BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbare versie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbare versie"

Transcriptie

1 Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2056/159.BT971 Betreft zaak: Vos vs. Energiebedrijven Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar tegen het besluit van 13 november 2009, kenmerk 2056/143 inhoudende het afwijzen van een klacht. I. Inleiding & ontstaan van de procedure 1. Bij besluit van 13 november 2009 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) de klacht van Elektroburo H. Vos B.V., gevestigd te Enschede (hierna: Elektroburo Vos) afgewezen (hierna: het primaire besluit). De klacht van Elektroburo Vos richt zich op het vaste tarief dat energiebedrijven in rekening brengen voor de door hen uitgevoerde controles op nieuwe elektrotechnische installaties die zijn geïnstalleerd door bij de Regeling voor erkenning van elektrotechnische installateurs (hierna: de REI) aangesloten erkende installateurs Het primaire besluit volgt op de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb) van 6 september In deze uitspraak heeft het CBb bepaald dat de Raad nog niet eerder op deze klacht van Elektroburo Vos had besloten. 3 Het Cbb heeft bepaald dat Aan het tweede aspect van de klacht, te weten de prijsafspraken en dus de vaste bedragen die alle energiebedrijven in rekening brengen, is echter ten onrechte geen aandacht besteed. Het CBb overwoog vervolgens: Zonder nader onderzoek, dat door de NMa moet worden verricht, kan in dit stadium niet worden uitgemaakt dat in het geheel geen prijsafspraken tussen de energiebedrijven zijn gemaakt of, als deze wel zijn gemaakt, ze de mededinging niet beïnvloeden. Het CBb heeft met zijn uitspraak tevens bepaald dat de Raad het eerste aspect van de klacht van Elektroburo Vos, te weten het al dan niet gerechtvaardigde onderscheid tussen wel en niet gecertificeerden, terecht 1 Elektroburo Vos heeft per brief van 15 augustus 2000 een klacht bij de NMa ingediend (kenmerk 2056/1). Elektroburo Vos heeft, voor zover relevant voor dit aspect van de klacht, ter onderbouwing per brief van 14 juni 2001 (kenmerk 2056/4), per brief van 19 juni 2001 (kenmerk 2056/5) en per brief van 17 september 2001 (kenmerk 2056/54) documentatie aan de NMa overhandigd. 2 Uitspraak AWB 07/24, LJN BB5596. In deze uitspraak wordt de voorgeschiedenis van de gehele procedure tot aan de uitspraak kort beschreven. 3 Het CBb maakt ten aanzien van de klacht onderscheid tussen twee aspecten, waarvan naar het oordeel van de het CBb één aspect niet door de Raad is behandeld. Waar in dit besluit wordt gesproken over de klacht heeft dit betrekking op dit specifieke aspect van de klacht van Elektroburo Vos. 1 Openbare versie

2 heeft afgewezen. Het CBb heeft het feit dat energiebedrijven controles uitvoeren waarvoor een bepaald bedrag in rekening wordt gebracht, 4 en het onderscheid tussen verschillende categorieën installateurs dat uit de REI voortvloeit waarbij één bepaalde categorie installateurs van voornoemde controles geheel is vrijgesteld (zogenaamde gecertificeerde installateurs) 5, niet in strijd met de Mw geacht. 3. In het kader van aanvullend onderzoek naar aanleiding van de uitspraak van het CBb heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: NMa) op 21 december 2007, 18 januari 2008 en 21 december vragen gesteld aan EnergieNed 7 en de Stichting Sterkin (hierna: Sterkin). 8 De resultaten van het aanvullend onderzoek zijn per brief van 17 juni 2008 voorgelegd aan Elektroburo Vos, waarbij hem de gelegenheid is geboden tot het indienen van opmerkingen. 9 Op 7 juli 2008 heeft Elektroburo Vos zijn schriftelijke opmerkingen ingediend. 10 Vervolgens heeft de NMa op 28 januari 2009 vragen gesteld aan Netbeheer Nederland. 11 Netbeheer Nederland heeft deze vragen bij brief van 16 februari 2009 beantwoord. 12 Op 29 april 2009 heeft de NMa de nadere onderzoeksgegevens aan Elektroburo Vos verzonden en daarbij Elektroburo Vos uitgenodigd om ten kantore van de NMa zijn zienswijze te geven. 13 Op 3 juni 2009 heeft Elektroburo Vos hierop zijn schriftelijke zienswijze ingediend In het primaire besluit heeft de Raad zowel de REI 1994, alsmede de op 1 november 2004 in werking getreden opvolger, de REI 2004 beoordeeld. Hiertoe heeft de Raad onderscheid gemaakt naar de perioden waarin de verschillende regelingen van kracht zijn geweest. Ten aanzien van de eerste periode (1998 tot en met 1 november 2004) heeft de Raad besloten dat, kort gezegd, de energiebedrijven met betrekking tot het controleren van elektrotechnische installaties geen concurrenten van elkaar waren en derhalve een afspraak 4 Uitspraak AWB 07/24, LJN BB5596, ro Idem, ro Gespreksverslagen EnergieNed (kenmerk 2056/112) en Gespreksverslagen Sterkin (kenmerk 2056/113). 7 EnergieNed is de oorspronkelijke naam van de branchevereniging voor energiebedrijven in Nederland en de opsteller en beheerder van de REI tot 1 november Naar aanleiding van de afsplitsing van het beheer voor de elektriciteitsnetten is deze vereniging op 1 oktober 2007 gesplitst in EnergieNed (Vereniging van Energieproducenten, -handelaren en -retailbedrijven in Nederland) en Netbeheer Nederland (Vereniging van Energienetbeheerders in Nederland). In september 2009 is EnergieNed gefuseerd met Nederlandse Vereniging voor Marktwerking in Energie. De nieuwe vereniging Energie-Nederland heeft als doelstelling het behartigen van de belangen van energieproducenten, -handelaren en leveringsbedrijven (zie verder: 8 Sterkin staat voor Stichting Erkenningen in Nederland. Per 1 november 2004 is de uitvoering van de REI overgeheveld van EnergieNed naar Sterkin. 9 Brief van 17 juni 2008 (kenmerk2056/122) met als bijlage de NMa notitie Extra marktonderzoek inzake 2056 Elektroburo Vos vs. Stichting Sterkin (kenmerk 2056/119). 10 Brief van 7 juli 2008 (kenmerk 2056/126). 11 Brief van 28 januari 2009 (kenmerk 2056/132). 12 Brief van 16 februari 2009 (kenmerk 2056/134). 13 Brief van 29 april 2009 (kenmerk 2056/140). 14 Brief van 3 juni 2009 (kenmerk 2056/141). 2 Openbare versie

3 met betrekking tot de tarieven voor controle geen beperking van de mededinging kan inhouden in de zin van artikel 6, eerste lid, Mw. Ten aanzien van de tweede periode (1 november 2004 tot en met 13 november 2009) 15 heeft de Raad vervolgens vastgesteld dat in het kader van de REI 2004 de controles op elektrotechnische installaties niet langer door de energiebedrijven zelf werden uitgevoerd, maar waren uitbesteed aan de voor dat doel opgerichte Sterkin. Omdat Sterkin een van de energiebedrijven onafhankelijke stichting is, heeft de Raad geoordeeld dat een vast tarief voor de in het kader van de REI 2004 uitgevoerde controles geen verboden mededingingsbeperking vormt in de zin van artikel 6, eerste lid, Mw. 5. Op 24 december 2009 heeft Elektroburo Vos bezwaar ingediend tegen het primaire besluit. 16 De NMa heeft Elektroburo Vos per brief van 12 maart 2010 uitgenodigd te verschijnen op een hoorzitting. 17 Elektroburo Vos heeft per brief van 18 maart aangegeven van mondelinge behandeling af te zien. 18 Voorts heeft de NMa bij brief van 16 april 2010 Netbeheer Nederland op de hoogte gesteld van het bezwaar van Elektroburo Vos, en heeft hen in staat gesteld om een mondelinge en/of schriftelijke zienswijze naar voren te brengen. 19 Netbeheer Nederland heeft de NMa medegedeeld van deze gelegenheden geen gebruik te maken. 20 II. Gronden van bezwaar 6. In bezwaar voert Elektroburo Vos aan dat de Raad ten onrechte tot een afwijzing van zijn klacht is gekomen door in het primaire besluit niet te onderkennen dat energiebedrijven met betrekking tot het uitvoeren van controles ( keuring ) op nieuwe installaties prijsafspraken hebben gemaakt. Elektroburo Vos stelt dat bij alle nieuwe aangemelde installaties door de energiebedrijven een vast bedrag van ongeveer EUR 45,- in rekening wordt gebracht voor het uitvoeren van de controle. Ten aanzien van de overweging in het primaire besluit dat energiebedrijven ten behoeve van het uitvoeren van de controles afwijkende bedragen in rekening hebben gebracht, stelt Elektroburo Vos dat dit niet wegneemt dat het merendeel van de energiebedrijven zich aan de vaste prijs van EUR 45,- heeft gehouden. Voorts stelt Elektroburo Vos in bezwaar dat de prijsafspraak ten aanzien van de controlekosten ook na 2004 is voortgezet. De vaststelling in het primaire besluit dat Netbeheer Nederland niet alle zeggenschap bezit in Sterkin doet er volgens Elektroburo Vos niet aan af dat Sterkin als ondernemersvereniging dient te worden aangemerkt die het systeem van prijsafspraken ten aanzien van de controles op installaties in stand houdt. 15 Op 13 november 2009 is het primaire besluit genomen. 16 Brief van 24 december 2009 (kenmerk 2056/146). 17 Brief van 12 maart 2010 kenmerk 2056/148). 18 Brief van 18 maart 2010 (kenmerk 2056/149). 19 Brief van 16 april 2010 (kenmerk 2056/150). 20 Telefoon notitie NMa van 27 april 2010 (kenmerk 2056/153). 3 Openbare versie

