Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS QRVA QRVA

Transcriptie

1 QRVA QRVA BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et réponses écrites 707

2 5500 QRVA AGALEV-ECOLO : Anders gaan leven / Écologistes (confédérés pour l organisation de luttes originales) CVP : Christelijke Volkspartij FN : Front National PRL FDF MCC : Parti Réformateur libéral - Front démocratique des francophones - Mouvement des citoyens pour le changement PS : Parti socialiste PSC : Parti social-chrétien SP : Socialistische Partij VLAAMS BLOK : Vlaams Blok VLD : Vlaamse Liberalen en Democraten VU&ID : Volksunie&ID21 (Integrale Democratie voor de 21e eeuw) Afkortingen bij de nummering van de publicaties: Abréviations dans la numérotation des publications: DOC /000: Parlementair document van de 50e zittingsperiode + het nummer en het volgnummer DOC /000: Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n o et du n o consécutif QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden QRVA : Questions et Réponses écrites HA : Handelingen (Integraal Verslag) HA : Annales (Compte Rendu Intégral) BV : Beknopt Verslag CRA : Compte rendu analytique PLEN : Plenum PLEN : Séance plénière COM : Commissievergadering COM : Réunion de commission Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen: Natieplein 2 Place de la Nation Brussel 1008 Bruxelles Tel.: 02/ Tél.: 02/ Fax: 02/ Fax: 02/ alg.zaken@de Kamer.be Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes: aff.generales@lachambre.be

3 QRVA INHOUD Blz. Pages SOMMAIRE Eerste minister 5519 Premier ministre Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid 5520 Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken 5522 Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 5527 Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu 5591 Vice-premier ministre et ministre de l Emploi Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l Intégration sociale et de l Économie sociale Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports Minister van Binnenlandse Zaken 5600 Ministre de l Intérieur Minister van Sociale Zaken en Pensioenen 5613 Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l Environnement Ministre des Affaires sociales et des Pensions Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l administration Minister van Landsverdediging 5616 Ministre de la Défense Minister van Landbouw en Middenstand 5618 Ministre de l Agriculture et des Classes moyennes Minister van Justitie 5622 Ministre de la Justice Minister van Financiën 5633 Ministre des Finances Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking 5717 Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques Ministre de l Économie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Secrétaire d État au Commerce extérieur Secrétaire d État à la Coopération au développement Secrétaire d État à l Énergie et au Développement durable Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d avis chargé de questions européennes Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin

4 5502 QRVA Vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting * Questions auxquelles il n a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire * Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l Emploi Francis Van den Eynde Yves Leterme 4359 Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports Jan Mortelmans Mw. Joke Schauvliege Jan Mortelmans Mw. Frieda Brepoels Luc Paque Jan Mortelmans Olivier Chastel Tony Smets Francis Van den Eynde Richard Fournaux Olivier Maingain Francis Van den Eynde Yves Leterme Olivier Chastel Lode Vanoost Aimé Desimpel Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Paul Timmermans Lode Vanoost Lode Vanoost Lode Vanoost Lode Vanoost Lode Vanoost Lode Vanoost Lode Vanoost Lode Vanoost Lode Vanoost Lode Vanoost Lode Vanoost Jan Eeman Jean-Pol Poncelet Yves Leterme Yves Leterme Olivier Maingain Karel Van Hoorebeke Yves Leterme Yves Leterme Daan Schalck 5510 Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l Environnement Volksgezondheid Santé publique Jean-Pierre Viseur Jo Vandeurzen Mw. Kristien Grauwels 5353 Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l Intérieur Yves Leterme 727 * Lijst afgesloten op 13 oktober 2000 * Liste clôturée le 13 octobre 2000

5 QRVA Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page Bart Laeremans Bart Laeremans Luc Goutry Guido Tastenhoye Jan Peeters Yves Leterme Geert Bourgeois Vincent Decroly Yves Leterme André Frédéric Peter Vanvelthoven Peter Vanvelthoven Gerolf Annemans Claude Eerdekens Mw. Joke Schauvliege Willy Cortois Jan Mortelmans André Schellens Bart Laeremans Servais Verherstraeten Pieter De Crem 5358 Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions Sociale Zaken Affaires sociales Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Alexandra Colen Peter Vanvelthoven Yves Leterme Francis Van den Eynde Philippe Seghin Jean-Jacques Viseur Yves Leterme Geert Bourgeois Mw. Yolande Avontroodt Koen Bultinck M me Michèle Gilkinet Jef Valkeniers Richard Fournaux Jo Vandeurzen Jan Eeman Servais Verherstraeten Servais Verherstraeten Jean-Jacques Viseur Servais Verherstraeten Mw. Yolande Avontroodt Filip Anthuenis 5511 Pensioenen Pensions Yves Leterme Jan Mortelmans Yves Leterme Mw. Kristien Grauwels 5364 Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense M me Josée Lejeune Luc Sevenhans Mw. Kristien Grauwels Pieter De Crem Pieter De Crem 5369 Minister van Justitie Ministre de la Justice Yves Leterme Yves Leterme Geert Bourgeois Yves Leterme Jean-Pierre Viseur Geert Bourgeois 422

