Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Traanklachten bij kinderen

Transcriptie

1 Traanklachten bij kinderen

2 TRAANKLACHTEN BIJ KINDEREN INLEIDING In het boven- en onderooglid zitten aan de neuskant twee kleine openingen (de traanpunten). Deze staan in verbinding met kanaaltjes van ongeveer 1 mm doorsnee (de canaliculi). Deze kanaaltjes komen samen en monden vervolgens uit in de traanzak. Van de traanzak loopt, door het bot van de neus, een dikker kanaal dat in de neus/keelholte uitmondt. De traanwegen zijn bij kinderen nauwer dan bij volwassenen. Bij een verkoudheid zwellen de slijmvliezen in de neus en in de traanwegen op. Bij kinderen is een verkoudheid soms al voldoende om een tijdelijke verstopping van de traanwegen te veroorzaken. Mede daardoor ontstaan bij verkouden kinderen vieze oogjes. Dit gaat vanzelf weer over als het kind niet verkouden meer is. AANGEBOREN VERSTOPPING VAN DE TRAANWEGEN Wanneer kinderen voortdurend last hebben van tranen of van afscheiding uit een oog, wordt dat vaak veroorzaakt door een aangeboren verstopping van de traanwegen. Bij een baby tot 6 en zelfs tot 12 maanden oud is dat meestal geen reden tot bezorgdheid en is de kans groot dat het vanzelf over gaat. Bij de geboorte is de uitmonding van het traankanaal in de neus meestal nog door een membraan afgesloten. In het algemeen gaat dit membraan binnen het eerste levensjaar, en meestal binnen de eerste zes levensmaanden, vanzelf open. Bij een aangeboren verstopping van de traanwegen komt er naast tranen vaak ook vieze afscheiding uit het oog. Meestal is dat niet het gevolg van een infectie, maar het gevolg van het indrogen van de tranen. Tranen bestaan voor meer dan 90% uit vocht en voor de rest uit slijm en vet. Terwijl het water grotendeels verdampt, blijven uitgedroogd slijm en vet op de ooglidranden achter. BEHANDELING VAN AANGEBOREN VERSTOPPING Wanneer een kind op de leeftijd van zes maanden of ouder last blijft houden van tranen, dan kan geprobeerd worden de aangeboren verstopping op te heffen.

3 MASSAGE EN SCHOONHOUDEN De eerste stap kan al op een leeftijd jonger dan 6 maanden worden gezet en wordt meestal overgeslagen bij kinderen ouder dan 12 maanden (er wordt dan direct gestart met sondage). De eerste stap bestaat uit het masseren (leegdrukken) van de traanzak en het schoonhouden van de oogjes. Hierbij moet met een vinger op de plaats van de traanzak (in de binnenooghoek) worden gedrukt. Door de massage wordt de traanzak leeg gedrukt. Het succespercentage van deze eerste behandelingsstap is niet goed bekend. SONDAGE VAN DE TRAANWEGEN Als massage niet helpt is de volgende stap sondage van de traanwegen. Deze stap vindt in het algemeen plaats vanaf een leeftijd van 12 maanden. Bij sondage worden de traanwegen voorzichtig doorgeprikt. Via het traanpuntje in het onderooglid en bovenlid wordt een dun metalen staafje door de traanwegen tot in de neus gebracht. De bedoeling is om het membraan te openen dat bij kinderen vaak aanwezig is bij de uitmonding van het traankanaal in de neus. Tijdens de sondage wordt bovendien nagegaan of de traanwegen doorgankelijk zijn en waar eventuele afwijkingen zitten. Om de sondage secuur en veilig te verrichten vindt deze ingreep onder narcose plaats, in dagbehandeling. Dit laatste houdt in dat u met uw kind s ochtends voor de ingreep naar het ziekenhuis komt en in de loop van de middag samen weer naar huis gaat. Er zijn aanwijzingen dat in de eerste 18 levensmaanden de kans op succes van sondage het grootst is en dat daarna de kans op succes met de jaren geleidelijk wat afneemt, maar helemaal duidelijk is dat niet. VOORBEREIDINGEN THUIS Geneesmiddelen met een antistollende (bij)werking, zoals kinderaspirine, mogen in de week voor de operatie niet gebruikt worden. Als uw kind hevig hoest, koorts of andere ziekteverschijnselen heeft, zal de ingreep moeten worden uitgesteld. Neemt u in dat geval contact op met het opnamebureau in het ziekenhuis. Bij twijfel kunt u altijd overleggen.

4 DAG VAN DE INGREEP Vanaf uur (12 uur s nachts) mag uw kind niets meer eten of drinken. Eventueel geneesmiddelengebruik graag vooraf met de oogarts overleggen. WAT MOET UW KIND MEENEMEN? afsprakenkaart, ponsplaatje, eventueel ziekenfondskaart; geneesmiddelen die eventueel gebruikt worden; een pyjama of andere gemakkelijke kleding voor in bed; een knuffel of ander speelgoed. Op de dag van de opname meldt u zich met uw kind bij de opnamebalie in de centrale hal van het ziekenhuis. Daarna gaat u naar de kinderafdeling. Op de afdeling weegt de verpleegkundige uw kind, neemt de temperatuur op en geeft zo nodig nog wat uitleg over de operatie. Uw kind krijgt een speciaal operatiehemd aan en verdovingspleisters op beide handen. De verdovingspleisters zorgen ervoor dat uw kind bijna niets voelt van de prik van de infuusnaald, die hij/zij op de operatieafdeling krijgt. De anesthesist of anesthesieverpleegkundige brengt een infuusnaaldje aan in de rug van de hand of de arm. Via dit infuus wordt een slaapmiddel toegediend waardoor uw kind binnen enkele seconden in slaap valt. Wanneer uw kind slaapt gaat u terug naar de kinderafdeling en wacht tot de ingreep is afgelopen. Dit duurt meestal niet langer dan 20 minuten. Soms wordt u kind met een kapje in slaap gebracht. De anesthesist of anesthesieverpleegkundige plaatst het narcosekapje over de neus en de mond. Hier doorheen stroomt een soort slaapgas. Dit ademt het kind in en valt langzaam in slaap. De ouder/verzorger blijft altijd bij het kind totdat het slaapt. NA DE INGREEP Na de sondage wordt uw kind naar de uitslaapruimte gebracht. Een van de ouders wordt erbij geroepen en kan het kind vervolgens begeleiden naar de kinderafdeling. Het is niet ongewoon dat er enig bloederig traanvocht uit het oog of de neus komt.

5 De oogarts komt na de ingreep langs om te vertellen hoe alles verlopen is. Wanneer uw kind voldoende hersteld is van de narcose (meestal duurt dat 3 tot 4 uur) mag u samen naar huis. OVERIGE RICHTLIJNEN Bij koorts boven 38,5º C of andere ziekteverschijnselen contact opnemen met ziekenhuis of huisarts. Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek oogheelkunde ( ) of met de kinderafdeling ( ).