Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen"

Transcriptie

1 Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen Handreiking betreffende het behoud en herstel van cultuurhistorisch waardevolle objecten in de gemeente Drimmelen Gemeente Drimmelen Afdeling Grondgebied maart 2010

2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Vergunningprocedure 4 1. Algemeen 6 2. Fundering 7 3. Constructieve onderdelen Houten kappen en balklagen Dragend metselwerk Beton IJzer, staal Gevels Reiniging Voegwerk Reparatie, inboeting Natuursteen Stoepen Afwerking Nieuwe voorzieningen Daken Dakbeschot Pannen Leien Zink, koper en lood Gevelsparingen Houten vensters en deurpartijen Stalen vensters en deurpartijen Beglazing Interieurs Brandvoorschriften Installaties Liften Energiebesparende maatregelen Ramen Gevels Daken Vloeren/plafonds Ventilatie Aanvullende uitvoeringseisen 29 Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 2

3 Voorwoord De handreiking Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) bevat richtlijnen voor het behoud van de technische en monumentale kwaliteit van beschermde rijks- en gemeentelijke monumenten in de diverse dorpskernen van de gemeente Drimmelen.. Daarnaast zijn er richtlijnen opgenomen omtrent het behoud van de monumentale waarden betreffende van rijkswege beschermde dorpsgezichten. De richtlijnen zijn bedoeld als leidraad voor planontwikkeling, planbeoordeling en de uitvoering van de verbouwings- of restauratiewerkzaamheden. Het vormt geen complete restauratieve handleiding maar een leidraad voor veel voorkomende praktijkgevallen. De restauratieve richtlijnen zijn opgesteld om door een correcte technische uitvoering van werkzaamheden behoud van cultuurhistorische waarden te waarborgen. Daarnaast worden uitspraken gedaan over nieuwe toevoegingen of aanpassingen waarbij historische onderdelen in het geding zijn. De richtlijnen geven tevens aan wanneer de vrijstellingsregeling volgens artikel 1.12 van het Bouwbesluit 2003, van toepassing is. 1 Het BHMD 2010 bewaakt de bouwkundige en monumentale kwaliteit van monumenten. Het is nagenoeg onmogelijk hiervoor algemene, toetsbare criteria op te stellen. Veel is afhankelijk van de ouderdom, het materiaalgebruik, de fysische condities en de monumentaliteit. In die gevallen waar de cultuurhistorische waarden van een pand niet of onvoldoende zijn vastgesteld, zal de monumentencommissie van de gemeente Drimmelen in de vorm van een beknopte beschrijving deze nader vastleggen. Wetgeving Iedere wijziging aan een beschermd monument moet worden beoordeeld en geadviseerd door de monumentencommissie van de gemeente Drimmelen en in voorkomende gevallen de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Veel aspecten die in het BHMD 2010 worden aangehaald zijn vergunningplichtig ex artikel 11 van de Monumentenwet 1988 (Rijksmonumenten) of ex artikel 10 van de Monumentenverordening 2007 gemeente Drimmelen. Het volgen van de BHMD 2010 laat niet onverlet dat bij wijziging van een monument altijd een omgevingsvergunning (monumentenvergunning) nodig is. Omgevingsvergunning (monumentenvergunning) Een aanvraag voor een omgevingsvergunning (monumentenvergunning)wordt bij het College van de gemeente Drimmelen ingediend. 1 Bouwbesluit 2003, paragraaf 1.5 ontheffingen, artikel 1.12: Indien voor het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of in een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening, een vergunning ingevolge die wet of verordening is verleend, is, voorzover een aan die vergunning verbonden voorschrift afwijkt van een voorschrift van dit besluit, uitsluitend het aan die vergunning verbonden voorschrift van toepassing. Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 3

4 De aanvraag moet inzichtelijk zijn en omvat bouwhistorische verkenning of opname plattegronden bestaand / nieuw (schaal 1:100) lengte- en dwarsdoorsnede(n) bestaand / nieuw (schaal 1:100) gevelaanzichten bestaand / nieuw (schaal 1:100) kappenplan bestaand / nieuw (schaal 1:100) situatie met noordpijl bestaand / nieuw (schaal 1:1000) relevante principedetails beschrijving van de werkzaamheden (bestek of werkomschrijving) relevante foto s De vergunningprocedure omvat meerdere procedurestappen en vergt een behandelingstermijn, die gelimiteerd is door wet- en regelgeving. Het is de bedoeling dat per 1 juli 2010 de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt. Deze Wabo regelt de nieuwe omgevingsvergunning. De nieuwe omgevingsvergunning is één geïntegreerde vergunning waarvan de monumentenvergunning een onderdeel is. Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 4

5 Gebruik BHMD 2010 Het BHMD 2010 is gebaseerd op twee beginselen van de monumentenzorg te weten 1 behoud gaat voor vernieuwen 2 de bouwgeschiedenis eerbiedigen De diverse onderdelen van de richtlijnen liggen in het verlengde van deze uitgangspunten. Het BHMD 2010 bestaat uit uitgangspunten gevolgd door uitvoeringseisen, eventueel een functionele toets of aanwijzing en indien nodig een aanvullende toelichting. Afwijken van BHMD 2010 Het College van de gemeente Drimmelen kan in gevallen waarbij de aard of het kwaliteitsniveau van de monumentale waarden niet in deze richtlijnen algemeen geregeld worden, na advies van de monumentencommissie, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en/of GS nadere eisen stellen. Dit zal dan leiden tot nadere voorwaarden in de omgevingsvergunning (monumentenvergunning). Van de vrijstellingsregel, art van het Bouwbesluit 2003, kan gebruik worden gemaakt als er monumentale waarden in het geding zijn of als de aanpassing zou leiden tot gevolgschade door fysische of chemische reacties. Indien men regeltechnisch expliciet eist dat aan een veiligheidseis voldaan moet worden, terwijl er monumentale waarden in het geding zijn, moet er gezocht worden naar een alternatieve oplossing waarbij aan de eis tot een aanvaardbaar niveau tegemoet wordt gekomen en de aantasting van het monument tot een minimum beperkt blijft. Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 5

6 1 ALGEMEEN Behoud gaat voor vernieuwen De historische bouwmaterialen, structuren en constructiewijzen vertegenwoordigen een belangrijke monumentale en historische waarde. Deze waarde dient zoveel mogelijk te worden gerespecteerd, opdat de geschiedenis en ontwikkeling van het ambachtelijke bouwen evenals het dagelijkse gebruik van een monument afleesbaar zijn. Door vervanging gaat deze afleesbaarheid voorgoed verloren. Bouwhistorie eerbiedigen Het transformatieproces, door verandering van het gebruik of functie, dat een gebouw door de tijd heen ondergaat, heeft een grote historische waarde. Een monument ontleent veelal zijn waarde aan de bouwgeschiedenis. Latere wijzigingen of toevoegingen kunnen van groot belang zijn omdat de bouwgeschiedenis van een gebouw daaraan afleesbaar is. Door reconstructie wordt deze afleesbaarheid verstoord. In een reconstructie wordt weliswaar getracht een historisch beeld op te roepen, maar daarvoor moeten vaak historisch waardevolle onderdelen wijken. Toevoegingen en veranderingen aan monumenten moeten omkeerbaar zijn De verandering moet in beginsel een toevoeging zijn die weer ongedaan kan worden gemaakt, zonder de monumentale waarden aan te tasten. Nieuw toe te passen materialen moeten compatibel zijn Historische materiaaltoepassingen en/of constructiewijzen zijn niet altijd verenigbaar met de hedendaagse bouwmaterialen of constructiewijzen. Zij kunnen fysische en/of chemische reacties veroorzaken die schade toebrengen aan het monument. De toe te passen technieken mogen geen mechanische, fysische of chemische schade toebrengen aan een monument. Vernieuwen met oude materialen blijft vernieuwen. Hergebruik van historische bouwmaterialen verdient echter wel de voorkeur. Restaureren is geen confectie maar maatwerk. Omdat geen enkele restauratieopgave gelijk is, zijn de restauratie- en ontwerpoplossingen gebaseerd op een analyse van de bestaande toestand. TOELICHTING Onderdelen of elementen mogen niet worden vervangen als herstel mogelijk is. Indien een onderdeel of element, ondanks kwaliteitsverlies, zijn functie nog vervult, is vervanging geen optie. Indien een toevoeging nodig is om een onderdeel of element naar behoren te laten functioneren, is dit te prevaleren boven een volledig nieuw onderdeel of element. De bestaande situatie is dwingend ten opzichte van een eventuele wijziging of aanpassing. Indien de bestaande situatie niet de oorspronkelijke situatie is, kan in overleg met de monumentencommissie de oorspronkelijke situatie worden hersteld, mits er geen historisch relevante onderdelen ten behoeve van dit herstel worden verwijderd. Noviteiten mogen niet zonder meer toegepast worden in of bij een monument. Materialen of technieken moeten hun toepasbaarheid door attest of ervaring aantonen. In geval van twijfel kan een materiaal of techniek geweigerd worden. Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 6

7 2 FUNDERING Een bouwwerk mag slechts worden voorzien van een nieuwe fundering als de oorspronkelijke fundering aantoonbaar slecht en/of overbelast is. FUNCTIONELE TOETS Een funderingsrapport moet uitsluitsel bieden over de technische staat en de mate van aantasting van de fundering. De kwaliteitsniveaus van het casco-funderingsonderzoek zijn hierbij het uitgangspunt: 1 De fundering is goed en heeft een minimale handhavingtermijn van 25 jaar. Geen vervanging van de fundering noodzakelijk. 2 De fundering is goed mits het grondwater op een bepaald peil blijft. Bij ongewijzigde omstandigheden is geen vervanging van de fundering noodzakelijk. 3 Het is niet vast te stellen of de fundering een minimale handhavingtermijn heeft van 25 jaar. In deze gevallen wordt geadviseerd om te gaan monitoren en aan de hand van de uitkomsten wordt afgewogen of vervanging van de fundering noodzakelijk is. 4 De fundering is niet aangetast maar het draagvermogen van de fundering is onvoldoende. Een herstelplan wordt opgesteld en herstel/vervanging van de fundering is mogelijk. 5 De fundering is aangetast en heeft een objectief vastgestelde handhavingtermijn (0-5 jaar, jaar, jaar). Een herstelplan wordt opgesteld en herstel/vervanging van de fundering is mogelijk. Indien een object een gemeenschappelijke bouwmuur heeft moet er een afstemming met de funderingssituatie van het belendende pand komen. Voor de beoordeling van mogelijke schade door trillingen bij het plaatsen van nieuwe palen wordt de strengste grenswaarde uit het SBR-rapport 2, Meet en beoordelingsrichtlijn, schade aan gebouwen ten gevolge van trillingen, deel 1, 1993 gehanteerd. Trillingsvrije systemen genieten de voorkeur. 2 SBR: Stichting BouwResearch zie: Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 7

8 TOELICHTING Onvoldoende draagvermogen van een fundering moet rekentechnisch worden aangetoond. De nuttige diameter van een paal bepaalt het draagvermogen, niet de mate van aantasting. Indien een aangetaste paal nog voldoende draagvermogen heeft en de fundering aan minimaal kwaliteitsniveau beperkte bruikbaarheidsduur voldoet is een nieuwe fundering niet nodig. Indien een nieuwe fundering wordt aangebracht, mag de oude fundering niet worden verwijderd. Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 8