6 5504 QRVA Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page Geert Bourgeois Karel Van Hoorebeke Martial Lahaye Jo Vandeurzen Mw. Alexandra Colen Alfons Borginon Fred Erdman Bert Schoofs Fred Erdman Yves Leterme Mw. Alexandra Colen Mw. Alexandra Colen Mw. Alexandra Colen Bart Laeremans Hubert Brouns Francis Van den Eynde Geert Bourgeois Mw. Annemie Van de Casteele Jean-Jacques Viseur Fred Erdman Mw. Frieda Brepoels Yves Leterme Gerolf Annemans Jan Eeman Geert Bourgeois M me Zoé Genot André Frédéric Yves Leterme Jo Vandeurzen Jean-Pierre Viseur Mw. Frieda Brepoels Jo Vandeurzen Mw. Kristien Grauwels Bart Laeremans Claude Eerdekens Yves Leterme Olivier Maingain Mw. Kristien Grauwels Servais Verherstraeten Martial Lahaye Jo Vandeurzen Pieter De Crem Pieter De Crem Yves Leterme Francis Van den Eynde Yves Leterme Francis Van den Eynde 5513 Minister van Financiën Ministre des Finances Peter Vanvelthoven Marcel Hendrickx Jos Ansoms Jo Vandeurzen Geert Bourgeois Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Mw. Trees Pieters Yves Leterme Guy D haeseleer Eric van Weddingen Bart Laeremans Mw. Trees Pieters Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Mw. Alexandra Colen Mw. Alexandra Colen Alfons Borginon Jean-Pierre Viseur Daniel Bacquelaine Dirk Pieters Jan Eeman Lode Vanoost Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Mw. Trees Pieters 1340

7 QRVA Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page Dirk Van der Maelen Dirk Pieters Jacques Chabot Willy Cortois Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Dirk Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Jan Eeman Claude Eerdekens Eric van Weddingen Yves Leterme Geert Bourgeois Hubert Brouns Mw. Simonne Creyf Mw. Trees Pieters Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Georges Lenssen Peter Vanvelthoven Claude Eerdekens M me Marie-Thérèse Coenen Mw. Joke Schauvliege Olivier Maingain Yves Leterme Yves Leterme Filip Anthuenis Karel Van Hoorebeke Jacques Lefevre Luc Goutry Mw. Trees Pieters Luc Sevenhans Luc Goutry Yves Leterme Yves Leterme André Frédéric Hubert Brouns Yves Leterme Jean-Pierre Viseur Dirk Pieters Koen Bultinck Peter Vanvelthoven Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Danny Pieters Jean-Pol Henry Robert Denis Francis Van den Eynde Geert Bourgeois Geert Bourgeois Hugo Coveliers Dirk Pieters Alfons Borginon Jan Peeters Jef Valkeniers Jef Valkeniers Yves Leterme Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens Jean-Pol Poncelet Filip Anthuenis Servais Verherstraeten Richard Fournaux Alfons Borginon Mw. Trees Pieters Jean-Jacques Viseur Geert Bourgeois Claude Eerdekens Claude Eerdekens Yves Leterme Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens Aimé Desimpel 4880

8 5506 QRVA Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page Yves Leterme Jean-Jacques Viseur Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Jo Vandeurzen Georges Lenssen Jozef Van Eetvelt Aimé Desimpel Aimé Desimpel Luc Goutry Tony Smets Eric van Weddingen Pierre Lano Mw. Yolande Avontroodt Jean-Pierre Viseur Olivier Maingain Mw. Kristien Grauwels Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Olivier Maingain Olivier Maingain Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Alfons Borginon Jo Vandeurzen Jan Eeman Hubert Brouns Yves Leterme 5515 Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques Telecommunicatie Télécommunications Yves Leterme Bart Laeremans Jean-Pol Poncelet Jan Mortelmans Mw. Kristien Grauwels Yves Leterme 5395 Overheidsbedrijven en Participaties Entreprises et Participations publiques Bart Laeremans Bart Laeremans Mw. Frieda Brepoels Mw. Kristien Grauwels Geert Bourgeois 5398 Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l Économie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Economie Économie Mw. Frieda Brepoels Mw. Trees Pieters Richard Fournaux M me Colette Burgeon Bart Laeremans Mw. Frieda Brepoels Mw. Kristien Grauwels Mw. Joke Schauvliege 5516 Wetenschappelijk Onderzoek Recherche scientifique Alfons Borginon Jean-Pol Poncelet Filip Anthuenis Mw. Kristien Grauwels Mw. Simonne Creyf Mw. Simonne Creyf 5401

9 QRVA Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page Mw. Simonne Creyf Mw. Kristien Grauwels Mw. Joke Schauvliege 5517 Grootstedenbeleid Politique des grandes villes Mw. Kristien Grauwels 4885 Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel Secrétaire d État au Commerce extérieur Geert Bourgeois Guido Tastenhoye

