raadsbesluit gemeente werkendam De raad van de gemeente Werkendam, besluit: Belastingvoorstellen 2014

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "raadsbesluit gemeente werkendam De raad van de gemeente Werkendam, besluit: Belastingvoorstellen 2014"

Transcriptie

1 raadsbesluit 1W % gemeente werkendam voignummer onderwerp Belastingvoorstellen 2014 De raad van de gemeente Werkendam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, gelet op - artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h van de Gemeentewet - artikel 216 van de Gemeentewet - artikel 220 tot en met 220 h van de Gemeentewet - artikel 221 van de Gemeentewet - artikel 224 van de Gemeentewet - artikel 226 van de Gemeentewet - artikel 228 van de Gemeentewet - artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet - artikel 255 van de Gemeentewet - de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen, - artikel 28, eerste lid, onder b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet artikel 15:33 van de Wet milieubeheer besluit: vast te stellen de - Verordening onroerende zaakbelastingen Verordening belastingen op roerende woon en bedrijfsruimten Verordening afvalstoffenheffing Verordening rioolheffing Verordening hondenbelasting Verordening leges Verordening haven- en kadegelden Verordening marktgelden Verordening lijkbezorgingsrechten Verordening toeristenbelasting Tariefbesluit inschrijfgeld bouwkavels/ nieuwbouwwoningen en appartementen Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen 2014 Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Werkendam van 12 november 2013 de raadsgriffier, de voorzitter, mr. 1. Bakker mw drs. C.G.J. Breuer raadsbesluit nr pagina 13

2

3 Verordening onroerende-zaakbelasting Verordening belastingen op roerende woon en bedrijfsruimten Verordening afvalstoffenheffing Verordening rioolheffing Verordening hondenbelasting Legesverordening Titel 1 Algemene dienstverlening 30 Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand 30 Hoofdstuk 2 Reisdocumenten 31 Hoofdstuk 3 Rijbewijzen 31 Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de GBA persoonsgegevens 32 Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister 32 Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens 32 Hoofdstuk 7 Bestuursstukken 33 Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie 33 Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken 34 Hoofdstuk 10 Gemeentearchief 34 Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 35 Hoofdstuk 12 Leegstandwet 35 Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie 35 Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen 35 Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet 35 Hoofdstuk 16 Kansspelen 35 Hoofdstuk 17 Telecommunicatie 36 Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer 36 Hoofdstuk 19 Diversen 36 Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning 37 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 37 Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag 37 Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning 37 Hoofdstuk 4 Vermindering 43 Hoofdstuk 5 Teruggaaf 43 Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning 44 Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project 45 Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten 45 Hoofdstuk 9 Sloopmelding 45 Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking 45 Hoofdstuk 11 Overschrijving WABO vergunning 45 Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn 45 Hoofdstuk 1 Horeca en speelgelegenheid 45 Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen en innemen standplaats 45 Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven 46 Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte 46 Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening 46 Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening 46 Hoofdstuk 7 Niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking 46 Hoofdstuk 8 BIBOB aanvraag 47 Hoofdstuk 9 Inzamelen van geld of goederen 47 Hoofdstuk 10 Vuurwerk 47 Hoofdstuk 11 Verbranden afvalstoffen 47 Verordening haven- en kadegelden Tarieventabel havens 55 Tarieventabel kaden 56 Verordening marktgelden Verordening Iijkbezorgingrechten Tarieventabel Iijkbezorgingrechten 62 Verordening toeristenbelasting Inschrijfgeld voor bouwkavels/ nieuwbouwkoopwoningen en appartementen Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen

4

5 gemeente werkendam De raad van de gemeente Werkendam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de: Verordening onroerende-zaakbelasting 2014 Artikel 1 Belastingplicht 1. Onder de naam onroerende-zaakbelastingen of OZB, worden voor binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven: a. een gebruikersbelasting van degene, die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen gebruikersbelasting; b. een eigenarenbelasting van degene, die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, verder te noemen eigenarenbelasting. 2. Bij de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven (verder de gebruiker), aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven (verder de gebruikgever); de gebruikgever is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op de gebruiker; b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld. 3. Voor de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, aangemerkt degene, die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. Artikel 2 Belastingobject 1. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken. 2. Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van

6 hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 3 Maatstaf van heffing 1. De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar bedoeld in artikel Als voor een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken. Artikel 4 Vrijstellingen In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij het bepalen van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van: a. voor de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsboden te gebruiken; b. glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond; c. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; d. één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928 met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen; e. natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid, welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden; f. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken; g. waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; h. werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; i. werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf

7 als gebouwde eigendommen zijn aan te merken. j. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen niet zijnde gebouwen welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri s, hekken en palen; k. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; 1. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning. m. molens, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning en met uitzondering van moderne windmolens. 2. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij het bepalen van de heffingsmaatstaf voor de gebruikersbelasting buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 5 Belastingtarieven 1. Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt voor: a. de gebruikersbelasting 0,1012 % b. de eigenarenbelasting 1 voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,0979 % 2 voor onroerende zaken die niet hoofdzaak tot woning dienen 0,1207 % 2. Als de heffingsmaatstaf beneden 2.000,- blijft, wordt geen belasting geheven. 3. Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op gehele euro s. 4. Voor belastingbedragen tot maximaal 1,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag. Artikel 6 Wijze van heffing De belastingen worden bij wege van aanslag geheven. Artikel 7 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk 3 maanden na dagtekening van het aanslagbiljet. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan 2.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet

8 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing. 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen. Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende-zaakbelastingen. Artikel 9 Overgangsrecht 1. De verordening onroerende-zaakbelastingen 2013 van 6 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10 lid 2 genoemde datum van heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Artikel 10 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1januari 2014 Artikel 9 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Verordening onroerende-zaakbelasting 2014 Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Werkendam van 12 november 2013 De griffier, De voorzitter, mr. 1. Bakker mw. drs. C.G.J. Breuer

