De werkruimte regeling: Een werkbare situatie?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De werkruimte regeling: Een werkbare situatie?"

Transcriptie

1 De werkruimte regeling: Een werkbare situatie? 1

2 De werkruimteregeling; Een werkbare situatie? Naam: J.L. Lam Adres: v/d SandeBakhuyzenstraat 8 Postcode: 1223 CW Plaats: Hilversum Telefoon: Studentnr: Studie: Fiscale economie Begeleider: Dr. E. Poelmann Coördinator: Prof Dr. G.W.J.M Kampschoer RA 2

3 Inhoudsopgave. 1. Inleiding blz De werkruimteregeling tot 1 januari 2005 blz De werkruimteregeling tot 1 januari 2005 voor ondernemers blz Woning behoort tot het vermogen van de echtgenoot/ondernemer blz Woning behoort tot het vermogen van de echtgenoot/niet-ondernemer blz Woning is gemeenschappelijk eigendom blz De werkruimteregeling tot 1 januari 2005 voor resultaatgenieters blz De werkruimteregeling tot 1 januari 2005 voor aanmerkelijkbelanghouders blz De werkruimteregeling tot 1 januari 2005 voor werknemers blz De werkruimteregeling vanaf 1 januari 2005 blz De werkruimteregeling vanaf 1 januari 2005 voor ondernemers blz Woning behoort tot het vermogen van de echtgenoot/ondernemer blz Woning behoort tot het vermogen van de echtgenoot/niet-ondernemer blz Woning is gemeenschappelijk eigendom blz De werkruimteregeling vanaf 1 januari 2005 voor resultaatgenieters blz. 21 3

4 3.3. De werkruimteregeling vanaf 1 januari 2005 voor de aanmerkelijkbelanghouder blz De werkruimteregeling vanaf 1 januari 2005 voor de werknemer blz De veranderingen nader omschreven blz Artikel 2.14 Wet IB 2001 blz Artikel 3.16 Wet IB 2001 blz Artikel 3.17 Wet IB 2001 blz Artikel 3.93 Wet IB 2001 blz Artikel 3.95a Wet IB 2001 blz Artikel Wet IB 2001 blz Artikel 10 Wet VPB 1969 blz Artikel 15b Wet LB 1964 blz Treffen de veranderingen doel? blz Is de regeling eenduidiger? blz Is de regeling eenvoudiger? blz Vooruitblik op de werkkostenregeling blz Conclusie blz. 44 Bijlage I blz. 47 Literatuurlijst blz. 51 4

5 Inleiding Al jaren staat hoog op het programma van het ministerie van financiën om de regeldruk voor belastingplichtigen te verlagen. De administratieve lasten moeten omlaag is wat er vaak geroepen wordt. Voor de belastingen is dit nog niet zo gemakkelijk. Wat vaak begint als een vrij simpele regeling, wordt regelmatig aangepast om misbruik te voorkomen. Zo verandert een op zichzelf staande goede en simpele regeling toch in een ondoorgrondelijke regeling, die bovendien niet zelden daarna ook nog wordt gewijzigd in een Belastingplan. Dit komt de eenvoud en de rechtszekerheid niet ten goede. De regeling voor de werkruimte-thuis is ook zo n regeling die al verscheidene malen gewijzigd is. Deze regeling werd onder de Wet Inkomstenbelasting 2001 (hierna Wet IB 2001) zo ondoorgrondelijke dat de staatssecretaris op 1 januari 2005 deze regeling eens grondig heeft aangepast. In de technische herstelwet 2003 werd de vernieuwde werkruimte regeling gepresenteerd. De regeling werd aanzienlijk aangepast. Het doel van de nieuwe werkruimte regeling is om de loongenieters, de directeurgrootaandeelhouders, de ondernemers en de resultaatgenieters, allen hetzelfde te behandelen 1. Voor deze aanpassing liep de behandeling van deze belastingplichtigen nogal uiteen. Ook wilde de staatssecretaris dat de werkruimte zoveel mogelijk met de eigen woning regeling mee zou lopen 2. De doelstellingen van de staatssecretaris omtrent de nieuwe werkruimte regeling zijn duidelijk. Het is echter de vraag of dat deze zijn gehaald. In deze scriptie wil ik de vraag behandelen of de nieuwe werkruimte regeling eenduidiger en eenvoudiger is geworden? Dat is de centrale vraag die in deze bachelorscriptie beantwoord zal worden. Ook zal ik vooruitblikken op de nieuwe werkkostenregeling. Deze nog in te voeren regeling gaat ook de vergoedingen voor de werkruimte aan. Om te komen tot het antwoord op deze onderzoeksvraag zal in hoofdstuk 2 de werkruimte regeling van 2001 tot en met 2004 worden uitgediept. In hoofdstuk 3 zal de nieuwe 1 MvT Kamerstuk , nr. 3 2 MvT Kamerstuk , nr. 3 5

6 werkruimte regeling van 1 januari 2005 aan de orde komen. In hoofdstuk 4 zullen de veranderingen, artikelsgewijs, nader worden toegelicht. In hoofdstuk 5 zal vervolgens worden besproken of de regeling ook daadwerkelijk eenduidiger en eenvoudiger is geworden. In hoofdstuk 6 zal er een kleine vooruitblik zijn op het wetsvoorstel om de werkkosten regeling te versoepelen. Hier heeft ook de werkruimte regeling mee te maken en zal een kleine toelichting worden gemaakt. Tenslotte zal er worden afgesloten met de conclusie in hoofdstuk De werkruimteregeling tot 1 januari Met de inwerkingtreding van de Wet IB 2001 kreeg de werkruimte in de eigen woning veel belangstelling. Om het tariefverschil in box I en box III te overbruggen werd de terbeschikkingstellingregeling ingevoerd. De werkruimte, niet zijnde een kleine werkruimte, zou onder deze terbeschikkingstellingregeling vallen. De werkruimteregeling is vanuit de Wet Inkomstenbelasting 1964 (hierna Wet IB 1964) overgenomen naar de Wet IB Onder de Wet IB 1964 is de werkruimteregeling ingevoerd 3. Hier werd besloten dat: Het begrip kantoorruimte moet voor de onderhavige bepaling worden opgevat als werk- of studeerkamer, als ruimte waarin men zijn administratieve bezigheden of schrijvende arbeid verricht. De kantoorruimte zal in het algemeen worden gekenmerkt door de aanwezigheid van een bureau of schrijftafel en boekenkasten en dergelijke. Onder kantoorruimte valt niet alleen de kamer die speciaal als kantoorkamer is ingericht, maar ook het gedeelte van een kamer dat, of de andere ruimte die voor de administratieve werkzaamheden van de belastingplichtige is ingericht. 4 Met ingang van 1 januari 1997 is de werkruimte regeling aangepast. De beperking om kosten in aftrek te brengen geldt sindsdien niet alleen voor kantoorruimte maar voor elke werkruimte die tot de woning behoorde. Deze vereenvoudiging is aangebracht om een atelier of garage onder de werkruimte regeling te laten vallen. Ook is het grotendeels-criterium aangescherpt, sinds 1 januari 1997 geldt het hoofdzakelijk-criterium. Er moet sindsdien minimaal 70% van het inkomen in de werkruimte worden verworven. Deze aanscherping komt voort uit het gebruik van de werkruimte. In de praktijk is gebleken dat de huidige regeling er onvoldoende toe leidt dat de aftrek van de werkkamerkosten wordt beperkt tot die gevallen waarin er een 3 Kamerstukken II 1988/1989, nr. 3, blz Kamerstukken II 1988/1989, nr. 3, blz. 11 6

7 ondubbelzinnige band bestaat tussen de kosten van de werkkamer en de genoten inkomsten. Daarom wordt voorgesteld het bestaande grotendeels-criterium te vervangen door een hoofdzakelijk-criterium. Om voor aftrek van kosten voor een werkruimte in aanmerking te komen dienen de inkomsten derhalve hoofdzakelijk in de werkruimte te worden verworven, of indien geen soortgelijke werkruimte elders beschikbaar is in of vanuit de werkruimte. Voor de gevallen dat geen soortgelijke werkruimte elders beschikbaar is, willen zij voorkomen dat een onbedoelde reikwijdte wordt gegeven aan de aftrek van kosten van een werkruimte. Daarom wordt in die situatie als aanvullende eis gesteld dat de inkomsten in belangrijke mate in de werkruimte zijn verworven. Dit vereiste voorkomt dat ambulante personen die in feite niet of nauwelijks gebruik maken van een werkruimte thuis toch voor kostenaftrek ter zake van een dergelijke werkruimte in aanmerking komen. 5 Is er geen werkplek elders dan dienen de inkomsten voor 30% of meer in de werkruimte worden verworven en voor 70% of meer in of vanuit de werkruimte. Deze criteria zijn allemaal meegenomen naar de Wet IB Als het inkomen hoofdzakelijk in de werkruimte wordt verworven valt de werkruimte onder de ter beschikkingsstellingsregeling van art 3.91 en art 3.92 van de Wet IB Deze regeling is ingevoerd om de arbitrage tussen de boxen I en III te voorkomen. In de Memorie van Toelichting bij wetsvoorstel staat: Het regime voor resultaat uit overige werkzaamheden wordt tevens benut om enkele maatregelen te treffen ter voorkoming van belastingontwijking door het onderbrengen van ondernemingsvermogen bij een persoon die nauw met de ondernemer is verbonden. Zonder aanvullende maatregelen zouden daardoor de uit dit vermogen verkregen inkomsten worden aangemerkt als inkomen uit sparen en beleggen (box III) bij die andere persoon, in plaats van als winst uit onderneming (box I) bij de ondernemer. Door de voorgestelde maatregelen worden deze inkomsten in box I belast als resultaat uit overige werkzaamheden. 6 Het gevolg hiervan is dat ook over de waardevermeerdering van de werkruimte in box I zal worden afgerekend op het moment dat er niet meer wordt voldaan aan het inkomenscriterium. Uitzondering op de terbeschikkingstellingregeling is de zogenoemde kleine werkruimte van art 2.14, derde lid, onderdeel d, van de Wet IB In eerste instantie is bij de parlementaire behandeling besloten om vermogenswinsten ter zake van de eigen woning niet in de heffing te betrekken. Om dit doel te verwezenlijken werd in art 3.92 eerste lid, aanhef en onderdeel a, 5 Kamerstukken II 1996/1997, , nr. 3, blz Kamerstukken II 1999/2000, nr. 3, p. 31 7