9 3 CONSTRUCTIEVE ONDERDELEN Aanpassingen in een monument mogen in geen geval een wijziging of aantasting van de hoofddraagconstructie tot gevolg hebben. Herstel van de bestaande constructie is het uitgangspunt. Indien de bestaande constructie niet toereikend is, dienen noodzakelijke versterkingen of stabiliteitsvoorzieningen in beginsel een reversibele toevoeging te zijn. Overbodig geraakte constructieve onderdelen moeten gehandhaafd blijven. FUNCTIONELE TOETS Rekentechnisch moet worden aangetoond dat een constructie niet toereikend is. Indien herstellen geen optie is kan het constructieve element of onderdeel vervangen worden door een bij de constructie van het object passend element of onderdeel. Bij demontage van een constructie moet de stabiliteit van het geheel gewaarborgd zijn. 3.1 Houten kappen en balklagen Onderdelen die zijn aangetast door insecten en/of schimmels mogen pas vervangen worden als de onderdelen onvoldoende draagvermogen hebben en/of bestrijding niet mogelijk is. Slechte onderdelen moeten niet in hun geheel worden vervangen, maar afgezaagd tot voorbij het niet aangetaste gezonde hout en aangelast (schuine lip- of haaklas; Lengte las = 2-2,5 hoogte balk) in dezelfde houtsoort van hetzelfde formaat. Indien meer dan 40% van een onderdeel is aangetast, is volledig vervangen toegestaan. Het gebruik van epoxyharsen ter vervanging van balkkoppen en dergelijke is toegestaan tot maximaal 1/5 van de overspanning met een maximum van 1,20 meter. Rekentechnisch moet worden aangetoond of de herstelde balk voldoende draagvermogen heeft. Staalconstructies of stalen hulpconstructies mogen niet worden toegepast. Staal heeft een andere uitzettingscoëfficient dan hout waardoor spanningen kunnen ontstaan. Daarnaast vormt de toepassing daarvan een aantasting van de oorspronkelijke constructiemethode. Indien nodig, zijn verstijvingen in overleg met monumentencommissie en een constructeur toegestaan. Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 9

10 AANWIJZINGEN De aanwezigheid van insecten of schimmels maakt niet altijd dat het aangetaste hout moet worden vervangen. In voorkomende gevallen kan bij een beperkte aantasting met het verlagen van het vochtgehalte in het hout en/of het toepassen van een bestrijdingsmiddel worden volstaan. 3.2 Dragend metselwerk Scheuren moeten niet worden dichtgesmeerd maar ingeboet, zodat de muur een constructief geheel blijft vormen. De te gebruiken stenen en mortel moeten zijn aangepast aan de fysische en chemische eigenschappen (hardheid, samenstelling) van het bestaande metselwerk. Indien het inboetwerk niet is aangepast aan het bestaande metselwerk kunnen reacties optreden die schade veroorzaken. Voorts bestaat het risico dat het inboetwerk onvoldoende aan het bestaande werk hecht. Geroeste ankers mogen niet worden vervangen maar ontroest en behandeld worden, tenzij herstel niet mogelijk is. Een controleberekening moet aantonen of een anker in die mate is gecorrodeerd dat hij niet sterk genoeg meer is. Indien er sprake is van een kalkmortel alleen schelpkalk toepassen en geen cement toevoegen. De schelpkalk moet voldoen aan NEN Hulpstoffen zijn niet toegestaan. Mengverhoudingen, afhankelijk van de milieuklasse en de samenstelling van het bestaande metselwerk volgens NEN Beton Betonreparaties dienen te worden uitgevoerd zoals gesteld in Brochure Techniek deel 40: Beton. Schade en analyse (2004), 44: Beton, Onderhoud en herstel (2006), 45: Beton: herstel en uitvoering (2006) 4 en de relevante CUR-aanbevelingen IJzer, staal Constructieve ijzeren of stalen onderdelen dienen te worden gehandhaafd en indien nodig hersteld, tenzij aantoonbaar is dat herstel niet mogelijk is. Rekentechnisch moet worden aangetoond dat een onderdeel of element niet meer voldoet. In geval van vervanging of toevoeging van nieuwe stalen constructieve onderdelen moet men rekening houden met de mogelijke legeringsverschillen tussen de oude en nieuwe onderdelen in verband met contactcorrosie. Aan een historische ijzer- of staalconstructie mag niet gelast worden. Lassen is niet reversibel en historische ijzer- of staalconstructies bevatten overwegend een te hoog koolstofgehalte. Lassen is alleen mogelijk, indien door onderzoek blijkt dat er geen monumentale waarden in het geding zijn en de ijzer- of staalconstructie een koolstofgehalte bevat lager dan 5%. 3 NEN: Nederlands Normalisatie-instituut zie: 4 Brochure Techniek, uitgave Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, zie 5 CUR: Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving zie Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 10

11 4 GEVELS De uiterlijke kwaliteiten en technische staat van een gevel zijn van groot belang voor de historische waarde en de beleving van een monument. Een zorgvuldige en terughoudende omgang met de gevel is daarom een voorwaarde. Onzorgvuldig omgaan met de gevel leidt tot onherstelbare beschadiging. Materiaaltoepassing, metselverband, patina, textuur, vorm en uiterlijk van het voegwerk, vormen een wezenlijk bestanddeel van de historische waarde van een gevel. Conservering van de bestaande gevel dient daarom het uitgangspunt te zijn. In geval van schade of calamiteiten bij gevels moet eerst de oorzaak van de schade worden vastgesteld en verholpen alvorens tot reparatie wordt overgegaan. Vaak wordt te snel een oorzaak aangewezen die achteraf niet juist blijkt te zijn, waardoor onnodige wijzigingen aan de gevel zijn aangebracht. Indien een monument niet voorzien is van een spouwmuur mag geen spouw aangebracht worden, ook niet bij vervanging van een gevel. Reden hiervoor is dat het maken van een spouwmuur een extra belasting van de fundering betekent en vanwege de grotere muurdikte tot verzwaring van de fundering kan leiden. Bouwfysisch is een spouwmuur sterk afwijkend van een massieve muur, waardoor bij het uitbreiden van een massieve muur tot een spouwconstructie het oorspronkelijke muurwerk sterk kan worden aangetast. 4.1 Reiniging Reinigen van gevels is niet toegestaan tenzij de verontreiniging (organisch of chemisch) schade kan veroorzaken aan de gevel (metselwerk) of een gevel dermate vuil is dat de architectonische expressie volledig verloren is gegaan. Antigraffitilagen zijn toegestaan bij een spouwmuurconstructie indien zij kleurloos (niet glanzend), dampdoorlatend en zelfopofferend zijn. Indien er geen sprake is van een spouwmuur mag een antigraffitilaag alleen toegepast worden indien het gebouw geen aantoonbare fysische schade van de beschermlaag ondervindt. Bij de reiniging wordt een gevel in fysieke en esthetische zin gewijzigd. Bij beschermde monumenten is daarom een monumentenvergunning vereist. Indien een monumentale gevel met graffiti is beklad, moet eerst worden vastgesteld welk type verf is gebruikt. Vervolgens kan de reinigingstechniek worden bepaald, waarbij in ogenschouw moet worden genomen welke schade de reinigingsmethode kan aanrichten. Het verwijderen van graffiti door middel van stralen is niet toegestaan. Een antigraffitilaag mag alleen worden aangebracht met toestemming en in overleg met de monumentencommissie. Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 11

12 TOELICHTING Gevelreiniging brengt in alle gevallen een zeker schaderisico met zich mee. Reiniging kan de gevel mechanisch of chemisch beschadigen wat kan leiden tot afzanden, verpoederen, schilferen en afbrokkelen. Metselwerk en vele soorten natuursteen zijn na reiniging door het verwijderen of aantasten van de bakhuid veelal meer poreus wat leidt tot grotere wateropname van de gevel, meer kans op vorstschade en een snellere en diepere vervuiling van de gevel. Wat voor de ene gevel en/of materiaal een geschikte reinigingsmethode is, kan bij een andere gevel en/of materiaal ernstige schade opleveren. Het is derhalve onmogelijk om een uniforme reinigingsmethode aan te geven. De methode van reinigen wordt bepaald in overleg met monumentencommissie. De technische noodzaak van reinigen is meestal niet aanwezig. Een reiniging enkel om esthetische redenen is niet toegestaan. AANWIJZINGEN Voor graffitiverwijdering is toestemming en overleg noodzakelijk met de monumentencommissie voor zowel verwijderings- als beschermingssystemen. De minste beschadiging ondervindt een monument als van een gevel, welke niet van een beschermlaag is voorzien, de graffiti binnen 24 uur wordt verwijderd met de voor de verfsoort en ondergrond juiste reinigingsmethode. 4.2 Voegwerk Alleen die delen van het voegwerk die slecht zijn dienen te worden vervangen. Een licht beschadigde voeg die zijn functie nog vervuld is te prevaleren boven een moderne voeg. Een voeg is slecht als hij zijn waterwerende functie niet meer vervult. Hardheid is geen criterium voor het vervangen van een voeg. - Indien meer dan 70 % van het voegwerk slecht is, mag het voegwerk integraal worden vervangen; - Indien het metselwerk een oppervlakte van minder dan 35 vierkante meter beslaat, mag het voegwerk integraal worden vervangen als 50% van het voegwerk in een slechte staat verkeert; - In het geval dat de aantasting onder het bovengenoemde percentage blijft maar zeer over de gevel is verspreid, kan het voegwerk in overleg met de monumentencommissie integraal vervangen worden. Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 12

13 De voeg moet worden verwijderd met gereedschap dat geen schade toebrengt aan het historische metselwerk. Een lintvoeg dient, alvorens hij met een naaldbeitel wordt uitgehakt, eerst langs een rei met een op lage toeren draaiende diamantzaag tot de gewenste uithakdiepte te worden ingezaagd. Vervolgens kan de stootvoeg handmatig worden verwijderd. Bij metselwerk met een lintvoeg die smaller is dan 7 mm is alleen inzagen van de lintvoeg toegestaan. Een stootvoeg smaller dan 1,5 mm mag niet worden verwijderd. Het gebruik van een slijptol voor het verwijderen van voegwerk is niet toegestaan. De voegmortel moet qua samenstelling aangepast zijn aan de samenstelling en hardheid van het bestaande metselwerk. De voegafwerking en kleur moet identiek zijn aan de bestaande situatie. Indien er sprake is van een kalkmortel moet de toe te passen schelpkalk voldoen aan NEN Hulpstoffen zijn niet toegestaan. De mengverhoudingen moeten, afhankelijk van de milieuklasse en de samenstelling van het bestaande metsel- of voegwerk, volgens NEN 3835 zijn. Het gebruik van steenkalk is niet toegestaan. AANWIJZINGEN Het metselwerk moet dusdanig bevochtigd zijn dat er geen wateronttrekking aan de voegspecie optreedt. Het uitdrogen van vers voegwerk dient te worden voorkomen. Het is niet mogelijk kalk- en trasvoegen aan te brengen in een periode waarin vorst kan optreden. 4.3 Reparatie, inboeting Bestaand metselwerk dient geconserveerd te worden. Metselwerk mag pas vervangen worden als de onderlinge samenhang en scheurvorming herstel verhinderen. De in te boeten stenen moeten qua hardheid, formaat, kleur en textuur aansluiten op het bestaande metselwerk. Hierbij zijn de fysische eigenschappen van de inboeting belangrijker dan de kleur. De in te boeten stenen moeten in hetzelfde verband worden verwerkt als in de bestaande situatie. De metselmortel moet aangepast zijn aan de samenstelling en hardheid van de bestaande mortel. Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 13