9 gemeente werkendam De raad van de gemeente Werkendam gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de: Verordening belastingen op roerende woon en bedrijfsruimten 2014 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a ruimte: een roerende woon- of bedrijfsruimte, welke duurzaam aan een plaats gebonden is en dient tot permanente bewoning of permanent gebruik; b woonruimte: een ruimte waarvan de vastgestelde waarde in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van de ruimte die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. c bedrijfsruimte: een ruimte die niet kan worden aangemerkt als woonruimte. Artikel 2 Belastingplicht 1. Onder de naam belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten worden ter zake van binnen de gemeente gelegen ruimten twee directe belastingen geheven: a. een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een bedrijfsruimte al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen gebruikersbelasting; b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een ruimte het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, verder te noemen eigenarenbelasting. 2. Bij de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door degene aan wie een deel van een ruimte in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; b. het ter beschikking stellen van een ruimte voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die ruimte ter beschikking heeft gesteld. 3. Degene die een in het vorige lid, onder a bedoelde deel of een onder b bedoelde ruimte ter beschikking heeft gesteld, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die ruimte of deel daarvan ter beschikking is gesteld. Artikel 3 Belastingobject Als één ruimte wordt aangemerkt; a een binnen de gemeente gelegen ruimte;

10 -8- b c d een gedeelte van een in onderdeel a bedoelde ruimte dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt; een samenstel van twee of meer in onderdeel a bedoelde ruimten of in onderdeel b bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde persoon in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar behoren. het binnen de gemeente gelegen deel van een in onderdeel a bedoelde ruimte, van een in onderdeel b bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel c bedoeld samenstel. Artikel 4 Maatstaf van heffing De heffingsmaatstaf is de waarde die aan de ruimte dient te worden toegekend indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de ruimte in de staat waarin deze zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen. 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de waarde van een bedrijfsruimte en met uitzondering van ruimten die zijn ingeschreven in een van de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers van beschermde monumenten, bepaald op de vervangingswaarde indien dit leidt tot een hogere waarde dan die ingevolge het eerste lid. Bij de berekening van de vervangingswaarde wordt rekening gehouden met: a. de aard en de bestemming van de ruimte; b. de sedert de stichting van de ruimte opgetreden technische en functionele veroudering waarbij de invloed van latere wijzigingen in aanmerking wordt genomen. 3. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de waarde van een ruimte in aanbouw bepaald op de vervangingswaarde, bedoeld in het tweede lid. Onder een ruimte in aanbouw wordt verstaan een roerende zaak of gedeelte daarvan waarvoor een bouwvergunning in de zin van de Woningwet is afgegeven en dat door bouw nog niet geschikt is voor gebruik overeenkomstig de beoogde bestemming. 4. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de waarde van een woonruimte die deel uitmaakt van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, bepaald met inachtneming van een vooronderstelde verplichting om het landgoed gedurende een tijdvak van 25 jaren als zodanig in stand te houden en geen opgaand hout te vellen anders dan volgens de regels van normaal bosbeheer noodzakelijk of gebruikelijk is. Ruimten die dienstbaar zijn aan de woonruimte worden geacht deel uit te maken van die woonruimte. 5. Met betrekking tot een ruimte als bedoeld in artikel 3, aanhef en onderdeel d, wordt die waarde gesteld op een evenredig deel van de waarde die dient te worden toegekend aan de gehele ruimte. Artikel 5 Vrijstellingen 1. In afwijking in zoverre van artikel 4 wordt bij het bepalen van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, de waarde van: a glasopstanden die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond bestaat uit cultuurgrond die bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd ten behoeve van de land of bosbouw. Onder cultuurgrond wordt mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken; b ruimten die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander

11 -9- met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning; c ruimten ten behoeve van waterverdedigings en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning; d ruimten die zijn bestemd voor de zuivering van riool en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning; e werktuigen die van een ruimte kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als ruimten zijn aan te merken; f ruimten voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt ten behoeve van begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning. 2. In afwijking in zoverre van artikel 4 wordt bij het bepalen van de heffingsmaatstaf voor de gebruikersbelasting buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de bedrijfsruimte die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 6 Waardepeildatum De heffingsmaatstaf wordt bepaald naar de waarde die de ruimte op de waardepeildatum heeft naar de staat waarin de ruimte op die datum verkeert. 2. De waardepeildatum ligt één jaar voor het begin van het kalenderjaar waarvoor de waarde wordt bepaald. 3 Indien een ruimte in het kalenderjaar voorafgaande aan het begin van het kalenderjaar waarvoor de waarde wordt bepaald: a. opgaat in een andere ruimte dan wel in meer ruimten, of, b. wijzigt als gevolg van hetzij bouw, verbouwing, verbetering, afbraak of vernietiging, hetzij verandering van bestemming, of c. een verandering in waarde ondergaat als gevolg van een andere, specifiek voor de ruimte geldende bijzondere omstandigheid, wordt, in afwijking van het derde lid, de waarde bepaald naar de staat van die ruimte bij het begin van het kalenderjaar. Artikel 7 Belastingtarieven 1. Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. a. de gebruikersbelasting 0,1012% b. de eigenarenbelasting 1 voor woonruimten 0,0979% 2 voor bedrijfsruimten 0,1207% 2. Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op gehele euro s. 3. Voor belastingbedragen tot maximaal 1,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen belastingen op roerende woon en bedrijfsruimten of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag. Artikel 8 Wijze van heffing De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.

