Materiaalzending. Bollen en Knollen. Groeien en bloeien. Basisonderwijs groep 1-4. Netwerk Gelderse Centra voor natuur- en milieueducatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Materiaalzending. Bollen en Knollen. Groeien en bloeien. Basisonderwijs groep 1-4. Netwerk Gelderse Centra voor natuur- en milieueducatie"

Transcriptie

1 Materiaalzending Bollen en Knollen Groeien en bloeien Basisonderwijs groep 1-4 Netwerk Gelderse Centra voor natuur- en milieueducatie 2016

2 Colofon Deze materiaalzending is verzorgd door De vereniging Netwerk Gelderse Centra voor Natuur en Milieueducatie Natuurcentrum Arnhem Het Dijkmagazijn, Beuningen Steunpunt NME Culemborg Stichting De Ulebelt, Deventer De Hortus, centrum voor natuur en milieu, Harderwijk Bezoekerscentrum De Grote Rivieren, Heerewaarden NME Centrum Midden Betuwe, Opheusden Stichting NME Overbetuwe Scholenwerkgroep, Rheden Stichting Duurzaam Rivierenland, Tiel Veldwerkcentrum Het Groene Wiel, Wageningen Liemers centrum voor NME, Zevenaar Staring NME Winterswijk De Bastei / Natuurmuseum Nijmegen Januari 2016

3 Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN INFORMATIE... 3 VOORWOORD... 3 DOELSTELLINGEN... 3 MATERIALEN... 3 VERZORGING VAN MATERIALEN... 4 ORGANISATIE... 5 AANSLUITING METHODEN LESSUGGESTIES GROEP 1 EN A: Kennismaking met bollen en knollen... 8 Een bol of een knol?... 8 B: Groei en ontwikkeling - van bol tot plant potten van bollen en verzorging tijdens de groei Het klassikaal volgen, vastleggen en meten van de ontwikkeling van bol tot plant C: planten bloeien Bloeiende planten en hun bloemen bekijken knutselen, zingen, versjes opzeggen Bloembollen in de schoolomgeving wandeling in de lente D: De uitgebloeide plant Wat zie je aan een uitgebloeide plant? GROEP 3 EN A: Kennismaking met bollen en knollen Onderzoek een bol en een knol B: Groei en ontwikkeling Potten van de bloembollen en verzorging tijdens de groei Het klassikaal volgen en meten van de ontwikkeling van bol tot plant C: De planten bloeien Bloeiende planten en hun bloemen bekijken knutselen, zingen, versjes opzeggen Bloembollen in de schoolomgeving wandeling in de lente D: De uitgebloeide plant Wat zie je aan een uitgebloeide plant? ACHTERGRONDINFORMATIE BRONNEN BIJLAGEN BIJLAGE 1: VOORJAARSVERHAAL BIJLAGE 2: LIEDJES & GEDICHTJES BIJLAGE 3: WEBSITES RONDOM BOLLEN EN KNOLLEN WERKBLADEN WERKBLAD 1: UI EN AARDAPPEL WERKBLAD 2: GROEI EN ONTWIKKELING WERKBLAD 3: ONDERZOEK UI EN AARDAPPEL WERKBLAD 4: GROEI VAN BOL TOT PLANT WERKBLAD 5: BOEKET PLATEN PLAAT 1: BOLLEN EN KNOLLEN PLAATJES EN WOORDEN PLAAT 2: DE BOUW VAN EEN PLANT Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 2

4 1. INLEIDING EN INFORMATIE Voorwoord Als het na de winter weer wat warmer begint te worden en de lente aanbreekt, komen ook de eerste planten boven de grond tevoorschijn. Het sneeuwklokje is één van de eerste. Daarna volgen andere bollen en knollen, zoals krokussen, blauwe druifjes, narcissen, hyacinten en meestal als laatste tulpen. Dit ziet er allemaal heel kleurig uit. Maar hoe kan het dat die vrolijke bloemen elk jaar weer zomaar uit de grond komen? U kunt met de leerlingen de bollen en knollen van deze materiaalzending actief onderzoeken, bekijken en vergelijken en ze planten om hun groei en ontwikkeling in de tijd te gaan volgen. Het blijft spannend of er iets uit de bollen gaat groeien. Het is een meerwaarde als u niet alleen de bollen en knollen in de klas, maar ook die buiten bekijkt. Verbindt wat u binnen ziet aan bollen en knollen met buiten en andersom. Deze handleiding geeft lessuggesties voor de kleuterbouw en onderbouw van het basisonderwijs. Of maak gebruik van het vele (digitaal)materiaal dat rondom de thema s lente en bollen en knollen beschikbaar is. In bijlage 3 is hiervan een selectie gegeven. Doelstellingen Met de lessuggesties willen we de volgende leereffecten bereiken: - De leerlingen kunnen onderscheid maken tussen bollen en knollen. - De leerlingen weten uit welke onderdelen een bol en een knol bestaat en kunnen deze delen benoemen in eigen woorden(groep 1-2). - De leerlingen weten dat in een bol en knol reservevoedsel is opgeslagen. Daarom kunnen hier vroeg in het voorjaar al planten uit groeien. - De leerlingen volgen de ontwikkeling van een bol/knol tot plant. - De leerlingen weten de functies van plantonderdelen en benoemen deze (groep 3-4), - De leerlingen experimenteren met de bollen en knollen. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als je een bol op de kop plant?(groep 3-4). - De leerlingen verzorgen de bollen en knollen en weten wat ze nodig hebben om te groeien. - De leerlingen ontwikkelen waardering voor planten. - Leerlingen weten dat bloemen van bollen en knollen in het vroege voorjaar voedselbronnen zijn voor insecten. Materialen De materiaalzending Bollen en Knollen bestaat naast deze handleiding uit: 4 plastic potjes 1,5 liter potgrond (EKO) 5 blauwe druifjes (EKO, beworteld) 5 krokussen (EKO, beworteld) 3 narcissen (EKO, beworteld) 1 hyacint (EKO, beworteld) 7 tulpen (EKO) 15 aardappelen (EKO) 15 uien (EKO) Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 3

5 Voor een aantal materialen dient u zelf te zorgen. In de handleiding zijn deze materialen aangegeven met het symbool: Mesjes om de bollen en knollen mee door te snijden 7 glazen (jam)potjes (voor de tulpenbollen) of gebruik hiervoor doorgesneden petflesjes. Zet het bovenste deel op de kop in het met water gevulde onderste deel. Maak van lege melkflessen indien gewenst extra plantpotjes. Knip het onderste deel van het melkpak af en spoel het om. Prik een paar gaatjes in de bodem. 30 satéprikkers / tandenstokers Linialen Touw / lint en/of centimeters om de hoogte van planten te meten. kopiëren van de werkbladen (Digi)bord Plekken om materialen neer te kunnen zetten Maak naar wens een ontdekhoekje bollen en knollen met allerlei info- en onderzoeksmaterialen. Verzorging van materialen Voor een goede verzorging van de bollen en knollen dient u op de volgende punten letten: - De bollen zijn ecologisch geteeld. Er is daarom geen schimmelwerend middel gebruikt. Bij het voortrekken in een vochtige omgeving krijgt de buitenste droge schil daarom wat schimmelvorming. Dit kan geen kwaad, het levende materiaal wordt niet aangetast. - De bollen hebben al wortels. De leerlingen kunnen ze dus direct potten. - De hyacint, de krokussen, de blauwe druifjes en de narcissen kunnen met potgrond in de plastic potjes en eventueel nog wat lege melkpakken gezet worden. Dit gebeurt het beste als volgt. Doe een laagje aarde in de pot. Plaats de bol met wortels naar beneden voorzichtig op de aarde. Vul aan met aarde en giet een beetje water erop, zodat de aarde contact kan maken met de wortels. - Plaats de tulpen met de wortels in met water gevulde glazen potten of petflessen. Of laat de leerlingen dit doen. - Zet de bollen en knollen niet direct in het volle licht, maar wen ze langzaam aan meer licht door ze eerst op een schaduwplekje in de klas te zetten. Als ze eenmaal flink zijn doorgegroeid, kunnen ze voor het raam komen te staan.twee keer per week water geven is vaak voldoende. Zorg dat de grond vochtig blijft. Teveel water is ook niet goed, want dan gaan de bollen en knollen schimmelen. - Als de potjes met bollen en knollen na het potten niet meteen of regelmatig gebruikt worden, zorg er dan wel voor dat ze niet uitdrogen! - Zet de bollen en knollen niet op de verwarming. - Als u de potten 's nachts op een koele plek zet, heeft u langer plezier van de bollen en knollen. - Of laat de leerlingen experimenteren. Mogelijk wilt u de leerlingen de bollen naar eigen inzicht laten potten. Zien en herkennen ze de wortel van een bol en zetten ze de bol wel met de wortels naar beneden in de pot? Wat gebeurt er als een bol op de kop gepot wordt? Weten de kinderen wat bloembollen nodig hebben om te groeien? Hebben ze wel water en voedsel nodig? Weten ze hoe ze kunnen zien dat ze er water bij moeten gieten? Hoe vaak is dit nodig en hoeveel water? Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 4

6 Organisatie Hoe u met de bollen en knollen werkt, hangt af van uw eigen voorkeur, het niveau van de kinderen en de grootte van de klas. De opdrachten voert u deels klassikaal en deels in groepjes uit. De resultaten bespreekt u klassikaal. Zie er per opdracht op toe dat de groepjes weten welk materiaal nodig is. Bedenk vooraf welke plekken er in de klas(groep 1-2), maar ook in een kast, in de gang zijn om de potjes met bollen en knollen weg te zetten(groep 3-4). Licht/donker, warm/koud, droog/vochtig etc. Zorg ervoor dat de potjes/bollen per groepje gemarkeerd worden. Dit voorkomt verwarring over van welk groepje welke bol of knol is. Maak naar keuze een ontdekhoek bollen en knollen. Presenteer hier het materiaal van het pakket. Zet er bijvoorbeeld een loep, binoculair, weegschaal, foto s of boekjes bij. Niet alleen tijdens de lessen bollen en knollen maar ook tussendoor kunnen leerlingen een kijkje nemen bij deze tafel. Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 5

7 Aansluiting methoden De materiaalzending Bollen en Knollen sluit aan bij de volgende methodes: Een grote reis Groep A Een jaar Blok 3 Lente Groep 3 6 Seizoenen Kleuterplein De seizoenen 4 Een heel jaar rond Leefwereld 1e editie Groep 3 Les 11 Bolletje kom uit je holletje Leefwereld 2e editie Groep 1-2 Les 7 Zaadjes en planten Groep 3 Les 19 Bloembolletjes Leefwereld 3e editie Groep 1-2 Les 4 Winter: vriezen en dooien Groep 1-2 Les 5 Lente: de lentetuin (groeien) Groep 3 Les 19 Bloembolletjes Natuurlijk 1e editie Groep 3 In de kijker 3 Les 8 Ik groei Groep 4 In de kijker 4 Les 2 Alles op z n tijd Natuurlijk 2 Les 19 Het schiet op Natuurlijk 3 Les 18 Alles heeft een ritme Natuurlijk 2e editie Natuurlijk 3 Les 1 Wat groeit daar Natuniek Groep 3 Les 1.2 Ik groei, Van zaadje tot vrucht Natuur Buitengewoon Groep 3 Lente Groep 3 Groeien Groep 4 Voorjaar Natuur-Nabij Groep 1-2 Extra planten Groep 3 Extra planten Groep 4 Extra planten Naut Groep 4 Graven Pyramide 2009 Groep Lente Pyramide Kleuters Groep 1 11 Lente Groep 2 11 Lente Schatkist Zwijssen Lente 2 Lente Topondernemers Groep Niets staat stil 2.10 van zaadje tot Groep De kinderboerderij 6.13 Lente Wereldkijker Groep 1-2 2a Groeien en veranderen Groep 1-2 5c Op pad Seizoenenpad Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 6

8 2 LESSUGGESTIES De lessuggesties zijn ideeën die u in de klas kunt gebruiken. Sommige aspecten aan 'bollen en knollen' zijn al te zien, zodra ze in de klas komen, andere zijn pas later te zien. De lessuggesties zijn daarom verdeeld over de volgende fases: A. Kennismaking met bollen en knollen Activiteiten die uitgevoerd kunnen worden zodra het materiaal de klas in komt. B. Groei en ontwikkeling. Activiteiten gericht op het volgen van de groei en de ontwikkeling van de planten. C. De planten bloeien. Activiteiten die mogelijk zijn als de planten bloeien. D. De uitgebloeide plant. Als de plant is uitgebloeid, verdwijnt onze aandacht er snel voor. Toch is het de moeite waard om de planten nog wat langer te volgen, tot ongeveer 6 8 weken na het uitbloeien. Dit hoofdstuk is zo opgebouwd dat per bouw de opdrachten staan weergegeven, onderverdeeld over de vier verschillende fases van het materiaal. Per onderdeel staan ook de leerdoelen beschreven Bij sommige lessuggesties wordt verwezen naar achtergrondinformatie. Deze informatie staat in hoofdstuk 3. Ook wordt bij een aantal lessuggesties verwezen naar werkbladen die u kunt kopiëren. U vindt deze werkbladen achter in deze handleiding. Tijdspad Onderstaande tabel geeft globaal weer wanneer welke fase aan bod komt. U kunt natuurlijk zelf altijd bepalen of u een fase langer of korter behandelt. Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 Week 5 Week 6 e.v. KB A A B B B C C D OB A A B B B C C D Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 7

9 2.1 groep 1 en 2 A: Kennismaking met bollen en knollen Leerdoelen - Leerlingen bekijken en onderzoeken een bol en een knol. - Leerlingen benoemen de verschillende onderdelen van een bol en een knol. - Leerlingen benoemen de verschillen tussen bollen en knollen. Een bol of een knol? Introductie: Zet de doos met het materiaalpakket bollen en knollen in het midden van de kring. Aan de buitenkant heeft u een mooie plaat met bloeiende bloembollen geplakt. Werkvorm: Groepsgesprek: Materiaal: gesloten doos bollen en knollen. plaatje van bloeiende bloembollen. Kijk bijvoorbeeld op Blad papier of (digi)bord om woorden te noteren. Aan het werk: voorbeeld groepsgesprek. Leerkracht: Deze week hebben we deze doos ontvangen. Wat zou erin zitten? Leerlingen: De leerlingen geven hun reacties! Leerkracht: Laten we maar eens gaan kijken. Open de doos en kijk erin. Geen bloem te zien. Er zit wel dit in. Haal een aardappel uit de doos. Weten jullie wat dit is? Leerlingen: Laat de kinderen reageren. Leerkracht: Vertel dat je dit (de aardappel) in de kring rond gaat. De opdracht is dat elk kind als die bij het doorgeven de aardappel vasthoudt, vertelt wat die weet of waarneemt bij het vasthouden van de aardappel. Ook herhaalt elk kind wat het vorige kind in de kring verteld heeft. Laat de aardappel in de kring rondgaan. U noteert eventueel zelf op een blad of (digi)bord met kernwoorden/steekwoorden wat verteld wordt. Maak hier eventueel een woordweb van. Volg dezelfde stappen met een ui! Hebben de kinderen de aardappel en ui herkend als voedsel dat ze zelf eten om te groeien. De aardappel en ui gebruiken dit voedsel in de natuur om tot plant uit te groeien. U kunt naar wens nu samen met de kinderen kijken naar een filmpje op beeldbank: Kijk verder in de doos. Leerkracht en leerlingen: Wat zit er nog in? Sorteer met de kinderen wat lijkt op een ui (uien en bollen) en wat op de aardappel(aardappelen en krokussen). Houd een aantal bloembollen in de hand en vraag of de kinderen weten wat dit zijn. Misschien weten ze het al. Voor uw informatie: onder de bollen is de krokus de uitzondering. Dit is een geen bol maar een knol. Leerkracht: Laat nu de aardappel, de ui centraal in de kring zien. Vraag de leerlingen of ze nog iets te weten willen komen over de aardappel en de ui? Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 8

