o Het primaire vormingsprincipe, Vulkanieten, Plutonieten, o De secundaire vormingswijze, Sedimentatie,...

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "o Het primaire vormingsprincipe,... 22 Vulkanieten,... 23 Plutonieten,... 23 o De secundaire vormingswijze,... 24 Sedimentatie,..."

Transcriptie

1

2 INHOUDSOPGAVE, INHOUDSOPGAVE,... 2 NHOUDSOPGAVE,... 2 VOORWOORD,... 4 Verder hoop ik dat iedereen veel plezier zal hebben tijdens het lezen.inleiding,... 4 INLEIDING,... 5 EEN KRISTAL VAN HEEL DICHTBIJ,... 7 DE CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN,... 7 o Indeling van kristallen naar de scheikundige stoffen,... 9 Klasse I,... 9 Klasse II,... 9 Klasse III, Klasse IV, Klasse V, Klasse VI, Klasse VII, Klasse VIII, Klasse VIII-1, Klasse VIII-2, Klasse VIII-3, Klasse VIII-4, Klasse VIII-5, Klasse VIII-6, NATUURKUNDIGE EIGENSCHAP, o Het kubisch kristalstelsel, o Het hexagonaal kristalstelsel, o Het trigonaal kristalstelsel, o Het tetragonaal kristalstelsel, o Het rombisch kristalstelsel, o Het monoklien kristalstelsel, o Het triklien kristalstelsel, o Amorfe mineralen, MOHS HARDHEID, LICHT, o Kleuren van kristallen, Kleurcentra door mineraalvormende elementen, Kleurcentra door elektronen in het kristalrooster, Kleuren door inwendige structuur, DE VORMING VAN KRISTALLEN, o Het primaire vormingsprincipe, Vulkanieten, Plutonieten, o De secundaire vormingswijze, Sedimentatie, o De tertiaire vormingswijze, Regionale metamorfose,

3 o De kringloop der gesteenten (figuur 26), DE HELENDE VERMOGENS VAN KRISTALLEN, o Amethist, o Aventurijn, o Bergkristal, o Citrien, o Rozenkwarts, OVEREENKOMSTEN TUSSEN KRISTALLEN, o De overeenkomsten van de onderzochte kristallen, o Overeenkomsten tussen niet onderzochte kristallen, CONCLUSIE, NAWOORD, BRONVERMELDING,

4 VOORWOORD, Van huis uit ben ik opgegroeid met edelstenen. Het is dus niet zo raar dat ik hierin geïnteresseerd ben. Toen ik de opdracht kreeg om een onderwerp te vinden voor een groot werkstuk kwam ik al snel hierop. Het lijkt me erg leuk om andere mensen iets te leren over edelstenen, over hoe ze ontstaan, over wat je er mee kunt doen en andere dingen. Omdat ik ben opgegroeid met edelstenen en met het idee dat er meer is tussen hemel en aarde zal ik wat willen vertellen over dit aspect van kristallen. Maar omdat niet iedereen hiermee is opgegroeid zal ik proberen om zo concreet mogelijk te zijn en zonder al te veel termen waarmee ik heb leren leven. Het is namelijk onmogelijk om dit allemaal uit te leggen. Verder hoop ik dat iedereen veel plezier zal hebben tijdens het lezen. 4

5 INLEIDING, Stenen liggen overal voor het oprapen, in de achtertuin, in het park, op het strand of als je op vakantie gaat naar een bergachtig gebied. Vaak zullen deze stenen mooie zijn, maar het zijn gewoon stenen. Het zijn grote varianten van zand. Als je stenen lang gaat schuren krijg je zand. Hierbij moet je niet denken aan een uur of een dag maar aan honderden of zelfs duizenden jaren. En zoals iedereen weet, als ergens veel van is, blijkt het minder of niets waard. Zo ook met gewone stenen, dus ook de stenen die je vind aan het strand of op vakantie in de bergen. Er zijn echter ook momenten dat je het gevoel hebt dat die ene steen die je in je hand houd meer waard is dan alle anderen op de berg. Of dat je kunt zien dat deze ene steen die je ziet liggen anders is dan alle andere op het strand. Dit komt ook voor, je hebt of ziet dan mogelijk een edelsteen. Je kunt een steen die je hebt gevonden in de bergen met een hamer en een priem splijten, en dan heel soms blijkt er binnen in die steen een holte te zitten met aan de rand een prachtige compositie van kristalletjes. Dit wordt een geode genoemd (figuur 1) Op zo n moment voel je je net een geoloog, want je hebt een schat gevonden. Deze schat is dan in de vorm van een kwarts. Zo heb je dan je eigen kristal gevonden. Figuur 1 Zo heeft iedereen wel eens van kristallen, edelstenen en mineralen gehoord. Velen hebben ze zelf gezien en hebben zelf van deze stenen. Veel mensen willen niet toegeven dat zij een kristal in huis hebben, want dat word soms geassocieerd met het onbekende of met magie. Dat komt doordat mensen niet begrijpen wat kristallen zijn of betekenen. En omdat veel religies mensen bang maken voor dingen die niet op een lijn liggen met wat deze religie predikt. Maar ik denk dat maar weinig mensen die op een westerse manier zijn opgegroeid geen edelstenen of kristallen in huis hebben. Als je me niet gelooft moet je maar eens in het juwelenkistje van je vrouw, moeder of zus kijken. Veelal zul je daar oorbellen met diamantjes of hangers met mooie robijnen of saffieren vinden. Misschien zie je daar ook een paar minder bekende edelstenen. Zo blijkt dat veel mensen toch een aantrekkingskracht voelen tot kristallen en edelstenen. Wat kenmerkt verschillende edelstenen en kristallen, en waardoor verschillen zij van elkaar? 5

6 Om uit te vinden welke edelsteen het is, is moeilijk. Dat komt omdat er heel veel verschillende soorten zijn die zich onderscheiden op verschillen in kleur, helderheid of hardheid. Zo is het duidelijk dat een rode, ondoorzichtige steen niet hetzelfde is als een heldere kleurloze steen. Maar er zijn ook stenen die er ongeveer hetzelfde uitzien (of hetzelfde) en dan is het moeilijker. Zo heb je bijvoorbeeld een apofyliet en een bergkristal, beide zijn kleurloos en helder en ook de hardheid is Figuur 2 hetzelfde. Op zo n moment moet je ook nog kijken naar de plaats waar de steen is gevonden en dus ook naar de vormingswijze. Je kunt echter ook voelen wat voor soort steen het is. Als je een beetje gevoelig bent voor Energie(verschillen) dan kun je intunen (figuur 2) op de steen en dan is er duidelijk een verschil te voelen. De ene steen kan dan bijvoorbeeld heel rustgevend zijn, terwijl door de andere je handen of voeten erg beginnen te tintellen. Ik ga uitzoeken wat de verschillen zijn binnen een bepaalde soort. Want nadat je de soort hebt bepaald blijkt het ook nog zo te zijn dat veel soorten bestaan uit nog meer ondersoorten. Zo is de kwarts uit de bergen misschien een bergkristal, maar het kan ook een amethist zijn of een citrien. Bij de laatste twee kun je verschillen zien door de kleurverschillen, maar als het een erg wolkerige bergkristal is kan het ook een melkkwarts zijn. Hier zijn beide wit. Zo is het erg moeilijk. Door te onderzoeken welke chemische elementen in een kristal zitten. Ik wil uitzoeken wat het verschil is binnen een familie. Om het nog moeilijker te maken hebben kristallen (en dus edelstenen) helende vermogens. Elk kristal(soort) heeft een andere kracht, zo is de ene erg rustgevend en helpt bij slaapproblemen, een ander kan erg energiek zijn en dus een oppeppertje geven. Weer een ander kan helpen bij spanningen of zenuwachtigheid. Zo zie je, voor bijna elk kwaaltje is er wel een kristal die kan helpen. Het mooie is dat je daarvoor niet hoeft te geloven dat de kristallen jou helpen. Als je dat niet doet doen ze het ook wel, maar het is wel handig als je wel op de kristallen vertrouwd. Zo werken ze namelijk beter en help je jezelf ook nog eens, want door vertrouwen te hebben in de kristallen heb je of krijg je (weer) vertrouwen in jezelf en sta je steviger in je schoenen. Ik wil een verband te vinden tussen de helende vermogens en kristallen uit dezelfde familie. 6

7 EEN KRISTAL VAN HEEL DICHTBIJ, Het is moeilijk uit te leggen wat nou precies een kristal is, ligt het aan de manier waarop de moleculen ten opzichte van elkaar liggen of ligt het aan het molecuul zelf. Misschien ligt het zelfs aan de atomen in het molecuul. Of de manier waarop de atomen in het molecuul liggen. DE CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN, In de natuur treffen we niet meer dan 81 verschillende stabiele atomen aan. Ze onderscheiden zich slechts van elkaar door hun aantal elementaire deeltjes (figuur 3). Het proton heeft zijn naam het belangrijkste (uit het Griekse protos) te danken aan het feit dat het aantal protonen in een atoom bepaalt om welk element het gaat. Zodra er zich in een atoom dus een proton meer of minder bevindt spreken we van een andere element. Het proton ligt samen met het neutron in de kern. Het neutron welke neutraal van lading is kan echter in verschillende aantallen aanwezig zijn zonder dat het de chemische samenstelling verandert. Het zorgt echter wel voor isotopen die verschillend kunnen reageren of er zelfs voor kan zorgen dat het element radioactief wordt. Het aantal elektronen is gelijk aan het aantal protonen, tenzij er sprake is van ionen. De ruimte waarin de elektronen om de atoomkern heen cirkelen wordt de elektronenwolk of elektronenmantel Figuur 3 genoemd. Deze wolk heeft een specifieke opbouw, waardoor atomen in staat zijn zich met elkaar te verbinden. Deze wolk bestaat uit een aantal schillen waarin zich de elektronen bevinden. In de schil die het dichts bij de kern ligt zitten er maximaal 2, dit omdat elektronen zich onderling van elkaar afstoten en de protonen in de kern ze aantrekken. De volgende schil kan er maximaal 8 hebben. Dit komt doordat de onderlinge afstand groter is zodat er meer elektronen in deze schil kunnen. Wanneer een elektronenschil volledig is bezet door elektronen is deze stabiel. Dat betekent dat de schil net meer elektronen opneemt of afstaat. Als de buitenste schil bezet is, is het atoom stabiel. Het atoom zal dan geen enkele chemische reactie vertonen. Dit komt alleen voor bij de zogenaamde edelgassen: Helium, Neon, Argon, Krypton en Xenon. Zolang een atoom nog plaats heeft in zijn schil zal hij verbindingen aangaan met andere atomen die hem dan in staat stellen om de stabiele toestand te bereiken. Het atoom zal proberen om vreemde elektronen op te nemen of 7