12 Artikel 9 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan 2.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing. 4. De Algemene Term ijnenwet is niet van toepassing op de in de vorige leden gestelde termijnen. Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de belastingen op roerende woon en bedrijfsruimten. Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De Verordening belastingen op roerende woon en bedrijfsruimten 2013 vastgesteld bij raadsbesluit van 6 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekend making. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening wordt aangehaald als Verordening belastingen op roerende woon en bedrijfsruimten Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Werkendam van 12 november 2013 De griffier, De voorzitter, mr. 1. Bakker mw. drs. C.G.J. Breuer

13 gemeente werkendam De raad van de gemeente Werkendam gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel van de Wet milieubeheer; besluit: vast te stellen de: Verordening afvalstoffenheffing 2014 Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit. 1. Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel van de Wet milieu beheer (Stb. 1994, 80). 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel waarvan krachtens artikel en van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Artikel 2 Belastingplicht. 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel en van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt: a. gebruikmaken van een perceel door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruikmaken door het door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen lid van dat huishouden; b. gebruikmaken door degene aan wie een deel van een perceel in gebruik is gegeven aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven, met dien verstande dat degene die het deel in gebruik heeft gegeven bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven; c. het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld, met dien verstande dat degene die het perceel ter beschikking heeft gesteld, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie het perceel ter beschikking is gesteld.

14 -12- Artikel 3 Grondslag van heffing en belastingtarief. De belasting wordt geheven naar de volgende grondslagen die naast elkaar verschuldigd zijn, te weten: a. een vast bedrag per perceel, en; b. een vast bedrag per soort container per aanbieding en; c. een vast bedrag per omwisseling en; d. een vast bedrag per inworp in een ondergrondse verzamelcontainer en; e. een vast bedrag voor een per individueel perceel verstrekte rolcontainer en; f. bedragen voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen en; g. bedragen voor het op aanvraag inzamelen van grof tuinafval en; h. bedragen voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op een milieustation; een en ander naar de maatstaven en tarieven zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Artikel 4 Belastingtijdvak. Het belastingtijdvak is voor de belasting verschuldigd naar de in artikel 3, onderdeel a, b, c en d bedoelde grondslagen, het kalenderjaar. Artikel 5 Wijze van heffing. 1. De belasting, als bedoeld in artikel 3, de onderdelen a, b, c en d, wordt bij wege van aanslag geheven. 2. De belasting naar de grondslag als bedoeld in artikel 3, onderdeel a van enig jaar, kan op hetzelfde aanslagbiljet vermeld worden als de belasting naar de grondslagen als bedoeld in artikel 3, onderdelen b, c en d van het daaraan voorafgaande jaar. 3. De belasting, als bedoeld in artikel 3, de onderdelen e, f, g, en h, worden geheven bij wijze van gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder ook wordt verstaan een nota of ander schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving bekendgemaakt. Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang. 1. De belasting, verschuldigd naar de grondslag als bedoeld in artikel 3, onderdeel a ontstaat bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. De belasting verschuldigd naar de grondslagen als bedoeld in artikel 3, onderdelen b, c en d, ontstaat bij het einde van elk kalenderjaar. 3. Indien in afwijking van het tweede lid, de belastingplicht voor de belasting naar de grondslagen als bedoeld in artikel 3, onderdelen b, c en d, in de loop van het kalenderjaar eindigt, ontstaat de belastingschuld bij het einde van de belastingplicht. 4. Indien de belastingplicht voor de belasting verschuldigd naar de grondslag als bedoeld in artikel 3, onderdeel a in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 5. Indien de belastingplicht voor de belasting verschuldigd naar de grondslag als bedoeld in artikel 3, onderdeel a, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 6. Het vierde en vijfde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de

15 -13- gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt. 7. De belasting als bedoeld in artikel 3, onderdelen e, f en g is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening. 8. De belasting als bedoeld in artikel 3, onderdeel h, is verschuldigd na afloop van de dienstverlening. Artikel 7 Termijnen van betaling. 1. De aanslagen naar de grondslagen als bedoeld in artikel 3, onderdelen a, b, c en d moeten worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van de aanslag. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan 2.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. De bedragen als bedoeld in artikel 3, onderdelen e, f, g en h, moeten terstond worden betaald. 4. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing. 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing. Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening afvalstoffenheffing 2013 van 6 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1januari Deze verordening wordt aangehaald als Verordening afvalstoffenheffing 2014 Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Werkendam van 12 november 2013 De griffier, De voorzitter, mr. 1. Bakker mw. drs. C.G.J. Breuer

16 -14- Tarieventabel afvalstoffenheffing behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2014 Algemeen De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is. Hoofdstuk 1. Tarieven per containercombinatie, per extra container, per aanbieding, bij een andere wijze van inzameling en per omwisseling 1.1 De belasting naar de grondslag als bedoeld in artikel 3 onderdeel a bedraagt per perceel per belastingjaar: 150, De belasting naar de grondslag als bedoeld in artikel 3 onderdeel a wordt vermeerderd voor het in bruikleen hebben van één extra (= boven hetgeen volgens de Afvalstoffenverordening Werkendam aan het perceel is verstrekt) liter container, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra container met 50, liter container, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra container met 50, liter container, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container met 50, liter container, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container met 50, De belasting naar de grondslag als bedoeld in artikel 3 onderdeel b bedraagt per aanbieding van een 140 liter gft container een bedrag van: 1, De belasting naar de grondslag als bedoeld in artikel 3 onderdeel b bedraagt per aanbieding van een 140 liter rest container een bedrag van: 5, De belasting naar de grondslag als bedoeld in artikel 3 onderdeel b bedraagt per aanbieding van een 240 liter gft container een bedrag van: 2, De belasting naar de grondslag als bedoeld in artikel 3 onderdeel b bedraagt per aanbieding van een 240 liter rest container een bedrag van 6 9, Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1, 1.2, en 1.3, bedraagt de belasting naar de grondslag als bedoeld in artikel 3, onderdeel c, voor het omwisselen van eenl4o liter of een 240 liter container 25, Onderdeel 1.4 vindt geen toepassing indien de aanvraag wordt ingediend binnen twee maanden na het in gebruik nemen van een (ander) perceel waarop de belastingplicht als bedoeld in hoofdstuk 1 rust Wanneer de containerwisseling als bedoeld in onderdeel 1.4 is ingepland en de te wisselen container niet conform afspraak is klaargezet bedraagt de belasting naast het bedrag als bedoeld in onderdeel , Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.4 bedraagt de belasting voor

