niet-onderscheidende NL NL Convergentie Veelgestelde vragen over de gemeenschappelijke praktijk CP 3. Onderscheidend vermogen beeldmerken met beschrijvende/niet-onderscheidende woorden A. DE GEMEENSCHAPPELIJKE PRAKTIJK 1.

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.11.2013 COM(2013) 770 final 2013/0378 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende aanpassing, met ingang van 1 juli 2013, van het pensioenbijdragepercentage van

Nadere informatie

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2014) XXX draft VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van XXX tot wijziging van Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures

Nadere informatie

van Nice v1.1, 20 februari 2014

van Nice v1.1, 20 februari 2014 Gemeenschappelijke mededeling over de gemeenschappelijke praktijk inzake de algemene benamingen van de hoofdklassen van de classificatie 1 van Nice v1.1, 20 februari 2014 Op 19 juni 2012 deed het Hof uitspraak

Nadere informatie

GOEDE EN BETAALBARE KINDEROPVANG VOOR IEDEREEN?

GOEDE EN BETAALBARE KINDEROPVANG VOOR IEDEREEN? GENT 30 APRIL 2019 VVSG INSPIRATIEDAG KINDEROPVANG GOEDE EN BETAALBARE KINDEROPVANG VOOR IEDEREEN? Prof. Michel Vandenbroeck Vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek Michel.Vandenbroeck@UGent.be @MichelVdbroeck

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0051 (NLE) 6144/15 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: SOC 70 EMPL 31 ECOFIN 97 EDUC

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 276/12 26.10.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1944 VAN DE COMMISSIE van 13 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2018 C(2018) 8465 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 14.12.2018 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees

Nadere informatie

Handelsmerken 0 - DEELNAME

Handelsmerken 0 - DEELNAME Handelsmerken 29/10/2008-31/12/2008 391 antwoorden 0 - DEELNAME Land DE - Duitsland 72 (18.4%) PL - Polen 48 (12.3%) NL - Nederland 31 (7.9%) UK - Verenigd Koninkrijk 23 (5.9%) DA - Denemarken 22 (5.6%)

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.1.2018 COM(2018) 49 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de omzetting door de lidstaten van artikel 118 bis van Richtlijn 2001/83/EG

Nadere informatie

Meer werk door meer mobiliteit

Meer werk door meer mobiliteit Meer werk door meer mobiliteit Jan Vanthuyne 1 Actuele situatie arbeidsmarkt Over alle leeftijden heen relatief weinig professionele mobiliteit Nog sterker het geval bij oudere werknemers Gemiddeld hoge

Nadere informatie

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso,

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso, Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 22 mei 2013 Nieuwe omstandigheden op de wereldwijde energiemarkt

Nadere informatie

Committee / Commission IMCO. Meeting of / Réunion du 03/09/2015. BUDGETARY AMENDMENTS (2016 Procedure) AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES (Procédure 2016)

Committee / Commission IMCO. Meeting of / Réunion du 03/09/2015. BUDGETARY AMENDMENTS (2016 Procedure) AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES (Procédure 2016) Committee / Commission IMCO Meeting of / Réunion du 03/09/2015 BUDGETARY AMENDMENTS (2016 Procedure) AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES (Procédure 2016) Rapporteur: Ildikó GÁLL-PELCZ NL NL Ontwerpamendement 6575

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juni 2008 (13.06) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0110 (COD) 10637/08 ADD 2 AGRILEG 104 CODEC 769 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie