Externe evaluatie van het lectoraat Windenergie NHL Hogeschool. visitatiedatum: 16 januari 2014

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Externe evaluatie van het lectoraat Windenergie NHL Hogeschool. visitatiedatum: 16 januari 2014"

Transcriptie

1 Externe evaluatie van het lectoraat Windenergie NHL Hogeschool visitatiedatum: 16 januari 2014

2 INHOUDSOPGAVE Samenvatting 1. Inleiding 2. Positionering van het 3. Het oordeel van de commissie 1. Missie en onderzoeksprofiel 2. Impact, waardering en erkenning op het gebied van: - kennisontwikkeling; - beroepspraktijk en maatschappij; - onderwijs en scholing. 3. Portfolio en de wijze waarop het lectoraat is georganiseerd 4. Mensen en middelen 5. Relevantie en duurzaamheid van in- en externe samenwerkingsverbanden 4. Afsluiting: aanbevelingen Bijlagen Bijlage 1: Samenstelling van de externe beoordelingscommissie Bijlage 2: Programma externe evaluatie Bijlage 3: Bestudeerde documenten Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 2

3 Samenvatting Het ging in 2011 van start en werd mede ingesteld om op de NHL een hbo-opleiding op het gebied van windenergie te ontwikkelen. In Nederland bestond een dergelijke opleiding nog niet, ondanks de toenemende belangstelling voor windenergie en de gunstige toekomstperspectieven voor hbo-afgestudeerden. Inmiddels is de beoogde afstudeerrichting/minor op de NHL gerealiseerd. De lector coördineert ook de module Wind and Hydro in de EUREC-master Renewable Energy op de Hanzehogeschool in Groningen. Momenteel trekt het onderwijsaanbod nog weinig studenten. Naar de mening van de commissie zou de exposure van zowel de NHL-opleiding als het lectoraat zelf moeten worden vergroot. De opleiding windenergie zou aantrekkelijker moeten worden ingericht, en de werving zou zowel nationaal als internationaal moeten plaatsvinden. Het onderzoek van het lectoraat spitst zich vooral toe op door studenten uitgevoerd onderzoek naar de verbetering van kleine windturbines. De medewerkers van het Instituut Techniek die bij het lectoraat betrokken zijn, worden in hoofdzaak ingezet voor het onderwijs. Als gevolg van de beperkte formatie waarover het lectoraat beschikt, kan er geen gedegen eigen onderzoek worden uitgevoerd. De commissie heeft grote waardering voor wat er in de afgelopen twee jaar is bereikt. De doelstellingen op het gebied van onderwijs zijn ruimschoots gehaald, en er is een groot aantal samenwerkingsverbanden met kennisinstellingen tot stand gekomen. Het lectoraat werkt samen met onder andere de UAS Bremerhaven in Duitsland, de TU Delft en de Hogeschool Inholland. De commissie stelt vast dat het nu tijd is een stap voorwaarts te zetten. Het lectoraat heeft in principe een grote potentie. Het aantal in aanbouw dan wel geplande windparken in Nederland groeit, de behoefte aan gekwalificeerd personeel zal navenant toenemen en er is nog veel te winnen op gebieden als verbetering van de techniek, kostenbeheersing, en efficiency. Innovaties op het gebied van onderhoud en exploitatie (Operation and maintenance = O&M) zijn eveneens ten zeerste gewenst. Wil het lectoraat landelijk een interessante partner op het gebied van windenergie worden, dan moet het zijn ambities hoger gaan stellen en op zoek gaan naar een eigen unieke waardepropositie. De NHL heeft lectoraten in huis om te komen tot unieke combinaties. De commissie denkt met name aan innovatie op het gebied van onderhoud en exploitatie van grote windturbines en windparken. Op het moment zijn de ter beschikking staande middelen echter niet aanwezig om dit doel te bereiken. In principe zijn er ervaren onderzoekers, maar er zou een programmamanager moeten worden aangesteld, die de bij te stellen strategie ook gaat operationaliseren. Op deze wijze kunnen de mogelijkheden die het lectoraat in zich heeft gerealiseerd worden. Dat is in het belang van de NHL zelf, de Noordelijke provincies, en last but not least de windenergie sector. Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 3

4 1. Inleiding De NHL Hogeschool heeft een externe evaluatiecommissie de opdracht gegeven het lectoraat Windenergie te beoordelen. Deze externe beoordeling van het lectoraat maakt deel uit van de in het Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) 1 opgenomen afspraken met betrekking tot de kwaliteitszorg van onderzoek in het HBO. De commissie bestond uit Prof. dr. L. Verhoef, voorzitter, Prof. dr. G. J.W. van Bussel en Prof. dr. H. Seifert. Mw. drs. A. Boots fungeerde als secretaris/auditor. De commissie had tot taak de kwaliteit van de onderzoekseenheid te toetsen op de uitgangspunten van het kwaliteitszorgstelsel van de NHL. Bijlage 1 bevat de personalia van de commissie. Opdracht De NHL heeft de commissie verzocht een oordeel uit te brengen over haar bevindingen en daar aanbevelingen aan te verbinden. Dit oordeel spitst zich toe op de vijf evaluatievragen en de kwaliteitscriteria van de NHL, conform het Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek vastgelegd in het Kader Kwaliteitszorg van onderzoek van de NHL. Om haar taak te kunnen verrichten, heeft de commissie de beschikking gekregen over een zelfevaluatierapport van het. Bijlage 3 bevat een overzicht van geraadpleegde documenten. Werkwijze De dag voorafgaand aan de visitatie heeft een voorbespreking van de commissie plaatsgevonden. Op 16 januari 2014 vond de visitatie op de NHL plaats. Bijlage 2 bevat het programma en een van met personen met wie de commissie heeft gesproken. Opbouw rapportage De rapportage omvat puntsgewijs het oordeel van de commissie over de door de NHL aangedragen evaluatievragen. Eerst volgt een korte samenvatting van de zelfevaluatie, daarna de bevindingen van de commissie. Het concept-rapport is op 26 maart 2014 aan de NHL aangeboden voor hoor en wederhoor. De NHL heeft op het concept gereageerd. Op 12 mei 2014 verscheen de definitieve versie. Waardering van de commissie ten aanzien van de voorbereiding van de visitatie door de NHL De commissie heeft veel waardering voor de gastvrijheid die de NHL de commissie bij de voorbereiding van de visitatie in Leeuwarden heeft geboden en de openheid waarmee de gesprekspartners tijdens de visitatiedag hebben gesproken. De samenstelling van de gespreksgroepen stelde de commissie in staat haar voorlopige bevindingen op basis van het schriftelijk materiaal te toetsen en waar nodig aan te vullen. 1 HBO-Raad, 2007 Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 4

5 2. Positionering van het De NHL Hogeschool heeft vier instituten: het Instituut voor Economie en Management, het Instituut voor Educatie en Communicatie, het Instituut voor Techniek en het Instituut voor Zorg en Welzijn. Het valt onder het Instituut Techniek. 3. Het oordeel van de commissie over de door de NHL aangedragen evaluatievragen EVALUATIEVRAAG 1 Vindt het onderzoek plaats vanuit een relevante en uitdagende missie en een helder onderzoeksprofiel? Alvorens deze vraag te beantwoorden, gaat de commissie eerst in op de aanleiding tot de instelling van het lectoraat. De oliecrisis van 1973 heeft het denken over de noodzaak om meer gebruik te gaan maken van lokale energiebronnen (waaronder windenergie) een grote stimulans gegeven. Cijfers wijzen uit, dat wereldwijd de winning van door wind opgewekte elektriciteit de laatste twintig jaar enorm is toegenomen. In Nederland zijn op dit moment twee middelgrote offshore windparken in bedrijf, een aantal andere zijn in voorbereiding dan wel gepland. Nederlandse (offshore) bedrijven en instituten alsmede het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) in Petten en de TU Delft zijn betrokken bij de aanleg van respectievelijk onderzoek ten behoeve van veel offshore windparken wereldwijd. Hoewel de Nederlandse overheid ten aanzien van windenergie een zwalkend beleid heeft gevoerd, is er thans een nationale doelstelling van 6000 MW onshore vermogen geformuleerd (een toename van ca MW ten opzichte van de huidige situatie) en is er door de SER een convenant getekend met alle betrokken partijen om deze doelstelling het komende decennium te bereiken. Allerwege is bekend, dat de behoefte aan gekwalificeerd personeel voor de windenergie sector binnenkort toeneemt. Nu al is de vraag naar personeel groter dan het aanbod. Het momenteel in aanbouw zijnde windpark in de Noordoostpolder zal in de toekomst een aanzienlijke hoeveelheid technisch geschoold personeel voor exploitatie en onderhoud nodig hebben en dat geldt ook voor de te bouwen windparken Gemini I en II in de zee ten noorden van Schiermonnikoog. Als de Europese targets voor offshore windenergie gerealiseerd worden, komen er nieuwe banen bij. Als we er van uitgaan dat de meerderheid van de offshore windcapaciteit rond de Noordzee zal worden gerealiseerd, betekent dit een enorme vraag naar goed getrained en geschoold personeel, op de EQL Levels 3-5 (MBO- HBO). De TU Delft heeft waar het gaat om academisch onderwijs en onderzoek in windenergie een sterke positie. Tot voor kort ontbrak een opleiding op hbo-niveau. 2 De NHL Hogeschool heeft duurzame ontwikkeling (waaronder wind- en zonne-energie) tot een van haar speerpunten benoemd. Ook de provincie Fryslân heeft een ambitieuze doelstelling op het gebied van verduurzaming van energievoorziening en de daarbij behorende economische activiteiten. De hogeschool profileert zich als Friese instelling ook op watertechnologie- en management, maritiem en marien. Van daaruit is het idee ontstaan om als hogeschool te voorzien in een hbo-opleiding windenergie. Begin 2011 is men op de NHL begonnen met het ontwikkelen van een afstudeerrichting Offshore Windenergie. 2 Een opleiding op mbo-niveau wordt gegeven in het Noorderpoortcollege. Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 5

