Boekverslag Nederlands Villa des Roses door Willem Elsschot

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Boekverslag Nederlands Villa des Roses door Willem Elsschot"

Transcriptie

1 Boekverslag Nederlands Villa des Roses door Willem Elsschot Boekverslag door een scholier 4339 woorden 17 jaar geleden keer beoordeeld Auteur Genre Willem Elsschot Roman, Biografie Eerste uitgave 1913 Vak Nederlands Personen De hoofdpersoon is het kamermeisje Louise, dat in het pension Villa des Roses komt werken. Ze is weduwe en heeft een zoontje van 6 jaar dat bij haar broer woont. Haar tegenspelers zijn: madame en meneer Brulot, de pensionbeheerders; Aline en Bertha, de keukenmeisjes van het pension. De gasten in het pension zijn: madame Gendron, een oude vrouw die door haar vreemde gedrag door iedereen bespot wordt; mevrouw Dumoulin, een oude vrouw die elke dag in de bibliotheek zit; Aasgaard, een Noor die in Parijs zijn overleden vrouw wil vergeten; meneer Martin, een zakenman; Marie, een Poolse vrouw en vrouw van Martin; moeder van Marie; drie Hongaarse zusters; Knidelius, een oude man die lange tijd op Java had geleefd; Jeanne de Kerros, mank en met witte vlekken; Richard Grünewald, een jonge Duitser; mevrouw Wimhurst, een jonge Amerikaanse die pas later in het verhaal in het pension komt. De mensen die elke dag in het pension eten zijn: Colbert, de man die Aasgaard Frans leert, en Brizard, een ongelukkige man. Opsomming van de gebeurtenissen In het begin van het verhaal worden alle personages voorgesteld, daarna begint het verhaal. Wanneer Louise haar intrek neemt in het pension Villa des Roses in Parijs, lopen alle mannen achter haar aan. Grünewald maakt de meeste kans. Brizard pleegt zelfmoord en zijn lichaam wordt op de kamer van madame Gendron gelegd, omdat ze het toch niet zal merken. Louise en Grünewald houden om beurten de wacht. Later maken ze meerdere wandelingen en er ontspringt een liefde tussen hen. Louise twijfelt over de toekomst, waardoor ze papieren met inktvlekken naar een waarzegger stuurt (negatief resultaat), en tenslotte een brief aan Grünewald schrijft waarin ze om duidelijkheid vraagt. Hij zegt haar echt om haar te geven. Tijdens een feestmaaltijd ter ere van de naamdag van madame Dumoulin wordt madame Gendron voor gek gezet, nadat ze erop betrapt is sinaasappelen te stelen. Ze heeft niet door dat het een grap was en loopt boos weg. Die avond wordt duidelijk dat meneer Martin naar Amerika is vertrokken en zijn vrouw en diens moeder achter heeft gelaten, die vervolgens op straat worden gezet omdat de rekening nooit is betaald. Ze mogen echter blijven tot er een nieuwe gast is. Madame Gendron neemt wraak en gooit het aapje Chico, het lievelingsdier van madame Brulot, in het vuur. Louise blijkt zwanger te zijn van Pagina 1 van 9

2 Grünewald en na een mislukte poging met een apothekersdrankje, pleegt ze door een kuur abortus. De eigenaar van Villa des Roses overlijdt en het huis moet worden gesloopt voor de wegenaanleg. Grünewald helpt mevrouw Wimhurst, wanneer het pension haar niet bevalt, aan een nieuw pension, en hij gaat met haar mee omdat hij haar de moeite waard vindt. Tegen Louise zegt hij dat hij naar tijdelijk naar Duitsland gaat. Louise schrijft brief na brief, maar krijgt nooit antwoord. Intussen vertrekken alle kostgangers van het pension. Louise schrijft haar laatste brief en vertrekt naar haar geboortedorp. Opvallende passages Ik vond de eerste vier hoofdstukken erg opvallend. In deze hoofdstukken worden namelijk alle personages voorgesteld. Ik vind het vreemd dat de personages van te voren elk apart worden besproken, in plaats van dat je tijdens het verhaal een beeld vormt van elk personage. Dit is mogelijk gedaan omdat er erg veel personages zijn, en deze anders niet uit elkaar te houden zijn. Ik vond de passage waarin verteld wordt dat Brizard zelfmoord pleegt, ook erg