4 III. Relevante achtergronden A. Inleiding 7. Van oudsher hebben de energiebedrijven controles uitgevoerd op elektrotechnische installaties. De energiebedrijven controleerden daarbij uitsluitend de installaties die zich bevonden binnen hun eigen zogenaamde verzorgingsgebieden. Tot aan de voltooiing van de liberalisering van de elektriciteitsmarkt medio 2004, beschikten de energiebedrijven binnen deze verzorgingsgebieden over een alleenrecht voor het leveren van elektriciteit aan kleinverbruikers. Na de opening van de elektriciteitsmarkt voor kleinverbruikers zijn de energiebedrijven gestopt met het uitvoeren van genoemde controles. 8. Zoals hieronder verder uiteengezet zal worden, heeft de wet- en regelgeving die betrekking heeft op de controles en veiligheidseisen die aan elektrotechnische installaties worden gesteld vanaf 1997 grote veranderingen ondergaan. Tot medio 2004 vervulde de REI 1994 voor de energiebedrijven een belangrijke rol in het veiligheidswaarborgingssysteem dat door deze bedrijven zelf was opgezet. Mede als gevolg van aanpassingen in de wet- en regelgeving en het feit dat de energiebedrijven hun controle-activiteiten medio 2004 staakten, hield dit systeem op te bestaan. 9. In het hierna volgende zal allereerst in worden gegaan op de bepalingen en de achtergronden van de REI Daarna zal de wet- en regelgeving uiteen worden gezet die verband houdt met controles en veiligheidseisen die aan elektrotechnische installaties werden en worden gesteld, waarbij specifiek wordt stilgestaan bij de veranderingen in de wet- en regelgeving als gevolg waarvan de controle-activiteiten door de energiebedrijven werden gestaakt. Tot slot zal worden ingegaan op de periode na medio 2004, in welke periode de REI 2004 van kracht werd en er een alternatief erkenningsysteem werd opgericht. B. Situatie tot medio 2004 B.1. REI De REI is een regeling van de energiebedrijven. Doel van de REI was de veiligheid van elektrotechnische installaties te handhaven en te bevorderen. 21 Hiertoe stelde de REI onder andere eisen aan de zogenaamde vakbekwaamheid van installateurs die deze installaties aanleggen. Daarnaast controleerden de energiebedrijven installaties die nieuw werden aangelegd. Vóór de introductie van de REI 1994 werden binnen het eigen verzorgingsgebied van het energiebedrijf alle nieuwe installaties gecontroleerd. De kosten voor deze controles werden verrekend in de energieprijs voor de afnemer. Met de introductie van de REI 1994 kwam daar verandering in. Op basis van de REI 1994 werden gecertificeerde installateurs van controles vrijgesteld. Naar schatting van EnergieNed verzorgden dezen ongeveer 60 tot 70% van alle nieuw aangelegde 21 De oorspronkelijke REI stamt uit de jaren 20/30. Zie voor een beschrijving van de REI de brief van 26 maart 1998 van EnergieNed, betreffende een aanvraag voor ontheffing van het verbod van artikel 6 Mededingingswet voor de Regeling voor de erkenning van elektrotechnische installateurs, bijlage 1 (kenmerk 191/1). 4 Openbare versie

5 installaties. 22 Bij niet-gecertificeerde, erkende installateurs werd op basis van artikel 11 van de REI 1994 nog slechts gemiddeld 1 op de 4 installaties gecontroleerd. 23 Per nieuw aangelegde huisinstallatie werd hiervoor bij de installateur het in het tarievenblad genoemde bedrag van NLG 100,- in rekening gebracht. 24 Naar schatting van EnergieNed betrof dit ongeveer 30% van alle nieuw aangelegde installaties Wanneer een installateur niet bij de REI 1994 was aangesloten, noch gecertificeerd was, werden alle installaties door de energiebedrijven gecontroleerd, waarbij de werkelijke kosten voor deze controle in rekening werden gebracht bij de afnemer van de elektriciteit (de consument). 26 Deze kosten verschilden per energiebedrijf en lagen in de praktijk tussen NLG 200,- en NLG 450,- per installatie. 27 Deze restcategorie betrof naar schatting van EnergieNed minder van 5% van alle nieuw aangelegde installaties Op basis van de aansluit- en leveringsvoorwaarden die golden tussen de afnemer van de elektriciteit en de energiebedrijven, waren de energiebedrijven gerechtigd controles op nieuwe installaties uit te voeren. Zoals hiervoor opgemerkt, werden deze controles vanaf de inwerkingtreding van de REI 1994 bij gecertificeerde installateurs niet langer uitgevoerd en bij de REI-erkende installateurs bij slechts 1 op de 4 installaties. Daarnaast werd tot 2006 in de (model-) aansluitvoorwaarden van de energiebedrijven verwezen naar de REI. 29 De aansluitvoorwaarden bepaalden in dit verband dat energieleveringen aan afnemers slechts gehandhaafd zouden blijven wanneer de betreffende installateur vakbekwaam was, waarbij was bepaald dat REI-erkende installateurs geacht werden aan deze eisen te voldoen Zie brief van 17 augustus 1999, antwoorden met betrekking tot de REI 1994, antwoord op vraag 7d (kenmerk 191/10). 23 Ten aanzien van dit onderscheid vastgelegd in artikel 12 van de REI 1994 heeft het CBb reeds in zijn uitspraak van 6 september 2007 bepaald (AWB 07/24, LJN BB5596) dat dit niet in strijd kan worden geacht met artikel 6, eerste lid, Mw. 24 Na de invoering van de euro bedroeg dit bedrag EUR 45,- per nieuw aangelegde installatie. 25 Zie brief van 17 augustus 1999, antwoorden met betrekking tot de REI 1994, antwoord op vraag 7d (kenmerk 191/10). 26 Idem, antwoord op vraag 8c. 27 Idem, antwoord op vraag 8a. 28 Idem, antwoord op vraag 7d. 29 In de Model-aansluitvoorwaarden van de Netbeheerders voor zowel consumenten als zakelijke afnemers was in artikel 5 het volgende bepaald: 1. Ten aanzien van de elektrische installatie moet worden voldaan aan de in of krachtens de wet gestelde voorwaarden en met name voor zover van toepassing de voorwaarden als bedoeld in artikel 31 lid 1 onderdeel a van de Elektriciteitswet 1998 (de Netcode). 2. Elektrotechnische werkzaamheden aan de elektrische installatie dienen te worden uitgevoerd door personen die over de nodige vakbekwaamheid en outillage beschikken. Ingeschrevenen ingevolge de Regeling voor Erkenning van Elektrotechnische Installateurs (REI 1994) of de daarvoor in de plaats tredende regeling worden geacht over deze vakbekwaamheid en outillage te beschikken. Zie voor de volledige tekst: 30 Op 17 februari 2006 zijn de door EnergieNed en de consumentenbond gezamenlijk vastgestelde, nieuwe algemene voorwaarden voor aansluiting voor kleinverbruikers vastgesteld. Artikel 7.1 van deze voorwaarden verwijst met betrekking tot de veiligheid van elektrotechnische installaties alleen nog naar de van toepassing zijnde wettelijke eisen. Het stellen van eisen aan de installateur van de installatie komt in deze algemene voorwaarden niet terug. Zie voor de tekst van deze algemene voorwaarden: 5 Openbare versie