6 Deze afstudeerrichting kan worden gevolgd vanuit de opleidingen Werktuigbouwkunde, Informatica en Elektrotechniek van de afdeling Engineering, welke ressorteert onder het Instituut Techniek. Begin 2012 is het gestart. Het lectoraat wordt ondersteund door de Maritime Campus Netherlands (MCN), een samenwerkingsverband tussen onderzoeksinstellingen, onderwijsinstellingen (vmbo tot en met wo), ondernemers en overheden gericht op het versterken van de economie in de maritieme sector in Noord- Nederland. Missie In het Onderzoeksplan van februari 2012 worden missie en de doelstellingen van het lectoraat beschreven: het geven van een kwaliteitsimpuls aan onderwijs en praktijkgericht onderzoek bij de NHL op het gebied van windenergie. De missie krijgt, aldus de zelfevaluatie, concreet gestalte in de volgende doelstellingen: - Het, in nauwe samenwerking met de docenten, ontwikkelen van een afstudeerrichting Offshore Windenergie bij de NHL. Het gaat in het bijzonder om het ontwikkelen van een minor, maar de lector zal ook betrokken zijn bij een aantal overige modules in het curriculum, waarvoor colleges worden gegeven door de lector. - Het coördineren van de module Wind and Hydro binnen de EUREC Master opleiding Renewable Energy bij de Hanzehogeschool Groningen. Het gaat hierbij om het ontwikkelen van studiemateriaal en het geven van colleges. - Het definiëren, acquireren en begeleiden van toegepaste onderzoeksprojecten. - Het onderhouden van contacten met de buitenwereld, versterking van de positie van de NHL (regionaal, nationaal en internationaal), PR-activiteiten. Bevindingen van de commissie De missie van het lectoraat is, gezien de toenemende internationale interesse en de afspraken die landelijk (en internationaal) met betrekking tot de verdere ontwikkeling van het gebruik van windenergie gemaakt zijn, zeer relevant. De missie sluit ook aan bij de missie van de hogeschool en bij doelstellingen van Noord-Nederland op het gebied van duurzame energie. Bezien vanuit de doelstellingen van een lectoraat, het komen tot nieuwe kennis met doorwerking in de beroepspraktijk en het onderwijs, valt op dat het lectoraat in hoofdzaak is gericht op het ontwikkelen, coördineren en geven van onderwijs. Gezien het ontbreken van een hbo-opleiding in windenergie is het alleszins begrijpelijk dat dit bij de start van het lectoraat als prioriteit is gekozen, maar heeft wel tot gevolg dat het lectoraat nog niet evenwichtig is opgebouwd. Het onderzoeksprofiel en de doelstellingen van het lectoraat op het gebied van onderzoek hebben minder focus dan gewenst is. Uit het Onderzoeksplan van mei 2012 blijkt dat het lectoraat zijn onderzoeksactiviteiten alleen wil richten op kleine windturbines. Dit voornemen wordt doorgaans gemotiveerd door het feit dat de technologie van kleine windturbines minder ver ontwikkeld is in vergelijking met die van grote windturbines, en er dus nog genoeg ruimte voor verbeteringen is. De kleinschaligheid van kleine windturbines maakt ze bovendien tot een ideaal onderzoeksobject voor studenten. Op de langere termijn - nog steeds volgens het Onderzoeksplan van wil het lectoraat zich richten op de exploitatie en onderhoud (O&M) van windturbines en het ontwerpen en bouwen van windgedreven voertuigen. Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 6

7 Het lectoraat bestaat nu twee jaar. Een aantal doelstellingen, met name op het gebied van onderwijs, zijn geheel of gedeeltelijk gerealiseerd. Nu deze doelen gehaald zijn, is het tijd voor de volgende stap. De commissie beveelt daarom aan de missie van het lectoraat te herijken, en enkele nieuwe - en nauwkeurig geformuleerde - onderzoeksdoelstellingen te formuleren, die een relatie hebben met innovaties op het gebied van windenergie. Er dienen zich meerdere interessante thema s aan. De commissie realiseert zich echter ook dat bij dit kleine lectoraat de randvoorwaarden om het onderzoek uit te breiden vooralsnog uiterst beperkt zijn. De commissie komt in het vervolg van haar rapportage terug op onderzoeksthema s en benodigde facilitering. EVALUATIEVRAAG 2 Is er voldoende relevante productiviteit, impact, waardering en erkenning op het gebied van:. kennisontwikkeling en kenniscirculatie binnen het onderzoeksdomein? Zelfevaluatie kennisontwikkeling Op het gebied van kennisontwikkeling heeft het lectoraat de volgende activiteiten ondernomen: Het onderzoek naar windturbines heeft met name gestalte gekregen in enkele projecten waarbij studenten betrokken waren (een door de NHL gecoördineerde wedstrijd tussen studenten op het gebied van windturbines die een sterk internationaal karakter had, en onderzoek van studenten naar kleine windturbines, getest in faciliteiten van de TU Delft). Het is echter nog niet zover, dat onderzochte technische verbeteringen aan kleine windturbines kunnen worden geïmplementeerd. Met het lectoraat Computer Vision van de NHL is een verkenning gedaan naar de mogelijkheden tot inspectie van de rotorbladen van windturbines met behulp van camera s op drones. Het lectoraat heeft in samenwerking met de TU Delft bij de University Campus Fryslân een onderzoeksvoorstel m.b.t. geluid in kleine windturbines ingediend. Dit voorstel is niet gehonoreerd. Het onderzoek naar windgedreven voertuigen is geparkeerd. Vanuit onderwijskundig oogpunt is dit onderzoek zeer interessant, maar de praktische waarde ervan is beperkt, zodat de prioriteit aan andere thema s is gegeven. Kenniscirculatie Het lectoraat heeft op de NHL een groot seminar over windenergie georganiseerd. De lector heeft - mede vanuit zijn hoedanigheid als medewerker van ECN - presentaties gegeven op een drietal internationale congressen. Bevindingen van de commissie Het is evident dat het realiseren van de lectoraatsdoelen op het terrein van het onderwijs de meeste tijd van de lector heeft gevraagd. De commissie plaatst dan ook niet zozeer kanttekeningen bij het aantal activiteiten op het gebied van onderzoek, maar wel bij de focus ervan. Het lectoraat motiveert de keuze voor onderzoek naar kleine windturbines en (oorspronkelijk) windgedreven voertuigen onder meer door het feit dat deze onderzoeken goed door studenten uit te voeren zijn. Volgens de commissie is het echter een gegeven dat de industrie in Nederland zich in hoge mate richt op het bouwen en exploiteren van windparken met windturbines van grote omvang, zowel in- als offshore. Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 7

8 Kleine windturbines zijn vooralsnog minder betrouwbaar en veel duurder, en de markt in Europa is tamelijk klein. Kleine windturbines opereren dus in een niche-markt, vaak moeten ze concurreren met PV-panels, die elektriciteit voor dezelfde of zelfs lagere prijs leveren, bovendien is de industrie voor kleine windmolens klein vergeleken met die voor grote windmolens. Soms is die behoefte aan kleine windturbines er echter zeker, zoals bij het gebruik van relais stations ver weg of bij kleine units in kleine dorpen in ontwikkelingsladen. In die gevallen moet de techniek van buitengewoon hoge kwaliteit zijn, de gebruikte techniek zeer robuust en de prijs per unit erg laag. Bovendien moeten die turbines geplaatst, onderhouden, gerepareerd en ontmanteld kunnen worden door mensen die beschikken over een lage technische scholing en simpel gereedschap. Deze eisen in aanmerking genomen, zijn er nog een hoop R&D activiteiten nodig. Op dit moment zijn er nog geen bedrijven die zich aangetrokken voelen om dit onderzoek te ondersteunen. Als het gaat om windgedreven voertuigen, dan zouden de researchactiviteiten zich moeten focussen op studentactiviteiten en aan het onderwijs toegevoegd moeten worden. Het ontwerp van deze voertuigen vraagt theoretische kennis over energie-extractie met een windturbine geplaatst op een rijdend voertuig, en ontwerpkennis van de combinatie van een voertuig met een kleine windturbine. Dit onderdeel moet in zekere zin onderdeel blijven van de researchactiviteiten in het onderwijs. De commissie tekent hierbij aan dat het hier uitsluitend een lastige ontwerpopdracht en de realisatie ervan betreft, er ligt geen enkele commerciële toepassing in het verschiet. In Nederland zijn er nauwelijks nog bedrijven over die windturbines produceren. Nederlandse bedrijven die op het moment in de windenergiesector geld verdienen, zijn projectontwikkelaars, operators en belangrijke industrie in de installatieketenketen van (offshore) windfarms zoals Ballast Nedam, Van Oord enzovoort. De commissie beveelt het lectoraat derhalve op de eerste plaats aan meer samenwerking te zoeken met bedrijven en instellingen die windparken ontwerpen, bouwen en exploiteren teneinde te komen tot gezamenlijk uitgevoerde research projecten. Samenwerkingspartners met wie de commissie heeft gesproken kwamen met vergelijkbare aanbevelingen. Deze groep deed de suggestie naar om meer vanuit de keten (grote bedrijven, onderzoeksinstellingen) te gaan denken teneinde het lectoraat hierin een eigen plaats te geven. In feite, zo stelde de vertegenwoordigster van Topsector Energie, zou er op landelijk niveau gekeken moeten worden welke instellingen zich met welk onderzoek bezig (kunnen) houden en welke instelling het beste welk onderzoek kan doen. Van daaruit kan dan ook worden vastgesteld wat de bijdrage van de verschillende hogescholen die zich met windenergie bezig houden zou kunnen zijn. Er is, aldus de stakeholders, behoefte aan continue innovatie op meerdere terreinen, met name op het gebied van stroomlijnen van procedures, samenwerking tussen diverse stakeholders, kostenreductie en onderhoud. De commissie sluit zich bij deze observatie aan. Daarmee wil de commissie niet zeggen, dat het lectoraat het onderzoek naar kleine windturbines - en windgedreven voertuigen - moet laten vallen. De commissie beveelt echter aan dit gedeelte nóg meer op te vatten als onderzoek dat vooral in het kader van onderwijs zinvol is. Kleine windturbines zijn immers uitermate geschikt om studenten het functioneren van de windturbine te laten begrijpen, zowel op theoretisch als op praktisch niveau. Maar dan verdient het de voorkeur om naar iets grotere dan mini-turbines te kijken, omdat dan de Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 8

