Baat het niet, dan schaadt het niet?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Baat het niet, dan schaadt het niet?"

Transcriptie

1 Baat het niet, dan schaadt het niet? Over de alternatieve genezer en de Wet BIG Elske Gofers Universiteit van Amsterdam Master Publiekrecht Traject Gezondheidsrecht Begeleider: Mr. dr. R.P. Wijne 1

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Probleemstelling en onderzoeksvragen 1.3 Opzet en onderzoeksmethoden Hoofdstuk 2 De Wet BIG: het wettelijk kader 2.1 Inleiding 2.2 Ontstaansgeschiedenis van de Wet BIG 2.3 Registratie en titelbescherming 2.4 Voorbehouden handelingen 2.5 Tuchtrecht 2.6 Toezicht en strafbepalingen Hoofdstuk 3 Knelpunten met betrekking tot alternatieve geneeswijzen 3.1 Inleiding 3.2 Gebruik van alternatieve geneeswijzen 3.3 Registratie en titelbescherming 3.4 Voorbehouden handelingen 3.5 Tuchtrechtspraak 3.6 Standpunt KNMG ten aanzien van alternatieve geneeskunst Hoofdstuk 4 De rol van de IGZ en het OM ten aanzien van alternatieve geneeskunst 4.1 Inleiding 4.2 Bevoegdheden van de IGZ ten aanzien van alternatieve geneeskunst 4.3 Bevoegdheden van het OM ten aanzien van alternatieve geneeskunst 4.4 Handhaving in de praktijk 4.5 Samenwerking tussen de IGZ en het OM Hoofdstuk 5 Tussenconclusie 5.1 Inleiding 5.2 Knelpunt: registratie en titelbescherming 5.3 Knelpunt: voorbehouden handelingen 5.4 Knelpunt: tuchtrecht 5.5 Knelpunt: toezicht en strafbepalingen 5.6 Afsluitende opmerkingen Hoofdstuk 6 Alternatieve geneeskunst in rechtsvergelijkend perspectief 6.1 Inleiding 6.2 Wetgeving inzake alternatieve geneeskunst in België 6.3 Wetgeving inzake alternatieve geneeskunst in Zweden 6.4 Overeenkomsten en verschillen in wetgeving tussen België en Nederland 2

3 6.5 Overeenkomsten en verschillen in wetgeving tussen Zweden en Nederland Hoofdstuk 7 Eindconclusie en aanbevelingen 7.1 Eindconclusie Inleiding Wetgeving in België Wetgeving in Zweden Afsluitende woorden 7.2 Aanbevelingen Literatuur-en jurisprudentielijst 3

4 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Sinds de invoering van de Wet BIG is het voor iedereen mogelijk om beroeps-en bedrijfsmatig gezondheidszorg uit te oefenen. Het integrale verbod op het uitoefenen van geneeskunst door onbevoegden is met de komst van de Wet BIG in 1997 geschrapt. Burgers mogen voortaan zelf bepalen waar zij hulp willen zoeken. 1 Dit betekent dat het ook voor de alternatieve genezer mogelijk is om legaal gezondheidszorg uit te oefenen. Dat er veel behoefte is aan alternatieve geneeskunst, blijkt wel uit het aantal Nederlanders dat jaarlijks een alternatieve therapeut bezoekt. Elk jaar maken gemiddeld zo'n 1 miljoen Nederlanders gebruik van één of meerdere alternatieve behandelwijzen. 2 Dit zijn alle vormen van diagnostiek en therapie die niet aan Nederlandse medische faculteiten of officieel erkende paramedische opleidingen worden gedoceerd. 3 Met name homeopathie, acupunctuur, chiropractie en osteopathie zijn in Nederland erg populair. 4 Wat burgers zich echter vaak niet of onvoldoende realiseren, is dat een bezoek aan een alternatieve genezer niet zonder risico's is. Dit bleek ook uit een aflevering van het programma Zembla, dat in 2010 aandacht besteedde aan de mogelijk schadelijke gevolgen voor de gezondheid door een alternatieve behandeling. In de aflevering van Zembla, getiteld 'Levensgevaarlijke genezers', vertellen Ivo en Monika hoe hun dochter Marloe van drie maanden overleed aan de gevolgen van een alternatieve behandeling. 5 De drie maanden oude Marloe was een erg onrustige baby. Na een bezoek aan het consultatiebureau waar Ivo en Monika werden gewezen op een alternatieve behandelwijze voor hun dochter, kwamen ze terecht bij een cranio-sacrale therapeut. De therapeut, een geregistreerde fysiotherapeut, was bereid om Marloe thuis bij hem thuis te behandelen. Hoewel de behandeling aanvankelijk voorspoedig verliep, ging het aan het einde faliekant mis. De baby werd door de therapeut in een houding gelegd waardoor het niet meer goed kon ademen. Er trad zuurstofgebrek op met als gevolg ernstige onherstelbare hersenschade. Niet veel later moest baby Marloe de behandeling met de dood bekopen. De vraag die al snel rijst is hoe dit zomaar heeft kunnen gebeuren. Mocht de therapeut deze behandeling wel verrichten? En in hoeverre werd er controle op deze risicovolle behandeling uitgevoerd? Naar aanleiding van deze zaak worden er zelfs verschillende Kamervragen gesteld. 6 Naast deze zaak zijn er tal van andere voorbeelden te noemen waarbij een alternatieve behandeling tot ernstige schade aan de gezondheid van een patiënt heeft geleid. 7 De vraag is dan ook of ons wettelijk systeem burgers wel voldoende bescherming biedt tegen deze alternatieve genezers. Zouden er niet meer eisen gesteld moeten worden aan alternatieve behandelaars? En wordt er door de IGZ wel voldoende toezicht gehouden op dergelijke praktijken? 1 J.G. Sijmons e.a., Tweede evaluatie Wet BIG, Den Haag: ZonMw 2013, p Zie de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek < bezocht op 13 juni ibidem 4 P. van Dijk, 'Omvang alternatieve geneeswijzen in Nederland', Tijdschrift voor integrale geneeskunde, , p Zembla, 'Levensgevaarlijke genezers, VARA Nederland 2, 17 januari Kamervragen met antwoord, , nr. 1556, Tweede Kamer. 7 Zie bijvoorbeeld de zaak Millecam HR 10 april 2008, NJ 2008,599 of de zaak van Hugo uit de aflevering van Zembla die na een behandeling door een chiropractor een herseninfarct krijgt. 4

5 1.2 Probleemstelling en onderzoeksvragen Naar aanleiding van de hierboven geschetste problematiek luidt de probleemstelling als volgt: 'Biedt de Wet BIG burgers voldoende bescherming tegen onbehoorlijk functionerende alternatieve genezers, en wat zijn de mogelijkheden bij onvoldoende rechtsbescherming? 1.3 Opzet en onderzoeksmethoden Om een antwoord op de probleemstelling te vinden, wordt in hoofdstuk 2 het wettelijk kader van de Wet BIG geschetst. In dit hoofdstuk wordt bekeken hoe de systematiek van de Wet BIG in elkaar zit en welke mogelijkheden de wet kent om burgers te beschermen tegen onbehoorlijk functionerende hulpverleners. Hoofdstuk 3 spitst zich toe op de alternatieve genezers. Er wordt onderzocht hoe de verhouding is tussen de beschermingsmogelijkheden uit de Wet BIG en de wel en niet BIG-geregistreerde alternatieve genezer. Bekeken wordt welke knelpunten er zijn en wat dit in de praktijk betekent. Tevens wordt er in dit hoofdstuk ingegaan op verschillende uitspraken van tuchtcolleges omtrent onbehoorlijk functionerende alternatieve genezers. De rol van de IGZ en het OM ten aanzien van onbehoorlijk functionerende alternatieve genezers komt in hoofdstuk 4 aan bod. Er wordt bekeken welke bevoegdheden beide organen hebben en hoe deze in de praktijk worden gebruikt. In hoofdstuk 5 wordt een tussenconclusie getrokken. In het daaropvolgende hoofdstuk wordt het Nederlandse systeem omtrent de alternatieve genezer vergeleken met het systeem in België en Zweden. De voor-en nadelen van beide systemen worden besproken en er wordt onderzocht of (een deel van) één van de systemen als alternatief zou kunnen dienen voor het Nederlandse systeem. In het laatste hoofdstuk worden mede naar aanleiding van hoofdstuk 6 aanbevelingen gedaan. Wat betreft de onderzoeksmethoden, wordt voornamelijk gebruik gemaakt van literatuur en jurisprudentie. Aan de hand van verschillende bronnen wordt bekeken hoe het systeem van de Wet BIG in elkaar zit en hoe zich dat verhoudt tot de alternatieve genezer. Om een goed beeld te krijgen hoe de tuchtrechter oordeelt over onbehoorlijk functionerende BIG-geregistreerde alternatieve genezers, wordt een analyse gemaakt van verschillende tuchtuitspraken van de afgelopen jaren. 5

6 Hoofdstuk 2 De Wet BIG: het wettelijk kader 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de systematiek van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, kortweg Wet BIG genoemd, besproken. Allereerst wordt er in paragraaf 2.2 een uiteenzetting van de ontstaansgeschiedenis van de Wet BIG gegeven, de opvolger van de Wet uitoefening geneeskunst. In paragraaf 2.3 wordt ingegaan op de registratieplicht en de titelbescherming. In paragraaf 2.4 komen de voorbehouden handelingen aan bod, die alleen door de daartoe bevoegde beroepsbeoefenaren mogen worden uitgevoerd. In paragraaf 2.5 worden de wettelijke regels omtrent het tuchtrecht besproken en in paragraaf 2.6 wordt tot slot ingegaan op het toezicht dat wordt gehouden op beroepsbeoefenaren in de individuele gezondheidszorg. 2.2 Ontstaansgeschiedenis van de Wet BIG Met een periode van 36 jaar heeft de Wet BIG een lange aanloop nodig gehad voordat het eind 1997 grotendeels in werking trad. De geschiedenis van de Wet BIG begint al in 1865, als de Wet uitoefening geneeskunst (WUG) tot stand komt. Deze wet, de voorganger van de latere Wet BIG, bepaalde dat geneeskunst als bedrijf alleen mocht worden uitgeoefend door beroepsbeoefenaren die hiertoe volgens de wet bevoegd waren. 8 Dit waren in eerste instantie alleen artsen ('geneesheren') en voor bepaalde handelingen ook verloskundigen ('vroedvrouwen'). In de jaren daarna kregen ook andere beroepen, zoals tandartsen en paramedici, op grond van de WUG bepaalde bevoegdheden. 9 Het probleem van de WUG was dat de wet massaal werd overtreden. Ook beroepsbeoefenaren die op grond van de wet geen bevoegdheid hadden tot het uitoefenen van geneeskunst, voerden op grote schaal toch onbevoegd geneeskunst uit. Dit betrof niet alleen de alternatieve genezers, maar ook verpleegkundigen en andere niet-artsen die onbevoegd geneeskundige handelingen verrichtten. 10 Er was een grote discrepantie tussen de wet en de dagelijkse praktijk. De Centrale Gezondheidsraad constateerde in 1916 dat er een veranderende rechtsovertuiging te vinden was in alle lagen van de bevolking en dat onbevoegd uitoefenen van geneeskunst kennelijk niet te voorkomen was. 11 In 1917 werd een voorstel gedaan om onbevoegden wat meer ruimte te geven om geneeskunst uit te oefenen. Omdat men destijds vond dat alle onbevoegden gevaarlijk waren voor de maatschappij, werd het voorstel afgewezen. 12 Pas in 1961, toen duidelijk werd dat de WUG echt aan hervorming toe was, kreeg het onderwerp weer de aandacht. In 1967 werd de Staatscommissie Medische Beroepsuitoefening ingesteld om de tot dan toe geldende WUG in zijn geheel te herzien. 13 De aanleiding om de wet te herzien was niet alleen de massale overtreding van de wet door onbevoegden. Het was ook nodig om wettelijke regelingen te creëren voor nieuwe beroepen die zich de laatste jaren hadden ontwikkeld. Daarnaast wilde men ook regels kunnen stellen ten aanzien van de kwaliteit van de beroepsuitoefening. 14 De Wet BIG 8 J. Legemaate e.a., Beroepenwetgeving gezondheidszorg 2010/2011, Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2010, p Ibidem 10 H.J.J. Leenen, J.C.J. Dute en W.R.Kastelein, Handboek gezondheidsrecht, deel II, Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2008, p J. Legemaate e.a., Beroepenwetgeving gezondheidszorg 2010/2011, Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2010, p J. Legemaate e.a., Beroepenwetgeving gezondheidszorg 2010/2011, Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2010, p J. Legemaate e.a., Beroepenwetgeving gezondheidszorg 2010/2011, Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2010, p Ibidem 6