opvallend. Het lijkt geen enkele toevoegende waarde te hebben voor het verhaal. Perspectief Het perspectief is auctoriaal, hoewel dit misschien wat vreemd is in de tijd waarin het geschreven werd, begin 20e eeuw. Het auctoriale vertelperspectief is al in het begin te herkennen aan de beschrijvingen. In de eerste vier hoofdstukken worden enkel beschrijvingen gegeven van de personages en van het pension zelf. Later geeft de verteller af en toe commentaar op de gebeurtenissen. Bovendien wisselt hij telkens van de persoon van wie hij de handelingen beschrijft. De verteller neemt niet deel aan de gebeurtenissen. De verteller is dus niet echt betrouwbaar, omdat hij dingen kan achterlaten die pas achteraf verteld worden. Het verhaal wordt achteraf verteld. Ruimte Het grootste deel van het verhaal speelt zich af in het pension Villa des Roses aan de Rue d Armaille in Parijs. De gesprekken en belangrijkste gebeurtenissen spelen zich daar af, grotendeels in de gezamenlijke eetkamer, maar ook in de keuken, in de slaapkamer van mevrouw Gendron, de slaapkamer van Marie en haar moeder en de tuin waar Brizard zelfmoord pleegt. Daarnaast spelen er zich ook dingen af in Parijs zelf, zoals de wandelingen van Louise en Grünewald, de wandeling en gesprek van Aasgaard en Grünewald, het kosthuis Sweet home waar zich een vervelende kwestie afspeelt, het nieuwe pension waar mevrouw Wimhurst intrekt na twee dagen in pension Villa des Roses, de apothekerszaak waar Louise een kruid haalt voor abortus, het huis van mevrouw Charles waar Louise zich laat behandelen voor haar uiteindelijke abortus, het pension waar meneer en mevrouw Brulot uiteindelijk logeren wanneer hun pension afgebroken wordt. Er is echter ook veel gesuggereerde ruimte: de hoofdstad van Perzië waar mevrouw Dumoulin had gewoond, de bibliotheek Bibliotheque Nationale waar mevrouw Dumoulin dagelijks zat, Nantes, de plaats waar meneer Martin vandaan kwam, Buda-Pest, de stad waar de drie zusjes vandaan kwamen, Java, waar meneer Knidelius dertig jaar had doorgebracht, Bretagne, waar Jeanne de Kerros vandaan kwam, Duinkerken, waar de zoon van mevrouw Gendron woonde, Breslau, de plaats waar Grünewald naar zijn zeggen heen ging toen hij Louise verliet, Amerika, waar meneer Martin onverwacht naar vertrokken was, het geboortedorp van Louise. Al deze plaatsen laten de verscheidenheid van de gasten zien, en benadrukt Pagina 2 van 9

3 het feit dat het opvallend is dat mensen die zó van elkaar verschillen, toch in één pension kunnen wonen. Tijd In het verhaal zelf wordt geen jaartal vermeld, maar door de gebeurtenissen kan je concluderen dat het zich in dezelfde tijd moet hebben afgespeeld als waarin het geschreven is, dus begin 20e eeuw. De totale hoeveelheid tijd die alle gebeurtenissen in beslag nemen, is ongeveer anderhalf jaar. Het verhaal begint bij het moment dat Louise intrek neemt als kamermeisje. Niet lang daarna krijgt ze een relatie met Grünewald, die vijf maanden duurt. Terwijl Louise op haar ziekbed ligt en Grünewald is vertrokken, komt het bericht dat de eigenaar van het pension is overleden en dat het pension over een jaar afgebroken zal worden. Er wordt dan beschreven hoe alle personages weggaan van het pension. Het verhaal wordt geheel in chronologische volgorde verteld, hoewel er terugverwijzingen zijn naar momenten in de levens van mensen vóórdat het verhaal begint. Deze geven dus enkel achtergrondinformatie over een persoon. Een voorbeeld is datgene wat Louise verteld over haar vroegere man: deze is vier jaar voor haar intrek in het pension gestorven. Personages Louise De hoofdpersoon is het kamermeisje Louise. Ze is 26 jaar oud, weduwe (haar man is vier jaar voor het begin van het verhaal gestorven) en ze heeft een zoontje van zes die bij haar broer woont. Van haar uiterlijk is bekend dat ze altijd zwarte kleren draagt, lang haar heeft en een statige