10

11 QRVA (Fr.): In het Frans gestelde vraag. (N.): In het Nederlands gestelde vraag. (Fr.): Question posée en français. (N.): Question posée en néerlandais. Vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). Questions auxquelles il n a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre). Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports DO DO Vraag nr. 274 van de heer Yves Leterme van 7 september 2000 (N.): NMBS. Traject Kortrijk-Rijsel. Kostprijs van het vervoerbewijs. De prijs van een enkel treinticket Kortrijk-Rijsel in tweede klasse is 280 frank. Heen en terug dezelfde dag kost het treinticket 380 frank. De prijs voor een enkel treinticket Doornik-Rijsel in tweede klasse kost 210 frank, hetzij 70 frank goedkoper dan vanuit Kortrijk. De prijs van een treinticket Doornik-Rijsel heen en terug dezelfde dag in tweede klasse kost 360 frank, hetzij 20 frank goedkoper dan Kortrijk-Rijsel. Die cijfers vertonen merkwaardige prijsverschillen. Wellicht kunnen ze dan ook niet verantwoord worden door het verschil in afstand dat hooguit 4 kilometer bedraagt. 1. Wat is de reden waarom een treinticket enkele reis in tweede klasse van Doornik naar Rijsel 70 frank goedkoper is dan van Kortrijk naar Rijsel? 2. Waarom bedraagt dat prijsverschil slechts 20 frank voor een ticket heen en terug? 3. Bestaat er een mogelijkheid tot gelijkstelling van de prijzen van Kortrijk-Rijsel met die van Doornik- Rijsel? Question n o 274 de M. Yves Leterme du 7 septembre 2000 (N.): SNCB. Trajet Courtrai-Lille. Coût du billet de transport. En deuxième classe, le billet de train pour l aller simple Courtrai-Lille revient à 280 francs. L aller retour au cours de la même journée coûte 380 francs. En deuxième classe, le billet de train pour l aller simple Tournai-Lille revient à 210 francs, soit 70 francs de moins qu au départ de Courtrai. Pour le trajet Tournai-Lille, l aller-retour au cours de la même journée se monte à 360 francs, soit 20 francs de moins que le trajet Courtrai-Lille. Ces chiffres indiquent des différences tarifaires que ne justifie sans doute plus la différence de 4 km tout au plus entre les deux trajets. 1. Pourquoi l aller simple Tournai-Lille en deuxième classe est-il 70 francs moins cher que l aller simple Courtrai-Lille? 2. Comment se fait-il que cette différence de prix soit limitée à 20 francs pour l aller-retour? 3. Les tarifs des trajets Courtrai-Lille et Tournai- Lille pourraient-ils être harmonisés?

12 5510 QRVA DO DO Vraag nr. 275 van de heer Yves Leterme van 7 september 2000 (N.): Betalend parkeren voor motorrijders. In bepaalde steden worden speciale parkeerzones voorzien voor motoren waar ze tegen betaling kunnen parkeren. In het verkeersreglement is het betalend parkeren van motoren aan parkeerautomaten met ticketten en in de blauwe zones niet voorzien. Gezien het stijgend aantal motorrijders en de onduidelijkheid die er rijst omwille van het ontbreken van enig reglement met betrekking tot het betalend parkeren van motoren aan parkeerautomaten met ticketten en in de blauwe zones, wat kunnen de gemeentebesturen op dit vlak opleggen aan de motorrijders? Question n o 275 de M. Yves Leterme du 7 septembre 2000 (N.): Stationnement payant pour les motocyclistes. Certaines villes disposent de zones de parking payant réservées aux motocycles. Le code de la route ne prévoit pas le stationnement payant aux horodateurs pour les motocyclistes et dans les zones bleues. Compte tenu du nombre croissant de motocyclistes et de l incertitude qu induit l absence de tout règlement relatif au stationnement payant des motocyclistes aux horodateurs et dans les zones bleues, quelles règles les administrations communales peuvent-elles imposer aux motocyclistes? DO DO Vraag nr. 276 van de heer Daan Schalck van 11 september 2000 (N.): NMBS. Voordeeltarief voor 65-plussers. In de aanvulling op het beheerscontract tussen de regering en de NMBS is, wat het voordeeltarief voor 65-plussers betreft, steeds sprake van een heen- en terugreis. Praktisch doen zich hierbij problemen voor. Ik geef een voorbeeld uit de praktijk. Een treinreiziger koopt omstreeks 16 uur een heen- en terugreis naar Luik in het loket van De Panne, tegen 100 frank. Het personeel van de NMBS weet dat de treinreiziger dezelfde dag niet meer zal terugkeren. Bij de aankomst in Luik is er immers geen trein terug meer. 1. Mag het loketpersoneel een voordeelticket geven? 2. Moeten de conducteurs het ticket gewoon valideren alhoewel, strictu senso niet aan de reisvoorwaarden wordt voldaan? 3. Wat zijn de richtlijnen die hieromtrent aan het NMBS personeel zijn gegeven? Question n o 276 de M. Daan Schalck du 11 septembre 2000 (N.): SNCB. Tarif réduit pour les personnes de plus de 65 ans. En ce qui concerne le tarif réduit pour les personnes de plus de 65 ans, l avenant au contrat de gestion conclu entre le gouvernement et la SNCB prévoit toujours un trajet aller-retour. Plusieurs problèmes pratiques se posent en l espèce. Je cite l exemple d un voyageur qui achète vers 16 heures au guichet de la gare de La Panne un ticket aller-retour vers Liège, au prix de 100 francs. Les agents de la SNCB savent que le voyageur n effectuera plus le trajet retour le même jour. En effet, lorsqu il arrivera à Liège, il n aura plus la possibilité de prendre un train vers La Panne. 1. Le guichetier peut-il délivrer un ticket à prix réduit? 2. Les contrôleurs doivent-ils valider le ticket, même si, strictement parlant, les conditions de voyage ne sont pas remplies? 3. Quelles directives ont été données au personnel de la SNCB en la matière?