14 In het geval dat bestaande beschadigde stenen verdere schade tot gevolg kunnen hebben is een reparatiemortel toegestaan mits uitgevoerd volgens de richtlijnen in de Brochure Techniek deel 5. Oorzaken van schade aan baksteenmetselwerk en herstel 2 (3 e druk 2001). 6 IJzeren elementen in de gevel dient men te ontroesten en ijzeren restanten zonder functie (of decoratieve waarde) te verwijderen. Indien er sprake is van een kalkmortel moet de toe te passen schelpkalk voldoen aan NEN Hulpstoffen zijn niet toegestaan. Mengverhoudingen moeten, afhankelijk van de milieuklasse en de samenstelling van het bestaande metsel- en voegwerk, volgens NEN 3835 zijn. Het gebruik van steenkalk is niet toegestaan. AANWIJZINGEN Het bestaande metselwerk en de in te brengen stenen moeten dusdanig vochtig zijn dat er geen vochtuitwisseling plaats vindt. 4.4 Natuursteen Indien schade aan natuursteen verdere schade aan het monument tot gevolg kan hebben, dient de steen met een daartoe geëigende reparatiemortel gerepareerd te worden. Hierbij mag de reparatieplek niet grotere omvang hebben dan 10 cm³. In geval van ernstige schade dan wel verwering (meer dan 10 cm³) is inboeting van een nieuw stuk natuursteen van dezelfde soort, kleur en afwerking toegestaan. Natuursteen mag pas vervangen worden als herstel niet mogelijk is. Ernstig aangetaste natuurstenen elementen waarvan het materiaalverlies door verwering meer dan 10% is ten opzichte van het oorspronkelijke element, mogen vervangen worden door een kopie van dezelfde steensoort. Voor ornamenten kan, indien de expressie volledig verloren is gegaan, in overleg met de monumentencommissie, het element vervangen worden door een kopie in dezelfde steensoort. Indien een natuursteensoort niet meer voorradig is kan in overleg met de monumentencommissie een alternatieve steensoort of reparatiemethode worden gezocht. Consolidatie van natuurstenen onderdelen met een acrylhars is alleen toegestaan als reguliere reparatiemethoden geen oplossing bieden en de dampdichtheid van de behandelde onderdelen geen schade bij het monument kunnen veroorzaken. De methode is alleen toe te passen met toestemming van de monumentencommissie. Nieuw aan te brengen natuursteen dient eenzelfde afwerking te krijgen als in de bestaande situatie. Epoxyharslijmen zijn alleen voor kleine verticale scheuren (max. 1,2 mm) toegestaan. Indien het bij horizontale scheuren toegepast zou worden vormt de reparatie een waterwerende laag wat kan leiden tot vorstschade of verwering. Het toepassen van steenverstevigers is niet toegestaan. De laag is niet te verwijderen zonder schade en dient in verband met verwering na circa acht jaar opnieuw aangebracht te worden waardoor de textuur van het natuursteen volledig verloren gaat. Indien de laag gaat 6 Brochure Techniek, uitgave Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, zie Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 14

15 verweren en er vocht achter de verstevigingslaag komt, kan door vorst of afschilfering ernstige schade ontstaan. De aard van de schade geeft de reparatiemethode aan. 4.5 Stoepen AANWIJZINGEN Historische stoepen mogen alleen vervangen worden met de toestemming van de monumentencommissie. Indien een stoep slecht is moeten de natuurstenen elementen hergebruikt worden. Onderdelen mogen pas worden vervangen indien zij aantoonbaar slecht zijn en herstel niet mogelijk is. Bij enkelvoudige breuk dienen de onderdelen gelijmd te worden. Nieuw te vervaardigen onderdelen dienen eenzelfde afwerking en detaillering te krijgen als in de oorspronkelijke situatie. De bevestiging van balusters van trapleuningen moet in lood gebeuren. Aan historische gietijzeren traphekken mag niet gelast worden. 4.6 Afwerking Het hydrofoberen van gevels is niet toegestaan, tenzij bouwkundige maatregelen geen oplossing bieden om vochtdoorslag in gevels te voorkomen. Op gevels mogen alleen pleisterlagen worden aangebracht als deze al aanwezig zijn of als dit historisch verantwoord is. Hoekbeschermers zijn niet toegestaan. Gevels mogen niet geschilderd of geteerd worden tenzij dit historisch verantwoord is. Natuursteen mag alleen geschilderd worden als dit historisch verantwoord is. Tegeltableaus moeten gehandhaafd blijven en mogen niet worden overgeschilderd of anderzijds weggewerkt worden op een wijze die schade aan het tableau veroorzaakt. Het polychromeren van gevelstenen en reliëfs is alleen toegestaan, indien ze dateren uit een tijd dat polychromeren gebruikelijk was. Bij polychromering dient men zich te laten leiden door de voorstelling of het onderschrift. Het aanbrengen van extra ornamenten of kleur, zonder dat daar - bijvoorbeeld in het reliëf of het onderschrift - aanwijzing voor is, is niet toegestaan, tenzij historisch onderzoek kan aantonen dat daarvan wel sprake was. Waar geen reliëf aanwezig is, moet gekozen worden voor een natuursteenkleur. De toe te passen pleisters moeten damp-open zijn; Sd (En12572) van de totale constructie 0,3m. Er moet met een damp-open product worden geschilderd, bij voorkeur een minerale verf, olieverf of eventueel met een zuivere siliconenharsemulsieverf. Het schilderen van gevelstenen met olie- of siliconenemulsieverf is aan te raden, omdat verf de stenen beschermt. Het verfsysteem moet damp open zijn en moet zonder schade aan de Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 15

16 steen te verwijderen zijn. Het gebruik van mineralogische verven op gevelstenen is niet toegestaan, omdat deze verven een reactie aangaan met de ondergrond. Er dient met een blanke half rauwe/half gekookte lijnolie te worden gewerkt, zonder siccatieven. Pigment mag alleen toegevoegd worden in overleg met de monumentencommissie. Geoliede gevels mogen niet geschilderd worden. Het toepassen van een gevelafwerking die niet aanwezig is in de bestaande situatie mag alleen aangebracht worden met de toestemming en volgens de voorwaarden van de monumentencommissie. Het hydrofoberen van een gevel is niet toegestaan. De kleur en verfsoort moet in overleg met de monumentencommissie worden bepaald. Indien er sprake is van voegwerkherstel of inboeting minimaal 6 weken wachten met oliën. Als een voeg niet volledig is uitgehard zal verzeping van de voeg optreden. TOELICHTING Het is van groot belang dat historische constructies damp-open worden gehouden. Vocht uit het gebouw migreert in dampvorm door de niet geventileerde constructie. Aangezien de gebouwen dampdiffusietechnisch en thermisch, overwegend onoplosbaar, lek zijn heeft het afsluiten van een constructie ernstige gevolgen. Het vochtgehalte in de constructie zal door de remming toenemen waardoor houten elementen zoals balken of kozijnen veelal een te hoge vochtconcentratie krijgen waardoor rot kan ontstaan. Met name als bijvoorbeeld de kozijnen zelf met een dampdichte verf geschilderd zijn. IJzeren ankers in de gevel gaan ook sneller corroderen wat weer tot scheurvorming in het metselwerk zal leiden. Water dat bijvoorbeeld door inwendige condensatie in de constructie komt kan er door de waterwerende laag niet uit wat het verval versnelt. Een tweede probleem is dat bijvoorbeeld hydrofobeermiddelen verweren. Na een aantal jaren moet opnieuw gehydrofobeerd worden anders kan de gevel plaatselijk inwateren. Verder moet een gevel homogeen van aard zijn en niet te veel zouten bevatten anders is de hydrofobeerlaag op den duur niet waterdicht. Tot slot is het hydrofoberen niet reversibel Nieuwe voorzieningen Voorzieningen die een niet reversibele toevoeging zijn en waarvoor in de gevel een sparing of gat moet worden aangebracht, zoals brievenkasten, bel en intercomvoorzieningen, gevelstenen, etc. zijn in beginsel niet toegestaan. Muurventilatieroosters of muursuskasten zijn niet toegestaan. Voorzieningen die een reversibele toevoeging zijn, zoals schotelantennes, lampen, camera s, losse brievenkasten, reclame-uitingen, etc. mogen niet in natuurstenen onderdelen worden bevestigd. De voorzieningen moeten voldoen aan de geldende Welstandsrichtlijnen en zijn vergunningplichtig. Buitenzonwering en rolluiken zijn in beginsel niet toegestaan. 7 Zie ook: TNO Bouw 94-BT-RO721, Schade aan monumenten na hydrofoberen, Delft, Zie ook: Brochure Techniek deel 1 hydrofoberen van gevels, uitgave Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, zie Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 16

17 5 DAKEN De bestaande historische dakbedekking dient te worden gehandhaafd. TOELICHTING De oorspronkelijke dakbedekking is vaak in samenhang met de architectonische uitdrukkingsvorm gekozen. Bestaande historische dakbedekkingen dienen daarom gehandhaafd te worden en daar waar de dakbedekking in het verleden is vervangen door een product dat historisch gezien niet toegepast had mogen worden dient deze bij een restauratie te worden vervangen door een historisch verantwoord product. Bestaande schoorstenen moeten worden gehandhaafd. Bestaande rookkanalen en schoorstenen kunnen vaak gebruik worden voor het wegwerken van moderne rookgasafvoeren, beluchtingskanalen etc. Een gemetselde schoorsteen verdient de voorkeur boven een andere schoorsteen. 5.1 Dakbeschot Het bestaande dakbeschot handhaven. Onbeschoten kappen mogen in beginsel worden beschoten, indien de in de kap gelegen ruimte als verblijfsruimte gaat fungeren. Indien het bestaande dakbeschot aantoonbaar slecht is en vervangen moet worden, dienen de herstellingen in hout van dezelfde soort en afmetingen als in de bestaande toestand te worden uitgevoerd. Isolatie van de kap, om zodoende een warm-dak constructie te creëren, mag alleen worden toegepast indien de daklijn niet voorbij de gevellijn komt en de resterende gootbreedte minimaal 15 cm bedraagt, tenzij de goot in de oorspronkelijke toestand smaller is. Indien mogelijk is, in overleg met de monumentencommissie, het ophogen of verbreden van de goten toegestaan. In alle andere gevallen dient binnenisolatie te worden toegepast (kouddak constructie), waarbij een goede ventilatie tussen isolatie en dakbeschot moet worden gewaarborgd. Afdichtingsmiddelen als kit en PUR-schuim zijn niet toegestaan. Historische kappen dienen voldoende te worden geventileerd. Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 17

18 5.2 Pannen Bij het afnemen van de pannen dienen deze gesorteerd te worden en de bruikbare exemplaren, dat wil zeggen pannen waarvan levensverwachting 15 jaar of langer is, te worden hergebruikt. Mocht er een technische noodzaak zijn om tot gedeeltelijke of gehele vervanging over te gaan, dan wordt eenzelfde type pan toegepast. Bij een dak met oud-hollandse pannen moet een platte nokvorst stuikend worden toegepast. 5.3 Leien AANWIJZINGEN Het aansmeren van pannen mag alleen in geval van noodherstel of reparatie van incidentele lekkages. Voor het aansmeren van de nok en hoekkepervorsten mag alleen kalkspecie worden toegepast. Het gebruik van portlandcement is niet toegestaan. Op een pre-industrieel pannendak hoort bij voorkeur een met de hand vervaardigde, holle pan te liggen. Het verdient de aanbeveling zowel de bestaande pannen als de nieuwe pannen bij elkaar te leggen. Bij veel materiaalverlies is het raadzaam met de overgebleven goede pannen één dakvlak te dekken. Het is aanbevelenswaardig onder oud-hollandse pannen een dampdoorlatende folie aan te brengen. Indien een dak gedekt is met een niet meer verkrijgbare pan, wordt in overleg met de monumentencommissie een oplossing gezocht. TOELICHTING Het historisch pannendak vormt een wezenlijk onderdeel van het monument en is mede daardoor van belang voor het dorpsbeeld. De tendens om holle pannen tijdens de restauratie te vervangen door opnieuw verbeterde Hollandse of door nieuwe oude pannen is een ongelukkige ontwikkeling. Het eenvormige strakke uiterlijk van die pannen is wezensvreemd aan het historische dak. Het keuren van leien op fysische, chemische en petrografische kenmerken van duurzaamheid en kwaliteit is van belang voor de instandhouding van daken. Bij vernieuwing is een keuring van elke voor één specifiek object bestemde partij leien verplicht. De op basis van deze keuring te verwachten levensduur van een natuurlei dient ten minste 80 jaar te zijn. Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 18