8 Wet IB 2001 bepaald dat een werkkamer niet als vermogensbestanddeel in de zin van art 3.91 Wet IB 2001 wordt aangemerkt. Dit artikel gaf echter aanleiding tot allerlei misverstanden. In de Veegwet Wet IB is deze regel dan ook vervangen voor art 2.14, derde lid, onderdeel d, Wet IB Onder bepaalde voorwaarden wordt de werkruimte niet onder de terbeschikkingstellingregeling van art 3.91 Wet IB Deze voorwaarden zijn: - De ruimte behoort tot een woning die overigens als eigen woning wordt aangemerkt; - De ruimte kan fysiek niet als een zelfstandig deel van de woning worden aangemerkt; - De vloeroppervlakte van de werkruimte is niet groter dan een derde deel van de vloeroppervlakte van de woning. De werkruimte die een kamer of verdieping betreft in de woning of die via een aparte ingang is te bereiken wordt in ieder geval gezien als een fysiek zelfstandig werkruimte aldus de staatssecretaris in de MvT bij de Veegwet. Hiermee wordt aansluiting gezocht met de jurisprudentie omtrent de etikettering van de bouwkundig splitsbare panden. De eis van de vloeroppervlakte is enigszins opvallend. Deze eis is namelijk veel strenger dan in de jurisprudentie. In HR 21 september 1983 besliste de Hoge Raad dat een zelfstandig gevestigde boekhouder een pand dat hij voor 1/6 deel voor zijn onderneming gebruikte en voor 5/6 deel als woning gebruikte, geheel tot zijn ondernemingsvermogen mocht rekenen. Schut geeft aan dat naar zijn mening het omgekeerde ook mag. Dus 5/6 deel van de woning voor de onderneming en 1/6 deel van de woning voor privé gebruik, om deze tot het privé vermogen te rekenen. De terbeschikkingsteller heeft deze keuze niet, dit acht Schut onjuist 8 Voor de toepassing van de omvangcriteria wordt de verbonden schuur of garage blijkens de nota naar aanleiding van het verslag meegenomen bij de bepaling van de oppervlakte van de woning 9. In het besluit van 7 juni 2004 is door de staatssecretaris aangegeven dat als er meerdere delen in de woning ter beschikking worden gesteld, geldt de gezamenlijke oppervlakte van deze delen 10. Als aan bovenstaande voorwaarden is voldaan dan valt de werkkamer niet onder de terbeschikkingstellingregeling, maar in box III. 11 Indien de werkkamer ook nog voor privé doeleinden wordt gebruikt valt het volgens Van der Pol te verdedigen, dat de werkruimte de belastingplichtige nog als hoofdverblijf ter beschikking staat. Dit houdt in dat de eigen 7 Kamerstukken II, 2000/2001, , nr. 3, p. 40/41 8 Schut, werkruimte in de Wet Inkomstenbelasting 2001, WFR 2002/ Kamerstukken II 2000/2001, 27466, nr. 6, blz Besluit 7 juni 2004, CPP2004/774M 11 MvT Kamerstukken, 2000/2001, , nr. 3, blz. 40/41 8

9 woning regeling van toepassing is. Volgens de rangorde regeling komt na afdeling 3.4 Wet IB 2001, het resultaat uit overige werkzaamheden, de eigen woning regeling van afdeling 3.6. Hierna komt men pas toe aan het inkomen uit sparen en beleggen van box III. Voor de kleine werkruimte kan dan verdedigd worden dat de hypotheekrente aftrek gewoon volledig in stand blijft, aldus Van der Pol. 12 Als er wordt voldaan aan de bovengenoemde inkomenscriteria, dan kunnen er kosten voor de werkruimte in aftrek worden gebracht. De werkruimte valt dan niet onder de aftrek beperking van artikel 3.16 lid 1, Wet IB De kosten die dan aftrekbaar zijn, zijn de economische huurwaarde, 13 de kosten van de stoffering en het meubilair. 14 Ook de kosten van verwarming en elektriciteit en het behang en schilderwerk kunnen in aftrek worden gebracht. 15 Hierbij dient nog te worden opgemerkt dat gereedschappen niet onder de inrichting horen. Als de werkruimte niet voldoet aan het inkomenscriterium dan worden de gereedschappen niet van aftrek uitgesloten. 16 Het raamwerk van de werkruimte regeling tot 1 januari 2005 is hiermee gegeven. De invulling van de aparte belastingplichtigen volgt hierna. 2.1 De werkruimteregeling tot 1 januari 2005 voor ondernemers. Het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van hun onderneming doet de ondernemer geregeld in een werkruimte in de eigen woning. Vaak hebben zij zo n werkruimte naast hun bedrijfspand. Omdat de kosten die deze ruimte met zich mee brengt nogal eens onderwerp van geschil waren, zijn onder de Wet IB 1964 aanscherpingen gemaakt. Niet alle kosten omtrent deze werkkamer zijn aftrekbaar van de winst. Alleen als je voldoet aan de eisen dat er meer dan 70% van de inkomsten uit de werkkamer wordt verworven, of wanneer er geen andere werkruimte is zal er 30% of meer in de werkkamer moeten worden verworven en voor 70% of meer in of vanuit de werkruimte moeten worden verworven, mogen de kosten inzake de werkruimte in aftrek worden gebracht. De ondernemer heeft echter nog een bijkomend probleem omtrent de werkruimte. Hij krijgt namelijk ook nog te maken met de vermogensetikettering. Binnen de grenzen van de vermogensetikettering kan de werkruimte behoren tot het verplichte privévermogen, verplicht 12 Drs. I.A.S. van der Pol, 2001 p HR 17 november 1993, BNB 1994/ MvT, Wet van 13 december 1996, stb. 655, Kamerstukken II, , nr. 3, blz MvA, Kamerstukken II, 1996/1997, , nr. 5, blz MvT, Kamerstukken II, 1996/1997, , nr. 3, blz

10 ondernemingsvermogen of het keuze vermogen. Als er dan sprake is van geregistreerd partnerschap of huwelijk kan het zijn dat de werkruimte aan de partner toekomt. Hierna volgend worden er 3 situaties onderscheiden: - de woning behoort tot het vermogen van de echtgenoot, tevens de ondernemer; - de woning behoort tot het vermogen van de echtgenoot, niet zijnde de ondernemer; - de woning is gemeenschappelijk eigendom van beide echtelieden Woning hoort tot het vermogen van de echtgenoot/ondernemer. Als de woning behoort tot de echtgenoot die tevens de ondernemer is en een deel van de woning wordt als werkruimte gebruikt is, er sprake van gesplitst gebruik. Er kan dan worden gekozen om de gehele woning als privé vermogen, als ondernemingsvermogen of een deel van de woning als ondernemingsvermogen aan te merken. In beginsel mag de ondernemer zelf kiezen waar hij de woning onder wil laten vallen. Als het inkomenscriterium niet wordt gehaald en de woning derhalve onder box III valt, is het voordelig om de woning onder het privé vermogen te laten vallen. De waardestijging van de werkruimte in de woning wordt dan belast tegen het forfaitaire tarief van 1,2%, voor zover de woning onder de eigen woningregeling valt. Als er veel kosten zijn aan de woning kan het voordeliger zijn om de woning als ondernemingsvermogen aan te merken, dit kan zolang het privé gedeelte niet de overhand heeft. Dan zou de woning een deel privé vermogen en een deel als ondernemingsvermogen moeten worden aangemerkt. Andersom geldt het natuurlijk ook, de woning kan niet als privé vermogen worden aangemerkt als het bedrijfsgedeelte de overhand krijgt. 17 Als de ondernemer de woning etiketteert als privé vermogen en er wordt voldaan aan de aan het inkomenscriterium dan zijn de kosten en lasten ten behoeve van de werkruimte aftrekbaar. De kosten van de hypothecaire lening, dat is toe te rekenen aan de werkruimte vallen niet onder deze kosten. De werkruimte zelf valt niet meer onder de eigen woning regeling, maar in box III. De hypotheekrente aftrek over de werkruimte is dan ook niet meer aftrekbaar in box I. Jaarlijks wordt over de waarde van de werkruimte 1,2% aan vermogensrendementsheffing geheven. 17 Nota van herziening wetsontwerp beperking renteaftrek, Kamerstuk , nr. 8, blz

11 Mocht de werkruimte niet alleen ten behoeve van de onderneming worden gebezigd valt te verdedigen dat deze wel onder de eigenwoning regeling van artikel Wet IB 2001 valt. 18 De werkruimte staat dan namelijk nog steeds aan de belastingplichtige als hoofdverblijf ter beschikking. De hypotheekrente die aan de werkruimte is toe te rekenen blijft dan aftrekbaar in box I. De kosten die in aftrek mogen worden gebracht, als de aftrekbeperking van art 3.16 Wet IB 2001 niet van toepassing is, zijn bepaalbaar uit de bepalingen van de winst uit onderneming. Een fictief huurbedrag dat naar redelijkheid en billijkheid is vastgesteld kan in aftrek worden gebracht. De huur mag de economische huurwaarde zijn en hoeft niet gerelateerd te zijn aan het huurwaarde forfait. Ook zoals boven genoemd mogen alle kosten van stoffering, meubilair,onderhoudskosten, behang, schilderwerk, verwarming en elektriciteit in aftrek worden gebracht Woning behoort tot vermogen van de echtgenoot/ niet-ondernemer. Als de woning behoort tot de niet-ondernemer en de niet-ondernemer en de ondernemer zijn niet gehuwd in gemeenschap van goederen, dan valt er voor de niet-ondernemer niks te etiketteren. Als de niet-ondernemer de werkruimte in de woning ter beschikking stelt aan de ondernemer valt de werkruimte in beginsel onder de terbeschikkingstellingsregeling. De inkomsten uit deze werkruimte worden belast in box I bij het resultaat uit overige werkzaamheden tegen het progressieve tarief. De afschrijvingen kunnen hier wel op in mindering gebracht worden. De ondernemer mag een fictieve economische huurwaarde in aftrek brengen op zijn fiscale winst. Mocht de werkruimte aan de criteria van artikel 2.14, lid 3, onderdeel d, Wet IB 2001 voldoen, een onzelfstandige werkruimte en een vloeroppervlakte van minder dan 1/3 deel, dan valt de werkruimte niet onder de terbeschikkingstellingsregeling. De werkruimte valt dan in box III. Voldoet de werkruimte niet aan de criteria dan valt het wel zoals de hoofdregel bepaalt onder de terbeschikkingsstellingsregeling. Bij de ondernemer kan er een aftrekpost ter grootte van een fictieve gebruiksvergoeding voor de werkruimte worden opgevoerd. Hier tegenover wordt de economische huurwaarde minus de kosten en de afschrijvingen van de werkruimte in box I belast. 18 Drs. I.A.S. van der Pol, 2001, blz

