Hoofdstuk 3 - Statistiek

Transcriptie

1 V-1a e Voorkennis Bij e rehter tael is het zinvol een lijniagram te tekenen, want aar zit een ontwikkeling in e tij in. De linker tael estaat uit los van elkaar staane merken en typen. aantal auto s aantal auto s jaartal Volkswagen Golf Opel Astra Peugeot 307 For Fous Volkswagen Passat Renault Séni aantal auto s perentage 100 0, , Opel Zafira Toyota Yaris Opel Corsa Renault Clio In e perioe ie e rehter tael weergeeft is e verkoop van e Opel Astra met ongeveer = 43% geaal. aantal auto s perentage 100 0, , In 006 is van e Volkswagen Golf ongeveer = 8% meer verkoht an van e Volkswagen Passat. 57

2 V-a 58 V-3a Gertia heeft 34 voetalplaatjes. Joost heeft 180 voetalplaatjes. Gertia heeft 80% meer voetalplaatjes an Joost. Willem heeft 33,33% meer voetalplaatjes an Joost. Het gemiele ijfer van e leerlingen in klas 3A voor it proefwerk is ( ) : 30 = 190 : 30 6, 3. Joep haale het ijfer 7. Er haalen 8 1 = 7 leerlingen hetzelfe ijfer als Joep. e Er zijn 30 ijfers. Het vijftiene ijfer is een 6 en het zestiene ijfer is ook een 6. Het mielste van e ijfers ie e leerlingen in klas 3A haalen is een 6. V-4a De herfstvakantie viel in week 43. e aantal voetalplaatjes 40,4 34 perentage aantal voetalplaatjes 40,4 180 perentage aantal voetalplaatjes perentage 100 0, aantal voetalplaatjes perentage 100 0, , ijfer frequentie aantal telaatkomers frequentie Week 43 was e herfstvakantie en toen waren er natuurlijk geen telaatkomers. De mous is telaatkomers. Het gemiele aantal telaatkomers over eze veertien weken is ( ) : 14 = 4 : 14 = 3 telaatkomers per week.

3 V-5a Een ereivisieuel einige 70 keer in een gelijkspel. De thuislu won = 144 keer. En e thuislu verloor = 9 keer. De meiaan is het gemiele van het oelsalo van e ereivisieuels 153 en 154. Beie ereivisieuels haen het oelsalo 0. Nee, e meiaan laat niet zien at e thuislu at seizoen in het vooreel was. De mous is het oelsalo 0. e Het gemiele oelsalo is ( ) : 306 = 168 : 306 0, 55 De thuislu was at seizoen in het vooreel omat het gemiele oelsalo positief was. 1a a 3a 3-1 Conlusies trekken aantal ongelukken perentage 100 0, , Ongeveer 43,15 proent van e ongelukken von plaats op een rehte weg. aantal ongelukken perentage 100 0, , Ongeveer 8,7 proent van e ongelukken von plaats op een kruispunt. Het is nog maar e vraag of er sprake is van een gelijk aantal verkeerseelnemers. En e tij ie je op een rehte weg oorrengt is meer an e tij ie je op een kruispunt of op een verkeersplein oorrengt. In 1940 waren er ongeveer mensen werkloos. Die inruk wort gewekt oor e vertiale lijnen van links naar rehts stees groter te tekenen. aantal werklozen perentage 100 0, Tussen 1940 en 1990 is het aantal werklozen met ongeveer 100 proent toegenomen. Als je ook it gegeven in e grafiek verwerkt, an geeft e grafiek e suggestie at er geen werklozen meer zijn. aantal uikongevallen perentage 100 1, , In ongeveer 14,7 proent van e uikongevallen gaat het over oelijke ongevallen. aantal uikongevallen perentage 100 1, , Ongeveer 39,7 proent van e ongevallen vint plaats in Zeelan. Je weet niet hoeveel mensen er in Zeelan of in het uitenlan geoken heen. Je weet alleen het aantal ongevallen.. 59