9 technologie beter overeenkomt met die van de grote windturbines. Zelf zou het lectoraat zijn vleugels breder moeten uitslaan. Het zou zich allereerst, vanuit een landelijk perspectief, moeten bezinnen op een eigen unieke waarde-propositie. Daarbij zou de meerwaarde die samenwerking met andere NHL-lectoraten zal bewerkstelligen (in het bijzonder Computervision, Zonnestroom, Serious Gaming en Watertechnologie en- management, maritiem en marien) nadrukkelijk in ogenschouw genomen moeten worden. Tevens verdient het aanbeveling dat het lectoraat samenwerking zoekt met het lectoraat Ondernemerschap, om de mogelijkheden te onderzoeken voor het creëren van nieuwe windenergie-werkgelegenheid in het noorden van het land. Er dienen zich tal van interessante onderzoeksthema s aan. Het onderzoek naar de mogelijkheid van (optische) inspectie van bladen van offshore windturbines en andere componenten bijvoorbeeld, kan een belangrijke innovatie op het gebied van onderhoud betekenen, omdat de omstandigheden waaronder offshore onderhoud moet plaatsvinden, vaak moeilijk zijn en het onderhoud kostbaar. Met het lectoraat Serious Gaming van de NHL zou overlegd kunnen worden over de mogelijkheid van het bouwen van een windpark-simulator waarmee de bedrijfsvoering van een groot offshore windpark kan worden gesimuleerd. De NHL zou zelfs nog verder kunnen gaan, en een monitoring centre kunnen inrichten, van waaruit de conditie van windmolens offshore wordt gemonitord en vervolgens informatie kan worden gebruikt om onderhoud te optimaliseren. Studenten en reeds in de sector werkzaam personeel kunnen dan op dat monitoring centre getraind worden. Er kan een veelheid aan scenario s op het gebied van logistiek, onderhoud en reparatie gesimuleerd worden, er kunnen producten worden uitgetest voor ze geïnstalleerd worden, en er kan worden geoefend in het nemen van beslissingen. Ook kunnen er mankementen en calamiteiten worden gesimuleerd, tegen lage kosten. Heeft het lectoraat zijn waarde-propositie vastgesteld, dan zou het op zoek moeten gaan naar strategische partners, waaronder grote bedrijven in de industrie (Ballast Nedam, Van Oord, Essent, Nuon, Eneco, Siemens, etc.). Met zijn praktische benadering kan het lectoraat een grote rol spelen waar het gaat om het efficiënter en goedkoper functioneren van windparken op land en op zee en in het leveren van kennis m.b.t. inspectie en onderhoudstechieken, zaken die gezien het toenemende gebruik van windenergie in Nederland, van het grootste belang zijn. Voor de commissie was het duidelijk, dat alles leidt tot de aanbeveling om de researchactiviteiten te focussen op het optimaliseren van O&M van grote windparken, zowel in- als offshore. In Nederland zijn in het verleden al veel goede basis-research activiteiten ontplooid, en op de TU Delft en de ECN gebeurt dat nog steeds. Toch konden noch de makers van turbines of componenten, noch certificerende instellingen in Nederland overleven. De laatste jaren ontwikkelden de activiteiten op het gebied van windenergie zich in de richting van het ontwerp, het bouwen en het in bedrijf zijn van grote windparken inclusief het aansluiten van de windparken op het middenspanning c.q hoogspanningsnet. Ook het ontwerpen en de bouw van speciale vaartuigen voor de installatie en het onderhoud van offshore windparken alsmede onderwijs en veiligheidstrainingen offshore nemen in Nederland voortdurend toe. Dit schept banen en daarom moeten er praktisch ingestelde ingenieurs komen die op de NHL onderwijs krijgen in Windenergie O&M. Gezamenlijke onderzoeksactiviteiten brengen industrie en onderzoekers samen, bij beide partijen neemt de leercurve toe en de jonge studenten worden sterk gemotiveerd en optimaal voorbereid op hun latere werk. Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 9

10 Het lectoraat heeft in principe dus veel te bieden, maar het zou zijn ambities hoger moeten stellen en zich daarmee landelijk c.q. internationaal beter moeten profileren. Tijdens de visitatie werd vanuit het Instituut Techniek aangegeven dat de NHL zich op het gebied van offshore winning van energie (olie, gas, windenergie) wel degelijk op de internationale markt wil richten. In de ogen van de commissie is dat alleen mogelijk, als de formatie van het lectoraat wordt uitgebreid en er vanuit het management van de NHL fors op windenergie wordt ingezet. De commissie beveelt de NHL c.q. het Instituut Techniek aan een programmamanager aan te stellen. Deze zou op basis van een bijgesteld lectoraatsplan contacten met strategische partners moeten gaan zoeken om gezamenlijk tot onderzoeksprojecten te komen waarbij ieders inbreng optimaal tot zijn recht komt. Ook de bezetting van het lectoraat zou moeten worden uitgebreid. De commissie komt op de taken van de programmamanager en de gewenste uitbreiding terug bij evaluatievraag 4. Conclusie Met name door de focus van het lectoraat op het onderwijs, is de kennisontwikkeling tot nu toe beperkt gebleven. Er is vooral in een onderwijssetting onderzoek naar de verbetering van kleine windturbines gedaan. De commissie vindt deze onderwijsactiviteiten op zich waardevol en inspirerend voor studenten, maar beveelt aan het accent te verleggen naar onderzoek rondom O&M van grote windturbines omdat de mogelijkheden tot valorisatie en de behoefte aan technisch geschoolde werknemers daar groter zijn.. valorisatie naar beroepspraktijk en maatschappij? Conclusie Er is tot op heden nog maar beperkt sprake van valorisatie van het onderzoek voor de beroepspraktijk, maar dit kon ook niet verwacht worden, gegeven het feit dat het ontwikkelen van onderwijs prioriteit had, er voornamelijk door studenten onderzoek gedaan werd in het kader van hun onderwijs en de formatie van het lectoraat zeer beperkt is, De commissie brengt nog eens onder de aandacht, dat de evaluatie een periode van twee jaar bestrijkt: erg weinig tijd om een studieprogramma en een researchprogramma op te zetten. De commissie ziet wel veel mogelijkheden voor valorisatie. Hierboven, bij evaluatievraag 1, kwamen deze al ter sprake. de betekenis van het lectoraat voor onderwijs en scholing? Zelfevaluatie De lector heeft samen met docenten van het Instituut Techniek het afstudeerprogramma- en de minor Windenergie ontwikkeld. Voorts heeft hij de coördinatie van het onderdeel Wind en Hydro op de Hanzehogeschool in handen. Het aantal studenten dat voor het afstudeerprogramma Windenergie kiest, is zeer klein, maar zeer gemotiveerd. Aangezien het afstudeerprogramma pas in 2011 van start is gegaan, kan het aantal studenten in de loop der tijd nog aantrekken. De lector heeft - gemotiveerd door het feit dat er in de toekomst meer gekwalificeerde mensen nodig zijn voor de windenergie sector en het onderwijs op de NHL vooralsnog te weinig studenten trekt ook veel tijd besteed aan het coördineren van de Human Capital Agenda van het TKI Wind op Zee, onderdeel van de MCN (Maritime Campus Netherlands), opgericht om een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen van een sterke offshore windenergiesector in Nederland. Het kenniscentrum stimuleert Nederlandse opleidingsinstituten om diverse offshore windenergieopleidingen aan te bieden en Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 10

11 organiseert zelf activiteiten om deze opleidingen te realiseren. De Human Capital Agenda die het lectoraat op verzoek van het TKI Wind op Zee ontwikkeld heeft, omvat onder meer een werkplan met vijftien actiepunten, een inventarisatie van opleidingsinstituten op het gebied van windenergie en informatie voor het beroepenveld over welk personeel in welke situatie nodig is. Bevindingen van de commissie De commissie vindt het buitengewoon belangrijk dat het lectoraat de ontwikkeling van onderwijs op het gebied van windenergie op zich heeft genomen. Hoe noodzakelijk de aandacht voor het onderwijs is, blijkt uit het feit dat er momenteel afgestudeerden van andere studierichtingen worden omgeschoold voor werk in de windenergie. De commissie betreurt het daarom des te meer, dat de leerlijn op de NHL nog zo weinig studenten trekt, ondanks de inspanningen die de NHL c.q. het Instituut Techniek hiertoe leveren. Tijdens de visitatie heeft de commissie over dit thema uitvoerig van gedachten gewisseld met de lector en andere betrokkenen binnen de NHL. Verschillende oorzaken van het gebrek aan interesse passeerden de revue. Zo zouden uit Fryslân afkomstige studenten geen mogelijkheden tot emplooi in windenergie in de eigen regio zien, omdat daar vooral eenmansbedrijven actief zijn. Als gevolg van het feit dat bedrijven over het hele land verspreid zijn, lijkt het perspectief op een baan voor potentiële studenten überhaupt niet duidelijk dan wel aansprekend genoeg. Een andere verklaring voor het gebrek aan interesse is het imago van windenergie als hernieuwbare energiebron, want voor het onderwijsaanbod in de traditionele energie zoals olie en gas is wel belangstelling. Mede daarom is vanuit de NHL het besluit genomen om de minor Windenergie te integreren in de minor Olie en Gas. Een andere optie is om het windenergieonderwijs als specialisatie een plaats te geven in bijv. de studie Werktuigbouwkunde of Technische Bedrijfsvoering, waardoor studenten breder afstuderen, maar het doel, meer afgestudeerden krijgen die geëquipeerd zijn voor de exploitatie en het onderhoud van windparken, toch bereikt wordt. Hoe dan ook is van belang, benadrukten vooral de stakeholders met wie de commissie heeft gesproken, dat er beter zichtbaar wordt hoeveel werkgelegenheid er nu al in de windenergie sector is en (gezien het SER akkoord) voor de toekomst wordt verwacht. De NHL zou als onderwijsinstelling ook een bijdrage kunnen leveren aan het trainen en omscholen van mensen voor de windenergie sector, met name gezien de toenemende O&M activiteiten in de industrie. De commissie is er van overtuigd dat een grotere exposure van het lectoraat en zijn programma op het gebied van windenergie de interesse van hbo-studenten zal bevorderen. De uitstraling van de opleiding(en)/modulen in windenergie kan worden vergroot door bijvoorbeeld leidinggevenden van grote bedrijven (vaker) uit te nodigen om op de NHL lezingen te geven. De studie zelf kan aantrekkelijker gemaakt worden door het houden van wedstrijden door studenten. De grote interesse onder studenten voor de wedstrijd in kleine windturbines heeft dat al duidelijk gemaakt. Onderwerpen als onderzoek naar de toepassing van windenergie op zeilschepen of onderzoek naar windgedreven voertuigen zullen ook grotere aantallen studenten aanspreken. Last but not least zou het gebouw van de NHL letterlijk meer uitstraling kunnen krijgen door het plaatsen van een kleine tot middelgrote windturbine. 3 3 De plaatsing van zo n windturbine zou worden bemoeilijkt door allerhande regelgeving. De commissie vindt dat het lectoraat zou moeten proberen iets meer out of the box te gaan denken, om de problemen in de randvoorwaardelijke sfeer (zoals het verkrijgen van een bouwvergunning van de gemeenten c.q. provincie) te omzeilen. Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 11