12 Indien er sprake is van een man-vrouwfirma is het net iets anders. De echtgenoot kan voor haar deel van de onderneming dat deel van de werkruimte rekenen tot het privé vermogen. Als hiervoor wordt gekozen dan is het onder genoemde van toepassing. Het deel wat zij ter beschikking stelt aan de andere echtgenoot wordt behandeld zoals genoemd in hierboven Woning is gemeenschappelijk eigendom. Als er sprake is van algehele gemeenschap van goederen, dan wordt de onderneming niet automatisch voor rekening van beide echtgenoten gedreven in geval het een eenmanszaak betreft. De terbeschikkingstellingregeling is niet van toepassing als het een woning is die tot het privé vermogen behoort. Volgens de staatssecretaris 19 is er geen afgescheiden eigen vermogen als er een huwelijksgemeenschap is. Omdat er geen afgescheiden vermogen is kunnen de echtgenoten niet aan elkaar ter beschikkingstellen. De werkruimte in de woning valt dan ook niet onder de terbeschikkingstellingregeling. Overigens kan de ondernemer wel kiezen voor privé vermogen of ondernemingsvermogen. Ingeval van een man-vrouwfirma hebben beide echtgenoten een eigen onderneming. Toch stelt de staatssecretaris dat er niet aan de terbeschikkingsstellingsregeling wordt toegekomen: 20 Vanwege de algehele gemeenschap van goederen kunnen echtgenoten geen vermogensbestanddelen aan elkaar ter beschikking stellen. Voor het deel van het pand dat als eigen woning wordt aangemerkt is het huurwaardeforfait van toepassing (artikel Wet IB 2001). Het in de onderneming gebruikte deel wordt in aanmerking genomen voor de bepaling van het inkomen uit sparen en beleggen. Ten laste van de winst kan een fictieve gebruiksvergoeding in rekening worden gebracht. Die gebruiksvergoeding bedraagt ingevolge onderdeel c van artikel 3.17, eerste lid Wet inkomstenbelasting 2001 ten hoogste het voordeel uit sparen en beleggen dat ter zake van het pand in aanmerking wordt genomen en dat kan worden toegerekend aan de gebruiksperiode in de onderneming. 19 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6, blz Tweede kamer, vergaderjaar , nr.6, blz

13 2.2. De werkruimteregeling tot 1 januari 2005 voor resultaatgenieters. De werkruimte regeling voor resultaatgenieters verschilt weinig van de werkruimte regeling voor de IB-ondernemer. Beide vallen immers onder de Wet IB Op basis van artikel 3.16, lid 1, Wet IB 2001 wordt er eerst gekeken of de kosten van de werkruimte aftrekbaar zijn bij het resultaat uit overige werkzaamheden. Hiervoor moet worden beoordeeld of er aan het inkomenscriteria voldaan wordt. Als er 70% of meer van het totale inkomen in de werkruimte wordt verworven terwijl er elders een werkplek beschikbaar is of als er 70% of meer in of vanuit de werkruimte en 30% of meer van het totale inkomen in de werkruimte wordt verworven dan zijn de kosten aftrekbaar bij het resultaat uit overige werkzaamheden. Indien er niet wordt voldaan aan bovenstaande inkomenscriteria, dan zijn de kosten niet aftrekbaar bij het resultaat uit overige werkzaamheden. Als er voldaan wordt aan het inkomenscriteria dan geldt in beginsel de ter beschikkingstellingsregeling. De vergoeding die wordt ontvangen, wordt dan belast onder het resultaat uit overige werkzaamheden. Aangezien je de kosten mag aftrekken onder het resultaat uit overige werkzaamheden en die vergoeding vervolgens onder het resultaat uit overige werkzaamheden weer belast wordt, is het voordeel per saldo nihil. Als er wordt voldaan aan het inkomenscriteria en er is sprake van een kleine werkruimte, dan valt de werkruimte niet onder de ter beschikkingsstellingsregeling. Voor een kleine werkruimte gelden de criteria dat het onzelfstandig is en dat de oppervlakte van de werkruimte niet meer bedraagt dan een derde van de gehele woning. De wetgever wilde niet dat de kleine werkruimte onder de terbeschikkingsstellingsregeling zou vallen en heeft dat opgelost door middel van artikel 2.14, lid 3, onderdeel d, Wet IB De kostenvergoeding blijft hier dus onbelast en is wel aftrekbaar bij het resultaat uit overige werkzaamheden. 2.3 De werkruimteregeling tot 1 januari 2005 voor aanmerkelijk belanghouders. De werkruimte regeling voor aanmerkelijk belanghouders heeft naast de wetsartikelen in de Wet IB 2001 ook te maken met de artikelen in de Wet op de Loonbelasting en de Wet op de Vennootschapsbelasting. Daarnaast is er uiteraard de kwalificatie van de werkruimte. Op grond van artikel 15b, lid 1, onderdeel e, Wet op de Loonbelasting 2001 jo artikel 30 Uitvoeringsregeling (hierna: Uitv. Reg. LB 2001), behoren niet tot de belastingvrije vergoedingen: vergoedingen ter zake van werkruimte, de inrichting daaronder begrepen, in de woning, de aanhorigheden daaronder begrepen, van de werknemer indien: 13

14 - de werknemer buitenshuis tevens een soortgelijke werkruimte had en de werknemer het gezamenlijke bedrag van zijn belastbare loon, belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden in de zin van de Wet IB 2001 en winst uit een of meer ondernemingen in de zin van de Wet IB 2001 (zijn arbeidsinkomen) niet hoofdzakelijk ( 70% of meer) in de werkruimte thuis verdiende; of - de werknemer buitenshuis geen soortgelijke werkruimte had en de werknemer het gezamenlijke bedrag van zijn belastbare loon, belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden in de zin van de Wet IB 2001 en winst uit een of meer ondernemingen in de zin van de Wet IB 2001 (zijn arbeidsinkomen) niet grotendeels (70% of meer) in of vanuit de werkruimte thuis verdiende en in belangrijke mate (30% of meer) in de werkruimte thuis verdiende. Hieruit kan worden afgeleid dat er een belasting vrije vergoeding kan worden verstrekt op het moment dat de aanmerkelijk belanghouder voldoet aan het inkomenscriterium. De onbelaste vergoeding is op grond van artikel 31 Uitv. Reg. Wet LB 2001 gemaximeerd op 20% van de huur of de huurwaarde van de woning. Deze vrije vergoeding valt niet onder het resultaat uit overige werkzaamheden omdat de rangorde regeling bepaalt dat eerst afdeling 3.3 (inkomsten uit dienstbetrekking) komt en vervolgens afdeling 3.4 (resultaat uit overige werkzaamheden). Bij de B.V. kan deze vrij verstrekte vergoeding wel in aftrek worden gebracht van de winst. De ontvangen vergoeding is dus vrijgesteld bij de aanmerkelijk belanghouder en kan bij de B.V. in aftrek worden gebracht van de winst. Hier wordt dus een dubbel voordeel behaald. De maximale vergoeding die op basis van artikel 30 Uitv. Reg. Wet LB 2001 is vastgesteld op 20% van de huurwaarde van de woning, dit ongeacht hoeveel ruimte er als werkruimte gebruikt wordt. Als de aanmerkelijk belanghouder geen eigen woning heeft maar een huurwoning dan wordt er geen werkruimte ter beschikking gesteld maar een huurrecht. 21 Als er sprake is van een kleine onzelfstandige werkruimte op basis van artikel 2.14, lid 3 onderdeel d, Wet IB 2001 dan valt de werkruimte niet onder de terbeschikkingstellingregeling. Op basis van artikel 15d, lid 1, onderdeel e, Wet LB 2001 jo. Artikel 30 Uitv. Reg. Wet LB 2001 kan er hier ook een belastingvrije vergoeding van maximaal 20% van de huurwaarde worden verkregen. Tot 1 januari 2005 was er in artikel 30 Uitv. Reg. Wet LB 2001 alleen de criteria dat de aanmerkelijk belanghouder ten minste 70% van het gezamenlijk bedrag van zijn belastbaar loon, resultaat uit overige werkzaamheden en 21 Arends, A.J.M., Litjens, J.W.E., De werkruimte van de werknemer & aanmerkelijk belanghouder per 2005, blz

15 winst uit onderneming in de werkruimte moet verdienen, als er elders een werkruimte ter beschikking staat. Staat er naast deze werkruimte niet elders een werkplek ter beschikking dan moet er ten minste 70% van het gezamenlijk bedrag van belastbaar loon, resultaat uit overige werkzaamheden en winst uit onderneming in of vanuit de werkruimte verdienen en moet hij tenminste 30% van het gezamenlijk bedrag van het belastbaar loon resultaat uit overige werkzaamheden en winst uit onderneming in de werkruimte verdienen. Als er dus sprake is van een kleine onzelfstandige werkruimte waarin wel voldoende inkomen uit wordt verworven kan er op basis van de loonbelasting een belastingvrije vergoeding worden gegeven en op basis van de inkomstenbelasting wordt deze niet belast onder de terbeschikkingstellingregeling. Omdat de terbeschikkingstellingregeling hier niet van toepassing is, blijft ook de waardevermeerdering van de eigen woning onbelast. In de B.V. is de vergoeding voor de onzelfstandige kleine werkruimte, maar waarin wel wordt voldaan aan het inkomenscriterium, aftrekbaar van de winst. Volgens artikel 8 van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (hierna Wet VPB), wordt de winst mede bepaalt aan de hand van artikel 3.16, lid 1, van de Wet IB In dit artikel staat dat: Bij het bepalen van de winst komen mede niet in aftrek kosten en lasten die verband houden met de werkruimte, de inrichting daaronder begrepen, ten behoeve van de belastingplichtige zelf in zijn niet tot het ondernemingsvermogen behorende woning, de aanhorigheden daaronder begrepen, indien: - ingeval hij tevens soortgelijke werkruimte buiten de woning ter beschikking heeft, hij het gezamenlijke bedrag van zijn winst uit een of meer ondernemingen, belastbaar loon en belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden niet hoofdzakelijk in de werkruimte in de woning verwerft of - ingeval hij niet tevens soortgelijke werkruimte buiten die woning ter beschikking heeft, hij het gezamenlijke bedrag van zijn winst uit een of meer ondernemingen, belastbaar loon of belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden niet hoofdzakelijk in of vanuit de werkruimte in de woning verwerft of niet in belangrijke mate in de werkruimte in die woning verwerft. Als een aanmerkelijk belanghouder dus een kleine onzelfstandige werkruimte heeft, die wel voldoet aan het inkomenscriterium, krijgt hij een onbelaste vergoeding via de Loonbelasting, welke niet onder de ter beschikkingstellingsregeling valt vanwege artikel 2.14, lid 3, onderdeel d, wet IB 2001 en dus onbelast blijft bij het inkomen uit werk en woning, maar welke vergoeding wel aftrekbaar is bij de B.V. Hier heeft de aanmerkelijk belanghouder een dubbel voordeel. In zijn B.V. komt de vergoeding ten laste van de winst en in zijn privé inkomen wordt het niet belast. 15