4 60 4a In 008 is het aantal met ongeveer 64 proent gestegen ten opzihte van 005. Het aantal inwoners at niet ij een ongeluk etrokken was is in 008 met ongeveer 0,4 proent geaal ten opzihte van 005. De grafiek zou er ijvooreel zoals hieroner uit kunnen zien. aantal inwoners niet etrokken ij een ongeluk tij in jaren De vereling op e vertiale as is zo gekozen at het aantal sterk lijkt te alen. 5a Ja, Allerzahtst heeft e laagste prijs, namelijk e,49. Deze ewering klopt want e prijs per liter is ij Allerzahtst e,49 : 0,75 = e 3,3, ij Bestgevoel e 3,49 : 1, e,91 en ij Conentrant e,99 : 0,6 e 4,98. Ja, at is juist want e hoeveelhei ie je per waseurt noig het is ij Allerzahtst 750 : 0 = 37,5 ml, ij Bestgevoel 100 : 3 = 37,5 ml en ij Conentrant 600 : 8 1,4 ml. Een waseurt kost ij Allerzahtst e,49 : 0 = e 0,145, ij Bestgevoek e 3,49 : 3 e 0,1091 en ij Conentrant e,99 : 8 e 0,1068. Per waseurt en je ij Conentrant het goekoopst uit. 6a aantal ongelukken perentage 100 7, , aantal inwoners niet etrokken ij een ongeluk perentage 100 0, , Dit iagram geeft een verteken eel omat e vertiale as niet ij nul egint en e vereling van e vertiale as ij Europa is groter an ij Afrika. Dat komt omat e vershillene werelelen vershillene aantallen inwoners heen.

5 7a 3- Asoluut en relatief In 1996 ging het om 560 van e 100 verkeersoen. In 1996 was het perentage auto-inzittenen oner e verkeersoen ongeveer 47%. In 1998 ging het om 550 van e 1050 verkeersoen. In 1998 was het perentage auto-inzittenen oner e verkeersoen ongeveer 5%. In 000 ging het om 540 van e 1090 verkeersoen. In 000 was het perentage auto-inzittenen oner e verkeersoen ongeveer 50%. In 00 ging het om 50 van e 1010 verkeersoen. In 00 was het perentage auto-inzittenen oner e verkeersoen ongeveer 51%. In 004 ging het om 410 van e 850 verkeersoen. In 004 was het perentage auto-inzittenen oner e verkeersoen ongeveer 48%. In 006 ging het om 350 van e 780 verkeersoen. In 006 was het perentage auto-inzittenen oner e verkeersoen ongeveer 45%. perentage tij in jaren De uitspraak gelt zeker wel voor het aantal auto-inzittenen. Maar naar verhouing lijft het aantal auto-inzittenen at slahtoffer is van een oelijk verkeersongeval e hele tij shommelen ron e 50%. Pas na 00 is er een ehte aling te zien. 8a De Neerlanse evolking is aan het vergrijzen omat e perentages in e kolommen vanaf 65 tot 80 jaar en 80 jaar en ouer in e loop van e tij toenemen. Op 1 januari 1990 hoore 33,0% van e Neerlaners ij e leeftijsgroep vanaf 0 tot 40 jaar. aantal verkeersoen perentage 100 0, ,666 aantal mensen in miljoenen 15,9 0,159 4,77 perentage ,0 Op 1 januari 000 zaten 4,77 miljoen Neerlaners in e leeftijsgroep vanaf 0 tot 40 jaar. aantal mensen in miljoenen 16,4 0,164 4,64 perentage ,0 Op 1 januari 008 zaten 4,64 miljoen Neerlaners in ie leeftijsgroep. Op 1 januari 008 was het aantal Neerlaners in ie leeftijsgroep kleiner. 61