12 Mocht dit laatste niet mogelijk blijken dan zou, als alternatief, contact gezocht kunnen worden met een windturbine exploitant in de buurt van het NHL, om samen met hem een state of the art inspectie en monitoringsysteem op te zetten. Kortom, de NHL kan veel meer doen om het onderwijs aantrekkelijker te maken. Zo gaf een student met wie de commissie heeft gesproken, aan dat hij tijdens zijn studie gastlessen en bezoeken aan windparken en bedrijven had gemist. Hij veronderstelde dat hij daardoor meer zicht op de beroepspraktijk had kunnen krijgen. De commissie kreeg wederom het signaal: de studie kan veel spannender en aantrekkelijker worden opgezet. Voorts is het van belang dat de NHL bij de werving van studenten de blik over de grenzen van de regio gaat richten. Door te zorgen voor goede huisvesting, vervoersmogelijkheden en begeleiding, kan de werfkracht van de studie op studenten van buiten de regio toenemen. Voorlichting over de studiemogelijkheden moet op landelijke schaal plaatsvinden. Gegeven het feit dat de EUREC-master op de Hanzehogeschool enkele- en vooral de TU Delft flinke aantallen studenten uit het buitenland trekken, is het daarnaast denkbaar internationaal te gaan werven. Nederland heeft een goede reputatie op het gebied van windenergie, en de interesse voor het gebruik van windenergie is in landen buiten Europa vaak veel groter dan in Nederland zelf. Ook heeft de commissie zich afgevraagd, of het in het kader van de profilering van de NHL niet beter zou zijn, als de EUREC (hbo)-master Renewable Energy (thans ondergebracht bij de Hanzehogeschool in Groningen) op de NHL gegeven zou worden. De commissie vindt dat het hbo-onderwijs in windenergie nu versnipperd plaatsvindt. Desgevraagd antwoordde de lector, dat hij het feit dat hij zowel in Leeuwarden, bij de NHL, als in Groningen bij de Hanzehogeschool onderwijsactiviteiten uitvoert, niet als versnipperend ervaart. Eerder is er, zo stelde hij, sprake van samenwerking die op elkaar aansluit. Tot slot wil de commissie aandacht vragen voor het volgende. Uit de verschillende documenten die de commissie heeft bestudeerd, blijkt steeds weer, dat de verschillende bijdragen aan het onderwijs veel aandacht van de lector en van de twee bij het lectoraat betrokken medewerkers hebben gevraagd. Nu - met name door toedoen van het lectoraat een leerlijn is gerealiseerd, is het zaak nauwkeurig in kaart te brengen, welke bijdragen aan het onderwijs in windenergie gedragen moeten worden door het lectoraat, en welke uit de reguliere onderwijsbegroting van het Instituut Techniek betaald moeten worden. Conclusie De activiteiten die het lectoraat heeft ontplooid ten behoeve van het onderwijs zijn buitengewoon zinvol en hebben de bij aanvang van het lectoraat gestelde doelen - het creëren van hbo-onderwijsaanbod in windenergie - in belangrijke mate gerealiseerd. De NHL zou nu ook een rol kunnen gaan spelen in de bij- en omscholing van medewerkers in den lande. Op dit moment is het zaak de aantrekkingskracht van het NHL-onderwijsaanbod op het gebied van windenergie voor studenten te gaan vergroten. Tevens zou moeten worden bekeken, welke activiteiten op het gebied van onderwijs door de lector zouden kunnen worden overgedragen, teneinde meer tijd voor onderzoek en kenniscirculatie-activiteiten over te houden. Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 12

13 EVALUATIEVRAAG 3 Worden de missie en het onderzoeksprofiel geborgd door het portfolio en de wijze waarop de eenheid is georganiseerd? Bevindingen van de commissie In principe worden de missie en het onderzoeksprofiel geborgd door het portfolio van het lectoraat. Hierboven, bij de vraag naar de missie en het onderzoeksprofiel, heeft de commissie daarbij al kanttekeningen gemaakt. Voor de wijze waarop de eenheid is georganiseerd en enkele knelpunten daarbij verwijst de commissie naar de volgende evaluatievraag. EVALUATIEVRAAG 4 Is de inzet van mensen en middelen daarbij toereikend in kwalitatief en kwantitatief opzicht? Zelfevaluatie Naast de gepromoveerde lector, die 0,4 fte tot zijn beschikking heeft, is er van april 2012 tot december 2013 een tweede medewerker (ook 0,4 fte) werkzaam geweest die zich met name met onderzoek en studentenprojecten bezig hield. Op het moment is daarvoor een vacature. De aanstellingsomvang van 0,4 fte van de lector kan niet worden uitgebreid vanwege zijn betrekking bij het ECN. Het lectoraat wordt gefinancierd door de NHL, aangevuld door externe gelden van het EFROproject Maritime Campus Netherlands (MCN) in Den Helder, het TKI Wind op Zee, het examineren van twee promovendi aan de Technische Universiteit (DTU) in Denemarken, en onderwijsactiviteiten t.b.v. de EUREC-Master Renewable Energy bij de Hanzehogeschool in Groningen. Uit door het Instituut geleverde additionele informatie blijkt dat de lector geen eigen vaste kenniskring heeft, zoals bij veel andere lectoraten op de NHL het geval is. Medewerkers aan Windenergie worden ingezet vanuit de zogeheten Hotspot Duurzame Energie, een Instituutsbreed kenniscentrum dat zich onder meer bezig houdt met elektrische mobiliteit, duurzaam Bouwen en Wind. In die Hotspot werken circa tien medewerkers van het Instituut Techniek (projectingenieurs, onderzoekers, docenten) gezamenlijk aan verschillende projecten binnen drie kenniskringen: (1) Maritiem, marien, milieu & veiligheidsmanagement 2) Wind en 3) Zonnestroom en vervoer. De inzet voor Wind betrof in 2013 drie onderzoekers (ca. 2 fte) die zich in het kader van het onderwijs vooral hebben beziggehouden met de ontwikkeling van windmolens (motorbladen en generatoren). De inzet van onderzoekers en projectingenieurs wordt bepaald door de lector in overleg met afdelingshoofden en de coördinator van het kenniscentrum Hotspot Duurzame Energie van het Instituut. De deskundigheidsbevordering van de medewerkers vindt op verschillende manieren plaats, zoals door een hogeschoolbreed traject op het gebied van onderzoeksvaardigheden, en door diverse op onderzoek op het gebied van techniek gerichte verdiepingscursussen binnen het Instituut Techniek. Het lectoraat heeft bij de Universitaire Campus Fryslân (UCF) een aanvraag voor de bekostiging van promovendi gedaan. Deze aanvraag is niet gehonoreerd. Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 13

14 Bevindingen van de commissie De commissie concludeert uit de hierboven weergegeven organisatie van het onderzoek naar duurzame energie binnen het Instituut Techniek dat de lector samenwerkt met medewerkers uit de Instituutsbrede Hotspot Duurzame Energie. De medewerkers van Techniek die bij Windenergie betrokken zijn - volgens opgave van het Instituut 2 fte - geven onderwijs in windenergie, coördineren onderwijsactiviteiten op dit gebied, begeleiden studenten en proberen studenten voor projecten in de windenergie sector te werven. Het lectoraat als zodanig beschikt niet over een vaste basisformatie met in windenergie gespecialiseerde onderzoekers, terwijl er volgens de lector wel behoefte is aan gepromoveerde medewerkers. In deze situatie is het voor het lectoraat niet mogelijk een beleid voor de toekomst uit te werken, omdat er voor de inzet van medewerkers steeds overlegd moet worden (waarbij binnen het Instituut per jaar de prioriteiten anders kunnen komen te liggen) én omdat het lectoraat geen eigen in windenergie gespecialiseerde medewerkers kan aantrekken, tenzij het Instituut Techniek van eigen medewerkers verlangt dat zij zich diepgaand in onderzoek naar windenergie specialiseren c.q. hierop promoveren. Dit alles maakt het voor het lectoraat zeer lastig om landelijk een interessante speler en samenwerkingspartner te worden. De huidige situatie voldoet voor de sterk op het onderwijs gerichte doelstellingen van het lectoraat, maar is ten ene male onvoldoende om de mogelijkheden met betrekking tot innovatief onderzoek uit te bouwen, terwijl het lectoraat die mogelijkheden volgens de commissie wel in huis heeft, de NHL duurzaamheid tot een van haar speerpunten heeft gemaakt en ook de provincie Fryslân wil inzetten op duurzame energie. De commissie denkt dat de problemen niet wezenlijk verholpen zullen worden door een of twee fte meer onderzoekspersoneel in te zetten. Eerder is hier het spreekwoord van toepassing: wie niet sterk is moet slim zijn. De kracht van het lectoraat zal moeten komen uit het zoveel mogelijk samenwerken met andere lectoraten, waaronder ook lectoraten waarmee niet in het eerste instantie een relatie wordt gezien. Door out of the box te kijken naar verbanden met geheel andere takken van sport zal minder worden toegewerkt naar voor de hand liggende producten (waar een klein lectoraat altijd het loodje legt bij grote partijen) en is de kans groter dat nieuwe concepten zullen ontstaan. Binnen NHL zijn zoals gezegd tal van samenwerkingsverbanden mogelijk. Ook zou samengewerkt kunnen worden met de faculteit Kunsten van een andere hogeschool om tot windturbines te komen die het landschap verfraaien en een internationaal landmark kunnen worden. Dit zou bijvoorbeeld kunnen leiden tot onderzoek naar de perceptie van windturbines. Om het lectoraat op de kaart zetten zou volgens de commissie een programmamanager moeten worden aangetrokken. Deze zou zich met name moeten bezig houden met de dagelijkse uitvoering van de bij te stellen strategie van het lectoraat, het leggen en onderhouden van contacten met bedrijven en instellingen, de coördinatie van onderzoeksprojecten in samenwerking met bedrijven en instellingen enzovoort. De lector zou zich als wetenschappelijk geweten (meer) moeten gaan wijden aan het definiëren, uitwerken en begeleiden van die onderzoeksprojecten. De commissie heeft gediscussieerd over het profiel van zo n programmamanager. De ideale kandidaat zou een gedegen achtergrond en ervaring in industriële R&D binnen grotere industriële bedrijven moeten hebben, bij voorkeur gerelateerd aan windenergie, en natuurlijk affiniteit met hoger beroepsonderwijs. Hij/zij zou op zijn minst een aanstelling van 0,6 fte moeten hebben. Samen met de lector, die 0,4 fte tot zijn beschikking heeft, zou er dan nog minstens 2-3 fte uit de Hotspot Duurzame Energie van het Instituut Techniek aan het lectoraat moeten worden toegevoegd (zowel voor onderwijs als onderzoek). De commissie vindt dit de minimum-omvang voor een goed opererend lectoraat. Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 14

15 Conclusie De afgelopen twee jaar waren de middelen voldoende om de doelstellingen ten aanzien van de ontwikkeling van een hbo-onderwijsaanbod in windenergie te realiseren. Wil het lectoraat zijn mogelijkheden uitbouwen op het gebied van onderzoek en valorisatie, dan is versterking van de onderzoeksinzet, zowel kwantitatief als kwalitatief, noodzakelijk. EVALUATIEVRAAG 5 Zijn de interne en externe samenwerkingsverbanden, netwerken en relaties daarbij voldoende relevant, intensief en duurzaam? Zelfevaluatie Met de Hanzehogeschool Groningen vindt samenwerking plaats binnen de EUREC Master Renewable Energy. De lector coördineert de module Wind and Hydro (5ECT). Er is frequent contact met de UAS Bremerhaven en de Technische Universiteit Denemarken. De TU Delft heeft de NHL op de TU ontwikkeld studiemateriaal ter beschikking gesteld en de NHL toegang gegeven tot verschillende faciliteiten. Er zijn goede contacten met instellingen als de Maritime Campus Netherlands, het Energie Onderzoekcentrum Nederland (waar de lector deels ook werkt) en de Topsector Energie (met name het TKI Wind op Zee). De lector Composieten van de Hogeschool Inholland heeft een bijdrage geleverd aan de minor Offshore windenergie. Met het MBO-college Noorderpoort in de regio Groningen, dat een onderwijsaanbod in windenergie heeft ontwikkeld, is een samenwerkingsovereenkomst getekend. Het lectoraat heeft veel bedrijven benaderd voor stageplaatsen in windenergie en op verschillende instellingen trainingen gegeven. Bevindingen van de commissie De commissie heeft grote waardering voor de samenwerkingsverbanden die het lectoraat in korte tijd tot stand heeft weten te brengen. Waar andere lectoraten soms moeite hebben om te komen tot samenwerking met universitaire instellingen, is het lectoraat daarin goed geslaagd. Het lectoraat heeft door de persoon van de lector ook een groot netwerk met instellingen als de MCN, ECN, TU Delft enzovoort. Er wordt gestreefd naar aansluiting met buitenlandse netwerken. Binnen het Instituut Techniek van de NHL is sprake van samenwerkingsrelaties waar het gaat om het leveren van bijdragen van het lectoraat aan de ontwikkeling van curriculumonderdelen m.b.t. windenergie en - op beperkte schaal onderzoek. NHL-breed is er sprake van contacten met andere lectoraten. De commissie pleit ervoor deze te versterken. De samenwerking met bedrijven die zich bezighouden met het ontwerp, de bouw en het onderhoud van windturbines is - het kwam al meermalen in deze rapportage naar voren - nog niet goed van de grond gekomen. De commissie beveelt aan dit contact tot een prioriteit te verheffen. Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 15