16 Voldoet de aanmerkelijk belanghouder niet aan het inkomenscriterium van artikel 30 Uitv. Reg. Wet LB 2001, dan is de vergoeding die verkregen wordt belast in de loonheffing. In de B.V. is de vergoeding dan ook niet aftrekbaar. Er wordt immers in de Wet VPB 1969 bij de bepaling van de winst mede gebruik gemaakt van artikel 3.16 Wet IB Hierin staat dezelfde criteria als in de Uitv. Reg. Wet LB 2001 en is de vergoeding niet aftrekbaar als er niet wordt voldaan aan de inkomenscriteria. Als de aanmerkelijk belanghouder een werkruimte ten behoeve van de B.V. ter beschikking stelt welke niet valt onder de kleine onzelfstandige werkruimte en wel voldoet aan de inkomenscriteria, dan is de vergoeding die wordt verkregen onbelast onder de Loonbelasting. Wel valt deze vergoeding onder de terbeschikkingstellingregeling van artikel 3.92 Wet IB De vergoeding die verkregen is voor de werkruimte wordt onder het resultaat uit overige werkzaamheden wel belast. Ook wordt de vermeerdering van de werkruimte bij verkoop belast onder het resultaat uit overige werkzaamheden. Bij de B.V. kan de vergoeding in aftrek worden gebracht ten laste van de winst op basis van artikel 3.16, lid 1, Wet IB Hier wordt de vergoeding belast bij de aanmerkelijk belanghouder en in aftrek gebracht bij de B.V De werkruimteregeling tot 1 januari 2005 voor werknemers De werkruimte regeling voor de werknemers verschilt weinig van de werkruimte regeling voor de aanmerkelijk belanghouders. Het verschil is dat hier de aftrek van de B.V. minder van belang is voor de werknemer. Hij is immers geen aanmerkelijk belanghouder en heeft geen voordeel aan het feit of zijn verkregen vergoeding wel of niet bij de B.V. in aftrek kan worden gebracht. Bij de werknemer is alleen van belang of hij voldoende inkomen verdient in de werkruimte en of de werkruimte valt onder een kleine werkruimte. Het gaat hier om het inkomenscriteria van artikel 30 Uitv. Reg. Wet LB Als de werknemer buiten zijn werkruimte een werkplek elders ter beschikking heeft moet hij 70% of meer van zijn totale inkomen in de werkruimte verwerven. Heeft de werknemer geen werkplek elders ter beschikking dan moet hij 70% of meer zijn totale inkomen in of vanuit de werkruimte verwerven en 30% of meer van zijn totale inkomen in de werkruimte verwerven. Als de werknemer voldoet aan het inkomenscriteria dan is de vergoeding, die maximaal 20% van de huurwaarde bedraagt op basis van artikel 31 Uitv. Reg. Wet IB 2001, niet belast is onder de loonbelasting. 16

17 3. De werkruimteregeling vanaf 1 januari 2005 Sinds 1 januari 2005 is de werkruimte regeling ingrijpend gewijzigd. Het doel van de wetgever is om door middel van deze aanpassing een zoveel mogelijke gelijke behandeling van werkruimte te verkrijgen voor ondernemers, resultaatgenieters, directeurengrootaandeelhouders en werknemers. In beginsel is het de bedoeling om de werkruimte mee te laten lopen met de eigen woning regeling. 22 Het eigenwoningforfait is dan van toepassing evenals de hypotheekrente aftrek. Hiermee wordt er voorkomen dat er veel van de werkruimtes onder de terbeschikkingstellingsregeling vallen. Het voordeel wat hieraan hangt is dat de waardemutaties van de werkruimte niet in box I belast zijn. Om te zorgen dat de meeste werkruimtes onder de eigenwoningregeling vallen, is er een nieuwe werkruimte definitie. Een werkruimte wordt pas fiscaal als werkruimte aangemerkt als wordt voldaan aan het zelfstandigheidcriteria en het inkomenscriteria. Het zelfstandigheidcriterium houdt in dat de werkruimte een dergelijke mate van zelfstandigheid heeft, zodat het is te onderscheiden van de rest van de woning. Hiermee wordt bedoeld dat er bijvoorbeeld een eigen in- of opgang is. Ook valt te denken aan eigen sanitair in de werkruimte. De staatssecretaris noemt in de memorie van toelichting dat hij het van belang acht dat er additionele kosten opgeroepen worden door de werkruimte. een inpandige slaapkamer of zolderkamer, die als werkruimte wordt gebruikt, is niet een naar verkeersopvatting zelfstandige werkruimte en kan daarom niet als werkruimte in de zin van de nieuwe werkruimte regeling kwalificeren. Alleen een werkruimte die een zodanige zelfstandigheid bezit, dat de ruimte ook als zodanig verhuurd zou kunnen worden aan derden, kwalificeert als een werkruimte in fiscale zin. 23 Waarom de wetgever voor het naar verkeersopvatting zelfstandige werkruimte heeft gekozen is Van Mourik een raadsel. Volgens Van Mourik had de wetgever beter aan kunnen sluiten bij het begrip uit de vermogensetiketteringsjurisprudentie, bouwkundig splitsbaar 24. Hoe zich dit verhoudt met de vermogensetiketteringsjurisprudentie van de Hoge Raad is nog niet geheel duidelijk. De staatssecretaris heeft er wel zijn gedachten over laten gaan de achterliggende gedachte is steeds geweest dat alleen de werkruimte die een dusdanige zelfstandigheid bezit, dat zij ook als zodanig verhuurd zou kunnen worden aan derden, kwalificeert als werkruimte. Overige als 22 MvT Kamerstukken II, , nr.3, p MvT Kamerstukken II , , nr. 3, p.4 24 Mourik, M.J.J.R. van, Fiscale geschriften 21, hoofdstuk 7, p.3 17

18 werkruimte in gebruik zijnde gedeelten van de eigen woning waarvoor niet of nauwelijks additionele kosten zullen worden gemaakt, dienen mee te lopen in de eigenwoningregeling. Ten opzichte van de vermogensetiketteringjurisprudentie van de Hoge Raad betekent dit een afwijking voor de kleinere werkruimtes die geen zelfstandig gedeelte van de eigen woning vormen en daardoor meelopen in de eigenwoningregeling. 25 Naast het zelfstandigheidsvereiste is er ook nog het inkomensvereiste. Als de belastingplichtige niet een bepaald deel van zijn inkomen in of vanuit de werkruimte verdiend, kan de werkruimte geen kwalificerende werkruimte zijn. Volgens de staatssecretaris kwalificeert een werkruimte als fiscale werkruimte als de persoon aan wie de zelfstandige ruimte ter beschikking staat tenminste een substantieel deel van zijn inkomen in die ruimte verwerft. Welk gedeelte van het inkomen in de ruimte verdiend moet worden, hangt af van het al dan niet hebben van een werkruimte elders (bijvoorbeeld in het kantoor van de werkgever). Als men over een werkruimte elders beschikt, moet ten minste 70% van het inkomen in de ruimte thuis worden verdiend. Als men niet elders de beschikking heeft over een werkruimte, moet ten minste 30% van het inkomen in de ruimte thuis worden verdiend. Dit inkomenscriterium is ontleend aan de bestaande wetgeving. 26 Het referentie inkomen is echter niet in alle regelingen die te maken hebben met de werkruimte regeling gelijk. Bij de vennootschapsbelastingplichtige lichamen en de directeurgrootaandeelhouder gaat het referentie inkomen uit van het belastbare loon als maatstaf. Bij de IB-ondernemer en de resultaatgenieter wordt het belastbare loon, de belastbare winst uit een of meer ondernemingen en het resultaat uit overige werkzaamheden als maatstaf genomen. Van Mourik is het met deze keuze van de wetgever niet eens: Waarom niet ook bij de dga een referentie-inkomen dat aansluit bij zijn totale arbeidsinkomsten? Het argument van de wetgever is dat de BV niet op de hoogte hoeft te zijn van het overige inkomen van zijn dga. De IB-ondernemer die personeel in dienst heeft wordt wel geacht om het totale inkomen van zijn personeel te weten. Hier heeft de wetgever blijkbaar het idee van een eenduidigere regeling even los gelaten. Het lijkt mij duidelijk dat het voor de B.V. vrij gemakkelijk is om het totale inkomen van de directeur-grootaandeelhouder te achterhalen. 25 Wetgevingscommentaar NOB 25 september 2003 paragraaf 2.2, blz.3 26 MvT Kamerstukken II , , nr.3, p.5 18