6 6 9a In 1990 was het relatieve aantal van e leeftijsgroep 0 tot 0 jaar 5,7%. In 000 was at 4,4% en in 008 was at 4,0%. Het relatieve aantal is afgenomen. e 10a e aantal mensen in miljoenen 14,9 0,149 3,893 perentage ,7 In 1990 was het asolute aantal 3,893 miljoen Neerlaners. aantal mensen in miljoenen 15,9 0,159 3,8796 perentage ,4 In 000 was het asolute aantal 3,8796 miljoen Neerlaners. aantal mensen in miljoenen 16,4 0,164 3,936 perentage ,0 In 008 was het asolute aantal 3,936 miljoen Neerlaners. Het asolute aantal is toegenomen. Het asolute aantal is toegenomen, want het relatieve aantal is een klein eetje afgenomen en het totaal aantal is fors toegenomen. De getallen 1565 en 1731 zijn asolute aantallen. De perentages zijn relatieve aantallen. onerouw ovenouw vmo ovenouw havo ovenouw vwo Nee, het asolute aantal leerlingen is van 39 naar 346 gestegen. De uitspraak klopt niet altij. Je ziet at ijvooreel aan e rie afelingen van e ovenouw. In 008 zijn e relatieve aantallen lager an in 007. Maar in 008 zijn e asolute aantallen ij e ovenouw vmo hoger an in 007, lijven gelijk ij e ovenouw vwo in 007 en zijn ij e ovenouw havo lager an in a De getallen ij e vertiale as stellen relatieve aantallen voor. In 1980 ha Neerlan 14 miljoen inwoners en at is inwoners. In at jaar zijn 140 0, 5 = 70 Neerlaners aan griep gestorven. In 1980 zijn er per inwoners 0,5 aan griep gestorven. In 1980 is 0,0005% van e Neerlanse evolking aan griep gestorven. De uitspraak moet zijn: De sterfte aan griep in Neerlan was in verhouing in 1990 rie keer zo hoog als in 1980.

7 1a 13a enzineprijs in 1,80 1,60 1,40 1,0 1,00 0,80 0,60 0,40 0,0 opraht 1 opraht tij in jaren In 1996 zat er e 0,13 BTW op een liter enzine. In 008 zat er e 0,7 BTW op een liter enzine. Tussen 1996 en 008 is het BTW-erag per liter enzine met e 0,7 e 0,13 = e 0,14 gestegen. Zie e tekening hieroven. In 1996 zat op een liter enzine aan elastingen e 0,13 + e 0,50 = e 0,63. In 008 zat op een liter enzine aan elastingen e 0,7 + e 0,69 = e 0,96. Door e elastingen is e enzine e 0,96 e 0,63 = e 0,33 uurer geworen. 14a erag in e 0,90 0, , perentage 117,5 1 17,5 erag in e 1,67 0, , perentage erag in e 0,90 1 0,63 perentage , In 1996 was het relatieve aaneel 70%. erag in e 1,67 1 0,96 perentage , , In 008 was het relatieve aaneel ongeveer 57,5%. Nee, het relatieve aaneel van e elastingen in e enzineprijzen is geaal. 3-3 Ineling in klassen Tot gewihtsklasse 1 ehoren vier eieren. gewihtsklasse frequentie Het gemiele gewiht van een ei uit gewihtsklasse 3 is ( ) : = 60, 5 gram. Gewihtsklasse 3 heeft e grootste frequentie. 63