7 zou op al deze punten een oplossing moeten bieden. Met de komst van de Wet BIG zou het verbod op het onbevoegd uitoefenen van geneeskunst komen te vervallen, waardoor het voor een ieder mogelijk zou worden om beroeps-en bedrijfsmatig gezondheidszorg uit te oefenen. Ten aanzien van bepaalde beroepen zouden instrumentaria worden gecreëerd om de burger te beschermen, zoals de titelbescherming, de voorbehouden handelingen en het tuchtrecht. 15 Op deze manier probeerde de regering recht te doen aan het groeiende verlangen van burgers om zelf te kunnen bepalen bij wie ze zorg willen halen. Het definitieve wetsvoorstel voor de Wet BIG is uiteindelijk 1986 ingediend bij de Tweede Kamer, waarna het tijdens de parlementaire behandeling nog een aantal keer is gewijzigd. 16 In juni 1992 stemde de Tweede Kamer in met het gewijzigde wetsvoorstel. Toen in november 1993 ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel aanvaardde, was de komst van de Wet BIG een feit. 2.3 Registratie en titelbescherming Zoals hierboven genoemd, is het op grond van de Wet BIG voor iedereen mogelijk om beroeps-en bedrijfsmatig gezondheidszorg uit te oefenen. De wet kent wel een aantal bepalingen die de burger bescherming bieden. Één van deze beschermingen betreft het instrumentarium inzake de registratie en titelbescherming. Het doel van de registratie en de titelbescherming is om burgers te informeren over de kwaliteits-en opleidingseisen van een bepaalde beroepsbeoefenaar. 17 Alleen beroepsbeoefenaren die aan bepaalde voorwaarden voldoen en zijn ingeschreven in het daartoe bestemde register, mogen de beroepstitel voeren waarvoor zij ingeschreven staan. 18 Dit geeft burgers een garantie dat de hulpverlener de vereiste opleiding heeft gevolgd en voldoet aan de door de overheid gestelde kwaliteitseisen. 19 Binnen de Wet BIG kunnen drie soorten beroepen worden onderscheiden. Allereerst zijn er de beroepen die vallen onder het zware regime. Voor de beroepen die vallen onder het zware regime geldt een registratieplicht op grond van artikel 3 Wet BIG. Dat betekent dat deze beroepen zich in moeten schrijven in het BIG-register, voordat ze de aan hen toekomende wettelijk beschermde titel mogen voeren. 20 Naast de inschrijving in het BIG-register, is het voor een aantal beroepen ook mogelijk om zich op grond van artikel 14 Wet BIG in te schrijven in een specialistenregister. Dit geeft beroepsbeoefenaren het recht een specialistentitel te voeren. Het specialistenregister is dus in feite een verlengstuk van het op artikel 3 Wet BIG gegronde BIG-register. Naast het voeren van een wettelijk beschermde titel, brengt een inschrijving in het BIG-register nog meer rechtsgevolgen met zich mee. Bepaalde beroepen mogen na inschrijving in het register voorbehouden handelingen uitvoeren op grond van artikel 36 Wet BIG. Ook moeten BIG-geregistreerde beroepen op grond van artikel 40 Wet BIG verantwoorde zorg verlenen en vallen ze onder het tuchtrecht. 21 BIG-geregistreerde hulpverleners blijven niet standaard onbeperkt in het register ingeschreven. Om de zoveel jaar dienen de geregistreerde beroepsbeoefenaren zich te herregistreren. Bij Algemene Maatregel van Bestuur is bepaald dat na een bepaalde periode de inschrijving in het 15 H.J.J. Leenen, J.C.J. Dute en W.R.Kastelein, Handboek gezondheidsrecht, deel II, Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2008, p H.J.J. Leenen, J.C.J. Dute en W.R.Kastelein, Handboek gezondheidsrecht, deel II, Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2008, p J.G. Sijmons e.a., Tweede evaluatie Wet BIG, Den Haag: ZonMw 2013, p Kamerstukken II, , nr J. Legemaate e.a., Beroepenwetgeving gezondheidszorg 2010/2011, Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2010, p Ibidem 21 Ibidem 7

8 register wordt doorgehaald als de betreffende beroepsbeoefenaar geen nascholing heeft gevolgd of beroepswerkzaamheden heeft verricht. 22 Hiermee wordt de kwaliteit van de beroepsuitoefening gewaarborgd. Naast het zware regime is er ook nog een categorie beroepen dat onder het lichte regime valt. Dit zijn de zogenaamde artikel 34 beroepen. Het gaat dan onder andere om beroepen als een logopedist, mondhygiënist of podotherapeut. 23 Beroepen die vallen onder het lichte regime kennen in tegenstelling tot beroepen die vallen onder het zware regime geen register. De wettelijk beschermde titel mag gevoerd worden op basis van een afgeronde opleiding. 24 Een ander verschil met het zware regime is dat beroepen die vallen onder het lichte regime niet onderworpen zijn aan het tuchtrecht. Ook kunnen aan hen geen maatregelen wegens ongeschiktheid worden opgelegd. De gewone regels uit de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (hierna: WGBO) zijn daarentegen wel gewoon van toepassing. Dat betekent dat een beroepsbeoefenaar wel civielrechtelijk aansprakelijk gesteld kan worden voor een fout in de beroepsuitoefening. 25 Ook kan het Openbaar Ministerie (hierna: OM) actie ondernemen als er mogelijk sprake is van een strafbaar feit. Tot slot zijn er ook beroepen die niet specifiek bij of krachtens de wet worden geregeld. Te denken valt aan het beroep van echografist. Voor deze beroepen zijn alleen de strafbepalingen uit de Wet BIG relevant. Zowel de opleidingseisen als de verantwoordelijkheden van de betreffende beroepen worden door beroepsorganisaties zelf geregeld Voorbehouden handelingen Naast de registratie en de titelbescherming, kent de Wet BIG ook de figuur van de voorbehouden handelingen als beschermingsmaatregel voor de burger. Voorbehouden handelingen zijn bepaalde verrichtingen die alleen gedaan mogen worden door beroepsbeoefenaren die daartoe op grond van de Wet BIG zijn aangewezen. 27 Dit heeft als doel te voorkomen dat personen die daartoe niet deugdelijk voor zijn opgeleid, handelingen verrichten die onverantwoorde risico's voor patiënten kunnen opleveren. 28 Voor alle voorbehouden handelingen, die opgesomd staan in artikel 36 Wet BIG, geeft de wet aan welke beroepsbeoefenaar bevoegd is. Als een beroepsbeoefenaar aangewezen is om voorbehouden handelingen te verrichten, mag hij deze (binnen zijn deskundigheidsgebied) zelfstandig en op eigen gezag uitvoeren. 29 Vereist is wel dat de beroepsbeoefenaar bekwaam is tot het behoorlijk verrichten van de handelingen. Een bevoegde beroepsbeoefenaar mag ook een andere beroepsbeoefenaar een opdracht geven om de betreffende voorbehouden handeling uit te voeren. Hierbij moet de bevoegde beroepsbeoefenaar wel de opdrachtnemer waar nodig aanwijzingen kunnen geven. Ook moet hij toezicht houden op het verrichten van de handeling en ervoor zorgen dat er altijd een mogelijkheid bestaat tot tussenkomst door een bevoegde beroepsbeoefenaar, zo volgt uit artikel 35 in samenhang gelezen met artikel 38 Wet BIG. Een laatste vereiste om een opdracht te verstrekken aan een onbevoegde 22 H.J.J. Leenen, J.C.J. Dute en W.R.Kastelein, Handboek gezondheidsrecht, deel II, Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2008, p Zie voor de volledige lijst van artikel 34-beroepen < bezocht op 2 juni J.G. Sijmons e.a., Tweede evaluatie Wet BIG, Den Haag: ZonMw 2013, p J. Legemaate e.a., Beroepenwetgeving gezondheidszorg 2010/2011, Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2010, p J.G. Sijmons e.a., Tweede evaluatie Wet BIG, Den Haag: ZonMw 2013, p J.G. Sijmons e.a., Tweede evaluatie Wet BIG, Den Haag: ZonMw 2013, p Ibidem 29 J.C.J. Dute e.a., Voorbehouden handelingen tegen het licht: de regeling van artikel Wet BIG heroverwogen, AMC/Universiteit van Amsterdam, september 2009, p

9 beroepsbeoefenaar is de bekwaamheid van de opdrachtnemer. Een bevoegde beroepsbeoefenaar mag alleen een opdracht verstrekken indien hij redelijkerwijs mag aannemen dat degene aan wie de opdracht wordt gegeven beschikt over de bekwaamheid die vereist is voor het behoorlijk verrichten van de handeling. Voor een aantal beroepsbeoefenaren die beschikken over een specifieke deskundigheid is het mogelijk om zonder toezicht of tussenkomst van een opdrachtgever bepaalde voorbehouden handelingen uit te voeren. Dit wordt ook wel de functionele zelfstandigheid genoemd. 30 De functionele zelfstandigheid is geregeld in artikel 39 Wet BIG. Als deze beroepsbeoefenaren zelfstandig voorbehouden handelingen uitvoeren op grond van dit artikel, is een aantal eisen die worden gesteld aan het geven van een opdracht op grond van artikel 38 van overeenkomstige toepassing. Zo moet de opdracht zijn gegeven door een bevoegde beroepsbeoefenaar en de opdrachtnemer beschikken over de bekwaamheid om de opdracht uit te kunnen voeren. Het verschil met de regeling uit artikel 38 is dat bij de functionele zelfstandigheid niet de vereisten van toezicht en tussenkomst gelden. De opdrachtgever mag veronderstellen dat toezicht en tussenkomst niet nodig zijn Tuchtrecht Naast de hierboven genoemde beschermingsmaatregelen, is er ook nog de mogelijkheid van het tuchtrecht. Het tuchtrecht kan gezien worden als een stelsel van regels met als doel het handhaven en bewaken van een behoorlijk niveau van de beroepsuitoefening. 32 Het tuchtrecht biedt mogelijkheden om beroepsbeoefenaren die tekortschieten in hun beroepsuitoefening maatregelen op te leggen. Deze maatregelen kunnen variëren van licht ingrijpend, zoals een waarschuwing, tot zwaar ingrijpend, zoals de doorhaling in het BIG-register. Het gaat in het tuchtrecht dus niet primair om het behartigen van het belang van de klager, maar om het ter verantwoording roepen van de hulpverlener. 33 Voor artsen, tandartsen, verloskundigen en apothekers bestaat het tuchtrecht al heel lang. Fysiotherapeuten, psychotherapeuten, gezondheidspsychologen en verpleegkundigen vallen sinds 1 december 1997 ook onder het wettelijk tuchtrecht. 34 Dat betekent dat ook op hen de regels uit hoofdstuk VII van de Wet BIG van toepassing zijn, evenals de regels uit het Tuchtrechtbesluit en de reglementen die door de tuchtcolleges zelf zijn opgesteld. Aan de psychician assistent 35 en de verpleegkundig specialist 36 zijn bij algemene maatregel van bestuur zelfstandige bevoegdheden toegekend voor een periode van vijf jaar. Zo mogen de psychician assistent en de verpleegkundig specialist zelfstandig een aantal voorbehouden handelingen uitvoeren of anderen opdracht geven om een voorbehouden handeling te verrichten. Voor wat betreft de zelfstandige bevoegdheden van de psychician assistent en de verpleegkundig specialist vallen de beroepen tijdelijk onder het tuchtrecht. Omdat voor hen geen verplichte BIGregistratie bestaat, kan er op grond van artikel 36 lid 5 Wet BIG alleen een waarschuwing, berisping of geldboete worden opgelegd. Sinds 1 januari 2014 zijn ook aan de klinisch technoloog bij algemene maatregel van bestuur zelfstandige bevoegdheden toegekend voor een periode van vijf 30 Zie Kamerstukken ll, 1989/90, , nr. 16, blz Nota van toelichting Staatsblad 1997, nr A.P.M. Bersee en W.H.M.A. Pluimakers, 'De wet BIG', Lelystad: Koninklijke Vermande 1998, p J.G. Sijmons e.a., Tweede evaluatie Wet BIG, Den Haag: ZonMw 2013, p J. Legemaate e.a., Beroepenwetgeving gezondheidszorg 2010/2011, Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2010, p Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid physician assistant. Stb. 2011, Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid verpleegkundig specialisten. Stb. 2011,