13 QRVA Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions Sociale Zaken Affaires sociales DO DO Vraag nr. 190 van mevrouw Yolande Avontroodt van 8 september 2000 (N.): Maatregelen ten voordele van chronisch zieken. Astmatische en allergische personen. De minister kondigde nieuwe maatregelen aan ten voordele van chronisch zieken die moeten toelaten dat de gezondheidszorgen voor deze groep opnieuw betaalbaar worden. Welke maatregelen ten voordele van astmatische en allergische personen nam u of zullen worden genomen? Question n o 190 de M me Yolande Avontroodt du 8 septembre 2000 (N.): Mesures en faveur des malades chroniques. Personnes souffrant d asthme ou d allergies. Le ministre a annoncé des nouvelles mesures devant permettre aux malades chroniques de se faire soigner à un prix abordable. Quelles mesures avez-vous déjà prises ou comptezvous prendre en faveur des personnes souffrant d asthme ou d allergies? DO DO Vraag nr. 191 van de heer Filip Anthuenis van 13 september 2000 (N.): Ziekenhuizen. Bijhouden van medische gegevens. Beheer van grootschalige archieven door firma s. Volgens het koninklijk besluit van 3 mei 1999 houdende bepaling van de algemene minimumvoorwaarden waaraan het medisch dossier bedoeld in artikel 15 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, moet voldoen, dienen de medische gegevens 30 jaar te worden bijgehouden. Voor firma s die gespecialiseerd zijn in het beheer van grootschalige archieven rijzen een aantal vragen met betrekking tot de toepassing van dit koninklijk besluit. 1. Mogen in het kader van het bovengenoemde koninklijk besluit van 3 mei 1999 de medische dossiers van een ziekenhuis door een firma worden gestockeerd op cd die wordt overhandigd aan het ziekenhuis? 2. Mogen de desbetreffende dossiers eenmaal ingescand buiten het ziekenhuis worden gestockeerd? 3. a) Mogen de medische dossiers van overleden patiënten extern worden gestockeerd? b) Hoelang moeten die gegevens worden bijgehouden? Question n o 191 de M. Filip Anthuenis du 13 septembre 2000 (N.): Hôpitaux. Conservation des données médicales. Gestion d archives de grande taille par les firmes. Conformément à l arrêté royal du 3 mai 1999 déterminant les conditions générales minimales auxquelles le dossier médical, visé à l article 15 de la loi sur les hôpitaux, coordonnée le 7 août 1987, doit répondre, les données médicales doivent être conservées pendant 30 ans. L application de cet arrêté royal pose un certain nombre de problèmes pour les firmes spécialisées dans la gestion des archives de grande taille. 1. Dans le cadre des dispositions de l arrêté royal du 3 mai 1999, une firme peut-elle stocker les dossiers médicaux d un hôpital sur un cd qui est ensuite remis à l hôpital? 2. Lorsqu ils ont été scannés, les dossiers médicaux peuvent-ils être conservés à l extérieur de l enceinte de l hôpital? 3. a) Les dossiers médicaux des patients décédés peuvent-ils être conservés à l extérieur de l enceinte de l hôpital? b) Combien de temps ces données doivent-elles être conservées?

14 5512 QRVA Minister van Justitie Ministre de la Justice DO DO Vraag nr. 256 van de heer Francis Van den Eynde van 6 september 2000 (N.): Minister van Buitenlandse Zaken. Doodsbedreigingen. Daders. Wij mochten deze zomer vernemen dat de huidige minister van Buitenlandse Zaken niet alleen doodsbedreigingen ontving maar dat hem bovendien een geweerpatroon in een briefomslag werd bezorgd. Op het ogenblik dat dit bekend raakte, vond de minister van Buitenlandse Zaken het nodig in verband met deze zaak met de vinger te wijzen naar wat hij «extreem-rechts» noemt. Naar verluidt zou het onderzoek ondertussen uitgewezen hebben dat de dader een socialistisch gemeenteraadslid van Geldenaken (Jodoigne) zou zijn. Kan u dit bevestigen en het Parlement van de stand van dit dossier informeren? Question n o 256 de M. Francis Van den Eynde du 6 septembre 2000 (N.): Ministre des Affaires étrangères. Menaces de mort. Auteurs. Cet été, nous avons appris que l actuel ministre des Affaires étrangères a non seulement fait l objet de menaces de mort, mais encore qu une enveloppe contenant une cartouche de fusil lui a été adressée. Lors de la diffusion de cette information, le ministre des Affaires étrangères a jugé devoir accuser ce qu il nomme «l extrême droite». Il semblerait qu entre-temps, l enquête aurait révélé que l auteur serait un conseiller communal socialiste de Jodoigne. Pouvez-vous confirmer cette information et informer le Parlement sur l état d avancement de ce dossier? DO DO Vraag nr. 257 van de heer Yves Leterme van 6 september 2000 (N.): Laattijdige publicatie in het Belgisch Staatsblad van de gewestplanwijziging Oostende-Middenkust. Op 3 september 1997 stelde ik een schriftelijke vraag (nr. 660) aan de minister van Justitie over welke procedures en werkafspraken er van toepassing waren bij de publicatie van berichten in het Belgisch Staatsblad en wat de reden was waarom er zoveel berichten met vertraging gepubliceerd werden (Vragen en Antwoorden, Kamer, , nr. 101, blz ). De minister antwoordde toen dat het samenstellen van het Belgisch Staatsblad dagelijks aangepast werd in overleg met de opdrachtgevende diensten en dat de inhoud herschikt werd in functie van de actualiteit en de prioriteiten van de diverse opdrachtgevers. De minister bevestigde dat de diensten van het Belgisch Staatsblad ernaar streven om de teksten te publiceren rekening houdend met de wensen van de opdrachtgevers. Blijkbaar hebben de diensten van het Belgisch Staatsblad nog steeds te kampen met vertraging. Question n o 257 de M. Yves Leterme du 6 septembre 2000 (N.): Publication tardive au Moniteur belge de la modification du plan de secteur «Oostende-Middenkust». Le 3 septembre 1997, j ai posé une question écrite (n o 660) au ministre de la Justice concernant les procédures et accords de travail applicables pour la publication des avis au Moniteur belge. Je lui avais notamment demandé pourquoi tant d avis étaient publiés avec retard (Questions et Réponses, Chambre, , n o 101, p ). Le ministre avait répondu à l époque que la composition du Moniteur belge s effectuait quotidiennement en accord avec les différents donneurs d ordre concernés et que l agencement des textes était traité en fonction de l actualité et des priorités requises par les donneurs d ordre. Les services du Moniteur belge se trouvent manifestement toujours confrontés au même problème. Cette