19 De oorspronkelijke wijze van dekken dient te worden gehandhaafd. Kunstleien of andere producten ter vervanging van natuurleien zijn niet toegestaan. AANWIJZINGEN Indien er twijfel bestaat omtrent de kwaliteit van bestaande leien, kan ook voor oude leien een keuring uitsluitsel bieden over de te verwachten levensduur. 5.4 Zink, koper en lood Koper, lood en zink moeten bij restauraties op dezelfde wijze worden toegepast als in de bestaande situatie met gebruikmaking van traditionele bevestigingsmethoden. Het toe te passen zink is minimaal Zink 16 (1,1 mm) en koper minimaal 0,8 mm. Lood moet volgens de richtlijnen van de SIBL 9 worden aangebracht Bij loden nokken moet minimaal 30 ponds lood worden toegepast. Een platte kraal mag niet worden vervangen door een ronde kraal. Metaalwerk mag niet worden gelijmd. Bij vervanging van goten en hemelwaterafvoeren moet hetzelfde materiaal worden toegepast als aangetroffen is, met uitzondering van kunststof dat bij vervanging niet is toegestaan. Het dilateren van goten moet gebeuren door middel van een broekstuk. Een expansiestuk kan in overleg met de monumentencommissie toegepast worden indien een goot geen enkele monumentale waarde vertegenwoordigt of indien de door het aanbrengen van een broekstuk benodigde extra hemelwaterafvoer een verstoring van de monumentale waarden inhoudt. Bij panden van vóór 1900 moeten regenpijpen door middel van een stripbeugel worden bevestigd, waarbij de lengte van de oren gelijk moet zijn aan de diameter van de buis. In overleg met de monumentencommissie kan zink eventueel door lood of koper worden vervangen. 9 SIBL: Stichting Bouwlood zie Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 19

20 6 GEVELSPARINGEN Indien in het verleden vensters en deurpartijen zijn vervangen in een materiaal dat historisch gezien niet toegepast had mogen worden, dienen deze bij een vernieuwing te worden vervangen door een historisch verantwoord materiaal. Houten kozijnen vervangen in kunststof en aluminium is niet toegestaan. TOELICHTING De oorspronkelijke vensters en deurpartijen zijn mede bepalend voor de verschijningsvorm van het monument. Bestaande historische vensters en deurpartijen dienen daarom gehandhaafd te worden. 6.1 Houten vensters en deurpartijen Bestaande houten vensters en deurpartijen dienen zo veel mogelijk te worden gehandhaafd. Het volledig vervangen van vensters of deurpartijen die nog hersteld kunnen worden of nog in goede staat verkeren, is niet toegestaan. Zijn onderdelen van een historisch venster of deurpartij slecht, dan wordt niet het gehele element maar alleen de slechte onderdelen vervangen. Een onderdeel is slecht als meer dan 40% is aangetast. De detaillering en de afmetingen van de nieuwe onderdelen van historische vensters of deurpartijen moet worden aangepast aan de bestaande detaillering en afmetingen en uitgevoerd in dezelfde houtsoort. Voor de reparatie van historische vensters en deurpartijen moeten oude, beproefde verbindingstechnieken worden toegepast. Het verlijmen van verbindingen is niet toegestaan. Het handhaven van een demontabele constructie heeft het voordeel dat de constructie voor reparatie altijd weer uit elkaar kan worden genomen. Reparaties van gedeelten van een historisch venster- of deurpartij moet gebeuren door uitstukken of aanlassen door middel van een liplas (Lengte las 2-2,5 x houtzwaarte) met dezelfde houtsoort als het bestaande venster of de deurpartij. Reparatiemortels op kunststofbasis kunnen alleen voor gaten kleiner dan 10 cm³ worden toegepast. Het is niet toegestaan om openingen tussen kozijn en muur met kit af te dichten. De naden tussen kozijn en gevel moeten met een damp-open voeg van kalkspecie worden afgedicht. Door kit als materiaal te gebruiken op oude houten constructies kan de mogelijkheid tot uittreding van vocht worden geblokkeerd. Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 20

21 Voor schilderwerk moet men damp-open verfsystemen gebruiken, waarvan de Sd-waarde kleiner is dan 30 cm (een Sd-waarde van 0,15m. voor het verfsysteem wordt als damp-open beschouwd). Omdat oudere houtconstructies vanwege de aard van omliggende constructie vaak meer vochtbelast zijn dan de tegenwoordige constructies is het beter een dampopen verfsysteem toe te passen. Het aanbrengen van een doorvalbeveiliging is een wijziging van het monument en als zodanig vergunningplichtig. TOELICHTING Historische venster- en deurpartijen horen tot de monumentale waarden van een pand. Het streven om deze onderdelen zoveel mogelijk aan de huidige normen te laten voldoen, mag nooit leiden tot aantasting van de monumentale waarden of integraal vervangen van de onderdelen. Indien een kozijn vanuit monumentaal oogpunt niet is aan te passen moet naar andere oplossingen gezocht worden. De normen van de KeuringsVoorschriften voor Timmerwerk (KVT 95) gelden niet voor historische vensters en deurpartijen. Indien de technische staat van het venster (kozijnen, ramen, deuren en luiken) zo slecht is dat het volledig vervangen moet worden, geldt als regel dat het nieuwe onderdeel overeenkomstig het oorspronkelijke wordt gemaakt. Aan het vernieuwen van vensters en deurpartijen in oude vorm kleven in sommige situaties bezwaren. Niet alle oude constructies voldoen zonder meer aan de eisen die onder meer de KeuringsVoorschrifen voor Timmerwerken (KVT 95) stelt. 10 Er zijn gecertificeerde timmerfabrikanten die oude vensters kunnen kopiëren die tevens voldoen aan de kwaliteitseisen. Wanneer op een enkel detail na, niet aan die eisen kan worden voldaan, hoeft dat geen probleem te zijn. Indien wordt afgeweken van de huidige kwaliteitsnorm kan de fabrikant een verklaring ondertekenen op welke details is afgeweken. Bij vervanging in de oude vorm kan men via artikel 1.12 van het Bouwbesluit 2003 ontheffing krijgen van de eisen waaraan een nieuw aan te brengen venster- of een deurpartij moet voldoen. AANWIJZINGEN Oude verflagen moeten niet volledig worden verwijderd maar overgeschilderd in verband met toekomstig kleuronderzoek, tenzij de diverse aanwezige verflagen gezamenlijk dermate dampdicht zijn dat in de aanwezige condities vochtproblemen te verwachten zijn. Bij verwijdering moet vooraf kleuronderzoek worden gedaan. 10 De KVT '95 "Kwaliteit van houten gevelelementen - Omschrijvingen materialen en halfproducten en voorwaarden voor de samenstelling" is een publicatie van de Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten (NBvT) en is opgesteld door de Technische Commissie van de NBvT in samenwerking met Stichting Keuringsbureau Hout (SKH). Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 21

22 6.2 Stalen vensters en deurpartijen Stalen vensters en deurpartijen mogen alleen worden vervangen indien herstel niet mogelijk is. In geval van herstel of vervanging zijn bouwtechnische verbeteringen toegestaan mits het oorspronkelijke uiterlijk gehandhaafd blijft. Detaillering en uitvoering moeten in overleg met de monumentencommissie geschieden. 6.3 Beglazing AANWIJZINGEN Historisch glas dient zoveel mogelijk gehandhaafd te blijven. Bij het aanbrengen van beschermende beglazing bij glas-in-lood vensters moet de ventilatie tussen het glas gewaarborgd zijn, waarbij de minimale afstand tussen het glas 45 mm bedraagt. Gebrandschilderd glas-in-lood mag in overleg met de monumentencommissie in een zogenaamde museale opstelling geplaatst worden. De beschermende beglazing dient te zijn ontspiegeld. Het gebruik van siliconenkit bij glas-in-lood is niet toegestaan. Bij gebrandschilderd glas mogen alkalische of ionogene reinigingsmiddelen niet worden gebruikt. Uitbuikend glas-in-lood mag niet in situ vlak worden geduwd. AANWIJZINGEN Voor voorwaarden met betrekking tot de toepassingsmogelijkheden van isolerende beglazing zie hoofdstuk 8 Energie besparende maatregelen, 8.1 Ramen. Getrokken glas heeft de voorkeur ten opzichte van floatglas. Bij het aanbrengen van de door de Wet Geluidshinder vereiste voorzieningen tegen geluidsoverlast gelden dezelfde voorwaarden als bij het nemen van thermisch isolerende maatregelen. Zie hoofdstuk 8 Energie besparende maatregelen, 8.1 Ramen. Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 22

23 7 INTERIEURS Historisch waardevolle interieurs dienen gehandhaafd te blijven en mogen niet worden aangepast ten behoeve van nieuwe gebruikseisen en/of huidige regelgeving. In beginsel dienen historische kleurafwerkingen gehandhaafd te worden. Hierbij is de samenhang met andere stijlelementen van belang. De kleurkeuze moet aansluiten bij de stijlkenmerken van het interieur. Voor een verantwoorde interieurrestauratie is professioneel kleuronderzoek onontbeerlijk. Het aanbrengen van dampdichte afwerklagen op historische binnenwanden is niet toegestaan. TOELICHTING Oude dikke muren in een historisch vertrek hebben vaak een bufferfunctie wat betreft het opnemen van vocht. Het verloren gaan van deze bufferfunctie kan een verhoogd risico opleveren voor de vensters. Ook zal bij een damp-open afwerking de kans op schimmels sterk worden verminderd. 7.1 Brandvoorschiften Om tegemoet te komen aan de eisen van brandwerendheid moet, in overleg met Bouw- en Woningtoezicht, de Brandweer en de monumentencommissie, gezocht worden naar oplossingen waarbij geen monumentale onderdelen worden aangetast. Brandwerende voorzieningen moeten reversibel worden uitgevoerd. Historische deuren mogen niet worden vervangen door brandwerende deuren. Soms kan een bij brand opschuimende strip in de sponning voldoende blijken. Monumentale trappen mogen niet worden bekleed met brandwerende materialen tenzij er geen monumentale waarden in het geding zijn. Gietijzeren en stalen onderdelen mogen alleen met brandwerende verf worden behandeld, als daarmee de expressie van aanwezige detaillering niet verloren gaat. 7.2 Installaties Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 23

24 7.3 Liften De installaties moeten zodanig zijn aangebracht dat geen schade wordt toegebracht aan historisch waardevolle interieurs, constructieve elementen of exterieur. De installaties moeten zodanig zijn gesitueerd dat de visuele gaafheid van het interieur niet wordt aangetast. Liften zijn niet toegestaan, tenzij er bij plaatsing geen monumentale waarden in het geding zijn. Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 24