6 B.2. Wet energiedistributie en Elektriciteitswet Op 1 februari 1997 trad de Wet energiedistributie 31 in werking. Op dat moment verzorgden de energiebedrijven zowel de productie als de levering van elektriciteit en waren de elektriciteitsnetten in eigendom van het energiebedrijf. De Wet energiedistributie stelde onder andere bepaalde voorwaarden aan de commerciële activiteiten van deze energiebedrijven en introduceerde het begrip distributiebedrijf. Volgens deze wet betrof een distributiebedrijf een organisatorische eenheid die zich bezighield met de distributie van elektriciteit, gas of warmte. 32 De bepalingen van de Wet energiedistributie zijn verschillende keren gewijzigd. Op 31 december 2006 is de Wet energiedistributie in zijn geheel ingetrokken. Voor zover voor behandeling van deze zaak relevant, zullen de wijzigingen van deze wet in het hiernavolgende worden behandeld. 14. Op 1 augustus 1998 trad de Elektriciteitswet in werking en is gelijktijdig de Wet energiedistributie gewijzigd. Doel van de Elektriciteitswet 1998 was te komen tot een gefaseerde liberalisering van de energiemarkt waarbij op de markt voor productie en levering volledig geconcurreerd kon gaan worden. Daartoe heeft de wetgever allereerst een scheiding aangebracht tussen enerzijds het beheer van de elektriciteitsnetten, en anderzijds de productie en levering van elektriciteit. Het beheer van de elektriciteitsnetten kwam in handen van de daartoe aangewezen netbeheerder. Deze netbeheerder was organisatorisch onafhankelijk van de oude energiebedrijven, zodat ten aanzien van de toegang tot de elektriciteitsnetwerken niet gediscrimineerd kon worden. 34 De wet verplichtte daarbij niet tot het daadwerkelijk afstoten van het economisch eigendom van de netten, waardoor deze (doorgaans) in dezelfde handen bleven als voorheen. De netbeheerder bleef wel onderdeel uitmaken van het bestaande geïntegreerde energiebedrijf. 15. Naast de hiervoor genoemde scheiding tussen het beheer van de netten enerzijds en de productie en levering van elektriciteit anderzijds, introduceerde de wetgever in de Elektriciteitswet 1998 het begrip beschermde afnemer 35 Tot 1 juli 2004 werden zogenaamde kleinverbruikers als beschermde afnemers aangemerkt. 36 Op basis van artikel 53 en 55 Elektriciteitswet 1998 gold voor 31 Wet van 14 december 1996, houdende regels op het gebied van de distributie van elektriciteit, gas en warmte (Wet energiedistributie), Stb. 1996, 642. De Wet energiedistributie is volledig komen te vervallen per 13 december 2006, Stb. 2006, Onder de huidige terminologie kan heden ten dage onder de distributeur de energieleverancier worden begrepen. 33 Wet van 2 juli 1998, houdende regels met betrekking tot de productie, het transport en de levering van elektriciteit (hierna Elektriciteitswet 1998), Stb 1998, nr 427. Naar aanleiding van een groot aantal wijzigingen en volledige vernummering, is de integrale tekst van de Elektriciteitswet 1998 per beschikking van de Minister van Justitie van 2 mei 2000 in het staatsblad geplaatst (Stb. 2000, 186). Daar waar in dit besluit naar specifieke artikelen uit de Elektriciteitswet wordt verwezen wordt de nummering van deze versie aangehouden. Deze nummering komt grotendeels overeen met de nummering van de Elektriciteitswet zoals deze ten tijde van het nemen van dit besluit van kracht is. 34 Op grond van art 31, eerste lid, aanhef onder d, van de Elektriciteitswet heeft iedere netbeheerder een eigen net in beheer (Stb. 2000, 186). 35 Zie artikel 1 lid 1 sub d Elektriciteitswet 1998 (Stb. 2000, 186). 36 Zie artikel 1 lid 1 sub d, tweede lid, Elektriciteitwet 1998 (Stb. 2000, 186). Deze bepaling is komen te vervallen bij wet van 1 juli 2004 (Stb. 2004, 328). 6 Openbare versie

7 de levering aan deze categorie afnemers een vergunningsplicht die beperkt was tot één bepaald verzorgingsgebied. 37 Per verzorgingsgebied werd slechts één vergunning verleend. Deze vergunning ging over het algemeen naar het distributiebedrijf dat al binnen dat betreffende verzorgingsgebied actief was. Na 1 juli 2004 bleef de vergunningsplicht bestaan, maar was deze niet langer aan een bepaald gebied gebonden, en kon er dus in heel Nederland geleverd worden. 38 Als gevolg hiervan bleef de situatie met betrekking tot de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers voor de periode vanaf de invoering van de Elektriciteitswet 1998 tot aan 1 juli 2004 ongewijzigd. Tot die datum was er met betrekking tot het leveren van elektriciteit aan deze categorie afnemers geen concurrentie tussen distributiebedrijven mogelijk Tegelijkertijd met de inwerkingtreding van de Elektriciteitswet 1998 werd het begrip distributiebedrijf in de Wet energiedistributie beperkt tot de organisatorische eenheid van het energiebedrijf dat aan de beschermde afnemers, zoals gedefinieerd in de Elektriciteitswet 1998, leverde. 40 Op basis van de terminologie uit deze twee wetten kon er ten aanzien van kleingebruikers aldus onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de netbeheerder, die het beheer over de netten had, en anderzijds het distributiebedrijf, dat de levering van elektriciteit verzorgde. Deze terminologie wordt hierna aangehouden. De term energiebedrijf ziet in het hierna volgende op de gehele onderneming die (onder andere) deze twee onderdelen omvat. B.3. Taken en bevoegdheden van distributiebedrijven en netbeheerders ten aanzien van de veiligheid van elektrotechnische installaties 17. Op basis van artikel 2, sub b, Wet energiedistributie rustte op distributiebedrijven de taak tot het bevorderen van de veiligheid bij het gebruik van toestellen en installaties die elektriciteit, gas of warmte, geleverd door het distributiebedrijf, verbruiken. 41 Bij de inwerkingtreding van de Elektriciteitswet 1998 per 15 augustus 1998 is deze taak van de distributiebedrijven overgeheveld naar de netbeheerders (artikel 16, lid 1 sub g, Elektriciteitswet) De mogelijkheid tot het verrichten van controles op de veiligheid van elektrotechnische installaties berustte echter, ook na de inwerkingtreding van de Elektriciteitswet 1998, bij de distributiebedrijven. Hiervoor had de wetgever in artikel 12 Wet energiedistributie nadere bepalingen opgenomen. 43 In artikel 12 Wet energiedistributie waren nadere voorwaarden gesteld aan het leveren van diensten, anders dan het distribueren van elektriciteit, gas of warmte. Artikel 37 Zie ook artikel 55, lid 2, Elektriciteitswet 1998 (Stb. 2000, 186). 38 Zie artikel 95a (Stb. 2004, 328). 39 Ook voor de inwerkingtreding van de Elektriciteitswet concurreerden distributiebedrijven, vanwege hun afzonderlijke leveringsgebieden, niet met elkaar. Dit is door de NMa onder andere vastgesteld bij besluit van 29 april 1998, zaak 91/ERL- ENECO, randnummers Artikel 1 Wet energiedistributie bepaalde hiertoe dat distributie van elektriciteit betrof het leveren van elektriciteit aan beschermde afnemers bedoeld in [artikel 56] van de Elektriciteitswet (Stb 1996, 642, Stb. 1998, 427 en Stb. 2000, 186). 41 Stb. 1996, Artikel 16,lid 1 sub g, Elektriciteitswet 1998 (Stb 2000, 186). Tegelijkertijd met de inwerkingtreding van dit artikel werd het woord elektriciteit uit artikel 2, sub b, Wet energiedistributie geschrapt. Zie artikel 67 Elektriciteitswet 1998 (Stb nr. 427). 43 Stb. 1996, Openbare versie