10 Leerlingen: Ze stellen mogelijk nog eigen vragen over de aardappel, ui en andere bollen en knollen. Leerkracht: Probeer aan de hand van door de leerling gestelde vragen te komen tot de vragen : Wat zit er in de bollen en knollen? Hoe kan uit een bol en knol een plant groeien? Leerlingen: Zij vertellen wat ze hier nu van denken en weten. Activiteitenfase: Onderzoek een bol en een knol aan de buitenkant en benoem de verschillen? Werkvorm: groepjes van 2 Materialen: per tweetal een ui en een aardappel. print van werkblad 1: ui en aardappel + tekenmateriaal Aan het werk: De leerlingen onderzoeken (nog eens) in tweetallen een bol (ui) en een knol (aardappel). Welke verschillen nemen zij waar? Zij benoemen dit en vertellen het elkaar. Vraag de leerlingen om ook met de ogen dicht de ui en de aardappel te onderzoeken. Zijn er nu nog andere dingen die ze waarnemen? Begrippen als rond, bobbelig, glad kunnen aan bod komen, maar ook de geur. Hoe ruikt een ui en hoe ruikt een aardappel? Ze tekenen tenslotte de hele ui en aardappel op werkblad 1. Wat zit er in een ui (bol) en in een aardappel (knol)? Werkvorm: groepjes van 2 Materialen: per tweetal een ui en een aardappel (van de vorige opdracht). Zorg zelf voor een werktafel met een snijplankje en mes. Print van werkblad 1 ui en aardappel(al in gebruik)per tweetal + verf en verfkwast om afdrukken te maken Aan het werk: Zie toe of help de kinderen met het doorsnijden van de ui en de aardappel. Per tweetal bekijken ze de bol en knol binnenin. Wat zien ze in de ui.? Wat zien ze in de aardappel? Wat nemen ze nog meer waar? (Ruiken, voelen, proeven) Laat ze dit in tweetallen bekijken en onderling benoemen. Ze tekenen tenslotte de doorsnede van de ui aardappel na en/of maken een afdruk met verf van de ui en aardappel op werkblad 1. Geef eventueel klassikaal een instructie hoe de leerlingen deze afdrukken kunnen maken. Ordeningsfase Werkvorm: kringgesprek Materiaal: een doorgesneden ui en aardappel Digibord, eventueel camera in verbinding met digibord. Aan het werk: Heeft u een digibord met camera, leg dan een hele en halve ui en aardappel onder de camera. Zo is voor iedereen goed zichtbaar en aan te wijzen wat ze aan de bol en knol gezien hebben. Laat de tweetallen vertellen wat ze hebben waargenomen aan de ui en aardappel? Wat hebben ze gezien en waargenomen nadat de bol en knol zijn doorgesneden? Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 9

11 Waren er dingen hetzelfde? Wat was er anders aan de bol en knol? (zie achtergrond-informatie). afronding: Werkvorm: groepsgesprek Aan het werk: Wat weten we nu al van bollen en knollen? Noteer woorden als bol, knol, ui, plant op het bord. Kijk ter afronding naar: Opstart volgende les: De leerkracht pakt nu uit de doos nu een aantal bloembollen. Weten de kinderen wat dit zijn? Vertel dat het bloembollen zijn en vergelijk ze met de ui en aardappel. De krokus is net als de aardappel een knol. De andere bloembollen zijn bollen net als de ui. Geef eventueel de volgende info: In het begin van de lente zien we al vroeg kleurige bloemen. De eerst bloeiende planten hebben een bol of knol in de grond zitten. In de bol of knol zit namelijk voedsel dat de plant direct kan gebruiken na een koude winter om snel te groeien. Voor andere planten is alleen voedsel uit de grond te halen met hun wortels. Maar daarvoor is de grond dan nog te koud. Kijk ook eens naar de winter van Die is niet echt koud. Kun je dit zien aan de planten buiten? Vertel de leerlingen in het kort dat ze de volgende les zelf bollen en knollen gaan planten in potjes. Wat hebben ze in potjes nodig om te groeien? Kunnen ze dit al zelf bedenken? B: Groei en ontwikkeling - van bol tot plant Leerdoelen - Leerlingen volgen de groei van planten van bloembollen en benoemen wat ze waarnemen. - Leerlingen meten de groei. - Leerlingen leren de namen van de onderdelen van de plant te benoemen: wortel, stengel, blad, knop, bloem. - Leerlingen weten wat een plant nodig heeft om te groeien. Benodigdheden - 4 plastic potjes - 1,5 liter potgrond (EKO) - 5 blauwe druifjes (EKO, beworteld) - 5 krokussen (EKO, beworteld) - 3 narcissen (EKO, beworteld) - 1 hyacint (EKO, beworteld) - 7 tulpen (EKO) - Werkblad 2 Groei en ontwikkeling (kopieer werkblad voor elke leerling). U kunt ook een versie in kleur van kleuter idee gebruiken: knip uit en leg in goede volgorde Satéprikkers Jampotjes of doorgesneden petflesjes Extra potjes om bollen in te planten gemaakt van doorgesneden melkflessen Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 10

12 Schoolbord of digibord met bordtekeningen of plaatjes/foto s van groei van bolplant Touw/linten en/of centimeters om de hoogte van planten te meten Verschillende kleuren pennen of viltstiften voor markeren van de hoogte Voorbereiding: Per groepje gaan de kinderen bloembollen planten en verzorgen. Bedenk hoeveel groepen u wilt maken, aantal kinderen per groep en maak een indeling. Maak vooraf een verdeling van de beschikbare materialen over het aantal groepen. Houd zelf een tulpenbol, de hyacint, een potje met grond en een potje met water apart. Die verzorgt u zelf. U pot de bollen op grond en water en geeft ze een goed plekje om te groeien, liefst op een opvallende plaats in de klas. De groei van deze bollen gaat u centraal met de klas volgen. Verdeel de materialen voor de start van de les over verschillende werktafels als u de groepen tegelijkertijd aan het werk wilt laten gaan. U kunt de groepen ook om de beurt in op een centrale werkplek de bollen laten potten. Bedenk op welke plekken in de klas u de kinderen de gepotte bollen kunt laten plaatsen om te groeien. Zorg voor een goede groeiplek, die niet te warm en te droog is en voldoende licht heeft. Introductie: Werkvorm: Aan het werk: Figuur 1 Bol op glas groepsgesprek Stel de volgende vragen. Wat is groeien? Groei jij nog? Wat weten jullie van groeien van planten? Laat de leerlingen vertellen wat ze nu al weten Geef dan een instructie. De leerlingen gaan bollen potten in grond en bollen van de tulpen op water. De groei van de planten volgen ze de komende weken. Om de 2 of 3 dagen bekijken ze de planten en bespreken ze de groei. Maak groepen. Als de leerlingen tegelijkertijd aan het werk gaan verdeelt u ze over de tafels met de materialen. Heeft u 1 werkhoek ingericht laat dan de groepen om de beurt aan het werk gaan. U kunt de kinderen een instructie geven hoe ze op de juiste wijze de bloembollen moeten planten (zie de beschrijving onder verzorging van materialen op pagina 4). Wilt u de kinderen laten zien hoe ze een tulpenbol met satéprikkers op een glas zetten, demonstreer dit zelf of kijk samen naar een eerste stukje van het filmpje de groei van een tulp op beeldbank: Bij de tulpenbol is het van belang dat de bol op zijn plek gehouden wordt door satéprikkers (zie figuur 1) en dat de bolschijf het water net niet raakt, ongeveer 0,5 cm tussen het wateroppervlak en de bol. U kunt de leerlingen ook zelf laten bedenken hoe ze de bloembollen gaan planten en verzorgen en dit laten uitvoeren. Bespreek kort met de kinderen wat ze denken dat de planten nodig hebben te groeien. Wijs de plek(ken) waar ze de bloembollenpotten neer kunnen zetten in de klas aan. Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 11

13 Activiteitenfase: potten van bollen en verzorging tijdens de groei Werkvorm: groepswerk Materiaal per groep: 1 of 2 bloembollen, potjes of lege melkpakken, potgrond, 3 satéprikkers, jampotjes of doorgesneden petflesjes voor tulpen, touw/linten en centimeters om de hoogte van planten te meten, verschillende kleuren pennen of viltstiften voor markeren van de hoogte van de verschillende bollen. Stickers om namen van groepjes op potjes te noteren, gieter/maatbeker om water te geven. Aan het werk: De leerlingen potten per groepje de bollen. Bij de tulpen meten ze vooraf met een lint (en centimeter) de omtrek van de tulpenbol. Met een stift geven ze de omtrek aan op het lint. Ze zetten hun bloembollenpotjes weg op de aangewezen plek. De komende 2 weken geeft u de groepen nog 3 keer om de twee of drie dagen even de tijd om hun bloembollenpotjes te bekijken (omtrek van tulpenbol meten) en te verzorgen. Ze volgen de groei van hun planten. Is er iets veranderd aan de bol/knol of de plant. Zijn er nog nieuwe plantonderdelen bijgekomen en kunnen ze die benoemen? Is dit bij alle planten hetzelfde? Welke planten groeien het snelst? Ook bekijken ze iedere keer of de planten nog verzorgd moeten worden. Hebben ze nog water nodig. Hoe groeien ze? Welke kleur hebben de bladeren? Groeien de planten recht of krom? Kunnen ze dit uitleggen en oplossen? Hun waarnemingen en verzorging van de planten bespreekt u daarna centraal. Het klassikaal volgen, vastleggen en meten van de ontwikkeling van bol tot plant Werkvorm: klassikaal Materiaal: de hyacint en de tulp op pot door leerkracht verzorgd. De potjes met bollen van de leerlingen. Aan het werk: Hoe groeien de bollen? Bekijk dit 3x om de 2 of 3 dagen. Laat de groepen eerst hun potjes bekijken en verzorgen. Bespreek klassikaal de waarnemingen en ervaringen. Besteed aandacht aan de plantonderdelen die tevoorschijn zijn gekomen tijdens de groei. Bekijk en benoem ze. Schrijf de woorden op: wortel - bol stengel - blad - stengel- knop bloem. Zijn er verschillen in groei tussen de verschillende planten gezien? Bekijk de hyacint en de tulpenbol met de hele klas in de kring. Hoe zien de hyacintplant en de tulpenbol er op dit moment uit. De groeiwijze van de hyacint houdt u bij op het schoolbord/digibord. De tulpenbol gebruikt u vooral om de groei van de wortels te kunnen zien. Dit is bij de hyacint niet te volgen in de grond. Maak eventueel elke keer dat u met de leerlingen deze bollen bekijkt foto s(zet de datum, hoogte in cm erbij). Laat de al gemaakte foto s naast elkaar, of achter elkaar in beeld zien op het digibord. Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 12

14 Centraal meten en tekenen van de groei Laat elke keer dat u klassikaal naar de groei van de 2 planten kijkt twee leerlingen de hoogte van de hyacint meten met een touw/lint. Ze zetten op het lint met gekleurde stift een streepje hoe hoog de plant is. Laat ze ook elke keer de omtrek van de bol van de tulp meten met het lint. Teken de groei van de hyacint op het (digi)bord. U start de eerste keer met het tekenen van 4 potten onderaan op het bord (bekijk als voorbeeld werkblad 5). De leerlingen die de hoogte van de plant (nu nog een bloembol) gemeten hebben laat u het lint tegen het bord houden boven de linker pot. Ze zetten een streep op het bord waar deze op het lint staat. Teken de plant de eerste en volgende drie keren van links naar rechts boven de 4 potten. Hoe ziet de plant er uit. Wanneer zie je stengel, blad, bloemknop, bloem. Teken dit en schrijf dit in woorden erbij. Houd na het strepen en tekenen de bloempotten naast de tekening. Klopt het met wat de leerlingen gemeten hebben? Schrijf de dag en de datum en eventueel de gemeten centimeters bij deze streep. Schrijf of teken elk meetmoment ook de gemeten omtrek van de tulpenbol op. Is er iets veranderd aan de bol? Laat elk meetmoment andere leerlingen meten. Door te meten, te tekenen en te vergelijken zijn de veranderingen in de plant duidelijk vastgelegd en waar te nemen. Onderdelen van de plant Weten de leerlingen nu de onderdelen van de plant al te benoemen? Laat ze de volgende onderdelen zien en de woorden noemen: bol, knol, wortel, stengel, blad, bloemknop, bloem. Gebruik hierbij eventueel Plaat 2: Bouw van een bloembollenplant. Verwerkingsfase Werkvorm: groepsgesprek Materiaal: hyacint en tulp, planten verzorgd door de groepen, (digi)bord met tekeningen van groei van de hyacint, Aan het werk: Zet alle planten bij elkaar in de kring. Laat de groepen vertellen over hoe het planten van de bollen/knollen, de verzorging, de groei van hun planten is verlopen. Welke plant is het beste/grootste/mooiste gegroeid? Kunnen ze dit zelf uitleggen? (Heeft het met de soort plant te maken, hoe de bol in de pot is geplant, de verzorging die de plant heeft gehad, of anders ). Centraal in de kring bekijkt u nogmaals met de leerlingen alle bloembollenplanten. Welke planten zijn het hoogst gegroeid? Zijn dit allemaal dezelfde (soort) bloembollenplanten of verschillende? Zie je onder de bloembollen verschillen in groei? Welke verschillen zie je in vormen van blad-stengel-knop, kleuren? Welke planten zijn gezond gegroeid? Welke planten zien er niet goed uit? Kijk naar kleur van blad, stevigheid, kromgroei. afsluiting Werkvorm: individueel werk Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 13

15 Materiaal: Werkblad 2 groei en ontwikkeling (per leerling) + eventueel plakvel met lijm + kleurpotloden, (digibord en )filmpje Aan het werk: Gebruik werkblad 2 'groei en ontwikkeling' (zwart-wit of kleur) met tekeningen van verschillende fases van een bol. Laat de leerlingen (eventueel) eerst kleuren en daarna de plaatjes uitknippen. Wat is de juiste volgorde voor de groei tot een mooie bloem? Ze leggen of plakken de plaatjes op volgorde. C: planten bloeien Leerdoelen - Leerlingen bekijken en benoemen de verschillen tussen de bloeiende planten. - Leerlingen bekijken een bloem van binnen. Ze zien een stamper en een meeldraad. - Leerlingen krijgen te horen dat de bloemen van bloembollen in het vroege voorjaar belangrijk zijn voor insecten. Ze (nectar en stuifmeel) zijn voedsel voor insecten. - Leerlingen zijn op een speelse wijze, met behulp van liedjes, gedichtjes en knutselen actief bezig met bloeiende planten. - Leerlingen gaan naar buiten en zien in de schoolomgeving de bloembollen. Benodigdheden - Potjes met bloeiende planten van narcis, hyacint, krokus, blauwe druifje - De bloeiende tulp op water - Bijlage 2 Liedjes & Gedichtjes Bloeiende planten en hun bloemen bekijken In deze fase zijn de planten aan het bloeien en zien we de vrolijke kleuren van de narcis, hyacint, krokus, blauwe druifje en de tulp. Introductie: Werkvorm: groepsgesprek Materiaal: Potjes met verschillende planten in bloei (narcis, hyacint, krokus, blauwe druifje), bloeiende tulp op water. (Of zet alle bloeiende bloembollen verzorgd door de leerlingen in het midden van de kring.) Aan het werk: Verdeel de bloeiende planten in de kring en bespreek de onderstaande vragen in een groepsgesprek. - Welke kleuren zijn er allemaal te zien? Kleuren noemen en beginletter. - Hoe ruiken de verschillende bloemen? (zoet, sterk, prikkend, lekker, vies) - Kunnen ze een bloem met de ogen dicht aan de geur herkennen? - Welke bloem vind je het mooist? Kun je ook vertellen waarom je die het mooist vindt? - Welke bloemen waren er het eerst open? (kijk eventueel zelf op : krokussen, blauwe druifjes en narcis, hyacint en tulp) - Hoeveel bloemblaadjes heeft een krokus en hoeveel een narcis? Hardop samen tellen. - Hoe heten de verschillende bloemen? Laat hierbij eventueel op het bord een plaatje + beginletter zien (zie ook Plaat 1: bollen en knollen plaatjes en woorden). Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 14

16 - Wat zie je in de bloem? Laat de kinderen kijken met een loep of zoom in met een camera verbonden aan het digibord en wijs aan. Stamper met zoet(nectar) voor insecten. (Meel)draad met (stuif)meel voor insecten. Een (meel)draad in de bloem geeft gele poeder af als je er met je vinger over strijkt. Weet je nu wat dit is? Activiteitenfase knutselen, zingen, versjes opzeggen Hieronder enkele voorbeelden. Maak naar keuze gebruik van vele andere (digitale) en eigen bronnen. Zelf een hyacint maken Werkvorm: na instructie zelfstandig aan het werk Materiaal: Verschillende kleuren crêpepapier, Stevig groen papier Keukenrol of toiletrol Lijm Bloempotje Schaar Potlood Kranten Aan het werk: Beplak de keukenrol/toiletrol met groen crêpepapier aan de buitenkant en de bovenkant. Zet de rol in de bloempot en vul de ruimte op met wat kranten. Maak voor de bloem van (bijvoorbeeld roze) crêpepapier kleine propjes. Plak de propjes rondom de top tot ongeveer halverwege de keukenrol/toiletrol, zodat het een hyacint wordt. Knip uit het groene papier enkele repen en vouw deze dubbel. Knip aan de bovenkant een puntje. Je hebt nu de bladeren van de hyacint. Steek de bladeren rondom tussen de kranten en de keukenrol/toiletrol. Maak van bruin crêpepapier kleine propjes en leg dit boven op de kranten (dit is de aarde). Nu alleen nog een mooi plekje zoeken om je hyacint neer te zetten! Liedjes en gedichtjes Werkvorm: klassikaal zingen en luisteren en nazeggen van gedichten. Materiaal: bijlage 2 Aan het werk: Over bolletjes, voorjaarsbloemen en lente zijn liedjes en gedichtjes geschreven. Enkele daarvan vind je in bijlage 2. Zing en lees ze samen met de hele klas. Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 15