10 jaar. 37 Net zoals de psychician assistent en de verpleegkundig specialist is ook de klinisch technoloog bevoegd om zelfstandig een aantal voorbehouden handelingen te verrichten. Ook valt hij voor een deel onder het tuchtrecht. Omdat voor de klinisch technoloog net als voor de psychician assistent en de verpleegkundig specialist geen verplichte BIG-registratie bestaat, kan er alleen een waarschuwing, berisping of geldboete worden opgelegd. Als er een tuchtprocedure wordt begonnen tegen een BIG-geregistreerde hulpverlener moet er altijd een klaagschrift worden ingediend. Dit kan alleen worden gedaan door in artikel 65 lid 1 Wet BIG genoemde personen. In de meeste gevallen zijn het patiënten of hun nabestaanden die een klacht indienen. In enkele gevallen dienen inspecteurs voor de gezondheidszorg een klacht in. 38 Als er een klacht wordt ingediend, wordt een schriftelijk en soms mondeling vooronderzoek gestart. Vaak zal na het vooronderzoek de zaak op zitting worden behandeld. Dit is echter niet altijd het geval. In beide gevallen beoordeelt het tuchtcollege het handelen of nalaten van de beroepsbeoefenaar aan de hand van de twee tuchtnormen uit artikel 47 Wet BIG. 39 Het tuchtcollege bekijkt of er sprake is van: 1. enig handelen of nalaten in strijd met de zorg die de geregistreerde beroepsbeoefenaar in die hoedanigheid behoort te betrachten ten opzichte van de patiënt of dienst naaste betrekkingen; enig ander handelen of nalaten in die hoedanigheid in strijd met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg; 41 Als het tuchtcollege van mening is dat de klacht gegrond is en de beroepsbeoefenaar in strijd heeft gehandeld met een van de twee tuchtnormen, kunnen er verschillende maatregelen worden opgelegd. Deze maatregelen staan opgesomd in artikel 48 Wet BIG. In enkele gevallen is het mogelijk om een combinatie van maatregelen op te leggen. 2.6 Toezicht en strafbepalingen In artikel 87a Wet BIG is het toezicht op de naleving van artikel 40 Wet BIG geregeld. In artikel 40 Wet BIG is bepaald dat beroepsbeoefenaren die op grond van artikel 3 Wet BIG in het BIG-register staan ingeschreven of een beroep uitoefenen op grond van artikel 34 Wet BIG, hun beroepsuitoefening zo moeten organiseren dat het leidt tot verantwoorde zorg. Dit omvat mede een systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg, aldus lid 2. Artikel 40 Wet BIG ziet alleen op beroepsbeoefenaren die solistisch werken, zoals een vrijgevestigde huisarts met een eigen praktijk. Werkt een beroepsbeoefenaar in een instelling, dan is voor wat betreft de bepalingen omtrent de handhaving de Kwaliteitswet Zorginstellingen (hierna: KWZ) van toepassing. Als een beroepsbeoefenaar waarop artikel 40 Wet BIG van toepassing is geen verantwoorde zorg levert of wanneer er geen sprake is van een systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg als bedoeld in artikel 40 lid 2 Wet BIG, kan hij hierop worden aangesproken. Een inspecteur kan de beroepsbeoefenaar op grond van artikel 87a een schriftelijk bevel geven. Als een beroepsbeoefenaar voor wat betreft de handhaving onder de KWZ valt, dient gekeken te worden naar de artikelen 3 en 4 KWZ. Op grond van artikel 3 KWZ moet een zorgaanbieder de zorgverlening zo organiseren dat het leidt tot verantwoorde zorg. Dit omvat mede de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van de 37 Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid klinisch technoloog, Stb. 2013, J. Legemaate e.a., Beroepenwetgeving gezondheidszorg 2010/2011, Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2010, p A.P.M. Bersee en W.H.M.A. Pluimakers, 'De wet BIG', Lelystad: Koninklijke Vermande 1998, p J. Legemaate e.a., Beroepenwetgeving gezondheidszorg 2010/2011, Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2010, p Ibidem 10

11 zorg, aldus artikel 4 KWZ. Indien één van deze bepalingen niet of in onvoldoende mate of op onjuiste wijze wordt nageleefd, kan er op grond van artikel 8 KWZ aan de zorgaanbieder een schriftelijke aanwijzing worden gegeven. Hierin staan welke maatregelen de zorgaanbieder moet nemen om de artikelen 3 en 4 KWZ op een juiste wijze na te leven. Indien het nemen van maatregelen in verband met gevaar voor de veiligheid of de gezondheid redelijkerwijs geen uitstel kan lijden, kan er op grond van artikel 8 lid 3 KWZ een schriftelijk bevel worden gegeven. Als een beroepsbeoefenaar niet onder de reikwijdte van artikel 3 of 34 Wet BIG valt, is het regime van artikel 40 Wet BIG niet van toepassing. Dat is bijvoorbeeld het geval indien een niet BIGgeregistreerde alternatieve genezer een eigen praktijk voert. Er kan aan de beroepsbeoefenaar geen schriftelijk bevel worden gegeven indien er geen verantwoorde zorg wordt geleverd of indien er niet wordt voldaan aan de verplichting uit artikel 40 lid 2 Wet BIG. Als de beroepsbeoefenaar schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een patiënt veroorzaakt, kan hij wel op grond van artikel 96 Wet BIG worden aangesproken. In dit artikel is bepaald dat beroepsbeoefenaren die niet ingeschreven staan in het BIG-register maar wel bij het verrichten van handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg buiten noodzaak schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een ander veroorzaken, strafrechtelijk kunnen worden gestraft. Niet BIG-geregistreerde kunnen daarnaast ook door het OM op grond van het strafrecht worden vervolgd, bijvoorbeeld wegens mishandeling of zwaar lichamelijk letsel door schuld. 11

12 Hoofdstuk 3 Knelpunten omtrent de alternatieve genezer en de Wet BIG 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de mogelijke knelpunten die spelen omtrent de onverantwoord handelende alternatieve genezer en de Wet BIG. Om een beeld te geven hoe vaak er gebruik wordt gemaakt van alternatieve geneeswijzen in Nederland, wordt in paragraaf 3.2 de omvang ervan geschetst. In paragraaf 3.3 wordt bekeken welke problemen zich voordoen met betrekking tot de alternatieve genezer en de registratie en titelbescherming uit de Wet BIG. In paragraaf 3.4 komen de voorbehouden handelingen aan bod. Er wordt gekeken welke handelingen een wel en niet BIG geregistreerde alternatieve genezer mag uitvoeren en wat de problemen hierbij zijn. Een analyse van de tuchtrechtspraak van de afgelopen jaren omtrent de alternatieve genezer wordt gegeven in paragraaf 3.5. In paragraaf 3.6 komt tot slot het standpunt van de KNMG ten aanzien van alternatieve geneeskunst aan bod. 3.2 Gebruik van alternatieve geneeswijzen Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) blijkt dat in de periode gemiddeld 1 miljoen Nederlanders het afgelopen jaar onder behandeling stonden bij een alternatieve genezer. 42 Dit komt neer op ruim 6 procent van de Nederlandse bevolking. Het zijn met name vrouwen, 30-tot 65-jarigen, hoger opgeleiden en aanvullend verzekerden die regelmatig een alternatieve genezer bezoeken. 43 Van alle alternatieve genezers wordt het vaakst een bezoek gebracht aan de acupuncturist, de homeopaat en de chiropractor. 44 Alternatieve geneeswijzen als gebedsgeneeskunde en antroposofie zijn een stuk minder populair. 45 Nederlanders gaan vaak naar een alternatieve genezer als zij kampen met een langdurige aandoening, zo blijkt uit de cijfers van het CBS. Een ruime meerderheid (63%) van alle mensen die onder behandeling staat van een alternatieve genezer heeft last van een chronische aandoening. 46 De helft van deze mensen bezoekt voor deze aandoening naast de alternatieve genezer ook een medisch specialist. Opvallend is dat vrouwen vaker naar een alternatieve genezer gaan dan mannen. Van alle mensen die een alternatieve genezer bezochten waren het twee keer meer vrouwen dan mannen. Ook opvallend is dat vooral mensen met een HBO-of WO-diploma alternatieve genezers bezoeken. Dit in tegenstelling tot mensen die slechts basisonderwijs hebben gevolgd. Uit de cijfers van het CBS blijkt tot slot dat mensen die naar een alternatieve genezer gaan hier erg tevreden over zijn. Gemiddeld kreeg de alternatieve genezer een rapportcijfer van een 8, Registratie en titelbescherming Omdat een groot deel van de Nederlandse bevolking gebruik maakt van alternatieve geneeswijzen, is het belangrijk om te kijken of de Wet BIG burgers hiertegen voldoende bescherming biedt en 42 < geraadpleegd op 13 juni Ibidem 44 Ibidem 45 Ibidem 46 Ibidem 47 Ibidem 12

13 waar de knelpunten zitten. Het eerste mogelijke knelpunt dat zich voordoet met betrekking tot de onverantwoord functionerende alternatieve genezer en de Wet BIG betreft de registratie en de titelbescherming. Zoals in hoofdstuk 2 al is beschreven, zijn bepaalde reguliere beroepen (de artikel 3-beroepen) verplicht om zich op grond van de Wet BIG in het BIG-register in te schrijven voordat ze de wettelijk beschermde titel mogen voeren. Het idee hierachter is dat burgers zo weten dat een hulpverlener een bepaalde opleiding heeft gevolgd en voldoende kwaliteit bezit. Het BIG-register is openbaar en kan door iedereen worden geraadpleegd. 48 Burgers kunnen dus vrij eenvoudig door middel van het opzoeken van een naam in het BIG-register achterhalen of de (alternatieve) hulpverlener die ze willen bezoeken een BIG-registratie heeft en dus voldoet aan bepaalde opleidings-en kwaliteitseisen. De artikel 34-beroepen kennen geen BIG-registratie. Zij hebben echter wel een wettelijk beschermde titel op basis van een afgeronde opleiding. Welke beroepen onder artikel 34 vallen is ook eenvoudig terug te vinden op de site van het BIG-register. Het instrumentarium inzake de registratie en de titelbescherming lijkt dus in eerste instantie een goede bescherming te bieden tegen (onverantwoord functionerende) alternatieve genezers. Alternatieve genezers zonder BIG-registratie vallen immers niet onder artikel 3 of 34 Wet BIG en kennen dus geen wettelijk beschermde titel. Hierdoor zijn ze niet terug te vinden in het BIGregister en ook niet als artikel 34-beroep op de site van het BIG-register. Op deze manier weten burgers dat een alternatieve genezer werkzaam mag zijn zonder dat hij hoeft te voldoen aan bepaalde opleidings-en kwaliteitseisen. In de praktijk blijkt het instrumentarium van de registratie en de titelbescherming toch anders uit te pakken. Het eerste probleem dat zich voordoet is het gebrek aan kennis onder consumenten over het BIG-register. Uit de tweede evaluatie van de Wet BIG blijkt dat bijna de helft van de ondervraagde consumenten (49%) nog nooit van het BIG-register heeft gehoord. 49 Van de overige 51% die wel eens van het BIG-register heeft gehoord, raadpleegt slechts 16% wel eens het BIGregister. 50 Een groot deel van de burgers weet dus niet wat het BIG-register is en welke informatie daar over een hulpverlener gevonden kan worden. Het idee dat burgers door de mogelijkheid om het BIG-register te raadplegen tegen onbehoorlijk functionerende alternatieve genezers worden beschermd, lijkt in de praktijk dus maar ten dele te kloppen. Alleen de burgers die op de hoogte zijn van het bestaan van het BIG-register worden door het register beschermd. Het tweede probleem betreft de kennis over de wettelijk beschermde titels. Uit de evaluatie van de Wet BIG blijkt dat slechts 55% van de ondervraagde consumenten weet dat een homeopathisch genezer geen wettelijk beschermde titel is. 51 De overige 45% van de ondervraagde consumenten denkt dus dat een homeopathisch genezer wel een beschermde titel is. Burgers kunnen hierdoor onterecht denken dat een homeopaat aan bepaalde opleidings-en kwaliteitseisen voldoet. Ook als het gaat om andere niet wettelijk beschermde titels blijkt de kennis zeer gering te zijn. Zo weet maar 37% van de ondervraagde consumenten dat een opticien geen wettelijk beschermde titel is. 52 De kennis over wettelijk beschermde titels bij de artikel 3 Wet BIG beroepen is wel wat groter. Toch blijft het problematisch dat burgers niet precies weten welke titels wel en niet wettelijk beschermd zijn. En als ze dat al weten, dan is het maar de vraag of ze weten waar ze informatie over een hulpverlener met die titel kunnen vinden. 48 < geraadpleegd op 13 juni J.G. Sijmons e.a., Tweede evaluatie Wet BIG, Den Haag: ZonMw 2013, p Ibidem 51 J.G. Sijmons e.a., Tweede evaluatie Wet BIG, Den Haag: ZonMw 2013, p Ibidem 13