8 15a De gemiele regenval is 8, : 4 1, 96 mm per ag. 64 regenval in mm vanaf 0,0 tot 0,5 vanaf 0,5 tot 1,0 vanaf 1,0 tot 1,5 vanaf 1,5 tot,0 vanaf,0 tot,5 vanaf,5 tot 3,0 vanaf 3,0 tot 3,5 vanaf 3,5 tot 4,0 vanaf 4,0 tot 4,5 frequentie De klassenmiens zijn 0,5 mm, 0,75 mm, 1,5 mm, 1,75 mm,,5 mm,,75 mm, 3,5 mm, 3,75 mm en 4,5 mm. De moale klasse is e klasse vanaf 0,0 tot 0,5 mm. 16a Nee, Wilmy heeft e frequentietael niet goe gemaakt. 8 0, 5 + 1, 5+ 5, , 5+ 4, 5 = , = 4,5 4, 5 : 1, 0 Ja, je krijgt ongeveer hetzelfe antwoor als ij opraht a De klassenmiens zijn 6 km, 10 km, 14 km, 18 km en km = = 6696 Deze auto s rijen gemiel 6696 : 500 = 13, 39 kilometer op één liter enzine. 18a Het gemiele gewiht van e vijftig eieren is ( 4 70, , , , , , , 5) : 50 = 855 : 50 = 57, 1 gram. Gewihtsklasse 3 is e moale klasse. 19a De klasse vanaf 5 tot 10 minuten is e moale klasse. De meiaan zit in e klasse vanaf 5 tot 10 minuten. Ze ellen gemiel ( 5, , , , 5+, 5) : 38 = 355 : 38 9 minuten per ag. Nee, e moale klasse en e meiaan veraneren niet. e Het nieuwe gemiele wort ( ) : ( ) = 437 : minuten of ( , 5) : ( ) = 437, 5 : minuten. 3-4 Spreiingsmaten a Het gemiele van Biana is ( ) : 9 = 54 : 9 = 6 en e mous van Biana is 6, want ie komt het vaakst voor. Het gemiele van Martin is ( ) : 9 = 54 : 9 = 6 en e mous van Martin is 6, want ie komt het vaakst voor. Ja, e ewering van Biana is juist. Het grote vershil is at Biana allemaal ijfers heeft ie iht ij het gemiele liggen en maar één onvoloene. De ijfers van Martin wijken veel meer van het gemiele af, maar hij heeft ook rie zware onvoloenes en rie erg hoge ijfers.

9 1a De gemiele jaartemperatuur in Brest is ( ) : 1 = 13 : 1 = 11 C. De gemiele jaartemperatuur in Puelo is ( ) : 1 = 13 : 1 = 11 C. In Puelo is het vershil tussen e hoogste en e laagste temperatuur veel groter an in Brest. a De spreiingsreete van e rapportijfers van Biana is 7 5 = en e spreiingsreete van e rapportijfers van Martin is 9 3 = 6. De spreiingsreete van e maantemperaturen in Brest is 17 6 = 11 C en e spreiingsreete van e maantemperaturen in Puelo is 4 0 = 4 C. 3a Bij team B liggen e tijen het ihtst ij elkaar. De spreiingsreete van team A is = 9 seonen en e spreiingsreete van team B is = 9 seonen. Bijvooreel Pupillen team C Bijvooreel Pupillen team D tij in seonen tij in seonen 4 Bij e groep rugklasleerlingen zullen e leeftijen ihter ronom het gemiele liggen, want ie kineren zijn allemaal 11, 1 of 13 jaar ou. Bij een groep oenten kan e leeftij variëren van ongeveer 0 jaar tot ruim 60 jaar. 5a De meiaan ligt mien tussen een tij van 40 seonen en een tij van 41 seonen in en is ( ) : = 40, 5 seonen. Ja, eie groepen zijn even groot. De meiaan van e groep eelnemers ie sneller is an e meiaan is 36 seonen. De meiaan van e groep eelnemers ie langzamer is an e meiaan is 44,5 seonen. e Het vershil tussen e meianen van eze twee groepen is 44, 5 36 = 8, 5 seonen. f Ja, alle vier ie groepen estaan uit vijf personen en zijn even groot. 6a De meiaan is ( ) : = 36. Het eerste kwartiel is ( + 5) : = 3, 5, het ere kwartiel is ( ) : = 45, 5 en e kwartielafstan is 45, 5 3, 5 =. 7 Het eerste kwartiel is 16, het ere kwartiel is 6, e kwartielafstan is 6 16 = 10 en e spreiingsreete is = 6. 65