25 8 ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN De aanwezige monumentale waarden zijn samen met de technische en fysische condities van het monument bepalend voor de mogelijk te nemen energiebesparende maatregelen. Indien een maatregel of voorziening de monumentaliteit aantast of de technische conditie van het monument ondermijnt zal van de maatregel of voorziening moeten worden afgezien of met een minder niveau genoegen worden genomen. Middels een fysische berekening zal moeten worden aangetoond dat het pakket van maatregelen verenigbaar is met het monument. Het is van belang is dat de te nemen maatregelen op elkaar zijn afgestemd. Er zijn maatregelen denkbaar waarvan het doorvoeren in wezen vanuit monumentaal oogpunt niet bezwaarlijk zou zijn, maar die in combinatie de thermische of fysische balans verstoren. Naast de reguliere isolerende beglazing en isolatiematerialen zijn er diverse producten in de handel met redelijke of goede isolerende eigenschappen die, bijvoorbeeld door een geringere dikte, een oplossing zouden kunnen bieden voor problemen die zich voordoen bij het naisoleren van monumenten. De materiaal en systeemkeuze kan mede bepalend zijn voor de mogelijkheden en de energiebesparende resultaten. De wens tot het isoleren van monumenten leidt vaak tot problemen. Aangezien monumentale gebouwen thermisch lek zijn, zullen koudebruggen, bijvoorbeeld bij vloeren en stabiliteitswanden, onvermijdelijk zijn. Hierdoor kan inwendige condensatie optreden vaak juist bij balkopleggingen en gevelankers wat tot ernstige schade leidt. 8.1 Ramen AANWIJZINGEN TOELICHTING Isolerende beglazing is niet toegestaan, tenzij er geen monumentale waarden in het geding zijn. Het aanbrengen van isolerende beglazing is alleen dan mogelijk indien de afmeting van het bestaand raamhout en de sponning daarin voldoende zijn. Indien de zwaarte van het raamhout niet toereikend is kan tot aanpassing of vervanging worden overgegaan als de bestaande ramen geen monumentale waarden vertegenwoordigen en/of in die mate in slechte technische staat verkeren dat ze niet zijn te handhaven. Indien isolerende beglazing niet inpasbaar is, zal voor een ander oplossing, zoals een achterzetconstructie gekozen moeten worden. Indien een bestaand raam geen monumentale waarden vertegenwoordigt zal het nieuwe raam in detaillering en materialisering moeten aansluiten bij het monument. Indien een raam wel monumentale waarden vertegenwoordigt maar, onherstelbaar aangetast is, kan isolerende beglazing worden toegepast, mits het uiterlijk en de detaillering van het bestaande raam verenigbaar zijn met isolerende beglazing. Hierbij moet het aanzicht, de dagmaten, negge, zwaarte, en detaillering vanaf de buitenzijde ongewijzigd blijven, tenzij het Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 25

26 interieur belangrijke monumentale waarden vertegenwoordigt, dan zal ook aan de binnenzijde het uiterlijk ongewijzigd moeten blijven. Het bestaande raamsysteem moet gehandhaafd worden. Draai-kiepramen zijn in beginsel niet toegestaan. De bestaande kozijnen mogen niet ingrijpend worden aangepast of vervangen ten behoeve van tochtdichtingsvoorzieningen of geleidingssystemen. Schijnroeden of roedeverzwaringen zijn niet toegestaan. Oud glas en glas-in-loodramen moeten worden gehandhaafd. Glas-in-loodramen mogen niet in de luchtspouw van dubbel glas worden aangebracht. Bij het toepassen van dubbele beglazing dienen de afstandsprofielen te worden uitgevoerd in kleur of met een zwarte rubberkern in plaats van metaal. Indien een raam wel monumentale waarden vertegenwoordigt en niet om technische redenen vervangen hoeft te worden en/of de detaillering niet verenigbaar is met isolerende beglazing zal er voor een achterzetraam gekozen moeten worden. Met een achterzetraam wordt een raam aan de binnenzijde bedoeld. Isolerende voorzieningen aan de buitenzijde zijn niet toegestaan. Indien een interieur belangrijke monumentale waarden vertegenwoordigt, is een achterzetraam in beginsel niet toegestaan. Een achterzetraam mag onderdeel uitmaken van een volledige achterzetwand (zie 8.2 Gevels) De detaillering en de onderverdeling van het achterzetraam mag niet detoneren met het monumentale raam. De ruimte tussen het raam en het achterzetraam dient met buitenlucht geventileerd te worden, op een zodanige wijze dat de monumentale onderdelen niet materiaaltechnisch of visueel worden aangetast. Bij het toepassen van isolerende beglazing is een monumentenvergunning vereist Onder isolerende beglazing wordt zowel dubbel glas als gelaagd glas met isolerende eigenschappen verstaan. Getrokken glas heeft de voorkeur ten opzichte van floatglas. Indien het raam omwille van het aanbrengen van isolerende beglazing aangepast mag worden, kan voor een binnenbeglazingssysteem worden gekozen. Buitenbeglazing geplaatst in de stopverf geniet de voorkeur. Het aanbrengen van isolerende beglazing heeft geen effect zonder een verbetering van de kierdichting. De aanwezige monumentale waarden kunnen er toe leiden dat geen voorzieningen mogelijk zijn. 8.2 Gevels AANWIJZINGEN Het aanbrengen van isolatiemateriaal mag geen fysische veranderingen tot gevolg hebben die schade aan het monument toebrengen. Behoud en Herstel Monumentaal Drimmelen (BHMD 2010) 26

Leidraad en Uitvoeringsvoorschriften bij herstel en restauratiewerkzaamheden aan monumenten. Gemeente Weesp. Juli 2005

Leidraad en Uitvoeringsvoorschriften bij herstel en restauratiewerkzaamheden aan monumenten. Gemeente Weesp. Juli 2005 Leidraad en Uitvoeringsvoorschriften bij herstel en restauratiewerkzaamheden aan monumenten. Gemeente Weesp Juli 2005 1 INHOUDSOPGAVE INLEIDING...3 WETGEVING:...3 1. ALGEMEEN:...4 TOELICHTING ALGEMEEN:...4

Nadere informatie

Leidraad en Uitvoeringsvoorschriften bij herstel en restauratiewerkzaamheden aan monumenten. Gemeente Hollands Kroon Maart 2014

Leidraad en Uitvoeringsvoorschriften bij herstel en restauratiewerkzaamheden aan monumenten. Gemeente Hollands Kroon Maart 2014 Leidraad en Uitvoeringsvoorschriften bij herstel en restauratiewerkzaamheden aan monumenten. Gemeente Hollands Kroon Maart 2014 INHOUDSOPGAVE INLEIDING...3 WETGEVING:...3 1. ALGEMEEN:...4 TOELICHTING ALGEMEEN:...4

Nadere informatie

TECHNISCHE CRITERIA PLANBEOORDELING MONUMENTEN

TECHNISCHE CRITERIA PLANBEOORDELING MONUMENTEN TECHNISCHE CRITERIA PLANBEOORDELING MONUMENTEN 1. Algemeen Beginselen De criteria zijn gebaseerd op een aantal beginselen van de monumentenzorg, te weten: behoud gaat voor vernieuwing, bouwgeschiedenis

Nadere informatie

Richtlijnen voor onderhoud en restauratie van monumenten en panden binnen het beschermd stadsgezicht van Naarden

Richtlijnen voor onderhoud en restauratie van monumenten en panden binnen het beschermd stadsgezicht van Naarden Richtlijnen voor onderhoud en restauratie van monumenten en panden binnen het beschermd stadsgezicht van Naarden April 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Algemeen...4 3 Fundering...5 4 Gevels...6 5 Constructieve

Nadere informatie

Richtlijnen voor onderhoud en restauratie van monumenten en panden binnen het beschermd stadsgezicht van Naarden

Richtlijnen voor onderhoud en restauratie van monumenten en panden binnen het beschermd stadsgezicht van Naarden GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Naarden. Nr. 48972 3 september 2014 Richtlijnen voor onderhoud en restauratie van monumenten en panden binnen het beschermd stadsgezicht van Naarden Inhoudsopgave

Nadere informatie

BEGLAZING IN BRIELLE november 2007 monumentencommissie Brielle

BEGLAZING IN BRIELLE november 2007 monumentencommissie Brielle BEGLAZING IN BRIELLE november 2007 monumentencommissie Brielle pagina 1 Inleiding Kenmerkend voor het beschermde stadsgezicht zijn de diverse historische gevels. Authentieke kozijnen met de bijbehorende

Nadere informatie

BEGLAZING IN BRIELLE november 2007 monumentencommissie Brielle

BEGLAZING IN BRIELLE november 2007 monumentencommissie Brielle BEGLAZING IN BRIELLE november 2007 monumentencommissie Brielle pagina 1 Inleiding Kenmerkend voor het beschermde stadsgezicht zijn de diverse historische gevels. Authentieke kozijnen met de bijbehorende

Nadere informatie

Technische criteria Planbeoordeling

Technische criteria Planbeoordeling Technische criteria Planbeoordeling Monumenten september 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 Technische criteria Planbeoordeling Monumenten

Nadere informatie

RICHTLIJNEN voor RESTAURATIE EN ONDERHOUD

RICHTLIJNEN voor RESTAURATIE EN ONDERHOUD RICHTLIJNEN voor RESTAURATIE EN ONDERHOUD Ten behoeve van restauratie en onderhoud van rijks-, en gemeentelijk monumenten en beeldbepalende panden in de gemeente Hoorn. Inhoudsopgave - Inleiding 1 Algemene

Nadere informatie

RICHTLIJNEN MONUMENTEN EN ISOLERENDE BEGLAZING

RICHTLIJNEN MONUMENTEN EN ISOLERENDE BEGLAZING RICHTLIJNEN MONUMENTEN EN ISOLERENDE BEGLAZING 1 U wilt graag isolerende beglazing plaatsen in een monument. Waar moet u dan rekening mee houden? In deze folder leest u er meer over. De detaillering van

Nadere informatie

Technische richtlijnen voor behoud van monumenten 2012

Technische richtlijnen voor behoud van monumenten 2012 Technische richtlijnen voor behoud van monumenten 2012 Technische richtlijnen voor behoud van monumenten 2012 1 Inhoud Technische Richtlijnen voor behoud van Monumenten 0 Voorwoord 3 1 Fundering 1.1 Fundering

Nadere informatie

RICHTLIJNEN voor het verbouwen, restaureren en onderhouden van monumenten en beeldbepalende panden in de gemeente Hoorn

RICHTLIJNEN voor het verbouwen, restaureren en onderhouden van monumenten en beeldbepalende panden in de gemeente Hoorn RICHTLIJNEN voor het verbouwen, restaureren en onderhouden van monumenten en beeldbepalende panden in de gemeente Hoorn 1 Algemene uitgangspunten 2 Structuur 3 Constructieve onderdelen 4 Gevels 5 Kozijnen,

Nadere informatie

Monumenten in de gemeente Schagen

Monumenten in de gemeente Schagen Monumenten in de gemeente Schagen Richtlijnen voor het verbouwen, restaureren en onderhouden van monumenten Datum januari 2016 Inleiding De gemeente Schagen is rijk aan bijzondere gebouwen, identiteitsdragers

Nadere informatie

Richtlijnen voor onderhoud en restauratie van monumenten en panden binnen het beschermd stadsgezicht van Naarden. juli 2014

Richtlijnen voor onderhoud en restauratie van monumenten en panden binnen het beschermd stadsgezicht van Naarden. juli 2014 Richtlijnen voor onderhoud en restauratie van monumenten en panden binnen het beschermd stadsgezicht van Naarden juli 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Algemeen... 4 3 Fundering... 6 4 Gevels... 7

Nadere informatie

LEIDRAAD MONUMENTEN OPKNAPPEN & INSTANDHOUDEN GEMEENTE EDE

LEIDRAAD MONUMENTEN OPKNAPPEN & INSTANDHOUDEN GEMEENTE EDE Inhoudsopgave - 1 - LEIDRAAD MONUMENTEN OPKNAPPEN & INSTANDHOUDEN GEMEENTE EDE Leidraad MOOI Ede voor onderhoud en restauratie van beschermde monumenten in Ede LEIDRAAD MONUMENTEN OPKNAPPEN & INSTANDHOUDEN

Nadere informatie

UMD 2013. Uitvoeringsrichtlijnen Monumentenzorg Delft

UMD 2013. Uitvoeringsrichtlijnen Monumentenzorg Delft UMD 2013 Uitvoeringsrichtlijnen Monumentenzorg Delft Vastgesteld: januari 2013-1 - UITVOERINGSRICHTLIJNEN MONUMENTENZORG IN DELFT INLEIDING 7 Indeling 7 00 STANDPUNT VAN MONUMENTENZORG BIJ BIJZONDERE INGREPEN