8 eigen elektronen afstoten zodat de buitenste schil vol raakt of helemaal leeg wordt zodat de volgende schil dichter bij de kern vol is. Deze bindingen tussen atomen om in een stabiele toestand te raken zijn voornamelijk: de ion-binding (tussen metaal- en niet-metaalatomen), De atoombinding (tussen niet-metaalatomen) en de metaalbinding (tussen metaalatomen). Niet alle elementen uit de scheikunde zijn terug te vinden in mineralen. Sommige ontbreken omdat ze geen verbindingen aan gaan (edelgassen), en sommige omdat ze door de mens zijn gemaakt in laboratoria en kernreactoren (plutonium is daarvan de bekendste). Om de elementen af te bakenen die natuurlijk mineralen vormen worden de elementen onderverdeeld in: metalen, niet-metalen en halfmetalen. (figuur 4) Halfmetalen: Silicium (Si), Germanium (Ge), Arseen (As), Seleen (Se) en Telluur (Te). Figuur 4 Silicium welke een van de meest voorkomende elementen is in het mineralenrijk zorgt voor de overgrote meerderheid (meer dan 95%) van de vierduizend bekende mineralen. De halfmetalen vormen meer dan 99,9% van de aardkorst. Elk heeft zijn eigen specifieke eigenschappen die zorgt voor karakteristieke eigenschappen. Mineralen bestaan over het algemeen uit twee delen, een metalen en een niet-metalen deel. Zelden zien we in de natuur een metaal of niet-metaal zonder verbindingen (met uitzondering van bepaalde gassen in de atmosfeer, denk aan zuurstof en stikstof die alleen een verbinding met elkaar aangaan waardoor dus N 2 en O 2 ontstaan). Opvallend is dat in de natuur veel meer metalen dan niet-metalen voorkomen. Als we nauwkeuriger gaan kijken zullen we zien dat het aandeel van de nietmetalen zijn basiseigenschappen vastlegt, terwijl het metalen aandeel de variaties aanbrengt. 8

9 Figuur 6 Bij mineralen die hetzelfde niet-metalen deel bevatten treffen we gemeenschappelijke eigenschappen aan, terwijl de metalen de karakteristieke kleur geven. Indeling van kristallen naar de scheikundige stoffen, Zoals de biologie de dieren- en plantenwereld indeelt, deelt de mineralogie de verschillende mineralen in op basis van overeenkomsten en verschillen in de basiselementen. Zij zijn verdeeld in acht groepen. Zij krijgen hun van het niet-metalen deel, als de haai een vis is (en dus bepaalde overeenkomstige eigenschappen heeft) is het metalen deel, welke de uiteindelijke vorm bepaald, de haai en het niet-metalen deel de vis, welke de hoofdgroep vertegenwoordigd. Mineraalklassen Niet-metalen deel Scheik. formule I Natuurlijke elementen Bestaat uit enkel element Symbool van het element II Sulfiden Zwavel S III Halogeniden Fluor, Chloor, Broom F, Cl, Br en I en Jood IV Oxiden Zuurstof O V Carbonaten Koolzuur CO 3 VI Sulfaten Zwavelzuur SO 4 VII Fosfaten Fosforzuur PO 4 VIII Silicaten Kiezelzuur Si n O m Klasse I, De mineralen uit klasse I, de natuurlijke elementen, bestaan uit slechts één mineraalvormende stof, dus uit één enkel element. Dit komt zeer zelden voor in de natuur aangezien er slechts weinig elementen in staat in zuivere vorm te bestaan zonder zich met een ander element te verbinden. Onder de niet-metalen lukt dat alleen Figuur 5 koolstof, welke kan worden aangetroffen als grafiet of Diamant (C n ) (figuur 5), en zwavel (S 8 ). Onder de metalen lukt komen alleen de edelmetalen goud (Au), zilver (Ag) en koper (Cu), soms in pure vorm voor. Er wordt dan gesproken van een gedegen metaal. Klasse II, De mineralen uit de klasse der sulfiden zijn afgeleid van zwavel, om precies te zijn van zwavelwaterstof. Dit uiterst giftige gas is vaak een product van verrotting en produceert de geur van verrotte eieren. Zwavelwaterstof wordt gevormd tijdens vulkanische activiteit en tijdens het verrotten van organisch materiaal en komt bijna overal op aarde in 9

10 variërende hoeveelheden voor. Door verbindingen met metalen ontstaan sulfiden. Deze sulfiden zijn meestal ondoorzichtig en worden gekenmerkt door een metaalachtige glans. Hun scheikundige formule eindigt op S. Pyriet (figuur 6) bijvoorbeeld is FeS 2 (ijzersulfide). Onder andere: Antimoniet, Boji-stenen, Chalcopyriet, Covllien, Jamesoniet, Marcasiet en Sfaleriet. Klasse III, De mineralen uit de klasse der halogeniden zijn afgeleid van de halogenen (een groep elementen met dezelfde covalentie, 1) waaronder chloor en fluor. In hun pure vorm zijn halogenen giftig, maar ze vormen makkelijk een verbinding met andere elementen omdat zij maar een elektron te kort komen om stabiel te worden. Door de verbinding worden zij waardevolle zouten. In verbinding met waterstof vormen zij agressieve zuren, bijvoorbeeld fluorwaterstof (HF) en chloorwaterstof (HCl) oftewel zoutzuur. Wanneer deze zuren in contact komen met metalen vormen zij transparante mineralen zoals Fluoriet (figuur 7) (CaF 2 ) of Steenzout (NaCl) ook wel keukenzout. Figuur 7 Klasse IV, De mineralen uit de klasse der oxiden zijn afgeleid van zuurstof. Ze kunnen overal ontstaan aangezien zuurstof in magma, water en in de lucht aanwezig is. De vorming van oxidemineralen kan zich onder onze ogen afspelen, bijvoorbeeld bij roestvorming. Dus elke corrosiereactie. Zuurstof is het meest voorkomende mineraalvormende element op aarde, vijftig procent van de vaste aardkorst bestaat hieruit. De formule voor oxiden eindigt op O, bijvoorbeeld hematiet oftewel ijzeroxide (Fe 2 O 3 ) Onder andere: Hematiet, Magnetiet, Tijgerijzer, Alexandriet, Chrysoberiel, Spinel, de Korindgroep (o.a. Robijn en Saffier), De kwartsgroep (Bergkristal (figuur 8), Amethist etc.) en de aan kwartsgroep verwante mineralen (obsidiaan en opaal), Jaspis en Figuur 8 Agaat. Klasse V, De mineralen uit de klasse der carbonaten zijn afgeleid van koolzuur (H 2 CO 3 ) welke een erg instabiele verbinding is van vloeistof en gas die in haar vloeibare vorm makkelijk ontbonden wordt. Als koolzuur reageert met metalen worden er stabielere, vaste verbindingen gevormd. Zelfs dan houden ze een mogelijkheid om te reageren. Hun scheikundige formule eindigt op CO 3. Calciet (figuur 9) is bijvoorbeeld CaCO 3 (calciumcarbonaat) Onder andere: Aragoniet, Azuriet, Dolomiet, Figuur 9 10

11 Magnesiet, Malachiet en Rhodochrosiet. Klasse VI, De mineralen uit de klasse der sulfaten zijn afgeleid van zwavelzuur welke een verbinding is van waterstof met een sulfide (H 2 SO 4 ) en is een vloeistof met een zeer hoge dichtheid. Zwavelzuurverbindingen zijn zeer stabiel en bestendig. De formules van sulfaten eindigen op SO 4. Anhydriet bijvoorbeeld is CaSO 4 (calciumsulfaat). Onder andere: Anhydriet, Celestien en Seleniet (figuur Figuur 10 10) (gekristalliseerd gips). Klasse VII, Mineralen uit de klasse der fosfaten zijn afgeleid van fosforzuur (H 3 PO 4 ) waarin het centrale element fosfor is. Fosfaten zijn een belangrijke buffer door zowel basen als zuren te neutraliseren. De formules van fosfaten eindigt op PO 4. Varisciet bijvoorbeeld is AlPO 4 (aluminiumfosfaat). Onder andere: Apatiet, Turkoois (figuur 11), Varisciet en Vivianiet. Figuur 11 Klasse VIII, Mineralen uit de klasse der silicaten zijn afgeleid van kiezelzuur (H x Si y O z ). Deze is een van de meest veelzijdige onder de zuren: dat is ook de reden dat de structuur ervan niet kan worden uitgedrukt in een enkele formule. De kleinste eenheid bestaat uit een enkel siliciumatoom. Door middel van afsplitsing van water kunnen er verschillende verbindingen vormen tot zogenaamde sorosilicaten (groepen), ketensilicaten (ketens), ringsilicaten (ringen), bladsilicaten (bladen) of tektosilicaten (stellages, trapeziums) Dit betekent dat er veel verschillende soorten kiezelzuur bestaan. Silicaten bezitten daarom de meest veelzijdige kristalroosters waardoor het onmogelijk is om een algemene beschrijving te geven en verdere onderverdeling dus noodzakelijk is. 11