19 3.1. De werkruimteregeling vanaf 1 januari 2005 voor ondernemers De werkruimteregeling voor ondernemers is vanaf 2005 zoals hierboven al is aangegeven, aanzienlijk gewijzigd. Als ondernemer met een werkruimte in de eigen woning, moet er eerst afgevraagd worden of het gaat om een kwalificerende werkruimte. Een kwalificerende werkruimte is een werkruimte die zelfstandig is en waaruit voldoende inkomen wordt verworven. Ook hier is er weer sprake van het huwelijksgoederen regime. Hierna volgend worden er 3 situaties onderscheiden: - de woning behoort tot het vermogen van de echtgenoot, tevens de ondernemer; - de woning behoort tot het vermogen van de echtgenoot, niet zijnde de ondernemer; - de woning is gemeenschappelijk eigendom van beide echtelieden. Er wordt bij onderstaande uitgegaan dat de werkruimte tot het privé vermogen behoort en niet tot het ondernemingsvermogen De woning hoort tot het vermogen van de echtgenoot/ondernemer. Is er sprake van een fiscaal gezien kwalificerende werkruimte die voor de onderneming gebruikt wordt en deze woning behoort tot het vermogen van de ondernemer, dan verlaat deze werkruimte de eigen woning regeling. Het eigenwoning forfait evenals de hypotheekrente aftrek van deze werkruimte kunnen niet meer in box 1 worden meegenomen. De kwalificerende werkruimte verhuist naar box III evenals de hypotheekschuld voor het deel van de werkruimte. Voor de kwalificerende werkruimte geldt de aftrek uitsluiting van artikel 3.16, lid 1, Wet IB 2001 niet. Wel geldt de aftrekbeperking van artikel 3.17, eerste lid, aanhef en onderdeel c, sub 1, Wet IB Deze bepaling zegt dat de kosten en lasten die verband houden met de werkruimte in aftrek kunnen worden gebracht tot het bedrag dat als voordeel uit sparen en beleggen in box III in aanmerking wordt genomen, alsmede een evenredig deel van de kosten die in huurverhoudingen door de huurder plegen te worden gedragen. Kortom aftrekbaar is maximaal 4% van de waarde van de werkruimte, hier bovenop komt dan een evenredig deel van de kosten die in huurverhoudingen door een huurder zouden worden betaald. Hier wordt dan dus een tariefsvoordeel behaald. In box I wordt het bedrag tegen een progressief tarief in aftrek gebracht, terwijl hetzelfde bedrag min de vrijstelling tegen een tarief van 30% wordt belast. Wel wordt er in box I hypotheekrente aftrek misgelopen. Daar 19

20 die nu ook in box III terecht is gekomen. Dat de werkruimte hier in twee boxen bij dezelfde belastingplichtige in aanmerking wordt genomen levert geen strijd op met de rangorde regeling van artikel 2.14 Wet IB De werkruimte genereert strikt gezien geen inkomen. In artikel 2.14, lid 2, Wet IB 2001 staat dat vermogensbestanddelen die inkomen in box I genereren niet in box III kunnen vallen. Is er sprake van een niet-kwalificerende werkruimte dan blijft de werkruimte meelopen in de eigenwoningregeling. Het gehele eigenwoning forfait dient te worden opgegeven. Hier tegenover staat dat ook de gehele hypotheekrente aftrek in aanmerking kan worden genomen. De kostenaftrekbeperking van artikel 3.16 Wet IB 2001 geldt nu. Hierin wordt gesteld dat de kosten en lasten die verband houden met de werkruimte en de inrichting daaronder begrepen niet in aftrek kunnen worden gebracht De woning behoort tot het vermogen van de echtgenoot/niet-ondernemer. Als er sprake is van een kwalificerende werkruimte die behoort tot het vermogen van de echtgenoot/niet-ondernemer, dan is in beginsel de terbeschikkingstellingregeling van artikel 3.92 en 3.93 Wet IB 2001 van toepassing. De kwalificerende werkruimte wordt dan ter beschikking gesteld aan de onderneming van de ondernemer. Bij de niet-ondernemer valt de werkruimte onder het resultaat uit overige werkzaamheden. De kosten en lasten van de werkruimte zijn aftrekbaar, de vergoedingen en de waardemutaties van de werkruimte worden in box I belast. Als de werkruimte volledig aan de onderneming ter beschikking wordt gesteld, kan de werkruimte geen onderdeel meer vormen van de eigen woning, op basis van de rangorde regeling. Voor de ondernemer zelf geldt dat hij de vergoeding die hij betaalt aan de niet-ondernemer mag aftrekken van de belastbare winst uit onderneming. Dit op basis van art 3.17, lid 1, onderdeel c, Wet IB Is er sprake van een niet kwalificerende werkruimte dan volgt er geen terbeschikkingstelling. In artikel 3.93, eerste lid, aanhef en onderdeel b staat dat terbeschikkingstelling van de werkruimte achterwege blijft, indien de ondernemer waaraan de werkruimte ter beschikking wordt gesteld. Volgens Fase 27 is het maar de vraag of de regeling hier sluitend is. De aftrekuitsluiting ziet op de woning van de belastingplichtige zelf en de woning van personen die behoren tot het huishouden van de belastingplichtige. Als er een werkruimte ter beschikking wordt gesteld aan een verbonden persoon, is dus in beginsel niet aan 27 Fase, A.A., De werkruimte thuis, blz.3. 20

21 bovenstaande eis voldaan, tenzij de verbonden persoon tot het huishouden van de belastingplichtige behoort. Dit hoeft niet altijd het geval te zijn, aangezien de groep met verbonden personen aanzienlijk groter is dan de groep mensen die tot het huishouden behoren. Er kan dus in bepaalde gevallen een vergoeding ten laste van de winst uit onderneming worden gebracht voor het ter beschikking stellen van een niet kwalificerende werkruimte. Het gevolg hiervan is dat ook niet kwalificerende werkruimtes onder de terbeschikkingstellingregeling kunnen vallen. Dit kan niet de bedoeling van de wetgever zijn geweest, dat de regeling hier niet sluit. Op een niet kwalificerende werkruimte is de aftrek uitsluiting van artikel 3.16, lid 1, Wet IB 2001 van toepassing. Er mogen dan ook geen kosten ten laste van de winst worden gebracht die betrekking hebben op de werkruimte De woning is gemeenschappelijk eigendom. Als de eigen woning samen met de kwalificerende werkruimte tot de algehele huwelijksgemeenschap behoort dan is de werkruimte van de ondernemer. De argumenten die hieraan ten grondslag liggen zijn civielrechtelijk van aard. De ondernemer is immers bestuursbevoegd over de goederen die behoren tot de huwelijksgemeenschap. Ook zullen crediteuren zich beroepen op de gehele gemeenschap en niet alleen tot het aandeel van de schuldenaar. De kwalificerende werkruimte valt dan ook in box III. De kosten ten hoogte van maximaal 4% van de waarde van de werkruimte evenals een vergoeding die een huurder ook zou betalen mogen bij de winst uit onderneming in aftrek worden gebracht. Aangezien de werkruimte naar box III verhuist kan de hypotheekrente aftrek en het eigenwoningforfait niet in aanmerking worden genomen. Als de werkruimte niet fiscaal kwalificeert als zijnde fiscale werkruimte dan loopt deze gewoon mee in de eigenwoningregeling. Het eigen woning forfait evenals de hypotheekrente dient in aanmerking te worden genomen De werkruimteregeling vanaf 1 januari 2005 voor resultaatgenieters Voor de resultaat genieters is de werkruimte regeling nagenoeg gelijk aan de ondernemers. Ook hier moet eerst worden gekeken of de werkruimte zich kwalificeert als een fiscale werkruimte. Voldoet de werkruimte aan de criteria, het zelfstandigheidcriterium en het inkomenscriterium, dan valt de werkruimte regeling niet meer onder de eigenwoning regeling. 21

22 Als deze werkruimte tot het privé vermogen behoort, dan wordt de werkruimte verplaatst naar box III. De hypotheekrente aftrek over de werkruimte is niet meer aftrekbaar. Ook het eigenwoning forfait hoeft niet meer bijgeteld worden. De werkruimte is belast in box III tegen het daar geldende tarief, wat neer komt op 1,2 % effectief. Aftrekbaar in box I is een huurvergoeding. Aangezien artikel 3.16, lid 1, Wet IB 2001 hier niet geldt, deze geldt immers alleen voor niet kwalificerende werkruimte, geldt hier de aftrekbeperking van artikel 3.17, lid 1, onderdeel c, Wet IB Deze aftrekbeperking komt erop neer dat kosten en lasten in aftrek kunnen worden gebracht tot het bedrag dat als voordeel uit sparen en beleggen in box III in aanmerking kan worden genomen. Het maximale bedrag wat aftrekbaar is, is 4% van de waarde van de werkruimte plus een evenredig deel van de kosten die door een huurder in huurverhoudingen ook zou worden betaald. Als de fiscaal kwalificerende werkruimte behoort tot het vermogen van de partner, dan valt de werkruimte onder de terbeschikkingstellingregeling bij de partner. De werkruimte verhuist van de eigenwoning regeling naar de terbeschikkingstellingregeling. De werkruimte valt dan onder het resultaat uit overige werkzaamheden. De kosten en lasten van de werkruimte zijn aftrekbaar bij het resultaat uit overige werkzaamheden. De vergoeding die verkregen wordt voor de werkruimte evenals de waardemutatie van de werkruimte is belast onder het resultaat uit overige werkzaamheden. Bij de resultaatgenieter is de vergoeding die betaald wordt voor het gebruik van de werkruimte aftrekbaar. Ook hier valt de werkruimte onder de aftrekbeperking van artikel 3.17, lid 1, onderdeel c, Wet IB Naast de vergoeding voor het gebruik van de werkruimte is ook een evenredig deel van de kosten die aan een externe huurder zou worden gevraagd aftrekbaar. Is de werkruimte van beide echtgenoten dan valt de kwalificerende werkruimte in box III. Zoals hierboven is omschreven mag er een vergoeding van maximaal 4% van de waarde van de werkruimte worden afgetrokken van de winst. Ook mag er een vergoeding die in huurderverhoudingen aan de huurder zou worden gevraagd in aftrek worden gebracht van het resultaat uit overige werkzaamheden. Kwalificeert de werkruimte zich niet als zijnde een kwalificerende werkruimte dan loopt deze mee in de eigen woning regeling. De hypotheek rente aftrek blijft op de gehele woning inclusief werkruimte van toepassing. Ook het eigen woning forfait blijft voor de gehele woning inclusief de werkruimte van toepassing. Er kan geen vergoeding voor de werkruimte ten last van het resultaat worden gebracht, als de werkruimte zich niet kwalificeert als fiscale werkruimte. 22