10 8a Bij elke serie is e spreiingsreete 90 0 = 90. De kwartielafstan van serie A is 70 0 = 50. De kwartielafstan van serie B is 88 = 86. De kwartielafstan van serie C is 48 4 = Boxplot 9a De meiaan is shoenmaat 38. Q 1 = 36, 5 en Q 3 = 40, 5 en e kwartielafstan is 40, 5 36, 5 = 4 Tussen Q 1 en Q 3 liggen 16 van e 3 shoenmaten en at is 50% van e shoenmaten. Kleiner an Q 1 zijn 8 van e 3 shoenmaten en at is 5% van e shoenmaten. 30a 0, 0,, 3, 5, 5, 7, 8, 8, 9, 9, 10 De meiaan is 6, Q 1 =, 5 en Q 3 = 8, 5. / a De meiaan is 6, Q 1 = en Q 3 = ,,, 3, 3, 4, 5, 5, 5, 6, 6, 6, 6, 7, 7, 7, 8, 8, 8, 9 De meiaan is 6, Q 1 = 3, 5 en Q 3 = a De langste leerling in klas 3H is 19 m en e langste leerling in klas 3H1 is 181 m. De langste leerling in klas 3H is = 11 m groter. De spreiingsreete van e lengten van e leerlingen in klas 3H1 is = 34 m en e spreiingsreete van e lengten van e leerlingen in klas 3H is = 50 m. In klas 3H is e spreiingsreete van e lengten van e leerlingen het grootst. De meiaan van e lengten van e leerlingen in klas 3H1 is 16 m. De meiaan van e lengten van e leerlingen in klas 3H is 168 m. De kwartielafstan van e lengten van e leerlingen in klas 3H1 is = 19 m. De kwartielafstan van e lengten van e leerlingen in klas 3H is 17, = 1, 5 m. e f lengte in m Van alle leerlingen in klas 3H weet je e lengte en kun je us e gemiele lengte erekenen, maar van e leerlingen in klas 3H1 weet je e lengten niet.

11 33a De persoon ie e meeste uren per etmaal slaapt, slaapt 10 uur. De spreiingsreete is 10 3, 5 = 6, 5 uur. De kwartielafstan is 8 6 = uur. Ongeveer 4 3 eel van e onervraage mensen slaapt meer an 6 uur per etmaal. e Ongeveer 50%, us 471 van e onervraage mensen slapen tussen 6 uur en 8 uur per etmaal. f Er is een groot aantal namelijk 94 mensen onervraag. Het kleinste getal verwijnt nu uit e rij, maar Q 1 en Q 3 lijven gelijk. De kwartielafstan veranert us niet. 34a De kwartielafstan van e gewihten van e meisjes is = 7 kg. De kwartielafstan van e gewihten van e jongens is = 5 kg. De spreiingsreete van e gewihten van e meisjes is = 15 kg. De spreiingsreete van e gewihten van e jongens is = 15 kg. Bij eie groepen is e spreiingsreete even groot. Guio heeft gelijk, want e lihtste jongen is 55 kg en het ere kwartiel ij e meisjes is 54 kg. e Het zwaarste meisje is 60 kg en 50% van e jongens is zwaarer. 3-6 Gemenge oprahten 35a De getallen ie ij het aantal inwoners horen zijn asoluut en e getallen ie ij het aantal verkeersoen per inwoners horen zijn relatief. In 1997 ha Neerlan 15,6 miljoen inwoners en waren er in Neerlan 7,9 verkeersoen per inwoners. In 1997 waren er ongeveer 13 verkeersoen. In 006 waren er ongeveer 815 verkeersoen. e In 006 waren er in Neerlan ongeveer = 417 verkeersoen miner. f aantal verkeersoen 7,9 0, ,4 aantal inwoners aantal verkeersoen 5,0 0, aantal inwoners aantal verkeersoen perentage 100 0, , Het aantal verkeersoen in ie perioe is met ongeveer 34% geaal. Of: aantal verkeersoen perentage 100 0, , Het aantal verkeersoen in ie perioe is met ongeveer 34% geaal. 67