17 -15- het vervangen van een container, indien de container onbruikbaar is geraakt als gevolg van enig onzorgvuldig handelen van de belastingplichtige 58, De belasting naar de grondslag als bedoeld in artikel 3, onderdeel d bedraagt, voor percelen waarvoor geen containers in bruikleen zijn gegeven, doch inzameling plaatsvindt via ondergrondse verzamelcontainers, per inworp: 2, Bij vermissing of vernieling van de toegangspas voor ondergrondse containers is een bedrag verschuldigd van 15, De belasting naar de grondslag als bedoeld in artikel 3, onderdeel e, bedraagt voor percelen waarvoor geen containers in bruikleen zijn gegeven, doch inzameling plaatsvindt via een per individueel perceel verstrekte bovengrondse rolcontainer, per rolcontainer van liter 1.229, De belasting naar de grondslag als bedoeld in artikel 3, onderdeel a, bedraagt, voor percelen waarvoor geen containers in bruikleen zijn gegeven en waarbij de inzameling niet plaatsvindt via ondergrondse afvalcontainers als bedoeld in onderdeel 1.5 en waarbij geen rolcontainer per individueel perceel is verstrekt als bedoeld in onderdeel 1.6, doch een andere wijze van inzameling plaats heeft, per perceel per belastingjaar: 243,00 Hoofdstuk 2 Op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen 2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag, op een daartoe bestemde inzameldag, inzamelen van uit particuliere huishoudens afkomstige grove huishoudelijke afvalstoffen: een bedrag van 40,00 aan voorrijkosten vermeerderd met een bedrag van 20,00 per m3 of een gedeelte daarvan. Hoofdstuk 3 Op aanvraag inzamelen van grof tuinafval 3.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag, op een daartoe bestemde inzameldag, inzamelen van uit particuliere huishoudens afkomstig grof tuinafval: een bedrag van 40,00 aan voorrijkosten vermeerderd met een bedrag van 20,00 per m3 of een gedeelte daarvan. Hoofdstuk 4 Maatstaven en tarieven voor achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen 4.1 Onverminderd het bepaalde in de hoofdstukken 1, 2 en 3 bedraagt de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op de milieustations te Werkendam en te Hank, mits en voor zover deze worden aangeboden met een personenauto of busje al dan niet voorzien van een enkel of dubbelassige aanhangwagen van puin, per kilogram 0,05

18 van groen afval gratis van restafval, per kilogram 0, van schoon hout per kilogram 0, van behandeld hout per kilogram 0, van grond per kilogram 0, van dakleer per kilogram 0, van de afvalstoffen zoals genoemd onder tot en met geldt een minimumtarief per aanbieding van 2, van autobanden met velg, van een personenauto, per autoband mits afzonderlijk van andere afvalstoffen aangeboden 2, van autobanden zonder velg, van een personenauto, per autoband mits afzonderlijk van andere afvalstoffen aangeboden Gratis van asbest, indien dit volgens de aanleveringvoorwaarden wordt aangeboden Gratis van dode kleine huisdieren Gratis van afvalstoffen behorende tot de volgende componenten: metalen, oud papier, textiel, verpakkings- en vlakglas, schoeisel, witen bruingoed, klein chemisch afval, drankenpakken, kunststof flacons, luierafval, tempex en hard plastic mits en voor zover componenten niet gelijktijdig met componenten als genoemd onder ten met worden aangeboden Gratis In afwijking in zoverre van het bepaalde in onderdeel en is het aanbieden van composteerbaar snoeiafval Gratis Hoofdstuk 5 Maatstaven en tarieven indien weegbrug buiten werking is 5.1 Indien de weegbrug inclusief de daarbij behorende programmatuur voor facturering al dan niet door een technische storing geen dienst doet, worden de tarieven voor het aanleveren, in afwijking van hoofdstuk 4, vastgesteld als volgt per aanlevering: Schoon puin en grond gebracht met: - een personenauto 10,00 - een personenauto of een busje met enkelassige aanhangwagen, dan wel een busje zonder aanhangwagen 20,00 - een personenauto of een busje met dubbelassige aanhangwagen 30, Schoon en behandeld hout, dakleer, grof huisvuil, restafval, niet composteerbaar tuinafval met: - een personenauto 7,50 - een personenauto of een busje met enkelassige aanhangwagen, dan wel een busje zonder aanhangwagen 12,00 - een personenauto of een busje met dubbelassige aanhangwagen 18,00

19 5.1.3 Groen afval: - een personenauto gratis een personenauto of een busje met enkelassige aanhangwagen, dan wel een busje zonder aanhangwagen gratis een personenauto of een busje met dubbelassige aanhangwagen gratis Hoofdstuk 6 Gemengde aanlevering 6.1 Indien het aangeleverde afval als bedoeld in hoofdstuk 4 en 5 van de tarieventabel uit verschillende categorieën afval bestaat, wordt het verschuldigde bedrag berekend met toepassing van het hoogste tarief van de onderscheiden fracties. Behoort bij Verordening afvalstoffenheffing 2014 van 12 november De griffier, mr. 1. Bakker

20

21 gemeente werkendam De raad van de gemeente Werkendam gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de: Verordening rioolheffing 2014 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan; b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud van de gemeente waaronder mede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater; c. verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft; d. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater. Artikel 2 Aard van de belasting Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht 1. De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd; 2. Als gebruiker wordt aangemerkt: a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt; b. ingeval een gedeelte van een perceel niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