14 3.4 Voorbehouden handelingen Een tweede knelpunt dat zich voordoet met betrekking tot de alternatieve genezer en de Wet BIG zijn de voorbehouden handelingen. Artikel 36 Wet BIG bepaalt dat bepaalde handelingen alleen mogen worden verricht door beroepsbeoefenaren die hiertoe op grond van de wet bevoegd zijn en voldoen aan het bekwaamheidsvereiste. De wetgever tracht hiermee te voorkomen dat er door ondeskundig handelen onaanvaardbare risico's voor de patiënt ontstaan. 53 Niet BIG-geregistreerde alternatieve behandelaars zijn niet bevoegd om voorbehouden handelingen te verrichten. Wel mogen zij andere niet voorbehouden mogelijk risicovolle handelingen verrichten, zolang ze hiermee niet buiten noodzaak schade of aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een ander veroorzaken. 54 Alternatieve genezers die wel BIG-geregistreerd zijn en daartoe zijn aangewezen, mogen binnen hun eigen deskundigheidsgebied wel voorbehouden handelingen verrichten, mits aan het bekwaamheidsvereiste wordt voldaan. Het probleem met betrekking tot de voorbehouden handelingen en de Wet BIG ligt bij de niet BIGgeregistreerde alternatieve genezers. De wetgever heeft ervoor gekozen om in artikel 36 Wet BIG 14 handelingen als voorbehouden aan te merken. Dat betekent dat niet BIG-geregistreerde alternatieve genezers deze handelingen niet mogen uitvoeren. Dat dit systeem niet helemaal waterdicht is, constateerde ook NIVEL in haar rapport over de voorbehouden handelingen. 55 Omdat slechts 14 handelingen als voorbehouden zijn aangewezen, zijn er tal van andere risicovolle handelingen die niet voorbehouden zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan het bedienen van apparatuur of het toedienen van bloed of infusievloeistoffen. 56 Volgens het systeem van de wet mag ook de niet BIG-geregistreerde alternatieve genezer deze handelingen uitvoeren. De vraag die gesteld kan worden is hoe ernstig het is dat een niet BIG-geregistreerde alternatieve genezer risicovolle handelingen mag uitvoeren die niet voorbehouden zijn. Als er gekeken wordt naar de jurisprudentie van de laatste jaren omtrent alternatieve genezers blijkt dat de meeste zaken gaan over het geven van verkeerde adviezen of het weghouden van patiënten van reguliere hulpverlening. 57 Het gaat vaak niet om het uitvoeren van risicovolle handelingen. Toch is er wel een aantal zaken te noemen waarbij het wél ging om het uitvoeren van een risicovolle handeling. 58 Juist om schade in deze gevallen te voorkomen, is het de vraag of het aantal voorbehouden handelingen niet uitgebreid moet worden. Een aantal jaar geleden speelde de vraag of het stellen van een diagnose als een voorbehouden handeling aangemerkt moest worden. De gedachte hierachter was dat alternatieve behandelaars dan eerder en makkelijker aangepakt zouden kunnen worden door de IGZ en het OM. 59 De voormalig minister van VWS, Hoogervorst, vroeg de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg 53 < geraadpleegd op 16 juni J.K.M. Gevers, 'Alternatieve behandelwijzen na invoering van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG)', Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, januari J.C.J. Dute e.a., Voorbehouden handelingen tegen het licht: de regeling van artikel Wet BIG heroverwogen, AMC/Universiteit van Amsterdam, september E.J.C. de Jong, 'Het moeras van de voorbehouden handelingen', Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, april 2010, p E.J.C. de Jong, 'Het moeras van de voorbehouden handelingen', Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, april 2010, p Zie bijvoorbeeld de zaak van Hugo en Marloe uit de aflevering van Zembla. 59 Medische diagnose: kiezen voor deskundigheid. Advies uitgebracht door de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zoetermeer, 2005, p

15 (hierna: RVZ) hierover om advies naar aanleiding van de zaak Millecam, waarin de alternatieve behandelaars onterecht meenden dat Sylvia Millecam geen borstkanker had. De RVZ adviseerde de minister om het stellen van een diagnose niet als voorbehouden handeling aan te merken. Om een bepaalde handeling als voorbehouden aan te merken moet sprake zijn van een aannemelijk gevaar voor het leven en de gezondheid van een patiënt. 60 De RVZ gaf aan dat niet het stellen van een onjuiste diagnose gevaar oplevert voor het leven en de gezondheid van de patiënt, maar het niet adequaat ingrijpen. 61 Ook bij het tweede vereiste om een handeling als voorbehouden aan te merken, namelijk dat duidelijk omschreven moet zijn welke handeling voorbehouden is, waren er problemen. Volgens de RVZ kan niet elke diagnose tot de exclusieve expertise van een medicus worden gerekend. 62 Hierdoor is het niet mogelijk om het stellen van een diagnose als een voorbehouden handeling aan te merken. Naast deze twee problemen speelde ook de problematiek omtrent het handhaven een rol. Als het stellen van elke diagnose een voorbehouden handeling is, zou iedere onbevoegde die niet in opdracht van een bevoegde handelt een strafbaar feit plegen. 63 Aangezien een groot deel van het werk van alternatieve genezers volgens de RVZ uit het stellen van diagnoses bestaat, zouden er aan de lopende band strafbare feiten worden gepleegd. 64 Omdat er zoveel verschillende soorten alternatieve geneeswijzen zijn zou dit niet te controleren en te handhaven zijn. De minister heeft het advies van de RVZ dan ook overgenomen en het stellen van een diagnose niet als een voorbehouden handeling aangemerkt. 3.5 Tuchtrechtspraak Om te bekijken welke knelpunten zich voordoen in de tuchtrechtspraak, ga ik een aantal zaken bespreken omtrent alternatieve behandelaars. Omdat alleen alternatieve behandelaars die BIGgeregistreerd staan onder het tuchtrecht vallen, beperk ik me tot zaken van deze behandelaars (hoofdzakelijk artsen) die geheel of gedeeltelijk alternatief werken. BIG-geregistreerde alternatieve behandelaars mogen volgens de Wet BIG gebruik maken van alternatieve behandelwijzen om patiënten die daarvoor kiezen te behandelen. Deze behandelaars moeten zich hierbij wel onthouden van handelen of nalaten in strijd met de zorg die de aan het tuchtrecht onderworpen beroepsbeoefenaren horen te betrachten. 65 Zoals eerder genoemd, gaan veel zaken omtrent alternatieve behandelaars bij de tuchtrechter niet om medisch inhoudelijke kwesties. Veelal zijn er problemen met betrekking tot het verstrekken van informatie en het overleg met andere behandelend artsen. 66 Al heel wat jaren geleden speelde een zaak omtrent het (niet) verstrekken van informatie aan een patiënt. In deze zaak betrof het een vrouw met borstkanker die door een arts zonder dat een diagnose werd gesteld alternatief werd behandeld. Het Medisch Tuchtcollege oordeelde dat de arts de vrouw onvoldoende had geïnformeerd over een mogelijk resultaat bij een reguliere behandeling. 67 Het Tuchtcollege oordeelde daarnaast dat de arts, ondanks dat de vrouw zelf had gekozen voor een alternatieve 60 Medische diagnose: kiezen voor deskundigheid. Advies uitgebracht door de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zoetermeer, 2005, p Ibidem, p Ibidem p Ibidem p Ibidem p A.J.P. van Beurden, 'Reguliere ruimte voor alternatieve artsen', Tijdschrift voor gezondheidsrecht, Ibidem 67 Medisch Tuchtcollege Amsterdam 18 maart 1991, TvGR 1991/69. in: A.J.P. van Beurden, 'Reguliere ruimte voor alternatieve artsen', Tijdschrift voor gezondheidsrecht,

16 behandeling, de patiënt had moeten aanraden om een reguliere arts te raadplegen voor een 'second opinion'. 68 Het verweer van de arts dat de vrouw zelf gekozen had voor een alternatieve behandeling ging niet op. In een uitspraak van het Centraal Tuchtcollege uit 2002 werd bevestigd dat een arts bij het uitvoeren van een alternatieve behandeling een patiënt moet informeren over de mogelijkheid van een reguliere behandeling. In dit geval ging het om een patiënt die met schouderpijn een waarnemend huisarts, tevens manueel therapeut bezocht. De arts constateerde dat er sprake was van een blokkade van een rib en kraakte de patiënt. Na een aantal dagen begonnen bij de patiënt allerlei functies uit te vallen en bleek de patiënt een nekhernia te hebben. Het Tuchtcollege oordeelde dat de arts tuchtrechtelijk verwijtbaar had gehandeld door direct over te gaan tot manuele therapie zonder de patiënt de keuze te laten tussen de alternatieve en reguliere behandelmethode. 69 Daarnaast oordeelde het tuchtcollege dat de arts ook verwijtbaar had gehandeld door de patiënt onvoldoende te informeren over het alternatieve karakter van de behandeling. In latere zaken waarbij dezelfde vragen speelden zijn beide regels meermaals bevestigd en inmiddels is het ook vaste jurisprudentie geworden. 70 In de zaak van Sylvia Millecan uit 2006 werden door het tuchtcollege nog een aantal belangrijke regels geformuleerd met betrekking tot de alternatief werkend arts. In de zaak van Sylvia Millecam kwam onder andere de vraag aan de orde of een alternatief handelend arts een patiënt moet wijzen op een reguliere behandeling, ondanks dat de patiënt hier negatief tegenover staat. Het tuchtcollege gaf aan dat een arts een patiënt die afkeurend tegenover de reguliere geneeskunde staat de patiënt moet blijven motiveren om reguliere hulp te zoeken. 71 Doet hij dat niet, dan is dat tuchtrechtelijk verwijtbaar. Wat daarnaast ook duidelijk uit deze zaak bleek, is dat een alternatief handelend arts geen behandeling mag starten zonder informatie te verstrekken en ontvangen van andere hulpverleners. Wil een patiënt niet dat de alternatief handelend arts informatie deelt met andere hulpverleners, dan kan dat betekenen dat, zoals uit eerdere jurisprudentie blijkt, de alternatief handelend arts de behandeling niet voort kan zetten. 72 Naast deze niet-medisch inhoudelijke kwesties is er ook een aantal zaken te vinden die wel medisch inhoudelijk van aard zijn. Wat kort samengevat op dit punt uit de jurisprudentie voortvloeit is dat het tuchtrechtelijk verwijtbaar is om in een levensbedreigende situatie door te gaan met een alternatieve behandeling, terwijl er ook een mogelijkheid is om een patiënt regulier te behandelen. 73 Daarnaast is ook tuchtrechtelijk verwijtbaar het zodanig handelen van een alternatief werkend arts waardoor een patiënt een kans op genezing wordt onthouden. 74 Concluderend kan dus gesteld worden dat er zeker ruimte bestaat voor een alternatief werkend arts om patiënten alternatief te behandelen, maar dat er grenzen zijn. Vooral op het punt van de 68 Ibidem 69 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 8 januari 2002, Medisch Contact 2002 nr 13. (Te voortvarende kraker) 70 Zie bijvoorbeeld: Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 12 juli 2005, Tijdschrift voor Gezondheidsrecht (2005) 29: en de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam, 1 juli 2014, ECLI:NL:TGZRAMS:2014: Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 7 april 2006, Medisch Contact 2006, nr. 16. (Sylvia Millecam) 72 J.K.M. Gevers, 'Alternatieve behandelwijzen na invoering van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg', Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Ibidem 74 Zie bijvoorbeeld: Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 4 december 2008, Medisch Contact 2009, nr. 11 (Goddelijke gidsen en geneeskunde), waarin chemotherapie door de alternatief werkend arts werd ontraden. 16