12 36a Van e meisjes haale 50% een 7,0 of lager. Er haalen 114 : = 57 meisjes een ijfer oner e 7,0. Ook 57 meisjes haalen een 7,0 of hoger. Er haalen 57 jongens een ijfer oner e 7,0. De 57 jongens etreft 75% van e jongens, us er een 76 jongens mee. Er haalen = 19 jongens een 7,0 of hoger. e De 57 meisjes etreft 50% van e meisjes, us er een 114 meisjes mee. In totaal een er = 190 leerlingen mee. f Van e meisjes heeft 50% meer an een 7, terwijl at ij e jongens maar 5% is. Het hoogste ijfer van e meisjes is veel hoger an het hoogste ijfer van e jongens. g In eie groepen heeft 5% miner an 5,5. De jongens heen niet zulke lage ijfers gehaal. 37a 68 Dat is niet mogelijk omat e meiaan het mielste van alle maansalarissen is en Q 1 het mielste van e eerste helft van e maansalarissen is. Als het hoogste maansalaris erg groot is, an trekt at het gemiele maansalaris sterk omhoog. Een vooreel zijn e maansalarissen 500, 600, 700, 800, 900 en Daarvan is Q 3 = 900 en het gemiele is ( ) : 6 = a Bij it onerzoek zijn = 113 gezinnen etrokken. In Klaveral wonen = 74 kineren. Het gemiele aantal kineren per gezin is 74 : 113, 4. De meiaan ligt ij gezin nummer ( ) : = 57. De meiaan ligt ij een gezin met kineren. Verer ligt Q 1 ij gezin nummer 8 of 9 en ligt Q 3 ij gezin nummer 85 of 86. Dus Q 1 ligt ij een gezin met 1 kin en Q 3 ligt ij een gezin met 3 kineren. e aantal kineren f Er zijn = 7 gezinnen met meer an rie kineren. Ongeveer 4% van e gezinnen estaat uit meer an rie kineren. g In e tien grootste gezinnen wonen = 68 kineren. h aantal gezinnen perentage 100 0, , aantal kineren perentage 100 0, , Dat is ongeveer 5% van alle kineren uit Klaveral.

13 39a Het moale rapportijfer is 7. Het gemiele met e niet-afgerone ijfers is 14, 9 : 6, 495 en het gemiele met e afgerone ijfers is ( ) : = 144 : 6, a De leeftij 1 jaar is e mous. De gemiele leeftij van alle 1-jarigen in Neerlan zal 1,5 jaar oftewel 1 jaar en 6 maanen zijn. De klassenmiens zijn 11,5; 1,5; 13,5; 14,5 en 15,5 jaar. De gemiele leeftij is ( 7 11, , , 5+ 14, , 5) : 30 = 378 : 30 = 1, 6 jaar oftewel ongeveer 1 jaar en 7 maanen. e De moale klasse is 1 jaar. f De laagste leeftij is 11,0 jaar en e hoogste leeftij is 15, jaar en aar zit meer an 4 jaar tussen. De spreiingsreete is 15, , 0 5 jaar. fi I-1a ICT Spreiingsmaten Bij eie leerlingen is het gemiele, e mous en e meiaan hetzelfe. Het grote vershil is at Biana allemaal ijfers heeft ie iht ij het gemiele liggen en maar één onvoloene. De ijfers van Martin wijken veel meer van het gemiele af, maar hij heeft ook rie zware onvoloenes en rie erg hoge ijfers. I- De spreiingsreete van e rapportijfers van Biana is 7 5 = en e spreiingsreete van e rapportijfers van Martin is 9 3 = 6. I-3a ijfers frequentie Ja, haar este worp is ineraa het ihtst ij e prullenak. Met e este worp van Antoinise sheelt het 1, 4 0, 8 = 0, 6 meter. En met e este worp van Carley sheelt het, 5 0, 8 = 1, 7 meter. De slehtste worp van Carley is 5, meter van e prullenak. Met e slehtste worp van Antoinise sheelt het 5, 4, 1 = 1, 1 meter. En met e slehtste worp van Bernaette sheelt het 5, 3, 5 = 1, 6 meter. Bij nieman liggen e worpen het verst uit elkaar, want ij alle rie is e spreiingsreete 1,7 meter. De meiaan ligt ij 50% en ij Carley is at 3,5 meter. Het maximum ij Bernaette is 3,5 meter. Dus 50% van e worpen van Carley zijn slehter an alle worpen van Bernaette. I-4 Bij e groep rugklasleerlingen zullen e leeftijen ihter ronom het gemiele liggen, want ie kineren zijn allemaal 11, 1 of 13 jaar ou. Bij een groep oenten kan e leeftij variëren van ongeveer 0 jaar tot ruim 60 jaar