16 Conclusie Het lectoraat heeft mede door de persoon van de lector een groot netwerk. Er is een aanzienlijk aantal samenwerkingsverbanden met kennisinstellingen tot stand gekomen, zowel in Nederland als daarbuiten. Deze samenwerkingsverbanden lijken ook duurzaam. Thans is het zaak te komen tot samenwerking met grote bedrijven in Nederland op het gebied van windenergie. Afsluitende conclusie van de commissie Voor het dienen zich tal van kansen aan. De vraag naar duurzame, goedkope energie - waaronder windenergie - neemt in Nederland toe. Ook politiek zit - mede door de maatschappelijke problematiek die rondom de aardgaswinning in Groningen is ontstaan - het tij mee voor duurzame energie, dus ook voor windenergie. De SER heeft met haar stakeholders een ambitieus convenant gesloten teneinde de duurzame energiedoelstelling voor 2020 te realiseren. Windenergie speelt daarin een cruciale rol met ambitieuze doelstellingen voor zowel wind op land (4000 MW) als wind op zee (3500 MW). Het toenemend aantal windparken in Nederland zal de behoefte aan goed geschoold technisch personeel in diverse functies doen vergroten. Ook op technologisch vlak liggen er veel uitdagingen. De NHL - en in het bijzonder het lectoraat - kan met onderzoek en opleiding op deze ontwikkelingen inspringen. De commissie constateert dat het lectoraat daarom in principe veel potentie heeft. Wil het lectoraat tot wasdom komen, dan moet er echter nog veel gebeuren. Het lectoraat moet een ander focus voor zijn onderzoek kiezen (tijdens de visitatie kwam meermalen kostenbeheersing en exploitatie en onderhoud als thema naar voren) en zoeken naar een unieke waarde-propositie. Het is opportuun om daarbij samen te werken met andere (buitenlandse) kennisinstellingen en andere NHL-lectoraten. Daardoor kunnen unieke combinaties ontstaan. Doelstellingen en beoogde samenwerkings- dan wel marktpartijen, kortom, de strategie die het lectoraat wil gaan voeren, moeten worden beschreven in een bijgesteld onderzoeksplan. Er moet hard gewerkt worden om de werfkracht van het onderwijs windenergie te vergroten en het lectoraat meer exposure te geven. Op het moment ontbreken door de interne organisatie van het onderzoek binnen het Instituut Techniek en het tekort aan ervaren onderzoekers de voorwaarden om van de NHL c.q. het lectoraat een sterke speler op het gebied van windenergie te maken en zich een eigen positie in de keten te verwerven. Hieronder geeft de commissie enkele aanbevelingen, waarmee zij hoopt bij te dragen aan de uitbouw van het lectoraat c.q. de profilering van de NHL op het gebied van windenergie. Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 16

17 4. Afsluiting: aanbevelingen Voor het CvB van de NHL Trek de consequenties uit het feit dat de NHL duurzaamheid als een speerpunt benoemd heeft, in die zin dat u het Instituut Techniek ondersteunt bij meer inzet op windenergie. Voor het management van het Instituut Techniek Stel een programmamanager aan. Bevorder het aantrekken van gekwalificeerde onderzoekers op het gebied van windenergie. Maak het onderwijsaanbod van windenergie aantrekkelijker voor studenten. Intensiveer de werving van studenten, zowel nationaal als internationaal. Overweeg een Engelstalig onderwijsaanbod. Laat voor de studies windenergie als wel voor het lectoraat in overleg met de betrokken partijen een PR-plan maken teneinde het lectoraat en het onderwijs meer exposure te geven. Een groep studenten van de opleiding Communicatie van de NHL zou zo n plan kunnen maken. Breng nauwkeurig in kaart welke activiteiten m.b.t. windenergie onderwijsactiviteiten zijn en welke onderwijsactiviteiten Voor de lector Herijk de ambities van het lectoraat en specificeer ze. Positioneer het lectoraat ten opzichte van andere kennisinstellingen in Nederland die ook actief zijn op het gebied van windenergie. Zoek naar een eigen unieke propositie. Maak uw onderzoeksgroep aantrekkelijk voor ervaren onderzoekers. Geef het lectoraat meer exposure. Streef naar een nationale en internationale profilering. Werk bij het zoeken naar een eigen unieke propositie meer samen met andere lectoraten binnen de NHL. Werk het bovenstaande uit in een bijgestelde strategie voor de komende drie jaar. Ga in dit plan uit van stakeholderwaarde, d.w.z. kijk welke partijen belang hebben bij wat op het gebied van windenergie en zorg ervoor dat het lectoraat iets te bieden heeft waardoor zij ook bijdragen zullen willen leveren aan het lectoraat. Stel een Raad van Advies met uiteenlopende partijen samen die gaat nadenken over nieuwe concepten en vervolgens gaat kijken hoe een en ander gefinancierd kan worden. Het doel is te komen tot samenwerking met bedrijven en instellingen en gezamenlijk researchprojecten te entameren. Bezin u op de mogelijkheid om een bij- en nascholingsaanbod op het gebied van windenergie te verzorgen, in samenwerking met het InstituutTechniek van de NHL. Probeer te komen tot contracten met de industrie en door derde partijen gefinancierde researchcontracten (projecten) op nationale en internationale basis. Presenteer het onderwijsprogramma en de onderzoeksactiviteiten op de daarvoor geëigende nationale en internationale conferenties en bedrijfstentoonstellingen. Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 17

18 Bijlagen Bijlage 1 Samenstelling externe beoordelingscommissie Voorzitter Prof. Dr. L.H.J. Verhoef Tijdens zijn studietijd aan de Rijksuniversiteit van Utrecht (Interfaculteit Ruimtelijke Wetenschappen) was Prof. Dr. L.H.J. (Leo) Verhoef al werkzaam als leraar op een MAVO in Bodegraven ( ). Na zijn afstuderen was hij werkzaam bij de overheid (Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders) en het bedrijfsleven (ING Bank) maar behield hij zijn contacten met het onderwijsveld. Van was hij als parttime docent verbonden aan de Economische Faculteit van de Universiteit van Tilburg en van als deeltijdhoogleraar aan de Faculteit Technische Bedrijfskunde van de Technische Universiteit Eindhoven. Van kreeg hij bij laatstgenoemde instelling een voltijdse aanstelling. Na zijn pensionering in maart 2011 werd hij co-lector ondernemerschap aan de Zuyd hogeschool. Verder is hij nog als hoogleraar ondernemerschap verbonden aan MBA opleidingen van universiteiten in Skopje (Macedonië) en Willemstad (Curaçao). Tenslotte wordt hij door het NQA ingezet als lid in accreditatiecommissies van MBA-opleidingen. Commissielid Prof. dr. G.J.W. van Bussel Gerard J.W. van Bussel heeft een voltijdse aanstelling als hoogleraar Windenergie bij de Faculteit Lucht- en Ruimtevaart techniek van de TU Delft. Sinds 1977 doet hij onderzoek op het gebied van windenergie. Hij haalde zijn Msc in toegepaste wiskunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen in 1976, en promoveerde in 1995 aan de TU Delft, op een onderwerp op het gebied van de aerodynamica van wind turbine rotoren. Hij werkte als onderzoeker bij de faculteit Lucht- en Ruimtevaarttechniek, als research coördinator van het Instituut voor Windenergie en als associate hoogleraar in Wind Energie bij de faculteit Civiele Techniek van de TU Delft. Hij kreeg een fellowship van het Japanse Genootschap voor de promotie van wetenschap (JSPS) en in 1998 en 2010 werkte bij de universiteiten van Nagoya en Tsu in Japan. Zijn interesse op het gebied van onderzoek gaat uit naar rotor aerodynamica, onderhoud en exploitatie van grootschalige windparken, het ontwerp van geavanceerde windturbines en de gedecentraliseerde toepassing van windenergie in de gebouwde omgeving Commissielid Prof. dr. H. Seifert Wetenschappelijk hoofd van het Instituut voor Windenergie fk-wind bij de UAS Bremerhaven. Hoofd van de Master Windenergietechniek bij de UAS Bremerhaven. Sinds 2005 hoogleraar aan de UAS Bremerhaven en hoofd van de fk-wind. Van 1990 tot 2005 Vice managing directeur en hoofd van het afdeling techniek en systemen van de DEWI GmbH (voorheen Deutsches Windenergieinstitut). Sinds 1983 werkzaam op het gebied van windenergie research en toepassing. Vier jaar als het hoofd van de afdeling Wind turbine technologie bij het Instituut voor Structures and design bij het Duitse Aerospace Research Centre DLR (voorheen DFVLR) in Stuttgart, daarvoor researcher bij het Institut für Modellstatik van de Universiteit van Stuttgart. Hij was en is lid van nationale en internationale standaardisatiecommissies, coördineerde verschillende researchprojecten, verzorgde lessen en ontwikkelde studieprogramma s op het gebied van windenergie. Hij studeerde Vliegtuigbouw aan de Universiteit van Stuttgart. Eindrapport, 12 mei 2014 Pagina 18

Duurzame Energie bij de NHL Hogeschool. Kennismiddag BTO - 25 januari 2011

Duurzame Energie bij de NHL Hogeschool. Kennismiddag BTO - 25 januari 2011 Duurzame Energie bij de NHL Hogeschool Kennismiddag BTO - 25 januari 2011 Opzet presentatie 1. Positionering Offshore Windenergie 2. Onderwijsconcept en opzet afstudeerrichting 3. Kennis- en Windpartners

Nadere informatie

NHL lectoraat Wind Energie

NHL lectoraat Wind Energie NHL lectoraat Wind Energie Gerard Schepers, Lector Windenergie, NHL Hogeschool MCN netwerkbijeenkomst, 16-5-2013 Inhoud Waarom windenergie Uitdagingen (technologisch/sociaal economisch) Activiteiten Lectoraat

Nadere informatie

Inleiding MCN. Cees van Duyvendijk, Voorzitter Bestuur MCN Maritime Maintenance Conferentie, Den Helder 28 november 2013. www.maritimecampus.