12 Klasse VIII-1, Het kristalrooster van eilandsilicaten bevat individuele silicaatmoleculen, afzonderlijke tetraëders als eilandjes tussen de metaalionen. Hun formules eindigen op SiO4. De manier waarop deze silicaten zijn gestructureerd resulteert in zeer compacte mineralen met een hoge dichtheid. Onder andere: Andalusiet, Chiastoliet, Cyaniet, Dumortieriet, de Granaatfamilie (Rhodoniet e.a.), Peridoor, Sillimaniet, Topaas en de Zirkoonfamilie Klasse VIII-2, Het kristalrooster van de sorosilicaten bevat silicaatmoleculen die zich hebben verbonden tot paren of kleine groepjes van twee tot vier verbonden tetraëdershun formules eindigen op Si n O 3n+1. Prehniet heeft dan bijvoorbeeld de formule Ca 2 Al 2 [(OH) 2 /Si 3 O 10 ]. Onder andere: Epidoot, Prehniet, Vesuvianiet en de Zoïsietfamilie. Klasse VIII-3, Het kristalrooster van de ringsilicaten bevat ringen van drie tot twaalf gesloten silicaattetraëder-cirkels. Hun formules eindigen op Si n O 3n. Wanneer deze ringen zijn geordend in zuilachtige structuren in het mineraal, worden zij heel goede geleiders. Als de ringen niet regelmatig zijn geordend, is de structuur meer sponsachtig en ontstaan er ondoorzichtige mineralen. Onder andere: Aquamarijn, Beril, Bixbiet, Goudberil, Heliodoor, Morganiet, Smaragd, Ioliet, Dioptaas, de Toermalijnfamilie, Chrysocolla en sugiliet. Klasse VIII-4, Het kristalrooster van de ketensilicaten bevat silicaattetraëders die zijn verbonden tot lange ketens. Hun formules eindigen op Si n O 3n. Door de lengte van de ketens, die vaak niet bepaald kan worden, echter wordt alleen de verhouding tussen silicium en zuurstof gegeven (2:6). Onder andere: Actinoliet, Nefriet, Bronziet, Diopsied, Jadeïet, en Kunziet. Klasse VIII-5, Het kristalrooster van bladsilicaten bestaat uit silicaattetraëders die zich hebben verbonden tot bladen. Hun formules eindigen op Si n O 2n+2. Deze bladen vertonen een zeer sterke cohesie (onderlinge aantrekkingskracht). Ze kunnen gemakkelijk van elkaar gescheiden worden maar het is onmogelijk om de bladen dwars door te snijden. Onder andere: Apofylliet, Biotiet, Charoïet, Lepidoliet en Serpentijn. Klasse VIII-6, 12

13 Het kristalrooster van tektosilicaten vormt driedimensionale roosters van silicaattetraëders, waarin meestal nog meer elementen zijn ingebouwd zoals aluminium, beryllium of boor. Deze roosterstructuren zijn te gecompliceerd om ze te kunnen reduceren tot een eenvoudige, algemeen toepasbare samenvattende formule. Er is teveel verschil per steen dus moet elke steen apart opgezocht worden in gespecialiseerde literatuur. Vaak hebben deze kristallen een glans onder het oppervlak die alleen onder een bepaalde hoek te zien is. Onder andere: Labradoriet (figuur 12), Maansteen en Figuur 12 Zonnesteen. 13

14 NATUURKUNDIGE EIGENSCHAP, Door de Deense natuurwetenschapper Nils Stensen kon in 1669 de mythe dat de prachtige natuurlijke structuur van kristallen door goden zou zijn gemaakt. Stensen ontdekte dat de hoeken tussen de vlakken van een bepaald mineraal altijd hetzelfde zijn. Vanuit deze ontdekking werd het duidelijk dat het niet willekeurige invloeden van de plaats van ontstaan waren die een kristal zijn vorm geeft, maar een eigenschap die het mineraal ertoe dwingt die bepaalde vorm aan te nemen. De kleur kan echter wel verschillen. In 1784 publiceerde de Franse onderwijzer René-Just Haüy zijn theorie over de structuur van kristallen. Door een ongelukkig voorval bij het laten vallen van een mooi exemplaar Calciet concludeerde hij, na het zien dat alle stukjes ongeveer dezelfde vorm hadden, dat kristallen al in hun kleinste deeltjes geometrische vormen moeten hebben. Deze conclusie was nog niet helemaal de waarheid, maar Haüy kwam er wel heel dichtbij. Atomen en moleculen zijn weliswaar zelf niet geometrisch maar zijn wel geordend in geometrische patronen. De later zogenoemde kristalroosters. Deze vormen worden verklaard door het feit dat afzonderlijke atomen en moleculen (meestal variërend in grootte) van het mineraal tijdens hun groei zo dicht mogelijk bij elkaar komen te zitten. Dit deels omdat ze naar elkaar toegetrokken worden, en deels omdat druk rondom het onmogelijk maakt ruimte te verspillen. Om de beschikbare ruimte optimaal te benutten is een geordend systeem altijd beter dan willekeurige chaos. Het zal duidelijk zijn dat wanneer er een ruimte gevuld moet worden zonder dat er open ruimte mag overblijven er gekozen moet worden voor hoekige vormen. En wanneer er geen rekening gehouden hoeft te worden met de randen zijn de geometrische vormen: het vierkant, de zeshoek, de driehoek, de rechthoek, de ruit, het parallellogram en het trapezium, het meest voor de hand liggend. Alleen bij deze vormen is er in staat om een ruimt te vullen zinder open plekken over te laten. Bij vijfhoeken, zevenhoeken, twaalfhoeken of cirkels zullen er altijd open ruimtes over blijven. Deze ruimte is niet over in een kristal. Dit is dan ook de reden dat er alleen kristalroosters met vierkanten, zeshoeken, driehoeken, rechthoeken, ruiten, parallellogrammen en trapeziums zijn. Andere soorten zijn er niet. De basisstructuur van het vierkant brengt dan vormen voort als de kubus, octaëder en rombendodecaëder. Alle kristallen, niet alleen van mineralen, maar ook organische kristallen zoals suikerkristallen, worden geregeerd door deze wetten. Kristallen kunnen daarom op basis van hun inwendige structuur worden ingedeeld in zeven afzonderlijke structuren, de zogenaamde kristalstelsels. 14

15 Het kubisch kristalstelsel, Het kubisch kristalstelsel (figuur 13) omvat alle kristallen waarvan de inwendige structuur vierkant is. Dit kan in de vorm van kubusvormige kristallen (Diamant, Fluoriet, Pyriet), maar ook als octaëdervormige kristallen (Diamant, Fluoriet, Pyriet). Ook kunnen er zich rombendodecaëders worden gevormd (Granaat, Lapis Lazuli) of pentagondodecaëders (Pyriet) en andere vormen. Het hexagonaal kristalstelsel, Kristallen met een hexagonaal kristalstelsel (figuur 14) hebben een inwendige hexagonale/ zeshoekige structuur. Hexagonale mineralen vormen in de regel zuilvormige hexagonale kristallen (Apatiet, Aquamarijn, Beril, Smaragd). Het trigonaal kristalstelsel, Dit kristalstelsel (figuur 15) omvat alle kristallen waarvan de inwendige structuur driehoekig is. Trigonale mineralen hebben kristallen in de vorm van trigonale zuilen (Toermalijn) of hexagonale zuilen. De laatst genoemde heeft niet zo regelmatige gevormde als bij de hexagonale kristalstelsel gevormde zuilen. Voorbeelden van de trigonaal kristalstelsel hexagonale zuilen zijn: Amethist, Bergkristal, Citrien, Rookkwarts, Robijn, Saffier, Toermalijn. Ook kan een trigonaal kristalstelsel mineraal de vorm van een romboëder hebben (Calciet, Dolomiet, Magnesiet, Rhodoniet). Het tetragonaal kristalstelsel, Het tetragonaal kristalstelsel (figuur 16) omvat alle kristallen met een inwendige rechthoekige structuur. Tetragonale mineralen vormen in de regel kristallen met rechthoekige zuilen, soms met platte uiteinden en soms met een piramideachtige punt (Apofieliet, Rutiel, Zirkoon) Het rombisch kristalstelsel, Kristallen met een rombisch kristalstelsel (figuur 17) hebben een inwendige ruitvormige structuur. Rombische mineralen vormen rombische kristallen (Aragoniet, Peridoot, Topaas). Soms echter ook hexagonale kristallen, aangezien drie samengevoegde ruiten samen een zeshoek vormen (Aragoniet), Dit type groei wordt wel pseudo-hexagonaal genoemd. Figuur 13 Figuur 14 Figuur 15 Figuur 16 Figuur 17 15

16 Het monoklien kristalstelsel, Dit kristalstelsel omvat alle kristallen die een inwendige structuur hebben in de vorm van een parallellogram (figuur 18). Monokleine kristallen vertonen een scheve hoek waaraan dit stelsel zijn naam dankt, klinein is in het Grieks neigen of buigen, iets wat deze kristallen ook doen. Dit is het duidelijkst zichtbaar bij gips, dat vaak scheve kristallen heeft met duidelijk zichtbare parallellogramvormen (Seleniet). Andere monokliene kristallen zijn: Azuriet, Epidoot, Jade, Kunziet, Maansteen en Nefriet. Het triklien kristalstelsel, Het triklien kristalstelsel omvat alle kristallen met een inwendige trapeziumvormige structuur. Deze kristallen bevatten geen enkele rechte hoek, de inwendige structuur komt het best naar voren in amazonietkristallen die de vorm hebben van twee samengevoegde trapeziums. Ook: Cyaniet, Labradoriet, Zonnesteen en Turkoois. Figuur 18 Figuur 19 Amorfe mineralen, Er zijn natuurlijk ook mineralen die geen inwendige structuur hebben. Dit komt dan doordat de vormingstijd te kort van duur was. Dit kan bijvoorbeeld bij het stollen van lava waardoor gesteente wordt gevormd. Tussen dit gesteente kan dan ook Obsidiaan gevormd worden. Het kan ook zijn dat er bij een meteorietinslag gesteente wordt gevormd door de grote hoeveelheid energie die erbij vrijkomt (Moldaviet, Tektiet). Het kan ook zijn dat er teveel verschillende soorten stoffen door elkaar zijn gemengd (Barnsteen, Opaal). Een ander veelgebruikte amorfe stof is glas, en kristalglas. De laatstgenoemde heeft wel de naam van kristal maar heeft geen inwendige kristalstructuur dus is het een amorfe stof. 16