17 Verwerkingsfase en afsluiting Bloembollen in de schoolomgeving wandeling in de lente Werkvorm: wandeling Voorbereiding: Bekijk of er in de schoolomgeving een korte route is uit te zetten waarbij u met de kinderen allerlei bloembollen en andere bloeiers in de lente krijgt te zien. Kunt u beestjes op de bloemen zien zitten? Plan de wandeling in binnen de organisatie. Schakel extra begeleiding in (klassenassistenten, ouders). Aan het werk: Ga met voldoende begeleiding met de kinderen op pad. Speuren maar naar bloembollen en andere bloemen. Zien beestjes op de bloemen. Wat nemen ze nog meer waar dat wijst op de lente? Als het niet lukt om buiten te gaan wandelen, bekijk dan samen met de kinderen in de klas een praatplaat lente of filmpje waarin bollen en knollen buiten groeien. D: De uitgebloeide plant Let op: deze opdracht kan pas +/- 6 weken na de vorige uitgevoerd worden, omdat de plant tijd nodig heeft om uit te bloeien en zich te vermeerderen! Blijf de planten in deze periode verzorgen! Leerdoelen - Leerlingen bekijken uitgebloeide planten en kunnen de verschillen met bloeiende planten aangeven en benoemen. - Leerlingen zien dat er kleine bolletjes in de bollen van uitgebloeide planten bijgekomen zijn. Ze tellen er meer dan ze geplant hebben. - Leerlingen stoppen uitgebloeide bollen in de grond. Ze weten dat hier volgend voorjaar weer nieuwe planten uit kunnen groeien. Wat zie je aan een uitgebloeide plant? Introductie en activiteitenfase Werkvorm: groepsgesprek Materiaal: Potjes met uitgebloeide planten, de uitgebloeide tulp op water. Eventueel een vergrootglas en een camera verbonden met digibord. Aan het werk: Bekijk samen met de leerlingen in de kring de uitgebloeide planten. Beantwoord de volgende vragen: - Hoe zien de blaadjes er nu uit? Mooi, lelijk, groen, bruin, etc. - Hoe staan de groene bladeren van de plant, mooi rechtop of hangen ze slap? - Hoe ruikt de bloem die uitgebloeid is? - Wat is er over van de plant? - Wat is er verdwenen van de plant? - Is de plant nu dood? - Haal de bollen in de potten uit de grond Hoe ziet de bol/knol er nu uit? Hoe voelt de bol nu? - Hoe zien de wortels van de tulp eruit? Is er nog iets nieuw te zien? Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 16

18 - Zijn er bolletjes bijgekomen? Tel samen met de leerlingen. - Wat gebeurt er denk je met deze bolletjes als je ze weer in de grond stopt? Verwerking Werkvorm: groepsgesprek Aan het werk: Vergelijk de uitgebloeide planten met bloeiende planten. Wat zijn dan de verschillen in antwoord op de vragen gesteld bij de uitgebloeide planten. Bekijk en vergelijk hierbij indien mogelijk de planten, de bloembollen, de gemaakte foto s en tekeningen. Afsluiting Ga ter afsluiting van de lessenreeks met de klas naar buiten en plant de uitgebloeide bollen en knollen in de schooltuin of in het park dicht bij de school. Een smal strookje grond langs een grasveldje is al voldoende. Vergeet niet volgend jaar terug te gaan om te kijken of ze opnieuw zijn gaan groeien en bloeien! Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 17

19 2.2 groep 3 en 4 A: Kennismaking met bollen en knollen Leerdoelen - Leerlingen weten dat in de lente het eerste bollen en knollen gaan groeien en bloeien en waarom. - Leerlingen onderzoeken een bol en een knol. - Leerlingen weten wat het verschil is tussen een bol en een knol en kunnen dit benoemen - Leerlingen zorgen voor de planten. - Leerlingen kunnen plantonderdelen en hun functies te benoemen Benodigdheden - Bijlage 1 Voorjaarsverhaal - 15 biologische uien (of tulpenbol) - 15 biologische aardappels Snijplanken en mesjes Algemene introductie - de eerste planten in de lente Werkvorm: verhaal voorlezen en klassengesprek Materiaal: lenteverhaal, Bijlage 1: Voorjaarsverhaal. Aan het werk: Ter introductie vertelt u een voorjaarsverhaal zoals in bijlage 1. Daarna houdt u een klassengesprek om na te gaan wat de leerlingen al weten over de groei en bloei van planten in het voorjaar en dan met name van bollen en knollen. Stel vragen als - Hoe merk jij dat het lente gaat worden? - Hoe zie je aan de natuur/planten dat de lente eraan komt? - Heb je al planten met bloemen buiten gezien? - Weet je ook welke planten? Info: In het begin van de lente zien we al vroeg gekleurde bloemen. De eerst bloeiende planten hebben een bol of knol in de grond zitten. In de bol of knol zit namelijk voedsel dat het plantje direct kan gebruiken na de koude van de winter om snel te groeien. Voor andere planten is alleen voedsel uit de grond te halen met de wortels. Maar daarvoor is het dan meestal nog te koud. Kijk ook eens naar de winter van Die is niet echt koud. Kun je dit zien aan de planten? Onderzoek bol en knol Zet nu de doos bollen en knollen in het midden van de kring. Aan de buitenkant heeft u is een plaat met bloeiende bloembollen geplakt. introductie Werkvorm: Materiaal: Groepsgesprek: gesloten doos bollen en knollen. plaatje van bloeiende bloembollen. Kijk bijvoorbeeld op Blad papier of (digi)bord om woorden eventueel in een woordweb te noteren. Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 18

20 Aan het werk: Stel de vraag: wat denken jullie dat in deze doos zit? Laat een leerling de doos open maken en erin kijken. Wat de leerling herkent haalt die eruit en benoemt het. Daarna geeft die de bol of knol door in de klas, zodat iedereen deze even kan bekijken en vasthouden. Leerkracht en leerlingen: Wat zit er nog in? Houd een aantal bloembollen in de hand en vraag of de kinderen weten wat dit zijn. Misschien weten ze het al. Sorteer met de kinderen wat lijkt op een ui (alle uien en bollen) en wat op de aardappel(alle aardappelen en krokussen?). Leerkracht: Laat de ui en de aardappel, centraal in de kring zien. Vraag de leerlingen of ze nog iets te weten willen komen over de ui en de aardappel? Leerlingen: Ze stellen eigen vragen over de ui, de aardappel. Leerkracht: Probeer aan de hand van door de leerling gestelde vragen ook te komen tot de vragen : Wat zit er in de bollen en knollen? Hoe kan uit een bol en knol een plant groeien? Activiteitenfase: Onderzoek een bol en een knol Werkvorm: onderzoek in groepen van 2 of 3 leerlingen. Materialen: - per groepje een ui en een aardappel. Zet op een tafel (bij de ontdekhoek?) een variatie aan onderzoeksmateriaal klaar: loepen, prikkers, centimeters, weegschaal, maatbekers, plankjes met mesjes, bak met water, verf, verfkwasten, papier, jodium etc. print per groepje van werkblad 3:onderzoek ui en aardappel + tekenmateriaal Aan het werk: Geef de leerlingen een instructie. De opdracht is om per groepje de ui en aardappel te onderzoeken. Ze kunnen daarbij al hun zintuigen gebruiken en de onderzoeksmaterialen die u op de tafel bij elkaar heeft gezet. De leerlingen starten hun onderzoek. Wat nemen zij allemaal waar? Welke verschillen zien ze? Zij benoemen dit en vertellen het elkaar. Ze noteren dit zo mogelijk (groep 4) op werkblad 3. Vraag de leerlingen om ook met de ogen dicht de ui en de aardappel te onderzoeken. Zijn er dan nog andere dingen die ze waarnemen? Begrippen als rond, bobbelig, glad kunnen aan bod komen, maar ook de geur. Hoe ruikt een ui en hoe ruikt een aardappel? Krijgen ze daarbij antwoord op de vragen die ze eerder gesteld hebben aan de ui en de aardappel? Ze vullen werkblad 3 in. Ordeningsfase Werkvorm: kringgesprek Materiaal: een hele en halve ui en aardappel Digibord, eventueel camera in verbinding met digibord. Aan het werk: Leg de onderzochte materialen in de kring. Heeft u een digibord met camera, leg dan een hele en halve ui en aardappel onder de camera. Zo kunnen de leerlingen of u goed zichtbaar voor iedereen aanwijzen wat ze aan de bol en knol gezien en ontdekt hebben. Laat de groepen vertellen wat ze hebben onderzocht aan de ui en aardappel? Daarbij kunnen ze hun ingevulde werkblad 3 gebruiken. Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 19

21 Waren er dingen hetzelfde? Wat was er anders aan de bol en knol? Wat hebben ze gezien en ontdekt nadat de bol en knol zijn doorgesneden? (zie achtergrond-informatie). afronding: Werkvorm: groepsgesprek Aan het werk: Wat weten we nu allemaal van bollen en knollen? Maak samen een woordweb met woorden als bol, knol, ui, aardappel, wortel, uienrokken, ogen, wortels etc. op het bord. Kijk eventueel als afronding naar: Leerkracht pakt nu uit de doos nu een aantal bloembollen. Zijn dit nu bollen of knollen. Vergelijk de bollen met de ui en de krokussen met de aardappel. Is aan de buitenkant te zien dat een krokus een bol is? Snijd de bol ook een door! B: Groei en ontwikkeling Leerdoelen Vertel de leerlingen in het kort dat ze de volgende les zelf bloembollen gaan planten in potjes. Wat hebben de planten dan nog nodig om te groeien? Kunnen ze dit zelf bedenken? - Leerlingen planten bloembollen in potjes. - Leerlingen volgen de groei van de planten en benoemen wat ze waarnemen. - Leerlingen meten de groei van de planten. - Leerlingen leren de namen van de onderdelen van de plant te benoemen: wortel, stengel, blad, bloem, knop, meeldraad, stamper. - Leerlingen weten wat een plant nodig heeft om te groeien. - Leerlingen doen onderzoekjes bij groeiende planten Benodigdheden - 4 plastic potjes - 1,5 liter potgrond (EKO) - 5 blauwe druifjes (EKO, beworteld) - 5 krokussen (EKO, beworteld) - 3 narcissen (EKO, beworteld) - 1 hyacint (EKO, beworteld) - 7 tulpen (EKO) - Werkblad 4: groei van bol tot plant Satéprikkers Jampotjes of doorgesneden petflesjes Extra potjes om bollen in te planten gemaakt van doorgesneden melkflessen Schoolbord of digibord met bordtekeningen of plaatjes/foto s van groei van bolplant Touw/linten en/of centimeters om de hoogte van planten te meten Verschillende kleuren pennen of viltstiften voor markeren van de hoogte Gieter of maatbeker Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 20

22 Potten van de bloembollen en verzorging tijdens de groei. Voorbereiding: In groepen gaan de kinderen bloembollen planten en verzorgen. Bedenk hoeveel groepen u wilt maken, aantal kinderen per groep en maak een indeling. Maak vooraf een verdeling van de beschikbare bloembollen over het aantal groepen. Houd zelf een tulpenbol, de hyacint, een potje met grond, een potje met water apart, om centraal met de hele klas hiervan de groei te gaan volgen. Wilt u de groepen tegelijkertijd de bollen laten potten. Verdeel dan de materialen voor de start van de les over verschillende werktafels. U kunt de groepen ook om de beurt op een centrale werkplek de bollen laten potten. Bedenk op welke plekken in de klas en/of elders in school u de kinderen de gepotte bollen kunt laten plaatsen om te groeien. Zorg voor variatie. Bijvoorbeeld een plek met veel licht/weinig licht, een warme (verwarming)/koude (gang) plek, droge/vochtige plek. Introductie: Werkvorm: Aan het werk: Figuur 1 Bol op glas groepsgesprek Stel de volgende vragen. Wat is groeien? Groei jij nog? Wat weten jullie van het groeien van planten? Laat de leerlingen vertellen wat ze al weten Geef dan een instructie. Vertel dat de leerlingen in groepen bollen gaan potten met grond en de bollen van de tulpen op water. De groei van de planten gaan ze de komende weken volgen. Om de 2 of 3 dagen bekijken ze de planten en bespreken ze de groei. Kunnen ze zelf bedenken wat ze zouden kunnen onderzoeken, volgen of meten tijdens de groei. ( bijvoorbeeld: met de beschikbare materialen kunnen ze op 4 momenten de omtrek van de tulpenbol meten met een touw/lint of centimeter, de planten wegen, de planten meten, foto s maken, afgemeten hoeveelheden water toevoegen, de plant voor en direct na het water geven op elk meetmoment wegen waar blijft het water etc.). Maak groepen. Als de leerlingen tegelijkertijd aan het werk gaan verdeelt u de groepen over de tafels met de materialen. Heeft u 1 werkhoek ingericht laat dan de groepen om de beurt aan het werk gaan. U kunt de kinderen een instructie geven hoe ze de bollen volgens de handleiding planten (zie verzorging van materialen op pagina 4). Wilt u de kinderen laten zien hoe ze een tulpenbol met satéprikkers op een glas zetten, demonstreer dit zelf of kijk samen naar het eerste stukje van het filmpje de groei van een tulp op beeldbank: Bij de tulpenbol is het van belang dat de bol op zijn plek gehouden wordt door satéprikkers (zie figuur 1) en dat de bolschijf het water net niet raakt, ongeveer 0,5 cm tussen het wateroppervlak en de bol. U kunt de leerlingen ook zelf laten bedenken hoe ze de bollen gaan planten en verzorgen en dit laten uitvoeren. Bespreek kort met de kinderen wat ze denken dat de planten nodig hebben om te groeien. Wijs de plekken aan waar ze de bloembollenpotten neer kunnen zetten. Welke plek denken ze dat het beste is voor de groei van hun planten? De groepen zetten na het potten hun planten neer op de plek die volgens hun de beste groeiplek is. Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 21

23 Activiteitenfase: Werkvorm: groepen aan werktafel(s) Materiaal: Zet op een tafel (bij de ontdekhoek?) een variatie aan onderzoeksmateriaal klaar: gieter, maatbekers, loepen, prikkers, centimeters, weegschaal, plankjes met mesjes, water, verf, verfkwasten, papier, jodium etc. Per groepje - 1 of 2 bloembollen, potjes, potgrond, 3 satéprikkers, potten of halve lege melkpakken, jampotjes of doorgesneden petflesjes voor tulpen touw/lint en/of centimeter om de hoogte van planten, lengte van stengel etc. te meten, verschillende kleuren pennen of viltstiften voor markeren van de hoogte van de verschillende bollen op touw/lint stickers om namen van groepen op potjes te noteren. per leerling print van werkblad 4: groei van bol tot plant. Aan het werk: De leerlingen potten per groepje de bollen. Ze zetten hun bloembollenpotjes daarna op een groeiplek naar keuze. De komende 2 weken geeft u de groepen nog 3 keer om de twee of drie dagen even de tijd om hun bloembollenpotjes te bekijken en te verzorgen. Is er iets veranderd aan de bol/knol of de plant. Zijn er nog nieuwe plantonderdelen bijgekomen en kunnen ze die benoemen? Wat is er nog te meten, wegen en verder te onderzoeken? Ook bekijken ze ieder meetmoment of de planten verzorgd moeten worden. Hebben ze nog water nodig? Hoe zien ze dit? Hoeveel geven ze? Wat gebeurt er met dit water? Hoe groeien de planten? Wat is de kleur van de bladeren. Kunnen ze dit zelf uitleggen? Kiezen voor een betere groeiplek als een plant niet zo goed groeit? Hun waarnemingen en verzorging van de planten bespreekt u daarna centraal. Naar keuze laat u de leerlingen individueel de groei van een van de bollen vastleggen met werkblad 4: groei van bol tot plant. Het klassikaal volgen en meten van de ontwikkeling van bol tot plant Werkvorm: klassikaal Materiaal: De hyacint en de tulp met een potje met grond en een potje met water. Deze materialen heeft u zelf verzorgd om centraal in de klas de groei te volgen. Aan het werk: Hoe groeien de bollen? Nadat de groepen tijdens een meetmoment hun eigen potjes bekeken en verzorgd hebben, bespreekt u centraal hun waarnemingen en ervaringen. Besteed aandacht aan de plantonderdelen die tevoorschijn zijn gekomen tijdens de groei. Hoe heten ze en schrijf de woorden op. U heeft zelf de hyacint en de tulpenbol geplant en op water gezet en daarna op een opvallende plaats in de klas een plekje gegeven, bijvoorbeeld in de ontdekhoek. Hoe zien de hyacintplant en de tulpenbol er op dit moment uit. De groeiwijze van de hyacint houdt u op het schoolbord/digibord bij. De tulpenbol is het Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 22