17 informatieplicht lijkt het erop dat er strengere eisen worden gesteld aan een alternatief werkend arts. Ook in situaties waarin een patiënt echt reguliere zorg nodig heeft wordt van een alternatief handelend arts verwacht dat hij tijdig een patiënt wijst op de reguliere zorg en de patiënt blijft motiveren om hier gebruik van te maken. Al met al lijkt de meeste ruimte voor een alternatieve behandeling te zijn een behandeling waarbij gebruik wordt gemaakt van een onschuldige methode waarbij geen schadelijke bijwerkingen te verwachten zijn. Hierbij is het van belang dat met het afzien van een reguliere behandeling geen aantoonbaar belang van de patiënt wordt geschaad Standpunt KNMG ten aanzien van alternatieve geneeskunst In 2008 kwam de KNMG met een gedragsregel over de arts en de niet-reguliere behandelwijzen, waarin ze haar standpunt omtrent alternatieve geneeskunst weergeeft. 76 Niet-reguliere geneeskunde wordt in de volksmond ook wel aangeduid als 'alternatieve' of 'complementaire' geneeskunde. Volgens de KNMG kunnen deze begrippen leiden tot misverstanden en is het beter om te spreken over 'reguliere' en 'niet-reguliere' behandelwijzen. In de gedragsregel geeft de KNMG aan dat een arts zich moet richten naar het best beschikbare wetenschappelijke bewijs, gecombineerd met klinische ervaring en rekening houdend met de wensen, verwachtingen en ervaringen van de patiënt. 77 Dat betekent dat een alternatief werkend arts alleen onder strenge voorwaarden een alternatieve behandeling mag voorstellen. Zo mag niet voorbij worden gegaan aan een reguliere behandeling, moet de patiënt voldoende worden geïnformeerd over de alternatieve behandeling en mag de patiënt geen schade oplopen. Onder schade wordt volgens de KNMG niet alleen lichamelijke of geestelijke schade verstaan. Ook het geven van valse hoop op genezing of verbetering en onjuiste of onvoldoende informatie over de werkzaamheid van een bepaalde behandeling valt onder het begrip schade. 78 Volgens de KNMG moeten artsen voorkomen dat een bepaalde reguliere behandeling niet of niet-tijd wordt gestart. Een arts mag door middel van het aanbieden van een alternatieve behandeling een patiënt niet weghouden van reguliere zorg. Wat de KNMG ook in haar gedragsregel aangeeft, is dat een arts alleen een behandeling mag starten op grond van een op diagnose die op een reguliere wijze tot stand is gekomen. Als de arts de diagnose heeft gesteld, moet hij de patiënt de keuze laten tussen een alternatieve of een reguliere behandeling. Hierbij geldt dat een arts een patiënt geen reguliere behandeling mag afraden die binnen de beroepsgroep algemeen aanvaard is. 79 Dit geldt ook indien een patiënt afwijzend tegenover een reguliere behandeling staat. Na bestudering van de gedragsregel, kan geconcludeerd worden dat dat de gedragsregel van de KNMG grotendeels overeenkomt met de ontwikkelingen in de jurisprudentie. Zowel de tuchtrechter als de KNMG is van mening dat een patiënt goed moet worden voorgelicht over een alternatieve behandeling en dat er niet aan reguliere zorg voorbij mag worden gegaan. Beide zijn van mening dat een alternatief werkend arts ervoor moet zorgen dat een patiënt tijdig wordt gewezen op een reguliere behandeling zodat de patiënt ook van deze mogelijkheid gebruik kan maken. Daarnaast zijn beide van mening dat een arts een patiënt niet van reguliere zorg mag 75 Ibidem 76 < geraadpleegd op 22 juni Ibidem 78 Ibidem 79 Ibidem 17

18 weghouden door een alternatieve behandeling aan te bieden. Wat betreft de regels voor alternatief werkend artsen zitten de KNMG en de tuchtrechter dus grotendeels op één lijn. Hoofdstuk 4 De rol van de IGZ en het OM ten aanzien van alternatieve geneeskunst 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de rol van de IGZ en het OM ten aanzien van alternatieve geneeskunst besproken. In paragraaf 4.2 wordt een uiteenzetting van de bevoegdheden van de IGZ met betrekking tot de alternatieve geneeskunst gegeven. Er wordt bekeken welke bevoegdheden de IGZ heeft op grond van de Wet BIG om alternatieve genezers aan te pakken. In paragraaf 4.3 wordt bekeken wat de bevoegdheden van het OM zijn in de strijd tegen onverantwoord handelende alternatieve genezers. In paragraaf 4.4 wordt aan de hand van het rapport dat verschenen is naar aanleiding van de zaak Sylvia Millecam onderzocht hoe de bevoegdheden van de IGZ en het OM in de praktijk worden gebruikt. In de laatste paragraaf wordt tot slot bekeken hoe de IGZ en het OM samenwerken in de aanpak van onverantwoord handelende alternatieve genezers. 4.2 Bevoegdheden van de IGZ op grond van de Wet BIG ten aanzien van alternatieve geneeskunst Zoals in hoofdstuk 2 al werd besproken, moeten solistische beroepsbeoefenaren die onder artikel 3 of artikel 34 Wet BIG vallen op grond van artikel 40 Wet BIG kwalitatief verantwoorde zorg leveren. Als een solistische beroepsbeoefenaar geen verantwoorde zorg levert, kan de IGZ op grond van artikel 87a Wet BIG een schriftelijk bevel geven. Als een beroepsbeoefenaar die onder artikel 3 of 34 Wet BIG valt in een instelling werkt, kan er op grond van artikel 8 KWZ een schriftelijke aanwijzing en eventueel een schriftelijk bevel worden gegeven. Solistische beroepsbeoefenaren die onder artikel 3 of 34 Wet BIG vallen en alternatief werkzaam zijn moeten op grond van artikel 40 Wet BIG kwalitatief verantwoorde zorg leveren. Omdat zij onder de reikwijdte van de Wet BIG vallen, houdt de IGZ toezicht op deze beroepsbeoefenaren en kan aan hen bij onverantwoorde zorg een schriftelijk bevel worden opgelegd. Wat betreft de alternatief werkend arts heeft de IGZ dus voldoende mogelijkheden om in te grijpen. Zo kan aan hen bij onverantwoorde zorg het bevel worden gegeven om de praktijk te sluiten totdat de situatie is verbeterd. Ook kan de IGZ op grond van artikel 65 lid 1 Wet BIG een tuchtzaak aanhangig maken bij een regionaal tuchtcollege. De bevoegdheden van de IGZ om in te grijpen in het geval van onverantwoorde zorg door een alternatieve genezer die niet onder artikel 3 of 34 Wet BIG valt zijn erg minimaal. Als een alternatieve genezer niet onder artikel 3 of 34 Wet BIG valt, is het regime van artikel 40 en 87a Wet BIG niet van toepassing is. Dat betekent dat de IGZ geen toezicht houdt op het naleven van artikel 40 Wet BIG door deze alternatieve genezers en dat er ook geen schriftelijk bevel kan worden opgelegd. Omdat de alternatieve genezers niet onder de reikwijdte van de Wet BIG vallen, kan de IGZ ook geen tuchtprocedure beginnen. Zoals in de volgende paragraaf aan bod komt, is er wel een aantal manieren om de alternatieve genezers via het civiele-of strafrecht aan te pakken. In het geval een alternatieve genezer strafrechtelijk wordt vervolgd, heeft de IGZ nog wel een bevoegdheid. De IGZ kan als een alternatieve genezer op grond van artikel 96 Wet BIG wordt 18

19 vervolgd, op grond van artikel 4:81 Awb jo. artikel 100 Wet BIG een bestuurlijke boete opleggen. Dit bedrag kan oplopen tot 3350 euro Bevoegdheden van het OM ten aanzien van alternatieve geneeskunst Wat betreft de bevoegdheden van het OM ten aanzien van alternatieve geneeskunst, is het één en ander te vinden in hoofdstuk X van de Wet BIG, waarin de strafbepalingen worden geregeld. In artikel 96 Wet BIG is bepaald dat een beroepsbeoefenaar die niet in het BIG-register is ingeschreven, of wel is ingeschreven maar buiten zijn deskundigheidsgebied treedt, bij het verrichten van handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg buiten noodzaak schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een ander veroorzaakt, strafrechtelijk kan worden vervolgd. 81 Een alternatief werkend arts kan dus op grond van dit artikel worden vervolgd indien hij buiten zijn deskundigheidsgebied treedt en hierbij buiten noodzaak schade of een aanmerkelijk kans op schade aan de gezondheid van een ander veroorzaakt. Een alternatieve genezer die niet BIG-geregistreerd is kan ook op grond van dit artikel worden vervolgd indien hij buiten noodzaak schade of een aanmerkelijk kans op schade aan de gezondheid van een ander veroorzaakt. Op grond van dit artikel kunnen alternatieve genezers dus strafrechtelijk worden aangepakt. Naast artikel 96 Wet BIG, zijn er ook nog de artikelen 96a en 96b Wet BIG. Deze artikelen bepalen dat indien tegen een verdachte van overtreding van artikel 96 ernstige bezwaren zijn gerezen en de bescherming van de volksgezondheid dat dringend vordert, de officier van justitie respectievelijk de rechter-commissaris bevoegd is om als voorlopige maatregel het onthouden van bepaalde handelingen te bevelen. Op deze manier kan er ook strafrechtelijk worden opgetreden tegen alternatieve genezers. Tot slot kan het OM kan ook een alternatieve genezer vervolgen op grond van bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om feiten als mishandeling of zwaar lichamelijk letsel door schuld Handhaving in de praktijk Aan de hand van het rapport van de IGZ inzake de zaak van Sylvia Millecam, wordt bekeken hoe de bevoegdheden van de IGZ en het OM in de praktijk worden gebruikt en welke problemen zich voordoen. Sylvia Millecam overleed op 21 augustus 2001 op 45-jarige leeftijd aan de gevolgen van borstkanker nadat ze onder behandeling was geweest bij verschillende alternatieve behandelaars. In de media verschenen naar aanleiding van deze zaak berichten dat er problemen waren rondom de zorgverlening. 83 Sylvia Millecam zou wanhopig op zoek zijn naar een manier om haar kanker te overwinnen en zou zich hierbij onjuist hebben laten adviseren door falende hulpverleners. Naar aanleiding van het overlijden van Sylvia Millecam doet de IGZ onderzoek naar de hulpverlening. In februari 2004 verscheen het rapport. 84 In het rapport geeft de IGZ aan dat toezicht op alternatieve genezers erg lastig is. De IGZ en het OM hebben wel bevoegdheden om op te treden tegen 80 Zie bijlage 'Beleidsregels bestuurlijke boete Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg' 81 J.G. Sijmons e.a., Tweede evaluatie Wet BIG, Den Haag: ZonMw 2013, p Zie bijvoorbeeld de zaken Rechtbank Noord-Nederland, 21 maart 2013, ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ5022, Rechtbank Noord-Holland, 13 juni 2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:CA2958 en Rb Den haag 27 mei 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014: Inspectie voor de Gezondheidszorg, 'De zorgverlening aan S.M. Een voorbeeldcasus', Den Haag februari 2004, p Ibidem 19