17 MOHS HARDHEID, De Oostenrijkse mineraloog Friedrich Mohs was de eerste die een mineraal identificeerde door middel van de krasbaarheid. Hij stelde vast dat de diamant de hardste stof is die we kennen. Vervolgens ging hij op zoek naar mineralen die alleen door diamant gekrast konden worden. Boornitride is na diamant de hardste stof en kan niet worden gekrast door bijvoorbeeld korund. Dit geeft aan dat boornitride harder is dan korund maar zachter dan diamant. Op deze wijze heeft Mohs een tabel gemaakt met 10 heel bekende mineralen (tabel 1). Mohs Hardheid Mineraal Absolute Hardheid 'Krasinformatie' 1 Talk (Mg 3 Si 4 O 10 (OH) 2 ) 1 Het zachtste mineraal. Met elk van de andere krasbaar. 2 Gips (CaSO 4 2H 2 O) 2 Krasbaar met een vingernagel. 3 Calciet (CaCO 3 ) 9 Met een koperen munt krasbaar, met een stalen mes zeer goed snijdbaar. 4 Fluoriet (CaF 2 ) 21 Met een mes enigszins krasbaar. Apatiet 5 (Ca 5 (PO 4 ) 3 (OH-,Cl-,F-)) 48 Met een mes nog krasbaar. 6 Orthoklaas (KAlSi 3 O 8 ) 72 Met een mes nauwelijks, met een stalen vijl enigszins krasbaar. 7 Kwarts (SiO 2 ) 100 Krast glas, staal, koper en de meeste andere stoffen. 8 Topaas (Al 2 SiO 4 (OH-,F-) 2 ) 200 Krast kwarts. 9 Korund (Al 2 O 3 ) 400 Krast topaas. 10 Diamant (C) 1500 De hardste van alle bekende natuurlijke stoffen. Tabel 1 Bij latere metingen bleek echter dat de schaal niet lineair is. In een laboratorium kan men de absolute hardheid bepalen. Hoewel de schaal niet correct is, is het een belangrijk instrument bij het identificeren van mineralen. De druk die bij de vorming een rol speelt bepaald voor een groot deel de hardheid. 17

18 LICHT, Simpelweg is licht een golf die wij niet kunnen zien. Het effect of gevolg wanneer licht een obstakel tegenkomt kunnen wij wel zien doordat er dan lichtgolven in ons oog terecht komen die wij kunnen omzetten in informatie. Figuur 2 Licht bestaat uit golven met bepaalde golflengtes. Deze golflengtes kunnen heel groot en heel klein zijn (zie figuur 20). Zoals te zien is zien wij maar een heel klein stukje van het spectrum met ons blote oog. Alle andere golflengtes kunnen wij alleen waarnemen door middel van apparatuur die wij daarvoor hebben ontwikkeld, denk daarbij aan radar, radio, röntgenapparatuur e.a. Licht wordt vaak aangeduid als een golfverschijning. Toch is dit niet de enige aanduiding, Licht wordt ook beschouwd als deeltje, een foton. Deze tweestrijd heeft een hele geschiedenis: In de oude natuurkunde waarin Newton samen met anderen een belangrijke rol speelt, werden alle verschijnselen omtrent licht verklaard vanuit het standpunt dat licht een golfbeweging is, door Christiaan Huygens die in de 17 e eeuw als eerste beweerde dat licht een golfbeweging is. Lang was dit de enige opvatting. Toen eind 1800 en begin 1900 de moderne fysica zijn intreden deed. Men ging natuurkundige verschijningen proberen te verklaren. De proton, neutron en elektron werden ontdekt. Later werden steeds meer verschijningen waargenomen die met licht te maken hadden, maar die niet verklaard konden worden met het golfmodel uit de oude natuurkunde. 18

19 Licht ontstaat wanneer er bij een chemische reactie zoveel energie vrijkomt dat als een elektron in aangeslagen toestand weer naar de basistoestand gaat die enorme energie vrijkomt. Bij de zon ontstaat daarbij veel straling, zichtbaar licht is daar een van, maar ook röntgenstraling, infrarode straling, ultraviolette straling en radioactieve straling. Bij een gloeilamp worden de atomen in de gloeidraad van enorme hoeveelheden energie voorzien. De elektronen gaan dan in aangeslagen toestand, als de elektronen dan in de basistoestand terugvallen zenden ze straling uit. Omdat hier de energie veel Figuur 3 lager is dan die van de zon komt hier geen gevaarlijke straling bij vrij, wel zendt het zichtbaar licht en infrarode straling uit. Wanneer de uitgezonden straling de golflengte heeft die mensen kunnen zien, dus tussen 750 nanometer en 350 nanometer, spreekt men van luminescentie. Wanneer een foton van de zon op aarde tegen een voorwerp komt geeft het een beetje van zijn energie aan een elektron in zo n voorwerp (figuur 21). Dit elektron komt dan in aangeslagen toestand, wanneer het elektron weer in basistoestand komt zendt het een foton uit die een golfbeweging heeft die complementair is aan die van de kleur dat het voorwerp is. Dit foton komt ons oog dan binnen en prikkelt de zenuw die gevoelig is voor die golflengte. Deze zenuw zendt deze informatie door de centrale oogzenuw naar de hersenen, de hersenen zetten deze informatie dan om in een beeld. Als licht een voorwerp ingaat dat transparant is treed er breking op. De hoek waaronder het licht vervolgens breekt of buigt hangt af van de stof waaruit het licht komt en in welke het gaat. Wanneer licht vanuit een dunnere stof komt dan waar het ingaat wordt de hoek ten opzichte van het oppervlak groter. Licht weerkaatst. Bij weerkaatsing wordt er veel licht simpelweg niet opgenomen maar onder een hoek anders dan de invalshoek weerkaatst. Het meeste licht weerkaatst diffuus. Hierbij komt licht op een oppervlak dat ruw is, het kan glad lijken maar is dan toch ruw. Bij diffuse weerkaatsing gaat het weerkaatste licht alle kanten op. Licht kan echter ook spiegelend weerkaatsen. Dit komt vooral voor bij spiegels. Het oppervlak is dan zo glad dat de invalshoek gelijk is aan de uitvalshoek. Ook is de richting in tegengestelde richting. 19

20 Kleuren van kristallen, Om een bepaalde kleur te vormen moet een mineraal in staat zijn bepaalde delen van wit licht te absorberen. Deze mogelijkheid bestaat als er zoggenaamd kleurencentra aanwezig zijn in het mineraal. Kleurencentra worden gevormd door mineraalvormende elementen die elektrisch geladen zijn (meestal metalen), door vrije elektronen die gevangen zitten in een kristalrooster, of door zekere structurele eigenschappen waardoor het binnenvallende licht wordt gebroken en voor een deel geabsorbeerd, zoals in figuur 21. Kleurcentra door mineraalvormende elementen, Dit is de meest voorkomende bron van kleur. Veel metalen, met name chroom, ijzer, kobalt, mangaan en nikkel, zijn in staat om bepaalde golflengten van het licht te absorberen. Ze worden dan ook kleurdragers genoemd. Als een van deze metalen de grootste component van een mineraal is spreken we van eigen kleur. De kleur wordt veroorzaakt door de mineraalvormende elementen die karakteristiek zijn voor dit mineraal. Als de kleur wordt door in zeer kleine hoeveelheden aanwezige bijmengingen of sporen, wordt het een vreemde kleur genoemd. Eigen kleur en vreemde kleur kunnen worden onderscheiden met behulp van het bepalen van de zogenaamde streepkleur. Hierbij moet er met het mineraal een flinke kras worden gemaakt op een ongeglazuurd porseleinplaatje. Bij eigen kleur ontstaat dan een gekleurde streep, bij een vreemde kleur blijft er een witte streep achter. Heel harde mineralen moeten worden verpulverd. Het fijne stof zal dan alleen kleur hebben als de kleur van het mineraal eigen is. Bij een vreemde kleur is het poeder wit. Kleurcentra door elektronen in het kristalrooster, Door ioniserende (radioactieve) straling, met name tijdens het ontstaan van een mineraal, kunnen elektronen uit een atoom worden geslingerd en op een andere plaats in het kristalrooster terechtkomen. Wanneer het mineraal is afgekoeld verhindert het voltooide, compacte kristalrooster de terugkeer van de elektronen naar hun oorspronkelijke positie. Deze elektronen nemen gemakkelijk lichtenergie op en worden op deze manier kleurcentra. Kleuren door inwendige structuur, Fijne structuren binnen in een mineraal zorgen er eveneens voor dat het licht wordt gebroken. Zo ontstaat bij chalcedoon door zijn fijne korrelige structuur de karakteristieke blauwe kleur. Inwendige scheuren, spleten, lamellen of onregelmatige oppervlakken kunnen eveneens de oorzaak zijn van kleurige lichtreflecties. Zo zijn de microscopisch kleine korreltjes in opaal er de oorzaak van dat het mineraal licht reflecteert in alle kleuren van het spectrum. Bij labradoriet en maansteen gebeurt iets soortgelijks. 20

21 DE VORMING VAN KRISTALLEN, De aarde is ontstaan uit een gaswolk van kleine stofdeeltjes. En door een toenemende zwaartekracht zijn deze deeltjes steeds dichter bij elkaar gekomen totdat de aarde meer massa kreeg. De aarde is daarna ingeklonken tot een hete bal van stoffen. Figuur 22 Vandaag de dag is het binnenste van de aarde niet anders dan die hete bol (figuur 22). Door afkoeling kreeg de aarde een harde korst waar wij op leven, maar deze korst is relatief erg dun. Als je de aarde als een appel voorstelt, dan is de schil de aardkorst. Het binnenste van de aarde is een vloeibare massa die constant in beweging is, dit noemen we magma. De beweging komt doordat de magma in het midden aanzienlijk heter en dus lichter is dan de magma dichter bij het oppervlak (de aardkorst). Dit verschil in gewicht zorgt ervoor dat het hete magma uit het middelste van de aarde voortdurend naar de korst stijgt en het relatieve koele magma naar het midden daalt, waar het weer opwarmt zodat er een cyclus 21