23 3.3. De werkruimteregeling vanaf 1 januari 2005 voor de aanmerkelijkbelanghouder. De regeling voor de aanmerkelijkbelanghouder is per 1 januari aanzienlijk gewijzigd. Dit om te zorgen dat er de discrepantie tussen de aftrekbare kosten en onbelaste vergoedingen ongedaan wordt gemaakt. Het blijft van belang of de werkruimte fiscaal kwalificerend is of niet. Is de werkruimte een niet kwalificerende werkruimte dan valt het net zoals bij de ondernemer en de resultaatgenieter onder de eigen woning regeling. De hypotheekrente aftrek is over de eigen woning inclusief de werkruimte, evenals het eigenwoning forfait. De vergoeding die door de B.V. aan de aanmerkelijkbelanghouder wordt verstrekt valt dan onder het loon en is belast onder de loonbelasting. Dit is in overeenstemming met de jurisprudentie. 28 Deze vergoeding is wel aftrekbaar bij de B.V. zelf. Hier is dus een mooi evenwicht ontstaan aldus Arends en Litjens. 29 Zoals in het voorgaande is besproken was dit evenwicht voor 1 januari 2005 niet. Als de ruimte zich fiscaal gezien kwalificeert als zijnde fiscale werkruimte dan kan de werkgever een vergoeding verstrekken voor het gebruik van de werkruimte ten behoeve van de onderneming. In artikel 30 en 31 Uitv. Reg. LB 2001 wordt er geregeld wanneer er een belastingvrije vergoeding ter zake van de werkruimte in de woning van de aanmerkelijkbelanghouder kan worden verstrekt. Deze criteria slaat dan weer op het inkomens- en het zelfstandigheidcriterium. Ook zit er een maximum aan de vergoeding die belastingvrij verstrekt mag worden. Maximaal mag er 20% van de huurwaarde van de woning bij een eigen woning worden vergoed. Bij dit maximum zitten dan ook de energie kosten en de kosten van de inrichting. Als er meer wordt vergoed dan wordt dit tot het belastbare loon gerekend. In de inkomstenbelasting valt de vergoeding onder de terbeschikkingstellingregeling. Dit ongeacht of de vergoeding in de loonbelasting geheel of gedeeltelijk is vrijgesteld. De vergoeding valt in de inkomstenbelasting onder het resultaat uit overige werkzaamheden. De vergoeding is dan al dan niet geheel vrijgesteld in de loonbelasting, in de inkomstenbelasting is deze progressief belast in box I. Dit komt door het nieuwe onderdeel d van artikel 2.14 van de Wet IB Hierdoor wordt er een inbreuk op de rangorde regeling gemaakt. Volgens de 28 HR 10 februari 1999, nr , BNB 1999/130 en HR 15 december 1999, nr , BNB 2000/ Arends, A.J.M., Litjens, J.W.E., De werkruimte van de werknemer & aanmerkelijkbelanghouder per 2005, p. 3 23

24 memorie van toelichting is deze bepaling opgenomen om geen verschil in behandeling te doen ontstaan tussen de situaties waarin een aanmerkelijkbelanghouder een pand aan zijn B.V. verhuurt en die waarin de B.V. een zelfstandige werkruimte van hem huurt dan wel hem een vergoeding geeft omdat hij een zelfstandige werkruimte ten behoeve van de B.V. gebruikt 30. De terbeschikkingstellingregeling is volgens de bedoeling van de wetgever alleen van toepassing als een belastingplichtige een kwalificerende werkruimte in zijn eigen of gehuurde woning ter beschikking stelt aan zijn B.V. Ook is de terbeschikkingstellingregeling van toepassing als een met hem verbonden persoon als bedoeld in artikel 3.92, lid 2, onderdeel b, Wet IB 2001 een aanmerkelijk belang heeft. Mocht er sprake zijn van een gehuurde woning dan wordt het huurrecht ter beschikking gesteld en niet de huurwoning. 31 Zo blijft de waardevermeerdering van de huurwoning buiten de inkomstenbelasting. Om het bedoelde evenwicht te creëren tussen de inkomstenbelasting en de loonbelasting aan de ene kant en de aftrekbaarheid in de vennootschapsbelasting aan de andere kant is er een nieuw artikel in de Wet VPB 1969 ingevoerd, artikel 10, lid 1, onderdeel i. Dit artikel was nodig om een vertaalslag te maken van het artikel 3.16 en 3.17 Wet IB 2001 naar de relatie van een directeur-grootaandeelhouder met zijn B.V. In het nieuwe artikel 10, lid 1, onderdeel i, Wet VPB 1969 wordt er mogelijk gemaakt dat aftrek ten behoeve van de werkruimte mogelijk moet zijn als er sprake is van een kwalificerende werkruimte. Wordt er niet aan de criteria voldaan dan wordt de vergoeding als loon belast. De criteria in het artikel 10, lid 1, onderdeel i Wet VPB 1969 is beperkter geformuleerd dan artikel 30 Uitv. Reg. LB 2001 en artikel 3.16 Wet IB In artikel 10, lid 1, onderdeel i Wet VPB 1969 is alleen het looninkomen van de aanmerkelijkbelanghouder van belang. Het gevolg hiervan kan zijn dat de werkruimte wel kwalificerend is voor de vennootschapsbelasting maar bijvoorbeeld niet voor de loonbelasting, aldus Arends en Litjens. 32 Mocht dit zich voordoen dan leidt dat niet tot gevolgen die niet beoogd zijn. De vergoeding die in aftrek wordt gebracht bij de B.V. wordt toch bij de aanmerkelijkbelanghouder in de inkomstenbelasting belast. 30 MvT Kamerstukken II , , nr. 3, p.9 31 MvT Kamerstukken II , , nr. 3, p Arends, A.J.M., Litjens, J.W.E., De werkruimte van de werknemer & aanmerkelijkbelanghouder per 2005, p

Signalering. Stappenplan fiscale beoordeling werkruimte

Signalering. Stappenplan fiscale beoordeling werkruimte Signalering Stappenplan fiscale beoordeling Werkruimte algemeen De fiscale behandeling van de in een woning is afhankelijk van de feiten en omstandigheden en wordt mede om die reden vaak als ingewikkeld

Nadere informatie

In dit stroomschema wordt ervan uitgegaan dat de woning in eigendom is van de ondernemer, dan wel dat

In dit stroomschema wordt ervan uitgegaan dat de woning in eigendom is van de ondernemer, dan wel dat Werkruimte in de woning van de ondernemer In dit stroomschema wordt ervan uitgegaan dat de woning in eigendom is van de ondernemer, dan wel dat de woning gemeenschappelijk eigendom is van de ondernemer

Nadere informatie

Het zelfstandigheidscriterium

Het zelfstandigheidscriterium Een meerderheid van de Nederlandse MKB-ers werkt (deels) vanuit thuis. Mogen de kosten die verband houden met deze werkruimte dan als kosten opgevoerd worden? De fiscale regeling voor de aftrekmogelijkheid

Nadere informatie

Kantoor aan huis Zorg dat u de diverse regelingen goed toepast! Whitepaper Versie 27.07

Kantoor aan huis Zorg dat u de diverse regelingen goed toepast! Whitepaper Versie 27.07 Kantoor aan huis 2016 Zorg dat u de diverse regelingen goed toepast! Whitepaper 2016 Versie 27.07 In dit whitepaper: Het lijkt aantrekkelijk: wonen en werken in één pand. Maar een kantoor aan huis is lang

Nadere informatie

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017)

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017) 34 552 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017) DERDE NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 In artikel I worden na onderdeel D drie

Nadere informatie

Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen. Herman M. Kappelle. 1. Wat wilde de wetgever bereiken?

Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen. Herman M. Kappelle. 1. Wat wilde de wetgever bereiken? Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen Herman M. Kappelle 1. Wat wilde de wetgever bereiken? Terzake van de wijzigingen van het fiscale regime van de kapitaalverzekeringen in de Wet IB 2001, had

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 552 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017) Nr. 20 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 4 november 2016

Nadere informatie

Onderneming en ondernemerschap

Onderneming en ondernemerschap FFEBLR0133 Syllabus HES Rotterdam School Financial Management Onderneming en ondernemerschap Bij het beoordelen van de vraag, of er sprake is van een (objectieve) onderneming kijkt de rechter o.a. naar:

Nadere informatie

Evaluatie van de fiscale behandeling van de werkruimte

Evaluatie van de fiscale behandeling van de werkruimte Evaluatie van de fiscale behandeling van de werkruimte 1. Inleiding Met ingang van 1 januari 2005 is de fiscale behandeling van de werkruimte gewijzigd. 1 Oogmerk bij die wijziging was te komen tot een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 026 Wijziging van belastingwetten c.a. (Technische herstelwet 2003) Nr. 9 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Echtscheiding en eigen woning

Echtscheiding en eigen woning Echtscheiding en eigen woning 25 april 2013 Echtscheiding is aan de orde van de dag. Ruim 36 % van alle huwelijken eindigt door echtscheiding. Onder ondernemers ligt dat percentage nog wat hoger. Bij een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 30 200 Wijziging van belastingwetten en enige andere wetten in verband met noodzakelijk technisch herstel (Technische herstelwet 2005) Nr. 8 BRIEF

Nadere informatie

Ondernemen vanuit uw eigen woning

Ondernemen vanuit uw eigen woning Ondernemen vanuit uw eigen woning Het ondernemen vanuit het eigen huis, het "thuiswerken", wordt steeds populairder. De kosten van het ondernemen vanuit uw eigen huis zijn in principe niet aftrekbaar.

Nadere informatie

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren.

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren. Als directeur-grootaandeelhouder (dga) bent u in de unieke positie om zaken te doen met uw eigen bv. Partijen moeten dan wel zakelijk met elkaar omgaan en afspraken moeten goed zijn vastgelegd. Wie de

Nadere informatie

Zakendoen met uw eigen bv: de kansen en mogelijkheden Doe er uw voordeel mee!

Zakendoen met uw eigen bv: de kansen en mogelijkheden Doe er uw voordeel mee! Met geld van uw bv kunt u belastingvrij genieten! Zakendoen met uw eigen bv: de kansen en mogelijkheden Doe er uw voordeel mee! Een directeur-grootaandeelhouder is in de unieke positie om zaken te doen

Nadere informatie

Het kabinet was verder voornemens om de tariefopstap van te verhogen naar Dit voornemen is echter niet doorgevoerd.