20 alternatieve genezers, maar er zijn ook een hoop beperkingen. Wat betreft de alternatief werkend artsen is er een plicht om zich te houden aan de protocollen en richtlijnen die binnen de beroepsgroep gelden. Daarnaast vallen deze artsen onder het toezicht van de IGZ en kan hun handelen, mits ze BIG-geregistreerd zijn, worden getoetst door de tuchtrechter. 85 In de zaak van Sylvia Millecam heeft de IGZ ook verschillende tuchtprocedures gestart tegen alternatief werkende behandelaren van Sylvia Millecam. Het probleem waar de IGZ tegenaan loopt is dat alternatief werkend artsen bij onzorgvuldig handelen wellicht door de tuchtrechter worden doorgehaald in het BIG-register, maar dat zij daarna onder een andere titel door kunnen gaan met hun werkzaamheden. 86 Dit gebeurde ook in de zaak van Sylvia Millecam. Rene Broekhuyse, een van de alternatief werkende artsen die Millecam bezocht, werd door het tuchtcollege voor het leven geschorst als arts, maar werkt wel nog als natuurgeneeskundige in de Meern. 87 In het huidige wettelijke systeem kan niet worden voorkomen dat alternatief werkende artsen na een doorhaling niet meer hun praktijk (onder een andere titel) mogen voortzetten. Met de bevoegdheid van de IGZ om een tuchtprocedure te starten wordt dus niet beoogde doel bereikt. Wat op grond van de Wet BIG overblijft is de bevoegdheid om een solistisch werkende alternatieve arts een bevel te geven indien er geen verantwoorde zorg wordt geleverd. Het probleem hierbij is dat de IGZ wel op de hoogte moet zijn van de onverantwoorde zorg. Wat betreft de niet BIG-geregistreerde alternatieve genezers geeft de IGZ in het rapport aan dat het toezicht nog lastiger is. Zoals ik in paragraaf 4.2 al beschreef, wordt het vereiste van 'kwalitatief verantwoorde zorg' niet van toepassing geacht op niet BIG-geregistreerde alternatieve genezers. De IGZ houdt dus geen toezicht of niet BIG-geregistreerde alternatieve genezers verantwoorde zorg leveren. Uit het rapport blijkt dat het voor de IGZ ook bijna onmogelijk is om toezicht te houden op deze alternatieve genezers. Het veld waarin deze genezers werken is zo omvangrijk dat het bijna niet te doen is om hier structureel toezicht op uit te oefenen. 88 De IGZ bezit onvoldoende mankracht om hier pro-actief toezicht op uit te oefenen. En ook al zou er voldoende menskracht zijn, dan zijn de bevoegdheden van de IGZ uiterst beperkt. Een en ander leidt ertoe dat de IGZ op dit moment alleen reactief ingrijpt op het moment dat er sprake is van een zeer ernstige situatie, zoals in de zaak van Sylvia Millecam. De enige mogelijkheid die de Wet BIG kent om al eerder in te grijpen, is artikel 96 Wet BIG. Het probleem bij deze bepaling is dat het OM het initiatief moet nemen tot strafvervolging. 89 In de zaak van Sylvia Millecam stelde het OM geen vervolging in tegen de alternatieve genezers. 90 Een tweede probleem is dat de kans groot is dat door het omvangrijke veld waarin alternatieve genezers werkzaam zijn er pas ingegrepen wordt als het te laat is. 4.5 Samenwerking tussen de IGZ en het OM In de aanpak van onverantwoord handelende alternatieve genezers spelen de IGZ en het OM dus een belangrijke rol. De IGZ en het OM hebben een aantal jaar geleden een samenwerkingsprotocol opgesteld waarin beschreven staat hoe beide organen moeten samenwerken in het geval van medische kwesties, waaronder ook de alternatieve genezers. Voorheen was het zo dat zowel het 85 Inspectie voor de Gezondheidszorg, 'De zorgverlening aan S.M. Een voorbeeldcasus', Den Haag februari 2004, p Ibidem 87 < geraadpleegd op 25 juni Inspectie voor de Gezondheidszorg, 'De zorgverlening aan S.M. Een voorbeeldcasus', Den Haag februari 2004, p Ibidem 90 < geraadpleegd op 26 juni

Tuchtrecht in de gezondheidszorg

Tuchtrecht in de gezondheidszorg Tuchtrecht in de gezondheidszorg mr. C.W.M. Hillenaar, plv. secretaris Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven naam s-hertogenbosch, 1 februari 2018 Nederlandse Vereniging van Intensive

Nadere informatie

Het Register van Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Het Register van Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Het Register van Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport & De Wet BIG In wordt de zorgverlening door beroepsbeoefenaren geregeld door de Wet op de beroepen

Nadere informatie

JURIDISCHE RELEVANTIE PROTOCOLLEN/RICHTLIJNEN IN DE ZORG

JURIDISCHE RELEVANTIE PROTOCOLLEN/RICHTLIJNEN IN DE ZORG JURIDISCHE RELEVANTIE PROTOCOLLEN/RICHTLIJNEN IN DE ZORG KICK-PROTOCOLLENDAG 2017 VILANS, UTRECHT 16 JUNI 2017 MR. FRÉ DE VRIES, ( JURIST, DOCENT EN VERPLEEGKUNDIGE) ONDERWERPEN WORKSHOP Wettelijke basis

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1987 Vragen van het lid

Nadere informatie

Nota van toelichting. Algemeen

Nota van toelichting. Algemeen Nota van toelichting Algemeen Met de onderhavige algemene maatregel van bestuur wordt uitvoering gegeven aan artikel 36a van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) om voor een

Nadere informatie

De bedrijfsarts in de beklaagdenbank Het medisch tuchtrecht in vogelvlucht

De bedrijfsarts in de beklaagdenbank Het medisch tuchtrecht in vogelvlucht Het medisch tuchtrecht in vogelvlucht Judith van Haersma Buma Bijscholing NVAB Kring Zuid-West 26 november 2009, Bergen op Zoom - cijfers 2008( regionaal) 1347 totaal afgehandelde klachten; 470 klachten

Nadere informatie

Besluit van. Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, kenmerk ;

Besluit van. Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, kenmerk ; Besluit van houdende tijdelijke regels inzake de zelfstandige bevoegdheid tot het verrichten van voorbehouden handelingen van verpleegkundig specialisten (Besluit tijdelijke zelfstandige bevoegdheid verpleegkundig

Nadere informatie

VERANTWOORD DELEGEREN

VERANTWOORD DELEGEREN VERANTWOORD DELEGEREN Mr J.J.A. van Boven VAN BOVEN Juridisch Adviesbureau Arnhem GOED HULPVERLENERSCHAP Iedere hulpverlener moet de zorg van een goed hulpverlener betrachten in overeenstemming met de

Nadere informatie

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Gezondheidszorg. Individuele. Hoofdlijnen van de wet Beroepen in de DE WET

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Gezondheidszorg. Individuele. Hoofdlijnen van de wet Beroepen in de DE WET Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport DE WET Hoofdlijnen van de wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg De Wet BIG Op 9 november 1993 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Beroepen in

Nadere informatie

Klachten over uw zorg?

Klachten over uw zorg? Klachten over uw zorg? Het tuchtrecht heeft als doel de kwaliteit van de beroepsuitoefening in de individuele gezondheidszorg te bewaken en te bevorderen, en de patiënt te beschermen tegen ondeskundig

Nadere informatie

Voorbehouden en risicovolle handelingen bij de chronisch beademde zorgvrager

Voorbehouden en risicovolle handelingen bij de chronisch beademde zorgvrager Voorbehouden en risicovolle handelingen bij de chronisch beademde zorgvrager Informatie over de Wet BIG voor de zorgverlener 1. Inleiding Als professionele zorgverlener voor een zorgvrager die chronisch

Nadere informatie

Beroepscode en tuchtrecht: doorwerking in de praktijk?

Beroepscode en tuchtrecht: doorwerking in de praktijk? Beroepscode en tuchtrecht: doorwerking in de praktijk? Beelden uit Nederland. dr. H. van Dartel Ethicus, (np) verpleegkundige Voormalig voorzitter CE VenVN opzet Achtergrond en inzet van de beroepscode

Nadere informatie

Grenzen aan verantwoordelijkheid. Symposium taakherschikking 1 oktober 2015 Mr. Diederik van Meersbergen KNMG

Grenzen aan verantwoordelijkheid. Symposium taakherschikking 1 oktober 2015 Mr. Diederik van Meersbergen KNMG Grenzen aan verantwoordelijkheid Symposium taakherschikking 1 oktober 2015 Mr. Diederik van Meersbergen KNMG Waar ga ik het over hebben? Wat is de juridische context? Wat betekent dit voor Zelfstandige

Nadere informatie

Informatiebrochure Wet BIG Alles draait om bekwaamheid

Informatiebrochure Wet BIG Alles draait om bekwaamheid BIG - Commissie Informatiebrochure Wet BIG Alles draait om bekwaamheid Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Alle professionals die beroepsmatig werken

Nadere informatie

Waarom is de BIG wet een kwaliteitswet?? Het is een wet voor de zorgvrager. De big wet garandeert deskundigheid. Wgbo garandeert mij dat ik nog iets

Waarom is de BIG wet een kwaliteitswet?? Het is een wet voor de zorgvrager. De big wet garandeert deskundigheid. Wgbo garandeert mij dat ik nog iets Waarom is de BIG wet een kwaliteitswet?? Het is een wet voor de zorgvrager. De big wet garandeert deskundigheid. Wgbo garandeert mij dat ik nog iets te vertellen heb als zorgklant. Het verplicht de zorggever

Nadere informatie

Wijziging tuchtrecht stichting TBNG Tuchtrechtspraak. Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Definitiebepaling

Wijziging tuchtrecht stichting TBNG Tuchtrechtspraak. Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Definitiebepaling Wijziging tuchtrecht stichting TBNG 2013 Tuchtrechtspraak Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Definitiebepaling Tuchtrechtspraak van de Stichting Tuchtrecht Beroepsbeoefenaren Natuurlijke Gezondheidszorg, hierna

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 22 maart 2010 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 22 maart 2010 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Het moeras van de voorbehouden handelingen

Het moeras van de voorbehouden handelingen forum Het moeras van de voorbehouden handelingen Mr. E.J.C. de Jong 1 1 inleiding Waar moet het heen met de voorbehouden handelingen? Die vraag is weer eens actueel. Ten eerste is in september 2009 het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 630 Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met het opnemen van de physician assistant in de lijst

Nadere informatie

Tuchtrecht. Astrid Koeter Liesbeth Rozemeijer Klaartje Droste Karin Timm

Tuchtrecht. Astrid Koeter Liesbeth Rozemeijer Klaartje Droste Karin Timm Tuchtrecht Astrid Koeter Liesbeth Rozemeijer Klaartje Droste Karin Timm Overzicht Soort klachten Vooronderzoek, schriftelijk en mondeling Zitting Raadkamer Beslissing Hoger beroep Soort klachten Geen of

Nadere informatie

Herregistratie BIG-register Terugblik & cijfers. Maart Postbus DR Heerlen

Herregistratie BIG-register Terugblik & cijfers. Maart Postbus DR Heerlen Herregistratie 2017 BIG-register Terugblik & cijfers Maart 2018 Inlichtingen bij BIG-register info@bigregister.nl Postadres Postbus 3173 6401 DR Heerlen 1 INLEIDING 3 2 MEESTGESTELDE VRAGEN AAN KCC 3 3

Nadere informatie

1wet- en regelgeving

1wet- en regelgeving 1 wet- en regelgeving Wet- en regelgeving 1 LEERDOELEN Je kunt uitleggen wat de Wet op de Beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) inhoudt. Je kunt verschillen benoemen tussen de beroepsgroepen

Nadere informatie

De zelfstandige bevoegdheid van de verpleegkundig specialist

De zelfstandige bevoegdheid van de verpleegkundig specialist Rob van der Peet Voorzichtige experimentele regeling De zelfstandige bevoegdheid van de verpleegkundig specialist De wettelijke regeling van de verpleegkundig specialist is een feit, maar bij de manier

Nadere informatie

Tweede Nota van Wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel I, onderdeel A, komt te vervallen.

