SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Elke tablet bevat 5 mg solifenacinesuccinaat overeenkomend met 3,8 mg solifenacine.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Elke tablet bevat 5 mg solifenacinesuccinaat overeenkomend met 3,8 mg solifenacine."

Transcriptie

1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Solifeaciesucciaat Aristo 5 mg filmomhulde tablette Solifeaciesucciaat Aristo 10 mg filmomhulde tablette 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Solifeaciesucciaat Aristo 5 mg filmomhulde tablette Elke tablet bevat 5 mg solifeaciesucciaat overeekomed met 3,8 mg solifeacie. Solifeaciesucciaat Aristo 10 mg filmomhulde tablette Elke tablet bevat 10 mg solifeaciesucciaat overeekomed met 7,5 mg solifeacie. Hulpstof met beked effect: watervrij lactose Solifeaciesucciaat Aristo 5 mg filmomhulde tablette: Elke tablet bevat 104,6 mg watervrij lactose. Solifeaciesucciaat Aristo 10 mg filmomhulde tablette: Elke tablet bevat 209,1 mg watervrij lactose. Voor de volledige lijst va hulpstoffe, zie rubriek FARMACEUTISCHE VORM Filmomhulde tablette Solifeaciesucciaat Aristo 5 mg filmomhulde tablette Rode, lichtroze filmomhulde tablette. Solifeaciesucciaat Aristo 10 mg filmomhulde tablette Rode, lichtroze filmomhulde tablette met ee breukstreep. De tablet ka worde verdeeld i gelijke doses. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische idicaties Symptomatische behadelig va urge-icotietie e/of verhoogde mictiefrequetie e aadrag, zoals ka voorkome bij patiëte met het overactieveblaassydroom. 4.2 Doserig e wijze va toedieig Doserig Volwassee, iclusief oudere De aabevole doserig is 5 mg solifeaciesucciaat eemaal daags. Idie odig mag de doserig worde verhoogd tot 10 mg solifeaciesucciaat eemaal daags. Pediatrische patiëte De veiligheid e werkzaamheid va Solifeaciesucciaat Aristo bij kidere zij og iet vastgesteld. Daarom diet Solifeaciesucciaat Aristo iet te worde gebruikt bij kidere. Patiëte met ierisufficiëtie Aapassig va de doserig is iet oodzakelijk voor patiëte met lichte tot matige ierisufficiëtie (creatiieklarig >30 ml/mi). Patiëte met erstige ierisufficiëtie (creatiieklarig 1/10

2 30 ml/mi) diee voorzichtig te worde behadeld e de dagelijkse doserig mag iet hoger zij da 5 mg (zie rubriek 5.2). Patiëte met leverisufficiëtie Aapassig va de doserig is iet oodzakelijk voor patiëte met lichte leverisufficiëtie. Patiëte met matige leverisufficiëtie (Child-Pugh-score va 7 tot 9) diee voorzichtig te worde behadeld e de dagelijkse doserig mag iet hoger zij da 5 mg (zie rubriek 5.2). Sterke remmers va cytochroom P450 3A4 De maximale doserig Solifeaciesucciaat Aristo diet beperkt te worde tot 5 mg bij gelijktijdig gebruik va ketocoazol of therapeutische doserige va adere sterke CYP3A4-remmers, zoals ritoavir, elfiavir, itracoazol (zie rubriek 4.5). Wijze va toedieig Solifeaciesucciaat Aristo diet oraal te worde igeome e met wat vloeistof te worde doorgeslikt. Er mag iet op de tablet worde gekauwd. De tablet ka met of zoder voedsel worde igeome. 