houding, waarmee ze een ernstige indruk maakt. Ze is een hardwerkend en ernstig, maar naïef meisje, die in de verleidingskunsten van Grünewald (die ze later Richard noemt) trapt. Ze is echter ook een twijfelaar, want in het begin twijfelt ze wel aan Grünewalds liefde en ze gaat ermee naar iemand die aan de hand van velletje papier met inkt kan zien hoe de relatie zal verlopen. De voorspelling luidt dat ze de blonde man moet laten gaan omdat een donkerharige man haar ware liefde zal zijn. Grünewald is blond, maar Louise wil hem toch niet laten gaan. Ze staat telkens in nieuwe conflicten. Eerst wil ze niet verleid worden, omdat ze trouw wil blijven aan haar vroegere echtgenoot. Dan, wanneer ze ontdekt dat ze verliefd op hem is en ze een relatie begonnen zijn, twijfelt ze aan zijn liefde en doet de inktvlekkentest, die een negatief resultaat oplevert. Daarom besluit ze Grünewald een brief te schrijven waarin ze hem vraagt eerlijk te zijn over zijn gevoelens. Ze krijgt het antwoord dat hij echt van haar houdt, hoewel de lezer weet dat dit niet zo is, door het gesprek dat hij met Aasgaard heeft gevoerd. Het volgende conflict ontstaat wanneer ze zwanger is; ze wil het kind niet. Eerst probeert ze het met een apothekerskruid, maar dit blijkt niet te werken. Ze doet dan een kuur, de zeepsopmethode bij madame Charles, die wel werkt. Het daaropvolgende conflict is de vraag waar Grünewald blijft, als hij heeft gezegd een maand naar Breslau te gaan en daarna weer terug te keren, maar hij niet terugkeert. Louise is het toonbeeld van oprechtheid en trouw, in tegenstelling tot de meeste mensen in haar omgeving, bij wie het bedrog de belangrijkste eigenschap is. Grünewald Richard Grünewald is een van de jongere pensiongasten. Hij was een Duitser, afkomstig uit Breslau, en hij Pagina 3 van 9

4 was in de 20. Hij had weinig manieren, zowel aan tafel als in zijn taalgebruik. Ook heeft hij, zoals uit het verhaal blijkt, geen respect voor de liefde: hij doet alsof hij verliefd is op Louise, maar gaat er vijf maanden later gewoon met een ander vandoor. Hij had blond haar, maar verder is er niets van zijn uiterlijk bekend. Hij staat mogelijk model voor de auteur zelf, die toen hij in Parijs woonde, ook zeer goed contact had met een meisje, in dit verhaal Louise. Grünewald is het toonbeeld van het bedrog, en daarmee de tegenhanger van Louise. Madame Brulot Madame Brulot is een dame van 45 jaar oud, de pensionbeheerder. Vroeger is haar zoontje overleden, en ze heeft een aap, Chico, gekocht om haar liefde te uiten. Van haar is bekend dat ze de pensiongasten bedriegt met de prijzen en verkooptrucjes, maar ook wel een goed mens kan zijn. Ze doet het meeste werk voor het pension, haar echtgenoot is meer op de achtergrond aanwezig en niet erg belangrijk voor het verhaal. Meneer Brulot Meneer Brulot is de echtgenoot van madame Brulot, 65 jaar oud en vroeger notaris geweest. Door bedrog van zijn opvolger voert hij nog steeds processen om geld terug te krijgen. Hij is ook pensionbeheerder, maar hij doet er weinig aan: alles wordt beheerd door zijn vrouw. Hij had alleen grijs haar aan de zijkanten van zijn hoofd en hij droeg een zwart mutsje, dat hij had overgehouden uit de tijd dat hij nog notaris was. Hij had verder een grote snor en puntbaardje. Hij werd door de keukenmeisjes vaak belachelijk gemaakt, omdat hij aan veel ziektes leed en telkens wel weer ergens last van had. Madame Gendron Madame Gendron is een oude vrouw van 92, die kinds is geworden en aan kleptomanie lijdt. Ze steelt van de andere pensiongasten de gekste dingen, maar vaak worden deze door de kamermeisjes weer teruggegeven aan de eigenaars. Ze is erg rijk, en daarom krijgt zij ook altijd de hoogste rekeningen voor het pension. Daarmee is ze de steunpilaar van het pension. Ze is echter het mikpunt van spot van alle pensiongasten, door haar gedrag en rijkdom. Haar