Nadere informatie

Programma van Eisen Kwaliteit Monumenten

Programma van Eisen Kwaliteit Monumenten definitief Versie 1 31 maart 2009 Sector Bouwen Wonen Afdeling Ruimtelijk Beleid Programma van Eisen Kwaliteit Monumenten 2009 Concept 2009 Voorwoord 2 Voorwoord Het Programma van Eisen kwaliteit Monumenten

Nadere informatie

Uitvoeringsrichtlijnen Monumentenzorg Leeuwarden (UML)

Uitvoeringsrichtlijnen Monumentenzorg Leeuwarden (UML) Monumentenzorg Leeuwarden (UML) Bevat de richtlijnen zoals bedoeld in: de Erfgoedverordening gemeente Leeuwarden en de Verordening Leeuwarder Restauratiefonds 2014. Vastgesteld door het College van burgemeester

Nadere informatie

Richtlijnen voor monumenteigenaren

Richtlijnen voor monumenteigenaren Bouwen Alarminstallaties aanleggen > zie 8.1. Bijbehorende bouwwerken bouwen > zie 7.1. Dakkapel plaatsen > zie 5.3. Dakraam, lichtkoepel of lichtstraat plaatsen > zie 5.4. Nieuw kozijn plaatsen of bestaand

Nadere informatie

Uitvoeringsvoorschriften restauratie en onderhoud monumenten. Elburg, september 2010

Uitvoeringsvoorschriften restauratie en onderhoud monumenten. Elburg, september 2010 Uitvoeringsvoorschriften restauratie en onderhoud monumenten Elburg, september 2010 INHOUDSOPGAVE Inleiding Uitvoeringsvoorschriften restauratie en onderhoud monumenten 0.0 ALGEMEEN 1.0 METSELWERK, VOEGWERK

Nadere informatie

Richtlijnen voor het verbouwen, wijzigen en restaureren van monumenten, beeldbepalende panden en zaken

Richtlijnen voor het verbouwen, wijzigen en restaureren van monumenten, beeldbepalende panden en zaken Richtlijnen voor het verbouwen, wijzigen en restaureren van monumenten, beeldbepalende panden en zaken Algemeen Bij een restauratie- en/of verbouwingsplan wordt bekeken of de monumentale waarde wordt gerespecteerd.

Nadere informatie

Werkomschrijving restauratieve onderdelen tbv. de drie hofhuizen, het klooster en de kapel aan de Nieuwstraat te Breda

Werkomschrijving restauratieve onderdelen tbv. de drie hofhuizen, het klooster en de kapel aan de Nieuwstraat te Breda werkomschrijving datum 13-11-2013 betreft Werkomschrijving restauratieve onderdelen tbv. de drie hofhuizen, het klooster en de kapel aan de Nieuwstraat te Breda opsteller R.G.M. Pince van der Aa Hylkema

Nadere informatie

Duurzaam erfgoed. Energiebesparing bij Monumenten en panden in Beschermde stadsgezichten

Duurzaam erfgoed. Energiebesparing bij Monumenten en panden in Beschermde stadsgezichten Duurzaam erfgoed Energiebesparing bij Monumenten en panden in Beschermde stadsgezichten Monumenten zijn gebouwen die bewezen hebben dat ze duurzaam zijn. Ze gaan soms al eeuwenlang mee als vertegenwoordigers

Nadere informatie

DIERBAAR IS DUURZAAM 5/6/2013 INHOUD ENERGIEBESPARING IN HOF VAN DELFT BIJ VOOROORLOGSE WONINGEN. Ilse Rijneveld

DIERBAAR IS DUURZAAM 5/6/2013 INHOUD ENERGIEBESPARING IN HOF VAN DELFT BIJ VOOROORLOGSE WONINGEN. Ilse Rijneveld DIERBAAR IS DUURZAAM ENERGIEBESPARING IN HOF VAN DELFT BIJ VOOROORLOGSE WONINGEN Ilse Rijneveld afdeling Veiligheid, Advies monumenten Gemeente Delft INHOUD ENERGIEBESPARING HOF VAN DELFT: VOOROORLOGSE

Nadere informatie

Kuyperschool Ridderkerk Bouwkundige opname 15 augustus 2011. Bouwkundige opname. Voormalige Kuyperschool te Ridderkerk

Kuyperschool Ridderkerk Bouwkundige opname 15 augustus 2011. Bouwkundige opname. Voormalige Kuyperschool te Ridderkerk Bouwkundige opname Voormalige Kuyperschool te Ridderkerk 5 september 2011 1. Inleiding In opdracht van Leyten Bouwplanontwikkeling B.V. heeft er op 15 augustus 2011 een inspectie plaats gevonden naar een

Nadere informatie

Trappen. De trap naar de 1 e en 2 e verdieping is in goede staat.

Trappen. De trap naar de 1 e en 2 e verdieping is in goede staat. 2 Daken 2.1 Dakbedekking Op de schuine dakvlakken liggen keramische Verbeterde Hollandsche pannen. Tijdens de inspectie waren aan de voorzijde diverse hoekkeper vorsten los. Steek proefsgewijs enkele pannen

Nadere informatie

RESTAURATIE en VERBOUWING VESTESTRAAT 146, LEIDEN

RESTAURATIE en VERBOUWING VESTESTRAAT 146, LEIDEN RESTAURATIE en VERBOUWING VESTESTRAAT 146, LEIDEN Datum : Kenmerk : 3 november 2017 1725-002 0. Vestestraat 146, Leiden monumentnummer 435 A. Globale omschrijving werkzaamheden Het plan bestaat uit een

Nadere informatie

Onderwerp: Beslissing op aanvraag omgevingsvergunning (uitgebreid)

Onderwerp: Beslissing op aanvraag omgevingsvergunning (uitgebreid) CONCEPT Onderwerp: Beslissing op aanvraag omgevingsvergunning (uitgebreid) Nr.: s13.01037/13.15117 Burgemeester en wethouders van Lopik hebben op 6 juni 2013 van de heer M.A. Brandsen, Cabauwsekade 22

Nadere informatie

Monumenten en beschermde gezichten Vergunningvrije werkzaamheden. Informatieblad

Monumenten en beschermde gezichten Vergunningvrije werkzaamheden. Informatieblad Informatieblad Monumenten en beschermde gezichten Vergunningvrije werkzaamheden Bent u eigenaar van een rijksmonument of van een pand in een beschermd stads- of dorpsgezicht? Wilt u het pand opknappen,

Nadere informatie

basis college bouwkunde bok5

basis college bouwkunde bok5 basis college bouwkunde bok5 lesweek 7 gevels Instituut Bouwkunde & Civiele Techniek docent: ir.m.marynissen beëindiging gemetselde muren muurafdekker met minimaal 40mm overstek en voorzien van een waterhol

Nadere informatie

OPNAMERAPPORT objectnummer 68016. INSPECTIERAPPORT 2016 Objectnummer 68016 Voormalig Raadhuis (kosterij)

OPNAMERAPPORT objectnummer 68016. INSPECTIERAPPORT 2016 Objectnummer 68016 Voormalig Raadhuis (kosterij) OPNAMEAPPOT objectnummer 68016 INSPECTIEAPPOT 2016 Objectnummer 68016 Voormalig aadhuis (kosterij) Bureau Delfgou Dorpsstraat 208 B 3925 KH Scherpenzeel tel. 033-465 49 01 / fax 033-461 26 76 e-mail: info@delfgou.nl

Nadere informatie

Middenbeemster, Korenmolen De Nachtegaal

Middenbeemster, Korenmolen De Nachtegaal Inleiding In opdracht van Cultureel Erfgoed Noord-Holland heeft op 1 december 2010 een kort onderzoek plaatsgevonden naar de opbouw en datering van de lage voetmuur van de korenmolen De Nachtegaal, gelegen

Nadere informatie

UITVOERINGSRICHTLIJN Vergunningvrije onderhoudswerkzaamheden gemeentelijke monumenten Gemeente Lingewaal. 01 Metselwerk

UITVOERINGSRICHTLIJN Vergunningvrije onderhoudswerkzaamheden gemeentelijke monumenten Gemeente Lingewaal. 01 Metselwerk UITVOERINGSRICHTLIJN Vergunningvrije onderhoudswerkzaamheden gemeentelijke monumenten Gemeente Lingewaal 01 Metselwerk 01 METSELWERK Vrijgesteld van vergunningplicht 1. Het afspoelen van de gevel voorafgaand

Nadere informatie

Bezoekverslag. 18 Foto's 1 Situatietekening (bijlage 1). El Video 2 Tekeningen (bijlage 2 en 3) Algemene gegevens

Bezoekverslag. 18 Foto's 1 Situatietekening (bijlage 1). El Video 2 Tekeningen (bijlage 2 en 3) Algemene gegevens Bezoekverslag Algemene gegevens Controledatum: Uitgevoerd door: Reden bezoek: Gesproken met: 10 november 2016 omstreeks 11:30 uur. R. Jansen en H. Gerrits Quick scan visuele opname N.v.t. (pand staat leeg).

Nadere informatie

Subsidieregeling voor de restauratie van gemeentelijke monumenten 1997

Subsidieregeling voor de restauratie van gemeentelijke monumenten 1997 CVDR Officiële uitgave van Schagen. Nr. CVDR55138_1 30 januari 2018 Subsidieregeling voor de restauratie van gemeentelijke monumenten 1997 De raad van de gemeente Schagen; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. Gevelonderhoud en -reiniging

Gemeente Den Haag. Gevelonderhoud en -reiniging Gemeente Den Haag A Gevelonderhoud en -reiniging 2 De gevel: het gezicht van uw pand Den Haag bezit een rijkdom aan historische gevels in het oude centrum en de uitbreidingswijken van de negentiende en

Nadere informatie

Subsidieverordening Monumentenzorg 2002

Subsidieverordening Monumentenzorg 2002 Subsidieverordening Monumentenzorg 2002 1 HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. monument: een beschermd gemeentelijk monument als bedoeld in de Monumentenverordening

Nadere informatie

Artikel naar aanleiding van 3 e bijeenkomst Kennisnetwerk Baksteenmetselwerk GEVELREINIGING VAN BAKSTEENMETSELWERK

Artikel naar aanleiding van 3 e bijeenkomst Kennisnetwerk Baksteenmetselwerk GEVELREINIGING VAN BAKSTEENMETSELWERK Artikel naar aanleiding van 3 e bijeenkomst Kennisnetwerk Baksteenmetselwerk GEVELREINIGING VAN BAKSTEENMETSELWERK Het door KNB geïnitieerde kennisnetwerk Baksteenmetselwerk discussieerde over gevelreiniging

Nadere informatie

Bank 4381 92 427 KvK 110 18629 BTW 0075 08 803 B01

Bank 4381 92 427 KvK 110 18629 BTW 0075 08 803 B01 Project: Project nr. Opdrachtgever: Betreft: Datum onderzoek: Inspecteur: Algemene informatie Beschikbare informatie Boekenwinkel P. van Hoeven Locatie Adres Locatienummer BVO VVO Soort gebouw Aantal bouwlagen

Nadere informatie

Nadere regels voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten gemeente Noordoostpolder

Nadere regels voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten gemeente Noordoostpolder GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Noordoostpolder. Nr. 52306 17 juni 2015 Nadere regels voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten gemeente Noordoostpolder Het college van burgemeester

Nadere informatie

Duurzaam bouwen. Muren

Duurzaam bouwen. Muren Duurzaam bouwen Muren 1 % zonder isolatie Muren isoleren waar staan we?? 100 80 60 40 20 0 1998 2001 2003 2005 2008 2020 2 Ouderdom woning 3 Energieverlies per 100 m² ca. 1500 m³ aardgas of 1500 liter

Nadere informatie

INSPECTIERAPPORT 2015 Objectnummer 2781 Mausoleum Achter Ljouwerterdyk GC Akkrum

INSPECTIERAPPORT 2015 Objectnummer 2781 Mausoleum Achter Ljouwerterdyk GC Akkrum INSPECTIERAPPORT 2015 Objectnummer 2781 Achter Ljouwerterdyk 6 8491 GC Akkrum Stichting Monumentenwacht Fryslân Postbus 137 8900 AC Leeuwarden tel. 058 2157365/fax. 058 2157336 info@monumentenwacht-fryslan.nl

Nadere informatie

Wout van Vliet Bouwkundige

Wout van Vliet Bouwkundige Wout van Vliet Bouwkundige Prins Bernhardlaan 2 3402CD IJsselstein tel 0306883426 mobiel 0623886155 wcmvliet@caiway.nl Technische omschrijving voor de vernieuwing van het rietendak Graafdijk-west 10-11

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen = Subsidieverordening erfgoed gemeente Oldebroek Nr. 240784 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 april 2016; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Dakkapellen Door H. Koelemij (TNO Bouw)

Dakkapellen Door H. Koelemij (TNO Bouw) Dakkapellen Door H. Koelemij (TNO Bouw) Algemeen Belangrijkste functie van een dakkapel is het creëren van extra leefruimte in een woning. De dakkapel wordt geplaatst op een hellend dak. wat is het verschil?