Het kabinet was verder voornemens om de tariefopstap van te verhogen naar Dit voornemen is echter niet doorgevoerd. Eindejaarstips 2018 Algemeen: Ondernemers en rechtspersonen 1. Verhoging BTW- tarief Per 1 januari 2019 gaat het lage BTW- tarief van 6% omhoog naar 9%. Deze verhoging heeft betrekking op onder meer de

Nadere informatie

info &boon tips & boon

info &boon tips & boon tips & boon Uw positie als DGA Fiscale actualiteiten 2010 Ruim één op de vijf ondernemers is directeur-grootaandeelhouder (dga). Voor het kabinet aanleiding om, zeker in het huidige economische klimaat,

Nadere informatie

Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden. 23 juli 2014

Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden. 23 juli 2014 Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden 1 Doe er uw voordeel mee! Een directeur-grootaandeelhouder is in de unieke positie om zaken te doen met zijn eigen bv. Partijen moeten dan wel zakelijk

Nadere informatie

Hypothese. Voorbeeld. 2018/0042 De hoogte van de 30%-vergoeding onder de werkkostenregeling SAMENVATTING

Hypothese. Voorbeeld. 2018/0042 De hoogte van de 30%-vergoeding onder de werkkostenregeling SAMENVATTING Kijk op NLFiscaal voor online versie 2018/0042 De hoogte van de 30%-vergoeding onder de werkkostenregeling SAMENVATTING Met enige regelmaat krijgt Sebastian Spauwen te horen dat iemand een makkelijke vraag

Nadere informatie

Zakendoen met uw eigen bv in De kansen en mogelijkheden. whitepaper

Zakendoen met uw eigen bv in De kansen en mogelijkheden. whitepaper 28.06.16 Zakendoen met uw eigen bv in 2016 De kansen en mogelijkheden whitepaper In dit whitepaper: Als directeur-grootaandeelhouder bent u in de unieke positie om zaken te doen met uw eigen bv. Partijen

Nadere informatie

Bachelor Thesis. Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling. Lennart van der Heijde Administratienummer:

Bachelor Thesis. Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling. Lennart van der Heijde Administratienummer: Bachelor Thesis Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling Naam: Lennart van der Heijde Administratienummer: 344625 Studierichting: Fiscale Economie Datum: 19 november 2012 Examencommissie :

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 209 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, ter zake van het bevorderen van de financiering van de eigen woning met eigen middelen (materiële

Nadere informatie

Fiscale beslommeringen. Seminar voor predikanten

Fiscale beslommeringen. Seminar voor predikanten Fiscale beslommeringen Seminar voor predikanten Fiscale beslommeringen Mr. H. (Henk) Bettink RB Belastingadviseur ROZA Drs. J.A. (Arjan) Pul RB Belastingadviseur ROZA Fiscale beslommeringen Deel 1 Henk

Nadere informatie

Advieswijzer. Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden. 28-06-2016 Denk ondernemend. Denk Bol.

Advieswijzer. Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden. 28-06-2016 Denk ondernemend. Denk Bol. Advieswijzer Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden 28-06-2016 Denk ondernemend. Denk Bol. Als directeur-grootaandeelhouder bent u in de unieke positie om zaken te doen met uw eigen bv. Partijen

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund te houden op 18 juli 2014, om 11:00 uur Herengracht 537, 1017 BV Amsterdam 2 juli 2014 I

Nadere informatie

Datum 2 september 2013 Betreft Vragen van het lid Groot over studiereizen met privékarakter op kosten van de belastingbetaler.

Datum 2 september 2013 Betreft Vragen van het lid Groot over studiereizen met privékarakter op kosten van de belastingbetaler. > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Inlichtingen

Nadere informatie

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning Gooilanden Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning 1. Inleiding 2. Omzetbelasting 2.1 Btw-ondernemer 2.2 Aftrek van voorbelasting 2.2.1 Geen privé gebruik recreatiewoning 2.2.2 Privé gebruik

Nadere informatie

De eigen woning; een bron van inkomen?

De eigen woning; een bron van inkomen? ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Masterscriptie De eigen woning; een bron van inkomen? Naam: M.A.M. Santana Studentennummer: 289020 Begeleider: Mr. R.B.N. van

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de Gecombineerde Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders (de"vergadering") van Insinger de Beaufort Umbrella Fund N.V. (de "Vennootschap")

Nadere informatie

ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 8 OKTOBER UUR

ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 8 OKTOBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 8 OKTOBER 2015 12.15 14.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 7 Opgave 1 (50 punten) Vraag 1 (5 punten) Moment van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve)

Nadere informatie

Fact sheet positie zeevarenden in de werkkostenregeling

Fact sheet positie zeevarenden in de werkkostenregeling Fact sheet positie zeevarenden in de werkkostenregeling Feitelijke situatie zeevarenden aan boord van zeeschepen Zeevarenden verblijven ca. 180 220 dagen per jaar aan boord op zeeschepen in internationale

Nadere informatie

Prinsjesdag 2014 - fiscale actualiteiten

Prinsjesdag 2014 - fiscale actualiteiten 18 september 2014 Prinsjesdag 2014 - fiscale actualiteiten Op Prinsjesdag 2014 is het Belastingplan 2015 gepresenteerd. Het Belastingplan 2015 bevat voor specifiek de vastgoedsector weinig belangrijke

Nadere informatie

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001 Onderwerpen: Korte uitleg heffingssysteem inkomstenbelasting Korte uitleg heffingssysteem vennootschapsbelasting Vrijstellingen en heffingskortingen Aflossen eigenwoningschuld Familielening eigen woning

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs De eigen bijdrage in de AWBZ: Vermogensbescherming zonder te schenken Maurice De Clercq & Harjit Singh Juni 2013 Programma Inleiding Belastingdruk bij eigen bijdrage

Nadere informatie

BACHELOR THESIS. Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling

BACHELOR THESIS. Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling BACHELOR THESIS Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling Auteur: Oktay Ozay ANR: 837230 Opleiding: Examencommissie: Fiscale economie Prof. Dr. J.A.G. van der Geld Mw. Mr. N.C.G. Gubbels 1

Nadere informatie

Bachelor Thesis De eigenwoningregeling bij (echt)scheiding

Bachelor Thesis De eigenwoningregeling bij (echt)scheiding Bachelor Thesis De eigenwoningregeling bij (echt)scheiding Naam: Melinda Kastelijns Studierichting: Fiscale economie Administratienummer: 947281 Datum: 23 november 2010 Examencommissie: Prof. mr. I.J.F.A.

Nadere informatie

Nieuwsbrief december 2012

Nieuwsbrief december 2012 Eindejaar tips voor de onderneming Voorkom toepassing van thin capitalization Zijn er in uw concern groepsleningen afgesloten? U kunt toepassing van de renteaftrekbeperking voor groepsleningen op grond

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 056 Voorstel van wet van het lid Hillen, houdende wijziging van de Wet Inkomstenbelasting 2001, inzake afbouw eigenwoningforfait bij aflossing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 758 Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Overige Fiscale Maatregelen 2005) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 21 oktober 2004 Het voorstel

Nadere informatie

Dossier. Eigen woning en echtscheiding

Dossier. Eigen woning en echtscheiding Editie 1 September 2006 Dossier Eigen woning en echtscheiding Verdeling inkomsten uit eigen woning 4 De scheidingsregeling in de praktijk 5 Renteaftrek eigen woning bij echtscheiding 8 Een uitgebreid voorbeeld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) Nr. 11 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 oktober 2011

Nadere informatie

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao. Second Home oktober Utrecht. Maurice De Clercq

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao. Second Home oktober Utrecht. Maurice De Clercq Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao Second Home oktober 2017 - Utrecht Maurice De Clercq Agenda 1. Inwonerschap & belastingplicht 2. Een tweede woning in Nederland

Nadere informatie

DE INVLOED VAN ART. 1:87 BW (VERGOEDINGSVORDERINGEN

DE INVLOED VAN ART. 1:87 BW (VERGOEDINGSVORDERINGEN 678 Weekblad fiscaal recht. 6954. 17 mei 2012 DE INVLOED VAN ART. 1:87 BW (VERGOEDINGSVORDERINGEN TUSSEN ECHTGENOTEN) OP TBS-RESULTAAT EN AB-INKOMEN PROF. MR. DR. P.G.H. ALBERT 1 1 Inleiding Per 1 januari

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 727 Wet inkomstenbelasting 2001 (Belastingherziening 2001) 26 728 Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER EN

Nadere informatie

IB winst Uitwerkingen Jaarwinst

IB winst Uitwerkingen Jaarwinst IB winst Uitwerkingen Jaarwinst pnt Eind vermogen voor verkoop 194.558 Correctie ivm toepassing HIR 22.500 2 alles of niets minder afschrijving 3.713 2 bij correctie commerciele fiscale afschrijving 18.787

Nadere informatie

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende: ARTIKEL I De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 4.17a wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef van het vijfde lid wordt een belang heeft vervangen door: direct of indirect

Nadere informatie

OKTOBER 2016 TAK NIEUWSBRIEF

OKTOBER 2016 TAK NIEUWSBRIEF OKTOBER 2016 TAK NIEUWSBRIEF Algemeen Verzekeringscontrole Het was een ramp in Zuid-Oost Brabant na de storm die hier gewoed heeft. Er waren mensen niet goed of helemaal niet verzekerd voor deze schade.

Nadere informatie

Carkits, navigatiesystemen & headsets

Carkits, navigatiesystemen & headsets Carkits, navigatiesystemen & headsets (klik op logo om onze website te bezoeken) Aan de cliënten NEXUS accountants & fiscaal adviseurs BV Breda, 27 februari 2004 1. Inleiding Aan de staatssecretaris zijn

Nadere informatie

Landal Volendam. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Landal Volendam. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning Landal Volendam Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning 1. Inleiding 2. Omzetbelasting 2.1 Btw-ondernemer 2.2 Zelfstandigheid en verhuurorganisatie 2.3 Aftrek van voorbelasting 2.3.1 Geen

Nadere informatie

Memorandum werkkostenregeling

Memorandum werkkostenregeling Memorandum werkkostenregeling De werkkostenregeling De werkkostenregeling (hierna: WKR) betekent een volledige verandering van de fiscale regels rondom het geven van vergoedingen en verstrekkingen aan

Nadere informatie

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Artikel XII Het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 28 BRIEF VAN

Nadere informatie

Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 8 hoofdstuk Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen Oefenopgaven Opgave 8.1 a. Box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. b. De rendementsgrondslag wordt vastgesteld naar de waarde van de bezittingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 130 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale vereenvoudigingswet 2010) Nr. 12 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

Bachelor Thesis Fiscale Economie INVLOED VAN (ECHT)SCHEIDING OP DE EIGENWONINGREGELING

Bachelor Thesis Fiscale Economie INVLOED VAN (ECHT)SCHEIDING OP DE EIGENWONINGREGELING Bachelor Thesis Fiscale Economie INVLOED VAN (ECHT)SCHEIDING OP DE EIGENWONINGREGELING Naam: Maaike Baltussen ARN: 622404 Studierichting: Fiscale Economie Datum: 29 september 2014 Examencommissie: Prof.