4.3 Cotra-idicaties Solifeacie is gecotra-idiceerd bij patiëte met urieretetie, ee erstige gastro-itestiale aadoeig (met ibegrip va toxisch megacolo), myastheia gravis of auwekamerhoekglaucoom, e patiëte met ee risico op deze aadoeige. - Patiëte die overgevoelig zij voor de werkzame stof of voor ee va de i rubriek 6.1 vermelde hulpstoffe. - Patiëte die hemodialyse odergaa (zie rubriek 5.2). - Patiëte met erstige leverisufficiëtie (zie rubriek 5.2). - Patiëte met erstige ierisufficiëtie of matige leverisufficiëtie die worde behadeld met ee sterke CYP3A4-remmer, zoals ketocoazol (zie rubriek 4.5). 4.4 Bijzodere waarschuwige e voorzorge bij gebruik Adere oorzake va frequet uriere (hartfale of ierziekte) diee te worde oderzocht voordat de behadelig met Solifeaciesucciaat Aristo wordt gestart. Idie ee uriewegifectie aawezig is, diet ee passede atibacteriële therapie te worde igezet. Solifeaciesucciaat Aristo diet met de odige voorzichtigheid gebruikt te worde bij patiëte: - met ee kliisch sigificate obstructie va de blaas met ee risico op urieretetie. - met gastro-itestiale obstructie. - met ee risico op vermiderde gastro-itestiale motiliteit. - met erstige ierisufficiëtie (creatiieklarig 30 ml/mi; zie rubrieke 4.2 e 5.2) e de dagelijkse doserig mag iet hoger zij da 5 mg voor deze patiëte. - met matige leverisufficiëtie (Child-Pugh-score va 7 tot 9; zie rubrieke 4.2 e 5.2), e de dagelijkse doserig mag voor deze patiëte iet hoger zij da 5 mg. - die gelijktijdig behadeld worde met ee sterke CYP3A4-remmer, zoals ketocoazol (zie rubrieke 4.2 e 4.5). - met ee hiatus heria/gastro-oesofageale reflux e/of patiëte die gelijktijdig geeesmiddele gebruike die oesofagitis kue veroorzake of verergere, zoals bisfosfoate. - met autoome europathie. QT-verlegig e torsade de poites zij waargeome bij patiëte met risicofactore zoals bestaad lage-qt-sydroom e hypokaliëmie. De veiligheid e werkzaamheid zij og iet vastgesteld bij patiëte met ee eurogee oorzaak voor overactiviteit va de blaas. 2/10

3 Agio-oedeem met luchtwegobstructie is gemeld bij sommige patiëte op solifeaciesucciaat. Idie agio-oedeem optreedt, diet solifeaciesucciaat te worde gestaakt e zal ee geschikte behadelig moete worde igesteld e/of zulle passede maatregele moete worde geome. Aafylactische reacties zij gerapporteerd bij sommige patiëte die werde behadeld met solifeaciesucciaat. Bij patiëte die aafylactische reacties otwikkele, diet het gebruik va solifeaciesucciaat te worde gestaakt e passede behadelig e/of maatregele te worde geome. Het maximale effect va Solifeaciesucciaat Aristo ka op zij vroegst pas a 4 weke worde vastgesteld. Belagrijke iformatie over de igrediëte va dit geeesmiddel Dit geeesmiddel bevat lactose. Patiëte met zeldzame erfelijke aadoeige als galactoseitoleratie, Lapp-lactasedeficiëtie of glucose-galactosemalabsorptie diee dit geeesmiddel iet te gebruike. 4.5 Iteracties met adere geeesmiddele e adere vorme va iteractie Farmacologische iteracties Gelijktijdige behadelig met adere geeesmiddele die aticholierge eigeschappe hebbe, ka resultere i meer uitgesproke therapeutische effecte e bijwerkige. Alvores met ee adere aticholierge therapie te begie, diet me ee iterval va ogeveer ee week te hatere a het stoppe va de behadelig met Solifeaciesucciaat Aristo. Het therapeutische effect va solifeacie ka vermiderd worde idie het tegelijk met cholierge receptoragoiste wordt toegedied. Het effect va middele die de motiliteit va het maag-darmkaaal bevordere, zoals metoclopramide e cisapride, ka door