8 12, eerste lid, Wet energiedistributie bepaalde in dit verband dat de rechtspersoon aan wie een distributiebedrijf toebehoort, geen goederen of diensten mag leveren aan derden, indien hij daardoor in concurrentie treedt met anderen, anders dan de gevallen opgesomd in sub a t/m f van het eerste lid. 44 Artikel 12, eerste lid, sub c vermeldde als uitzondering: het uitoefenen van controles op de veiligheid van toestellen en installaties die elektriciteit [ ] geleverd door het distributiebedrijf, verbruiken. Blijkens de Memorie van Toelichting bij de introductie van deze wet was de betreffende uitzondering in het leven geroepen om distributiebedrijven de mogelijkheid te bieden uitvoering te geven aan hun taak op het gebied van veiligheid zoals geformuleerd onder artikel 2 van die wet Het uitoefenen van controles als bedoeld in artikel 12, eerste lid, sub c, Wet energiedistributie was beperkt tot elektrotechnische installaties waaraan het distributiebedrijf zelf elektriciteit leverde. Aangezien ieder distributiebedrijf voor het leveren van elektriciteit gebonden was aan het verzorgingsgebied waarvoor het een vergunning had, waren distributiebedrijven ook voor het verrichten van controles gebonden aan hun verzorgingsgebied. Deze situatie veranderde pas na het vrijgeven van de markt voor de levering aan kleingebruikers, op welke situatie hierna onder C. wordt ingegaan. 20. Hoewel hiervan nooit gebruik is gemaakt door distributiebedrijven, bood de Wet energiedistributie de mogelijkheid om buiten het verzorgingsgebied van het distributiebedrijf controles uit te voeren. Artikel 12, derde lid, bepaalde hiertoe dat het distributiebedrijf in dat geval een aparte dochter- of groepsmaatschappij diende op te richten, die door het energiebedrijf niet mocht worden bevoordeeld boven anderen of aan wie anderszins voordelen mochten worden toegekend die verder gingen dan in normaal handelsverkeer gebruikelijk was. 46 Het derde lid van artikel 12 betrof een algemene bepaling die niet in het bijzonder zag op het uitvoeren van controles. 21. Het stelsel van kwaliteitseisen van de netbeheerders enerzijds en de controle door distributiebedrijven op nieuwe elektrotechnische installaties anderzijds, zoals dat tot medio 2004 van toepassing was, was in overeenstemming met hetgeen door de toenmalige Minister van Economische zaken bij de behandeling van de Wet energiedistributie in de Tweede Kamer was aangegeven. De Minister stelde dat de uitwerking van de taken ten aanzien van het bevorderen van de veiligheid aan de distributiebedrijven werd overgelaten. Hiermee werd beoogd dat door middel van de (algemene) aansluit- en leveringsvoorwaarden van het energiebedrijf eisen konden 44 Met de term rechtspersoon wordt in artikel 12 van de Wet energiedistributie gedoeld op het energiebedrijf waarvan het distributiebedrijf onderdeel uitmaakt. In het hierna volgende zal de onderneming die activiteiten uitvoert op basis van de Wet energiedistributie worden aangeduid als distributiebedrijf, ook wanneer deze activiteiten in de praktijk door de rechtspersoon (het energiebedrijf) waartoe het distributiebedrijf behoorde, werden uitgevoerd. 45 Zie Kamerstukken II 1990/91, , nr. 3 (p. 13), Kamerstukken II 1994/95, , nr. 14 (p ), Kamerstukken II 1994/95, , nr 16, (p. 40). 46 Stb. 1996, Openbare versie

9 worden gesteld aan de veiligheid van installaties. 47 Daarbij werd door de Minister gewezen op het bestaan van de REI. 22. Na de inwerkingtreding van de Elektriciteitswet 1998 werd, op voorstel daartoe van de gezamenlijke netbeheerders, een deel van de veiligheidseisen die aan elektrotechnische installaties werden gesteld, opgenomen in de zogenaamde Netcode. 48 Bij besluit van 12 november 1999 werd de eerste Netcode vastgesteld. 49 Artikel Netcode bepaalde dat bij de aanleg van nieuwe elektrotechnische installaties, de aangeslotene (doorgaans de afnemer van elektriciteit) aan de netbeheerder (onder andere) de hoedanigheid (erkende installateur, gecertificeerde installateur, ander) van de installateur schriftelijk moest doorgeven. Tevens werd in de artikelen tot en met bepaald dat installaties aan de daar genoemde NENnormen (ook wel installatienormen genoemd) dienden te voldoen. In de in randnummer 12 van dit besluit genoemde (model-) aansluitvoorwaarden die door de netbeheerders gezamenlijk waren opgesteld, werd zowel naar de bepalingen van de Netcode, als naar de REI verwezen. B.4. Het verplichtende karakter van de REI Uit het voorgaande volgt dat installateurs de facto verplicht waren om zich bij de REI 1994 aan te sluiten. 50 Allereerst stelden de algemene aansluitvoorwaarden, en indirect de Netcode, eisen aan de vakbekwaamheid van de installateur, waarbij een REI-erkende installateur geacht werd aan deze eisen te voldoen. Ingevolge de Netcode diende de aangeslotene daarnaast de hoedanigheid van de installateur op te geven. Op basis van deze informatie kon het energiebedrijf bepalen bij welke installaties controles moesten worden uitgevoerd; zoals opgemerkt in randnummers 10 en 11 van dit besluit werd niet gecontroleerd in geval van REIgecertificeerde installateurs, steekproefsgewijs in geval van REI-erkende installateurs en altijd in geval van installateurs die niet bij de REI aangesloten waren. De kosten voor de afnemer lagen in het geval van een niet bij de REI aangesloten installateur aanzienlijk hoger dan in het geval van een REI-erkende installateur (zie randnummer 11 van dit besluit). Mede gelet op deze kosten was het voor de afnemer aantrekkelijk om gebruik te maken van een installateur die bij de REI was aangesloten. 47 Zie Kamerstukken II 1990/91, , nr 3. (p. 13), Kamerstukken II 1995/96, , nr. 16 (p ), Handelingen II, 1 februari 1996, Op basis van artikel 31, lid 1, sub a van de Elektriciteitswet 1998 stelde de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: directeur DTe), naar aanleiding van een daartoe ingediend voorstel van de gezamenlijke netbeheerders de Netcode vast. De Netcode bevat de voorwaarden met betrekking tot de wijze waarop netbeheerders en afnemers zich gedragen ten aanzien van het in werking hebben van de netten, het voorzien van een aansluiting op het net en het uitvoeren van het transport van elektriciteit over het net. 49 Besluit van de directeur DTe, van 12 november 1999, nummer 005. Verkrijgbaar op: 50 Zoals vermeld in randnummer 11 van dit besluit werden minder dan 5% van alle installaties aangelegd door installateurs die niet bij de REI waren aangesloten. 9 Openbare versie