22 ontstaat. Deze beweging zorgt ervoor dat de aardkorst die op de magma drijft ook constant in beweging is. Zo ontstaan scheuren en bergen zoals de Marianatrog en het Himalaya gebergte. Waar deze scheuren zich helemaal openen, tot aan het magma, komt magma naar de oppervlakte, opgeduwd door de druk in de kern van de aarde. Als het magma onder zo n druk staat dat het door de aardkorst naar boven komt spreken we van een vulkaanuitbarsting. In de meeste gevallen bereikt het magma het aardoppervlak niet, het stolt terwijl het zijn weg naar boven volgt. Het afkoelen en stollen van magma, of het nou onder het oppervlak of erop gebeurd, leidt tot de vorming van stollingsmineralen en gesteenten. Het primaire vormingsprincipe, In de eerste fase is de magma nog erg bewegelijk en kun je het nog niet echt mineralen of stenen noemen. Alle substanties kunnen vrij met elkaar vermengen. Er is nog niet echt sprake van mineraalvorming. Behalve het feit dat de magma nog geen mineraalvorming vertoont is dat er andere factoren een rol spelen. De magma heeft niet overal dezelfde samenstelling. De drukverschillen zijn enorm, daarmee ook de temperatuurverschillen. Doordat de temperatuur en de druk verschillend is, is de afkoelingssnelheid verschillend. Een ander heel belangrijk aspect is dat er genoeg ruimte moet zijn om kristallen te vormen. Magma is gesmolten steenmassa. Vanwege de hoge temperaturen (een paar duizend graden Celsius) wordt alle materie die zich in het magma bevindt vloeibaar. Wanneer de steenmassa eenmaal begint af te koelen, kan het magma niet langer alle materie in dezelfde mate van oplossing bevatten. Een deel van de stof begint neer te slaan (wordt vast, het hoeft niet perse te dalen). Er zijn eerst een paar kleine kernen die steeds groter groeien omdat deze kernen fungeren als basis waarop de andere stoffen kunnen groeien. Dit proces zet zich voort totdat, aan het eind van de afkoelingsfase, alle vloeibare materie vast is geworden. Als het eindproduct uit gelijksoortige materie bestaat, spreken we van een mineraal. Bestaat het eindproduct uit een mengeling van substanties, uit diverse mineralen, dan noemen we het steen. De grootte van de kristallen hangt af van de snelheid waarmee het magma afkoelt of hoeveel tijd en ruimte het mineraal heef om te groeien. Stenen en mineralen die direct zijn gevormd uit magma noemen we stollingsgesteenten en mineralen. Magmatische mineralen kenmerken zich door het feit dat ze zijn gevormd tijdens de hierboven beschreven stollingsprocessen. Afhankelijk van waar ze werden gevormd, aan de oppervlakte of diep in de grond, worden de stollingsgesteenten onderverdeeld in gesteenten of mineralen van vulkanische oorsprong (Vulkanieten) en gesteenten die diep in de aarde zijn gevormd (Plutonieten). 22

23 Vulkanieten, Vulkanieten vormen over het algemeen fijnkorrelige gesteenten waar de mineralen inzitten die alleen zeer kleine kristallen produceren. De bekendste zijn de lichtgewicht lavastenen zoals puimsteen, die hun structuur te danken hebben aan gassen in het lava, of het vastere basalt, een zeer hard gesteente zonder gasbellen. Kristallen die op deze manier worden gevormd zijn: Luipaard- of Ogenjaspis, Rhyoliet en Vuuropaal. In Figuur 23 sommige gevallen, wanneer de lava extreem snel afkoelt bijvoorbeeld als het in (zee)water stroomt, blijft de vorming van kristallen achterwegen (figuur 23). Vanwege de hoge temperatuurverschillen stolt het lava zo snel zodat er een glasachtige massa achterblijft, zo ontstaat bijvoorbeeld Obsidiaan. Plutonieten, Bij de plutonieten vormen niet alle mineralen zich tegelijk. De eerste mineralen beginnen zich in het vloeibare, afkoelende magma vrij te vormen. Afhankelijk van hun dichtheid bewegen ze zich omhoog of omlaag. Zo ontwikkeld magma zich op verschillende manieren, het deelt zich op. Bepaalde mineralen hopen zich op diverse diepten op en komen daar in geconcentreerde vorm voor. De eerste stap in het proces van mineraalvorming wordt de vloeibaar-magmatische formatie genoemd. Het betekent de vorming van mineralen uit vloeibaar magma. Dit proces doet zich voor bij temperaturen tussen 700 en 1100 graden Celsius en onder een enorme druk (enkele honderden bar). Enkele voorbeelden van zo gevormde kristallen zijn: Epidoot, Olivijn, Aventurijn, Rozenkwarts en Zirkoon. Soms dringen uit het magma afkomstige gassen door tot het nabijgelegen gesteente. Ook dit kan leiden tot de vorming van mineralen, en wel via substanties die uit het gesteente wegvloeien en een verbinding aangaan met de gassen uit het magma. Dit vormingsproces wordt pneumatolytische formatie genoemd. De mineralen die voortkomen uit deze formatie zijn onder andere: Apatiet, Lepidoliet, Topaas en Toermalijn. Als tijdens de afkoelingsfase de temperatuur eenmaal onder de kritische waterdruk van 357 graden Celsius is gekomen worden oplossingen in water gevormd. Boven deze temperatuur is water alleen aanwezig als gas, als de temperatuur onder deze grens komt kan water, mits de druk hoog genoeg is, vloeibaar voorkomen. Wanneer deze 23

24 oplossingen opdrogen blijven mineralen achter. Hun formaties worden hydrothermaal genoemd. Bekende kristallen zijn onder andere: Amazoniet, Aragoniet, Fluoriet, Kunziet en Maansteen. Omdat water veel makkelijker stroomt dan het dikke magma, kan het sneller en gemakkelijker in scheuren in het omliggende gesteente doordringen. In de rotsholten slaan de mineralen als een korst neer, zo worden ganggesteenten gevormd. De mineraaloplossing in zulke omgevingen koelen maar zeer langzaam af, dit vanwege de isolerende eigenschappen van de Figuur 24 omliggende gesteente. Dit houdt in dat de hier neergeslagen mineralen in staat zijn om prachtige, zeer grote kristallen te vromen. Een ander belangrijke factor is dat ze genoeg ruimte hebben om te groeien. Enkele bekende soorten zijn onder ander: Agaat, Amethist (figuur 24), Bergkristal, Chalcedoon en rookkwarts. De secundaire vormingswijze, Deze ontstaanswijze vindt plaats aan het oppervlak en wordt verricht door zon, regen, hitte, kou en wind. Dit werk van weer en wind noemen we verwering of erosie. Erosie vlakt hoge bergen af, de vorst doet rotsen splijten waardoor solide bergruggen in puinhellingen veranderen. De losse stenen en steengruis blijven daar niet eeuwig liggen. De zwaartekracht zorgt ervoor dat ze langzaam naar beneden worden getransporteerd. Soms kan dat als steenlawines, soms is daar niets van te merken. Bergstromen, afkomstig van smeltijs en gletsjers, voert deze stenen naar rivieren die de stenen vervolgens uit het dal voeren. In het water worden de stenen op natuurlijke wijze gepolijst doordat ze tegen elkaar worden geschuurd. Het schuursel wat dan ontstaat is zand en het nog fijnere stof vinden we terug als slib. Sommige mineralen lossen volledig op in het water, dit zijn voornamelijk kalk en zout. Sedimentatie, Water kan alleen materie transporteren zolang het stroomt. Op plaatsen waar het water nauwelijks stroomt, zoals meren, zal het alles wat het heeft meegevoerd afzetten. Deze bezinksels kunnen grote hoeveelheden worden en dienen als basis voor de vorming van nieuwe steenmassa s. Dit soort afzetting wordt sedimentatie genoemd, en de stenen die zo ontstaan zijn sedimentaire gesteenten. Onder andere: Anhydriet, Calciet, Dolomiet, Oöliet, Seleniet en Pyriet. Ditzelfde proces vindt ook op een veel onopvallendere manier plaats. In stenen die net onder het aardoppervlak liggen kan oppervlaktewater binnendringen. Dit water bevat zuurstof, koolstofdioxide en zuren. 24

25 Het dringt door in scheuren en spleten en begint met oplossen van de steen, waardoor mineraalvormende elementen vrijkomen. De mineraalvormende elementen die zijn vrijgekomen vormen, met de stoffen die zich al in het water bevinden, verbindingen en worden daarna terplekke als nieuwe mineralen afgezet of verder getransporteerd en als bezinksel afgezet op dieper gelegen plaatsen. Dit proces leidt tot de vorming van vele nieuwe mineralen, vooral in gesteenten die rijk aan ertsen zijn. En vindt plaats in de verwerings- of oxidatiezone, de zone tussen het aardoppervlak en de grondwaterspiegel. Door het vrijgeven van elektronen door de nog actieve zuurstof uit de lucht transformeren metaalatomen tot ionen (geladen deeltjes). Alleen als ionen zijn metalen in staat nieuwe verbindingen aan te gaan of in water op te lossen. Mineralen die in de oxidatiezone voorkomen zijn onder andere: Azuriet, Malachiet, Chrysocolla, Dioptaas, Turkoois en Varisciet. Het gebied onder de grondwaterspiegel wordt de cementatiezone genoemd. In deze laag worden de opgeloste ionen vanuit de oxidatielaag afgezet. Hier vinden reductiereacties plaats waarbij de metaalionen weer neutrale metaalatomen worden. Deze neutrale atomen blijven niet in opgeloste toestand. Hier ontstaan mineralen zoals Koper en Zilver, maar ook Koperchalcedoon en Covelliet. De tertiaire vormingswijze, In de onderste lagen van de aardkorst krijgen de stenen en mineralen ook geen rust. Ze staan constant onder de invloed van het magma en de enorme druk die in het binnenste van de aarde heerst. De aardkorst bestaat uit afzonderlijke platen of eilanden die boven op de magma drijven, vergelijkbaar met de manier waarop ijs(schotsen) op water drijft. Deze platen zijn niet overal even dik en ze zijn onderling ook niet even dik. De platen waar een zee of oceaan boven ligt zijn dunner (5 tot 10km) dan die waar zich continenten bevinden (20 tot 60km), hierdoor steken de continentale platen boven de oceanische platen en is er een duidelijk verschil. Doordat de stromen van het magma in het binnenste van de aarde zijn de verschillende platen constant in beweging. Op sommige plaatsen worden de platen tegen elkaar aangeduwd zodat ze over elkaar heen schuiven en als het ware kreukelen waardoor er bergen ontstaan. Zo ontstaan lange bergketens als het Himalaya, de Rocky Mountains en de Andes. In deze gebieden is de aardkorst op zijn dikst. Slechts 10 procent van de plaat wordt omhoog gestuwd. De overige 90 procent verdwijnt dus in de diepte. Deze processen laten vanzelfsprekend sporen na op het gesteente. De extreme druk die tijdens zo een proces op de betrokken gesteenten wordt uitgeoefend zorgt er zelfs voor dat deze van structuur verandert. Mineralen die oorspronkelijk willekeurig en in alle richtingen met elkaar verweven waren beginnen zich onder invloed van druk te ordenen. Ze zullen zich zoveel mogelijk dwars op de drukrichting rangschikken (figuur 25). Figuur 25 25