14 70 I-5a De meiaan ligt mien tussen een tij van 40 seonen en een tij van 41 seonen in en is ( ) : = 40, 5 seonen. Ja, eie groepen zijn even groot. De meiaan van e groep eelnemers ie sneller is an e meiaan is 36 seonen. De meiaan van e groep eelnemers ie langzamer is an e meiaan is 44,5 seonen. e Het vershil tussen e meianen van eze twee groepen is 44, 5 36 = 8, 5 seonen. f Ja, alle vier ie groepen zijn even groot. I-6a De meiaan is ( ) : = 36. Het eerste kwartiel is ( + 5) : = 3, 5, het ere kwartiel is ( ) : = 45, 5 en e kwartielafstan is 45, 5 3, 5 =. I-7 Het eerste kwartiel is 16, het ere kwartiel is 6, e kwartielafstan is 6 16 = 10 en e spreiingsreete is = 6. I-8a Bij serie A is Q 1 = 0 en Q 3 = 90, ij serie B is Q 1 = 30 en Q 3 = 80, ij serie C is Q 1 = 40 en Q 3 = 70 en ij serie D is Q 1 = 50 en Q 3 = 60. Bij serie A is e kwartielafstan 90 0 = 70, ij serie B is at = 50, ij serie C is at = 30 en ij serie D is at = 10. Bij elke serie is e spreiingsreete = 90. De series zijn ehter zeer vershillen zoat e spreiingsreete geen geshikte spreiingsmaat is. fi ICT Boxplot I-9a In klas A zitten 4 leerlingen. In klas B zitten 8 leerlingen. Het hoogste proefwerkijfer is 9,3. Het laagste proefwerkijfer is 3,5. Van klas A is e meiaan 6,0, Q 1 = 4, 4 en Q 3 = 7, 5. Het hoogste proefwerkijfer is 7,6. Het laagste proefwerkijfer is 1,8. Van klas B is e meiaan 6,0, Q 1 = 5, 5 en Q 3 = 6, 5. I-10a 0, 0,, 3, 5, 5, 7, 8, 8, 9, 9, 10 De meiaan is 6, Q 1 =, 5 en Q 3 = 8, 5. / I-11a De meiaan is 6, Q 1 = en Q 3 = ,,, 3, 3, 4, 5, 5, 5, 6, 6, 6, 6, 7, 7, 7, 8, 8, 8, 9 De meiaan is 6, Q 1 = 3, 5 en Q 3 =

15 I-1a - Het is moeilijk te zien, maar het vershil tussen het hoogste en het laagste ijfer is in eie oxplots even groot. De ox ij klas B is kleiner an ij klas A. In eie klassen haale ongeveer 50% van e leerlingen het proefwerkijfer 6 of hoger. e In klas A zitten 4 leerlingen, us in klas A haalen 1 leerlingen het proefwerkijfer 6 of hoger. In klas B zitten 8 leerlingen, us in klas B haalen 14 leerlingen het proefwerkijfer 6 of hoger. f Nee, in klas A zijn geen leerlingen ie miner an een 3 sooren. g Ja, in klas B is minstens één leerling ie miner an een 3 soore. h Nee, aan oxplot A en oxplot B zie je at e meiaan al hetzelfe is. Als je naar Meer statistiek en Centrummaten gaat, oor uelklikken klas A en klas B seleteert en op OK klikt, an zie je at het gemiele ij eie klassen hetzelfe is. I-13a Van 404 leerlingen zijn er gegevens. De kleinste lengte is 133 m, e grootste lengte is 19 m, Q 1 = 160 m, Q 3 = 171, 5 m en e meiaan is 166 m. I-14a lengte in m Het eerste kwartiel ligt ij 160 m en e kwartielen verelen e waarnemingen in vier groepen van ongeveer 5%. Langer an 160 m is us 75% van e gemeten leerlingen. Het kleinste getal verwijnt nu uit e rij, maar Q 1 en Q 3 lijven oor het grote aantal waarnemingen gelijk. De kwartielafstan veranert us niet. e - De oxplot ij e shoenmaat wort gesplitst in een oxplot ij e shoenmaat van e meisjes en een oxplot ij e shoenmaat van e jongens. Bas heeft gelijk, want e grootste shoenmaat ij e meisjes is maat 9 en het ere kwartiel ij e jongens is maat 9. Nee, want zowel ij e jongens als ij e meisjes ligt ongeveer 5% tussen e meiaan en het ere kwartiel. 71