24 voorbeeld om de groei van de wortels te volgen. Die zijn bij de hyacint niet te zien. Maak elke keer dat u met de leerlingen de bollen bekijkt van beide bollen foto s(zet de datum, hoogte in cm erbij). Laat de gemaakte foto s elke keer naast elkaar, of achter elkaar in beeld zien op het digibord. Centraal meten en tekenen van de groei Laat elke keer dat u klassikaal naar de groei van deze planten kijkt 2 leerlingen de hoogte van de hyacint meten met een touw/lint en/of centimeter. Laat ze ook elke keer de omtrek van de tulpbol meten met het lint en de centimeter. Is er iets veranderd? Teken de groei van de plant op het (digi)bord. U start de eerste keer met het tekenen van 4 potten onderaan op het bord. De leerlingen die de hoogte van de plant (nu nog een bloembol) gemeten hebben laat u het lint tegen het bord houden boven de linker pot. Ze zetten een streep op het bord waar deze op het lint staat. Zijn er leerlingen die dit ook met de centimeter kunnen meten en aanstrepen? Teken de plant de eerste en volgende drie keren van links naar rechts boven de 4 potten(zie werkblad 5). Hoe ziet de plant er uit. Wanneer zie je stengel, blad, bloemknop, bloem. Teken dit en schrijf dit in woorden er telkens bij. Houd na het strepen en tekenen de bloempotten naast de tekening. Klopt het met wat de leerlingen gemeten hebben? Schrijf de dag en de datum en eventueel de gemeten centimeters bij deze streep. Schrijf ook elke keer de gemeten omtrek van de tulpenbol op. Laat elke keer andere leerlingen de hoogte van de planten meten. Zijn de planten veel gegroeid? Door te meten, te tekenen en te vergelijken zijn de veranderingen in de plant duidelijk vastgelegd en waar te nemen. Onderdelen van de plant Weten de leerlingen de onderdelen van de plant te benoemen? Laat ze de volgende onderdelen zien en de woorden noemen en opschrijven: bol, wortel, stengel, blad, bloemknop, bloem. Gebruik hierbij eventueel de Plaat 2:bouw van een plant. Verwerkingsfase Werkvorm: groepsgesprek Materiaal: hyacintplant en tulpenplant, planten verzorgd door de groepen leerlingen, (digi)bord met tekeningen van groei van de hyacint Aan het werk: Zet alle planten bij elkaar in de kring. Laat de groepen vertellen over hoe het planten van de bloembollen, de verzorging, de groei van hun planten is verlopen. Op welke plekken hebben de leerlingen hun planten gezet. Welke plant is het beste/grootste/mooiste gegroeid? Kunnen ze dit zelf uitleggen? (Heeft het met de soort plant te maken, hoe de bol/knol in de pot is geplant, de verzorging die de plant heeft gehad, of anders ). Als werkblad 4: groei van bol tot plant is ingezet kunt u met de leerlingen bespreken wat ze hierbij hebben ingevuld. Centraal in de kring bekijkt u nogmaals met de leerlingen alle bloembollenplanten. Welke planten zijn het hoogst gegroeid? Zijn dit allemaal dezelfde (soort) bloembollenplanten of verschillende? Zie je onder Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 23

25 de bloembollen verschillen in groei? Welke verschillen zie je in vormen van blad-stengel-knop, kleuren? Welke planten zijn gezond gegroeid? Welke planten zien er niet goed uit? Kijk naar kleur van blad, stevigheid, kromgroei. Hoe verklaren ze klaren ze dit? Op welke plek(ken) hebben deze planten gestaan tijdens de groei? afsluiting Werkvorm: groepsgesprek en samen een afsluitend filmpje bekijken Materiaal: afspeelapparatuur/digibord en filmpje Aan het werk: Sluit af met het volgende filmpje van beeldbank: Hiermee zien de leerlingen niet alleen de mooi bloeiende bloembollenplanten. Ze krijgen nu ook de groei en bloei van de ui en aardappel in beeld. Het zijn dus echt allemaal bollen en knollen! Vraag de kinderen om thuis en onderweg naar school uit te kijken naar bloeiende bloemen. Laat een aantal plaatjes van de bloeiende bollen zien (gebruik hiervoor bijvoorbeeld Plaat 1). C: De planten bloeien Leerdoelen - Leerlingen bekijken en benoemen de verschillen tussen de bloeiende planten. - Leerlingen bekijken een bloem van binnen. Ze zien een stamper en een meeldraad. - Leerlingen krijgen te horen dat de bloemen van bloembollen in het vroege voorjaar belangrijk zijn voor insecten. Ze (nectar en stuifmeel) zijn voedsel voor insecten. - Leerlingen zijn op een speelse wijze, met behulp van liedjes, gedichtjes en knutselen actief bezig met bloeiende planten. - Leerlingen ervaren hoe ze planten moeten verzorgen en leren ze waarderen. - Leerlingen zien buiten in de schoolomgeving bloembollen bloeien. Benodigdheden - Potjes met bloeiende planten van narcis, hyacint, krokus, blauwe druifje - De bloeiende tulp op water - Werkblad 3: boeket (kopieer het werkblad voor elke leerling) - Bijlage 2: Liedjes & Gedichtjes Bloeiende planten en hun bloemen bekijken In deze fase zijn de planten aan het bloeien en zien we de vrolijke kleuren van de narcis, hyacint, krokus, blauwe druifje en de tulp. Introductie: Werkvorm: groepsgesprek Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 24

26 Materiaal: Vier potjes met verschillende planten in bloei (narcis, hyacint, krokus, blauwe druifje), bloeiende tulp op water. (Of zet alle bloeiende bloembollen verzorgd door de leerlingen in het midden van de kring.) Aan het werk: Verdeel de bloeiende planten in de kring en bespreek de onderstaande vragen in een groepsgesprek. - Welke kleuren zijn er allemaal te zien? (woorden schrijven) - Hoe ruiken de verschillende bloemen? (zoet, sterk, prikkend, lekker, vies) - Kunnen ze de bloemen met de ogen dicht aan de geur herkennen? - Welke bloem vind je het mooist? Kun je ook vertellen waarom je die het mooist vindt? - Welke bloemen waren er het eerst open? En daarna?( ter info kijk op : krokussen, blauwe druifjes en narcis, hyacint en tulp) - Hoeveel bloemblaadjes heeft een krokus en hoeveel een narcis? - Hoe heten de verschillende soorten? Laat hierbij eventueel op het bord een plaatje + naam zien. - Wat zie je in de bloem? Laat de kinderen kijken met een loep of zoom in met een camera verbonden aan het digibord en wijs aan. Stamper met zoet(nectar) voor insecten. (Meel)draad met (stuif)meel voor insecten. - Een (meel)draad in de bloem geeft gele poeder af als je er met je vinger over strijkt. Weet je nu wat dit is? Activiteitenfase knutselen, zingen, versjes opzeggen Hieronder enkele voorbeelden. Maak naar keuze gebruik van vele andere (digitale) en eigen bronnen. Maak je eigen boeket Werkvorm: na instructie zelfstandig aan het werk Materiaal: kopieën van werkblad 5: boeket, materiaal om te kleuren, scharen of prikker en prikmap, lijm of nietje, een voorbeeld exemplaar. Aan het werk: Geef een instructie. Kleur de tekening op werkblad 5: boeket in. Knip of prik het boeket uit. Plak of niet de zijkanten aan elkaar en zet je boeket op een leuk plekje, bijvoorbeeld op je eigen tafel op school of thuis in de vensterbank! Liedjes en gedichtjes Werkvorm: klassikaal zingen, luisteren en nazeggen van gedichten. Materiaal: bijlage 2 of eigen (digitale) bronnen. Aan het werk: Over bolletjes, voorjaarsbloemen en lente zijn liedjes en gedichtjes geschreven. Enkele daarvan zijn gegeven in bijlage 2. Zing en lees ze samen met de hele klas. Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 25

27 Verwerkingsfase en afsluiting Bloembollen in de schoolomgeving wandeling in de lente Werkvorm: wandeling Voorbereiding: Bekijk of er in de schoolomgeving een korte route is uit te zetten waarbij u met de kinderen allerlei bloembollen en andere bloeiers in de lente krijgt te zien. Kunt u beestjes op de bloemen zien zitten? Plan de wandeling in binnen de organisatie van de school. Schakel extra begeleiding in (klassenassistenten, ouders). Aan het werk: Ga met voldoende begeleiding met de kinderen op pad. Speuren maar naar bloembollen en andere bloemen! Zien en herkennen ze bloembollen? Kijk eens naar beestjes op bloemen? Wat nemen ze nog meer waar dat wijst op de lente? Als het niet lukt om buiten te gaan wandelen, bekijk dan samen met de kinderen in de klas een praatplaat lente of filmpje waarin bollen en knollen buiten groeien. D: De uitgebloeide plant Let op: deze opdracht kan pas +/- 6 weken na de vorige uitgevoerd worden, omdat de plant tijd nodig heeft om uit te bloeien en zich te vermeerderen! Blijf de planten in deze periode verzorgen! Leerdoelen - Leerlingen bekijken uitgebloeide planten en kunnen de verschillen met bloeiende planten aangeven en benoemen. - Leerlingen zien dat er kleine bolletjes in de bollen van uitgebloeide planten bijgekomen zijn. Ze tellen er meer dan ze geplant hebben. - Leerlingen stoppen uitgebloeide bollen in de grond. Ze weten dat hier volgend voorjaar weer nieuwe planten uit kunnen groeien. Wat zie je aan een uitgebloeide plant? Introductie en activiteitenfase Werkvorm: groepsgesprek Materiaal: Potjes met uitgebloeide planten, de uitgebloeide tulp op water. Eventueel een vergrootglas en een camera verbonden met digibord. Aan het werk: Bekijk samen met de leerlingen in de kring de uitgebloeide planten. Beantwoord de volgende vragen: - Hoe zien de blaadjes er nu uit? Mooi, lelijk, groen, bruin, etc. - Hoe staan de groene bladeren van de plant, mooi rechtop of hangen ze slap? - Hoe ruikt de bloem die uitgebloeid is? - Is de plant nu dood? Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 26

28 - Haal de bollen in de potten uit de grond Hoe ziet de bol/knol er nu uit? Hoe voelt de bol nu? - Zijn er bolletjes bijgekomen? Tel samen met de leerlingen. - Hoe zien de wortels van de tulp eruit? Is er nog iets nieuws te zien? - Wat gebeurt er denk je met deze bolletjes als je ze weer in de grond stopt? Verwerking Werkvorm: groepsgesprek Aan het werk: Vergelijk de uitgebloeide planten met bloeiende planten. Wat zijn dan de verschillen in antwoord op de vragen gesteld bij de uitgebloeide planten. Bekijk en vergelijk hierbij indien mogelijk de planten, de bloembollen, de gemaakte foto s en tekeningen. Wat is er gebeurd met de planten nadat ze uitgebloeid zijn? Afsluiting Ga ter afsluiting van de lessenreeks met de klas naar buiten en plant de uitgebloeide bollen en knollen in de schooltuin of in het park dicht bij de school. Een smal strookje grond langs een grasveldje is al voldoende. Vergeet niet volgend jaar terug te gaan om te kijken of ze opnieuw zijn gaan groeien en bloeien! Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 27

29 3 ACHTERGRONDINFORMATIE Wilde planten (met bollen en knollen) vinden we in de natuur vooral in bossen. Voorbeelden van deze groep planten zijn de tulp en de krokus. Door het reservevoedsel dat deze planten in de bollen en knollen hebben, kunnen ze al vroeg in het voorjaar uitgroeien. Dat is erg belangrijk, omdat er dan nog licht op de bosbodem valt. De plant gebruikt dit licht om te groeien. Ook maakt de plant dan reservevoedsel voor het volgende voorjaar. Later krijgen de bomen in het bos hun blad en bereikt te weinig licht de bodem van het bos. Uitwendig lijken de ondergrondse delen van de tulp en de krokus erg op elkaar. Toch zijn er enkele opmerkelijke verschillen. Zo spreekt men bij de tulp van een bol, maar bij de krokus daarentegen van een knol. Hieronder volgt daarover enige uitleg. De bol Figuur 2 Doorsnede van een bol Voorbeelden van bolgewassen zijn: ui, tulp, narcis, hyacint, blauwe druifje, sneeuwklokje, daslook, bieslook, sjalot. Figuur 2 laat de doorsnede van een bol zien. Het onderste deel van de bol wordt de bolschijf genoemd. Centraal op de bolschijf bevind zich het groeipunt. Hieruit ontstaat later de bovengrondse plant. Om dit groeipunt heen staan - op de bolschijf - de rokken. Dit alles samen vormt de bol. Onderaan de bol, tussen de rokken, zitten de okselknoppen. Deze groeien uit tot nieuwe, jonge bolletjes. De kwekers noemen ze klisters. De onderdelen van een bol kunnen vergeleken worden met die van een plant. De bolschijf komt overeen met een verkorte stengel. De rokken zijn te vergelijken met sterk verdikte bladeren, waarin reservevoedsel is opgeslagen. De knol Een belangrijk verschil tussen een bol en een knol is dat de knol, in tegenstelling tot de bol, geen rokken heeft. De knol is een compacte massa. Er worden twee soorten knollen onderscheiden: stengelknollen en wortelknollen. Figuur 4 Wortelknol - Stengelknollen lijken op bollen met een zeer grote bolschijf, maar dan zonder rokken. Voorbeelden van stengelknollen zijn: krokus, speenkruid, gladiool en dahlia. Figuur 3 Stengelknol - Wortelknollen zijn verdikkingen van de wortel, die veel reservevoedsel bevat. De wortelknol is te herkennen aan de zogenaamde ogen of pitten. Dit zijn de beginpunten van nieuwe wortels. Een bekend voorbeeld van een wortelknol is de aardappel. Bolschijf Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 28

30 Bollenteelt in Nederland Nederland is onder andere bekend om zijn bollenvelden. Bloembollen zijn een handelsartikel met grote afzet in binnen- en buitenland. De tulpen en hyacinten zijn echter niet van oudsher bekend in Nederland. Oorspronkelijk zijn ze afkomstig uit Zuid - Europa en Azië. Veel bloembollen vinden hun oorsprong in Turkije en omstreken. Waarschijnlijk hebben kruisvaarders ze meegenomen naar onze streken. Zo rond 1500 kregen bloembollen een wat grotere bekendheid in West - Europa. Onder andere door de inspanning van Carolus Clusius ( ), een plantkundige uit Leiden, die de bloembollenteelt heeft gestimuleerd. Tulpen en hyacinten had men toen niet om de tuin aantrekkelijk mee te maken. Het waren verzamelobjecten die je in de tuinen van kloosters, wetenschappers en rijke kooplieden aantrof. In die tijd dacht men ook dat van bollen geneeskracht uitging. Bloembollen waren in die beginperiode erg zeldzaam en zeer geliefd. En zolang gewenste verzamelobjecten zeldzaam zijn, wordt er een flinke prijs voor betaald. Hoe zeldzamer, hoe duurder! De toenmalige handel had dan ook geen belang bij grote partijen bloembollen. De bloembollenteelt uit de 17e eeuw is vooral bekend geworden door de belachelijk hoge prijzen die men voor de bollen moest betalen. Vooral de tulpenbol spande de kroon. Een prijs van 1800 voor één bol werd regelmatig betaald. De recordprijs voor een tulpenbol lag op Een graaf ruilde zelfs zijn koets met acht paarden voor één enkele bol. Aanvankelijk ging het in deze handel om de levering van de bloembollen zelf: iemand die bollen gekocht had, probeerde ze zo snel mogelijk voor een hogere prijs weer kwijt te raken. Deze verkoop vond plaats per contract. Maar op den duur kwamen er steeds meer handelaren tussen de oorspronkelijke bezitter en de uiteindelijke koper, zodat men zonder daar daadwerkelijk ook het geld voor te hebben of de bol gezien te hebben, een bol op krediet kocht en verkocht. De prijs van een enkele bol liep op deze manier steeds verder op, want iedereen wilde eraan verdienen. Deze handel duurde enkele jaren. Toen tenslotte de prijzen flink daalden probeerden de speculanten zoveel mogelijk bollen te verkopen, waardoor de prijzen naar beneden gingen en de handel ineen stortte. Op dat moment werd duidelijk dat men jarenlang in "wind" gehandeld had. Daarom is deze handel dan ook de geschiedenis ingegaan als de beruchte tulpenwindhandel of tulpomanie. Ook voor de hyacintenbol werden in de 18e eeuw enorme bedragen betaald, maar nooit zo extreem als bij de tulpenhandel. Door de tulpenwindhandel was er veel belangstelling ontstaan voor de bloembollenteelt. De handel in bloembollen veranderde langzamerhand. De productie werd verhoogd en de prijzen daalden. Je zag steeds meer bollenvelden en perken vol éénkleurige tulpen en narcissen. Er ontstonden nieuwe bedrijven en het aantal hectares breidde zich uit van ± 400 ha. in 1870, naar 1500 ha. in 1900 en ± ha. in De gronden achter de duinen, de zogenaamde geestgronden (afgegraven duingronden, bestaande uit een mengsel van zand, veen en soms wat klei) bleken zeer geschikt voor de bollenteelt. Het gebied tussen Haarlem en Leiden is dan ook de oudste bollenstreek. Later bleek dat lichte kleigrond ook geschikt was voor de bollenteelt. Zo zijn ook in bijvoorbeeld Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 29