26 Sommige mineralen worden letterlijk uitgeperst (als een sinaasappel op een pers) zodat bepaalde elementen eruit lopen. Deze stoffen verzamelen zich en vormen vervolgens nieuwe mineralen die beter bestand zijn tegen de enorme druk. Soms gebeurt het dat aangrenzende lagen gesteente zo worden samengeperst dat ze elementen uitwisselen met het bewegende gesteente en nieuwe mineralen vormen in een soort grenslaag. Elke structuurverandering die ruimte bespaart en meer weerstand biedt tegen de uitgeoefende druk zal onherroepelijk plaatsvinden waardoor compleet nieuwe gesteenten ontstaan. De transformatie van bestaand gesteente onder extreme druk en temperatuur, zonder dat het smelt, wordt metamorfose genoemd. De zo ontstane gesteenten worden metamorfe gesteenten genoemd. Regionale metamorfose, Er kan ook metamorfose plaatsvinden als gesteente steeds verder worst samengeperst doordat er andere lagen bovenop de steenlaag komen die de laag steeds verder de diepten in stuwt. In dit geval en bij het hierboven beschreven proces spreken we van regionale metamorfose. Aangezien in beide gevallen gebieden onderhevig zijn aan transformatie onder extreem hoge druk waarbij het gesteente niet smelt. Mineralen die zo ontstaan zijn onder andere Cyaniet, Granaat, Jade, Nefriet, Serpentijn, Thuliet, Tijgerijzer en Zoïsiet. Een ander bekend en veelgebruikt voorbeeld van een metamorf gesteente is marmer (getransformeerd kalksteen), waarin soms afzettingen van Lapis Lazuli en Smaragd worden aangetroffen. De kringloop der gesteenten (figuur 26), Zo wordt het duidelijk dat gesteenten met hun mineralen niet zo eeuwig en onveranderlijk zijn als wij vaak denken. Hun tijdspanne is ongelooflijk veel groter dan de onze, zo is een gemiddelde diamant jaar oud. Mineralen zijn dus in een constant proces van transformatie, ook hier vind je schepping, verandering en ontbinding. Uit magma ontstaan stollingsgesteenten en mineralen, door verwering worden deze weer verandert in sedimentaire gesteenten en secundaire mineralen. Deze beide soorten Figuur 26 26

27 kunnen een metamorfose ondergaan en metamorfe gesteenten en mineralen worden, die op hun beurt door verwering terug kunnen veranderen in sedimentaire gesteenten en mineralen. Ten slotte kan de hitte van de metamorfose zo groot worden dat het gesteente weer smelt. Dan is de kringloop der gesteente weer gesloten, want gesteente wordt dan weer magma. 27

28 DE HELENDE VERMOGENS VAN KRISTALLEN, Het is algemeen bekend dat aan kristallen helende vermogens worden aangeschreven, dit is waarschijnlijk dan ook de reden waarom veel mensen met argusogen naar kristallen kijken. Dit komt waarschijnlijk omdat een edelsteen niet ingenomen kan worden, via vertering of via inhaleren, maar dit kan niet (tenzij de steen wordt verpoedert en opgelost) zonder de steen kapot te maken. Een kristal of edelsteen werkt wel door deze op de huid te dragen, of deze zelfs maar in de buurt te houden. Om een beter begrip te krijgen moeten we het idee dat ons wezen begrensd wordt door ons fysieke lichaam loslaten. Elk wezen en voorwerp heeft een uitstraling, een emanatie of aura. Dit is al honderd jaar geleden natuurkundig bewezen. Deze uitstraling kan het best worden gezien als energie, in de wetenschap vaak aangeduid als: warmte, licht of andere elektromagnetische straling. Dit betekent dat wij voortdurend zijn betrokken bij een energie-uitwisseling met onze omgeving. Dit kan zijn dat wij de warmte van het zonlicht absorberen en warmte uitstralen tot de invloeden van elektriciteitsleidingen, radiozenders en magnetrons. In recente jaren hebben verschillende proeven bewezen dat elektrosmog, veroorzaakt door elektrische stroom en radiozenders, een negatieve invloed kan hebben op de gezondheid. Zo n energieveld kan worden aangetoond door middel van kirlianfotografie. Hierbij wordt een object of persoon gefotografeerd in een spanningsveld met een spanning van meer dan 1000 volt. Peter Mandel verfijnde deze techniek en onderzocht meer dan 1 miljoen foto s om overeenkomsten en verbanden te vinden. Een aura kan ook worden waargenomen door mensen die daar gevoelig voor zijn. Dit hoeft niet te betekenen dat deze mensen altijd in de paranormale hoek te vinden zijn. Vaak worden deze mensen na een eerste ervaring wel in die richting getrokken omdat de paranormale richting veel antwoorden heeft voor zulke mensen. Stenen hebben een soortgelijke straling. Hun straling is het gevolg van omzetting van geabsorbeerd licht en ligt overwegend in het infrarode gebied van het spectrum en voor een klein deel bij de microgolven. Infrarood straling wordt door de huid opgenomen die wij voelen als warmte. Microgolven echter dringen in het hele organisme door en bereiken zo alle weefsels en organen. 28

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door W. 1173 woorden 23 juni 2016 6,9 16 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Samenvatting H1 1 t/m 7 1 Atoombouw: Atoom: Opgebouwd uit

Nadere informatie

Scheikunde Samenvatting H4+H5

Scheikunde Samenvatting H4+H5 Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld

Nadere informatie

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleiding. 3. Hoofdstuk 2 Wat zijn edelstenen? 4. Hoofdstuk 3 Hoe ontstaan edelstenen? 5. Hoofdstuk 4 Verschillende soorten edelstenen.

Hoofdstuk 1 Inleiding. 3. Hoofdstuk 2 Wat zijn edelstenen? 4. Hoofdstuk 3 Hoe ontstaan edelstenen? 5. Hoofdstuk 4 Verschillende soorten edelstenen. Geschreven door Marit Steman / 2009 Inhoudsopgave Pagina Hoofdstuk 1 Inleiding. 3 Hoofdstuk 2 Wat zijn edelstenen? 4 Hoofdstuk 3 Hoe ontstaan edelstenen? 5 Hoofdstuk 4 Verschillende soorten edelstenen.

Nadere informatie

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild

Nadere informatie

Niet-metalen + metalen. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water.

Niet-metalen + metalen. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Niet-metalen + metalen. Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water. H2O. Wat is de structuur van een metaalbinding? Metaalrooster. Geef een

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

6.2. Werkstuk door een scholier 1504 woorden 23 december keer beoordeeld. Aardrijkskunde

6.2. Werkstuk door een scholier 1504 woorden 23 december keer beoordeeld. Aardrijkskunde Werkstuk door een scholier 1504 woorden 23 december 2008 6.2 281 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Edelstenen 1.Wat zijn edelstenen? 2.Hoe ontstaan edelstenen? 3.Waaruit ontstaan edelstenen? 4.De vorm

Nadere informatie

Elementen; atomen en moleculen

Elementen; atomen en moleculen Elementen; atomen en moleculen In de natuur komen veel stoffen voor die we niet meer kunnen splitsen in andere stoffen. Ze zijn dus te beschouwen als de grondstoffen. Deze stoffen worden elementen genoemd.

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je

Nadere informatie

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018 H78 kort les.notebook June 05, 2018 Hoofdstuk 7 en Materie We gaan eens goed naar die stoffen kijken. We gaan steeds een niveau dieper. Stoffen bijv. limonade (mengsel) Hoofdstuk 8 Straling Moleculen water

Nadere informatie

Inhoud Deel 1 Deel 2

Inhoud Deel 1 Deel 2 Inhoud Voorwoord 7 Deel 1 9 Inleiding 11 De universele levenskracht 19 Het kiezen van een edelsteen 24 Verzorging van edelstenen 27 Programmeren van edelstenen 33 Edelstenen dragen op je huid 35 Edelstenen

Nadere informatie

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Opgave 1 Op het etiket van een pot pindakaas staat als een van de ingrediënten magnesium genoemd. Scheikundig is dit niet juist. Pindakaas bevat geen magnesium

Nadere informatie

Klas 4 GT. Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG

Klas 4 GT. Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG Klas 4 GT Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG De kracht van het atoom Een atoom bevat enorme krachten proefwerkstof Proefwerk 14-10-05 Nask2 3(4) VMBO TG deel B hoofdstuk3 Hoofdstuk 4 atomen en ionen blz2 tot

Nadere informatie

Atoommodel van Rutherford

Atoommodel van Rutherford Samenvatting scheikunde havo 4 hoofdstuk 2 bouwstenen van stoffen 2.2 de bouw van een atoom Atoommodel val Een atoom is een massief bolletje. Elk atoomsoort heeft zijn eigen Dalton afmetingen Ook gaf hij

Nadere informatie

7.1 Het deeltjesmodel

7.1 Het deeltjesmodel Samenvatting door Mira 1711 woorden 24 juni 2017 10 3 keer beoordeeld Vak NaSk 7.1 Het deeltjesmodel Een model van een stof Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen. Aangezien je niet kunt zien hoe een

Nadere informatie

Alles om je heen is opgebouwd uit atomen. En elk atoom is weer bestaat uit protonen, elektronen en neutronen.