personage is echter van belang, omdat ze uit woede het aapje Chico in het vuur gooit. Aasgaard Aasgaard is een Noor van 30 jaar oud en advocaat, die naar Parijs is gekomen om zijn overleden vrouw te vergeten en Frans te leren. Hij had blond haar, een blonde snor en blauwe ogen. Hij is een van de weinige hotelgasten die niet eindeloos wacht met betalen. Zijn rol lijkt in het eerste opzicht niet zo belangrijk, maar halverwege het verhaal, in hoofdstuk elf, neemt hij ineens een belangrijke rol aan als adviesgever aan Grünewald die de eerste brief van Louise heeft gekregen. Dán wordt het ineens duidelijk dat Grünewald helemaal niet zulke goede bedoelingen heeft als het lijkt, de lezer wordt bedrogen met het beeld van de liefde dat door de ogen van Louise wordt geschetst. Meneer Martin Meneer Martin is 48 jaar oud en is een zakenman uit Nantes. Zijn vorige vrouw was gestorven of hij was ervan gescheiden, maar hij had nu een nieuwe vrouw, de Poolse Marie van 50, die samen met haar Pagina 4 van 9

5 moeder met hem mee was gegaan. Brizard Brizard was geen kostganger, maar een man die alleen s avonds kwam eten in Villa des Roses. Hij was architect. Hij was afkomstig van de Vogezen. Hij leed aan zwaarmoedigheid, en hij was altijd blij wanneer iemand hem naar zijn huis bracht. Deze zwaarmoedigheid komt gelijk aan het begin van het verhaal al aan de orde; hij pleegt zelfmoord. Dit is, door de nachtwake die Louise en Grünewald uitvoeren, het begin van hun opbloeiende liefde. Knidelius was een oude Hollander van 60 jaar die lange tijd op Java had geleefd. Jeanne de Kerros was een jonge vrouw die mank liep en witte vlekken in haar hals had, waardoor ze zoveel mogelijk gemeden werd door andere kostgangers. Aline en Bertha zijn twee keukenmeisjes, waarvan Aline de beste vriendin is van Louise. Colbert is de man die Aasgaard Frans leert en een grappenmaker die elke avond mee-eet. Dupuis is de eigenaar van het pension die tegen het eind van het verhaal overlijdt. Motieven Sociaal onrecht Een van de eerste motieven die opvalt, is het sociale onrecht, waar voortdurend sprake van is. Madame Brulot bedriegt haar pensiongasten door de verschillende tarieven; ze maakt onderscheid tussen mensen. Madame Gendron is telkens het mikpunt van spot. Wanneer ze voor gek wordt gezet met de sinaasappelen, heeft ze niet door dat het een grap is, en vermoordt uit woede het aapje Chico van madame Brulot, wat ook onrechtvaardig is. De verhouding tussen Louise en Grünewald is ook een voorbeeld van sociaal onrecht, want Grünewald houdt niet echt van haar. De abortus die Louise pleegt is in feite ook een voorbeeld van sociaal onrecht, want ze ontneemt een kind het leven. Overigens is het wel normaal in haar positie, omdat het er al op leek dat Grünewald niet echt van haar hield. Dood Dood is ook een belangrijk motief. Het vroegere zoontje van madame en meneer Brulot is op zesjarige leeftijd overleden. De vroegere man van Louise is overleden. Aasgaard heeft zijn vrouw verloren. Het aapje Chico, dat de plaats in had genomen van het zoontje van madame Brulot, wordt vermoord. Ook de meeste andere personages zijn alleenstaand, mogelijk doordat ze iemand hebben verloren. Ze zijn in het pension gekomen om de dood te vergeten. Dit sluit aan bij het grondmotief bedrog; ze willen de dood vergeten, voor de gek houden, doen alsof het niet gebeurd is. De zelfmoord van Brizard in de tuin van Villa des Roses zorgt ervoor dat ook hier het aspect de dood niet vergeten wordt, als waarschuwing: ook hier kan het gebeuren! Spijt Vooral bij Louise is spijt overheersend. Wanneer ze voor het eerst gekust heeft met Grünewald en merkt dat ze smoorverliefd is, voelt ze zich schuldig tegenover haar eerste man en haar zoontje en heeft spijt over haar zwakheid. Nadat ze een inktproef heeft laten doen, een soort psychische test waarbij je twee Pagina 5 van 9