15 QRVA Vooral in economische dossiers waar snelheid een belangrijke factor is is dat zeer nefast. In de regio Oostende weten ze nu goed wat de gevolgen zijn van dergelijke vertragingen. Naar aanleiding van de wijziging van het gewestplan Oostende- Middenkust diende er een openbaar onderzoek te gebeuren. De aankondiging hiervan moest driemaal gebeuren in het Belgisch Staatsblad. De diensten van de gouverneur zijn verantwoordelijk voor de aanvraag en de verzending van de stukken. De uiterste publicatiedatum in het Belgisch Staatsblad in dit concreet dossier was 16 november De diensten van de gouverneur verzonden de stukken aangetekend tegen ontvangstbewijs, dat op 14 oktober 1999 werd ondertekend door de diensten van het Belgisch Staatsblad. De publicatie gebeurde, ondanks een herinnering tien dagen voor de uiterste publicatiedatum, op 25, 26 en 27 november 1999, met tien dagen vertraging dus. Het gevolg is dat de procedure hernomen moet worden en dat er weeral aanzienlijk veel tijd verloren is. Dat moedigt privé-investeerders niet bepaald sterk aan. 1. Wat was het juiste verloop van het dossier met betrekking tot de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de aankondiging van het openbaar onderzoek van de gewestplanwijziging Oostende-Middenkust vanaf de ontvangst van de stukken? 2. Wat is de reden waarom die aankondiging laattijdig werd gepubliceerd niettegenstaande het ontvangstbewijs aantoont dat het dossier tijdig verstuurd is geworden? 3. a) Welke conclusies kunnen hieruit getrokken worden met betrekking tot de werking van de diensten van het Belgisch Staatsblad? b) Welke conclusies kunnen hieruit getrokken worden met betrekking tot dit concrete dossier? situation peut s avérer extrêmement préjudiciable, surtout dans les dossiers économiques où le facteur «temps» est très important. Dans la région d Ostende, ces retards ont ainsi eu des conséquences particulièrement fâcheuses. Dans le cadre d une modification du plan de secteur «Oostende-Middenkust», l organisation d une enquête publique était requise. L avis concernant cette enquête devait être publié à trois reprises au Moniteur belge. Les services du gouverneur sont chargés de la collecte et de la transmission des documents. Dans le cadre de ce dossier, la date limite de publication au Moniteur belge était le 16 novembre Les services du gouverneur ont transmis les documents par envoi recommandé, avec accusé de réception signé le 14 octobre 1999 par les services du Moniteur belge. Malgré un rappel envoyé dix jours avant la date limite de publication, les avis ont finalement été publiés les 25, 26 et 27 novembre 1999, avec dix jours de retard par conséquent. Il a dès lors fallu recommencer l ensemble de la procédure, ce qui représente évidemment une perte de temps considérable. Cette situation n est bien sûr pas de nature à mettre en confiance les investisseurs privés. 1. Que s est-il passé exactement au niveau de la procédure pour la publication au Moniteur belge de l avis relatif à l enquête publique concernant la modification du plan de secteur «Oostende-Middenkust», depuis la date de réception des documents? 2. Pourquoi l avis en question a-t-il été publié tardivement alors que l accusé de réception prouve que le dossier a bel et bien été envoyé dans les délais? 3. a) Quelles conclusions peut-on tirer de cette affaire sur le plan du fonctionnement des services du Moniteur belge? b) Quelles conclusions peut-on en tirer en ce qui concerne ce dossier concret? DO DO Vraag nr. 258 van de heer Francis Van den Eynde van 6 september 2000 (N.): Onterechte boetes die Belgische staatsburgers in Nederland oplopen. De jongste tijd zijn er meer en meer klachten van Belgische staatsburgers die dringend door de Nederlandse gerechtelijke overheid verzocht worden een boete te betalen met betrekking tot een verkeersovertreding die ze met hun wagen in Nederland zouden Question n o 258 de M. Francis Van den Eynde du 6 septembre 2000 (N.): Amendes indûment infligées à des ressortissants belges aux Pays-Bas. Ces derniers temps, l on enregistre un nombre croissant de plaintes de ressortissants belges qui sont sommés par les autorités judiciaires néerlandaises de payer des amendes infligées à la suite d infractions au code de la route commises avec leurs véhicules auto-