Nadere informatie

Uitvoeringsvoorschriften instandhouding provinciale monumenten in Drenthe, leidraad te financieren instandhoudingskosten laagrentende lening

Uitvoeringsvoorschriften instandhouding provinciale monumenten in Drenthe, leidraad te financieren instandhoudingskosten laagrentende lening Uitvoeringsvoorschriften instandhouding provinciale monumenten in Drenthe, leidraad te financieren instandhoudingskosten laagrentende lening (geconsolideerde versie, geldend vanaf 1-10-2008 tot 1-1-2013)

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. W.F.J. van Notten Groot Hertoginnelaan 19 2517 EA DEN HAAG. Geachte mijnheer van Notten,

Gemeente Den Haag. W.F.J. van Notten Groot Hertoginnelaan 19 2517 EA DEN HAAG. Geachte mijnheer van Notten, Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12655, 2500 DP Den Haag Uw brief van W.F.J. van Notten Groot Hertoginnelaan 19 2517 EA DEN HAAG Ons kenmerk Behandeld door ing. H.J. Laan Doorkiesnummer 070-3535644

Nadere informatie

Duurzaam bouwen. Muren

Duurzaam bouwen. Muren Duurzaam bouwen Muren 1 % zonder isolatie Muren isoleren waar staan we? 100 80 60 40 20 0 1998 2001 2003 2005 2008 2020 2 Ouderdom woning 3 Energieverlies per 100 m² ca. 1500 m³ aardgas of 1500 liter stookolie

Nadere informatie

Indieningsvereisten voor rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten

Indieningsvereisten voor rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten Indieningsvereisten voor rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten Welke tekeningen en bescheiden u dient aan te leveren is afhankelijk van de aard van uw vergunningaanvraag. Bij een uitgebreide restauratie

Nadere informatie

Bouwtechnisch Rapport 1e Brandenburgerweg 17 Bilthoven

Bouwtechnisch Rapport 1e Brandenburgerweg 17 Bilthoven Bouwtechnisch Rapport 1e Brandenburgerweg 17 Bilthoven 1 Vraagstelling; Opdrachtgever wil informatie over mogelijke gebreken, direct noodzakelijke kosten en kosten op termijn. Extra aandachtspunt; houtrot/aantasting

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2026458/2827646 op de op 3 mei 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Autosloperij W. Broeren, om vergunning krachtens

Nadere informatie

RICHTLIJNEN voor RESTAURATIE EN ONDERHOUD

RICHTLIJNEN voor RESTAURATIE EN ONDERHOUD RICHTLIJNEN voor RESTAURATIE EN ONDERHOUD Ten behoeve van restauratie en onderhoud van monumenten en beeldbepalende panden in de gemeente Hoorn. Inhoudsopgave - Inleiding 1 Algemene uitgangspunten 2 Constructieve

Nadere informatie

Uitvoeringsvoorschriften Monumenten en Rieten daken Vastgesteld bij B&W-besluit van 24 januari 2011

Uitvoeringsvoorschriften Monumenten en Rieten daken Vastgesteld bij B&W-besluit van 24 januari 2011 Uitvoeringsvoorschriften Monumenten en Rieten daken Vastgesteld bij B&W-besluit van 24 januari 2011 Uitvoeringsvoorschriften Monumenten en Rieten daken Vastgesteld bij B&W-besluit van 24 januari 2011 ALGEMEEN

Nadere informatie

Aan Van e-mail Belangstellenden Bureau Aanbestedingen aanbestedingen@leiden.nl

Aan Van e-mail Belangstellenden Bureau Aanbestedingen aanbestedingen@leiden.nl Financiële en Juridische Dienstverlening Team Juridische Dienstverlening Memo Aan Van e-mail Belangstellenden Bureau Aanbestedingen aanbestedingen@leiden.nl Onderwerp Datum: 13 oktober 2009 Nota van inlichtingen

Nadere informatie

Uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van restauratie en onderhoud van monumenten

Uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van restauratie en onderhoud van monumenten BIJLAGE Uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van restauratie en onderhoud van monumenten 0.0 ALGEMEEN 0.1 Alle te vervangen onderdelen of constructies dienen overeenkomstig bestaande, historisch juiste

Nadere informatie

Uitvoeringsrichtlijnen Monumentenzorg Harlingen

Uitvoeringsrichtlijnen Monumentenzorg Harlingen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Harlingen Nr. 67121 24 april 2017 Monumentenzorg Harlingen Bekendmaking Welstandsnota Harlingen Burgemeester en wethouders van Harlingen hebben op 18 april

Nadere informatie

Bouwkundige Inspectie en Werkzaamheden

Bouwkundige Inspectie en Werkzaamheden Project Projectnummer Opdrachtgever Documentnummer : s Heeren Loo, gebouw de Poort te Ermelo : 1678 Omgevingsaanvraag : s Heeren Loo Zorggroep : OV980 Datum : 07-09-2015 Auteur Inhoud : AK : Korte omschrijving

Nadere informatie

Het Total Wall Concept (scheur)herstel systeem

Het Total Wall Concept (scheur)herstel systeem Reparatie methoden Het Total Wall Concept (scheur)herstel systeem Hierbij informeren wij u over de Total Wall Concept herstel methode voor gescheurd metselwerk. Door middel van het Total Wall Concept (TWC)

Nadere informatie

Rapportage opname ten behoeve MJOP

Rapportage opname ten behoeve MJOP Rapportage opname ten behoeve MJOP Schilperoortstraat 45 te Rotterdam Juli 2018 Bouwkundig Adviesbureau Rietdijk B.V. Inleiding Bouwkundig Adviesbureau Rietdijk B.V. is een onafhankelijk adviesbureau dat

Nadere informatie

Instructie onderhoud balkons

Instructie onderhoud balkons Instructie onderhoud balkons 1. Geschiedenis van de balkons. 2. Wat zijn de meest voorkomende balkonconstructie. 3. Wat voor type schades zijn herkenbaar. 4. Hoe dient het onderhoud te worden uitgevoerd.

Nadere informatie

SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN CULEMBORG 2011 BIJLAGE 1 LEIDRAAD VASTSTELLING SUBSIDIABELE KOSTEN 2007

SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN CULEMBORG 2011 BIJLAGE 1 LEIDRAAD VASTSTELLING SUBSIDIABELE KOSTEN 2007 SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN CULEMBORG 2011 BIJLAGE 1 LEIDRAAD VASTSTELLING SUBSIDIABELE KOSTEN 2007 VOORAF Deze leidraad dient als richtlijn voor de berekening en vaststelling van de subsidiabele instandhoudingskosten

Nadere informatie

LEIDRAAD MONUMENTEN. Bronckhorst, januari 2017

LEIDRAAD MONUMENTEN. Bronckhorst, januari 2017 LEIDRAAD MONUMENTEN voor onderhoud en restauratie van beschermde monumenten in de gemeente Bronckhorst Bronckhorst, januari 2017 voor onderhoud en restauratie van beschermde monumenten in de gemeente Bronckhorst

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT CONSIDERANS

ONTWERPBESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT CONSIDERANS ONTWERPBESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT CONSIDERANS Aanvraag Datum aanvraag Datum ontwerp beschikking Datum definitieve beschikking Olo nummer Dossier nummer BAG nummer Rijksmonumentnummer

Nadere informatie

Subsidieverordening. gemeentelijke. monumenten. Boxtel 2003

Subsidieverordening. gemeentelijke. monumenten. Boxtel 2003 Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Boxtel 2003 Inhoud Subsidieverordening Gemeentelijke Monumenten Boxtel 2003. Paragraaf 1: Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Algemene bepalingen Begripsbepalingen

Nadere informatie

z Bouwhistorisch onderzoek Boerderij aan de Graafdijkwest 10/11 te Molenaarsgraaf

z Bouwhistorisch onderzoek Boerderij aan de Graafdijkwest 10/11 te Molenaarsgraaf z Bouwhistorisch onderzoek Boerderij aan de Graafdijkwest 10/11 te Molenaarsgraaf IJsselstein 16-06- 2014 Wout van Vliet Bouwkundige Prins Bernhardlaan 2 3402CD IJsselstein tel 0306883426 mobiel 0623886155

Nadere informatie

Isoleren van monumenten

Isoleren van monumenten Isoleren van monumenten Bouwfysische aspecten ir. L.E.J.J. (Luc) Schaap LBP SIGHT is een onafhankelijk advies- en ingenieursbureau met veertig jaar ervaring op het gebied van bouw, ruimte en milieu. Met

Nadere informatie

Bouwkundig Opname Rapport. VvE van der Marckstraat 2-4 van Sevenbergestraat 49 VOORBURG. Interactief Gebouw Beheer Systeem, versie 6.01 Copyright.

Bouwkundig Opname Rapport. VvE van der Marckstraat 2-4 van Sevenbergestraat 49 VOORBURG. Interactief Gebouw Beheer Systeem, versie 6.01 Copyright. VvE van der Marckstraat 2-4 van Sevenbergestraat 49 Bladzijde 1 INHOUDSOPGAVE: Inleiding Algemene object en klant gegevens Elementenlijst met conditiescore Bevindingen Bladzijde 2 INLEIDING Het doel van

Nadere informatie

INSPECTIERAPPORT 2014 Objectnummer 242701 Boerderij Enne-Jans Heerd Maarhuizen 3 te Maarhuizen

INSPECTIERAPPORT 2014 Objectnummer 242701 Boerderij Enne-Jans Heerd Maarhuizen 3 te Maarhuizen INSPECTIERAPPORT 2014 Objectnummer 242701 Boerderij Enne-Jans Heerd Maarhuizen 3 te Maarhuizen Monumentenwacht Groningen Hoge der A 5 9712 AC Groningen tel. 050-5891585/ fax. 050-3123362 info@monumentenwachtgroningen.nl

Nadere informatie

PIETERSKERK. 9015-450c maart 2004. architektenburo Veldman + Rietbroek, Leiden (071) 513 00 28

PIETERSKERK. 9015-450c maart 2004. architektenburo Veldman + Rietbroek, Leiden (071) 513 00 28 PIETERSKERK 9015-450c maart 2004 architektenburo Veldman + Rietbroek, Leiden (071) 513 00 28 INHOUD - Overzichtstekening - Restauratieverslag - Spantenboek, restauratieverslag kap van de kooromgang - Spantenboek,

Nadere informatie

11 oktober 2012 W2.4: Constructieve aspecten van transformatie. Imagine the result

11 oktober 2012 W2.4: Constructieve aspecten van transformatie. Imagine the result 11 oktober 2012 W2.4: Constructieve aspecten van transformatie Imagine the result Wie zijn wij? Jeroen Bunschoten Senior adviseur bouwregelgeving ARCADIS Nederland BV Gerard van Engelen Senior adviseur