solifeacie vermiderd worde. Farmacokietische iteracties I vitro studies hebbe getood dat solifeacie i therapeutische cocetraties gee remmig veroorzaakt va uit humae levermicrosome verkrege CYP1A1/2, 2C9, 2C19, 2D6 of 3A4. Derhalve is het iet aaemelijk dat solifeacie de klarig veradert va geeesmiddele die ook door deze ezyme worde gemetaboliseerd. Effect va adere geeesmiddele op de farmacokietiek va solifeacie Solifeacie wordt gemetaboliseerd door CYP3A4. Gelijktijdige toedieig va ketocoazol (200 mg/dag), ee sterke CYP3A4-remmer, resulteerde i ee verdubbelig va de AUC va solifeacie, terwijl ee ketocoazoldoserig va 400 mg/dag resulteerde i ee verdrievoudigig va de AUC va solifeacie. Daarom diet de maximale doserig Solifeaciesucciaat Aristo beperkt te worde tot 5 mg waeer het gelijktijdig wordt gebruikt met ketocoazol of therapeutische doserige va adere sterke CYP3A4-remmers (zoals ritoavir, elfiavir, itracoazol) (zie rubriek 4.2). Gelijktijdige toedieig va solifeacie e ee sterke CYP3A4-remmer is gecotra-idiceerd bij patiëte met erstige ierisufficiëtie of matige leverisufficiëtie. De effecte va ezymiductie op de farmacokietiek va solifeacie e haar metaboliete, och het effect va substrate met ee hogere affiiteit voor CYP3A4 op de blootstellig aa solifeacie, zij oderzocht. Omdat solifeacie wordt gemetaboliseerd door CYP3A4 kue farmacokietische iteracties optrede met adere CYP3A4-substrate met ee hogere affiiteit (zoals verapamil, diltiazem) e CYP3A4-iductore (zoals rifampicie, feytoïe, carbamazepie). Effect va solifeacie op de farmacokietiek va adere geeesmiddele Orale cotraceptiva Iame va Solifeaciesucciaat Aristo had gee ivloed op de farmacokietiek va combiatiepreparate va orale aticoceptiva (ethiyloestradiol e levoorgestrel). 3/10

4 Warfarie Iame va Solifeaciesucciaat Aristo had gee ivloed op de farmacokietiek va R-warfarie e S-warfarie e hu effecte op de protrombietijd. Digoxie Iame va Solifeaciesucciaat Aristo had gee ivloed op de farmacokietiek va digoxie. 4.6 Vruchtbaarheid, zwagerschap e borstvoedig Zwagerschap Er zij gee kliische gegeves va vrouwe die zwager werde tijdes de behadelig met solifeacie. De resultate va dieroderzoek duide iet op directe schadelijke effecte wat betreft vruchtbaarheid, otwikkelig va het embryo/de foetus of de bevallig (zie rubriek 5.3). Het potetiële risico voor de mes is iet beked. Voorzichtigheid is gebode bij het voorschrijve aa zwagere vrouwe. Borstvoedig Er zij gee gegeves beschikbaar over de excretie va solifeacie i de moedermelk. I muize werde solifeacie e/of haar metaboliete i de melk uitgescheide, e veroorzaakte deze ee dosisafhakelijke groeistooris bij pasgebore muize (zie rubriek 5.3). Daarom diet gebruik va Solifeaciesucciaat Aristo iet te worde gebruikt tijdes het geve va borstvoedig. 4.7 Beïvloedig va de rijvaardigheid e het vermoge om machies te bediee Omdat solifeacie, et als adere aticholierge stoffe, wazig zie, e soms slaperigheid e vermoeidheid (zie rubriek 4.8 Bijwerkige) ka veroorzake, ka het vermoge om voertuige te besture of machies te bediee egatief worde beïvloed. 