16 5514 QRVA begaan hebben terwijl ze in dit land zelfs niet geweest zijn. Ze zouden het slachtoffer zijn van het feit dat mensen in Nederland rondrijden met een wagen die van een valse nummerplaat voorzien is waarvan het nummer echter overeenkomt met dat van de wagen van de mensen die de boete in de bus krijgen. Persoonlijk heb ik al kennis van een tiental van deze gevallen en ook de kranten hebben er heel wat aandacht aan besteed. mobiles aux Pays-Bas, alors qu ils ne se sont pas rendus dans ce pays. Ils seraient victimes du fait que certaines personnes circuleraient aux Pays-Bas avec des véhicules automobiles munis de plaques minéralogiques falsifiées dont le numéro correspond à ceux des véhicules des ressortissants belges qui se voient infliger les amendes. Une dizaine de cas m ont été signalés et la presse écrite y a également consacré une grande attention. 1. Bent u op de hoogte van deze situatie? 1. Êtes-vous au courant de cette situation? 2. Zo ja, welke maatregelen heeft u getroffen? 2. Dans l affirmative, quelles mesures avez-vous prises? Minister van Financiën Ministre des Finances DO DO Vraag nr. 448 van de heer Jan Eeman van 11 september 2000 (N.): Aftrekbaarheid van ziekenfondsbijdragen door belastingplichtigen die door het ziekenfonds aangezien worden als «resident». Wanneer na de echtscheiding één der echtgenoten geen beroepsactiviteit meer uitoefent en een alimentatierente ontvangt dan dient deze zich bij een ziekenfonds te laten aansluiten en zich te laten verzekeren als «resident». De inschrijving bij het ziekenfonds gebeurt dan op basis van artikel 32, eerste lid, 15 o, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. De betrokkene is bijgevolg per trimester een bijdrage verschuldigd met toepassing van artikel 134, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli Voor het jaar 1999 bedroeg deze bijdrage frank per trimester. In zijn antwoord op een vraag van senator Verhofstadt (Vragen en Antwoorden, Senaat, , nr. 1-59, blz. 3017) verklaarde de minister van Financiën dat deze bijdrage in de stand van de huidige wetgeving als beroepskosten dienden te worden beschouwd en bijgevolg uitsluitend aftrekbaar waren van de beroepsinkomsten en niet van de diverse inkomsten. Hij vond het tenslotte niet opportuun terzake enig wetgevend initiatief te nemen. Question n o 448 de M. Jan Eeman du 11 septembre 2000 (N.): Déductibilité des cotisations ONSS par des contribuables que la mutuelle considère comme «résidents». Lorsque, après le divorce, un des époux n exerce plus d activité professionnelle et perçoit une pension alimentaire, il doit s affilier à une mutuelle et se faire assurer comme «résident». L inscription à la mutuelle se fait alors sur la base de l article 32, premier alinéa, 15 o, de l arrêté royal du 14 juillet 1994 portant coordination de la loi relative à l assurance obligatoire soins de santé et indemnités. L intéressé est par conséquent redevable d une cotisation trimestrielle en application de l article 134, premier alinéa, de l arrêté royal du 3 juillet 1996 portant exécution de la loi relative à l assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet Pour l année 1999, cette cotisation trimestrielle s élevait à francs. En réponse à une question du sénateur Verhofstadt (Questions et Réponses, Sénat, , n o 1-59, p. 3017), le ministre des Finances avait déclaré que dans l état actuel de la législation, ces cotisations devaient être considérées comme des frais professionnels et étaient donc exclusivement déductibles des revenus professionnels, et non des revenus divers. Enfin, il n avait pas jugé opportun de prendre quelque initiative législative que ce soit en la matière.

17 QRVA Weliswaar heeft de wetgever de belastbaarheid van de alimentatierenten bij de genieter tot 80 % beperkt, doch in vele gevallen zal het bedrag van de jaarlijkse ziekenfondsbijdrage meer zijn dan het forfait van 20 %, zodat het reëel beschikbaar inkomen lager is dan hetgeen bekomen wordt na toepassing van de beperking. Bent u dan ook niet van mening dat, rekening houdend met het sociaal aspect en de soms penibele financiële toestand van de betrokken belastingplichtigen, de aftrekbaarheid van deze bijdrage voor bedoelde categorie van belastingplichtigen moet worden ingevoerd? Certes, le législateur a limité l imposabilité des rentes alimentaires à 80 % dans le chef du crédirentier, mais dans nombre de cas, le montant de la cotisation ONSS annuelle excède le forfait de 20 % de sorte que le revenu réel disponible est inférieur à celui obtenu après application de la limitation. N estimez-vous pas, par conséquent, que compte tenu de l aspect social de cette question et notamment de la situation financière parfois difficile des contribuables concernés, la déductibilité de cette cotisation pour la catégorie visée de contribuables doive être instaurée? DO DO Vraag nr. 449 van de heer Hubert Brouns van 11 september 2000 (N.): Auto s. Terugbetaling van een deel van de verkeersbelasting. Personen die hun wagen niet langer in gebruik hebben, kunnen als zij alle formaliteiten vervullen een deel van hun verkeersbelasting terugkrijgen. Volgens mijn informatie moeten deze personen wel erg lang wachten op deze terugbetaling. Mij zijn gevallen bekend waarbij de wachttijd al negen maanden bedraagt. Question n o 449 de M. Hubert Brouns du 11 septembre 2000 (N.): Véhicules automobiles. Remboursement d une partie de la taxe de circulation. Les personnes ayant retiré leur véhicule automobile de la circulation peuvent si elles remplissent toutes les formalités bénéficier du remboursement d une partie de la taxe de circulation. Selon les informations dont je dispose, ce remboursement s effectue avec un retard important. On m a signalé des cas où il se fait attendre depuis neuf mois déjà. 1. Bent u op de hoogte van dit probleem? 1. Êtes-vous au courant de ce problème? 2. a) Is dit de normale gang van zaken? 2. a) Cet état de choses est-il normal? b) Hoelang duurt de gemiddelde procedure? b) Quelle est la durée moyenne de la procédure? 3. Krijgen de betrokkenen intresten op het bedrag dat ze terug moeten krijgen? 3. Les intéressés pourront-ils bénéficier d intérêts sur le montant qui leur sera remboursé? DO DO Vraag nr. 450 van de heer Yves Leterme van 13 september 2000 (N.): Aftrek van de BTW op aankoopfacturen. Giften door VZW s. VZW s kunnen door hun activiteiten BTW-plichtig zijn. In de veronderstelling dat een VZW volledig onderworpen is aan de BTW, mag deze VZW de belastingen die betaald worden op de aankoopfacturen in aftrek brengen. Deze VZW ontvangt bij veronderstelling ook giften ter ondersteuning van zijn werking. Giften vallen buiten de werkingssfeer van de BTW en zijn niet aan de belasting onderworpen. Question n o 450 de M. Yves Leterme du 13 septembre 2000 (N.): Déduction de la TVA sur les factures d achat. Dons reçus par les ASBL. Les ASBL peuvent, dans le cadre de leurs activités, être assujetties à la TVA. Si une ASBL est entièrement assujettie à la TVA, elle peut déduire la taxe perçue sur les factures d achat. L ASBL en question est également susceptible de recevoir des dons destinés à soutenir son action. Les dons n entrent pas dans le champ d application du Code de la TVA et ne sont par conséquent pas taxables. 709