31 West-Friesland, Texel en op de Zeeuwse- en Zuid-Hollandse eilanden bollenbedrijven ontstaan. De bloembollenteelt tegenwoordig De bloembollenteelt wordt in de eerste plaats uitgeoefend op gespecialiseerde bedrijven. Daarnaast zijn er akkerbouwbedrijven, veehouderijbedrijven en gemengde bedrijven die de bloembollenteelt als nevenactiviteit beoefenen. In 2004 werd in ons land ruim ha. landbouwgrond gebruikt voor de teelt van bloembollen, verdeelt over 2357 bedrijven 1. Een bollenkweker wil dat één bol meerdere bollen wordt. Hij is dus niet geïnteresseerd in de bloei van bollen of het zaad. De bloemen worden er dan ook afgehaald ( het koppen ) voordat ze zaad hebben kunnen vormen. Zaadvorming vergt veel voedsel en zou ten kosten gaan van de groei van de bol. In het najaar worden de bloembollen machinaal geplant. 's Winters worden de bollenvelden met een laag stro of met plastic afgedekt, om ze tegen vorst te beschermen. In het voorjaar, wanneer de bollen zijn uitgelopen en de bloemen verschijnen, worden de planten op ziekten onderzocht. De bollen worden dan gekopt. Dit koppen gebeurt machinaal, maar ook vaak nog met de hand. Het loof (de stengel en de bladeren) blijft staan. Hieruit neemt de bol namelijk voedsel op, dat nodig is voor de groei van de bol. Een gedeelte van de gekopte bloemen wordt gebruikt voor de slingers van de bekende bloemencorso s in de Bollenstreek. In de zomer, als het loof is afgestorven, worden de bollen machinaal gerooid. Na het oogsten worden de bollen gepeld: de stengelresten en wortelkransen worden met de hand verwijderd. De bollen worden ook direct gesplitst: de jonge (nieuwe) bollen worden er afgehaald. Hierna worden de bollen op grootte gesorteerd (machinaal en met de hand) en daarna gedroogd. Dit drogen gebeurt om vroegtijdig uitlopen en ontwikkeling van ziektekiemen te voorkomen. De kleinere bollen worden weer geplant voor de oogst van volgend jaar. Grote bollen worden geteld en verkocht. De belangrijkste afnemers zijn Duitsland, de Verenigde Staten, Frankrijk en Japan. Figuur 5 Bollenteelt 1 Productschap Tuinbouw: Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 30

32 Bolgewassen worden dus niet uit zaad gekweekt. Het zou jaren duren voordat een bloemproducerende bol wordt verkregen. Wanneer men echter een nieuwe soort wenst, dan moet men wel met zaad werken. Men kruist dan de bloemen en wint het zaad om zo de nieuwe rassen te verkrijgen. Dit is echter een heel andere activiteit. Als in de natuur het loof is afgestorven gaat de bol in zogeheten rust. Een periode met een bepaalde temperatuur (bijvoorbeeld een vorstperiode) zorgt ervoor dat deze rust doorbroken wordt en de bol weer gaat uitlopen. Na de rustdoorbreking bepaalt vooral de temperatuur de snelheid van de verdere groei. Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller de groei. Kwekers kunnen de rustdoorbreking nabootsen. Ze moeten de bol dan, gedurende een periode, op een bepaalde temperatuur bewaren. Bollen die zo n temperatuurbehandeling hebben gehad zijn voorgetrokken en hebben dan meestal al wortels en spruiten. Bij de diverse planten gelden verschillende perioden en (verschillende, veelal lage) temperaturen. Na het doorbreken van de rust bepaalt de kweker via de keuze van een bepaalde kastemperatuur de snelheid van de verdere groei. Via deze foefjes kan de kweker er tegenwoordig voor zorgen dat het gehele jaar (bol-) bloemen leverbaar zijn. Zo zijn er in november en december al tulpen te koop. Bollenteelt en het milieu Een keerzijde van alle mooie bolgewassen die we kunnen kopen is dat de teelt niet erg milieuvriendelijk is. Ten eerste wordt er veel gebruik gemaakt van gewasbeschermingsmiddelen. Een deel van de middelen komt direct in het milieu terecht. De gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt om; schadelijke wormpjes en schimmels, die in de bodem voorkomen, te doden. Dit wordt grondontsmetting genoemd. Dit is het grootste milieuprobleem veroorzaakt door de bollenteelt. Een oplossing zou zijn dat er meer gebruikt wordt gemaakt van vruchtwisseling. Hierbij wordt elk jaar een ander gewas op hetzelfde stuk grond geteeld. Wanneer men elk jaar hetzelfde gewas op hetzelfde stuk grond teelt, kunnen de bodemparasieten zich explosief ontwikkelen. Het grondontsmetten mag slechts 1x per vijf jaar om de telers te dwingen om aan vruchtwisseling te doen. de geoogste bollen tegen schimmels te beschermen. Dit heet bolontsmetting. om het onkruid te bestrijden, omdat dit onkruid anders licht en voedsel wegneemt voor de bolgewassen. om de uitgegroeide bolplanten preventief te beschermen tegen schimmels en bladluizen, de gewasbespuiting. en tot slot om de bollen in de ruimtes waar ze bewaard worden te beschermen tegen bepaalde insecten, die hun eitjes in de bollen leggen. Dit wordt ruimtebehandeling genoemd. Ten tweede worden de bollenpercelen te veel bemest. Slechts een derde deel van de mest wordt daadwerkelijk door de planten gebruikt. De rest komt in de lucht, de bodem en het grondwater terecht. Om de bollenteelt milieuvriendelijker te maken, hebben sommige telers ervoor gekozen hun bollen op een minder schadelijke manier te telen: op biologische wijze. De bollen heten dan ook biologische bollen. In Nederland gebeurt dit nog heel weinig. Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 31

33 De tulp De tulp is via Turkije naar West-Europa gekomen. Een keizerlijke gezant kwam in de 16e eeuw in Turkije met de tulpenbol in aanraking. Men heeft hem waarschijnlijk willen uitleggen dat de bloem van de bol op een tulband ( tulipat in het Turks) leek. De gazant moet begrepen hebben dat tulipat de naam van de bol was, want sindsdien wordt de bol Tulipa genoemd. De Turkse naam voor de tulp was namelijk Lala. De tulp is via de plantkundige Carolus Clusius in Nederland terechtgekomen. In 1594 bloeide in Leiden de eerste tulp. Nederland is beroemd geworden door de tulp. Belangrijke kenmerken van de plant: De bloem heeft zes bloembladen, die in twee kransen van drie bij elkaar staan. In de bloem zitten 6 meeldraden en een stamper. De stamper bestaat uit een langwerpig, bijna driehoekig vruchtbeginsel en een stempel. De stengel is erg breekbaar. De bladeren zijn lang en puntig. De nerven lopen evenwijdig aan elkaar. Het onderste deel van het blad sluit als een kokertje om de stengel. De bladeren staan als een krans om de stengel heen. Op het blad zit een wasachtig laagje dat als bescherming dient tegen uitdroging. Tulpenbollen eten in de WOII In de Tweede Wereldoorlog was er niet voldoende voedsel. Voedselbonnen werden uitgedeeld, maar daar hadden de meeste mensen niet genoeg aan. Daarom gingen ze op zoek naar andere eetbare dingen, waaronder rauwe suikerbiet, zuring, brandnetelsoep en tulpenbollen. Vaak werden mensen ziek van het eten van tulpenbollen, omdat ze giftig kunnen zijn. Figuur 6 Tulp Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 32

34 De narcis De narcis komt in het wild in een groot deel van Zuid-, West- en Oost-Europa voor. Maar sinds de Middeleeuwen zijn narcissen als siergewas al in tuinen te zien. De handel in narcisbollen is niet zo extreem geweest als die van de tulpen- of hyacintenbol. Pas aan het eind van de 19e eeuw kwam de verspreiding van de narcis als siergewas goed op gang. De naam narcis wordt wel in verband gebracht met het Griekse woord Narkao, dat bedwelmen betekent. Sommige narcissen verspreiden dan ook een heel sterke geur. Maar bekender is de verklaring die gebaseerd is op een oude Griekse mythe: Narkissos was de zoon van een riviergod. Hij was erg knap en heel veel vrouwen waren gek op hem. Maar Narkissos voelde geen liefde voor mensen of andere levende wezens. Ook voor de liefde van de nimf Echo bleef hij volkomen onverschillig. Diep bedroefd en teleurgesteld ging Echo naar de godin van de wraak. Ze vroeg of de godin Narkissos wilde straffen voor zijn harteloosheid. En dat gebeurde... Toen Narkissos tijdens een jachtpartij uitrustte en wat water uit een heldere beek dronk, zag hij in het water zijn spiegelbeeld. Hij herkende zichzelf niet en... werd op slag verliefd op de man die hij in het water zag. Dagenlang bleef hij naar zijn spiegelbeeld kijken, totdat hij volkomen uitgeteerd was. Want eten en drinken deed hij die dagen niet. Toen kreeg de godin van de wraak medelijden met hem en veranderde hem in een prachtige bloem. Narkissos werd een bloem, waarvan de kleur zo bleek was als zijn huid, maar met een geel hart, dat omringd was met oranjerood: de Narcis. Figuur 7 Narcis Kenmerken van de plant: De bladeren van de narcis zitten niet aan de bloemstengel vast. Ze komen afzonderlijk uit de bol tevoorschijn. Opvallend is dat het blad wat schroefvormig gedraaid is. Hierdoor is het blad waarschijnlijk wat steviger. De bladeren zijn grijsachtig groen. Die tint ontstaat door het waslaagje. Men kan dit aantonen door het blad horizontaal te houden en er een paar waterdruppels op te laten vallen. De waterdruppels trekken zich bolvormig samen. Als men het waslaagje weg wrijft verschijnt hieronder de echte fris groene kleur van het blad. Laat men er nu water op vallen dan vloeien de druppels uit. Het waslaagje zorgt ervoor dat het blad niet teveel water verdampt. Hierdoor wordt uitdroging voorkomen. De trompetnarcis heeft één bloem per stengel. Veel andere soorten narcissen hebben er meer. Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 33

35 De krokus De krokus is één van onze oudste siergewassen. Waarschijnlijk is hij al in de Middeleeuwen hierheen gebracht uit de gebieden rond de Middellandse Zee. De krokus is een knolgewas, evenals de aardappel en de dahlia. Uit de krokusknol verschijnen eerst de bladeren verpakt in een vliesje. Daarna verschijnt de bloemknop, die ook door een vliesje wordt beschermd. In de klas gaat de bloem snel open. Als u hem een kwartier koud wegzet, sluit hij zich weer. Kenmerken van de plant: De bladeren zijn smal en donkergroen, met een lichte streep in het midden. De bloemen zijn paars, geel of wit van kleur. Ze gaan open bij een temperatuur boven 8 graden Celsius. In de geopende bloem kunnen de leerlingen goed de stempels en de meeldraden zien. Het stuifmeel is kleverig en blijft gemakkelijk aan het lichaam van de insecten kleven die op bezoek komen in de bloem. Ook vogels komen op de bloemen af. Spreeuwen en mussen eten graag van de bloemen. Figuur 8 Krokus Het blauwe druifje Het blauwe druifje behoort tot de familie van de lelieachtigen. De bloemetjes bevatten veel nectar. De bijen komen er op hun eerste voorjaarsvluchten meestal wel bij terecht. De plant komt, net als de tulp, uit de bergachtige streken van Klein - Azië. Kenmerken van de plant: Aan een bloemsteel van ongeveer 10 cm hangt een trosje met kleine blauwe klokjes. De bladeren zijn groen, enigszins dik. Het blauwe druifje is vorstbestendig, toch kan het blad door de vorst slap gaan hangen, maar richt zich later weer op. De bloem is gevoelig voor vorst. Figuur 9 Blauw druifje Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 34

36 De hyacint De hyacint komt uit Klein-Azië, waar ook veel soorten wilde tulpen, narcissen, krokussen en andere bolgewassen vandaan komen. De wilde hyacint, die een ijlere bloemtros heeft dan de gekweekte soort, bestaat alleen in blauw en wit. De gekweekte is er in wit, diverse tinten blauw, rood, roze en geel. Kenmerken van de plant: De bloemen zijn klein en klokvormig. Ze staan op korte steeltjes in een lange tros aan het eind van de bloemstengel. Evenals de tulp en de narcis hebben zij 6 blaadjes, 6 meeldraden en een stamper met 3 kamertjes. De bloemen verspreiden een zware geur die insecten aantrekt. Ook worden ze in de cosmetische industrie gebruikt. De bladeren komen evenals bij de narcis direct uit de bol en niet van de stengel, zoals bij de tulp. Ze zijn kleiner en harder groen dan de bladeren van de narcis en missen het wasachtig laagje. Ze hebben de vorm van een schuitje, zodat ze buiten het regenwater goed kunnen opvangen en naar de bol voeren. Figuur 10 Hyacint De Ui De precieze herkomst van de ui is onbekend. Wel blijkt uit oude geschriften van 3000 v. Chr. dat de ui voor het eerst in delen van Azië is gekweekt. Rond deze periode groeide hij ook in China en later ook in het oude India. Van daaruit moet hij meegenomen zijn naar Griekenland en Egypte. In decoraties en hiërogliefen van piramides komt de ui veelvuldig in beeld. Uien werden door Grieken en Romeinen gebruikt. Als lid van de Allium-familie, waartoe ook knoflook en prei behoren, groeide de ui in Griekse groentetuinen. Een deel van de markt in Athene werd zelfs ta skoroda genoemd, wat de knoflook betekent en aangeeft dat de handel in allium deel uitmaakte van het dagelijkse handelsleven. Toen de Romeinen de ui in Europa hadden geïntroduceerd werd Figuur 11 Ui hij, toen nog als groente, snel populair. Dit blijkt onder meer uit een levendige handel op de markt van Londen in de dertiende eeuw, waar zelfs geïmporteerde uien werden verkocht. Vanaf dat moment wint de ui aan terrein, zowel in Europa als daarbuiten. 2 De ui wordt in de hele wereld, dus door alle culturen, gegeten! Welke andere bol kan dit zeggen? Nederland is de grootste uienexporteur van de wereld. Het grootste gedeelte wordt vervoerd naar onze buurlanden, maar ook deels naar Afrika en Azië. In ons land eten we ongeveer 4 á 5 kilo uien per persoon per jaar. De uienbol bevat veel suiker en aromatische olie die de typische uiensmaak veroorzaakt. Afhankelijk van het oliegehalte zijn de rassen te verdelen in scherpe, half scherpe en zoete uien. De vroege zaaiui is vanaf begin augustus als groene ui oogstbaar. In september volgt Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 35