4.8 Bijwerkige Samevattig va het veiligheidsprofiel Te gevolge va de farmacologische werkig ka solifeacie aticholierge bijwerkige veroorzake va i het algemee lichte of matige aard. De frequetie va aticholierge bijwerkige is gerelateerd aa de doserig. De meest gerapporteerde bijwerkig va Solifeaciesucciaat Aristo was ee droge mod. Dit kwam voor bij ogeveer 11% va de patiëte behadeld met 5 mg per dag, 22% va de patiëte behadeld met 10 mg per dag e 4% va de met placebo behadelde patiëte. De erst va de droge mod was over het algemee licht e leidde slechts i ekele gevalle tot het afbreke va de behadelig. I het algemee was de therapietrouw erg hoog (ogeveer 99%) e ogeveer 90% va de patiëte behadeld met Solifeaciesucciaat Aristo voltooide de volledige behadeligsperiode va 12 weke. Overzicht va bijwerkige i tabelvorm Systeem/orgaa klasse volges gegevesbak MedDRA Ifecties e parasitaire aadoeige Immuusysteem aadoeige Voedigs- e Zeer vaak ( 1/10) Vaak ( 1/100, <1/10) Soms ( 1/1.000, <1/100) Uriewegifectie Cystitis Zelde ( 1/10.000, <1/1.000) Zeer zelde (<1/10.000) Niet beked (ka met de beschikbare gegeves iet worde bepaald) Aafylactische reactie Vermiderde 4/10

5 Psychische stoorisse Oogaadoeige stofwisseligsstoorisse Zeuwstelselaadoeige Hartaadoeige Ademhaligsstelsel-, borstkas- e mediastiumaadoeige Maagdarmstelsel aadoeige Lever- e galaadoeige Huid- of oderhuidaadoeige Skeletspierstelsel- e bidweefselaadoeige Nier- e uriewegaadoeige Algemee aadoeige e toedieigsplaatsstoorisse Droge mod Slaperigheid Dysgeusie Duizeligheid Hoofdpij Halluciaties Verwarde toestad eetlust Hyperkaliëmie Delirium Wazig zie Droge oge Glaucoom Costipatie Misselijkheid Dyspepsie Buikpij Droge eusslijmvlieze Gastrooesofageale refluxziekte Droge keel Droge huid Moeilijkhede met mictie Vermoeidheid Perifeer oedeem Coloobstructie Fecale impactie Brake Pruritus Huiduitslag Urieretetie Erythema multiforme Urticaria Agio-oedeem Torsade de Poites Elektrocardiogram QT verlegd Atriumfibrillatie Palpitaties Tachycardie Dysfoie Ileus Abdomiale klachte Leveraadoeig Abormale resultate leverfuctietest Exfoliatieve dermatitis Spierzwakte Nierfale Meldig va vermoedelijke bijwerkige Het is belagrijk om a toelatig va het geeesmiddel vermoedelijke bijwerkige te melde. Op deze wijze ka de verhoudig tusse voordele e risico s va het geeesmiddel voortdured worde gevolgd. Beroepsbeoefeare i de gezodheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkige te melde via het Nederlads Bijwerkige Cetrum Lareb, website 5/10

6 4.9 Overdoserig Symptome Overdoserig met solifeaciesucciaat ka aaleidig geve tot erstige aticholierge effecte. De hoogste dosis solifeaciesucciaat die obedoeld aa éé patiët werd gegeve was 280 mg i ee periode va 5 uur. Dit resulteerde i veraderige i metale toestad waarvoor gee ziekehuisopame odig was. Behadelig I het geval va ee overdosis met solifeaciesucciaat diet de patiët behadeld te worde met actieve kool. Maagspoelig is zivol waeer dit bie 1 uur wordt uitgevoerd, maar brake mag iet worde opgewekt. Zoals voor adere cholierge stoffe kue symptome als volgt worde behadeld: - Erstige cetraal aticholiergische effecte, zoals halluciaties of erstige opwidig: behadele met fysostigmie of carbachol. - Covulsies of uitgesproke opwidig: behadele met bezodiazepies. - Respiratoire isufficiëtie: behadele door middel va kustmatige beademig. - Tachycardie: behadele met bèta-blokkers. - Urieretetie: behadele door middel va katheterisatie. - Mydriasis: behadele met pilocarpie oogdruppels e/of middels het overbrege va de patiët aar ee dokere ruimte. Zoals met adere atimuscariica diet i geval va overdoserig speciale aadacht te worde gegeve aa patiëte met ee beked risico op QT-verlegig (zoals hypokaliëmie, bradycardie e gelijktijdige toedieig va middele waarva beked is dat ze het QT-iterval verlege) e relevate hartziekte i de aamese (zoals myocardischemie, aritmie e cogestief hartfale). 