18 5516 QRVA Kan de VZW in bovenvermeld geval voor de door haar op de aankoopfacturen betaalde BTW volledig in aftrek brengen of moet er een verdeelsleutel toegepast worden, berekend op basis van de verhouding giften/btw-ontvangsten? 2. Hoe luidt het antwoord op de eerste vraag indien volgende verhoudingen zich voordoen: a) 15 %: giften a) 15 %: dons 1. L ASBL en question peut-elle déduire intégralement la TVA payée sur les factures d achat ou doit-elle appliquer une clé de répartition, calculée sur la base du rapport dons/recettes de TVA? 2. Qu en est-il si les rapports sont les suivants: 85 %: BTW-plichtige ontvangsten; 85 %: recettes soumises à la TVA; b) 50 %: giften b) 50 %: dons 50 %: BTW-plichtige ontvangsten; 50 %: recettes soumises à la TVA; c) 85 %: giften c) 85 %: dons 15 %: BTW-plichtige ontvangsten? 15 %: recettes soumises à la TVA? 3. Wat indien bij de oprichting van de VZW een gebouw wordt gerenoveerd en de kosten hiervan grotendeels gedekt worden uit ontvangen giften? De VZW zal in de toekomst in deze gebouwen BTWplichtige activiteiten uitoefenen. Kan de BTW volledig gerecupereerd worden op de renovatiewerken? 4. a) Indien we in de vorige probleemstelling het woord «gift» zouden vervangen door subsidies, blijft de oplossing dan hetzelfde? b) Zo neen, hoe dient de probleemstelling dan beantwoord te worden? 3. Qu en est-il si, lors de la constitution de l ASBL, un immeuble est rénové et que le coût de cette rénovation est en grande partie couvert par des dons? Cette ASBL exercera dans l immeuble en question des activités soumises à la TVA. La TVA relative aux travaux de rénovation peutelle être intégralement récupérée? 4. a) Si, dans cette même situation, il s agissait de subsides au lieu de dons, la procédure serait-elle identique? b) Dans la négative, quelle serait dans ce cas la procédure à suivre? Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l Économie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Economie Économie DO DO Vraag nr. 91 van mevrouw Joke Schauvliege van 7 september 2000 (N.): Sociale tarieven voor nutsvoorzieningen. Bepaalde groepen uit de samenleving (senioren, gehandicapten, enz.) kunnen een beroep doen op specifieke sociale tarieven bij elektriciteit, gas, water, kabeldistributie, sociaal telefoontarief, enz. Mij wordt gemeld dat diverse intercommunales hierbij soms verschillende reglementeringen toepassen, Question n o 91 de M me Joke Schauvliege du 7 septembre 2000 (N.): Tarifs sociaux des services d utilité publique. Certains groupes sociaux (les seniors, les handicapés, etc.) peuvent demander à bénéficier de tarifs sociaux pour l électricité, le gaz, l eau, la télédistribution, le téléphone, etc. Il me revient que dans ce cadre, certaines intercommunales appliquent parfois des réglementations diffé-

19 QRVA bijvoorbeeld bij de toekenning van het sociaal tarief «kabeldistributie» wordt verschil gemaakt in de toegelaten inkomensgrens. Op die manier worden groepen die zich in eenzelfde situatie bevinden, op een ongelijke manier behandeld. De minister tot wiens bevoegdheid Economische Zaken behoort heeft bepaalde bevoegdheden op het vlak van de prijsvorming van nutsvoorzieningen. 1. Kan u bevestigen dat er in de toekenning van voorkeurtarieven inzake nutsvoorzieningen geen uniformiteit bestaat? 2. a) Is er vergelijkend onderzoek verricht naar de voorwaarden en toekenningen van de diverse specifieke sociale tarieven en naar de verschillen in diverse regio s? rentes. L octroi d un tarif social pour la «télédistribution» est par exemple basé sur des plafonds de revenus différents. Des personnes se trouvant dans la même situation ne sont donc pas traitées sur un pied d égalité. Le ministre qui a les Affaires économiques dans ses attributions est investi de certaines compétences en matière de formation des prix dans le secteur des services d utilité publique. 1. Pouvez-vous confirmer qu il n y a pas d uniformité dans l octroi de tarifs préférentiels pour certains services d utilité publique? 2. a) A-t-on réalisé une étude comparative sur les conditions d octroi des différents tarifs sociaux spécifiques et sur les différences qui existent entre les régions? b) Wat zijn de resultaten van dit onderzoek? b) Quels sont les résultats de cette étude? 3. a) Zijn deze reglementeringen onderworpen aan de goedkeuring van de minister? b) Zo ja, op welke reglementaire grondslag steunt dit? 3. a) Ces réglementations sont-elles soumises à l approbation du ministre? b) Dans l affirmative, sur quelle base réglementaire? c) Hoe verloopt de procedure? c) Comment la procédure se déroule-t-elle? Wetenschappelijk Onderzoek Recherche scientifique DO DO Vraag nr. 52 van mevrouw Joke Schauvliege van 7 september 2000 (N.): Beheerscomité van het Koninklijk Instituut voor het kunstpatrimonium. Het Koninklijk Instituut voor het kunstpatrimonium is een wetenschappelijke instelling van de Staat, die behoort tot de pool «kunst». Dit instituut beschikt over een beheerscomité, waarin 9 stemgerechtigde leden zetelen: 5 ambtenaren en 4 buitenstaanders. Dit beheerscomité beschikt over verregaande bevoegdheden met betrekking tot de activiteiten van het instituut, de begroting en de rekening, de investeringen en de overheidsopdrachten, de aanwerving van personeel, de aankoop van historische en artistieke verzamelstukken. 1. a) Wie zetelt momenteel in het beheerscomité? Question n o 52 de M me Joke Schauvliege du 7 septembre 2000 (N.): Comité de gestion de l Institut royal du patrimoine artistique. L Institut royal du patrimoine artistique est un établissement scientifique de l État, appartenant au pool «art». Cet institut dispose d un comité de gestion au sein duquel siègent 9 membres ayant voix délibérative, à savoir: 5 fonctionnaires et 4 personnes extérieures. Le comité de gestion dispose de compétences très larges en ce qui concerne les activités de l institut, le budget et les comptes, les investissements et les marchés publics, le recrutement de personnel et l achat de pièces de collection historiques et artistiques. 1. a) Qui siège actuellement au sein du comité de gestion?