6 blaadjes met een bolletje inkt ertussen tegen elkaar moest slaan, waarbij er twee vormen op het papier ontstaan, waarmee de toekomst van de relatie kan worden aangeduid, heeft ze spijt omdat ze niet de eerste twee velletjes heeft opgestuurd, maar het derde en het achtste velletje, omdat die haar het mooiste leken. Wanneer Louise aan het eind van het verhaal doorheeft dat Grünewald haar heeft verlaten, heeft ze er spijt van dat ze ooit iets met hem is begonnen. Medelijden Ondanks de harde wereld van bedrog, laat Elsschot toch zien dat er ook nog een gevoel van medelijden speelt in het hart van mensen. Madame Brulot werkt bij het armenhuis van Parijs. Ook laat ze toe dat er drie bedelaars elke dag mogen komen om de restjes van het eten op te halen. Het keukenmeisje geeft echter aan meerdere bedelaars iets. Mevrouw de Kerros heeft medelijden met madame Gendron wanneer ze voor gek wordt gezet met de sinaasappelen en wil haar vertellen dat het een grap is. Wanneer meneer Martin ineens vertrokken is en Marie en haar moeder met een torenhoge rekening heeft achtergelaten in het pension, toont madame Brulot medelijden door hen een week lang in de kamer te laten wonen, omdat er toch geen andere gasten zijn. Grondmotief Het grondmotief is bedrog. Alle personages, behalve Louise en Brizard, blijken op een of andere manier te bedriegen. Madame Brulot bedriegt haar klanten door ieder een andere prijs te laten betalen, door verkooptrucjes, zoals de champagne bij het feestje van mevrouw Dumoulin, toe te passen en omdat ze mogelijk fraudeert bij het armbestuur van Parijs. Meneer Brulot is bedrogen door zijn opvolger als notaris, waardoor hij nu, zestien jaar later, nog steeds processen voert. Hiervoor moet hij echter zijn vrouw bedriegen, door de persoonlijke kas van het pension aan te spreken. Mevrouw Gendron steelt van alle pensiongasten. Meneer Martin laat zijn vrouw Marie en haar moeder in de steek. Grünewald bedriegt Louise door te zeggen dat hij van haar houdt, terwijl hij het als niet meer ziet dan een pleziertje. De enige twee die niet bedriegen, maar zelf bedrogen worden, zijn Louise en Brizard. Brizard is al in het begin van het verhaal niet opgewassen tegen (het bedrog van) het leven en pleegt zelfmoord. Louise wordt bedrogen door Grünewald. Beiden worden zij dus het slachtoffer van het bedrog in de wereld. Vooral Louise is té naïef om dit in te zien. De boodschap van het grondthema is dan ook dat de oprechte mensen het slachtoffer worden in een wereld van bedrog. Spanning Er ontstaat spanning in het verhaal doordat de hoofdverhaallijn, de liefde tussen Louise en Grünewald, zich afspeelt temidden van allerlei andere kleine gebeurtenissen in het pension. Bovendien wordt er ook achtergrondinformatie en gebeurtenissen uit het verleden van personages gegeven tijdens het verhaal zelf, naast de uitgebreide persoonsbeschrijving in het begin. Het verhaal wordt op zo n manier geschetst, dat je de gebeurtenissen bijna voor je ogen ziet gebeuren. Er wordt geen gebruik gemaakt van uitgebreide, dichterlijke, mooie beschrijvingen van de omgeving, maar juist datgene wat er gebeurt is belangrijk. Er komen dan ook veel dialogen voor. Bij de relatie tussen Louise en Grünewald wordt al vrij snel duidelijk, dat de liefde van Grünewald niet echt is, en het hem meer om het avontuurtje gaat. De lezer gaat zich dan afvragen hoe lang dit voort gaat duren en hoe Louise er achter komt. Opvallend is dan ook Pagina 6 van 9