22 Artikel 4 Zelfstandige gedeelten Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande, dat indien twee of meer van die gedeelten, tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt. Artikel 5 Maatstaf van heffing 1. De belasting wordt geheven naar het aantal kubieke meter water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd 2. Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend. 3. De bepaling van de hoeveelheid toegevoerd leidingwater geschiedt aan de hand van een opgave van Brabant Water NV te Breda. 4. Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een: a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of b. bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen. De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling. 5. De op de voet van het tweede lid berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die niet is afgevoerd. Artikel 6 Belastingtarieven De belasting als bedoeld in artikel 2, bedraagt: 219,00 bij een afvoer tot 100 m3; 273,00 bij een afvoer van 100 m3 of meer doch minder dan 500 m3; 510,00 bij een afvoer van 500 m3 of meer doch minder dan m3; 864,00 bij een afvoer van m3 of meer doch minder dan m3; 1.407,00 bij een afvoer van m3 of meer doch minder dan m3; 3.324,00 bij een afvoer van m3 of meer doch minder dan m3; 6.591,00 bij een afvoer van m3 of meer doch minder dan m3; 9.291,00 bij een afvoer van m3 of meer doch minder dan m ,00 bij een afvoer van m3 of meer vermeerderd met 929,10 per volle m3 boven de m3. Artikel 7 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 8 Wijze van heffing De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor de belasting als bedoeld in

23 artikel 2 in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel als bedoeld in artikel 2, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt. Artikel 10 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9 van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan C 2.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag. 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing. Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De Verordening rioolheffing 2013 van 6 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1januari Deze verordening wordt aangehaald als Verordening rioolheffing Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Werkendam van 12 november De griffier, De voorzitter, mr. 1. Bakker mw. drs. C.G.J. Breuer

24

25 gemeente werkendam De raad der gemeente Werkendam gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 226 van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de: Verordening hondenbelasting 2014 Artikel 1 Belastbaar feit Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven voor het houden van een hond binnen de gemeente. Artikel 2 Belastingplicht 1. Belastingplichtige is de houder van een hond. 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is. 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden. Artikel 3 Vrijstellingen De belasting wordt niet geheven ter zake van honden: a. die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden; b. die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden; c. die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit. d. die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in en bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onder b van het Honden- en kattenbesluit 1999 welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit. e. die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden; f. waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma der Koninklijke Nederlandse Politiehonden Vereniging, mits de houder zich verbindt zijn hond met een geleider, aan wiens bevelen hij gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de politie te stellen; g. waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma van de Nederlandse Vereniging van Rode-Kruishonden; h. waarvan de houder geen ingezetene der gemeente is en de hond niet langer dan drie maanden in het belastingjaar in de gemeente verblijft;

26 i. die gebruikt worden bij het leger; j. die gehouden worden door de gemeente ten behoeve van haar diensten en bedrijven; k. die door politieambtenaren worden gebezigd bij de uitoefening van hun dienst, mits hiervoor een certificaat als afgericht politiehond kan worden overgelegd. Artikel 4 Maatstaf van heffing De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden. Artikel 5 Belastingtarief 1. De belasting bedraagt per belastingjaar per hond 64, In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, 320,40 per kennel. 3. Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag. Artikel 6 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7 Wijze van heffing De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 2. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven. Artikel 9 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan 2.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de lnvorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing. 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde

gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/

gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/ Raadsbesluit De raad der gemeente Emmen; gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/ gelet op artikel 228 a van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de volgende VERORDENING

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VERORDENING BELASTINGEN OP ROERENDE WOON EN BEDRIJFSRUIMTEN 2015

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VERORDENING BELASTINGEN OP ROERENDE WOON EN BEDRIJFSRUIMTEN 2015 VERORDENING BELASTINGEN OP ROERENDE WOON EN BEDRIJFSRUIMTEN 2015 De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; Agendanummer: 6 Vergadering: 8 november 2012 De raad van de gemeente Winsum; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; b e s l u i t

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besluit :

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besluit : Nr. 10-. PURMEREND De raad van de gemeente Purmerend ; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; besluit : vast te stellen de volgende

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten

Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten Bijlage d behorend bij het besluit van de raad van de gemeente Nieuwkoop van 1 4 december 2017 en als zodanig gewaarmerkt door de griffier. Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2015

Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2015 Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2015 De raad van de gemeente Haarlem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met nummer ; b e s l u i t :

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met nummer ; b e s l u i t : De raad van de gemeente Gooise Meren; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met nummer 305477; gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de volgende verordening:

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016 (Verordening onroerende-zaakbelastingen 2016)

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016 (Verordening onroerende-zaakbelastingen 2016) RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Veenendaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 september 2015, nummer 2015.00070-1; Overwegende dat in de Kadernota 2016 is besloten de tarieven

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; VERORDENING ONROERENDE- ZAAKBELASTINGEN 2017. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november ; Gelet op de artikelen

Nadere informatie

Sector : II Nr. : 66b. De raad van de gemeente Ferwerderadiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 november 2010, nummer

Sector : II Nr. : 66b. De raad van de gemeente Ferwerderadiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 november 2010, nummer Sector : II Nr. : 66b 8/66.10; De raad van de gemeente Ferwerderadiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 november 2010, nummer gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; besluit:

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.21 november 2017 ; b e s l u i t :

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.21 november 2017 ; b e s l u i t : De raad van de gemeente Purmerend ; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.21 november 2017 ; gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van roerende woon- en bedrijfsruimten 2018

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van roerende woon- en bedrijfsruimten 2018 Raadsbesluit Datum raadsvergadering Datum carrousel Raadsbesluitnummer Registratienummer Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van roerende woon- en bedrijfsruimten 2018 De raad van de gemeente

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2013;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2013; De raad van de gemeente Opmeer; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2013; gelet op het advies van de commissie Bestuurlijke Zaken en Verantwoording van 28

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 4 en 24 september en van 13 november 2012;

gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 4 en 24 september en van 13 november 2012; No: /19122012 Onderwerp: Verordening onroerende zaakbelastingen De Raad van de gemeente Noordenveld; gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 4 en 24 september en van 13

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en

Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en Verordening op de heffing en invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2014 Status In werking Algemene informatie Deze verordening regelt de hoogte, de heffing en invordering van

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen

Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen De raad van de gemeente Harderwijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van november 2017, raadsbesluitnummer..; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Verordening onroerendezaakbelastingen

Verordening onroerendezaakbelastingen Verordening onroerendezaakbelastingen Coevorden 2018 No. 2017/ De raad van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlagenr. ; gelet op de artikelen 220 tot en met