Nadere informatie

Specifieke subsidieregeling onderhoudsactiviteiten cultuurhistorische. gemeente Overbetuwe 2009

Specifieke subsidieregeling onderhoudsactiviteiten cultuurhistorische. gemeente Overbetuwe 2009 Onderwerp: Specifieke subsidieregeling onderhoudsactiviteiten cultuurhistorische waarden gemeente Overbetuwe 2009 Ons kenmerk: 08bwb00783 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; Gelet op

Nadere informatie

KREDIETVOORWAARDEN MONUMENTENFONDS RHEDEN 1998. 1 Reikwijdte en toepassing

KREDIETVOORWAARDEN MONUMENTENFONDS RHEDEN 1998. 1 Reikwijdte en toepassing KREDIETVOORWAARDEN MONUMENTENFONDS RHEDEN 1998 1 Reikwijdte en toepassing 1 Deze voorwaarden zijn van toepassing op aanvragen om een lening te verstrekken voor restauratie- en onderhoudswerkzaamheden aan

Nadere informatie

- in aanvulling op en ter nadere uitwerking van de Algemene Subsidieverordening Leeuwarden (ASV);

- in aanvulling op en ter nadere uitwerking van de Algemene Subsidieverordening Leeuwarden (ASV); BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEEUWARDEN; - in aanvulling op en ter nadere uitwerking van de Algemene Subsidieverordening Leeuwarden 2014-2 (ASV); - gelet op de ASV artikel 2 en artikel 3 lid 3; - gelet

Nadere informatie

mierlo.ons digitale dorp.nl

mierlo.ons digitale dorp.nl mierlo.ons digitale dorp.nl ` WoningScan. ` De onderhoudskosten van een eigen woning kunnen een belangrijke kostenpost vormen. Om deze kosten zoveel als mogelijk te beperken is de WoningScan ontwikkeld.

Nadere informatie

Subsidieverordening monumenten Heerhugowaard. De subsidieverordening monumenten Heerhugowaard 1996 in te trekken en tevens de gewijzigde

Subsidieverordening monumenten Heerhugowaard. De subsidieverordening monumenten Heerhugowaard 1996 in te trekken en tevens de gewijzigde CVDR Officiële uitgave van Heerhugowaard. Nr. CVDR41806_1 7 november 2017 Subsidieverordening monumenten Heerhugowaard Voorstel De subsidieverordening monumenten Heerhugowaard 1996 in te trekken en tevens

Nadere informatie

onderhoudswijzer Herstel van Herstellen, vernieuwen en afwerken van

onderhoudswijzer Herstel van Herstellen, vernieuwen en afwerken van onderhoudswijzer Herstel van binnenpleisterwerk Herstellen, vernieuwen en afwerken van binnenpleisterwerk Problemen met binnenpleisterwerk zijn erg storend in een monumentaal gebouw. We kunnen ons dan

Nadere informatie

ALGEMENE OMSCHRIJVING AANPAK:

ALGEMENE OMSCHRIJVING AANPAK: ALGEMENE OMSCHRIJVING AANPAK: 00 Algemeen Indeling pand blijft ongewijzigd. Gevelbeeld zoveel mogelijk terug brengen in originele staat. Alles binnen de schil is voor rekening en uitvoering van de koper

Nadere informatie

Meerjaren Onderhoud Plan VVE Velserbeek Sparrestraat IJmuiden

Meerjaren Onderhoud Plan VVE Velserbeek Sparrestraat IJmuiden Meerjaren Onderhoud Plan VVE Velserbeek Sparrestraat IJmuiden INLEIDING Iedere organisatie die gebouwen beheert weet dat onderhoud een belangrijk aspect van het beheren is. Ieder gebouw, groot of klein,

Nadere informatie

Uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden

Uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Doetinchem. Nr. 53874 1 oktober 2014 Uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden Inleiding De subsidie voor onderhouds-

Nadere informatie

Opdrachtomschrijving: dakrenovatie oude woning, bestaande uit meerdere klussen.

Opdrachtomschrijving: dakrenovatie oude woning, bestaande uit meerdere klussen. Opdrachtomschrijving: dakrenovatie oude woning, bestaande uit meerdere klussen. Deze renovatie aan een woning in Dordrecht bestaat uit meerdere klussen die naar verwachting binnen enkele werkdagen kunnen

Nadere informatie

Dit document is bedoeld als een handleiding. Het bedrijf of de persoon die het Zwarthout monteert is verantwoordelijk voor een juiste verwerking.

Dit document is bedoeld als een handleiding. Het bedrijf of de persoon die het Zwarthout monteert is verantwoordelijk voor een juiste verwerking. Verwerkingsvoorschriften Zwarthout Shou-Sugi-Ban Dit document is bedoeld als een handleiding. Het bedrijf of de persoon die het Zwarthout monteert is verantwoordelijk voor een juiste verwerking. Tijdens

Nadere informatie

Bijlage 10 bij besluit 2016/1229-V1. Caferestaurant Wapen van Nassau, Prinsenkade 7 te Breda. v&v. Foto Wapen van Nassau 1944

Bijlage 10 bij besluit 2016/1229-V1. Caferestaurant Wapen van Nassau, Prinsenkade 7 te Breda. v&v. Foto Wapen van Nassau 1944 Caferestaurant Wapen van Nassau, Prinsenkade 7 te Breda Bijlage 10 bij besluit 2016/1229-V1 v&v Foto Wapen van Nassau 1944 Wapen van Nassau werkbeschrijving. Inhoud: - Voorgevel - Vloer/kelder - Doorsnede

Nadere informatie

Pyropenta. Onderhoudsvoorschriften 60 minuten brandwerende deuren Deurenfabriek Suselbeek b.v.

Pyropenta. Onderhoudsvoorschriften 60 minuten brandwerende deuren Deurenfabriek Suselbeek b.v. Pyropenta Onderhoudsvoorschriften 60 minuten brandwerende deuren Deurenfabriek Suselbeek b.v. 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Reinigingsonderhoud.. 4 3. Onderhoud laksysteem.... 4 3.1 Periodiek onderhoud

Nadere informatie

Toelichting aanvraag schetsplan Restauratie, verbouwing en uitbreiding Rijnsburgerweg 152 Leiden. Programma

Toelichting aanvraag schetsplan Restauratie, verbouwing en uitbreiding Rijnsburgerweg 152 Leiden. Programma 5 april 2016-1/7 Toelichting aanvraag schetsplan Restauratie, verbouwing en uitbreiding Rijnsburgerweg 152 Leiden Programma Het huis gaat bewoond worden door een gezin met jonge kinderen. Het programma

Nadere informatie

Rubriek Kwalificatie* Toelichting objectnummer 0419

Rubriek Kwalificatie* Toelichting objectnummer 0419 vervolg diversen - los houten luik noordzijde G Deze ligt in de oven opgeslagen. - eiken ondervloer R Het eerste deel onder de opening geeft enige aantasting te zien. Tijdens de ze inspectie is aan de

Nadere informatie

Alles over verbouwen en renoveren!

Alles over verbouwen en renoveren! 1. Algemeen Alles over verbouwen en renoveren! Belangrijkste functie van thermische isolatie is het beperken van het energieverbruik en de reductie van de CO 2 uitstoot (milieu). Voor het isoleren van

Nadere informatie

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005 Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005 Artikel 1 - Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen 1. Monument: a. Alle vóór tenminste vijftig

Nadere informatie

VERWERKINGS- VOORSCHRIFTEN

VERWERKINGS- VOORSCHRIFTEN WALL LB VERWERKINGS- VOORSCHRIFTEN PRINCIPE WALL LB 1. SAFE-R WALL LB 2. Binnenspouwblad 3. Isolatieplug 4. Draagstructuur van gevelbekleding 5. Geventileerde spouw 6. Gevelbekleding DE GEISOLEERDE GEVENTILEERDE

Nadere informatie

Bij montage dient men rekening te houden met 3 belangrijke randvoorwaarden:

Bij montage dient men rekening te houden met 3 belangrijke randvoorwaarden: Opslag en transport Om beschadiging, vervorming en vervuiling van de gevelbekleding te voorkomen dient men bij transport en de opslag zorgvuldig te werk te gaan. De delen dienen schoon, droog en vlak getransporteerd

Nadere informatie

gevelelementen op de bouw; hoe te stellen en in te metselen

gevelelementen op de bouw; hoe te stellen en in te metselen informatie voor uitvoerders en timmerlieden op de bouwplaats gevelelementen op de bouw; hoe te stellen en in te metselen De timmerfabrikant heeft zijn best gedaan om de kozijnen zo goed mogelijk te maken,

Nadere informatie

Opname en opmeting bestaande schuur t.b.v. functiewijziging

Opname en opmeting bestaande schuur t.b.v. functiewijziging Opname en opmeting bestaande schuur t.b.v. functiewijziging TacoBouwadvies Bovenbergweg 4 te Markelo Bevindingen en opmerkingen bij inmeting werknr.201205 Behorende bij tekeningen : 1205BT-01,02 en 03

Nadere informatie

I 130-1 Informatieblad herstel buitenpleisterwerk

I 130-1 Informatieblad herstel buitenpleisterwerk I 130-1 Informatieblad herstel buitenpleisterwerk Schoonmaken, schilderen en repareren. Tijdens onze inspectie zijn aan het buitenpleisterwerk gebreken en onvolkomenheden geconstateerd. Om verder verval

Nadere informatie

U bent op het juiste adres

U bent op het juiste adres R. van Zon Velhorstlaan 13 3207 ZM Spijkenisse 0181-612971 0651-834917 E-mail actif@planet.nl www.actif-gevelrenovatie.nl Bank: ING 65.65.93.954 K.v.K nr: 24258707 BTW nr: NL1339.28.391.B01 Tradecenter

Nadere informatie

Bouwkundig Inspectierapport

Bouwkundig Inspectierapport Bouwkundig Inspectierapport Haraldstraat 7 3962 DA Wijk bij Duurstede Datum: 15 oktober 2012 Haraldstraat 7 Wijk bij Duurstede Algemene gegevens Administratieve gegevens aanvrager Naam : Volksbelang Adres

Nadere informatie

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument GM082 (trafohuisje) Rijksweg Noord 96 a 6162 AM Geleen Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, overwegende: dat naast de door het rijk aangewezen en

Nadere informatie

Monumenten in Midden-Delfland

Monumenten in Midden-Delfland Monumenten in Midden-Delfland In de gemeente Midden-Delfland staan veel monumenten. Deze geven de diverse dorpskernen ieder hun eigen sfeer en uitstraling. De gemeente Midden-Delfland is Cittaslow gecertificeerd.

Nadere informatie

GEMEENTE OLDEBROEK. gelezen het advies van de Monumentencommissie Oldebroek van 9 februari 2005;

GEMEENTE OLDEBROEK. gelezen het advies van de Monumentencommissie Oldebroek van 9 februari 2005; GEMEENTE OLDEBROEK Nr. 2005004270 Burgemeester en wethouders van Oldebroek gelezen het advies van de Monumentencommissie Oldebroek van 9 februari 2005; gelet op artikel 19 van de Monumentenwet 1988 en

Nadere informatie

BOUWKUNDIG RAPPORT. 3. Daken, schoorsteen. Rapportnummer: maart Pagina 11 van 48. Planken delen / overige hout

BOUWKUNDIG RAPPORT. 3. Daken, schoorsteen. Rapportnummer: maart Pagina 11 van 48. Planken delen / overige hout Pagina 11 van 48 3. Daken, schoorsteen Planken delen / overige hout Het dakbeschot bestaat uit planken delen. Dit dakbeschot is bevestigd op gordingen. Meestal zijn deze planken door mes en groef aan elkaar

Nadere informatie

Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2012

Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2012 Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2012 De raad van de gemeente Hof van Twente, gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2012,

Nadere informatie