10 C. Situatie na medio 2004 C.1. Aanpassingen in wet- en regelgeving met betrekking tot veiligheidseisen en controles 24. Gelijktijdig met het vrijgeven van de markt voor het leveren van elektriciteit voor kleinverbruikers, is het hiervoor uiteengezette stelsel van veiligheidseisen en controles aanzienlijk gewijzigd. Allereerst werd per 14 juli 2004 artikel 12, eerste lid, Wet energiedistributie ingetrokken. 51 Als gevolg hiervan kwamen de voorwaardenvoor het leveren van diensten (zoals het uitvoeren van controles) te vervallen (zie randnummer 18 van dit besluit). Daarnaast werd per besluit van 20 augustus 2004 een aantal van de in randnummer 22 van dit besluit beschreven bepalingen uit de Netcode ingetrokken in verband met een aanpassing van het Bouwbesluit Door middel van een ministeriële regeling werden de NEN-normen die onder andere zagen op de veiligheid van elektrotechnische installaties (installatienormen), onderdeel van het Bouwbesluit Als gevolg hiervan werden de gemeenten verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van deze NEN-normen door installateurs. Deze aanpassing van het Bouwbesluit 2003 was voor de gezamenlijke netbeheerders aanleiding om aan de directeur DTe voor te stellen de Netcode aan te passen, in die zin dat daar niet langer een toezichtstaak met betrekking tot de veiligheid voor elektrotechnische installaties uit zou blijken. Op 20 augustus 2004 nam de directeur DTe hiertoe een besluit waarin de bepalingen tot en met Netcode (waarin werd verwezen naar de NEN-normen, inclusief de vermelding omtrent de hoedanigheid ) kwamen te vervallen. 53 De directeur DTe bepaalde daarbij dat het niet de wettelijke taak van de netbeheerder is om toe te zien op de veiligheid van installaties. 25. Volgend op de hiervoor genoemde veranderingen in de wet- en regelgeving hebben distributiebedrijven hun controle-activiteiten ten aanzien van elektrotechnische installaties volledig gestaakt (zowel binnen de REI als daarbuiten). In het kader van de voornoemde ontwikkelingen zijn de bepalingen van de REI 1994 aangepast. Deze aanpassingen worden in het hiernavolgende besproken. C.2. REI Op 1 november 2004 trad de REI 2004 in werking. 54 De verantwoordelijkheden voor het uitvoeren van de REI werden hierbij overgeheveld van EnergieNed naar de door EnergieNed en Gastec voor dit doel opgerichte Sterkin. 55 De controle-activiteiten worden onder de REI 2004 niet langer door 51 Stb. 2004, 328 (Artikel III). 52 Regeling Bouwbesluit 2003, Stcrt 2002, nr.241 (p. 15). 53 Zie Besluit van 20 augustus 2004, nummer: , Besluit tot wijziging van de voorwaarden ex artikel 31, eerste lid, sub a van de Elektriciteitswet 1998 met betrekking tot het veiligheids- en inspectiebeleid van elektrische installaties. 54 Artikel 40 REI Zie o.m. art 1, aanhef onder c, REI 2004, art. 3 aanhef en lid 1, onder c, REI 2004 en het voorwoord van de REI Het bestuur van Sterkin bestaat uit een onafhankelijke voorzitter en drie vertegenwoordigers uit de organisaties Netbeheer Nederland, VEWIN en KIWA. Onder andere de bepalingen met betrekking tot de benoeming en besluitvorming van het bestuur van Sterkin zijn vastgelegd in de Akte van oprichting. Deze is op 25 januari 2008, in het kader van het aanvullend onderzoek van de NMa door Sterkin aan de NMa verzonden. (kenmerk 2056/115). 10 Openbare versie

11 de distributiebedrijven uitgevoerd, maar door onafhankelijke inspecteurs. 56 Om namens Sterkin controles te kunnen uitvoeren, dienen deze inspecteurs aangesloten te zijn bij de Regeling voor erkenning van gas- en elektrotechnische inspectiebedrijven (RIB 2004). 57 Hiertoe dienen REIerkende installateurs nieuw aangelegde installaties bij Sterkin aan te melden. 58 Net als onder de REI 1994 worden deze installaties systematisch gecontroleerd 59, waarvoor per aansluiting aan Sterkin de in het tarievenblad genoemde bijdrage moet worden betaald. 60 Het controletarief dat installateurs per nieuwe installatie aan Sterkin verschuldigd zijn, dient onder de REI 2004 (anders dan de REI 1994) als bijdrage voor het financieren en de instandhouding van de erkenningsregeling. 27. Voorts is in deze periode door de brancheorganisaties voor installatiebedrijven en technische detailhandel (respectievelijk UNETO-VNI en VEWIN), de Stichting Erkenning Installatiebedrijven (hierna: SEI) opgericht. De SEI heeft een alternatieve erkenningsregeling opgezet, de Erkenningsregeling voor installateurs (hierna: EVI 2004) genaamd. Installateurs hebben derhalve vanaf juli 2004 de mogelijkheid zich aan te sluiten bij een alternatief erkenningsregeling. Onder de EVI 2004 worden geen periodieke kwaliteitscontroles uitgevoerd. IV Beoordeling van het bezwaar 28. De klacht van Elektroburo Vos, zoals eerder weergegeven in randnummer 6, heeft betrekking op het controletarief van circa EUR 45,- dat distributiebedrijven in rekening brengen voor de door hen uitgevoerde controles op nieuwe elektrotechnische installaties die zijn geïnstalleerd door bij de REI aangesloten erkende installateurs. Het gaat in het bijzonder om artikel 11 van de REI en het tarief van artikel 2 van bijlage 1 van de REI (het tarievenblad). Elektroburo Vos stelt dat het controletarief een prijsafspraak tussen energiebedrijven betreft die in strijd is met artikel 6, eerste lid, Mw. De Raad wijst er volledigheidshalve op dat uitsluitend bij niet-gecertificeerde, erkende installateurs, zoals Elektroburo Vos, de vaste prijs van EUR 45,- in rekening wordt gebracht. Bij gecertificeerde installateurs worden in het geheel geen kosten in rekening gebracht. Bij nieterkende installateurs werden tot medio 2004 de daadwerkelijke controlekosten in rekening gebracht. Zoals in randnummer 2 bij dit besluit is geconstateerd heeft het CBb over dit uit de REI voortvloeiende onderscheid reeds geoordeeld. De Raad merkt hierbij op dat het CBb tevens heeft geoordeeld dat de enkele omstandigheid dat niet-gecertificeerde, erkende installateurs een bedrag per aangemelde installatie dienen te betalen in verband met het uitvoeren van steeksproefsgewijze controles in zijn algemeenheid niet ongerechtvaardigd is te achten. De onderhavige beoordeling beperkt zich derhalve tot het aspect van de klacht van Elektroburo Vos dat ziet op de beoordeling van mogelijke horizontale prijsafspraken tussen distributiebedrijven in strijd met artikel 6 Mw. 56 Zie NMa notitie Extra marktonderzoek inzake 2056 Elektroburo Vos vs. Stichting Sterkin (kenmerk 2056/119). 57 De tekst van de regeling is verkrijgbaar op: 58 Zie artikel 16 lid 3 REI Zie artikel 11 REI Zie Bijlage 1 bij de REI 2004, punt Openbare versie

12 29. Het controletarief kwalificeert als een horizontale prijsafspraak in strijd met artikel 6, eerste lid, Mw indien kan worden vastgesteld dat de distributiebedrijven daadwerkelijk met elkaar concurreren. Het controletarief kan voorts onder de reikwijdte van artikel 6, eerste lid, Mw vallen indien sprake is van potentiële concurrentie tussen de distributiebedrijven. 61 Voor de vaststelling of er sprake is van potentiële concurrentie tussen de distributiebedrijven dient vastgesteld te worden of, gelet op de marktstructuur en de economische en juridische context waarin het controletarief van toepassing is, reële en concrete mogelijkheden bestaan voor distributiebedrijven om ten aanzien van de betreffende controles onderling met elkaar concurreren Voor de beoordeling van het controletarief maakt de Raad een onderscheid tussen de periode van 1 januari 1998 tot 1 november 2004, waarin de REI 1994 gold, en de periode vanaf 1 november 2004 op welke datum de REI 2004 in werking was getreden. De Raad merkt op dat op de REI 2004 inmiddels is vervangen door achtereenvolgens de REI 2008 en de REI Aangezien de relevante bepalingen in de REI 2004 met de komst van de REI 2008 en de REI 2010 niet zijn gewijzigd, gaat de Raad niet apart op deze regelingen in. De beoordeling van de REI 2004 is derhalve ook van toepassing op de REI 2008 en de REI Periode van 1 januari 1998 tot 1 november 2004 (REI 1994) 31. De Raad is van oordeel dat de distributiebedrijven ten aanzien van het uitvoeren van controles op elektrotechnische installaties in de periode dat de REI 1994 van toepassing was niet daadwerkelijk met elkaar concurreerden. 64 De distributiebedrijven verrichtten de controle-activiteiten uitsluitend binnen hun eigen exclusieve verzorgingsgebied. Dit is door Elektroburo Vos bevestigd. 65 De distributiebedrijven zijn in genoemde periode derhalve geen daadwerkelijke concurrenten van elkaar zijn geweest. 32. Voorts is de Raad van oordeel dat de distributiebedrijven in de genoemde periode evenmin potentiële concurrenten van elkaar waren. De Raad wijst in dit verband in de eerste plaats op het in paragrafen III.B.2 en III.B.3 van dit besluit weergegeven wettelijk kader, waaruit volgt dat de netbeheerder vanaf de inwerkingtreding van de Elektriciteitswet 1998 tot taak had de veiligheid bij het gebruik van installaties te bevorderen, terwijl de mogelijkheid tot het verrichten van controles op de veiligheid van elektrotechnische installaties juist bij het distributiebedrijf lag. Deze veiligheidstaak van de netbeheerder en de bij het distributiebedrijf berustende controlemogelijkheid hadden tot gevolg dat het energiebedrijf waartoe beiden behoorden er belang bij had dat het eigen distributiebedrijf de controle-activiteiten zou uitvoeren. Derhalve was 61 Zie uitspraak rechtbank Rotterdam van 4 maart 2008, Soletanche Bachyt France S.A. v. NMa, MEDED 06/ Zie uitspraak Gerecht (voorheen Gerecht van Eerste Aanleg van de Europese Gemeenschappen) 15 september 1998, zaak T- 374/94 (European Nicht Services), punt Zie voor de meest recente versie van de REI: 64 Brief van 16 februari 2009 NMa (kenmerk 2056/134), antwoord op vraag Fax van 3 juni 2009 (kenmerk 2056/141), antwoord op vraag Openbare versie