16 T-1a 7 Test jezelf De vertiale as egint ij 150 en het lijkt alsof het aantal naar nul aalt. Het aantal aangiftes steeg met ongeveer 6%. Bijvooreel aantal aangiftes tij in jaren T-a Het aantal personenauto s zijn asolute aantallen en het aantal auto s per 1000 inwoners zijn relatieve aantallen. In 001 zijn er = personenauto s ijgekomen. Tussen 1 januari 001 en 1 januari 007 zijn er = personenauto s ijgekomen. In ie perioe steeg het aantal personenauto s met ongeveer 11%. e In 001 zijn er = personenauto s ijgekomen. f g aantal aangiftes perentage 100 0, ,86 aantal personenauto s perentage 100 0, , aantal personenauto s perentage 100 0, , In 001 was e proentuele stijging ongeveer,6%. In 00 kwamen er ij en was e proentuele stijging ongeveer,15%. In 003 kwamen er ij en was e proentuele stijging ongeveer 0,78%. In 004 kwamen er ij en was e proentuele stijging ongeveer 1,1%. In 005 kwamen er ij en was e proentuele stijging ongeveer 1,43%. In 006 kwamen er ij en was e proentuele stijging ongeveer 1,94%. In 001 was e proentuele stijging van het aantal personenauto s het grootst. Op 1 januari 005 waren er in Neerlan 49 auto s per 1000 inwoners oftewel 4,9 auto s per 100 inwoners. Op 1 januari 005 ha 4,9% van e Neerlaners een personenauto. aantal auto s aantal inwoners 1000, ,3 In het jaar 005 was het aantal inwoners van Neerlan ongeveer 16,3 miljoen.

17 T-3a Ieman ie 495 meter loopt naar zijn werk valt in e klasse van 0 tot 5 km. De anere perentages zijn afgeron en opgetel al samen 100% en het perentage at meer an 60 km reist zal kleiner an 1% zijn. De klassenmiens zijn,5 km, 10 km,,5 km en 45 km. De klasse van 0 tot 5 km is e moale klasse. e De gemiele woon-werk afstan is ( 60, , ) : 100 = 977, 5 : 100 = 9, 775 km. T-4a Het gemiele aantal snoekaarzen per vangst is ij loatie A 37, ij loatie B 19 en ij loatie C 37. De kwartielafstan op loatie A is 5 = 30 snoekaarzen per vangst. De spreiingsreete op loatie B is 8 10 = 18 snoekaarzen per vangst. Het eerste kwartiel op loatie C is 1 snoekaarzen per vangst en het ere kwartiel op loatie C is 6 snoekaarzen per vangst. T-5a De meiaan is 5 km, Q 1 = 3, 5 km en Q 3 = 6 km. De spreiingsreete is 7 0 = 7 km en e kwartielafstan is 6 3, 5 =, 5 km. De tekening hieroner is op shaal 1 : Groningen afstan in km Assen 9 10 De mensen ie in Assen gaan winkelen komen van wat grotere afstan. En Assen is niet zo groot, us veel winkelene mensen komen van uiten Assen. T-6a Het klassenmien van e lihtste klasse is ( ) : = 43 gram. De moale klasse is e klasse vanaf 48 tot 50 gram. De meiaan ligt in e klasse vanaf 48 tot 50 gram. Q 1 ligt in e klasse vanaf 46 tot 48 gram en Q 3 ligt in e klasse vanaf 50 tot 5 gram. e Het gemiele gewiht is ( ) : 300 = : , gram. 73