Tweede Nota van Wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel I, onderdeel A, komt te vervallen. 32261 Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg onder andere in verband met de opneming van de mogelijkheid tot taakherschikking Tweede Nota van Wijziging Het voorstel van wet

Nadere informatie

Tuchtrecht. Karin Timm, verpleegkundig specialist Allerzorg, beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag

Tuchtrecht. Karin Timm, verpleegkundig specialist Allerzorg, beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag Tuchtrecht Karin Timm, verpleegkundig specialist Allerzorg, beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag Overzicht Soort klachten Vooronderzoek, schriftelijk en mondeling Zitting Raadkamer Beslissing Hoger

Nadere informatie

Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen

Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen (Tekst geldend op: 23-02-2007) Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Nadere informatie

TAAKDELEGATIE: MET EEN GERUST HART DE TAAK UIT HANDEN GEVEN. Mr. K.G.M. van Dijk - Fleetwood-Bird

TAAKDELEGATIE: MET EEN GERUST HART DE TAAK UIT HANDEN GEVEN. Mr. K.G.M. van Dijk - Fleetwood-Bird TAAKDELEGATIE: MET EEN GERUST HART DE TAAK UIT HANDEN GEVEN Mr. K.G.M. van Dijk - Fleetwood-Bird Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Bevoegd en bekwaam. Wat zeggen de wet BIG en de andere wetten erover? En hoe werkt het in jouw dagelijkse praktijk?

Bevoegd en bekwaam. Wat zeggen de wet BIG en de andere wetten erover? En hoe werkt het in jouw dagelijkse praktijk? du Bevoegd en bekwaam Wat zeggen de wet BIG en de andere wetten erover? En hoe werkt het in jouw dagelijkse praktijk? Onderwerpen: Uitgangspunt bevoegdheid en bekwaamheid Wet BIG Handelingen Individuele

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft

Nadere informatie

Het tuchtrecht in de Wet BIG en de rol van de patiënt

Het tuchtrecht in de Wet BIG en de rol van de patiënt Het tuchtrecht in de Wet BIG en de rol van de patiënt Een onderzoek naar de versterking van de positie van de patiënt als klager binnen het tuchtrecht Lotte Derks Door: Lotte Derks ANR: 791060 Examencommissie:

Nadere informatie

BEVOEGDHEID EN BEKWAAMHEID RADIOLOGISCHE

BEVOEGDHEID EN BEKWAAMHEID RADIOLOGISCHE BEVOEGDHEID EN BEKWAAMHEID RADIOLOGISCHE VERRICHTINGEN Inleiding De Wet BIG regelt de beroepsuitoefening op het gebied van de individuele gezondheidszorg. In de Wet BIG worden 8 beroepen onderscheiden

Nadere informatie

Bevoegd en bekwaam. Wat zeggen de wet BIG en de andere wetten erover? En hoe werkt het in jouw dagelijkse praktijk?

Bevoegd en bekwaam. Wat zeggen de wet BIG en de andere wetten erover? En hoe werkt het in jouw dagelijkse praktijk? Bevoegd en bekwaam Wat zeggen de wet BIG en de andere wetten erover? En hoe werkt het in jouw dagelijkse praktijk? Onderwerpen: Wat zijn jouw vragen? Uitgangspunt bevoegdheid en bekwaamheid Wet BIG Handelingen

Nadere informatie

Juridische valkuilen rond een tuchtklacht

Juridische valkuilen rond een tuchtklacht Juridische valkuilen rond een tuchtklacht VIA, 16 juni 2014 mr. Hilde van der Meer Adviseur gezondheidsrecht KNMG Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk

Nadere informatie

1. In artikel 15a, eerste lid, wordt daartoe toestemming heeft gegeven vervangen door: daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven.

1. In artikel 15a, eerste lid, wordt daartoe toestemming heeft gegeven vervangen door: daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven. 33 509 Wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg, de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische verwerking

Nadere informatie

Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)

Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) Hieronder vindt u een samenvatting van de inhoud van de WGBO. Voor verdere informatie verwijzen wij u naar het Burgerlijk Wetboek Boek 7: Bijzondere

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Bouwmeester (PvdA) en Bruins Slot (CDA) over de fraude met AGB-codes (2013Z17155).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Bouwmeester (PvdA) en Bruins Slot (CDA) over de fraude met AGB-codes (2013Z17155). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

I.P.C. SINDRAM VERWEIJ ADVOCATEN NIJMEGEN 024-324 37 09 / 06-49968172 SINDRAM@VERWEIJADVOCATEN.NL

I.P.C. SINDRAM VERWEIJ ADVOCATEN NIJMEGEN 024-324 37 09 / 06-49968172 SINDRAM@VERWEIJADVOCATEN.NL 1 I.P.C. SINDRAM VERWEIJ ADVOCATEN NIJMEGEN 024-324 37 09 / 06-49968172 SINDRAM@VERWEIJADVOCATEN.NL 2 ONDERWERPEN Aansprakelijkheid Titelbescherming wet BIG Voorbehouden handelingen Experimenteerartikel

Nadere informatie

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG Raad voor de tuchtrechtspraak van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Uitspraak in de zaak van: A, vrouwenarts, wonende te B, klager,

Nadere informatie

Handboek gezondheidsrecht

Handboek gezondheidsrecht Handboek gezondheidsrecht Deel II Gezondheidszorgen recht Vijfde, geheel herziene druk Prof. dr. HJ.J. Leenen t Mr. dr. J.C.J. Dute Prof. mr. W.R. Kastelein Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008 Inhoud 1

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 2 december 2014 Betreft Beleidsreactie evaluatie Wet BIG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 2 december 2014 Betreft Beleidsreactie evaluatie Wet BIG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Wetten en regels voor tandartsassistenten

Wetten en regels voor tandartsassistenten Wetten en regels voor tandartsassistenten Mw. R.J. Syed LL.M. Vrijdag 27 oktober 2017 te Utrecht Thema s Belangrijkste wet- en regelgeving m.b.t. de kwaliteit van de (mond)zorg de rechtspositie en (privacy)bescherming

Nadere informatie

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van A, wonende te B, k l a g e r -tegen- C, huisarts te D, gemachtigde: mr. L.

Nadere informatie

In deze nota naar aanleiding van het verslag beantwoord ik de gestelde vragen, waarbij ik zo veel mogelijk de volgorde van het verslag volg.

In deze nota naar aanleiding van het verslag beantwoord ik de gestelde vragen, waarbij ik zo veel mogelijk de volgorde van het verslag volg. 34 630 Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met het opnemen van de physician assistant in de lijst van registerberoepen, het toekennen van zelfstandige bevoegdheid

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Voorstel van wet van het lid Pia Dijkstra houdende toetsing van levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek en tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Nadere informatie

Stappenplan. voor het werken overeenkomstig de. Wet BIG

Stappenplan. voor het werken overeenkomstig de. Wet BIG Stappenplan voor het werken overeenkomstig de Wet BIG EADV, uitgave januari 2006 Eerste Associatie van Diabetes Verpleegkundigen Postbus 3009, 3502 GA Utrecht Tel. 030 2918910 Fax 030 2918915 E-mail info@eadv.nl

Nadere informatie

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE Het Centraal College voor de Farmacie in vergadering bijeen op 3 november 2014 Gezien in aanmerking

Nadere informatie

PROCEDURE V.2 SEP 2018

PROCEDURE V.2 SEP 2018 PROCEDURE V.2 SEP 2018 DOEL BEVOEGDHEID EN BEKWAAMHEID MET BETREKKING TOT MEDISCHE BLOOTSTELLING Het doel van deze interne procedure is het bieden van een nadere uitwerking van het Besluit basisveiligheidsnormen

Nadere informatie

Voorbehouden handelingen

Voorbehouden handelingen Juni 2017: Deze tekst zal op korte termijn worden herzien op het punt van de voorschrijfbevoegdheid van (specifieke) verpleegkundigen en de bevoegdheid van physician assistants en verpleegkundig specialisten

Nadere informatie

Herregistratie BIG-register. artsen

Herregistratie BIG-register. artsen Herregistratie BIG-register artsen November 2012 Brief: wettelijke verplichting herregistratie is aan alle BIG geregistreerden gestuurd Ministerie van Volksgezondheid beoordelingskader Versie 30-01-2013,

Nadere informatie

Regel 2 De zaakwaarnemer dient te vermijden dat zijn vrijheid en onafhankelijkheid in de uitoefening van zijn beroep in gevaar zouden kunnen komen.

Regel 2 De zaakwaarnemer dient te vermijden dat zijn vrijheid en onafhankelijkheid in de uitoefening van zijn beroep in gevaar zouden kunnen komen. De gedragsregels brengen hedendaagse maatschappelijke normen en waarden onder woorden die naar de heersende opvatting van ProAgent behoren te worden inachtgenomen bij de uitoefening van het beroep van

Nadere informatie

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 2 2014 REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE Het Centraal College voor de Farmacie in vergadering bijeen op 25 september 2014 Gezien de aanwijzing

Nadere informatie

Naar centrale en/of collectieve tuchtrechtelijke aansprakelijkheid?

Naar centrale en/of collectieve tuchtrechtelijke aansprakelijkheid? Naar centrale en/of collectieve tuchtrechtelijke aansprakelijkheid? Een onderzoek naar de invoering van een vorm van centrale en/of collectieve aansprakelijkheid in het tuchtrecht in de gezondheidszorg

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, tegen C te D en E te F Zaak : Geestelijke gezondheidszorg Zaaknummer : 2009.02144 Zittingsdatum : 23 juni 2010 1/6 Geschillencommissie Zorgverzekeringen (prof.

Nadere informatie

Leidraad Viseringen. Onderzoek naar aanleiding van aanvraag

Leidraad Viseringen. Onderzoek naar aanleiding van aanvraag Leidraad Viseringen Onderzoek naar aanleiding van aanvraag Aruba, 1 december 2013 Voorwoord Sinds 2009 zijn concrete plannen voor de introductie van de Landsverordening beroepen in de gezondheidszorg.

Nadere informatie

Handreiking verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid bij integrale geboortezorg

Handreiking verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid bij integrale geboortezorg Handreiking verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid bij integrale geboortezorg AAN College Perinatale Zorg VAN J.J. Rijken, advocaat DATUM 14 april 2016 ONS KENMERK 265914 Samenvatting Deze Handreiking

Nadere informatie

Informatie over de bevoegdheidsregeling voorbehouden handelingen. Onder voorbehoud. Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg

Informatie over de bevoegdheidsregeling voorbehouden handelingen. Onder voorbehoud. Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg Onder voorbehoud Onder voorbehoud Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg Informatie over de bevoegdheidsregeling voorbehouden handelingen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Onder drs.

Nadere informatie

Scholingstraject Voorbehouden en risicovolle handelingen. Module Wet BIG

Scholingstraject Voorbehouden en risicovolle handelingen. Module Wet BIG Scholingstraject Voorbehouden en risicovolle handelingen Module Wet BIG Opleidings Centrum Zuidwester Doel van de module De deelnemer de doelstellingen van de Wet BIG. De deelnemer weet wat een registerberoep

Nadere informatie

VICTAS Klachten BOPZ

VICTAS Klachten BOPZ VICTAS Klachten BOPZ Utrecht, September 2013 Inhoud 1. Inleiding 2. Wat is een klacht? 2.1. Klachten over het verblijf op de afdeling B3 van Victas 2.2. BOPZ-klachten 3. De klachtencommissie 3.1. Hoe dien

Nadere informatie

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG Raad voor de tuchtrechtspraak van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Uitspraak in de zaak van: A, vrouwenarts, wonende te B, klager,

Nadere informatie

Coöperatie: Coöperatieve Huisartsenpost t Hellegat, statutair gevestigd te Klaaswaal, gemeente Cromstrijen.