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november ; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de volgende

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014 gemeente Raadsbesluit Ag. nr.: 8 Aanhef De raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26-11-13; gehoord de commissie Bestuurlijke Zaken; gelet op de artikelen

Nadere informatie

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 18 december 2012;

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 18 december 2012; De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 18 december 2012; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 november 2012; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h en 226

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017; VERORDENING ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN 2018 De raad van de gemeente Waalwijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017; gelet op de artikelen 220 tot en met

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2010 tot het aanpassen tarieven belastingen en heffingen 2011, nr.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2010 tot het aanpassen tarieven belastingen en heffingen 2011, nr. De Raad van de gemeente Maassluis; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2010 tot het aanpassen tarieven belastingen en heffingen 2011, nr. 2010-4108 gelet op het bepaalde

Nadere informatie

Raadsbesluit. Onderwerp: Verordening onroerende-zaakbelasting Vergadering: 24 november 2015 Agendapunt: 12E Registratienummer:

Raadsbesluit. Onderwerp: Verordening onroerende-zaakbelasting Vergadering: 24 november 2015 Agendapunt: 12E Registratienummer: Raadsbesluit Onderwerp: Verordening onroerende-zaakbelasting 2016 Vergadering: 24 november 2015 Agendapunt: 12E Registratienummer: 564979 De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het voorstel van

Nadere informatie

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2013.

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2013. Nummer V117 De raad van de gemeente Zeewolde, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2012; gelet op de artikelen 220 t/m 220h van de Gemeentewet; gehoord het Beraad d.d. 9

Nadere informatie

VERORDENING ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN GOOISE MEREN 2016

VERORDENING ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN GOOISE MEREN 2016 Raadsbesluit Gemeente Gooise Meren VERORDENING ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN GOOISE MEREN 2016 Brinklaan 35 1400 HA Bussum De raad van de gemeente Gooise Meren; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018 b e s l u i t :

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018 b e s l u i t : De raad van de gemeente Landgraaf; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018 gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; b e s l u i t :

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; GEMEENTERAAD Onderwerp: Verordening onroerende-zaakbelastingen 2012 Registratienummer: 11.24767 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

VERORDENING op de heffing en de invordering

VERORDENING op de heffing en de invordering VERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2012 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel

Nadere informatie

De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; B E S L U I T : vast te stellen de : VERORDENING OP DE HEFFING

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen

Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Capelle aan den IJssel Officiële naam regeling Verordening

Nadere informatie

VERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op

VERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op VERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2006 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel

Nadere informatie

Nijverdal, 12 december gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2017;

Nijverdal, 12 december gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2017; Gemeente Hellendoorn Besluit Nijverdal, 12 december 2017 Nr. 17INT02672 De raad van de gemeente Hellendoorn; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2017; gelet

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015, nr. 1236141; VAN ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015, nr. 1236141; VAN ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015, nr. 1236141; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; besluit: vast te

Nadere informatie

Gezien het voorstel inzake onroerende-zaakbelastingen Stein 2006 (Gem. blad Afd. A 2005, no. 152 );

Gezien het voorstel inzake onroerende-zaakbelastingen Stein 2006 (Gem. blad Afd. A 2005, no. 152 ); 2005, no. 152 De Raad der gemeente Stein; Gezien het voorstel inzake onroerende-zaakbelastingen Stein 2006 (Gem. blad Afd. A 2005, no. 152 ); gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen

Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen Raadsbesluit Nummer: 10 Wettelijke grondslag: artikel 220 tot en met 220h Gemeentewet Besloten in de raadsvergadering van: 17 januari 2018 Besluit om: de volgende verordening vast te stellen: Verordening

Nadere informatie

Gemeente Almere. Besluit. De raad van de gemeente Almere, gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Gemeente Almere. Besluit. De raad van de gemeente Almere, gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders Besluit Nummer Datum De raad van de gemeente Almere, gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; vast te stellen de volgende verordening:

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2016 (Gemeenteblad 2016, nr. XXX);

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2016 (Gemeenteblad 2016, nr. XXX); Onderwerp Datum 20 december 2016 Verordening op de heffing en invordering van Onroerende - Zaakbelasting 2017 Pagina 1 van 5 De raad van Venray, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en

Nadere informatie

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING STEIN 2016

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING STEIN 2016 2015, no. De Raad der gemeente Stein; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders inzake rioolheffing Stein 2016 van 27 oktober 2015 (Gem. blad Afd. A 2015, no. ); gelet op artikel

Nadere informatie

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 20 december 2005;

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 20 december 2005; De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 20 december 2005; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2005; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelasting 2018 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Gemeente Heerhugowaard Verordening

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland) De raad van de gemeente Almere, gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; vast te stellen de volgende verordening: BESLUIT: VERORDENING

Nadere informatie

BESLUIT. VERORDENING op de heffing en invordering van onroerende- zaakbelastingen 2017

BESLUIT. VERORDENING op de heffing en invordering van onroerende- zaakbelastingen 2017 Besluit Nummer Datum De raad van de gemeente Almere; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220 h van de Gemeentewet, vast te stellen de volgende: BESLUIT

Nadere informatie

Normal 0 false false false MicrosoftInternetExplorer4 /* Style Definitions */ table.msonormaltable

Normal 0 false false false MicrosoftInternetExplorer4 /* Style Definitions */ table.msonormaltable CVDR Officiële uitgave van Blaricum. Nr. CVDR77406_2 29 januari 2019 Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen De raad van de gemeente Blaricum, gelezen het voorstel van

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN ONROERENDE- ZAAKBELASTINGEN 2016.