Inleiding MCN. Cees van Duyvendijk, Voorzitter Bestuur MCN Maritime Maintenance Conferentie, Den Helder 28 november 2013. www.maritimecampus. Inleiding MCN Cees van Duyvendijk, Voorzitter Bestuur MCN Maritime Maintenance Conferentie, Den Helder 28 november 2013 Missie: Het duurzaam aanwenden van de zee en haar omgeving ten behoeve van het langdurig

Nadere informatie

HAN en duurzame energie

HAN en duurzame energie Beroepsonderwijs tijdens de energie transitie HAN en duurzame energie Van buiten naar binnen. Tinus Hammink programma-manager SEECE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen HBO en topsectoren; keuze van HAN 1.

Nadere informatie

Contextschets Techniek

Contextschets Techniek Contextschets Techniek Nationaal Techniekpact 2020... 2 Welke activiteiten ondernemen de hbo-instellingen?... 2 Welke activiteiten ondernemen de universiteiten?... 3 Welke activiteiten onderneemt de 3TU?...

Nadere informatie

4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK

4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK 4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK Resultaten praktijkgericht onderzoek Kennisvalorisatie Jaarverslag 2010 Hanzehogeschool Groningen, University of Applied Sciences 66 4 Praktijkgericht onderzoek De Hanzehogeschool

Nadere informatie

MCN en Efro Rotterdam, 28 mei 2013

MCN en Efro Rotterdam, 28 mei 2013 MCN en Efro Rotterdam, 28 mei 2013 MCN is een koepel waarbinnen de vier O s samenwerken op het gebied van marien, maritiem & milieu en zich bezig houden met oa: duurzame offshore energie: olie & gas, arctic

Nadere informatie

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland en de Provincie Gelderland 22 maart 2016 Overwegende dat: De provincie Gelderland veel waarde hecht aan de aanwezigheid van onderwijs/kennisinstellingen in haar Provincie. Uiteraard in hun functie van

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 9

Samenvatting. Samenvatting 9 Samenvatting Sinds de introductie in 2001 van lectoraten in het Nederlandse hoger beroepsonderwijs wordt aan hogescholen steeds meer gezondheidsonderzoek uitgevoerd. De verwachting is dat dit niet alleen

Nadere informatie

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel Instellingsbeleid doelstellingen en profiel 1 Inleiding 2 Beleid 3 Onderwijs 4 Onderzoek 5 Beroepspraktijk en regio 6 Kwaliteit is mensenwerk 7 Operational Excellence 8 Bestuur 9 Raad van Toezicht 10 Financiën

Nadere informatie

INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT)

INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT) INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT) 1. Opzet van het onderzoek 2. Resultaten en conclusies 3. Discussie Vraagstelling 1. Welke omvang heeft intersectorale

Nadere informatie

Windmolen voor basisschool (keuzeproject NHL)

Windmolen voor basisschool (keuzeproject NHL) Windmolen voor basisschool (keuzeproject NHL) School: Bedrijf: Titel project: 1. De opdracht Opdrachtgever 2/11 De Research group Renewable Resources De Research group Renewable Resources (RgRR) houdt

Nadere informatie

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering)

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering) Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) 2009 2015 (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering) Voorwoord 1. Omschrijving praktijkgericht onderzoek 2. Doelstelling en uitgangspunten 3. Gezamenlijk

Nadere informatie

Show & Share 2008 Promoveren bij Hogeschool INHOLLAND Ad van Blokland, coördinator Promotieonderzoek Institute of Advanced Studies and Applied

Show & Share 2008 Promoveren bij Hogeschool INHOLLAND Ad van Blokland, coördinator Promotieonderzoek Institute of Advanced Studies and Applied Show & Share 2008 Promoveren bij Hogeschool INHOLLAND Ad van Blokland, coördinator Promotieonderzoek Institute of Advanced Studies and Applied Research 1 Inhoud presentatie Waarom aandacht voor promoveren

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Voorstel voor burgemeester en wethouders. Onderwerp: Start HBO Hoogeveen

GEMEENTE HOOGEVEEN. Voorstel voor burgemeester en wethouders. Onderwerp: Start HBO Hoogeveen Onderwerp: Start HBO Hoogeveen Voorgesteld besluit: 1. t.b.v. voorbereiding opleiding CE Cultuurmanagement (start: studiejaar 2007-2008) 20.000,- beschikbaar stellen aan Hogeschool Drenthe. Genomen besluit

Nadere informatie

Functieprofiel: Directeur Service Eenheid Functiecode: 0206

Functieprofiel: Directeur Service Eenheid Functiecode: 0206 Functieprofiel: Directeur Service Eenheid Functiecode: 0206 Doel Voorbereiden en uitvoeren van het beleid van in het algemeen en van de eigen service in het bijzonder, alsmede het leidinggeven aan de werkzaamheden

Nadere informatie

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Professionele Masters Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Professionele Masters Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Inhoud 5 Voorwoord 7 Inleiding 8 Professionele

Nadere informatie

De kosten van de energietransitie, en: kansen voor de gasindustrie. Martien Visser Lector Energietransitie & Netwerken. Hanzehogeschool Groningen

De kosten van de energietransitie, en: kansen voor de gasindustrie. Martien Visser Lector Energietransitie & Netwerken. Hanzehogeschool Groningen De kosten van de energietransitie, en: kansen voor de gasindustrie Martien Visser Lector Energietransitie & Netwerken Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen (circa 30.000 studenten) Energy

Nadere informatie

Kwaliteitszorg onderzoek

Kwaliteitszorg onderzoek Kwaliteitszorg onderzoek met de methode sci_quest/eric 1 Opzet workshop Ervaringen Hogeschool Utrecht met validatiecommissie kwaliteitszorg onderzoek (vko) Uitgangspunten methodiek sci_quest/eric Vragen

Nadere informatie

Human Capital Tafel Logistiek in Drenthe op 3 oktober 2013

Human Capital Tafel Logistiek in Drenthe op 3 oktober 2013 Human Capital Tafel Logistiek in Drenthe op 3 oktober 2013 Op 3 oktober 2013 hebben Stenden Hogeschool en de provincie Drenthe samen met Transport en Logistiek Nederland, EVO en de Kamer van Koophandel

Nadere informatie

Van Kennisbrug naar KennisDC

Van Kennisbrug naar KennisDC Van Kennisbrug naar KennisDC Laat kennis stromen Dick van Damme Lector Logistiek Hogeschool van Amsterdam HAN, Arnhem, 31 januari 2013 Kennis DC Breda Kennis DC Nijmegen Kennis DC Rotterdam Kennis DC Venlo

Nadere informatie

Postacademische opleiding. Offshore windenergie Permanente vorming

Postacademische opleiding. Offshore windenergie Permanente vorming Postacademische opleiding Offshore windenergie 2016-2017 Permanente vorming Tegen 2020 wil België 13% van haar energie uit hernieuwbare energiebronnen halen. Windenergie speelt daarin een cruciale rol.

Nadere informatie

Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland

Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland Profiel Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland 9 november 2016 Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences Voor meer

Nadere informatie

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101 Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101 Doel Zorgdragen voor de ontwikkeling en uitvoering van praktijkgericht onderzoek, uitgaande van de strategische speerpunten van de HU en de maatschappelijke relevantie,

Nadere informatie

Opzet voor een plan van aanpak. Tweedegraads PLUS. doorscholing van tweedegraads bevoegde docenten

Opzet voor een plan van aanpak. Tweedegraads PLUS. doorscholing van tweedegraads bevoegde docenten Opzet voor een plan van aanpak Tweedegraads PLUS doorscholing van tweedegraads bevoegde docenten Den Haag, juni 2012 Doelstelling & Achtergrond Alle onderzoeken naar de onderwijsarbeidsmarkt in Den Haag

Nadere informatie

Koen Lemmink Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool

Koen Lemmink Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool Koen Lemmink (l) en Johan de Jong. Koen Lemmink Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool Een twaalftal studenten zit rond een grote tafel in één van

Nadere informatie

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE ONDERZOEK: JAARVERSLAG 2015 CREATE-IT/FDMCI April 2016 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Onderzoeksinput... 5 2. Producten van onderzoek...

Nadere informatie

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Door de vastgestelde energie- en klimaatdoelstelling binnen Europa om in 2050 energieneutraal te zijn, is het voor de hele samenleving maar met name voor bedrijven

Nadere informatie

Welkom op de netwerkbijeenkomstvan MCN

Welkom op de netwerkbijeenkomstvan MCN Welkom op de netwerkbijeenkomstvan MCN Hier wordt geïnvesteerd in uw toekomst. Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling 20 september 2012 Enys House (NLDA/KIM)

Nadere informatie

Advies Universiteit voor Humanistiek

Advies Universiteit voor Humanistiek Advies Universiteit voor Humanistiek De Reviewcommissie (hierna commissie) heeft kennisgenomen van het voorstel van de Universiteit voor Humanistiek (hierna UvH) dat het College van Bestuur met zijn brieven

Nadere informatie

Introductiecursus windturbinetechnicus

Introductiecursus windturbinetechnicus Noorderpoort versterkt de regio Introductiecursus windturbinetechnicus De cursus is mogelijk dankzij subsidie van de Provincie Groningen en medewerking van onderstaande partners MARITIME TRAINING CENTER

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA ,nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA datum 31 mei 2018 onderwerp Besluit

Nadere informatie

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING 14 december Bedrijfslevenbrief Het kabinet heeft samenleving en bedrijfsleven

Nadere informatie

UNIVERSITY CAMPUS FRYSLÂN

UNIVERSITY CAMPUS FRYSLÂN taken en profielschets hoogleraar-bestuurder februari 2011 De achtergrond Sinds 2009 werken de Provincie Fryslân, de gemeente Leeuwarden en regionale kennispartners samen aan plannen voor de versterking

Nadere informatie

Uitnodiging Werkconferentie Logistiek in een Circulaire Economie 31 oktober :00-17:30

Uitnodiging Werkconferentie Logistiek in een Circulaire Economie 31 oktober :00-17:30 Uitnodiging Werkconferentie Logistiek in een Circulaire Economie 31 oktober 2018 13:00-17:30 Beste genodigde, Een urgenter vraagstuk dan de toekomst van onze planeet is er niet. Daarom is er ook geen urgentere

Nadere informatie

Voor vakmensen voor de toekomst

Voor vakmensen voor de toekomst Voor vakmensen voor de toekomst D66 Gelderland wil een klimaatneutrale en toekomstbestendige provincie zijn. Dat betekent windmolens plaatsen, zonneweides aanleggen en elk huis in Gelderland energieneutraal

Nadere informatie

Windenergie Volop kansen voor de Nederlandse Economie Samenwerking sector en onderwijs cruciaal

Windenergie Volop kansen voor de Nederlandse Economie Samenwerking sector en onderwijs cruciaal Windenergie Volop kansen voor de Nederlandse Economie Samenwerking sector en onderwijs cruciaal John Baken projectmanager TKI Wind op Zee trekker CAREER programma manager CoE Water & Energy Winddagen 2018

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Leraar in onderzoek. Exacte Wetenschappen. Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten

Leraar in onderzoek. Exacte Wetenschappen. Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten Exacte Wetenschappen Leraar in onderzoek Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten Den Haag, mei 2010 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Inhoud 1 Inleiding 3 2 Doel 4 3

Nadere informatie

LECTOR WERELDBURGERSCHAP DE HAAGSE HOGESCHOOL

LECTOR WERELDBURGERSCHAP DE HAAGSE HOGESCHOOL LECTOR WERELDBURGERSCHAP DE HAAGSE HOGESCHOOL Inhoudsopgave 1 De Haagse Hogeschool 3 De organisatie 3 Strategische opdracht 3 De missie 3 Facts & figures 4 Lectoraat Wereldburgerschap 4 2 Lector Wereldburgerschap

Nadere informatie

Meten van impact van het hbo. Frank van der Zwan

Meten van impact van het hbo. Frank van der Zwan Meten van impact van het hbo Frank van der Zwan Inhoud van de presentatie Opvallende uitkomsten congresonderzoek Valorisatie en het hbo Meten van impact in het hbo Project Valorisatie in het hbo Vormgeving

Nadere informatie

Nextport International community Zwolle Region

Nextport International community Zwolle Region Nextport International community Zwolle Region December 2014 1 Ideaalbeeld Zwolle 2020 Wat hebben we bereikt? We schrijven 2020. Regio Zwolle heeft een transitie doorgemaakt en wordt internationaal gezien

Nadere informatie

INTERREG en kennisinstellingen Een succesvolle combinatie? Theo Miljoen en Benne Otten

INTERREG en kennisinstellingen Een succesvolle combinatie? Theo Miljoen en Benne Otten INTERREG en kennisinstellingen Een succesvolle combinatie? Theo Miljoen en Benne Otten Hanzehogeschool Groningen De Hanzehogeschool Groningen ontstond in 1798 Grootste hogeschool in Noord-Nederland met

Nadere informatie

Greenport Horti Campus. Burgemeester Sjaak van der Tak 16 december 2011

Greenport Horti Campus. Burgemeester Sjaak van der Tak 16 december 2011 Greenport Horti Campus Burgemeester Sjaak van der Tak 16 december 2011 1 Internationaal kenniscentrum in het hart van de Greenport 2 Doel en ambitie Versterken internationale concurrentiekracht van de

Nadere informatie

18 september 2014. voltijd Groningen 28 november 2014. 15 februari 2015. Beoordelingskaders bijzonder kenmerk ondernemen d.d.

18 september 2014. voltijd Groningen 28 november 2014. 15 februari 2015. Beoordelingskaders bijzonder kenmerk ondernemen d.d. se a ccr editat eor ga ní sat e Besluit Besluit strekkende tot het toekennen van het bijzonder kenmerk Ondernemen aan de minor Sport Business lnnovatie van de hbo-bacheloropleiding Sport, Gezondheid en

Nadere informatie

Instellingstoets: vloek of zegen?

Instellingstoets: vloek of zegen? Instellingstoets: vloek of zegen? VLOHRA-congres Hogescholen in beweging 10 februari 2014 De Hanzehogeschool Groningen Achtergrond De oudste (1798) multisectorale hogeschool van Nederland Centrale waarden:

Nadere informatie

Overzicht opleidingen

Overzicht opleidingen Overzicht opleidingen Stand van zaken oktober 2013 Opleiding Onderwijsinstelling Deeltijd Voltijd Duur Kosten Overig Leegstand Post-MA NRP Academie (transformatie) NRP, ism TU Delft, Nyenrode en Hogeschool

Nadere informatie

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG STUDENTEN DOEN UITSPRAKEN OVER DE ACADEMISCHE WERELD, HET VAKGEBIED EN HET BEROEPENVELD.. onderzoek niet zo saai als ik dacht werken in

Nadere informatie

Reflectie Evaluatierapport tussenevaluatie. Lectoraat Technology, Health & Care

Reflectie Evaluatierapport tussenevaluatie. Lectoraat Technology, Health & Care Reflectie Evaluatierapport tussenevaluatie Lectoraat Technology, Health & Care Colofon Datum 8 juni 2018 Referentie Versie Afdeling Academie Mens & Maatschappij Auteur Janet van der Veen - Drijver Saxion.

Nadere informatie

c. de wieklengte van een windturbine : de afstand tussen de uiterste punt van een wiek en de naaf.

c. de wieklengte van een windturbine : de afstand tussen de uiterste punt van een wiek en de naaf. Ontwerp Partiële herziening 2013 van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2009 uitbreiding zoekgebieden windturbineparken Eemshaven en Delfzijl. Inleiding Op 22 januari 2013 hebben de gezamenlijke

Nadere informatie

DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten. 11 maart 2014 RIB 2014/29. Voortgang en vervolgstappen Leerstoel C2C Universiteit Twente

DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten. 11 maart 2014 RIB 2014/29. Voortgang en vervolgstappen Leerstoel C2C Universiteit Twente zaak_id bericht_nummer Collegevoorstel bericht_id zaak_zaaknummer Ruimte en Economie Regnr B&W dd 11 maart 2014 Openbaar Programma Ja, zonder beperkingen Innovatieve en excellente stad DT dd OR dd B&W

Nadere informatie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren als een regio

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 - PS2008MME13-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 6 mei 2008 Nummer PS : PS2008MME13 Afdeling : ECV Commissie : MME Registratienummer : 2008int221948 Portefeuillehouder : Ekkers Titel

Nadere informatie

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST NOORD-NEDERLAND: PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST PROEFTUIN ENERGIE- TRANSITIE REGIONALE PARTNER IN DE EUROPESE ENERGIE UNIE Noord-Nederland is een grensoverschrijdende proeftuin

Nadere informatie

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen Jaarverslag 2016 Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Techniekpact Twente klinkt steeds meer mensen bekend in de oren. Maar wat is het ook alweer? Techniekpact Twente is een uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

UNIVERSITY OF EYE-OPENING SCIENCE. BACHELOR OF SCIENCE CIVIELE TECHNIEK

UNIVERSITY OF EYE-OPENING SCIENCE. BACHELOR OF SCIENCE CIVIELE TECHNIEK UNIVERSITY OF EYE-OPENING SCIENCE. BACHELOR OF SCIENCE CIVIELE TECHNIEK BACHELORPROGRAMMA CIVIELE TECHNIEK WAT IS CIVIELE TECHNIEK? Civiel technici ontwerpen, construeren en beheren infrastructuur en grote

Nadere informatie

Nota inzake Economic Development Board

Nota inzake Economic Development Board Nota inzake Economic Development Board Inleiding De economische ontwikkeling van Noord-Limburg krijgt een grote impuls met de campusontwikkeling, maar daarmee zijn niet alle economische uitdagingen deze

Nadere informatie

Doel Doel van het programma VvW:

Doel Doel van het programma VvW: Doel Doel van het programma VvW: Een strategie en bijbehorende actielijnen opleveren en (laten) uitvoeren ten behoeve van de gewenste economische structuurversterking van de Vierkant voor Werk regio. Dit

Nadere informatie

"Maatschappelijke positionering van de industrie verbeteren"

Maatschappelijke positionering van de industrie verbeteren "Maatschappelijke positionering van de industrie verbeteren" Evert-Jan Velzing Docent-onderzoeker Hogeschool Utrecht We zien dat er meer positieve aandacht is voor de industrie, maar het belang van de

Nadere informatie

Goede onderwijsondersteuning is een professionele tak van sport die veel effect heeft op onderwijsinstellingen, kwalitatief opzicht.

Goede onderwijsondersteuning is een professionele tak van sport die veel effect heeft op onderwijsinstellingen, kwalitatief opzicht. Goede onderwijsondersteuning is een professionele tak van sport die veel effect heeft op onderwijsinstellingen, zowel in financieel als kwalitatief opzicht. 30 magazine september 2016 De droom van... Dr.

Nadere informatie

Visie op Windenergie en solar Update 2014

Visie op Windenergie en solar Update 2014 Visie op Windenergie en solar Update 2014 De vooruitzichten voor hernieuwbare energie zijn gunstig Succes hangt sterk af van de beschikbaarheid van subsidies Naast kansen in Nederland kan de sector profiteren

Nadere informatie

WETENSCHAPPELIJK DIRECTEUR WELTEN-INSTITUUT

WETENSCHAPPELIJK DIRECTEUR WELTEN-INSTITUUT FUNCTIEPROFIEL WETENSCHAPPELIJK DIRECTEUR WELTEN-INSTITUUT OPEN UNIVERSITEIT Inhoudsopgave 1 De Open Universiteit 3 De organisatie 3 De faculteit Psychologie en onderwijswetenschappen (PenOW) 3 2 Wetenschappelijk

Nadere informatie

Student & Lector. Een steekproef

Student & Lector. Een steekproef Student & Lector Een steekproef Aanleiding Sinds 2001 kent het Nederlandse hoger onderwijs lectoraten. Deze lectoraten worden vormgegeven door zogenaamde lectoren: hoog gekwalificeerde professionals uit

Nadere informatie

Bijlage 2. Human Capital Agenda s

Bijlage 2. Human Capital Agenda s Bijlage 2 Capital s De topsectoren gaan een human (onderwijs en scholing) voor de langere termijn opstellen en zullen onderwijsinstellingen hierbij betrekken. De s bevatten o.a. een analyse van de behoefte

Nadere informatie

Benchmark Axisopleidingen

Benchmark Axisopleidingen Benchmark Axisopleidingen In opdracht van: Platform Bèta Techniek In samenwerking met Ministerie van OCW HBO-raad Project: 2008.104 Datum: Utrecht, 22 december 2008 Auteurs: Guido Ongena, MSc. drs. Rob

Nadere informatie

Stichting Empowerment centre EVC

Stichting Empowerment centre EVC I N V E N T A R I S A T I E 1. Inleiding Een inventarisatie van EVC trajecten voor hoog opgeleide buitenlanders in Nederland 1.1. Aanleiding De Nuffic heeft de erkenning van verworven competenties (EVC)

Nadere informatie

Samenwerken! Noodzaak of Kans?

Samenwerken! Noodzaak of Kans? Brug tussen onderwijs en ondernemer Visie op CRM voor onderwijsinstellingen Samenwerken! Noodzaak of Kans? 14 oktober 2011 Samenwerken! Kans of Noodzaak? Overheid HBO instelling WO instelling Netwerk van

Nadere informatie

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen Vereniging Hogescholen, oktober 2015, vastgesteld tijdens de algemene vergadering 1 INHOUD

Nadere informatie

Platform Bèta Techniek. Connect 05 2015. Chemiedag 2015. Hoe kunnen onderwijs en bedrijfsleven succesvol samenwerken?