Alles om je heen is opgebouwd uit atomen. En elk atoom is weer bestaat uit protonen, elektronen en neutronen. 2 ELEKTRICITEITSLEER 2.1. Inleiding Je hebt al geleerd dat elektriciteit kan worden opgewekt door allerlei energievormen om te zetten in elektrische energie. Maar hoe kan elektriciteit ontstaan? En waarom

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling

Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling Samenvatting door een scholier 1947 woorden 26 augustus 2006 6,5 102 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting Natuurkunde VWO

Nadere informatie

07 MOLECUULFORMULES & CHEMISCHE BINDINGEN PROCESTECHNIEK

07 MOLECUULFORMULES & CHEMISCHE BINDINGEN PROCESTECHNIEK PROCESTECHNIEK Wat leer je? het verschil uitleggen tussen symbolenformules en molecuulformules; molecuulformules opstellen aan de hand van tekeningen van moleculen; het aantal en de soort atomen van een

Nadere informatie

BirGem. Verwerkingseigenschappen & Draageigenschappen van Edelstenen

BirGem. Verwerkingseigenschappen & Draageigenschappen van Edelstenen BirGem Verwerkingseigenschappen & Draageigenschappen van Edelstenen Tel: 0182 387064 Email: Info@birgem.nl Inleiding Hierbij, op veler verzoek, een makkelijk overzicht van alle verwerkings- en draageigenschappen

Nadere informatie

Stoffen, structuur en bindingen

Stoffen, structuur en bindingen Hoofdstuk 1: Stoffen, structuur en bindingen Scheikunde vwo 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3 Samenvatting door een scholier 1619 woorden 9 oktober 2005 7,2 12 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde, hoofstuk 1, 2.4,

Nadere informatie

1) Stoffen, moleculen en atomen

1) Stoffen, moleculen en atomen Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;

Nadere informatie

Het smelten van tin is géén reactie.

Het smelten van tin is géén reactie. 3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

Conflicten: azuriet. Dood gaan: chiastoliet

Conflicten: azuriet. Dood gaan: chiastoliet A Aardend: aragoniet, carneool, jaspis, onyx, rookkwarts, unakiet, versteend hout Communicatie: C blauwe calsiet, celestine, chrysocolla, dumortiriet, ioliet, saffier Allergie: aquamarijn Angst: apachetraan,

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 918 woorden 13 januari 2005 6,3 193 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.2: De bouw van een atoom.

Nadere informatie

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan

Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Inhoudsopgave 1 Atoommodel... 1 Moleculen... 1 De ontwikkeling van het atoommodel... 1 Atoommodel van Bohr... 2 Indicatoren van atomen... 3 2 Periodiek

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

Stoffen en Reacties 2

Stoffen en Reacties 2 Stoffen en Reacties 2 Practicum Metalen Naam student 1. Naam student2..... Pagina 2 van 13 Inleiding Reageert metaal met zuurstof? Sinds de mensheid metalen kent worden ze voor allerlei toepassingen gebruikt

Nadere informatie

I. Basiskennis. ijs. Een chemisch verschijnsel is het verschijnsel waarbij wel nieuwe stoffen ontstaan.

I. Basiskennis. ijs. Een chemisch verschijnsel is het verschijnsel waarbij wel nieuwe stoffen ontstaan. Basiskennis 4 chemie 2 de graad, 2 de jaar = 4avv & 4bav 1 1. Natuurwetenschappen I. Basiskennis De studie van de natuurverschijnselen kan je ruwweg onderverdelen in: Biologie: Studie van de levende materie.

Nadere informatie

Atoombinding structuurformules nader beschouwd (aanvulling 2.4)

Atoombinding structuurformules nader beschouwd (aanvulling 2.4) Atoombinding structuurformules nader beschouwd (aanvulling 2.4) 1. Atoommodel van Bohr Uitgaande van het atoommodel van Rutherford (kern bestaande uit protonen en neutronen met daaromheen een elektronenwolk)

Nadere informatie

Elektriciteit. Elektriciteit

Elektriciteit. Elektriciteit Elektriciteit Alles wat we kunnen zien en alles wat we niet kunnen zien bestaat uit kleine deeltjes. Zo is een blok staal gemaakt van staaldeeltjes, bestaat water uit waterdeeltjes en hout uit houtdeeltjes.

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische

Nadere informatie

BEWEGENDE AARDE: KWARTET

BEWEGENDE AARDE: KWARTET BEWEGENDE AARDE: KWARTET Theoretisch kader In dit kwartetspel leer je door middel van het beantwoorden van vragen over van alles dat met het bewegen van de aarde te maken heeft. Elk kwartet heeft een onderwerp,

Nadere informatie

In dit overzicht vindt u korte informatie over de werking van de verschillende gezondheisstenen.

In dit overzicht vindt u korte informatie over de werking van de verschillende gezondheisstenen. In dit overzicht vindt u korte informatie over de werking van de verschillende gezondheisstenen. Agaat Agaat komt in veel kleurschakeringen voor. De basiskleuren zijn grijs, beige, wit, zwart en bruin,

Nadere informatie

Determineren van gesteente

Determineren van gesteente Aarde Paragraaf 1 en atlasvaardigheden Determineren van gesteente Als je een gesteente bestudeert en daarna vaststelt wat de naam van het gesteente is, dan ben je aan het determineren. Je kunt gesteenten

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en sch Samenvatting door een scholier 2120 woorden 23 november 2010 4,5 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Natuurkunde hoofdstuk 6: Chemie en sch 6.1 Elementen Indelen

Nadere informatie

Samenvatting hoofdstuk 2

Samenvatting hoofdstuk 2 temperatuur in o Scheikunde hemie op school Samenvatting hoofdstuk 2 De bouw van stoffen Samenvatting hoofdstuk 2 Er zijn verschillende eigenschappen waaraan je een stof kunt herkennen. We noemen deze

Nadere informatie

Chemie 4: Atoommodellen

Chemie 4: Atoommodellen Chemie 4: Atoommodellen Van de oude Grieken tot het kwantummodel Het woord atoom komt va, het Griekse woord atomos dat ondeelbaar betekent. Voor de Griekse geleerde Democritos die leefde in het jaar 400

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Mol Samenvatting door een scholier 1296 woorden 9 november 2017 7,6 34 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur/scheikunde overal Paragraaf 6.1: stoffen herkennen

Nadere informatie

Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin.

Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin. Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin. De metalen en de zouten zullen in gesmolten toestand stroom geleiden, de metalen hebben

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft Werkstuk door een scholier 996 woorden 14 mei 2003 5 152 keer beoordeeld Vak Scheikunde Inhoudsopgave Wat is waterstof? Wat is water? Wat is filtreren? Wat is destilleren? Drie fasen van water. Wat is

Nadere informatie

Cursus Chemie 2-1. Hoofdstuk 2: Chemische bindingen 1. INLEIDING

Cursus Chemie 2-1. Hoofdstuk 2: Chemische bindingen 1. INLEIDING Cursus Chemie 2-1 Hoofdstuk 2: Chemische bindingen 1. INLEIDING In hoofdstuk 1 hebben we geleerd over de atoombouw. De atoomstructuur bepaalt de chemische en fysische eigenschappen van de stoffen. In chemische

Nadere informatie

Het spel: Rad van Fortuin

Het spel: Rad van Fortuin Het spel: Rad van Fortuin Spelregels: - iedereen draait om beurt aan het rad. - als het rad stopt, moeten ze een vraag beantwoorden. Goed antwoord: krijgen ze de punten waar het rad is gestopt en mogen

Nadere informatie

Naam: VULKANEN. Vraag 1. Uit welke drie lagen bestaat de aarde? Vraag 2. Hoe dik is de aardkorst gemiddeld?

Naam: VULKANEN. Vraag 1. Uit welke drie lagen bestaat de aarde? Vraag 2. Hoe dik is de aardkorst gemiddeld? Naam: VULKANEN Voordat je begrijpt hoe vulkanen ontstaan, moet je eerst weten hoe de aarde in elkaar zit. De aarde is een bol die uit drie lagen bestaat. De binnenste laag is de kern. De temperatuur is

Nadere informatie

QUARK_5-Thema-01-elektrische kracht Blz. 1

QUARK_5-Thema-01-elektrische kracht Blz. 1 QUARK_5-Thema-01-elektrische kracht Blz. 1 THEMA 1: elektrische kracht Elektriciteit Elektrische lading Lading van een voorwerp Fenomeen: Sommige voorwerpen krijgen een lading door wrijving. Je kan aan

Nadere informatie

1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen.

1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen. SO Straling 1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen. 2 Waaruit bestaat de elektronenwolk van een atoom? Negatief geladen deeltjes, elektronen. 3 Wat bevindt zich

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8 Samenvatting door Dylan 748 woorden 30 december 2016 5,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Paragraaf 1 Gemeenschappelijke eigenschappen metalen:

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be

toelatingsexamen-geneeskunde.be Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 4 Samenvatting door Syb 1176 woorden 4 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Scheikunde Methode Chemie overal Scheikunde H1/H2/H3 Samenvatting PARAGRAAF 1.1 Een stof

Nadere informatie

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. PARATE KENNIS CHEMIE 4 e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur,

Nadere informatie

Woord vooraf. Schatten uit de natuur.indb :09

Woord vooraf. Schatten uit de natuur.indb :09 Varisciet Hope-diamant Conus eburneus Woord vooraf Overal op onze planeet vind je wonderen uit de natuur. De gesteenten waaruit het aardoppervlak bestaat, bergen talloze verrassingen van kleurige mineralen

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. ) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk

Nadere informatie

gelijk aan het aantal protonen in de kern. hebben allemaal hetzelfde aantal protonen in de kern.

gelijk aan het aantal protonen in de kern. hebben allemaal hetzelfde aantal protonen in de kern. 1 Atoombouw 1.1 Atoomnummer en massagetal Er bestaan vele miljoenen verschillende stoffen, die allemaal zijn opgebouwd uit ongeveer 100 verschillende atomen. Deze atomen zijn zelf ook weer opgebouwd uit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 9.1 De hemel Wanneer s nachts naar een onbewolkte hemel wordt gekeken is het eerste wat opvalt de vele fonkelende sterren. Met wat geluk kan ook de melkweg worden gezien als een

Nadere informatie

Kernpunten. Conclusie en nawoord. Essay naar de temperaturen binnen de kern van de aarde. Auteur: Sebastien Immers. Copyright Augustus 2010

Kernpunten. Conclusie en nawoord. Essay naar de temperaturen binnen de kern van de aarde. Auteur: Sebastien Immers. Copyright Augustus 2010 Kernpunten Essay naar de temperaturen binnen de kern van de aarde. Conclusie en nawoord Auteur: Sebastien Immers Copyright Augustus 2010 Voor meer informatie: info@immerspher.com Internetadressen: http://www.immerspher.com

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

Zonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme

Zonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme Zonnestraling Samenvatting De Zon zendt elektromagnetische straling uit. Hierbij verplaatst energie zich via elektromagnetische golven. De golflengte van de straling hangt samen met de energie-inhoud.