13 er geen reden voor distributiebedrijven om in elkaars verzorgingsgebied controles aan te bieden. Van deze theoretische mogelijkheid is in de praktijk dan ook geen gebruik gemaakt De Raad merkt hierbij op dat het aanbieden van controles niet het gevolg was van een zelfstandige en kenbare vraag vanuit installateurs en/of consumenten. Het uitvoeren van de controles vloeide onder andere voort uit de wettelijke taak die netbeheerders hadden ten aanzien van het toezicht op de veiligheid van elektrotechnische installaties. Daarnaast hadden energiebedrijven een belang bij het toezien op de veiligheid van hun eigen netwerk die samenhing met de veiligheid van de op die netten aangesloten elektrotechnische installaties Voorts was het naar het oordeel van de Raad voor de distributiebedrijven financieel niet interessant om buiten het eigen verzorgingsgebied te opereren. De omvang van de potentiële omzet die aangetrokken had kunnen worden wanneer buiten het eigen verzorgingsgebied controles zouden zijn uitgevoerd, zou zeer gering zijn geweest. De omzet die gegenereerd werd door het uitvoeren van controles binnen het eigen verzorgingsgebied vormde al een zeer gering bedrag ten opzichte van de omzet gegenereerd uit de hoofdtaken van het energiebedrijf. 68 Daarnaast zouden de kosten voor het distributiebedrijf bij het uitvoeren van controles alleen maar stijgen, naarmate deze controles verder buiten het eigen verzorgingsgebied werden uitgevoerd. 35. De Raad is derhalve van oordeel dat, ook bij afwezigheid van het controletarief, er geen reële en concrete mogelijkheden bestonden voor concurrentie tussen distributiebedrijven op het gebied van het aanbieden van controles op elektrotechnische installaties. Volledigheidshalve merkt de Raad op dat, om dezelfde redenen als hiervoor genoemd, evenmin concurrentie van nieuwe toetreders, anders dan de energiebedrijven, te verwachten was. 36. Op basis van het voorgaande komt de Raad tot de conclusie dat distributiebedrijven in de periode van 1 januari 1998 tot 1 november 2004 niet als daadwerkelijke of als potentiële concurrenten in de zin van artikel 6, eerste lid, Mw kunnen worden aangemerkt. Dientengevolge komt de Raad niet toe aan een verdere toetsing van het controletarief in de REI 1994 aan artikel 6, eerste lid, Mw. Van een prijsafspraak in strijd met artikel 6, eerste lid, Mw, zoals gesteld door Elektroburo Vos, is naar het oordeel van de Raad derhalve geen sprake. Periode vanaf 1 november Zie over deze theoretische mogelijkheid, en de daarmee verbonden beperkingen, randnummer 20 van dit besluit. 67 Zie onder andere randnummer 13 van dit besluit, en de brief van 26 maart 1998 van EnergieNed, betreffende een aanvraag voor ontheffing van het verbod van artikel 6 Mededingingswet voor de Regeling voor de erkenning van elektrotechnische installateurs, bijlage 1, antwoord op vraag 4.2 (kenmerk 191/1). 68 Alle controles die Sterkin in het kader van de REI 2004 laat uitvoeren, worden verzorgd door in totaal circa 10 inspectiebedrijven, bestaande uit één à twee personen (zie NMa notitie Extra marktonderzoek inzake 2056 Elektroburo Vos vs. Stichting Sterkin, kenmerk 2056/113). De Raad ziet geen aanleiding om aan te nemen dat de omvang van de omzet die in de periode voor 2004 werd gegenereerd met het uitvoeren van controles, substantieel hoger lag dan de omzet uit de controles die door Sterkin in het kader van de REI 2004 worden uitgevoerd. 13 Openbare versie

14 37. Zoals volgt uit paragraaf III.C.2 van dit besluit, is bij de invoering van de REI 2004 op 1 november 2004 het karakter van de REI ten opzichte van haar voorganger gewijzigd. Dit geldt ook voor het controletarief zoals vastgelegd in het tarievenblad bij de REI 2004, waar het bezwaar van Elektroburo Vos op ziet. De Raad is van oordeel dat het controletarief in de REI 2004 (net als het controletarief in de REI 1994) niet kan worden aangemerkt als een met artikel 6, eerste lid, Mw strijdige prijsafspraak, zoals gesteld door Elektroburo Vos. De Raad onderscheid daarbij twee factoren die in onderlinge samenhang tot deze conclusie leiden. 38. Allereerst hebben de distributiebedrijven bij de inwerkingtreding van de REI 2004 hun controleactiviteiten volledig beëindigd, zowel binnen de REI als daarbuiten. Bij de inwerkingtreding van de REI 2004 op 1 november 2004 werd de verantwoordelijkheid voor de REI overgeheveld van de distributiebedrijven verenigd in EnergieNed naar de onafhankelijke Sterkin, en werd in artikel 11 van de REI 2004 bepaald dat de controles in het kader van deze regeling niet langer door de distributiebedrijven werden uitgevoerd, maar door Sterkin zelf. 69 In de praktijk sluit Sterkin hiertoe overeenkomsten met onafhankelijke controleurs, die in dat kader zijn aangesloten bij de erkenningsregeling RIB. De distributiebedrijven waren derhalve niet langer aan de REI verbonden (inclusief het controletarief) en gaven hier ook geen uitvoering meer aan. Daarbij wordt opgemerkt dat de REI 1994, op basis waarvan distributiebedrijven tot dan toe het controletarief bij erkende, niet-gecertificeerde installateurs in rekening brachten, was komen te vervallen. Bij mogelijke toekomstige controles zouden distributiebedrijven derhalve een nieuwe civielrechtelijke grondslag moeten creëren. 39. Voorts was naar aanleiding van de ontwikkelingen medio 2004 (zoals beschreven in paragraaf III.C.1 van dit besluit) de de facto-verplichting voor installateurs om zich bij de REI aan te sluiten, komen te vervallen. Aansluiting bij de REI was voor de installateur (anders dan voorheen) derhalve een geheel vrijwillige keuze. Installateurs dienden op basis van de Netcode niet langer hun hoedanigheid aan de netbeheerders te rapporteren, waardoor de veiligheidseisen met betrekking tot de vakbekwaamheid van de installateurs niet langer werden gecontroleerd. Omdat de distributiebedrijven hun controle-activiteiten geheel hadden gestaakt, werd een afnemer in het geval van een niet REI-erkende installateur niet langer met hoge(re) controlekosten geconfronteerd. Zoals in randnummer 26 van dit besluit is opgemerkt dient het controletarief (nog slechts) als bijdrage voor de financiering en instandhouding van de erkenningsregeling REI Daarnaast merkt de Raad op dat in 2004 door de SEI een alternatieve erkenningsregeling is opgericht (EVI) waarbij geen periodieke controles plaatsvinden. 40. Op basis van het voorgaande komt de Raad tot de conclusie dat het controletarief uit de REI 2004 niet in strijd is met artikel 6, eerste lid, Mw. Meer specifiek is van een prijsafspraak in strijd met artikel 6, eerste lid, Mw, zoals gesteld door Elektroburo Vos, geen sprake. De stelling van Elektroburo Vos, dat de prijsafspraken na 2004 in strijd met artikel 6, eerste lid, Mw zijn voortgezet door Sterkin, kan om dezelfde reden evenmin door de Raad worden gevolgd. 69 Onder de REI 2004 is het initiële tarief van EUR 45 voor controles bij 1 op de 4 installaties nader gedifferentieerd en aangepast. Omdat deze wijziging geen invloed heeft op de beoordeling zal daarop in dit besluit niet verder worden ingegaan. 14 Openbare versie