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodyamische eigeschappe Farmacotherapeutische categorie: uriaire atispasmodica, ATC-code: G04B D08. Werkigsmechaisme Solifeacie is ee competitieve, specifieke cholierge-receptoratagoist. De urieblaas wordt geïerveerd door parasympathische cholierge zeuwe. Acetylcholie veroorzaakt sametrekkig va het gladde spierweefsel va de detrusor via muscariereceptore, vooramelijk va het M 3 subtype. I vitro e i vivo farmacologische experimete wijze erop dat solifeacie ee competitieve remmer va de M 3 subtype receptor is. Bovedie is aagetood dat solifeacie ee specifieke atagoist voor muscariereceptore is met ee lage of gee affiiteit voor verscheidee adere receptore e iokaale die zij getest. Farmacodyamische effecte Behadelig met solifeaciesucciaat i doserige va 5 e 10 mg eemaal daags is oderzocht i verscheidee dubbelblide, geradomiseerde, gecotroleerde kliische studies oder maelijke e vrouwelijke patiëte met symptome va ee overactieve blaas. Eemaal daagse toedieig va 5 e 10 mg solifeaciesucciaat liet te opzichte va placebo ee statistisch sigificate verbeterig zie i de primaire e secudaire eidpute (zie tabel hieroder). De werkzaamheid is bie 1 week a het begi va de behadelig waargeome e stabiliseert over ee periode va 12 weke. Ee lagdurede ope-labelstudie heeft aagetood dat de werkzaamheid behoude bleef gedurede te miste 12 maade. Na 12 weke behadelig werd ogeveer 50% va de patiëte met icotietie voor behadelig vrij va icotietie, e ogeveer 35% va de patiëte bereikte ee mictiefrequetie va mider da 8 micties per dag. Behadelig va de symptome va overactieve blaas resulteerde teves i de verbeterig va ee aatal aspecte va de kwaliteit va leve, zoals de algemee gezodheidsperceptie, ivloed va 6/10

7 icotietie op de kwaliteit va het leve, rolbeperkige, fysieke beperkige, sociale beperkige, emoties, erst va de symptome, maatregele m.b.t. de erst e de verhoudig slaap/eergie. Resultate (gecombieerde aalyse) va 4 gecotroleerde fase III-studies, 12 weke behadelig Placebo Solifeacie Solifeacie 5 mg 10 mg eemaal eemaal daags daags Aatal micties per 24 uur Gemiddelde baselie Gemiddelde afame t.o.v. baselie % verschil t.o.v. baselie Aatal urge-episodes per 24 uur Gemiddelde baselie Gemiddelde afame t.o.v. baselie % verschil t.o.v. baselie Aatal icotietie-episodes per 24 uur Gemiddelde baselie Gemiddelde afame t.o.v. baselie % verschil t.o.v. baselie Aatal ycturie-episodes per 24 uur Gemiddelde baselie Gemiddelde afame t.o.v. baselie % verschil t.o.v. baselie Geplast volume per mictie Gemiddelde baselie Gemiddelde afame t.o.v. baselie % verschil t.o.v. baselie Aatal luiers per 24 uur Gemiddelde baselie Gemiddelde afame t.o.v. baselie % verschil t.o.v. baselie 11,9 1,4 (12%) ,3 2,0 (32%) ,9 1,1 (38%) 781 1,8 0,4 (22%) ml 9 ml (5%) ,0 0.8 (27%) ,1 2,3 (19%) 552 5,9 2,9 (49%) 