7 dat Louise zich van geen kwaad bewust is, terwijl ze toch een ernstige, serieuze jongedame is. Titelverklaring Villa des Roses is ten eerste de plaats waar de meeste gebeurtenissen zich afspelen. Daarnaast laat het echter ook het belangrijke thema bedrog in het verhaal zien. De lezer waant zich (net zoals een gast) in Villa des Roses, een pension dat een prachtige rozentuin zal bezitten en bovendien sjiek zal zijn, door de mooie naam en de aanduiding villa. Hij komt echter bedrogen uit, want de rozen zijn allang verdord door de schaduwen van de gebouwen eromheen, en madame Brulot, de beheerder van het pension, bedriegt haar gasten ook op alle mogelijke manieren, bijvoorbeeld het feit dat ze voor elke gast een andere prijs rekent en dat ze bij het jaarlijkse feest ter ere van de naamdag van madame Dumoulin stiekem een afspraak heeft met Colbert om zoveel mogelijk flessen champagne te kunnen verkopen. De roos is een symbool van de liefde, waarmee de belangrijkste verhaallijn, de liefde tussen Louise en Grünewald, duidelijk wordt. Dit is echter ook weer een bedrog, omdat Grünewalds liefde niet echt is. Structuur Het verhaal is verdeeld in 21 hoofdstukken, elk met een korte titel die het belangrijkste onderwerp uit dat hoofdstuk beschrijft. In de eerste vijf hoofdstukken worden de personages en het pension beschreven, waarmee het verhaal ingeleid wordt. De daaropvolgende hoofdstukken draaien bijna allemaal om Louise. Hoofdstuk 20 vertelt over het vertrek van Grünewald. Het laatste hoofdstuk, getiteld De aftocht is het slot van het verhaal: alle kostgangers gaan weg en nadat Louise tevergeefs brieven aan Grünewald heeft geschreven, vertrekt zij naar haar geboortedorp. Het begin van het verhaal is ab ovo, alle personages worden één voor één aan de lezer voorgesteld en het verhaal begint bij een willekeurige dag in het pension. Er gebeurt dan nog niet veel, Louise wordt het nieuwe kamermeisje en de mannen gaan achter haar aan. Er is geen sprake van midden in de handeling vallen. Het eind van het verhaal is redelijk gesloten. Alle kostgangers en de beheerders zijn weg, het is niet van belang wat er met hen gebeurt. Grünewald is nog steeds bij mevrouw Wimhurst, waarbij de vraag ontstaat of hij haar wél trouw zal blijven of dat hij zijn leven als versierder voortzet. Louise vertrekt naar haar geboortedorp, zonder enig doel; ze kan niet meer in het pension blijven en wachten op Grünewald heeft geen zin meer. Ook haar toekomst is dus nog open. Genre Het verhaal is niet-fictioneel: alle personen zijn verzonnen. Het is mogelijk een beetje autobiografisch, waarbij Grünewald het personage is dat de auteur voorstelt. Willem van Elsschot had namelijk ook een tijdlang in een pension in Parijs gelogeerd en maakte mogelijk dezelfde soort gebeurtenissen mee. Het verhaal valt onder de epiek, het is een verhalende tekst, de gebeurtenissen vinden plaats in en gedurende een bepaalde tijd. Het is een roman, er zijn veel personen en conflictsituaties en de hoofdpersoon groeit langzaam naar de climax. Relatie tussen tekst en auteur Willem Elsschot is een pseudoniem voor Alfons de Ridder. Dit pseudoniem komt van Het Elsschot, een moerassig gebied waar zijn moeder vandaan kwam. Hij werd geboren in Antwerpen in Zijn vader Pagina 7 van 9

8 was bakker in Antwerpen. Hij ging naar het atheneum en op zijn zestiende ging hij als bediende op een handelskantoor werken. Drie jaar later ging hij opnieuw studeren, en vertrok daarna naar Parijs, waar hij secretaris werd. Hij heeft de inspiratie voor Villa des Roses mogelijk hiervandaan gehaald. Misschien is het zelfs een autobiografisch werk, waarbij hij de rol van Grünewald heeft. Zijn eerste boek, dat in 1913 uitgegeven werd, was: Villa des Roses. Zijn eerste boeken weken erg af van de literaire smaak in die tijd: in plaats van mooie, dichterlijke taal gebruikte hij gewone niet opgesierde woorden en hij schreef over het dagelijks leven van gewone mensen. In 1920 stichtte hij een reclamecampagne in Antwerpen. In 1932 kwam hij in contact met de makers van het tijdschrift Forum. In dit tijdschrift gaf men de voorkeur aan de gewone taal boven de dichterlijke taal, en naarmate dit steeds bekender werd, kreeg zijn werk waardering en schreef hij meerdere boeken en gedichten. Hij maakte veel gebruik van humor, cynisme en