Nadere informatie

Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd:

Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd: CONCEPT AMVB 30%-REGELING Artikel I Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 10e wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden: b. ingekomen

Nadere informatie

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001 hcersgnagreovewt nitsalebnetsmoknit 102g Overgangsrecht inhaal pensioentekorten (Besluit van 20 december 2000, Stb. 2000, 640, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 december 2002, Stb. 2002, 635)

Nadere informatie

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2013

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2013 Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen 3 2 De fiscale partnerregeling

Nadere informatie

Presentatie fiscale wijzigingen. 24 januari 2019

Presentatie fiscale wijzigingen. 24 januari 2019 Presentatie fiscale wijzigingen 24 januari 2019 Wijzigingen vennootschapsbelasting Tarief vennootschapsbelasting Jaar t/m 200.000 boven 200.000 2018 20,00% 25,00% 2019 19,00% 25,00% 2020 16,50% 22,55%

Nadere informatie

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund te houden op 25 april 2014, om 14:00 uur Herengracht 537, 1017 BV Amsterdam

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 403 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2013) Nr. 12 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 272 Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (aanpassing regime ter zake van de afkoop van verplichtingen tot alimentatie of tot verrekening

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1 Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, anders dan winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen 1 Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel

Nadere informatie

Bachelor Thesis Toerekening van de inkomsten uit eigen woning bij gehuwden in gemeenschap van goederen

Bachelor Thesis Toerekening van de inkomsten uit eigen woning bij gehuwden in gemeenschap van goederen Bachelor Thesis Toerekening van de inkomsten uit eigen woning bij gehuwden in gemeenschap van goederen Naam: Melinda Kastelijns Studierichting: Fiscale economie Administratienummer: s947281 Datum: 7 juni

Nadere informatie

Notitie. Aan de Griffier van de Vaste Commissie van Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Betreft: Bos en Lommerplein

Notitie. Aan de Griffier van de Vaste Commissie van Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Betreft: Bos en Lommerplein Notitie Aan de Griffier van de Vaste Commissie van Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Mr. R.W. Polak parlementair advocaat Mr. D.A. Hofland advocaat / belastingadviseur Mr R.J. Bondrager

Nadere informatie

DGA uit de loonheffing

DGA uit de loonheffing DGA uit de loonheffing Met ingang van 1 januari 2008 Art 6 lid 6 wet LB 1964 Degene tot wie uitsluitend één of meer directeuren-grootaandeelhouders als bedoeld in art. 6, eerste lid, onderdeel d, van de

Nadere informatie

Wijzigingen op privégebied

Wijzigingen op privégebied Wijzigingen op privégebied Wijzigingen op privégebied Deze whitepaper bevat een samenvatting van de belangrijkste voorgestelde wijzigingen op privégebied. De informatie in dit onderdeel heeft betrekking

Nadere informatie

Nieuwsbrief van d.d. 01-06-2010. Werkruimteregeling eigen woning

Nieuwsbrief van d.d. 01-06-2010. Werkruimteregeling eigen woning Nieuwsbrief van d.d. 01-06-2010 Nummer: 14 2010 Werkruimteregeling eigen woning Met ingang van 2005 is de regeling rond de werkruimteregeling ingrijpend veranderd. De regeling zoals deze sindsdien luidt,

Nadere informatie

Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer

Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer Inleiding Dit memo bevat de argumenten voor de fiscale aftrek van de premie betreffende het vrijwillige gedeelte van een beroepspensioenregeling bij

Nadere informatie

1 Belastingplannen 2016

1 Belastingplannen 2016 1 Belastingplannen 2016 1.1 Inkomstenbelasting 1.1.1 Belastingverlaging in de tweede en derde belastingschijf Het tarief in de tweede en derde belastingschijf in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 505 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2011) Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 26 oktober

Nadere informatie

B.J.J. van Venrooij. Studentnummer: S Scriptiebegeleider: Prof. dr. A.C. Rijkers Examencommissie: Prof. dr. A.C. Rijkers Mw. mr. Y.J.M.

B.J.J. van Venrooij. Studentnummer: S Scriptiebegeleider: Prof. dr. A.C. Rijkers Examencommissie: Prof. dr. A.C. Rijkers Mw. mr. Y.J.M. Een theoretisch systematisch stakingsbegrip voor de terbeschikkingstellingregeling als onderdeel van de inkomenscategorie resultaat uit overige werkzaamheden Naam: B.J.J. van Venrooij Studie: Fiscaal Recht

Nadere informatie

Een heel goed, gezond en zakelijk een succesvol 2007 toegewenst!

Een heel goed, gezond en zakelijk een succesvol 2007 toegewenst! Nieuwsbrief van d.d. 03-01-2007 Nummer: 01-2007 Een heel goed, gezond en zakelijk een succesvol 2007 toegewenst! 1) Geen Sneeuw in de Alpen??????????????? Een exclusieve reis in het vooruitzicht stellen

Nadere informatie

Toedeling kapitaalverzekeringen en lijfrenten bij echtscheiding vergemakkelijkt?

Toedeling kapitaalverzekeringen en lijfrenten bij echtscheiding vergemakkelijkt? Drs. Rianne M. Kavelaars-Niekoop FB 1 Toedeling kapitaalverzekeringen en lijfrenten bij echtscheiding vergemakkelijkt? Een kapitaalverzekering kan alleen als een kapitaalverzekering eigen woning worden

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

Checklist Eigen woning Van aankoop tot verkoop

Checklist Eigen woning Van aankoop tot verkoop Checklist Eigen woning Van aankoop tot verkoop 1. Aankoop van de eigen woning De inkomstenbelasting heeft een speciale fiscale regeling voor eigenwoningbezitters (de zogenoemde eigenwoningregeling). Men

Nadere informatie

Fiscale actualiteiten onderwijsinstellingen

Fiscale actualiteiten onderwijsinstellingen Fiscale actualiteiten onderwijsinstellingen januari 2016 VAN REE. EEN FRISSE KIJK OP CIJFERS. Voorwoord In januari 2015 hebben wij onze brochure Onderwijsinstellingen en de fiscus uitgegeven. Inmiddels

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico Hoofdstuk 1: Begrip Wat bedoelen w e h i e r m e t lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt van en ter beschikking stelt aan uw BV. In dit hoofdstuk spreken we

Nadere informatie

Wijziging van enkele fiscale uitvoeringsregelingen

Wijziging van enkele fiscale uitvoeringsregelingen Wijziging van enkele fiscale uitvoeringsregelingen 1 Wijziging van enkele fiscale uitvoeringsregelingen Directoraat-generaal voor Fiscale Zaken; directie Directe Belastingen Besluit van 17 februari 2009,

Nadere informatie

2011 -- HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

2011 -- HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1 Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, anders dan winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel 2.3

Nadere informatie

De invloed van (echt)scheidingen op de eigenwoningregeling

De invloed van (echt)scheidingen op de eigenwoningregeling Bachelorthesis De invloed van (echt)scheidingen op de eigenwoningregeling Naam: Franka van den Aardweg ANR: 856553 Opleiding: Fiscale Economie Datum: 18-11-2013 Examencommissie: Mr.dr. N.C.G. Gubbels Prof.mr.

Nadere informatie

1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum

1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 1.1 Inleiding In het onderhavige en de navolgende vier hoofdstukken staat de DGA binnen de Wet IB 2001 centraal. Gestart wordt met de afbakening van de

Nadere informatie

1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum

1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 1.1 Inleiding In het onderhavige en de navolgende vier hoofdstukken staat de DGA binnen de Wet IB 2001 centraal. Gestart wordt met de afbakening van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 819 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld Nr. 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) Nr. 30 VIJFDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 11 november

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1829 Vragen van het lid

Nadere informatie

Wijziging van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen

Wijziging van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen 34 662 Wijziging van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen Nota naar aanleiding van het verslag Inleiding Het kabinet heeft met belangstelling kennisgenomen

Nadere informatie

2014 -- Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

2014 -- Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1 Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, niet-winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel 2.3 De

Nadere informatie

RB EINDEJAARSTIPS EN AANDACHTSPUNTEN 2012

RB EINDEJAARSTIPS EN AANDACHTSPUNTEN 2012 Inkomstenbelasting T-biljet indienen Bij onder andere vakantiebaantjes kan over het loon of een uitkering feitelijk te veel loonbelasting/premies volksverzekering zijn ingehouden. In dat geval kan het

Nadere informatie

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni 2012 7.7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Brutoloon Het brutoloon is het loon dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever. Van dit loon worden

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt 1. Inleiding In het geval u overweegt een vakantiewoning aan te kopen gelegen in Parc Les Etoiles wilt u wellicht meer weten over de mogelijke gevolgen voor de belastingheffing met betrekking tot de aankoop

Nadere informatie

Kantoor Utrecht. Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging Postbus AH GOUDA. Geachte heer,

Kantoor Utrecht. Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging Postbus AH GOUDA. Geachte heer, Kantoor Utrecht > 1 Postbus 18500 3501 CM UTRECHT Telefoon 0800-0543 Telefax Kennisgroep CAO Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging Postbus 332 2800 AH GOUDA Datum 23 oktober 2013 Uw

Nadere informatie

Checklist Werken met de werkkostenregeling

Checklist Werken met de werkkostenregeling Checklist Werken met de werkkostenregeling 1. Verdiep u in de werkkostenregeling Op 1 januari 2011 trad de werkkostenregeling in werking. Op grond van deze regeling mag de inhoudingsplichtige maximaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1978-1979 15 339 Wijziging van de inkomstenbelasting en de loonbelasting in het kader van het belastingplan 1979 Nr. 4 BIJLAGEN BIJ DE MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Werkkostenregeling 2015. 18 november 2014

Werkkostenregeling 2015. 18 november 2014 Werkkostenregeling 2015 18 november 2014 Wet loonbelasting 1964 Artikel 10 wet op de loonbelasting: Loon is al het geen uit een dienstbetrekking of een vroeger dienstverband wordt genoten, daaronder mede

Nadere informatie