Platform Bèta Techniek. Connect 05 2015. Chemiedag 2015. Hoe kunnen onderwijs en bedrijfsleven succesvol samenwerken? Platform Bèta Techniek Connect 05 2015 Chemiedag 2015 Hoe kunnen onderwijs en bedrijfsleven succesvol samenwerken? Succesvolle samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven is de basis voor groei van

Nadere informatie

CIV SMART TECHNOLOGY

CIV SMART TECHNOLOGY CIV SMART TECHNOLOGY Uitgebreide managementsamenvatting Plan van Aanpak Centrum voor Innovatief Vakmanschap Smart Technology Ten behoeve van subsidie aanvraag Regionaal Investeringsfonds door de partners

Nadere informatie

DEAN CLUSTER ZORG & WELZIJN / EDUCATIE & PEDAGOGIEK

DEAN CLUSTER ZORG & WELZIJN / EDUCATIE & PEDAGOGIEK FUNCTIEPROFIEL DEAN CLUSTER ZORG & WELZIJN / EDUCATIE & PEDAGOGIEK HZ UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES Inhoudsopgave 1 HZ University of Applied Sciences 3 Missie HZ University of Applied Sciences 3 Student-

Nadere informatie

Bestuurlijke afspraken over ontvlechting van de Educatieve Faculteit Amsterdam

Bestuurlijke afspraken over ontvlechting van de Educatieve Faculteit Amsterdam Bestuurlijke afspraken over ontvlechting van de Educatieve Faculteit Amsterdam Bijlage bij brief HO/BL/2005/6586 1. Preambule Het College van Bestuur van de Hogeschool van Amsterdam en het College van

Nadere informatie

Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen

Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen September 12, 2012 Deze marktstudie werd uitgevoerd in samenwerking met Gfk Significant uit Leuven. 1 Gemeenten van de 308 Vlaamse gemeenten werden geïnterviewed.

Nadere informatie

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie Verbinden van wetenschap en samenleving NWO-strategie 2019-2022 Verbinden van wetenschap en samenleving Dit strategisch plan beschrijft de koers van NWO voor de jaren 2019 tot en met 2022. NWO legt hierin

Nadere informatie

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Op weg naar de (academische) opleidingsschool Discussienota Nationalgeographic.nl Adviescommissie ADEF OidS Mei 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Uitgangspunten Samen Opleiden 2. Ambities van (academische) opleidingsscholen 3. Concept Samen Opleiden

Nadere informatie

Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo

Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo Samenvatting Opdrachtgever: Bouwend Nederland Rotterdam, april 2013 Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo Samenvatting

Nadere informatie

WERVEN EN TRAINEN IN CUSTOMER CONTACT DE IDEALE OPZET ONDERZOCHT

WERVEN EN TRAINEN IN CUSTOMER CONTACT DE IDEALE OPZET ONDERZOCHT WERVEN EN TRAINEN IN CUSTOMER CONTACT DE IDEALE OPZET ONDERZOCHT WERVEN EN TRAINEN IN CUSTOMER CONTACT DE IDEALE OPZET ONDERZOCHT De recessie loopt ten einde. De markt trekt aan en het aantal vacatures

Nadere informatie

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR SEPTEMBER 2016

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR SEPTEMBER 2016 ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR SEPTEMBER 2016 Titel van de opdracht Duurzame Logistieke Hub Groningen Airport Eelde Korte omschrijving van de onderzoeksopdracht De stad Groningen wil vervuilend vrachtverkeer

Nadere informatie

De ontwikkeling en toepassing van games voor gezondheid. Een verkenning van de Nederlandse situatie in internationaal perspectief

De ontwikkeling en toepassing van games voor gezondheid. Een verkenning van de Nederlandse situatie in internationaal perspectief De ontwikkeling en toepassing van games voor gezondheid Een verkenning van de Nederlandse situatie in internationaal perspectief HKU, Applied Games R&D programma Lector Jeroen van Mastrigt In opdracht

Nadere informatie

Duitsland: steeds meer wind op zee

Duitsland: steeds meer wind op zee Innovatie Attaché Berlijn Joop Gilijamse, berlijn@ianetwerk.nl, September 2015, further information: www.ianetwerk.nl Duitsland: steeds meer wind op zee Samenvatting Om het ambitieuze doel van 6,5 GW geïnstalleerd

Nadere informatie

Externe beoordeling van het lectoraat. Ondernemerschap en risicofinanciering. NHL Hogeschool. visitatiedatum 23 november 2011. Beoordelingsrapport

Externe beoordeling van het lectoraat. Ondernemerschap en risicofinanciering. NHL Hogeschool. visitatiedatum 23 november 2011. Beoordelingsrapport Externe beoordeling van het lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering NHL Hogeschool visitatiedatum 23 november 2011 Beoordelingsrapport INHOUDSOPGAVE Samenvatting 1. Inleiding 2. Positionering van

Nadere informatie

Postbus 1835, 8901 CC Leeuwarden

Postbus 1835, 8901 CC Leeuwarden Postbus 1835, 8901 CC Leeuwarden In deze nieuwsbrief Voorwoord Verenigingsnieuws Voorstellen aspirant Bestuurslid Noordenwind Verslag van de ALV 11 juni 2014 Solar Challenge Windnieuws Proces Fryslân foar

Nadere informatie

TOETSINGSREGELING LECTORATEN

TOETSINGSREGELING LECTORATEN TOETSINGSREGELING LECTORATEN Den Haag, oktober 2007 2 Algemene voorwaarden Artikel 1 1. De toetsing van aanvragen voor lectoraten geschiedt voor zover het betreft bekostigde instellingen als bedoeld in

Nadere informatie

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013 Tilburg University 2020 Toekomstbeeld College van Bestuur, april 2013 Strategie in dialoog met stakeholders Open voor iedere inbreng die de strategie sterker maakt Proces met respect en waardering voor

Nadere informatie

InnovatieContract Wind op Zee. Het Contract De Green Deal Tender invulling Matchmaking. Almere, 24 Mei 2012 Ernst van Zuijlen TKI WIND OP ZEE

InnovatieContract Wind op Zee. Het Contract De Green Deal Tender invulling Matchmaking. Almere, 24 Mei 2012 Ernst van Zuijlen TKI WIND OP ZEE 1 InnovatieContract Wind op Zee Het Contract De Green Deal Tender invulling Matchmaking Almere, 24 Mei 2012 Ernst van Zuijlen 1 VISIE EN AMBITIE Ambitie van het InnovatieContract is een daling van 40%

Nadere informatie

Stand van zaken offshore windenergie in Nederland

Stand van zaken offshore windenergie in Nederland Stand van zaken offshore windenergie in Nederland Chris Westra (We@Sea) met dank aan Sander de Jong (Rijkswaterstaat Noordzee) Offshore windturbineparken in NL Ronde 1 2 windturbineparken operationeel

Nadere informatie

Master of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding.

Master of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding. Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen Nieuwe opleiding, d.w.z. voortzetting geaccrediteerde onbekostigde opleiding

Nadere informatie

Postacademische opleiding. Offshore windenergie 2015-2016. Permanente vorming

Postacademische opleiding. Offshore windenergie 2015-2016. Permanente vorming Postacademische opleiding Offshore windenergie 2015-2016 Permanente vorming Tegen 2020 wil België 13% van haar energie uit hernieuwbare energiebronnen halen. Windenergie speelt daarin een cruciale rol.

Nadere informatie

Postacademische opleiding. Offshore windenergie 2015-2016. Permanente vorming

Postacademische opleiding. Offshore windenergie 2015-2016. Permanente vorming Postacademische opleiding Offshore windenergie 2015-2016 Permanente vorming Opleiding Deze opleiding biedt de mogelijkheid om je te verdiepen in de windenergie en kennis op te doen die specifiek is voor

Nadere informatie

Recent is het Consortium Maatschappelijk Vastgoed (zie

Recent is het Consortium Maatschappelijk Vastgoed (zie Recent is het Consortium Maatschappelijk Vastgoed (zie www.consortiummvg.nl) gestart vanuit een RAAK aanvraag door de Hanzehogeschool. Doel van het tweejarig project is het onderwijs en bedrijfsleven kennis

Nadere informatie

Wind Werkt windstroom en werkgelegenheid

Wind Werkt windstroom en werkgelegenheid Wind Werkt windstroom en werkgelegenheid Prof.dr. Gerard van Bussel TU, leerstoel windenergie 11 april 2013 Challenge the future Wind waait. - 200 meer windenergie dan het huidige energiegebruik - meer

Nadere informatie

Strategie Zuyd 2014-2018

Strategie Zuyd 2014-2018 Strategie Zuyd 2014-2018 Inleiding De strategie van Zuyd voor de periode 2014-2018 is op hoofdlijnen een voortzetting van de strategie van de afgelopen jaren, aangescherpt vanuit een aantal belangrijke

Nadere informatie

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta BZW Bijeenkomst Middelburg, 4 april 2017 Inhoudsopgave 1. Campus Zeeland 2. Bèta College 3. Kennis & Innovatie Netwerken

Nadere informatie

Arbeidsmarktagenda 21

Arbeidsmarktagenda 21 Arbeidsmarktagenda 21 Topsectoren en de HCA Voor de twee agrarische topsectoren is een Human Capital Agenda opgesteld met als doel, de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren, zowel

Nadere informatie

Wind op zee en India. 11 December, 2013. Ir. Leon Wijshoff

Wind op zee en India. 11 December, 2013. Ir. Leon Wijshoff Wind op zee en India 11 December, 2013 Ir. Leon Wijshoff Programma Energie Internationaal (PEI) - Doelstelling:EZ ondersteunen bij het uitvoeren van internationale energiebeleid, op het gebied van duurzame

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2012

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2012 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juli 2012 Feiten en cijfers 2 HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo Ondanks de

Nadere informatie

START-UP PACKAGE TENURE TRACK 2015

START-UP PACKAGE TENURE TRACK 2015 START-UP PACKAGE TENURE TRACK 2015 1 Kenmerk: CvB UIT - 2056 Datum: 20 november 2015 Auteur: R. Schwartz Inhoud Aanleiding... 3 Doel van de Start-up package... 4 Inhoud van de Start-up package... 4 Randvoorwaarden

Nadere informatie

ZELFVOORZIENEND: TRENDS, MOGELIJKHEDEN EN GRENZEN

ZELFVOORZIENEND: TRENDS, MOGELIJKHEDEN EN GRENZEN ZELFVOORZIENEND: TRENDS, MOGELIJKHEDEN EN GRENZEN Lezing ter gelegenheid van het GEO Promotion Congres van eigen bodem 10 maart 2017 Groningen. door prof. em. Pier Vellinga Waddenacademie Colin OPBOUW

Nadere informatie

Green deal offshore windenergie vandaag ondertekend

Green deal offshore windenergie vandaag ondertekend Green deal offshore windenergie vandaag ondertekend Forse kostprijsreductie, proeftuinen en groeiende werkgelegenheid zijn de inzet van de green deal offshore wind. Het Rijk en de Nederlandse Wind Energie

Nadere informatie

Professional Engineering Programme TU Delft De stap terug naar de techniek

Professional Engineering Programme TU Delft De stap terug naar de techniek 1 Professional Engineering Programme TU Delft De stap terug naar de techniek Jan de Kreij/Ellard Groenewegen Programmamanagers 2 De TU Delft in het kort 3 Volwassenenonderwijs op de TUD 4 Professional

Nadere informatie