37 de oogst van de bewaarui. Deze is onder goede bewaarcondities tot ver in het voorjaar houdbaar. De aardappel Het is bijna niet voor te stellen dat de aardappel bij onze voorouders onbekend was. Dit gewas komt oorspronkelijk uit Zuid- Amerika. Het is pas na de ontdekking van dit werelddeel in Europa terecht gekomen. Vervolgens heeft het heel lang geduurd voordat de knollen als voedsel werden geaccepteerd. Figuur 12 Aardappel De aardappel (Solanum tuberosum) behoort tot de familie van de nachtschaden of Solanaceae en bij deze familie is het oppassen geblazen. Ze zijn namelijk giftig. Ook de aardappelplant, de groene knollen, de aardappelspruiten en vooral de bessen met het zaad zijn giftig. De blanke knol is echter gifvrij. Kunst Aardappels worden ook als object voor kunstwerken gebruikt. Het meest bekende voorbeeld is van de beroemde schilder Vincent van Gogh. Hij schilderde: De Aardappeleters, in 1885 in Nuenen. Het is geschilderd met olieverf op doek. Van het schilderij zijn er verschillende versies. De Aardappeleters" hangt zowel in het Van Gogh Museum in Amsterdam als in het Kröller- Müller museum. Vincent van Gogh heeft drie versies van het doek gemaakt, de eerste versie, waar maar 4 personen op staan, en de derde (definitieve) versie hangen in het Van De aardappeleters Gogh Museum, de tweede versie hangt in het Kröller-Müller museum. 3 Details van het schilderij Zo kun je duidelijker zien wat de mensen in het schilderij doen. De man drinkt koffie die de vrouw net heeft ingeschonken. De andere mensen snijden het eten. Het eten bestond alleen uit aardappels, omdat er in die tijd voor arme mensen nauwelijks iets anders te eten was. Vincent van Gogh schilderde heel gedetailleerd. Let bijvoorbeeld op de rimpels op de handen van de man en de vrouw die aan het snijden zijn. Afgebeeld is de familie De Rooij. In bijlage 4 is een grotere versie van het schilderij te zien. 3 Bertine Centen-Nieuwenkamp van Stichting Kroller-Muller Museum, Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 36

38 4 BRONNEN Internet-websites Er zijn veel internetsites waar informatie te vinden is over bollen, knollen en het voorjaar. Enkele voorbeelden van informatieve sites zijn: (leverancier van de ecologische bloembollen uit dit pakket) Kijk verder naar bijlage 5: websites rondom bollen en knollen Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 37

39 BIJLAGEN Bijlage 1: Voorjaarsverhaal Bijlage 2: Liedjes & gedichtjes Bijlage 3: websites rondom bollen en knollen Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 38

40 Bijlage 1: Voorjaarsverhaal HET ONGEHOORZAME VIOOLTJE Prinses Lentebloem was op weg naar de aarde, ze had haast want de lente hing al in de lucht en misschien had het bleke lentezonnetje de sneeuwklokjes al wakker gemaakt. Nu moet je weten dat Koning Winter nog af en toe met hagel- en sneeuwbuien durfde te strooien of zelfs een koude windvlaag over de aarde liet blazen. Daarom ging Prinses Lentebloem eerst het zonnetje helpen, dat erg zijn best deed om stralen tussen de grijze winterwolken te duwen. Dat was een heel karwei. Ondertussen was er diep onder de grond een sneeuwklokje ontwaakt uit zijn winterslaap. He, word eens wakker, lieve zusjes riep het. Voelen jullie niet dat de aarde warmer wordt? Het is tijd om jullie klaar te maken voor de lente. De sneeuwklokjes begonnen onmiddellijk met hun fijne worteltjes voedsel en water in het zand te zoeken. Langs die wortelhaartjes ging het water naar hun bloembolletje zodat het groot en sterk werd en er een mooi sneeuwklokje kon uitgroeien. Nu maakten die sneeuwklokjes toch zo n drukte onder de grond, dat er een viooltje wakker was geworden. Oei, riep het met een fijn stemmetje, de lente is er al en ik sliep nog. Blijf jij maar lekker slapen, zei een sneeuwklokje, de lente is nog maar net in aantocht en het is nog veel te koud voor jou. Je weet toch dat wij eerst moeten bloeien om met onze fijne witte klokjes de lentebloemen wakker te tingelen. Maar dan kan ik je helpen, sprak het viooltje weer, de mooiste liedjes speel ik op mijn viool en ik zal heel luid spelen, zodat ze het allemaal horen. Ach, klein viooltje, als wij ons kopje boven de grond steken is het nog bitter koud en er ligt soms nog sneeuw, daarom worden we ook sneeuwklokjes genoemd. Jij moet je liedjes zingen als de lentezon schijnt, want nu wordt je vast ziek van de koude. Dat is niets, zei het koppige viooltje, ik wil de sneeuw zien en ik ga toch met jullie mee. Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 39

41 Als Prinses Lentebloem nu maar vlug komt, dacht het sneeuwklokje, anders gebeuren er nog ongelukken met ons viooltje. Maar Prinses Lentebloem had zoveel werk om Koning Winter te verjagen dat ze nog steeds niet op de aarde was aangekomen. Toch hadden enkele sneeuwklokjes al hun eerste sprietjes door het zand geduwd. En het stoute viooltje werd zo kwaad omdat het te langzaam groeide dat het al zijn wortels rekte en strekte om zoveel mogelijk water te drinken. Het groeide en groeide en toen het eindelijk boven de aarde kwam, was de sneeuw al gesmolten. Nu heb ik nog geen sneeuw gezien, huilde het viooltje en snikkend nam het zijn viool en speelde een treurig wijsje. Toen de krokussen het viooltje hoorden spelen schoten ze verschrikt wakker. Wij hebben te lang geslapen, riepen ze opgewonden. Wat zal Prinses Lentebloem ontevreden zijn! en uit angst staken ze onmiddellijk hun blaadjes door de grond. Zie je nu wat er gebeurt, zeiden de sneeuwklokjes, je gaat de andere lentebloemen ook wakker maken en die zullen door jouw schuld ziek worden van de kou. Maar het viooltje luisterde niet en speelde luider en luider zodat alle lentebloemen het hoorden. Anemoon, paasbloemen, meiklokjes en tulpen maakten zich al klaar om naar de zon te groeien. Toen het viooltje de volgende dag nog meer liedjes wilde spelen, was het helemaal stijf geworden van de kou en kon niet meer bewegen. Daarbij blies de wind nog zo stevig dat de viool op de grond viel en in tien stukken brak. Gelukkig is Prinses Lentebloem toen aangekomen, zodat de sneeuwklokjes de lente mochten inluiden. De krokussen waren wel wat vroeg dat jaar, maar het lentezonnetje lachte hen toe en dat gaf hun moed om verder te groeien. De andere lentebloemen werkten zich nu naar boven, alleen de tulpen bleven nog wat slapen. En het viooltje? Het werd weer helemaal beter door het lekkere warme zonnetje; maar een nieuwe viool heeft het van Prinses Lentebloem niet gekregen. Dat was de straf voor het ongehoorzame viooltje. Bea Gevaert Uit het boek Standaard vertelboek, Lente en Zomer, Deel II. Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 40

42 Bijlage 2: Liedjes & gedichtjes Op deze pagina staat een aantal liedjes en gedichtjes over lente, bloemen en bolletjes. Zeg en zing ze samen met de leerlingen. LIEDJES Een krokusje in het gras Tekst en melodie: Lin de Laat Bron: Bolletjes Liedje uit Zingen in de kring van Herman Broekhuizen, De Toorts Haarlem Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 41

43 Bloemetjes Tekst en melodie: Lin de Laat Bron: GEDICHTJES Bloem Dag bloem, dag mooie bloem Je krijgt van mij een lentezoen Zo blij ben ik met jou Weg is alle winterkou Wordt wakker bol In de grond zit een bol. Al de hele winter lang. Net of hij slaapt Dan komt de lente. De zon schijnt De grond wordt warm Word wakker bol! Steek je neus naar buiten. Ga maar groeien En wordt een mooie bloem. Bloembolletje Bloembolletje klein, Slaap je nog zo fijn? De winterkou is weg. Kom maar naar buiten zeg! Steek je groene snuit Maar gauw je huisje uit. Bovenaan je steel Word je misschien wel rood of blauw of geel Bloembolletje klein, Kom maar gauw, het is hier fijn! Lente in het bos Als het eerste plantje groeit, De egeltjes weer spelen op het mos. Als de eerste krokus bloeit, Begint de lente in het bos. Als de koekoek buiten koekoek zegt, En de mus een nest gaat bouwen. En de eerste duif een eitje legt, En twee kikkertjes gaan trouwen. Als het eerste plantje groeit, De egeltjes weer spelen op het mos. Als de eerste krokus bloeit, Begint de lente in het bos. Bolletje in de klas Kleine tere bolletjes, Lekker dik en rond, Steken met hun kopjes Net nog boven de grond. Al die bolletjes in een pot, Staan heel dicht voor het raam. Kinderen kunnen haast niet wachten, Tot ze bloeien gaan! Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 42

44 Bijlage 3: websites rondom bollen en knollen In deze brochure is per bouw een overzicht met interessante websites met de bijbehorende adressen gegeven. Websites kleuters -groep 1-2 Websites onderbouw - groep 3-4 Websites kleuters (Groep 1-2) Algemene informatie voor de leerkracht over bloembollen Lesproject bloembollenteelt. Met kijken naar bloembollen, plant-activiteiten, knutselactiviteiten, werkbladen en achtergrondinformatie: Algemene informatie voor de leerkracht over de lente Werkbladen, digibord, creatief etc. Stempel de woorden bij de tulp: Op volgorde plakken (van zaadje/bol tot plant) Digibord op school: Rekenen: powerpoint, tellen tot 10 met bloembollen Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 43

45 Sorteerlotto lentebloemen tellen tot 10 Zet een streepje onder de goede tulp (tellen) 20goede%20tulp.pdf Kralenplank Creatief met lente en bollen en knollen: kijk op Pinterest. Hiervoor is een inlog nodig. Vouwwerkjes lente Filmpjes Verschil bol en knol groep 2-5 3:39 min De groei van de tulp groep 2-5 3:50 min Hoe groeit een aardappel? groep 2-6 0:47 min Uit mijn bol (liedje over de lente) groep2-5 1:45min Bollen planten (met machine) Keukenhof Digibord op school: van bol tot bloem. flp voor het ACTIVboard Digischool/kennisnet In de leermiddelendatabase van digischool/kennisnet is ook veel te vinden. Let op. Hiervoor is een inlog nodig. Ga naar en log in bij community groep 1-2. Algemeen Zoek onder thema lente. U vindt dan bijvoorbeeld Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 44

46 Lente powerpoint kaarten met de namen van bloemen Bollen en Knollen Zoek op bollen en knollen, bollen, knollen, bloembollen U vindt dan bijvoorbeeld Lente bloembollen tellen Hoeveel woordstukjes hoor je? Websites Onderbouw (Groep 3-4) Algemene informatie leerkracht Lesproject bloembollenteelt met achtergrondinformatie: Museum De zwarte tulp (vanaf 7 jaar in Lisse) Ter plekke zijn er voor het onderwijs speurtochten en rondleidingen mogelijk. Algemene informatie over bloembollen en kleine filmpjes over het planten van bollen Enkele startpagina s, projecten, werkbladen etc. Lesproject bloembollenteelt. Met kijken naar bloembollen, plant-activiteiten, knutselactiviteiten, werkbladen en achtergrondinformatie: Rekenen: powerpoint, tellen tot 10 met bloembollen internetwijzer: thema lente Kinderpleinen: Kijk op Pinterest. Hiervoor heeft u een inlog nodig. Filmpjes (beeldbank) Verschil bol en knol groep 2-5 3:39 min De groei van de tulp groep 2-5 3:50 min Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 45

47 Tulpen vanaf groep 4 1:50 min Hoe groeit een aardappel? groep 2-6 0:47 min Uit mijn bol (liedje over de lente) Groep 2-5 1:45 min De Hyacint timelapse van bol tot bloeiende hyacint overzicht van filmpjes Digischool/kennisnet In de leermiddelendatabase van digischool/kennisnet is ook veel te vinden. Hiervoor heeft u een inlog nodig. Ga naar en log in bij de community voor groep Algemeen Zoek onder thema lente. U vindt dan bijvoorbeeld werkboekje planten in de lente voor groep 4 Bollen en Knollen Zoek op bollen en knollen, bollen, knollen, bloembollen U vindt dan bijvoorbeeld Groei en bloei boekje Powerpoint presentatie bloembollen Werkbladen bloembollen rekenkleurplaat Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 46

48 WERKBLADEN Werkblad 1: ui en aardappel Werkblad 2: groei en ontwikkeling Werkblad 3: onderzoek ui en aardappel Werkblad 4: groei van bol tot plant Werkblad 5: boeket Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 47

49 Groep 1-2 Werkblad 1: ui en aardappel ui heel aardappel heel ui half aardappel half stempel ui half stempel aardappel half Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 48

50 Groep 1-2 Werkblad 2: groei en ontwikkeling Kleur de verschillende plaatjes in, knip ze uit en leg ze in de goede volgorde van bol (klein) tot een mooie bloem (groot). Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 49

51 Werkblad 3: onderzoek ui en aardappel Groep 3-4 Wat ontdek je? Wat doe je? ui aardappel Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 50

52 Groep 3-4 Werkblad 4: groei van bol tot plant Kies een bol uit die je zelf geplant hebt. Je tekent deze bol 4x tijdens de groei op dit werkblad. Let op de volgende dingen: - De omtrek van de bol - De lengte van de wortels - De lengte van de stengel - Zijn er al bladeren? Hoeveel en hoe lang zijn ze? - Zie je knoppen? Hoe zien ze eruit? - Zie je bloemen? Hoe zien ze eruit? - Schrijf als je het volgende ziet aan de plant de woorden erbij in je tekening: Wortel bol - stengel - blad - knop - bloem start groei Mijn bol is een... einde groei datum: datum: datum datum: Materiaalzending Bollen en Knollen - Netwerk Gelderse Centra NME 51

Kaart 15 Bollen en knollen

Kaart 15 Bollen en knollen Kaart 15 Bollen en knollen Informatiekaart Werkblad Onderzoek: o Bollen en knollen o Narcissen op water Quiz: o http://natuur.ariena.com Voor de leerkracht: De kinderen leren de volgende begrippen: Bollenstreek

Nadere informatie

Materiaalzending Bollen en Knollen

Materiaalzending Bollen en Knollen Materiaalzending Bollen en Knollen Centra voor natuur- en milieueducatie in Gelderland 2013 Colofon Deze materiaalzending is verzorgd door De vereniging Netwerk Gelderse Centra voor Natuur en Milieueducatie

Nadere informatie

Lessuggesties voor groep 1 & 2

Lessuggesties voor groep 1 & 2 Lessuggesties voor groep 1 & 2 1 Inhoud pakket - Achtergrondinformatie vindt u op: www.rotterdam.nl/downloadslesmateriaal - Leskaarten met lessuggesties groep 1 & 2 - Materialen van het pakket: Leskaart

Nadere informatie

Bollen en knollen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/55018

Bollen en knollen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/55018 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres DigilessenPO 18 mei 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/55018 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Lessuggesties voor groep 3 & 4

Lessuggesties voor groep 3 & 4 Lessuggesties voor groep 3 & 4 1 Inhoud pakket - Achtergrondinformatie vindt u op: www.rotterdam.nl/downloadslesmateriaal - Leskaarten met lessuggesties groep 3 & 4 - Materialen van het pakket: Leskaart

Nadere informatie

leerkracht Tuinieren in de klas zaaien in de vensterbank

leerkracht Tuinieren in de klas zaaien in de vensterbank leerkracht Tuinieren in de klas zaaien in de vensterbank Voorjaar in de klas, ga aan de slag! De nieuwe Albert Heijn moestuintjesactie komt er aan. (lukt het niet met de AH zaadjes? Vraag Milieueducatie

Nadere informatie

Bollen en knollen Les 1: bollen en knollen... 2 Werkblad bol en knol... 4 Bol en knol stripverhaal... 5 Achtergrondinformatie... 6

Bollen en knollen Les 1: bollen en knollen... 2 Werkblad bol en knol... 4 Bol en knol stripverhaal... 5 Achtergrondinformatie... 6 INHOUD Bollen en knollen Les 1: bollen en knollen... 2 Werkblad bol en knol... 4 Bol en knol stripverhaal... 5 Achtergrondinformatie... 6-1 - Les 1: Bollen en knollen Nodig: Van Milieueducatie: - Aardappel(en)

Nadere informatie

Lessuggesties voor groep 5-8

Lessuggesties voor groep 5-8 Lessuggesties voor groep 5-8 1 Inhoud pakket - Achtergrondinformatie vindt u op: www.rotterdam.nl/downloadslesmateriaal - Leskaarten met lessuggesties groep 5-8 - Materialen van het pakket: Leskaart 1

Nadere informatie

Lespakket Lente. Instructieblad groep 3 & 4. Begrippen:

Lespakket Lente. Instructieblad groep 3 & 4. Begrippen: Lespakket Lente Instructieblad groep 3 & 4 Inhoud pakket - Achtergrondinformatie vindt u op: www.rotterdam.nl/lesmateriaalnatuuronderwijs - Instructieblad groep 3 & 4 - Materialen van het pakket: Voor

Nadere informatie

* Bloemen van heel dichtbij *

* Bloemen van heel dichtbij * * Bloemen van heel dichtbij * Benodigdheden Verschillende soorten bloemen (activiteit 1) Blinddoek (activiteit 1) 1 bloem (per kind - activiteit 2) Papier (activiteit 2) Plakband (op voorhand al zoveel

Nadere informatie

Droge boon. Ik heb nodig: - een droge boon - een geweekte boon - weegschaal - een liniaal - kleurpotloden

Droge boon. Ik heb nodig: - een droge boon - een geweekte boon - weegschaal - een liniaal - kleurpotloden De boon Ik heb nodig: - een droge boon - een geweekte boon - weegschaal - een liniaal - kleurpotloden 1. Bekijk een droge en een geweekte boon. Vul het schema hieronder in. Droge boon Geweekte boon Welke

Nadere informatie

Liam en Saar. Saar schrijft een briefje. Het is voor Liam. kom je. Saar doet het in een mandje en laat het aan een touw zakken naar zijn tuin.