15 Conclusie 41. Gelet op het voorgaande concludeert de Raad dat het controletarief in de REI 1994 en de REI 2004, dat bij erkende, niet-gecertificeerde installateurs in rekening is gebracht, niet kan worden aangemerkt als een met artikel 6, eerste lid, Mw strijdige prijsafspraak. 15 Openbare versie

16 Besluit De Raad verklaart het bezwaar van Elektroburo H. Vos gevestigd te Enschede ongegrond en handhaaft zijn besluit van 13 november 2009 met kenmerk 2056/143. Datum: 5 april 2011 De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, Namens deze: wg Monique van Oers Directeur Juridische Dienst Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank Rotterdam, sector bestuursrecht, postbus 50951, 3007 BM Rotterdam. 16 Openbare versie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT. Nummer 2853-28 Betreft zaak: DGT B.V. vs Relan Arbo B.V. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2157-66 Betreft zaak: VNI Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar van de Vereniging van Nederlandse

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2960/ 24 Betreft zaak: Abegg - CZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het tegen zijn

Nadere informatie

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord.

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet. Zaaknummer 741/Overeenkomst

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3779-31 Betreft zaak: Van Winkel/KNGF Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen zijn besluit

Nadere informatie

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 103259_1/14 Betreft zaak: 103259_1 (102770) Codewijzigingsvoorstel kwaliteit dienstverlening Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar

BESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar Openbare versie Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6944/91 Betreft zaak: Zegelverbreking LHV Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_348/86 Betreft zaak: B&U-sector / Bosch Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 20 augustus 2002 heeft de d-g NMa meegedeeld dat de klacht geen aanleiding geeft voor een nader onderzoek.

BESLUIT. 2. Bij brief van 20 augustus 2002 heeft de d-g NMa meegedeeld dat de klacht geen aanleiding geeft voor een nader onderzoek. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3067/15 Betreft zaak: Lourdes bedevaart. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijk verklaring van

Nadere informatie

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd.

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4363-134 Betreft zaak: 4363 Dijkers & Pijl B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Bij besluit van 4 april 2003, kenmerk 3444/3, (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

BESLUIT. 3. Bij besluit van 4 april 2003, kenmerk 3444/3, (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3444/12 Betreft zaak: 3444/ Halbertsma Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkverklaring van het

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 2061 Betreft zaak: Nederlandse Associatie voor Psychotherapie (NAP) Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het

Nadere informatie

BESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding

BESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Nvia. I. Aanvraag en procedure. Nederlandse Mededingingsautoriteit B ES LU IT

Nvia. I. Aanvraag en procedure. Nederlandse Mededingingsautoriteit B ES LU IT Nederlandse Mededingingsautoriteit Nvia B ES LU IT Nummer 102531_3/12 Betreft zaak: Besluit tot wijziging van de voorschriften die verbonden zijn aan de vergunning I. Aanvraag en procedure 1. Bij besluit

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3758-32 Betreft zaak: Tariefstructuur Arbodiensten Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkheidsverklaring

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_5-8 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_13-4 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 621 Regels met betrekking tot de productie, het transport en de levering van elektriciteit (Elektriciteitswet...) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf

Nadere informatie

1. Op 2 juli 1999 heeft Nellen Seeds bij de NMa een klacht ingediend tegen de Nederlandse Vereniging voor Zaaizaad en Plantgoed (hierna: NVZP).

1. Op 2 juli 1999 heeft Nellen Seeds bij de NMa een klacht ingediend tegen de Nederlandse Vereniging voor Zaaizaad en Plantgoed (hierna: NVZP). BESLUIT Zaaknummer 1400/Nellen Seeds vs NVZP Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot niet ontvankelijkverklaring van het bezwaarschrift gericht tegen zijn besluit

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. 1. Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. 1. Verloop van de procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6492_1/199 Betreft zaak: De Tongelreep Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het besluit

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_19-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend.

BESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6109/867 Betreft zaak: Caraat Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het besluit van de

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. Voorgeschiedenis

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. Voorgeschiedenis Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 7487 / 32 Betreft zaak: Zaaknr.:7487 / Herzieningsverzoek Hendriks I Voorgeschiedenis 1. Op 19 oktober 2001 heeft de heer Hendriks, namens Stichting Vill

Nadere informatie

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101855-11 Betreft: Besluit op de aanvragen van Elsta B.V. & Co en Delta Netwerk bedrijf B.V. om een bindende aanwijzing te geven als bedoeld in artikel

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Op 19 november 2002 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Daar zijn de standpunten van Incine en Rendac nader toegelicht.

BESLUIT. 3. Op 19 november 2002 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Daar zijn de standpunten van Incine en Rendac nader toegelicht. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2709/40 Betreft zaak: Incine-Rendac Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het tegen zijn

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit OPENBAAR. 1 Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit OPENBAAR. 1 Verloop van de procedure OPENBAAR Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3309 / 347 Betreft zaak: NIP, LVE, NVVP Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot gegrondverklaring van de

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 103078_4/20 Betreft zaak: Beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van 29 augustus 2008,

Nadere informatie

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_8-7 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. Directie Toezicht Energie INLEIDING EN PROCEDURE WETTELIJK KADER

BESLUIT. Directie Toezicht Energie INLEIDING EN PROCEDURE WETTELIJK KADER Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102004-4 Betreft: Besluit tot verlening van ontheffing aan avitwente B.V. te Hengelo van de plicht een netbeheerder aan te wijzen ex artikel 15, tweede lid, van

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader

BESLUIT. I. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101698-12 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_11-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Verloop procedure en feitelijke achtergrond

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Verloop procedure en feitelijke achtergrond Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4040-31 Betreft zaak: Klacht Van der Brugge tegen Raden voor Rechtsbijstand en NOvA Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Op 25 maart 2002 heeft Politheek tegen het bestreden besluit een bezwaarschrift ingediend.

BESLUIT. 3. Op 25 maart 2002 heeft Politheek tegen het bestreden besluit een bezwaarschrift ingediend. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2855-26 Betreft zaak: Politheek Explorer Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nummer 6486/62 Betreft zaak: Easyjet v. N.V. Luchthaven Schiphol 1. Inleiding 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. 1. Op 23 september 1998 heeft I.T. Holland een klacht ingediend tegen Microsoft B.V. (hierna: Microsoft).

BESLUIT. 1. Op 23 september 1998 heeft I.T. Holland een klacht ingediend tegen Microsoft B.V. (hierna: Microsoft). BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit d.d. 19

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 5964 / 21 Betreft zaak: De Pontonnier

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. besluit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer / 103591/24 Betreft zaak:

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 17 december 2001 is TDN verzocht informatie te geven naar aanleiding van de klacht.

BESLUIT. 2. Bij brief van 17 december 2001 is TDN verzocht informatie te geven naar aanleiding van de klacht. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 2751/ 27 Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar tegen zijn besluit van 7

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101759_10-6 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan Van Oord Holding een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan Van Oord Holding een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4620/147 Betreft zaak: Besluit op bezwaar - Martens en Van Oord Aannemingsbedrijf B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_9-9 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4528-59 Betreft zaak: 4528 / D.

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2844-23 Betreft zaak: Huub Kemper Makelaardij/Esto Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij besluit d.d. 28 januari 2003, met kenmerk 3279/3 (hierna ook: het bestreden besluit), heeft de d-g NMa genoemde klacht afgewezen.

BESLUIT. 2. Bij besluit d.d. 28 januari 2003, met kenmerk 3279/3 (hierna ook: het bestreden besluit), heeft de d-g NMa genoemde klacht afgewezen. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3279/22 Betreft zaak: Jachthavens Zuidelijke Randmeren vs Gemeente Hoorn Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 463 Regels omtrent het transport en de levering van gas (Gaswet) Nr. 95 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 4 april 2000 Het voorstel van wet

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT. Nummer 103628/32 Betreft zaak: geschil Nuon Power Generation B.V. vs. Gas Transport Services B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Tegen het bestreden besluit heeft M.E. Steneker (hierna: bezwaarmaker) tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 3 augustus 2006.