Coöperatie: Coöperatieve Huisartsenpost t Hellegat, statutair gevestigd te Klaaswaal, gemeente Cromstrijen. Doel: Dit protocol heeft als doel het in kaart brengen van juridische aspecten verbonden aan de functie van Triagist op een huisartsenpost van de Coöperatie en Triagisten daarin inzicht en sturing te geven

Nadere informatie

Ik heb een klacht, wat nu? Landelijk Meldpunt

Ik heb een klacht, wat nu? Landelijk Meldpunt Ik heb een klacht, wat nu? Landelijk Meldpunt Z0rg Het Landelijk Meldpunt Zorg helpt u verder! Soms loopt het contact met uw zorgverlener anders dan u had verwacht. Er ging bijvoorbeeld iets mis bij uw

Nadere informatie

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist

Nadere informatie

KOREN EN KAF OVER ALTERNATIEVE GENEESWIJZEN 1. prof.mr. B. Sluijters

KOREN EN KAF OVER ALTERNATIEVE GENEESWIJZEN 1. prof.mr. B. Sluijters KOREN EN KAF OVER ALTERNATIEVE GENEESWIJZEN 1. prof.mr. B. Sluijters alternatieve geneeswijzen Het onderwerp van deze voordracht, is wel ongeveer duidelijk, maar precisering is lastig. Kiest men voor de

Nadere informatie

De verhouding jeugdarts/ minderjarige en diens ouders (vanuit familierecht, WGBO en tuchtrecht)

De verhouding jeugdarts/ minderjarige en diens ouders (vanuit familierecht, WGBO en tuchtrecht) De verhouding jeugdarts/ minderjarige en diens ouders (vanuit familierecht, WGBO en tuchtrecht) -mr. dr. Wilma Duijst, forensisch arts en rechterplaatsvervanger rechtbank Gelderland -mr. Alex Smit, voorzitter

Nadere informatie

Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO) Informatie voor cliënten

Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO) Informatie voor cliënten Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO) Informatie voor cliënten Inhoud 1 Rechten 5 1.1 Recht op informatie 5 1.2 Het recht om geen informatie te willen 5 1.3 Recht op toestemming 5 1.4 Het

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 261 Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg onder andere in verband met de opneming van de mogelijkheid tot taakherschikking

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 Instantie Datum uitspraak 27-09-2005 Datum publicatie 06-02-2006 Zaaknummer K05/0167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Werken als. Informatie voor de. verpleegkundig specialist

Werken als. Informatie voor de. verpleegkundig specialist Werken als verpleegkundig specialist Informatie voor de verpleegkundig specialist Versie december 2018 1 Inhoud Inleiding 3 1. De verpleegkundig specialist 4 2. College en Registratiecommissie 4 3. De

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, vertegenwoordigd G te H, tegen C te D en E te F Zaak : Laboratoriumonderzoek op verwijzing van een natuurgeneeskundig arts Zaaknummer : 2009.01616 Zittingsdatum

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever Samenvatting Inleiding Bij een ontzetting uit beroep of ambt wordt iemand de bevoegdheid ontzegd om een bepaald beroep of ambt voor een zekere periode uit te oefenen. Ontzettingen worden vaak opgelegd

Nadere informatie

Procedure Klachtmeldingen

Procedure Klachtmeldingen Afdeling Inspectie Gezondheidszorg Procedure Klachtmeldingen Klachtmeldingen over de gezondheidszorg door burgers Versie 1 september 2012 NO. VERVOLGBLAD: 2 Voorwoord De Inspectie voor de Volksgezondheid

Nadere informatie

Reglement Tuchtrechtspraak

Reglement Tuchtrechtspraak Reglement Tuchtrechtspraak DEFINITIES Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder klager: 1) degene met wie de seksuoloog in professioneel contact staat, zoals nader is uitgewerkt in de Beroepscode

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C te D en E te F Zaak : Geestelijke gezondheidszorg, eerstelijns psychologische zorg, vereiste BIG-registratie zorgverlener Zaaknummer : 2010.01505 Zittingsdatum

Nadere informatie

Mag je als POH recepten uitschrijven of een diagnose stellen? Dr. ST Houweling, huisarts voorzitter Langerhans

Mag je als POH recepten uitschrijven of een diagnose stellen? Dr. ST Houweling, huisarts voorzitter Langerhans Mag je als POH recepten uitschrijven of een diagnose stellen? Dr. ST Houweling, huisarts voorzitter Langerhans Casus 1 Mevr. de Vries, 68 jaar, DM2 sinds 2 jaar. Metformine 2 x 500 mg, nierfunctie goed.

Nadere informatie

PROFESSIONEEL STATUUT VOOR EEN HUISARTS IN DIENST BIJ EEN HUISARTS

PROFESSIONEEL STATUUT VOOR EEN HUISARTS IN DIENST BIJ EEN HUISARTS BIJLAGE II PROFESSIONEEL STATUUT VOOR EEN HUISARTS IN DIENST BIJ EEN HUISARTS Overwegende: - dat overeenkomstig artikel 5 onder a van de CAO HID/DA de huisarts zijn werkzaamheden zal verrichten met inachtneming

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39930 18 juli 2018 Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 9 juli 2018, kenmerk 1376127-178814-WJZ, houdende de

Nadere informatie

Lijst van vragen - totaal

Lijst van vragen - totaal Lijst van vragen - totaal Kamerstuknummer : 33149-30 Vragen aan Commissie : Regering : Volksgezondheid, Welzijn en Sport 33 149 Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld------------------

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 767 Regels in verband met de uitbreiding van het toezicht op nieuwe zorgaanbieders (Wet toetreding zorgaanbieders) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 433 Besluit van 12 september 2011 houdende wijziging van het Besluit periodieke registratie Wet BIG in verband met de uitbreiding van de reikwijdte

Nadere informatie

NHG-PraktijkWijzer Kwaliteit & Veiligheid

NHG-PraktijkWijzer Kwaliteit & Veiligheid NHG-PraktijkWijzer Kwaliteit & Veiligheid Bevoegd- en bekwaamheid van medewerkers in de huisartsenpraktijk achtergrondinformatie Colofon Auteur: Referenten: Mw mr R.M.S. Doppegieter, DG Doppegieter Gezondheidsrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 487 Besluit van 1 december 2014, houdende wijziging van het Besluit medische hulpmiddelen in verband met een verbod op de toepassing van permanente

Nadere informatie

Publieksfolder Bent u ontevreden over de geleverde gezondheidszorg?

Publieksfolder Bent u ontevreden over de geleverde gezondheidszorg? www.igz.nl Publieksfolder Bent u ontevreden over de geleverde gezondheidszorg? Bent u ontevreden over de geleverde gezondheidszorg? In Nederland heeft u recht op goede gezondheidszorg. Dit betekent volgens

Nadere informatie

BESLUIT. Zaaknummer 1060: Van Wieringen tegen Zorg en Zekerheid

BESLUIT. Zaaknummer 1060: Van Wieringen tegen Zorg en Zekerheid BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Strafrecht als waarborg voor kwaliteit van zorg?

Strafrecht als waarborg voor kwaliteit van zorg? Strafrecht als waarborg voor kwaliteit van zorg? een benadering vanuit de gezondheidsrechtelijke praktijk mr. W.R. Kastelein, advocaat/partner Nysingh advocaten-notarissen N.V. te Zwolle tel. 038-425 9155

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Inspectie voor de Gezondheidszorg Bestuursorgaan: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Inspectie voor de Gezondheidszorg Bestuursorgaan: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Rapport Rapport over een klacht betreffende de Inspectie voor de Gezondheidszorg Bestuursorgaan: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum: 13 oktober 2011 Rapportnummer: 2011/296 2 Klacht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 501 Besluit van 23 september 1997, houdende regels inzake de opleiding tot en de deskundigheid van de apothekersassistent (Besluit opleiding

Nadere informatie

Aan de minister voor Medische Zorg en Sport De heer mr. drs. B.J. Bruins Postbus EJ DEN HAAG. Geachte heer Bruins,

Aan de minister voor Medische Zorg en Sport De heer mr. drs. B.J. Bruins Postbus EJ DEN HAAG. Geachte heer Bruins, Retouradres: Postbus 16228 2500 BE Den Haag Aan de minister voor Medische Zorg en Sport De heer mr. drs. B.J. Bruins Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Datum 13 februari 2018 Onderwerp Herziening wet BIG II

Nadere informatie

Wetsvoorstel BIG-II Versie internetconsultatie 21 december 2017

Wetsvoorstel BIG-II Versie internetconsultatie 21 december 2017 Wetsvoorstel IG-II Versie internetconsultatie 21 december 2017 wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met het regelen van de orthopedagoog-generalist en de regieverpleegkundige

Nadere informatie

Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg Wet van 11 november 1993, houdende regelen inzake beroepen op het gebied van de individuele gezondheidszorg (Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 659 Besluit van 21 december 2011, houdende tijdelijke regels inzake de zelfstandige bevoegdheid tot het verrichten van voorbehouden handelingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 973 Wijziging van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 (verhoging maximaal bedrag tuchtrechtelijke boete en wijziging samenstellingseisen

Nadere informatie

Samenwerken en verantwoordelijkheid bij taakherschikking. Mr. Diederik van Meersbergen KNMG

Samenwerken en verantwoordelijkheid bij taakherschikking. Mr. Diederik van Meersbergen KNMG Samenwerken en verantwoordelijkheid bij taakherschikking Mr. Diederik van Meersbergen KNMG Casus herhaalreceptuur RTC Zwolle 13 december 2012 LJN YG2496 - pte. heeft constitutioneel eczeem - bezoekt HA

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 456 Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met wijziging van aan buitenslands gediplomeerden te stellen

Nadere informatie

Reglement tuchtrechtspraak

Reglement tuchtrechtspraak Reglement tuchtrechtspraak DEFINITIES Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder klager: 1) degene met wie de seksuoloog in professioneel contact staat, zoals nader is uitgewerkt in de Beroepscode

Nadere informatie

Medico-legale aspecten bekwaamverklaringen Mr. Vivienne Schelfhout, Directeur Opleiding, Wetenschap & Innovatie

Medico-legale aspecten bekwaamverklaringen Mr. Vivienne Schelfhout, Directeur Opleiding, Wetenschap & Innovatie Medico-legale aspecten bekwaamverklaringen Mr. Vivienne Schelfhout, Directeur Opleiding, Wetenschap & Innovatie 7 maart 2017 Hoe werkt de Federatie? Agenda Raad Opleiding Platform europa Patiëntveiligheid

Nadere informatie

Wat te doen bij disfunctioneren? Prof.mr. Aart Hendriks KNMG

Wat te doen bij disfunctioneren? Prof.mr. Aart Hendriks KNMG Prof.mr. Aart Hendriks KNMG Disfunctioneren van artsen: feit of fictie? De ene fout is de andere niet Complicatie: Onbedoelde gebeurtenis die inherent is/kan zijn aan behandeling of onderzoek. Incident:

Nadere informatie

ARTIKEL 3 Totstandkoming van de behandelingsovereenkomst

ARTIKEL 3 Totstandkoming van de behandelingsovereenkomst Algemene voorwaarden ARTIKEL 1 Definities en begrippen In deze voorwaarden wordt verstaan onder: Opdrachtgever: degene die voor zichzelf of voor een bepaalde derde een behandelingsovereenkomst sluit met

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 augustus 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 augustus 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Herregistratie BIG-register Terugblik en cijfers. Februari Postbus DR Heerlen

Herregistratie BIG-register Terugblik en cijfers. Februari Postbus DR Heerlen Herregistratie 2018 BIG-register Terugblik en cijfers Februari 2019 Inlichtingen bij BIG-register info@bigregister.nl Postadres Postbus 3173 6401 DR Heerlen Inhoud 1 INLEIDING 3 2 MEEST GESTELDE VRAGEN

Nadere informatie