Liam en Saar. Saar schrijft een briefje. Het is voor Liam. kom je. Saar doet het in een mandje en laat het aan een touw zakken naar zijn tuin. Liam en Saar Liam woont in een huis met een grote tuin. Hij speelt er graag. Of hij zit in zijn boomhut. Van daaruit kijkt hij naar zijn eigen tuintje. Die is naast de moestuin van zijn vader. Liam mag

Nadere informatie

Materiaalzending Paddenstoelen

Materiaalzending Paddenstoelen Materiaalzending Paddenstoelen WERKBLADEN Colofon Deze werkbladen horen bij de materiaalzending paddenstoelen. Samenstelling: De Hortus, Centrum voor Natuur en Milieu, Harderwijk Milieu Educatie Centrum

Nadere informatie

Paddenstoelen kweken in de klas

Paddenstoelen kweken in de klas Paddenstoelen kweken in de klas Werkbladen 1. Woordweb 2. Hoe groeien onze paddenstoelen? Werkbladen groep 5 t/m 8 3. Hoe ziet mijn paddenstoel eruit? Versie: groep 5/6 en versie: groep 7/8 4. Recept:

Nadere informatie

bedoeld wordt met hoeveelheidbegrippen als: alle, geen, niets, veel, weinig, meer, minder, evenveel. Ordent hoeveelheden om ze te Groep 1 Groep 2

bedoeld wordt met hoeveelheidbegrippen als: alle, geen, niets, veel, weinig, meer, minder, evenveel. Ordent hoeveelheden om ze te Groep 1 Groep 2 6. Waterproef Tijdens deze activiteit: Doen de kinderen proefjes met water, kleurstof en olie, waarbij zij vooraf voorspellen wat zij denken dat er zal gebeuren, dit vervolgens uitproberen en een verklaring

Nadere informatie

Dit boek is van: Naam: Klas: Adres: Tel nummer:

Dit boek is van: Naam: Klas: Adres: Tel nummer: Dit boek is van: Naam: Klas: Adres: Tel nummer: Inhoudsopgave: Hoofdstuk pagina Inleiding 4 Welkom 6 Historie van bloembollen 8 Herfst 10 - Uitleg herfst 12 - Opdracht 14 + 15 - Het planten van bloembollen

Nadere informatie

Kruidentuin in de klas

Kruidentuin in de klas Kruidentuin in de klas Werkbladen Leerlingenwerkboek Groep 5 t/m 8 Zaden... 2 Kieming, een nieuw begin... 3 Testen kiemfactoren... 4 Kruidenkaart maken... 5 De bouw van een plant... 6 Herbarium maken...

Nadere informatie

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6 Doe- pad Watertorenweg Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6 Colofon Deze lesbrief in opgesteld door De Hortus, Centrum voor Natuur en Mileu, in opdracht van de Gemeente Harderwijk. Wij

Nadere informatie

De grond waarop wij wonen

De grond waarop wij wonen GROEP 3/4 De grond waarop wij wonen Doel: Planten horen bij de grond waarop wij wonen Dit onderdeel gaat over het onderzoekend verkennen van de planten in de omgeving van de kinderen van de onderbouw.

Nadere informatie

De lessen LESBRIEF VOOR DE LEERKRACHT - GROEP 3/4

De lessen LESBRIEF VOOR DE LEERKRACHT - GROEP 3/4 LESBRIEF VOOR DE LEERKRACHT - GROEP 3/4 In deze lesbrief staan vier lessen die u kunt gebruiken binnen het thema de boerderij, zuivel, koeien of de lente. De lessen duren ongeveer 35 minuten. Les 1: Het

Nadere informatie

lesdoelen - De kinderen ontdekken:

lesdoelen - De kinderen ontdekken: lesbrief moestuintjes - lesvoorbereiding Bij zoekt bloem De kinderen ontleden een bloem en maken bloembommen voor de bijen. benodigdheden tijdens de les - Vijf á zes bloemen waarbij stamper en meeldraden

Nadere informatie

van een plant en zonlicht nodig heeft om te leven voor zuurstof die mensen nodig hebben om te leven bakjes met tuinkers 10 min.

van een plant en zonlicht nodig heeft om te leven voor zuurstof die mensen nodig hebben om te leven bakjes met tuinkers 10 min. Gebruik de zon GROEP 3-4 32 25 minuten (dag 1), 30 minuten (dag 2-4) & 30 minuten (dag 5) 1, 8, 23, 32, 42 en 54 De leerling: van een plant en zonlicht nodig heeft om te leven voor zuurstof die mensen

Nadere informatie

Lespakket Lente. Instructieblad groep 1 & 2

Lespakket Lente. Instructieblad groep 1 & 2 Lespakket Lente Instructieblad groep 1 & 2 Inhoud pakket - Achtergrondinformatie vindt u op: www.rotterdam.nl/lesmateriaalnatuuronderwijs - Instructieblad groep 1 & 2 - Materialen van het pakket: Voor

Nadere informatie

Lente. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Lente. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur DigilessenPO Laatst gewijzigd 05 November 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/50334 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Het kiemen van zaden

Het kiemen van zaden Het kiemen van zaden Dit Werkblad is van... Bij deze opdrachten gaan we in een aantal weken het ontkiemen van zaden volgen. We hebben daarvoor bonen uitgekozen, omdat dit zaden zijn, waarbij de ontkieming

Nadere informatie

Welterusten Bloembolletjes

Welterusten Bloembolletjes Welterusten Bloembolletjes Inleiding Welkom! Bij de gastles Welterusten Bloembolletjes een Natuur-in-de- Klas-activiteit over bollen en knollen. Haal de lente in de klas met speciale voorjaarsbloeiers.

Nadere informatie

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen. Lente groep 3/4 inhoud blz Lente 3 1 Langer licht 4 2 Bollen 5 3 Wakker worden 6 4 Frisse blaadjes 7 5 Kikkerdril 8 6 Op reis 9 7 In de wei 10 8 Er op uit! 11 9 Filmpjes 12 Werkblad winter 13 Schrijf je

Nadere informatie

Van meizoentje tot liefkruid

Van meizoentje tot liefkruid Van meizoentje tot liefkruid Madeliefje Het madeliefje groeit in made landen (made = gras). Het madeliefje hoort bij de familie der composieten of samengesteld bloemige. Wat bij de eerste oogopslag één

Nadere informatie

Knutselen met Je knutsel Ei Kwijt November

Knutselen met Je knutsel Ei Kwijt November Dit is alweer onze derde editie van iknutsel magazine. In deze november editie een mix van de volgende thema s. Sinterklaas, Sint Maarten en herfst. De maand november, waar zullen we beginnen! Er zijn

Nadere informatie

m a t e r i a a l z e n d i n g

m a t e r i a a l z e n d i n g m a t e r i a a l z e n d i n g Paddenstoelen ordenen 1 Kleurpotloden Schaar Lijm Kleur de paddenstoelen en knip ze uit. Plak ze op van klein naar groot. Stippen tellen 2 Kleurpotloden Kleur de paddenstoelen

Nadere informatie

Zelf papier maken!? Hoe doe je dat?

Zelf papier maken!? Hoe doe je dat? Zelf papier maken!? Hoe doe je dat? Hoe belangrijk is papier? Wat voor heb je papier nodig? Met papier kan je bijvoorbeeld: schrijven, tekenen of boeken maken. Van oud papier zoals kranten, kun je zelf

Nadere informatie

Knutselen met Je knutsel Ei Kwijt

Knutselen met Je knutsel Ei Kwijt Het voorjaarszonnetje heeft zich de afgelopen paar dagen al vaak laten zien. Vergeet niet het is eigenlijk nog winter, maar tegen het einde van deze maand maart, begint officieel de lente! En dit gaan

Nadere informatie

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen Suchmann Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen Wanneer: Dinsdagmiddag 6-13-20 & 27 april De kinderen worden in groepjes verdeeld van 3 of 4 kinderen. Ieder groepje krijgt een onderwerp toebedeeld

Nadere informatie

Verwonderen STICHTING KIND EN VOEDING. Groep 4, 5 en 6

Verwonderen STICHTING KIND EN VOEDING. Groep 4, 5 en 6 Verwonderen Groep 4, 5 en 6 Leerdoel De kinderen: - verwonderen zich over voedsel. - gebruiken hun zintuigen (ogen, neus, mond) om voedsel bewust te bekijken, te proeven en te ruiken. - ontdekken wat de

Nadere informatie

Zaden en Kiemplanten

Zaden en Kiemplanten Zaden en Kiemplanten Lesbrief groep 5 t/m 7 Inhoud Inleiding... 1 Les 1: zaden en kiemplanten... 2 Les 2: Lekker... 4 Werkblad 1 Onderzoek: het zaad... 6 Werkblad 2 Proefje: kiemplanten... 7 Milieu Educatie

Nadere informatie

Boterbloemen in het gras

Boterbloemen in het gras Boterbloemen in het gras Achtergrondinformatie De boterbloem behoort tot de familie der ranonkelachtigen. De wetenschappelijke naam Ranunculus betekent in het Latijn: kikkertje. Veel soorten hebben namelijk

Nadere informatie

De grond waarop wij wonen

De grond waarop wij wonen GROEP 5/6 De grond waarop wij wonen Doel: Planten horen bij de grond waarop wij wonen. Dit onderdeel gaat over het onderzoekend verkennen van de vegetatie in de omgeving van de kinderen van de middenbouw.

Nadere informatie

Leerdoel: De leerlingen oefenen met herkennen van symmetrie van verschillende vormen.

Leerdoel: De leerlingen oefenen met herkennen van symmetrie van verschillende vormen. Meetkunde Symmetrie Leerjaar 5 Tijdsduur: Voorbereiding: 10 minuten Uitvoering: 15 minuten Leerdoel: De leerlingen oefenen met herkennen van symmetrie van verschillende vormen. Benodigdheden: Kopieerblad

Nadere informatie

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in:

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in: 4 Vind me dan Er is altijd wel een verjaardag of een ander feestje om te vieren. En bij een feestje horen cadeautjes. Maar voor het zover is, wil je het cadeautje natuurlijk zo goed mogelijk verstoppen.

Nadere informatie

LES: Wie van de drie? 2

LES: Wie van de drie? 2 LES: Wie van de drie? 2 DOEL getallen herkennen uit de tafels van 2 t/m 9; oefenen van de tafels; bewust worden van de patronen in bepaalde tafels (bijv. tafels van even getallen hebben allemaal even uitkomsten,

Nadere informatie

Natuur & Milieu. educatie. Groep 3. Bollletjes en knolletjes komen uit. Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna

Natuur & Milieu. educatie. Groep 3. Bollletjes en knolletjes komen uit. Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna Natuur & Milieu educatie Groep 3 Bollletjes en knolletjes komen uit Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Doelen, doelgroep, samenvatting 3. Lesschema 4. Inhoud

Nadere informatie

De bloembol / ui. 1. Eindknop 5. Nieuwe bol 2. Rok 6. Stengel 3. Knop 4. Wortels

De bloembol / ui. 1. Eindknop 5. Nieuwe bol 2. Rok 6. Stengel 3. Knop 4. Wortels De bloembol / ui Een bloembol of ui is een ondergronds deel van een plant waarin voedingsstoffen worden opgeslagen die de plant gebruikt om het volgende seizoen weer uit te groeien. Eén plant kan soms

Nadere informatie

Natuur in de klas product Uit de bol gaan

Natuur in de klas product Uit de bol gaan BuitenWijs samen sterk in NME BuitenWijs brengt mensen actief met het buiten in aanraking, zodat zij wijs omgaan met hun eigen leefomgeving Natuur in de klas product Uit de bol gaan Wilt u deze handleiding

Nadere informatie

Aftekenlijst. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20

Aftekenlijst. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Aftekenlijst 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Werkblad 1 Schematisch

Nadere informatie

Molsla Paardenbloem. Achtergrondinformatie

Molsla Paardenbloem. Achtergrondinformatie Molsla Paardenbloem Achtergrondinformatie De paardenbloem is een zeer algemeen voorkomende plant. In gazons, graslanden, bermen en ruigten kun je hem vaak aantreffen. De paardenbloem behoort tot de familie

Nadere informatie

ontdekken de kinderen hoe een regenboog ontstaat en maken daarbij aantekeningen.

ontdekken de kinderen hoe een regenboog ontstaat en maken daarbij aantekeningen. 3. De regenboog! Tijdens deze activiteit: ontdekken de kinderen hoe een regenboog ontstaat en maken daarbij aantekeningen. Inrichting speelleeromgeving De activiteit start in de grote kring bij het digibord

Nadere informatie

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen In groep 1 en 2 hebben de leerlingen binnen dit thema geleerd dat er in de natuur verschillende kleuren, vormen en texturen te vinden zijn. De leerlingen in groep 3 en 4 richten zich in dit thema op bomen.

Nadere informatie

ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4

ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4 ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4 Wat zegt die grafiek? De indeling van de ochtend is als volgt: Schoolbrede start (15 minuten) Zie hoofdstuk Schoolbrede start. Deel 1 Tellen in een plaatje (20 minuten) De kinderen

Nadere informatie

Voorjaar in de klas Bollen en knollen

Voorjaar in de klas Bollen en knollen voorjaar in de klas inleiding Voorjaar in de klas Bollen en knollen - 1 - voorjaar in de klas inleiding - 2 - voorjaar in de klas inleiding Inleiding... 5 Leerdoelen... 5 Het pakket... 6 Verzorging van

Nadere informatie

Koolwitjes in de klas! (Groep 7 & 8)

Koolwitjes in de klas! (Groep 7 & 8) Koolwitjes in de klas! (Groep 7 & 8) Via internet kunnen van maart tot en met september bij De Vlinderstichting levende eitjes, rupsen en poppen van het groot koolwitje besteld worden. Dit lespakket hoort

Nadere informatie

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 5-6

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 5-6 Voorbereiding post 4 Mondjes open mondjes dicht Groep 5-6 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 4: Mondjes open mondjes dicht, voor groep 5 en 6. Inhoud: Algemeen

Nadere informatie

Breuken(taal), meetkunde, voortzetting eerlijk verdelen

Breuken(taal), meetkunde, voortzetting eerlijk verdelen Titel Eerlijk verdelen 2 Groep / niveau Groep 5/6 Leerstofaspecten Benodigdheden Organisatie Bedoeling Voorwaardelijke vaardigheden Lesactiviteit Breuken(taal), meetkunde, voortzetting eerlijk verdelen

Nadere informatie

Lente. groep 3, 4 en 5

Lente. groep 3, 4 en 5 Lente groep 3, 4 en 5 Inhoud Lente 3 1. Langer licht 4 2. Bollen 5 3. Wakker worden 6 4. Frisse blaadjes 7 5. Kikkerdril 8 6. Op reis 9 7. In de wei 10 8. Er op uit! 11 9. Filmpjes 12 Werkblad lente 14

Nadere informatie

China Pagina 1. - Wie nodig jij uit voor een Chinese maaltijd? -

China Pagina 1. - Wie nodig jij uit voor een Chinese maaltijd? - China Pagina 1 Colofon Uitnodiging voor maaltijd in Chinees Les voor groep 6-8 150-180 minuten Handvaardigheid Let op! In deze les opzet werken leerlingen in tweetallen, en maken samen 1 werkstuk, maar

Nadere informatie

Natuur & Milieu Educatie

Natuur & Milieu Educatie Natuur & Milieu Educatie Groep 5 Tuinieren op de m² Materiaalpakket Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Leerdoelen, doelgroep, samenvatting 3. Lesschema 4.