sarcasme, waarbij hij qua schrijfstijl gewone woorden gebruikte. Dit alles is zeer duidelijk in Villa des Roses, waarin alle personages bespot en bekritiseerd worden. Zijn hoofdpersonen zijn altijd burgerlieden, gewone mensen. Zijn doel was echter niet om zoveel mogelijk realisme in zijn werk te brengen. Zijn doel was juist om mét realisme het dagelijkse leven en vooral de gevoelens en gedachten van de burgers te tonen. Daarbij is het aspect van de ellende die mensen elkaar aandoen belangrijk. Een dieper gelegen aspect is spijt. Ook deze aspecten zijn duidelijk waar te nemen in Villa des Roses. Opvallend in Villa des Roses is, dat er zoveel personages in voorkomen, terwijl dit in geen van zijn latere werken het geval is. Willem Elsschot stierf in Relatie tussen tekst en context In tegenstelling tot andere auteurs en de literaire smaak in zijn tijd, schreef Willem Elsschot niet volgens de regels van het expressionisme. Hij werd beïnvloed door de stroming van de nieuwe zakelijkheid, ofwel het neorealisme. Het neorealisme ontstond uit het kubisme uit de schilderkunst. In de schilderkunst ging het erom dat de afgebeelde werkelijkheid vereenvoudigd werd door gebruik te maken van simpele vormen. In de literatuur ging het erom dat de werkelijkheid op een zakelijke, gewone manier werd beschreven, zonder alle overbodige franje en versieringen die in de romantiek, neoromantiek en expressionisme zoveel gebruikt werden. Humor, cynisme en rake opmerkingen mochten echter wel. Sentimentele ernst was ook een aspect. De verhalen spelen zich vaak af in de stad; het gaat dan ook om het gewone, dagelijkse leven van burgers. Citatenmatrix Geen overbodige franje bij beschrijvingen: [Beschrijving van het gebouw Villa des Roses ] Blz. 9: En zoals de straat was, zo was ook het huis, dat slechts één enkele verdieping had, terwijl de buurt heinde en verre volgebouwd was met huizen van vijf en zes verdiepingen, welke aan weerszijden torenhoog boven de Villa uitstaken. [beschrijving van de plaats waar Louise en Grünewald gaan zitten] Blz. 44: De vriendin woonde ver, en in de tuin der Tuileries gingen zij op een bank zitten om een ogenblik uit te rusten. De bomen begonnen groen te zien en er speelden kanpen meisjes die bootjes deden varen in een Pagina 8 van 9

9 vijver. [beschrijving van hun eerste kus] Blz. 45: In de loop der week die nu volgde, vond Grünewald nog gelegenheid om de meisjes een paar maal te vergezellen en op zekere avond, toen hij met Louise op weg naar huis door een verlaten straat kwam, bleven beiden staan. Toen zei Grünewald Louise, sloeg de armen om haar heen en gaf haar een zoen. Het speelt zich af in de stad: Blz. 9: De Villa des Roses, waarin het echtpaar Brulot te eten gaf en kamers verhuurde, stond in de rue d Armaillé, een straat van weinig aanzien in het overigens breed aangelegde Quartier des Ternes. Sentimentele ernst: Blz. 45: Louise was een verstandig meisje en met haar man had zij genoeg ondervinding opgedaan, om zich niet te laten verrassen en met juistheid te beoordelen hoe de zaken stonden. Humor: Blz. 17: Voor madame Gendron was het telkens een smartelijk ogenblik. Zij schold de meisjes uit voor sales filles, maar begon s anderendaags toch weer opnieuw, zonder ooit de moed te verliezen. De kostgangers lieten haar begaan en deden alsof zij er inliepen. En de oude verkneukelde zich als een der heren haar vragen kwam of zij niets van zijn kleerborstel afwist, of van enig ander voorwerp dat spoorloos verdwenen was. Cynisme, spot: Blz. 17 Het arme mens hield trouwens veel van de heren en zij was zo blij als een kind wanneer een hunner, om het gezelschap aan t lachen te maken, haar aan tafel bediende. Rake opmerking van de auteur: Blz. 9: En wie hen samen lopen zag, op stap als twee soldaten, begreep dat die twee voorbestemd waren om elkander de vreselijkste dingen op de hals te halen. Pagina 9 van 9