BESLUIT. 4. Tegen het bestreden besluit heeft M.E. Steneker (hierna: bezwaarmaker) tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 3 augustus 2006. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_277/44 Betreft zaak: B&U-sector / Bouwbedrijf Steneker Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101689-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

4. Tegen het afwijzende besluit van 25 juli 2018 hebben LOBCM c.s. op 31 augustus 2018 proforma bezwaar gemaakt.

4. Tegen het afwijzende besluit van 25 juli 2018 hebben LOBCM c.s. op 31 augustus 2018 proforma bezwaar gemaakt. Openbaar Besluit Besluit op bezwaar als bedoeld in artikel 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht tegen afwijzing handhavingsverzoek Wet Markt en Overheid inzake beschermingsbewind Groningen Ons kenmerk

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 104105/39 Betreft zaak: geschil Delesto B.V. vs. TenneT TSO B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101758_10-11 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Minister van Economische Zaken als bedoeld in artikel 95d van de

BESLUIT. Besluit van de Minister van Economische Zaken als bedoeld in artikel 95d van de Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 10548_1/7.BT898 Betreft zaak: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit. I. Het verloop van de procedure

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit. I. Het verloop van de procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2260-108 Betreft zaak: Vereniging Vrije Vogel vs. KLM Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar van Vereniging

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_12-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_5-12 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101647/ Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. Zaaknummer 416/ Smit Mode Alblasserdam B.V. I Het verloop van de procedure

BESLUIT. Zaaknummer 416/ Smit Mode Alblasserdam B.V. I Het verloop van de procedure BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van 30 november 1998, kenmerk 416/23, tot afwijzing

Nadere informatie

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: D.E.S. Heijmans Malden

Nadere informatie

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het bezwaar van De Graaf Logistics B.V. tegen het besluit van 22 april 2011.

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het bezwaar van De Graaf Logistics B.V. tegen het besluit van 22 april 2011. Ons 103666/41 kenmerk: Onderwerp: 103666 Datum: 26 juli 2013 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het bezwaar van De Graaf Logistics B.V. tegen het van 22 april 2011. I. Verloop van de procedure

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Openbaar

BESLUIT. Openbaar. Openbaar Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 104043_2/17; 104043_4/18 Betreft zaak: 104043_2 en 104043_4 / besluit op bezwaar tariefbesluit elektriciteit 2012 Besluit van de Raad van Bestuur van de

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit is door de heer Zwaga tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 6 januari 2009.

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit is door de heer Zwaga tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 6 januari 2009. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6566 / 13 Betreft zaak: Zaak 6566 - Wob-verzoek Zwaga Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht

Nadere informatie

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: Tuinbouwcombinatie

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1254/ENECO-Gevudo I. MELDING 1. Op 24 februari

Nadere informatie

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998.

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/207110 Zaaknummer: 15.0655.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998. 1 Inleiding 1. Met dit besluit

Nadere informatie

Pagina 1/10 ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer:

Pagina 1/10 ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2015/205669 Zaaknummer: 14.0980.52 ONTWERPBESLUIT Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998. Pagina 1/10 Muzenstraat 41 2511

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998. Nummer 103176_2/5 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De overtreding van Vialis is mede toegerekend aan Koninklijke Volker Wessels Stevin N.V. (hierna: KVWS).

BESLUIT. 3. De overtreding van Vialis is mede toegerekend aan Koninklijke Volker Wessels Stevin N.V. (hierna: KVWS). Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 5697_2 / 94 Betreft zaak: Vialis Traffic B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit Nummer 4468-52 Betreft zaak: 4468/ Joost Visser Aannemingsbedrijf B.V. en Visser en Kuyper Beheer B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 103567_2/15 Betreft zaak: Wijziging Netcode Elektriciteit n.a.v. Wet onafhankelijk netbeheer Beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad van Bestuur

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_9-5 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid van

Nadere informatie

I. Aanvraag en procedure

I. Aanvraag en procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102570_2/3 Betreft zaak: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse mededingingsautoriteit Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2745-73 Betreft zaak: Vill'ABB Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar van

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3698-22 Betreft zaak: natuurlijke persoon Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste

Nadere informatie

op grond van artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 aan SEPA Green Energy B.V.

op grond van artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 aan SEPA Green Energy B.V. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102565_1/66 Betreft zaak: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3802-59 Betreft zaak: Waldeck (verzoek intrekking VLOD) Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot niet ontvankelijk

Nadere informatie

Autoriteit Consument e. Markt

Autoriteit Consument e. Markt Consument e. Markt Ons kenmerk: ACM/DC/2016/200281 Zaaknummer: 15.0833.53 Datum: 11 januari 2016 tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 27534/2012010168 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake de Stichting Publieke Media instelling Eijsden- Margraten tegen afwijzing van het handhavingsverzoek jegens Stichting

Nadere informatie

Besluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder

Besluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder Besluit Geschilbesluit Crown Van Gelder Ons kenmerk Zaaknummer : ACM/UIT/493003 : ACM/17/024896 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 51, tweede lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

BESLUIT. 6. Op 14 oktober 2004 heeft ten kantore van de NMa een hoorzitting plaatsgevonden. Hierop hebben Move en Stemra zich laten vertegenwoordigen.

BESLUIT. 6. Op 14 oktober 2004 heeft ten kantore van de NMa een hoorzitting plaatsgevonden. Hierop hebben Move en Stemra zich laten vertegenwoordigen. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3720-31 Betreft zaak: Mosselman-Stemra Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen zijn besluit

Nadere informatie

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht Nummer: 100748 Betreft: Advies van de directeur DTe aan de Minister van Economische Zaken, op basis van artikel 15, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager:

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER ENERGIEKAMER BESLUIT Nummer: 102557_1/6 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008.

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6386 / 66 Betreft zaak: Wob-verzoek Automark II Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen

Nadere informatie

BESLUIT. Zaaknummer 1587/30 ATG vs St. OOMT Betreft zaak: ATG vs. SOOMT. I. Inleiding

BESLUIT. Zaaknummer 1587/30 ATG vs St. OOMT Betreft zaak: ATG vs. SOOMT. I. Inleiding BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 8 september 2003 ME/EM/3051226 1 Onderwerp Besluit tot verlenging termijn beschermde afnemer Gaswet en Elektriciteitswet 1998 E-en G-wet.mbo Besluit van, tot verlenging

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Bij brief van 16 maart 2010 heeft xcat aangegeven geen aanleiding te zien haar bezwaar mondeling toe te lichten tijdens een hoorzitting.

BESLUIT. 4. Bij brief van 16 maart 2010 heeft xcat aangegeven geen aanleiding te zien haar bezwaar mondeling toe te lichten tijdens een hoorzitting. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6881/33 Betreft zaak: Wob-verzoek xcat.nl Publishing Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT

1 Juridisch kader BESLUIT Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 102461/3.BT827 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid,

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3801-75 Betreft zaak: Waldeck (VLOD) Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijk verklaring van het

Nadere informatie

BESLUIT OPENBAAR. aanvraag voor een vergunning ingediend, als bedoeld in artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: aanvraag).

BESLUIT OPENBAAR. aanvraag voor een vergunning ingediend, als bedoeld in artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: aanvraag). BESLUIT OPENBAAR Ons kenmerk: ACM/DC/2015/206511 Betreft zaak 15.0597.53: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar I. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar I. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4965/60 Betreft zaak: Alarmcentrale Nederland B.V. (besluit in primo) Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot afwijzing

Nadere informatie

I. Aanvraag en procedure

I. Aanvraag en procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102564_1 / 46 Betreft zaak: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij besluit van 5 februari 2002 is de klacht afgewezen. De essentie van dit besluit wordt hierna onder III weergegeven.

BESLUIT. 2. Bij besluit van 5 februari 2002 is de klacht afgewezen. De essentie van dit besluit wordt hierna onder III weergegeven. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2849-15 Betreft zaak: Allibre/Gemeente Breda Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het

Nadere informatie

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. Inleiding en verloop procedure

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. Inleiding en verloop procedure Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100792/ 47 Betreft: Besluit tot wijziging van het besluit van 18 juli 2001 kenmerk 100247/37, waarbij de tarieven zijn vastgesteld die Westland Energie

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3073/40 Betreft zaak: RashondenFederatie Nederland vs. de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse

Nadere informatie