Nadere informatie

Mr Finney. Lesbrief Een tuin onder water. Deze lesbrief is een uitgave van Hogeschool Utrecht 1

Mr Finney. Lesbrief Een tuin onder water. Deze lesbrief is een uitgave van Hogeschool Utrecht 1 Mr Finney Lesbrief Een tuin onder water Deze lesbrief is een uitgave van Hogeschool Utrecht 1 Voor je ligt de lesbrief die ontwikkeld is bij het hoofdstuk Een tuin onder water uit het boek Mr Finney en

Nadere informatie

Verwonderen STICHTING KIND EN VOEDING. Groep 7 en 8

Verwonderen STICHTING KIND EN VOEDING. Groep 7 en 8 Verwonderen Groep 7 en 8 Leerdoel De kinderen: - Verwonderen zich over voedsel. - Denken na over smaak. - Ze leren de hoofdsmaken en zintuigen (opnieuw) kennen en ervaren. - Ontdekken wat de rol is van

Nadere informatie

Bronnen. Meer info. Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas:

Bronnen. Meer info. Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas: Bronnen - Het grote experimenteerboek, uitgeverij Deltas, 2003 - Aan de slag met Findus, uitgeverij Davidsfonds/Infodok, 2000 - Grasspriet Themadossier 4 Tuinbouw, Plattelandsklassen vzw Meer info Telefoon:

Nadere informatie

Energie in je lichaam

Energie in je lichaam Les in het kort De leerlingen maken kennis met energiezaken in relatie tot hun eigen lichaam. Ze leren voedsel te zien als brandstof. Ze leren de relatie tussen ademhaling en inspanning kennen. Ze meten

Nadere informatie

neerslag: regen, hagel en sneeuw ringen in het weer waarnemen regen meten

neerslag: regen, hagel en sneeuw ringen in het weer waarnemen regen meten Het weer GROEP 3-4 26 45 minuten (dag 1) & 5 minuten (dag 2 t/m 4) & 20 minuten (dag 5) 1, 23, 43, 44 en 45 De leerling: neerslag: regen, hagel en sneeuw ringen in het weer waarnemen regen meten van 10

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Mag ik u een paar vragen stellen? 6

Inhoud. Voorwoord 5. Mag ik u een paar vragen stellen? 6 Inhoud Voorwoord 5 Mag ik u een paar vragen stellen? 6 6 Steeds meer planten! 13 6.1 Geslachtelijke variaties 13 6.2 Van eicel tot zaad 16 6.3 Allemaal gelijk 18 6.4 De juiste behandeling 24 6.5 Verschillende

Nadere informatie

Papier recyclen. Inlage

Papier recyclen. Inlage Inlage A1 Papier maken Voor deze opdracht heb je de volgende materialen nodig: A - 1 Drielenzige loep B - 3 Bladen viltpapier C - 1 Reinigingsdoek D - 1 Zeef E - 1 Scheprand F - Stapel oude kranten G -

Nadere informatie

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke Spinners Een nieuwe rage: spinners! Heb jij ze al gespot in jouw klas? Vervelend, al dat speelgoed op school, of handig! spinners in de klas, daar kun je leuke, leerzame activiteiten mee doen! Wij bedachten

Nadere informatie

Groene Detailhandel. Bol- en knolgewassen

Groene Detailhandel. Bol- en knolgewassen kennen we vooral uit het voorjaar. Het zijn verdikte plantendelen die zich onder de grond bevinden. Veel bol- en knolbloemen worden als snijbloem gebruikt. Sommige bollen en knollen worden tot de groenten

Nadere informatie

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 7-8

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 7-8 Voorbereiding post 4 Mondjes open mondjes dicht Groep 7-8 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 4: Mondjes open mondjes dicht, voor groep 7 en 8. Inhoud: Algemeen

Nadere informatie

PLANTEN GROEIEN. Stappenplan. Benodigdheden. Apps. Tijd ZADENRACE

PLANTEN GROEIEN. Stappenplan. Benodigdheden. Apps. Tijd ZADENRACE Stel 4 onderzoeksvragen op Maak een goede opstelling Noteer je resultaten in de tabel ZADENRACE Vooraleer we aan de grote opdracht beginnen moeten we planten hebben. Zoals je wel weet, gebeurt de voortplanting

Nadere informatie

Weegbree. Suggesties ter voorbereiding

Weegbree. Suggesties ter voorbereiding Suggesties ter voorbereiding 1. de POWERPOINT behandelt: - vragen om over na te denken - Bloembouw, begrip stamper, meeldraden en stuifmeel - begrip Bestuiving, door insecten en door de wind - instructie

Nadere informatie

Schematisch en natuurgetrouw

Schematisch en natuurgetrouw Proef 1 Schematisch en natuurgetrouw - Werkblad 1 - Tekenmateriaal - Liniaal Hieronder zie je een afbeelding van een vlinder. Maak hiervan een schematische tekening op werkblad 1. Maak ook een natuurgetrouwe

Nadere informatie

Voorbereiding post 5. De eik elk seizoen anders Groep 1-2

Voorbereiding post 5. De eik elk seizoen anders Groep 1-2 Voorbereiding post 5 De eik elk seizoen anders Groep 1-2 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 5: De eik elk seizoen anders, voor groep 1 en 2. Inhoud: Algemeen Verhaal

Nadere informatie

Ter voorbereiding. Lente 2 De Groene Kracht januari 2017

Ter voorbereiding. Lente 2 De Groene Kracht januari 2017 1 Ter voorbereiding 1. de POWERPOINT behandelt: - vragen om over na te denken - begrip windbestuiving - begrip zaden en kiemen - instructie hoe de leerlingen in de natuurtuin gaan werken 2. ZADEN en KIEMEN

Nadere informatie

Plant in de klas Instructieblad leerkracht Groep 6/7/8

Plant in de klas Instructieblad leerkracht Groep 6/7/8 Plant in de klas Instructieblad leerkracht Groep 6/7/8 Colofon Titel: Plant in de klas - Instructieblad leerkracht, groep 6/7/8 Auteurs: Nienke van den Berg Hilde Spitters (NIGZ) Redacteuren: John Luteijs

Nadere informatie

Natuur in de klas product PLUS-handleiding Uit de bol gaan Groep 1 en 2

Natuur in de klas product PLUS-handleiding Uit de bol gaan Groep 1 en 2 BuitenWijs samen sterk in NME BuitenWijs brengt mensen actief met het buiten in aanraking, zodat zij wijs omgaan met hun eigen leefomgeving Natuur in de klas product PLUS-handleiding Uit de bol gaan Groep

Nadere informatie

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit Materiaal Groen Deel 3: Groen groeit Colofon Deel 3: Groen groeit Onderdeel van het materiaal Groen, met de thema s: Seizoenen (dl. 1), Groen in de stad (dl. 2), Groen groeit (dl. 3), Thuis tuinieren (dl.

Nadere informatie

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1:

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1: lesbrieven leerlingen werkblad Lesbrief 1: water verzamelen Verhaal: De Uitvinders en De Verdronken Rivier Opdracht 1: Opdracht 2: Opdracht 3: Opdracht 4: Brainstorm over water Bouw een water-takel-kraan

Nadere informatie

Hoe werk je met het projectenboek?

Hoe werk je met het projectenboek? Hoe werk je met het projectenboek? In dit boek ga je allerlei opdrachten maken met gewassen in de hoofdrol. Je gaat toepassen wat je in de afgelopen jaren hebt geleerd. Ook leer je er nog een hoop nieuwe

Nadere informatie

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier Lerarenopleiding Thomas More Kempen Campus Turnhout Campus Blairon 800 2300 Turnhout Tel: 014 80 61 01 Fax: 014 80 61 02 Campus Vorselaar Lepelstraat 2 2290 Vorselaar Tel: 014 50 81 60 Fax: 014 50 81 61

Nadere informatie

onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging)

onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging) onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging) -lln. kn. zich soepel bewegen op de muziek; -lln. kn. sprookjesfiguren uitbeelden met de nadruk op één zintuig; -plezierbeleving; -lln. durven expressief

Nadere informatie

LESBRIEF LES 1 DE VOEDSELKETENLES SAMENVATTING LES 1 VOORBEREIDING BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD. Wat is voedselverspilling?

LESBRIEF LES 1 DE VOEDSELKETENLES SAMENVATTING LES 1 VOORBEREIDING BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD. Wat is voedselverspilling? SAMENVATTING In deze les wordt het begrip voedselverspilling geïntroduceerd. De leerlingen maken kennis met een voedselketen en ontdekken welke partijen daarbij betrokken zijn (de schakels in de voedselketen:

Nadere informatie

in elk seizoen anders uitzien uit de seizoenen geknutselde seizoenshoek

in elk seizoen anders uitzien uit de seizoenen geknutselde seizoenshoek Seizoenen GROEP 3-4 31 80 minuten 1, 51, 54 en 55 De leerling: in elk seizoen anders uitzien uit de seizoenen geknutselde seizoenshoek seizoenen (bijlage) (verschillende kleuren) gekleurd papier bruine

Nadere informatie

Tuinieren is kinderspel

Tuinieren is kinderspel Hans Clauzing & Francisca Laureijs Tuinieren is kinderspel A E R I A L M E D I A CO M PA NY 2 ISBN 978-94-026-0101-5 NUR 424 2016 Tekst en fotografie: Francisca Laureijs en Hans Clauzing 2016 Nederlandstalige

Nadere informatie

Bloemen en hun bezoekers geneeskrachtige planten en smaakmakers

Bloemen en hun bezoekers geneeskrachtige planten en smaakmakers Bloemen en hun bezoekers geneeskrachtige planten en smaakmakers veldwerk - bovenbouw Inhoudsopgave Korte omschrijving... 1 Organisatie... 3 Het leerlingenwerkboekje... 3 Lessuggesties ter voorbereiding

Nadere informatie

Doe- pad Watertorenweg

Doe- pad Watertorenweg Doe- pad Watertorenweg Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 7-8 Colofon Deze lesbrief in opgesteld door De Hortus, Centrum voor Natuur en Mileu, in opdracht van de Gemeente Harderwijk. Wij

Nadere informatie

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 7-8

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 7-8 Voorbereiding post 4 Mondjes open mondjes dicht Groep 7-8 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 4: Mondjes open mondjes dicht, voor groep 7 en 8. Inhoud: Algemeen

Nadere informatie

Ontdekdoos Zaden. groep 5 en 6. docentenhandleiding

Ontdekdoos Zaden. groep 5 en 6. docentenhandleiding Ontdekdoos Zaden groep 5 en 6 docentenhandleiding Uitgave: Amsterdams NME Centrum Ontdekdoos Zaden Docentenhandleiding De ontdekdoos Zaden is voor groep 5 en 6 Het lesmateriaal mag vrij gekopieerd worden

Nadere informatie

Het bonenexperiment. Lesbrief groep 5, 6 7. Inhoud

Het bonenexperiment. Lesbrief groep 5, 6 7. Inhoud Het bonenexperiment Lesbrief groep 5, 6 7 Inhoud Inleiding... 1 Les 1 De boon: van zaad tot plant tot bloem tot zaad... 2 Les 2 Evaluatie bonenexperiment... 4 Instructieblad: het bonenexperiment... 5 Werkblad

Nadere informatie

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden. WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden. Ga het vragen. Zoek in boeken en op internet. Schrijf de antwoorden op. Zoek er plaatjes bij.

Nadere informatie

... Lesfiche. Experimentjes met planten. graad 1, 2 en 3

... Lesfiche. Experimentjes met planten. graad 1, 2 en 3 Lesfiche Experimentjes met planten graad 1, 2 en 3 Wist je dat planten net als ons drinken, eten, zweten en ademen? En dat zaadjes geen licht nodig hebben om te ontkiemen? Via deze leuke experimentjes

Nadere informatie

;k;lk. Les 1 Verschillende soorten nieuws

;k;lk. Les 1 Verschillende soorten nieuws Les 1 Verschillende soorten nieuws Voorbereiding: U kunt zich aanmelden voor de Nieuwsservice op http://www.nieuwsindeklas.nl/mijn-account/bestellingen en kosteloos dagen weekbladen aanvragen. Deze krijgt

Nadere informatie

Lespakket. Het monsterbonsterbulderboek. Door: Maike Douglas.

Lespakket. Het monsterbonsterbulderboek. Door: Maike Douglas. pakket Het monsterbonsterbulderboek Door: Maike Douglas Start Tover het boek tevoorschijn Doel Introductie van het boek Tovertoeter Het monsterbonsterbulderboek Voorbereiding Knutsel een tovertoeter en

Nadere informatie

Gebruiken en begrijpen van de formele breuknotatie.

Gebruiken en begrijpen van de formele breuknotatie. Titel Vruchtentaart Groep / niveau Groep 5/6 Leerstofaspecten Benodigdheden Organisatie Bedoeling Voorwaardelijke vaardigheden Lesactiviteit Gebruiken en begrijpen van de formele breuknotatie. Leerkracht:

Nadere informatie

Experimenten KIT. werkboekje. Dokter in de wetenschap: Klas:

Experimenten KIT. werkboekje. Dokter in de wetenschap: Klas: Experimenten werkboekje KIT Dokter in de wetenschap: Klas: 1 Licht/zon Zonnebaden in het licht Zonlicht is heel belangrijk voor planten. Als een plant enkele dagen geen of onvoldoende licht krijgt, begint

Nadere informatie

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Linda Willemsen www.klasvanjuflinda.nl www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Spelenderwijs rijmen Tekst & vormgeving: Linda Willemsen 2014 www.klasvanjuflinda.nl Linda Willemsen

Nadere informatie

Regenwormen Tijdstip: in september, oktober en november, na een regenbui.

Regenwormen Tijdstip: in september, oktober en november, na een regenbui. KB2 Tijdsinvestering: 45 minuten Regenwormen Tijdstip: in september, oktober en november, na een regenbui. 1. Inleiding Een mol eet per jaar wel 50 kg wormen. Dat is veel, maar als je bedenkt dat in je

Nadere informatie

Een vreemde planeet groep 5-8

Een vreemde planeet groep 5-8 Een vreemde planeet groep 5-8 Hoe weten we wat voor weer het is op Mars? Of uit welk materiaal de ringen van Saturnus bestaan? De leerlingen onderzoeken in deze les zelfgemaakte planeten. Ze leren dat

Nadere informatie

DIGIPRENTSERIE: DE SNOEPSLANG

DIGIPRENTSERIE: DE SNOEPSLANG DIGIPRENTSERIE: DE SNOEPSLANG Toelichting Bedankt voor het downloaden van het pakket De Snoepslang. Deze werkbladen zijn bedoeld om te gebruiken naar aanleiding van het verhaal De Snoepslang. Je vindt

Nadere informatie

Werkblad: Vind me dan

Werkblad: Vind me dan Werkblad: Vind me dan Stap 1 Stap 2 Wat is het probleem? Vraag het de natuur! Hoe lost de natuur dit probleem op? Hoe zorgen planten en dieren ervoor dat ze niet opvallen? Kennen jullie voorbeelden? Schrijf

Nadere informatie

Thema: Wat gebeurt er in 2014? Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Thema: Wat gebeurt er in 2014? Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau AA Thema: Wat gebeurt er in 2014? Een uitgebreide uitgeschreven aanpak vindt u in de Instapmodules: www.nieuwsbegrip.nl Download & prints Instapmodules Nieuwsrekenen. Benodigd

Nadere informatie

blaadjes THEMA 9 Docentenhandleiding Groep 1/2/3/4/5/6

blaadjes THEMA 9 Docentenhandleiding Groep 1/2/3/4/5/6 Docentenhandleiding Groep 1/2/3/4/5/6 THEMA 9 blaadjes Dit materiaal is ontwikkeld in opdracht van IVN, in het kader van Gezonde Schoolpleinen. Tekst: Dieuwertje Smolenaars, NME Amsterdam-Noord. Vormgeving

Nadere informatie

uitga uitg v a e v 2013

uitga uitg v a e v 2013 Lente uitgave 2013 groep 3/4 inhoud blz. Lente 3 1. Langer licht 4 2. Bollen 5 3. Wakker worden 6 4. Frisse blaadjes 7 5. Kikkerdril 8 6. Op reis 9 7. In de wei 10 8. Er op uit! 11 9. Filmpjes 12 Werkblad

Nadere informatie