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN ONROERENDE- ZAAKBELASTINGEN 2016. Onderwerp: Verordening Onroerende zaakbelastingen Oss 2016 Volgnummer Dienst/afdeling G/ID De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; gelet op

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland) De raad van de gemeente Almere; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220 h van de Gemeentewet, vast te stellen de volgende: BESLUIT VERORDENING op de

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende. zaakbelastingen 2012 Citeertitel Verordening onroerende-zaakbelastingen 2012

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende. zaakbelastingen 2012 Citeertitel Verordening onroerende-zaakbelastingen 2012 Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2012 Verord Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2018

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2018 Raadsbesluit Datum raadsvergadering Datum carrousel Raadsbesluitnummer Registratienummer Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2018 De raad van de gemeente

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van Onroerendezaakbelastingen. Citeertitel Verordening Onroerende zaakbelastingen 2015

Verordening op de heffing en de invordering van Onroerendezaakbelastingen. Citeertitel Verordening Onroerende zaakbelastingen 2015 Gemeente Zaanstad Verordening op de heffing en de invordering van Onroerende-zaakbelastingen 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Gemeente

Nadere informatie

VERORDENING op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen

VERORDENING op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen VERORDENING op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2006 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling VERORDENING

Nadere informatie

I. in te trekken de verordening d.d. 13 december 2007, nr. 60a; II. vast te stellen de: Artikel 1

I. in te trekken de verordening d.d. 13 december 2007, nr. 60a; II. vast te stellen de: Artikel 1 Sector Nr. : II : 48a De raad van de gemeente Ferwerderadiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2008, nummer 10/48.08; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de

Nadere informatie

Onroerende zaakbelastingen

Onroerende zaakbelastingen Onroerende zaakbelastingen Verordening op de heffing en de invordering van Onroerende zaakbelastingen 2018 Gemeenteblad Texel 2017 nr 48 datum 22-dec-17 Verordening op de heffing en de invordering van

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2015 nummer 55;

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2015 nummer 55; 011260 Gemeente Langedijk De raad van de gemeente Langedijk gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2015 nummer 55; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van

Nadere informatie

*ZEA74E5ECFB* Raadsvergadering d.d. 20 december 2016

*ZEA74E5ECFB* Raadsvergadering d.d. 20 december 2016 *ZEA74E5ECFB* Raadsvergadering d.d. 20 december 2016 Agendanr.. Aan de Raad No.ZA.16-41112/DV.16-634, afdeling Middelen en Advies. Sellingen, 8 december 2016 Onderwerp: Vaststellen Verordening onroerende-zaakbelastingen

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Financiën en Economie Naam regeling: Verordening op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen Zundert 2015 Citeertitel: Verordening

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr. 78990. Verordening reinigingsheffingen 2015

GEMEENTEBLAD. Nr. 78990. Verordening reinigingsheffingen 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Woudrichem. Nr. 78990 24 december 2014 Verordening reinigingsheffingen 2015 De raad van de gemeente Woudrichem; gezien het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014.

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014. RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: Naam programma +onderdeel: Algemene middelen Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014. Aanleiding:

Nadere informatie

gemeente werkendam De raad van de gemeente Werkendam

gemeente werkendam De raad van de gemeente Werkendam -11- gemeente werkendam De raad van de gemeente Werkendam gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer; besluit: vast te stellen de:

Nadere informatie

Verordening BI-zone Groote Lindt Zwijndrecht 2016

Verordening BI-zone Groote Lindt Zwijndrecht 2016 Verordening BI-zone Groote Lindt Zwijndrecht 2016 De raad van de gemeente Zwijndrecht; gelet op de artikelen 1, eerste, derde en vierde lid, 2, eerste en tweede lid, 3, eerste lid, en 7, eerste en vierde

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen 2018 (Verordening onroerendezaakbelastingen Delft 2018).

Verordening op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen 2018 (Verordening onroerendezaakbelastingen Delft 2018). De raad van de gemeente Delft; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 september 2017; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; gezien het advies

Nadere informatie

Raadsmededeling - Openbaar

Raadsmededeling - Openbaar Raadsmededeling - Openbaar Nummer : 183/2014 Datum : 25 november 2014 B&W datum : 2 december 2014 Beh. ambtenaar : D.J. den Hengst Portefeuillehouder : T.M.M. Kok Onderwerp : Bijstellen tarieven OZB 2015

Nadere informatie

Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2018

Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2018 Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2018 De raad van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 september 2017, raadsstuk

Nadere informatie

Raadsvergadering : 3 december 2013 Agendapunt : Commissie : - Onderwerp : Verordening onroerende-zaakbelastingen

Raadsvergadering : 3 december 2013 Agendapunt : Commissie : - Onderwerp : Verordening onroerende-zaakbelastingen Raadsvergadering : 3 december 2013 Agendapunt : Commissie : - Onderwerp : Verordening onroerende-zaakbelastingen 2014-1 Collegevergadering : 29 oktober 2013 Agendapunt : 16 Portefeuillehouder : Wethouder

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening onroerende-zaakbelastingen Deurne 2018

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening onroerende-zaakbelastingen Deurne 2018 Gemeenteblad nr. 392, 16 november 2017 DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 oktober 2017, nr. 69a; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2016

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2016 Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2016 De raad van de gemeente Veghel; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen. emeente Druten. emeenteraad lastinnen: onroerende-zaakbelastinçien

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen. emeente Druten. emeenteraad lastinnen: onroerende-zaakbelastinçien Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2019 Gegevens van de regeli Officiële naam regeling 'I. nderwe emeente Druten rordening op de heffing en de invordering van onroerendeakbelastingen

Nadere informatie

Verordening rioolheffing Opmeer 2019.

Verordening rioolheffing Opmeer 2019. Verordening rioolheffing Opmeer 2019. De raad van de gemeente Opmeer; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2018 gelet op artikel 228 a van de Gemeentewet;

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen De raad van de gemeente Landgraaf; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de VERORDENING

Nadere informatie

De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 6 januari 2009, Nr.