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door J. 1535 woorden 7 maart 2015 6,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 scheiden en reageren 1.2 zuivere stoffen en

Nadere informatie

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). 2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden

Nadere informatie

De Zon. N.G. Schultheiss

De Zon. N.G. Schultheiss 1 De Zon N.G. Schultheiss 1 Inleiding Deze module is direct vanaf de derde of vierde klas te volgen en wordt vervolgd met de module De Broglie of de module Zonnewind. Figuur 1.1: Een schema voor kernfusie

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11 Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11 Opgave 11.1 Definitie Definitie van een molecuul Een molecuul is het kleinste deeltje van een moleculaire stof dat nog alle chemische eigenschappen

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materi Samenvatting door een scholier 1210 woorden 6 april 2015 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 3: Materi Eigenschappen van moleculen: -Ze verschillen

Nadere informatie

1 Leerlingproject: Kosmische straling 28 februari 2002

1 Leerlingproject: Kosmische straling 28 februari 2002 1 Leerlingproject: Kosmische straling 28 februari 2002 1 Kosmische straling Onder kosmische straling verstaan we geladen deeltjes die vanuit de ruimte op de aarde terecht komen. Kosmische straling is onder

Nadere informatie

Voorstelling van moleculen en atomen in chemische symbolentaal

Voorstelling van moleculen en atomen in chemische symbolentaal Voorstelling van moleculen en atomen in chemische symbolentaal 1 Atoomsoorten of chemische elementen De verschillende soorten atomen worden elementen genoemd. Momenteel zijn er 116 chemische elementen

Nadere informatie

Exact Periode 5. Dictaat Licht

Exact Periode 5. Dictaat Licht Exact Periode 5 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H6 Water (Chemie)

Samenvatting Scheikunde H6 Water (Chemie) Samenvatting Scheikunde H6 Water (Chemie) Samenvatting door een scholier 1237 woorden 6 april 2003 5,5 120 keer beoordeeld Vak Scheikunde 1 Inleiding - Water is een heel bekent begrip. De bekende molecuul

Nadere informatie

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK PROCESTECHNIEK Wat leer je? uitleggen wat een reactieschema is; reactieschema's in woorden en symbolen opstellen; de kenmerken van de atoomtheorie van Dalton noemen; moleculen en atomen tekenen; scheikundige

Nadere informatie

Scheikunde Chemie overal Week 1. Kelly van Helden

Scheikunde Chemie overal Week 1. Kelly van Helden Scheikunde Chemie overal Week 1 Kelly van Helden 1.1 Chemie om je heen Scheikunde is overal Scheiden of zuiveren van stoffen Veranderen van grondstoffen in bruikbare stoffen Drinkwater uit zeewater Poetsen

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. 2) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

LiPo accu defect, wat nu?

LiPo accu defect, wat nu? LiPo accu defect, wat nu? Aan alles komt een eind dus ook een LiPo accu heeft niet het eeuwige leven. Zelfs als de LiPo accu altijd zeer goed behandeld is, altijd op de juiste manier op- en ontladen is,

Nadere informatie

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voedingselementen 9 1.1 Voedingselementen 9 1.2 Zuurgraad 12 1.3 Elektrische geleidbaarheid (EC) 13 1.4 Afsluiting 14 2 Kunstmeststoffen 15 2.1 Indeling kunstmeststoffen

Nadere informatie

Werkstuk Natuurkunde Negen planeten

Werkstuk Natuurkunde Negen planeten Werkstuk Natuurkunde Negen planeten Werkstuk door een scholier 1608 woorden 3 januari 2005 5,7 93 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Planeten Ontstaan van het zonnestelsel Vlak na een explosie, de Big Bang

Nadere informatie

THEORIE UIT EXPERIMENTEN TABELLEN SCIENCE / NATUURKUNDE / SCHEIKUNDE

THEORIE UIT EXPERIMENTEN TABELLEN SCIENCE / NATUURKUNDE / SCHEIKUNDE THEORIE UIT EXPERIMENTEN ONDERBOUW TABELLEN SCIENCE / NATUURKUNDE / SCHEIKUNDE TABEL 1 DICHTHEID (bij 25 C) gram per cm 3 = g cm -3 aardgas 0,00076 alcohol 0,8 aluminium 2,7 broom 3,1 butagas 0,0024 eikenhout

Nadere informatie

ASBEST Vragen Wat is asbest? Welke soorten asbest bestaan er? Waar wordt asbest gevonden? Hoe ontstaat asbest? Wat zijn asbestiforme mineralen? Bestaan er ook onschadelijke vormen van asbest? Wat

Nadere informatie

Tentamen Anorganische Chemie I

Tentamen Anorganische Chemie I Tentamen Anorganische Chemie I 29-3-2006 et tentamen bestaat uit vijf onderdelen (A,, C, D en E). De eerste tien vragen zijn meerkeuze vragen, het is hierbij voldoende om het nummer van de vraag en het

Nadere informatie

Wednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1

Wednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1 Chemie Overal Sk Havo deel 1 Website van de methode www.h1.chemieoveral.epn.nl Probeer thuis of het werkt. Aanbevolen browser: internet explorer Neem onderstaande tabel over en rond af Atoomsoort Zuurstof

Nadere informatie

Een les scheikunde: de stof water geeft een venster op de hemel (voorbeeldles voortgezet onderwijs)

Een les scheikunde: de stof water geeft een venster op de hemel (voorbeeldles voortgezet onderwijs) Een les scheikunde: de stof water geeft een venster op de hemel (voorbeeldles voortgezet onderwijs) Han Vuik Dit materiaal is onderdeel van het compendium christelijk leraarschap dat samengesteld is door

Nadere informatie

e-chrya visie door reflectie Workshop 25 mei 2014 De Wet van Een

e-chrya visie door reflectie Workshop 25 mei 2014 De Wet van Een visie door reflectie Workshop 25 mei 2014 De workshops van e-chrya zijn bedoeld om te verbreden, te ontwikkelen en te ontdekken. Als groep, als netwerk, komen we bij elkaar om elkaar te leren kennen en

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting door Jel 1075 woorden 17 maart 2018 8 3 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school.

Nadere informatie

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven. MAVO Herexamen 1976 1. Beantwoord de volgende vragen over het element calcium. a. Hoeveel protonen bevat een atoom van dit element? Licht het antwoord toe. b. Hoe zijn de elektronen over de schillen verdeeld?

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden

Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden Vraag 1 Geef het symbool van: Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden I. IJzer Fe Aluminium Al Koolstof C IV. Lood Pb V. Chloor Cl VI. Silicium Si Vraag 2 Geef de naam van de atoomsoort.

Nadere informatie

I. Basiskennis. Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische scheidingstechnieken.

I. Basiskennis. Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische scheidingstechnieken. Basiskennis 5 chemie 3 de graad, 1 ste jaar = 5avv, 5av, 5bv 1 1.1 Opbouw van de materie I. Basiskennis Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Eindexamen scheikunde havo 2001-II Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit

Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit Samenvatting door een scholier 1150 woorden 22 april 2016 8,3 8 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Natuurkunde H7 Elektriciteit/Elektrische schakelingen

Nadere informatie

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE Oefenopgaven CEMISCE INDUSTRIE havo OPGAVE 1 Een bereidingswijze van fosfor, P 4, kan men als volgt weergeven: Ca 3 (PO 4 ) 2 + SiO 2 + C P 4 + CO + CaSiO 3 01 Neem bovenstaande reactievergelijking over

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H6 (Chemie)

Samenvatting Scheikunde H6 (Chemie) Samenvatting Scheikunde H6 (Chemie) Samenvatting door een scholier 892 woorden 18 maart 2004 5,1 73 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Hoofdstuk 6 Twee soorten bindingen bij moleculaire stoffen:

Nadere informatie

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten WATER Krachten tussen deeltjes Intramoleculaire en intermoleculaire krachten Intramoleculaire en intermoleculaire krachten De atomen in een molecuul blijven samen door intramoleculaire krachten (atoombinding)

Nadere informatie

Stabiliteit van atoomkernen

Stabiliteit van atoomkernen Stabiliteit van atoomkernen Wanneer is een atoomkern stabiel? Wat is een radioactieve stof? Wat doet een radioactieve stof? 1 Soorten ioniserende straling Alfa-straling of α-straling Bèta-straling of β-straling

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,

Hoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Hoofdstuk 8 Opgave 1 Bruistabletten bevatten onder andere natriumwaterstofcarbonaat. Als je deze tabletten in water brengt, treedt een reactie op waarbij

Nadere informatie

Rekenen aan reacties (de mol)

Rekenen aan reacties (de mol) Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html

Nadere informatie

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster Vragen en opdrachten bij de poster Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster 3 vwo Probleem: Zuur gas T1 Waterstofsulfide ontstaat bij de afbraak van zwavelhoudende organische stoffen.

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 7 Een indeling van stoffen. moleculaire stoffen zouten metalen

Oefenvragen Hoofdstuk 7 Een indeling van stoffen. moleculaire stoffen zouten metalen Oefenvragen oofdstuk 7 Een indeling van stoffen Vraag 1 Kruis bij de onderstaande stoffen de juiste groep aan. NaCl C612O6 CO2 Pb Fe Cl2 KNO3 CaBr2 moleculaire stoffen zouten metalen Vraag 2 Maak de volgende

Nadere informatie