20 5518 QRVA b) Wanneer werden deze leden benoemd? b) Quand ces personnes ont-elles été nommées? c) Voor welke termijn? c) Quelle est la durée de leur mandat? 2. Volgens welke criteria werden deze leden aangesteld? 3. Welke motieven hebben de doorslag gegeven om de buitenstaanders aan te trekken? 2. Sur la base de quels critères les membres du comité sont-ils nommés? 3. Quels motifs ont été à l origine de la décision de faire appel à des personnes extérieures?

21 QRVA Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. Eerste minister Premier ministre DO DO Vraag nr. 50 van de heer Yves Leterme van 6 september 2000 (N.): Door Frankrijk voorgestelde «pioniersgroep» in de Europese Unie. Het Verdrag van Amsterdam voorziet dat lidstaten van de Europese Unie het recht hebben om onderling afspraken te maken die niet gelden voor de Unie als geheel, doch die initiatieven behoeven de goedkeuring van de andere leden van de Unie. Met andere woorden die lidstaten die verder willen gaan in een integratiestreven mogen dit doen doch met goedkeuring (en dus een mogelijk veto) van de andere lidstaten. De Oostenrijkse kwestie heeft echter een nieuw licht geworpen op de verhoudingen tussen de lidstaten onderling, die afwijkend is van voormelde regeling in het Verdrag van Amsterdam. Meer bepaald hebben de lidstaten van de Unie, behoudens Oostenrijk uiteraard, buiten de structuren van de Unie om sancties uitgesproken tegen Oostenrijk. Binnen de structuren van de Unie had dit niet gekund, gezien het mogelijke Oostenrijks veto. Die laatste techniek zou thans door Frankrijk aangewend worden om een Europees koploperpeloton te maken, doch merkwaardig genoeg buiten de structuren van de Unie om. Immers, de economisch zwakkere landen zouden hun veto kunnen uitspreken tegen een verdergaande samenwerking van de sterkere landen. Althans duiken dergelijke berichten op in bepaalde media (onder meer in «Le Monde» van 28 juni 2000). De Franse plannen zouden zijn ingegeven door strategisch politieke overwegingen, die van doen hebben met de uitbreiding en/of instandhouding van de Franse invloedsfeer. Teveel samenwerking met steeds meer en nieuwe leden zou Frankrijk slecht uitkomen. In deze constructie bestaat echter een gevaar dat er een Europese Unie zou ontstaan, die niet streeft naar integratie maar die opnieuw uiteenvalt! Question n o 50 de M. Yves Leterme du 6 septembre 2000 (N.): Proposition de la France visant à créer un «groupe des pionniers» au sein de l Union européenne. Le Traité d Amsterdam permet aux États membres de l Union européenne de conclure entre eux des accords qui ne s appliquent pas à l Union dans son ensemble. Ces initiatives nécessitent cependant l approbation des autres États membres de l Union. En d autres termes, les États membres qui souhaitent pousser plus loin l intégration sont autorisés à le faire, moyennant l approbation des autres États membres (qui peuvent donc éventuellement y opposer leur veto). La question autrichienne a cependant jeté un nouvel éclairage sur les rapports entre les États membres, qui s écartent des dispositions du Traité d Amsterdam. Les États membres de l Union, à l exception de l Autriche évidemment, ont décrété, en dehors des structures de l Union, des sanctions à l encontre de l Autriche. Cela n aurait été possible au sein des structures de l Union, étant donné l éventualité d un veto autrichien. Selon certains articles de presse (parus notamment dans Le Monde du 28 juin 2000), la France recourrait à présent, à cette technique pour mettre en place un peloton de tête européen, mais chose remarquable en dehors des structures de l Union. Les pays économiquement plus faibles pourraient en effet opposer leur veto à une collaboration plus étroite des pays les plus forts. Les projets français s inspireraient de considérations politiques stratégiques liées à l élargissement et/ou au maintien de la sphère d influence française. Une collaboration trop intense avec un nombre croissant de nouveaux États membres ne servirait pas les intérêts de la France. Cette construction comporte le danger de voir émerger une Union européenne qui ne tend pas à une intégration mais qui éclate à nouveau!