548 2,6 1,5 (58%) 314 2,0 0,6 (30%) 494 0, ml 32 ml (21%) 552 2,8 1,3 (46%) ,9 2,7 (23%) ,2 3,4 (55%) ,9 1,8 (62%) 778 1,8 0,6 (33%) ml 43 ml (26%) ,7 1,3 (48%) 242 Tolterodie 2 mg tweemaal daags 12,1 1,9 (16%) 250 0,004 5,4 2,1 (39%) 250 0,031 2,3 1,1 (48%) 157 0,009 1,9 0,5 (26%) 232 0, ml 24 ml (16%) 250 2,7 1,0 (37%) 250 0,010 Noot: I 4 va de belagrijkste studies werde Solifeacie 10 mg e placebo gebruikt. I 2 va de 4 studies werd teves Solifeacie 5 mg gebruikt e i éé studie tolterodie 2 mg tweemaal daags. Niet alle waaremige e behadeligsgroepe zij geëvalueerd i elke idividuele studie. Daarom kue de aatalle patiëte i de tabel verschille per waaremig e per behadeligsgroep. * p-waarde voor de paarsgewijze vergelijkig met placebo 5.2 Farmacokietische eigeschappe 7/10

8 Absorptie Na iame va solifeacietablette worde maximum plasmacocetraties (C max ) solifeacie a 3 tot 8 uur (t max ) bereikt. De t max is oafhakelijk va de dosis. De C max e de AUC eme everedig toe met de dosis tusse 5 e 40 mg. De absolute biologische beschikbaarheid is ogeveer 90%. Voedseliame heeft gee effect op de C max e de AUC va solifeacie. Distributie Het distributievolume va solifeacie a itraveeuze toedieig is ogeveer 600 l. Solifeacie wordt i sterke mate (ogeveer 98%) gebode aa plasmaproteïe, vooramelijk α 1 - glycoproteïezuur. Biotrasformatie Solifeacie wordt i hoge mate gemetaboliseerd door de lever, vooramelijk door cytochroom P450 3A4 (CYP3A4). Er zij echter ook adere metabole routes die kue bijdrage aa het metabolisme va solifeacie. De systemische klarig va solifeacie is ogeveer 9,5 l/uur e de termiale halfwaardetijd is uur. Na orale toedieig zij i het plasma, aast solifeacie, éé actieve metaboliet (4R-hydroxy solifeacie) e drie iactieve metaboliete (N-glucuroide, N-oxide e 4Rhydroxy-N-oxide solifeacie) gevode. Elimiatie Na eemalige toedieig va 10 mg 14 C-gelabeld solifeacie werd ogeveer 70% va de radioactiviteit teruggevode i de urie e 23% i de feces, gedurede 26 dage. I de urie werd ogeveer 11% va de radioactiviteit teruggevode als overaderde werkzame stof; ogeveer 18% als de N-oxide metaboliet, 9% als de 4R-hydroxy-N-oxide metaboliet e 8% als de 4R-hydroxy metaboliet. Lieariteit/o-lieariteit I het therapeutisch doserigsgebied is er sprake va lieaire farmacokietiek. Adere bijzodere populaties Oudere Doserigsaapassig op basis va leeftijd is iet oodzakelijk. Studies i oudere patiëte hebbe aagetood dat de blootstellig aa solifeacie, uitgedrukt i AUC, a toedieig va solifeaciesucciaat (5 mg e 10 mg eemaal daags) gelijk was i gezode oudere (65-80 jaar) e jogere (joger da 55 jaar) proefpersoe. De gemiddelde absorptieselheid, uitgedrukt als t max, was iets lagzamer e de termiale halfwaardetijd was ogeveer 20% lager bij de oudere proefpersoe. Deze gerige verschille werde kliisch iet sigificat geacht. De farmacokietiek va solifeacie is iet vastgesteld bij kidere e adolescete. Geslacht De farmacokietiek va solifeacie wordt iet beïvloed door het geslacht. Ras De farmacokietiek va solifeacie wordt iet beïvloed door het ras. Nierisufficiëtie De AUC e C max va solifeacie bij patiëte met lichte tot matige ierisufficiëtie was iet sigificat verschilled va die bij gezode proefpersoe. Bij patiëte met erstige ierisufficiëtie (creatiieklarig 30 ml/mi) was de blootstellig aa solifeacie sigificat groter da i cotroleproefpersoe; C max was ogeveer 30% hoger, AUC meer da 100% e de termiale halfwaardetijd meer da 60%. Ee statistisch sigificat verbad werd waargeome tusse de creatiieklarig e de klarig va solifeacie. De farmacokietiek bij patiëte die hemodialyse odergaa, is iet oderzocht. 8/10