De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 6 januari 2009, Nr. Nr. SBC/2008/1280 De RAAD van de gemeente Dordrecht; Raadsgriffie Spui boulevard 238 3311 GR DORDRECHT gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 6 januari 2009, Nr. SBC/2008/1280;

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2018ord Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling Verordening op

Nadere informatie

Artikel 5 Belastingjaar Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Belastingjaar Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Aalburg. Nr. 126014 28 december 2015 Verordening afvalstoffenheffing 2016 Vastgesteld door de gemeenteraad op 8 december 2015 Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland) Zaaknummer 56852 Afdeling Belastingen Ede, 10-11- De raad van de gemeente Ede: gelezen het voorstel Gemeentelijke Belastingverordeningen 2017 van burgemeester en wethouders d.d. 25-10-, met zaaknummer

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk ); DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk 380627); gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; BESLUIT: vast te

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013 AB/011902 Z/022388 1 Raadsbesluit De raad van de gemeente Boekel; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013 gelet op: Artikel 228a van de Gemeentewet BESLUIT: Vast te stellen

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2017ord Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling Verordening op

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018)

Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018) Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018) De raad van de gemeente Hengelo; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelet op de tekst van de tussen de gemeente Zoeterwoude en BIZ-vereniging Grote Polder te sluiten Uitvoeringsovereenkomst;

gelet op de tekst van de tussen de gemeente Zoeterwoude en BIZ-vereniging Grote Polder te sluiten Uitvoeringsovereenkomst; Besluit van de raad Registernummer: to/z15-09375-2510-b De raad van de gemeente Zoeterwoude; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 juli 2015; gelet op de bepalingen van de Gemeentewet;

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit:

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit: E MEENTE Ö.=N-LEUR De raad van de gemeente Etten-Leur; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; gelet op artikel 228a van

Nadere informatie

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING B16-026417 BIJLAGE K De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016, nr. RVB160074; gelet op artikel 228a, van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Raadsmededeling - Openbaar

Raadsmededeling - Openbaar Raadsmededeling - Openbaar Nummer : 182/2015 Datum : 26 november 2015 B&W datum : Beh. ambtenaar : D.J. den Hengst Portefeuillehouder : T.M.M. Kok Onderwerp : Bijstelling tarieven OZB 2016 Aanleiding Aan

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Vaststellen Herziene verordening onroerende zaakbelasting Opsterland 2015 Portefeuillehouder : Rob Jonkman

RAADSVOORSTEL. Vaststellen Herziene verordening onroerende zaakbelasting Opsterland 2015 Portefeuillehouder : Rob Jonkman RAADSVOORSTEL Raadsvergadering : 2 maart 2015 Agendapunt : Onderwerp Vaststellen Herziene verordening onroerende zaakbelasting : Opsterland 2015 Portefeuillehouder : Rob Jonkman Beetsterzwaag, 10 februari

Nadere informatie

besluit Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014.

besluit Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014. De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 228a, van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van

Nadere informatie

Verordening BI-zone De Vergulde Hand Vlaardingen Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, R.nr. 46.

Verordening BI-zone De Vergulde Hand Vlaardingen Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, R.nr. 46. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Vlaardingen. Nr. 125794 23 december 2015 Verordening BI-zone De Vergulde Hand Vlaardingen 2016 De gemeenteraad van Vlaardingen, Gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86;

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86; Gemeente Langedijk De raad van de gemeente Langedijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014.

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014. Gemeenteraad Onderwerp: Volgnummer 2013-77 verordening Rioolheffing Oss 2014 Dienst/afdeling GIDSTAF De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495; Verordening onroerende-zaakbelastingen 2016 De raad van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening reinigingsheffingen 2019 Aalburg

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening reinigingsheffingen 2019 Aalburg GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Aalburg Nr. 277556 27 december 2018 Verordening reinigingsheffingen 2019 Aalburg De raad van de gemeente Aalburg gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72; Besluit Verordening Rioolheffing Loon op Zand 2015 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72; gelet

Nadere informatie

NIEUWE Verordening onroerende-zaakbelastingen 2014

NIEUWE Verordening onroerende-zaakbelastingen 2014 NIEUWE Verordening onroerende-zaakbelastingen 2014 Rode tekst = vervallen of fout, Oranje tekst = afwijkend in huidige verordening/anders geformuleerd, Zwarte tekst = tekst gelijk gebleven, Gele arcering

Nadere informatie

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011 De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011 gelet op artikel 228 a, van de Gemeentewet; B E S L U I T: vast te stellen

Nadere informatie

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening Onroerende Zaakbelasting 2019 vast te stellen.

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening Onroerende Zaakbelasting 2019 vast te stellen. Raadsvoorstel Nummer: 178446 Behandeld door: A. van de Kamp Datum: 23 oktober 2018 Agendapunt: 11 Onderwerp: Verordening Onroerende zaakbelasting 2019 Geachte raad, Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is

Nadere informatie

Verordening bedrijveninvesteringszone Centrum Bergambacht 2016

Verordening bedrijveninvesteringszone Centrum Bergambacht 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Krimpenerwaard. Nr. 129152 28 december 2015 Verordening bedrijveninvesteringszone Centrum Bergambacht 2016 De raad van de gemeente Krimpenerwaard; gelezen het

Nadere informatie

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d..»..0.. ^^tevv-^o r Zo * gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; vast te stellen de volgende

Nadere informatie

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016;

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016; De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 oktober 2016; gezien het feit dat de gemeente op grond van artikel

Nadere informatie

Verordening rioolheffing

Verordening rioolheffing RAADSBESLUIT Vergadering d.d.: 14 december 2011 Agendanummer: 2011-106-6 Verordening rioolheffing De raad van de gemeente Woensdrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Verordening BI-zone winkelcentrum Willem de Zwijger

Verordening BI-zone winkelcentrum Willem de Zwijger CVDR Officiële uitgave van Alkmaar. Nr. CVDR379637_1 29 mei 2018 Verordening BI-zone winkelcentrum Willem de Zwijger 2016-2020 De raad van de gemeente Alkmaar; gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ; Gemeenteblad 594 DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer 2016-47779; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016; De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november ; gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening

Nadere informatie

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Hoofdstuk I Algemene bepalingen Nummer 201218842 a /EDV De raad der gemeente Veendam; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2012; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en

Nadere informatie