9 Leverisufficiëtie Bij patiëte met matige leverisufficiëtie (Child-Pugh-score va 7 tot 9) is de C max iet beïvloed, de AUC met 60% toegeome e de termiale halfwaardetijd verdubbeld. De farmacokietiek va solifeacie bij patiëte met erstige leverisufficiëtie is iet oderzocht. 5.3 Gegeves uit het prekliisch veiligheidsoderzoek Prekliische gegeves duide iet op ee speciaal risico voor de mes. Deze gegeves zij afkomstig va covetioeel oderzoek op het gebied va veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde doserig, vruchtbaarheid, otwikkelig va het embryo/de foetus, geotoxiciteit e carciogee potetieel. I ee pre- e postatale otwikkeligsstudie bij muize leidde solifeacie, i kliisch relevate cocetraties, bij lacterede muize tot ee dosisafhakelijke afame i postpartumoverlevig, ee lager gewicht e vertraagde fysieke otwikkelig va de pups. Dosisgerelateerde verhoogde mortaliteit zoder voorafgaade kliische symptome kwam voor bij juveiele muize die vaaf dag 10 of 21 a geboorte werde behadeld met doserige die ee farmacologisch effect bereikte. Beide groepe hadde ee hogere mortaliteit i vergelijkig met volwasse muize. I juveiele muize die postataal op dag 10 werde behadeld, was de plasmablootstellig hoger da bij volwasse muize; vaaf postataal dag 21 was de systemische blootstellig vergelijkbaar met die va volwasse muize. De kliische implicaties va de verhoogde mortaliteit bij juveiele muize zij iet beked. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst va hulpstoffe Ker va de tablet Gepregelatiiseerd maïszetmeel Watervrij lactose Hypromellose Magesiumstearaat Watervrij colloïdaal silica Filmomhullig Macrogol 8000 Talk Hypromellose Titaiumdioxide (E171) Rood ijzeroxide (E172) 6.2 Gevalle va overeigbaarheid Niet va toepassig. 6.3 Houdbaarheid 3 jaar 6.4 Speciale voorzorgsmaatregele bij beware Voor dit geeesmiddel zij er gee speciale bewaarcodities. 6.5 Aard e ihoud va de verpakkig De tablette zij verpakt i PVC/alumiium blisterverpakkige. 9/10

10 Verpakkigsgrootte voor Solifeaciesucciaat Aristo 5 mg filmomhulde tablet: 10, 30, 50, 90 of 100 tablette. Verpakkigsgrootte voor Solifeaciesucciaat Aristo 10 mg filmomhulde tablet: 20, 30, 50, 90 of 100 tablette. Niet alle geoemde verpakkigsgrootte worde i de hadel gebracht. 6.6 Speciale voorzorgsmaatregele voor het verwijdere Al het ogebruikte geeesmiddel of afvalmateriaal diet te worde verietigd overeekomstig lokale voorschrifte. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Aristo Pharma GmbH Walleroder Straße Berlij Duitslad Tel.: Fax: NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Solifeaciesucciaat Aristo 5 mg filmomhulde tablette - RVG Solifeaciesucciaat Aristo 10 mg filmomhulde tablette - RVG DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN DE VERGUNNING Datum va eerste verleig va de verguig: 12 jui DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST Laatste gedeeltelijke wijzigig betreft rubriek 6.3: 15 juli /10